Ouderbetrokkenheid Eerste onderzoek Digipanel Zuid

Ouderbetrokkenheid Eerste onderzoek Digipanel Zuid

In opdracht van: Stadsdeel Zuid Projectnummer: 12143

Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs

Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300

Telefoon 020 251 0310

Postbus 658, 1000 AR Amsterdam

www.os.amsterdam.nl

[email protected]

Amsterdam, februari 2013

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek

1

Foto voorpagina: Ivko-school Zuid, fotograaf: Edwin van Eis (2009)

2

Ouderbetrokkenheid

Inhoud Samenvatting

5

Inleiding Vragenlijst Methode Respondenten Leeswijzer

7 7 7 8 8

1 Ouderbetrokkenheid thuis 1.1 Alle ouders praten met kind over school 1.2 Hulp bij huiswerk vooral op middelbare school 1.3 Op middelbare school vaak geen contact met school over begeleiding thuis

9 9 10 11

2 Communicatie ouders en school 2.1 Zowel sociale ontwikkeling als leerontwikkeling belangrijk 2.2 Meer structureel contact over sociale ontwikkeling op basisschool 2.3 Bij voorkeur mondeling contact en graag ook contact als het goed gaat 2.4 Meer klachten over basisschool dan over middelbare school 2.5 Lang niet altijd een tevredenheidsonderzoek

13 13 14 15 17 18

3 Rol van school in de opvoeding 3.1 School heeft een taak bij opvoeding kinderen 3.2 Leraren en ouders moeten samenwerken 3.3 Betrokkenheid andere ouders hoger op basisschool

19 19 20 21

4 Huidige praktijk op school 4.1 Betrokken worden is belangrijker op basisschool 4.2 Helft van ouders vindt dat school meer kan doen

23 23 24

Bijlage 1 Samenvatting hoofdonderzoek ‘Ouders en docenten als team’

25

Bijlage 2 ‘Opgroeien in Zuid!’

29

Bijlage 3 Open antwoorden

31

Bijlage 4 Vragenlijst

61

3


4

Ouderbetrokkenheid

Samenvatting

In 2012 voerde O+S in opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling een stedelijk onderzoek uit naar ouderbetrokkenheid. Digipanel Zuid heeft zich voor het eerste panelonderzoek aangesloten bij dit onderzoek. In totaal hebben er 284 ouders uit Zuid meegedaan, 152 ouders met een kind op de basisschool en 92 met een kind op de middelbare school. Daarnaast hebben een aantal ouders een kind in het speciaal onderwijs en van een groep ouders is het type onderwijs onbekend. Ouderbetrokkenheid thuis Zo goed als alle ouders in Zuid praten met hun kind thuis over school. Deze gesprekken gaan vooral over wat het kind gedaan en geleerd heeft op school. Op de middelbare school worden onderwerpen als de keuze van vakken of een vervolgopleiding, leerproblemen en de relatie met docenten belangrijker bij deze gesprekken. Ook voorlezen wordt door een groot deel van de ouders (met een kind op de basisschool) gedaan: acht van de tien ouders (79%) lezen minimaal één keer per week voor thuis. Helpen met huiswerk doen de ouders vaker bij kinderen op de middelbare school dan op de basisschool, op de basisschool geven namelijk veel ouders aan dat dit niet van toepassing is. Op de middelbare school helpt 46% van de ouders dagelijks of meerdere keren per week bij het maken van huiswerk. Een deel van de ouders schakelt externe hulp in, 8% van de kinderen krijgt bijles en 5% huiswerkbegeleiding. Op de basisschool hebben de ouders meer contact met school over hoe ze kunnen helpen met huiswerk dan op de middelbare school. Op de middelbare school heeft 65% van de ouders hier geen contact over en op de basisschool 30%. Op de basisschool vragen de ouders vaker zelf aan de school wat ze kunnen doen om te helpen dan dat de school uit zichzelf tips of richtlijnen geeft. Communicatie ouders en school De ouders hebben het liefst mondeling contact met school. Op de basisschool is meer contact tussen de ouders en school dan op de basisschool. De ouders op de basisschool zijn dan ook meer tevreden over de hoeveelheid contact. Wel geven de ouders aan dat ze ook graag contact willen met school als het goed gaat met hun kind, en niet alleen als er sprake is van problemen. Ouders in Zuid vinden zowel de sociale aspecten als thema’s op het gebied van leren belangrijk om te bespreken met school. Op de basisschool is echter meer dan op de middelbare school structureel contact over de sociale ontwikkeling van het kind. Pesten is zowel op de basisschool als op de middelbare school een onderwerp dat vooral incidenteel besproken wordt. Zes van de tien ouders geven aan dat ze nog nooit klachten of tips hebben doorgegeven aan school. Op de basisschool geven ouders iets vaker een klacht door dan op de middelbare school. Klachten die worden ingediend, gaan vooral om de organisatie van zaken op school. Op zowel de basisschool als op de middelbare school gebeurt het vrij vaak dat de ouders niet worden uitgenodigd voor een oudertevredenheidsonderzoek (64% van de middelbare

5


school geeft aan niet uitgenodigd te zijn en 54% op de basisschool). Van de ouders die hier wel aan mee hebben gedaan, geeft een groter deel van de ouders op de basisschool aan dat dit teruggekoppeld werd en/of het schoolbeleid is aangepast dan op de middelbare school. Op de vraag of de ouders een ouderorganisatie kunnen noemen worden met name de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad genoemd. Rol van school in de opvoeding Bijna alle ouders vinden dat de school een taak heeft bij de opvoeding van kinderen, vooral als het gaat om sociale relaties en pesten. Daarnaast vindt 83% van de ouders op de middelbare school dat de school een taak heeft als het gaat om verzuim en stoppen met school zonder een diploma. Acht van de tien ouders (zowel basisschool als middelbare school) zijn het ermee eens dat leraren en ouders een team zijn en dat ze moeten samenwerken. Deze samenwerking bestaat volgens de ouders vooral uit communicatie. Informatie uitwisselen kan bij een structureel overleg, maar het is volgens de ouders net zo belangrijk dat docenten ook daarbuiten goed bereikbaar zijn. Daarnaast willen de ouders dat er contact wordt opgenomen met hen als er iets is met hun kind. Op de basisschool vinden meer ouders dat andere ouders betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind dan op de middelbare school. Op de middelbare school weet een groter deel geen antwoord te geven op deze vraag. Huidige praktijk op school Op de basisschool vinden de ouders het belangrijker dat ze betrokken worden dan op de middelbare school. De ouders waarderen voor verschillende onderwerpen het belang om betrokken te worden hoger dan hoe de situatie momenteel is: dit zou dus beter kunnen volgens hen. De helft van de ouders (47%) vindt dan ook dat school meer zou kunnen doen om de ouders te betrekken bij school en leren.

6

Ouderbetrokkenheid

Inleiding

In oktober 2012 heeft Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) in opdracht van Stadsdeel Zuid een digitaal panel opgericht voor ouders in het stadsdeel, het Digipanel Zuid. Via dit panel wil het stadsdeel de mening van ouders horen over actuele kwesties. Een eerste onderwerp waarover het stadsdeel meer wilde weten was ouderbetrokkenheid. Aangezien er eind 2012 een stadsbreed onderzoek liep naar ouderbetrokkenheid in opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO), is besloten hierop aan te sluiten met Digipanel Zuid. In de uitvoeringsagenda 2012-2014 ‘Actieve ouders, ouderbetrokkenheid in het onderwijs’ wordt ouderbetrokkenheid niet zozeer gezien als participatie op school, maar ook om ‘educatief partnerschap’ en betrokkenheid thuis. Hierbij gaat het erom de ouders in staat te stellen hun kind zo goed mogelijk bij de schoolse ontwikkeling te ondersteunen. Een onderdeel van deze uitvoeringsagenda is een jaarlijkse opiniemonitor onder Amsterdamse ouders en leraren uit het lager onderwijs (basisschool), voortgezet onderwijs (middelbare school) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In februari 2013 is het eerste rapport verschenen van deze opiniemonitor ‘Ouders en docenten als team’. Dit rapport moet gezien worden als een aanvulling op het hoofdonderzoek, waarin dieper wordt ingegaan op de ouders in Zuid. Voor een compleet overzicht is de samenvatting van het 2 hoofdonderzoek toegevoegd aan dit rapport (bijlage 1).

Vragenlijst De vragenlijst die is gebruikt voor deze meting onder Digipanel Zuid is hetzelfde als de vragenlijst voor het onderzoek in opdracht van DMO. Hierin zijn vragen gesteld over de communicatie tussen ouders en school, over de school als gemeenschap (heeft de school een taak in de opvoeding van de leerlingen?), over ouderbetrokkenheid thuis en over de algemene waardering over de school. Naast deze vragen over ouderbetrokkenheid zijn ook enkele vragen gesteld over de week ‘Opgroeien in Zuid’, een week waarin ouders en kinderen kennis konden maken met uiteenlopende opvoeden onderwijsactiviteiten in Zuid. Zie bijlage 4 voor de vragenlijst.

Methode Naast het onlinegedeelte, de dataverzameling onder het Digipanel Zuid, zijn er ook vragenlijsten ‘face to face’ verzameld bij basisscholen in stadsdeel Zuid. Hierbij is een verkorte versie van de vragenlijst gebruikt, omdat ouders die hun kind komen halen of wegbrengen vaak niet veel tijd hebben.

2

Samenvatting onder voorbehoud. Het rapport van het hoofdonderzoek is nog niet definitief.

7


Respondenten In totaal hebben 81 leden van het Digipanel online en 53 ouders face to face aan het onderzoek meegedaan. Deze groep respondenten is vervolgens aangevuld met de respondenten uit stadsdeel Zuid van het stadsbrede onderzoek van DMO. In totaal zijn er dan 284 respondenten uit Zuid. In tabel 1 staat weergegeven welk type onderwijs de kinderen van de respondenten volgen. Ongeveer de helft (54%) van de ouders heeft een kind op de basisschool en 32% op de middelbare school. Daarnaast hebben een paar respondenten een kind op het speciaal (basis)onderwijs. Tabel 1 Respondenten Zuid naar soort onderwijs (absoluut en procenten) abs.

%

152

54

92

32

anders

5

2

speciaal (basis)onderwijs

4

2

31

11

284

100

basisschool middelbare school (praktijkonderwijs/VMBO/HAVO/VWO)

onbekend totaal

Leeswijzer De opzet van dit rapport sluit aan bij het rapport dat O+S gemaakt heeft in opdracht van DMO. In hoofdstuk 1 gaat het om de ondersteuning die ouders hun kinderen thuis bieden. Lezen ze bijvoorbeeld voor of helpen ze bij het maken van het huiswerk? In het tweede hoofdstuk gaat de focus naar hoe ouders en docenten communiceren over het kind. Hoe en waarover hebben ze contact? In hoofdstuk 3 staat centraal hoe ouders vinden dat de school betrokken zou moeten zijn bij de opvoeding van het kind. In het laatste hoofdstuk wordt gekeken naar de dagelijkse praktijk op school. Hoe betrekt de school momenteel ouders bij het onderwijs? In de resultaten wordt onderscheid gemaakt tussen ouders met een kind op de basisschool of op de middelbare school. Daarnaast worden, als er een verschil is tussen deze groepen ouders, de resultaten van Zuid beschreven met de resultaten van ouders binnen de ring (exclusief Zuid) en buiten de ring. De resultaten van de vragen over de week ‘Opgroeien in Zuid’ zijn terug te vinden in bijlage 2.

8

Ouderbetrokkenheid

1 Ouderbetrokkenheid thuis

In dit hoofdstuk staat centraal hoe ouders in Zuid thuis hun kinderen helpen met het leren. Eerst wordt besproken of ouders thuis praten over school met hun kinderen en vervolgens of ze voorlezen thuis en of ze helpen met huiswerk. Vervolgens gaan we in op hulp bij huiswerk door externe partijen (bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding). Tot slot gaat het over contact tussen de ouders en school over de begeleiding van de kinderen thuis.

1.1 Alle ouders praten met kind over school Zo goed als alle ouders praten met hun kinderen over school. Acht van de tien ouders in Zuid (82%) praten hier dagelijks met hun kind over en 15% doet dit één of meerdere keren per week. Hierbij is geen verschil tussen ouders met kinderen op de basisschool of op de middelbare school. Zowel bij kinderen op de basisschool als op de middelbare school gaan deze gesprekken vooral over wat het kind gedaan en geleerd heeft op school. Op de middelbare school worden de relatie met docenten, leerproblemen en de keuze van vakken of een vervolgopleiding belangrijker om te bespreken dan op de basisschool (zie figuur 1.1). Figuur 1.1 Gespreksonderwerpen ouder en kind naar soort onderwijs, meerdere antwoorden mogelijk (procenten) wat hij\zij heeft gedaan en geleerd op school relatie met andere leerlingen wat hij\zij leuk of juist niet leuk vindt aan de lesstof wat hij\zij moeilijk of makkelijk vindt aan de lesstof relatie met docenten leerproblemen de keuze van vakken en\of vervolgopleiding anders, namelijk verzuim en stoppen met school zonder diploma

% 0

20 basisschool

40

60

80

100

middelbare school

9


Ouders die aangeven andere onderwerpen te bespreken, noemen vooral onderwerpen die gaan over de sfeer op school, bijvoorbeeld: ‘Hoe hij zich voelt en welke mooie momenten er waren of minder leuke momenten.’ ‘Ook de sfeer en hoe sommige zaken georganiseerd zijn binnen school komen aan bod.’

1.2 Hulp bij huiswerk vooral op middelbare school Op de basisschool leest bijna de helft van de ouders in Zuid (47%) dagelijks voor en 32% doet dit één of meerdere keren per week (zie figuur 1.2). Een klein deel van de ouders 3 leest zelden of nooit voor (5%). Ouders helpen hun kinderen vaker met huiswerk op de middelbare school dan op de basisschool. Van de ouders in Zuid met een kind op de basisschool geeft een groot deel aan dat er geen huiswerk wordt meegegeven door school (49%). Ouders die buiten de ring wonen geven vaker aan dagelijks of meerdere keren per week te helpen bij huiswerk van de basisschool (42% tegenover 32% van de ouders in Zuid). Bij kinderen op de middelbare school is geen verschil tussen ouders binnen of buiten de ring. Van de ouders in Zuid helpt 46% van de ouders dagelijks of meerdere keren per week bij het maken van huiswerk.

voortgezet onderwijs

lager onderwijs

Figuur 1.2 Hulp bij huiswerk naar soort onderwijs, binnen ring en buiten ring (procenten) buiten ring Zuid binnen ring (excl. Zuid) buiten ring

Zuid binnen ring (excl. Zuid)

% 0

20

dagelijks 1 of meerdere keren per maand geen antwoord, niet van toepassing

40

60

80

100

1 of meerdere keren per week zelden of nooit

Drie kwart (76%) van de ouders geeft aan dat zijn/haar kind geen extra hulp krijgt bij het maken van huiswerk, 8% krijgt bijles en 5% huiswerkbegeleiding. Bij 6% van de ouders helpt een andere externe partij bij het maken van huiswerk, hierbij gaat het vaak om een familielid of kennis.

3

10

De vraag over thuis voorlezen is alleen gesteld aan ouders met een kind op de basisschool.

Ouderbetrokkenheid

1.3 Op middelbare school vaak geen contact met school over begeleiding thuis Op de middelbare school heeft twee derde van de ouders (65%) geen contact met school over hoe ze kunnen helpen met huiswerk, tegenover 30% van de ouders met een kind op de basisschool (zie figuur 1.3). Op de basisschool vraagt 31% van de ouders aan school hoe ze kunnen helpen, tegenover 13% van de ouders met een kind op de middelbare school. Figuur 1.3 Contact met school over hoe helpen met huiswerk naar soort onderwijs (procenten) basisschool (n=152)

middelbare school (n=92)

% 0

20

40

60

80

100

geen contact met school

vraagt de school wat te doen om kind te helpen

school heeft tips en richtlijnen voor ouders

weet niet, geen antwoord

Ruim de helft (55%) van de ouders met een kind op de basisschool, geeft aan dat er geen huiswerk wordt meegegeven door school. Op de middelbare school wordt altijd huiswerk meegegeven door school, maar krijgt de helft van de ouders (52%) geen informatie van school over hoe ze kunnen helpen. De ouders die informatie krijgen over hoe te helpen met huiswerk ontvangen dit vooral bij gesprekken op school, zowel op de basisschool (16%) als op de middelbare school (25%). Op basisscholen wordt vaker schriftelijke of digitale informatie gegeven en op middelbare scholen krijgen de ouders vaker informatie via thema/informatiebijeenkomsten. De ouders die informatie hebben ontvangen van school over hoe ze kunnen helpen met huiswerk, geven grotendeels aan dat ze deze informatie toegepast hebben (zie bijlage 3 voor alle open antwoorden).

11


Figuur 1.4 Van school informatie over hoe helpen met huiswerk naar soort onderwijs, meerdere antwoorden mogelijk (procenten) kind krijgt geen huiswerk besproken bij gesprekken op school krijgt geen informatie van de school mondelinge toelichting over de beste aanpak om kinderen thuis te ondersteunen

schriftelijke/digitale informatie lesmaterialen voor gebruik thuis thema-/informatiebijeenkomsten op een andere manier

% 0

basisschool (n=119)

12

10

20

30


40

50

60

Ouderbetrokkenheid

2 Communicatie ouders en school

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de communicatie tussen ouders en school. Hierbij gaat het er eerst om welke thema’s ouders in Zuid belangrijk vinden om te bespreken met school en op welke manier er contact is over deze thema’s. Vervolgens gaan we in op de manier waarop ouders het liefst contact hebben met school. Daarnaast wordt besproken hoe vaak de ouders contact hebben met school en hoe ze de frequentie waarderen. Tot slot gaan we in op verschillende aspecten van oudertevredenheid: of de ouders wel eens klachten of tips hebben doorgegeven aan school en hoe hiermee wordt omgegaan, of ze ooit hebben meegedaan aan een tevredenheidsonderzoek en of ze bekend zijn met ouderorganisaties.

2.1 Zowel sociale ontwikkeling als leerontwikkeling belangrijk Op de basisschool en op de middelbare school vinden de ouders zowel de sociale ontwikkeling (figuur 2.1) als de ontwikkeling op het gebied van leren (figuur 2.2) belangrijke onderwerpen om te bespreken met school. Pesten wordt belangrijker bevonden door de ouders met een kind op de basisschool dan op de middelbare school.

pesten en gepest worden

Figuur 2.1 Bespreken sociale aspecten met school naar soort onderwijs (procenten)

po

vo

sociale ontwikkeling

po

vo

% 0

10

20

30 helemaal niet belangrijk

40

50 enigszins belangrijk

60 zeer belangrijk

70

80

90

100

weet niet

13


extra ondersteuningsbehoeften

Figuur 2.2 Bespreken leeraspecten met school naar soort onderwijs (procenten)

po

leervorderingen

po

po

vo

begeleiding bij schoolkeuze middelbare school

vo

vo

begeleiding bij keuze vakken/vervolgopleiding

verzuim/stoppen met school zonder diploma % 0

10

20

helemaal niet belangrijk

30

enigszins belangrijk

40

50 zeer belangrijk

60

70

80

90

100

weet niet

2.2 Meer structureel contact over sociale ontwikkeling op basisschool Als het gaat om de sociale ontwikkeling van een kind op school, geven meer ouders op de basisschool (68%) aan dat er structureel contact is met school over dit onderwerp dan de ouders op de middelbare school (22%). Op de middelbare school geeft een groter deel van de ouders aan dat hier geen contact over is (15% tegenover 3%). Zowel op de basisschool als op de middelbare school geeft ruim de helft van de ouders aan dat er incidenteel contact is met school over pesten (zie figuur 2.3).

pesten/gepest worden sociale ontwikkeling

Figuur 2.3 Manier informatie verstrekken school over sociale aspecten naar soort onderwijs (procenten) po

vo

po

vo % 0

10

20

30

40 structureel

50 incidenteel

60 nooit

70

80

90

100

weet niet

Ouders met een kind op de middelbare school worden meer door school begeleid bij de keuze van vakken en/of een vervolgopleiding dan ouders met een kind op de basisschool (zie figuur 2.4). Op de basisschool krijgen de ouders juist meer structurele informatie over extra ondersteuningsbehoeften (18% tegenover 8%).

14

Ouderbetrokkenheid

begeleiding bij de hoe thuis het beste extra keuze van ondersteunen bij ondersteuningsbeh vakken/vervolgopl leer-vorderingen leren oeften eiding

Figuur 2.4 Manier informatie verstrekken school over leeraspecten naar soort onderwijs (procenten) po

vo

po

vo

po

vo

po

vo % 0

10

20

30

40

structureel

incidenteel

50

60

nooit

70

80

90

100

weet niet

2.3 Bij voorkeur mondeling contact en graag ook contact als het goed gaat De ouders in Zuid hebben het liefst mondeling contact met school (62% op de basisschool en 45% op de middelbare school). De tweede manier van informatieverstrekking die de voorkeur heeft is digitaal, 33% van de ouders op de middelbare school heeft een voorkeur hiervoor en 25% van de ouders op de basisschool. Ouders hebben meer contact met de basisschool dan met de middelbare school (zie figuur 2.5). Met de basisschool hebben vier van de tien ouders minimaal één keer per week contact. Met de middelbare school heeft het grootste deel van de ouders één of enkele keren per jaar contact (80%). Figuur 2.5 Frequentie van contact naar soort onderwijs (procenten)

basisschool (n=152)

middelbare school (n=92) %

0

20 dagelijks een of enkele keren per maand zelden of nooit

40

60

80

100

een of enkele keren per week een of enkele keren per jaar weet niet, niet van toepassing

15


Ouders met kinderen op de basisschool zijn meer tevreden over de hoeveelheid contact met school dan de ouders met kinderen op de middelbare school: 71% van de ouders op de basisschool zijn tevreden over de hoeveelheid contact tegenover 64% van de ouders op de middelbare school (zie figuur 2.6). Van de ouders met kinderen op de middelbare school heeft een groter deel aangegeven het niet te weten of geen mening te hebben (9% tegenover 3%). De ouders die minder vaak contact hebben met school vinden vaker dat ze onvoldoende contact hebben dan de ouders die vaker contact hebben met school: 34% van de ouders die één of enkele keren per jaar contact hebben met docenten/mentor vindt dat er te weinig contact is met school, tegenover 13% van de ouders die één of enkele keren per week contact hebben. Figuur 2.6 Waardering frequentie van contact naar soort onderwijs en frequentie contact (procenten) een of enkele keren per week (n=45) een of enkele keren per maand (n=61)

een of enkele keren per jaar (n=111)

basisschool (n=152)

middelbare school (n=92) % 0

20

te veel zwaar onvoldoende, veel te weinig

16

40 voldoende, precies goed weet niet, geen mening

60

80 onvoldoende, te weinig

100

Ouderbetrokkenheid

De ouders die vinden dat er te weinig contact is, vinden dit vooral omdat er te weinig tijd wordt vrijgemaakt voor hen. Daarnaast vinden ze het contact te oppervlakkig (zie bijlage 3 voor alle open antwoorden). Vooral als het om een kind gaat dat geen problemen oplevert, missen de ouders contact met school:

Hoe meer contact hoe beter, maar met dertig kinderen in een klas is dat ondoenlijk voor een docent. Ik kan intekenen voor 7 minuten gesprekken per vak, maar er is nooit tijd om met iemand in het algemeen om over je kind te praten. Het is altijd vak gebonden (tenzij er een grote issue is). Ik mis meer een algemeen gesprek van hoe gaat het met haar, wat ervaart ze op school? Wat kunnen wij als ouders doen? Een kind in middelbaar school vertelt bijna niets over wat er gebeurt op school. Wij hebben 4 kinderen en deze 'gaan goed' op school maar persoonlijk hebben wij best behoefte aan wat meer info over hoe het gaat en wat wellicht beter of anders kan en ook hoe wij als ouders daarin kunnen ondersteunen. Ik vind dat leerkrachten ouder veel beter kunnen 'inzetten' nog ten behoeve van welzijn van het kind. Als ouder(s) weet je vaak niet wat er allemaal gebeurt op school en wellicht zijn er manieren om de leerkracht meer/beter te ondersteunen in het belang van het kind. Er zijn alleen rapporten en een kort 10 minuten gesprek. Die gesprekken zijn vaak slecht voorbereid door de leerkracht. Als je iets vraagt wordt het snel als kritiek opgevat, terwijl wij alleen willen meedenken. Je moet er heel erg zelf achteraan zitten, vooral als je een rustig kind hebt wat geen last geeft in de klas.

2.4 Meer klachten over basisschool dan over middelbare school Ouders met kinderen op de basisschool geven iets vaker klachten of tips door aan de schoolleiding of medezeggenschapsraad dan ouders met kinderen op de middelbare school. Op de middelbare school geeft 64% aan nooit een klacht te hebben ingediend, tegenover 60% van de ouders met een kind op de basisschool. De klachten of tips die worden doorgegeven gaan met name over de organisatie van zaken op school (zie figuur 2.7). Andere onderwerpen die de ouders noemen zijn bijvoorbeeld klachten of tips over overblijven en pesten. Vier van de tien ouders (38%) die een klacht of tip hebben doorgegeven, geven aan dat hier naar tevredenheid iets mee is gedaan, 30% is niet tevreden wat er mee gedaan is en 27% geeft aan dat er niks met de klacht of tip is gedaan.

17


Figuur 2.7 Klachten of tips aan schoolleiding of medezeggenschapsraad naar soort onderwijs, meerdere antwoorden mogelijk (procenten) % 70 60 50 40 30 20 10 0

geen klachten of klachten over de tips doorgegeven organisatie van zaken op school

klachten over bepaalde docenten basisschool (n=119)

anders

klachten over het onderwijs op school

weet niet


2.5 Lang niet altijd een tevredenheidsonderzoek Op de basisschool worden ouders vaker uitgenodigd voor een oudertevredenheidsonderzoek dan op de middelbare school. Van de ouders op de basisschool geeft 42% aan hiervoor te zijn uitgenodigd, tegenover 30% van de ouders op de middelbare school. Van de ouders op de middelbare school geeft 64% aan nooit gevraagd te zijn voor een oudertevredenheidsonderzoek, op de basisschool is dit 54%. Op de middelbare school is vaak onduidelijk wat de school gedaan heeft met de onderzoeksresultaten, 39% van de ouders weet dit niet tegenover 14% van de ouders met een kind op de basisschool (zie figuur 2.8). De helft van de ouders (48%) met een kind op de basisschool geeft aan dat de resultaten zijn teruggekoppeld en dat het schoolbeleid zichtbaar is aangepast. Drie van de tien ouders (28%) geven aan dat het wel is teruggekoppeld maar dat het schoolbeleid niet zichtbaar is aangepast. Figuur 2.8 Wat school heeft gedaan met oudertevredenheidsonderzoek naar soort onderwijs (procenten) basisschool (n=50)


0

20

40

60

80

100

%

teruggekoppeld en het schoolbeleid zichtbaar aangepast teruggekoppeld, maar het schoolbeleid is niet zichtbaar aangepast niet teruggekoppeld, niets van gehoord weet niet

In de enquête is ook gevraagd naar de bekendheid van ouderorganisaties. Hierbij noemen de ouders uit Zuid vooral schoolse geledingen zoals de Ouderraad en/of de MR. Professionele organisaties die door sommige ouders genoemd worden zijn OCO en BOINK.

18

Ouderbetrokkenheid

3 Rol van school in de opvoeding

In dit hoofdstuk staat centraal of de ouders vinden dat school een rol heeft in de opvoeding van kinderen en of ouders en school moeten samenwerken. Daarnaast wordt besproken of de ouders vinden dat de andere ouders betrokken zijn.

3.1 School heeft een taak bij opvoeding kinderen Zowel ouders met een kind op de basisschool als ouders met een kind op de middelbare school vinden dat de school een taak heeft bij de opvoeding van kinderen, slechts 3% meent dat de school hier geen taak bij heeft (zie figuur 3.1). Vooral als het gaat om sociale relaties en pesten vinden de ouders dat school hier een taak in heeft (86%). Ouders met een kind op de middelbare school vinden verzuim en stoppen met school ook een thema waarbij school een rol moet spelen bij de opvoeding van kinderen, 83% van de ouders vindt dit. Figuur 3.1 Heeft school een taak bij opvoeding van kinderen? naar soort onderwijs (procenten) % 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

voor sociale relaties en pesten

voor gezondheid

voor gebruik internet en sociale media

voor voor geldzaken voor een ander school heeft weet ik niet, voor verzuim seksualiteit thema geen taak bij niet ingevuld en stoppen de opvoeding met de school van de zonder leerlingen diploma

basisschool (n=152)


19


3.2 Leraren en ouders moeten samenwerken Zowel op de basisschool als op de middelbare school is een groot deel van de ouders het eens met de stelling: ‘Leraren en ouders zijn een team, ze moeten samenwerken’. Op de basisschool zijn ouders het sterker eens met de stelling dan op de middelbare school: op de basisschool is 39% van de ouders het hier zeer mee eens, tegenover 25% van de ouders op de middelbare school (zie figuur 3.2). Een groter deel van deze ouders is het hier niet mee eens (8% tegenover 5% van de ouders op de basisschool). Figuur 3.2 Stelling ‘Leraren en ouders zijn een team, ze moeten samenwerken’ naar soort onderwijs (procenten)

basisschool (n=152)

middelbare school (n=92) % 0

zeer mee eens

20

mee eens

neutraal

40

mee oneens

60

zeer mee oneens

80

100


Op de vraag hoe ouders moeten samenwerken wordt vooral genoemd dat ouders en docenten moeten communiceren. De ouders vinden dat er overlegd moet worden en dat ouders en docenten informatie moeten uitwisselen. Dit kan bij een structureel overleg, maar tegelijkertijd willen de ouders ook dat docenten goed bereikbaar zijn, bijvoorbeeld via e-mail. Ook willen de ouders dat er contact moet worden opgenomen als er iets aan de hand is met een kind.

Afstemmen en signalen doorgeven. Voorbeeld: mijn oudste zoon is sinds kort actief op Facebook. Ik kijk wel eens mee en schrik soms van de "toon" van de berichten. Ik heb dit doorgegeven aan de leerkracht en zij heeft het thema cyberpesten in de klas aangekaart. Ik zie het als een meerwaarde als je goed communiceert. Ook als het gaat om leerproblemen dan is het fijn om samen een plan van aanpak te maken waarbij de rol van de leerkracht uiteraard anders is dan die van ons als ouders. Door korte lijnen te houden tussen ouders en leraren kunnen problemen sneller en makkelijker ondervangen worden. Ouders en leraren moet en elkaar weten te vinden en elkaar op de hoogte houden hoe het kind zich cognitief en sociaal emotioneel ontwikkelt.

20

Ouderbetrokkenheid

Er zijn ook ouders die aangeven dat ouders en docenten wel moeten samenwerken en informatie moeten uitwisselen maar dat het te ver gaat om te zeggen dat ze een team zijn, bijvoorbeeld: Moeten wel informatie uitwisselen, maar ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het opvoeden van hun kind, leraren voor het overbrengen van kennis, functioneren binnen de klas en binnen de muren van de school. Op school is op school, thuis is thuis, bij opa en oma is bij opa en oma. Overal gelden andere regels! Je zult maar leraar zijn en op 30 kinderen maatwerk moeten leveren, dat is m.i. niet te doen. En wat dan met ouders die vinden dat hun kind vaker moet computeren? En anderen die vinden dat hun kind niet achter de computer mag? Het zou wat zijn... Leraren moeten les geven en ouders moeten opvoeden. dat zouden in een klas van 30 wel heel veel teams zijn.

3.3 Betrokkenheid andere ouders hoger op basisschool Op de basisschool vinden meer ouders dat andere ouders betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind dan op de middelbare school (zie figuur 3.3). Op de middelbare school weten drie van de tien ouders (32%) geen antwoord te geven op deze vraag. In beide gevallen geeft slechts een klein deel aan dat de meeste andere ouders niet betrokken zijn. Figuur 3.3 Andere ouders op school van kind voldoende betrokken naar soort onderwijs (procenten)

basisschool (n=152)

middelbare school (n=92) 0

20

40

alle ouders zijn betrokken sommige ouders wel, sommigen niet bijna geen enkele ouder is betrokken

60

80

% 100

de meeste ouders zijn betrokken de meeste ouders zijn niet betrokken weet niet

21


22

Ouderbetrokkenheid

4 Huidige praktijk op school

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de waardering door de ouders van de scholen. Er is gevraagd naar een rapportcijfer voor de school. Daarnaast is gevraagd naar een rapportcijfers voor hoe school de ouders op verschillende manieren betrekt en hoe belangrijk de ouders het vinden dat de school hen betrekt. Tot slot is aan de ouders gevraagd of de school het maximale doet om de ouders bij school te betrokken of dat ze meer kunnen doen.

4.1 Betrokken worden is belangrijker op basisschool De ouders in Zuid geven gemiddeld een 7,4 als rapportcijfer voor de basisschool van hun kind en een 7,7 als gemiddelde rapportcijfer voor de middelbare school. De ouders vinden het op de basisschool over het algemeen belangrijker dat ze betrokken worden dan op de middelbare school: zo geven de ouders op de middelbare school gemiddeld een 7 voor het belang hen te betrekken bij onderwijs, tegenover een 8 van de ouders op de basisschool (zie figuur 4.1). Figuur 4.1 Waardering hoe school de ouders betrekt en hoe belangrijk dat school aandacht geeft aan

stimuleren adviseren activiteiten ouders bij uitnodigen van thuis die ouders om keuze van gunstig zijn voor de vakken/vervolg mening te opleiding leerprestaties geven

betrekken ouders bij onderwijs

adviseren betrekken van ouders bij ouders bij het schoolkeuze leren van hun voortgezet onderwijs kind

verschillende vormen ouderbetrokkenheid, naar soort onderwijs (rapportcijfer) basisschool middelbare school basisschool middelbare school basisschool middelbare school basisschool middelbare school basisschool middelbare school basisschool middelbare school 0

1

2

3

4

waardering situatie nu

5

6

7

8

9

10

hoe belangrijk

De ouders geven een hoger rapportcijfer geven voor het belang van verschillende vormen van ouderbetrokkenheid dan voor hoe de school de ouders momenteel betrekt: dit kan

23


dus beter volgens hen. Vooral het krijgen van advies bij het kiezen van een middelbare school (op de basisschool) of bij het kiezen van vakken of een vervolgopleiding (middelbare school) vinden de ouders erg belangrijk, hiervoor geven zij respectievelijk de gemiddelde rapportcijfers 8,5 en 8.

4.2 Helft van ouders vindt dat school meer kan doen De helft van de ouders in Zuid (47%) vindt dat de school meer zou kunnen doen om de ouders te betrekken bij het leren van hun kind. Ouders buiten de ring vinden vaker dat de school het maximale doet (zie figuur 4.2). Figuur 4.2 Waardering inspanning school om ouders bij school en leren te betrekken, ouders Zuid,

middelbare school

binnen de ring en buiten de ring (procenten) buiten ring binnen ring (excl. Zuid) Zuid

basisschool

buiten ring binnen ring (excl. Zuid) Zuid

% 0

24

20

40

60

80

100

school doet het maximale

school doet voldoende, maar zou nog meer kunnen

school zou meer kunnen doen


Ouderbetrokkenheid

Bijlage 1 Samenvatting hoofdonderzoek ‘Ouders en docenten als team’

In de eerste jaarlijkse opiniemonitor over ouderbetrokkenheid hebben 1041 ouders van kinderen op het po en/of het vo en 242 docenten en directeuren die werken in het po of het vo via een enquête hun mening gegeven over ouderbetrokkenheid. Daarnaast zijn er groepsgesprekken gevoerd met 40 laag tot middelbaar opgeleide ouders buiten de ring A10. Ouderbetrokkenheid gaat in dit onderzoek over het educatief partnerschap tussen ouders en docenten. Dit partnerschap kan opgedeeld worden in 2 typen. Ten eerste is er didactisch partnerschap, waarbij ouders de leerontwikkeling van hun kind volgen, die thuis ondersteunen en hierover contact hebben met school. Daarnaast is er het pedagogisch partnerschap waarbij scholen en ouders hun visie op opvoeding delen en afstemmen en beiden hierin hun rol nemen. Ouders en docenten zouden een team moeten zijn In het onderzoek is het duidelijk dat alle verschillende groepen ouders (hoog opgeleid, laag opgeleid, in het vo of in het po) graag betrokken zijn bij de schoolloopbaan van hun kind en dat alle docenten (po, vo, binnen of buiten de ring) het belang inzien van de betrokkenheid van ouders. Alle betrokken willen dat docenten en ouders een team vormen. Een team dat ervoor zorgt dat het beste uit het kind wordt gehaald. Dit uit zich vooral in het didactisch partnerschap tussen school en ouders. Ouders willen erg graag hun kind thuis ondersteunen en docenten zien duidelijk de vruchten van deze ondersteuning als zij zien dat die plaatsvindt. In de praktijk blijkt dit niet altijd het geval. Zowel ouders als docenten besteden niet altijd energie aan de juiste dingen en hun inspanningen worden door de andere partij ook niet altijd als zodanig herkend. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de punten waarop de samenwerking niet optimaal is en er dus ruimte is voor verbetering. Lager opgeleide ouders willen meer begeleiding van docenten Er is een groep (hoog opgeleide) ouders die op de basisschool zonder al te veel moeite de didactische partnerrol op zich neemt door bijvoorbeeld thuis voor te lezen, aandacht te besteden aan het goed aanleren van taal en de dag op school thuis na te bespreken. Laag en middelbaar opgeleide ouders willen ook graag deze rol vervullen, maar zoeken erg naar een manier om hun kind thuis te ondersteunen. Zij willen graag praktische tips van school over hoe zij thuis hun kind kunnen begeleiden. Als zij geen tips of hulp van de school krijgen kan dit leiden tot frustratie en een slechtere relatie met de school. Zo wordt regelmatig het voorbeeld gegeven van de nieuwe rekenmethodes. Ouders willen hun kind thuis helpen op ‘de oude manier’, vervolgens raakt het kind in de war en spreekt de docent ouders erop aan dat het geen nut heeft als zij thuis hun kind leren staartdelen. Dit levert frustratie op bij alle partijen, terwijl de wil van ouders in eerste instantie zo goed was. Er zijn ook voorbeelden van scholen waar ouders instructie krijgen over de nieuwe methode, om deze vervolgens met hun kinderen samen te kunnen oefenen. Dit is een

25


voorbeeld van een kleine interventie van de school, die tot een verbetering van de relatie tussen ouders en school zorgt en waarschijnlijk leidt tot betere leerresultaten van het kind. Tip voor het vo: investeer in de brugklas in de relatie met de ouders Ook in het voortgezet onderwijs willen ouders graag de partnerrol blijven vervullen. Het wordt echter lastiger omdat de school verder weg staat, de docenten onbekender zijn en de stof moeilijker wordt. Het lijkt een aanbeveling om vooral het eerste jaar te investeren in persoonlijk contact met ouders en in een goede uitleg van het middelbare schoolsysteem. Ook het opzetten van oudernetwerken zou in deze fase een aanbeveling zijn. Als deze relatie goed is dan kan het contact in de latere jaren minder structureel van aard zijn, maar weten school en ouders elkaar te vinden als het nodig is. Als ouders zelf geen hulp (kunnen) geven wordt externe hulp ingeschakeld Op het moment dat ouders zelf geen hulp (kunnen) geven schakelen ze regelmatig externe hulp in. In het po wordt door 10% tot 20% van de ouders externe hulp (huiswerkbegeleiding en bijles) ingeschakeld, op het vo doet 25% tot 40% van de ouders dit. Het team dat moet samenwerken om de leerresultaten van het kind optimaal te krijgen bestaat dus in veel gevallen uit de docent, de ouders en een externe partij. De school zal ook aan deze externe partij moeten wennen want waarschijnlijk zal deze externe partij niet snel verdwijnen. Docenten zien meer communicatie dan ouders De samenwerking binnen het team van ouders en docenten kan beter. Ten eerste zouden ouders naast contact over leervorderingen ook meer contact willen over hoe hun kind zich voelt en gedraagt op school. Hiernaast denken docenten dat ze over veel onderwerpen duidelijk communiceren met ouders, terwijl ouders zelf aangeven dat dit niet gebeurt. Zo zeggen bijna alle docenten dat ze contact hebben met ouders over ondersteuning thuis, terwijl ongeveer een derde van de ouders zegt dat dit niet gebeurt. Een ander voorbeeld waarvan scholen denken dat ze hierover duidelijk communiceren terwijl het niet aankomt bij ouders zijn de tevredenheidsonderzoeken. Op het po zegt 80% van de docenten dat er zo’n onderzoek op hun school wordt uitgevoerd terwijl slechts 40% van de ouders van zo’n onderzoek heeft gehoord. Opvoeden: zowel thuis als op school Over het pedagogisch partnerschap bestaat relatief veel overeenstemming tussen ouders en docenten. Onderwerpen als pesten, verzuim en gezondheid vinden zowel ouders als docenten ook een onderwerp voor school. Op het po komt de mening van ouders en docenten meer overeen dan op het vo. Op de middelbare school vinden de docenten de onderwerpen vaker een taak van de school dan de ouders. Dit is het duidelijkst terug te zien bij het onderwerp seksualiteit: 46% van de ouders vindt dit een onderdeel voor de school ten opzichte van 81% van de docenten. Vooral lager opgeleide ouders vinden dit thema (en andere thema’s) geen onderwerp voor de school. Bijna de helft: school kan meer doen om ouders te betrekken bij het onderwijs Ouders en docenten zien het belang van het didactische partnerschap maar ze zien ook dat dit in de huidige praktijk nog niet voldoende gebeurt: ongeveer 50% van de ouders en docenten vindt dat scholen meer zouden moeten doen om ouders te betrekken bij het onderwijs van hun kind. Ze zijn ook behoorlijk eensgezind in hun belangrijkste

26

Ouderbetrokkenheid

aanbevelingen. Ten eerste moeten scholen ouders ondersteunen zodat zij thuis hun kind kunnen helpen. Daarnaast zou de communicatie tussen school en ouders verbeterd moeten worden.

27


28

Ouderbetrokkenheid

Bijlage 2 ‘Opgroeien in Zuid!’

In oktober 2012 werd de week ‘Opgroeien in Zuid!’ georganiseerd door stadsdeel Zuid. Ouders en kinderen kregen hier de mogelijkheid kennis te maken met uiteenlopende opvoeden onderwijsactiviteiten in Zuid. Aan de panelleden is de vraag gesteld of ze de week bezocht hebben. Het grootste deel van de respondenten (91%) heeft de week niet bezocht, met name omdat ze niet wisten dat deze week georganiseerd werd (zie figuur 1). Andere redenen om de week niet te bezoeken waren:         

De informatie was nuttig waarschijnlijk maar wist ik al. Geen behoefte aan. Geen belangstelling voor. Ik had mijn cursus TRIPLE P al gehad. ik vond dat ik 'genoeg' geïnformeerd was voor dit moment. Geen zin meer in 'meer', dus. Ik wist (door mijn werk) wel dat de week er was, maar niet wat er in Zuid georganiseerd was! Kende het programma niet. Mijn zoon is + 18. Vakantie. Ziek kind.

Figuur B1.1 Redenen niet naar week ‘Opgroeien in Zuid!’ (procenten) % 80 70 60 50 40 30 20 10 0

wist niet dat deze weet niet, geen week er was antwoord

de tijdstippen kwamen niet uit, geen tijd

anders

geen interessant oude informatie, programma geen nieuws

Dertien respondenten hebben de week ‘Opgroeien in Zuid!’ bezocht (9%). Vijf van hen vonden het programma dat werd aangeboden goed. Andere opmerkingen over het programma waren:

29


   

30

Beetje geforceerd en eenmalig. Goed maar ik hoorde er te laat over. Nu was de week al begonnen toen ik ervan hoorde. Waar ik aan mee heb gedaan was wel leuk! Te veel in één week. Vraag is of het stadsdeel dit wel allemaal moet organiseren. Is er wel behoefte aan, en niet beter aanbod via bestaande partijen koppelen. Bijv. in bibliotheek, sport/muziek/basisschool en/of kdv of Ouder & kind centrum etc.

Ouderbetrokkenheid

Bijlage 3 Open antwoorden

Welke andere thema's met betrekking tot de ontwikkeling van uw kind vindt u belangrijk om met school te bespreken?  

Welke naschoolse activiteiten de school aanraadt - welke voorleesboeken de school aanraadt. Hoe kunnen wij als ouders en leerkracht samen optrekken in het ondersteunen van de ontwikkeling van onze dochter - hoe kunnen we haar kracht / talenten tot bloei laten komen - uitwisselen wat voor type kind/mens het is en hoe dat versterken.



Aandacht gedrag in de klas.



Aandacht voor aanbieding van extra leerstof indien het kind "voorloopt" op anderen.



Aandacht voor ontwikkeling op het gebied van kunst, cultuur en muziek binnen het schoolcurriculum.



Aansluiting vervolgonderwijs.



Aanwezigheid van voldoende kennis en begrip bij leerkracht op school in het begeleiden van HB kind.



Algemene ontwikkeling en sociale vaardigheden.



Alle thema's van het leven.



Alles wat ik belangrijk vind stond in het rijtje bij de vorige vraag. Dat zijn voor mij wel de hoofdthema's.



Andere kinderen in de klas die de sfeer bepalen in de klas. Speciale omstandigheden thuis, kinderen met speciale medicijnen, oogklachten, gehoorklachten, concentratieproblemen.



Begaafdheid, voldoende uitdaging in aanbod, kijken naar individu i.p.v. starheid in de leer Conflictsituaties kind/leerkracht. Openheid en snelle maatregelen bij infectieziekten zoals kinkhoest.



Belangrijke veranderingen in het gezin of de omgeving van het kind.



Beleid m.b.t. leerkrachten en invalkrachten.



Beroepskeuze, weerbaarheid.



Bevordering van creativiteit, ontwikkeling mobiliteit.



Brede ontwikkeling, opvoeding stijl school en thuis.



Cognitieve ontwikkeling, sociale vaardigheden, ontwikkeling zelfredzaamheid.



Cohesie in de klas.



Communicatie tussen school en ouders, als dat niet goed is loopt geen een gesprek lekker.



Creatieve ontwikkeling.



Creativiteit, muzikaliteit, sociale omgang met kinderen in de klas en plek in de groep, omgang met de juf, manieren...



Creativiteit.



Culturele aanbod als buitenschoolse activiteit.



Culturele ontwikkeling.



Daadwerkelijk optreden van docenten bij klachten.



De ontwikkeling van zeer goed lerende kinderen. Het blijven stimuleren en motiveren van deze kinderen om extra/meer/andere leerstof op te nemen op school. Een ander programma dus.



Drugs alcohol seks.



Dyslexie.



Eigenlijk elk thema waarop zich problemen voordoen, die kunnen ook van persoonlijke aard zijn. (Eerder waren ook afstemming zakgeld, uitgaansregels e.d. onderwerp op ouderavonden) Gelukkig hebben wij met ons kind geen al te grote problemen, en zeker nu niet meer nu ze 17 is.



Emotionele ontwikkeling.



Emotionele ontwikkeling (maar alleen bij dit kind, omdat er problemen zijn). Welbevinden.

31




Emotionele ontwikkeling.



Eventuele privé omstandigheden.



Eventuele bijzonderheden/veranderingen in de thuissituatie.



Extra aanbod lesstof, verdieping en extra uitdagingen.



Extra aanbod van leerstof/studiemateriaal voor kinderen die boven gemiddeld presteren. Dat ontbreekt.



Extra uitdaging voor slimme kinderen, verkeersveiligheid.



Extra vakken en speciale projecten voor kinderen die bovengemiddeld scoren.



Gedrag ontwikkeling/voortgang.



Gezondheid, voeding, thuissituatie.



Groepscohesie, pestgedrag.



Helpen bij vakken en je opleidingen.



Het verloop van personeel.



Hoe leert mijn kind, wat heeft zij vanuit thuis nodig, wat voor soort vervolgschool past bij haar. Dus niet alleen niveau, ook de soort school (klein, groot, leeromgeving, evt. sport of andere speciale component).



Hoger begaafdheid, pesten en de gevolgen ervan, verkeersveiligheid.



Huiswerkbegeleiding.






Ik vind het belangrijk dat er met respect met de kinderen wordt om gegaan.



Ik wil dat ze weten en beseffen dat mijn kind thuis ook zorgen meemaakt (ik word sinds kort behandeld tegen borstkanker). Mijn ervaring is positief; goed bereikbare en betrokken mentor.



Jong moederschap, religie.



Leerdoelen extra mogelijkheden bijles leermethode.



Leermethodieken. Hoe leert een kind (visueel, auditief, e.d.) Aanbieden van onderwijs op maat, meer aandacht voor andere niveaus van leerstof aanbieden (hoger dan gemiddeld, dus niet per se hoog begaafd, maar gewoon voor de slimmere kinderen).



Lesprogramma’s.



Meer betrokkenheid bij de buitenschoolse activiteiten en hoe belangrijk dat is voor de ontwikkeling van de sociale bekwaamheid.



Mogelijkheid om huiswerk te kunnen checken.



Of deze school nog de beste optie is en de additionele maatregelen (hoe dat verloopt, effectiviteit, wat is nodig) de extra ondersteuning, hoe gaat dat? (kind heeft DS).



Omstandigheden welke mogelijk prestaties en/of gedrag beïnvloeden.



Onder sociale vaardigheden ook manieren.



Onderwijsvernieuwing verbetering relatie school - BSO commerciële uitingen van derden tijdens schooltijd/door school gesanctioneerd financiering en achtergrond van godsdienstles. Schijnbaar arbitraire keuzes in onderwijsprogramma's. Bereikbaarheid bestuur opvolgingsprocedure bestuursleden schijnbare tegenstelling tussen gebrek aan geld op school en eigen vermogen school bestuur. Vervanging van leraren ontbreken van continuïteit bij leraren onvermogen van school om leraren voor volgend jaar aan te kondigen.



Oprechtheid van leerkrachten en schoolleiding. Neiging tot foutieve labels plakken op leerlingen om maar te cashen.



Positieve ontwikkelingen.



School en stad.



Sfeer in de school, toegankelijkheid van het team, mate waarin het team signalen van ouders oppakt. Ik merk dat de school vragen en zorgen graag individualiseert, zodat de zorg bij de ouders blijft en de school zich erbuiten kan houden.

32

Ouderbetrokkenheid



Signaleren van achterstand, pesten en er niet te makkelijk mee vanaf maken.



Sociale contacten, maatschappelijke problemen, spelgedrag, eten/drinken.



Sociale gedrag, interactie met klasgenoten.



Sociale ontwikkeling.



Sociale ontwikkeling.



Sociale vaardigheden.



Sociale vaardigheden (vrienden etc.).



SOCIALE VAARDIGHEDEN, VEILIGHEID OP SCHOOL.



Speciaal onderwijs is niet alleen voor kinderen met leerproblemen - jullie vraag is problematisch gesteld. Ook denominatief onderwijs geldt wettelijk als speciaal onderwijs.



Sportieve en muzikale ontwikkeling, samenwerking met anderen, hoe gaat school om met eventuele conflicten tussen kinderen onderling.



Studiekeuze.



Talenten, creativiteit, sport.



Thuissituatie. Hoe het in de groep op school gaat .



Veiligheid creativiteit sport/motorieke ontwikkeling.



Veiligheid.



Verdieping, interessegebieden, aanbieden van onderwijs op maat.



Verdiepingslessen voor goede leerlingen.



Voeding.



Waarden en normen die gehanteerd worden op school.



Wat wij als ouders kunnen doen in de begeleiding van ons kind.



Welke profiel richting. Sociaal ontwikkeling.



Zelfvertrouwen, humeur .



Zich veilig voelen tussen de andere kinderen en ouderen. Genoeg uitdaging krijgen.



Ziekte verzuim; zwaarte lesstof/proefwerken; ondersteuning bij bepaalde vakken.

Kunt u uw antwoord toelichten? (Vindt u dat er voldoende contact is tussen u en de docenten/mentor?) 

2 keer per jaar een 10- minutengesprek is onvoldoende. Plus als zich een probleem voordoet, bijvoorbeeld onderpresteren, is er onvoldoende tijd bij leerkracht om gedegen over de ontwikkeling van kind te praten. Zeker als er een verschil van inzicht met school bestaat, gaat er zeer veel kostbare tijd verkoren voor het kind, aangezien er soms weken voorbij gaan voor er een vervolggesprek kan worden gepland.



2 of 3 keer per jaar gesprekken van 8 minuten; ik heb behoefte aan meer.



2 x per jaar een 10 minuten gesprek is belachelijk weinig. Als je denkt dat er niks aan de hand is vraag je geen extra gesprek aan en kom je er pas na een half jaar achter dat er wel iets speelt.



2 x per jaar tienminutengesprekken. Zou van mij wel vaker mogen.



2x per jaar zijn er 10minuten gesprekken, 4x per jaar een vorderingsverslag. du liever 4x per jaar de mogelijkheid voor een gesprek. op die manier is het makkelijker om behalve cijfermatig, op de hoogte te blijven.



3 x per jaar enkel bij rapportbespreking wens in om 2 3 x per jaar het hebben over sociale ontwikkeling.



Af en toe denk ik dat het te weinig is.



Afgelopen jaar, ben ik tussen het 1ste en 2de rapport zo slecht op de hoogte gehouden wat betreft de resultaten van mijn zoon, dat ik tussentijds doordat mijn zoon niet in de gaten had, dat het niet goed ging(verkeerd zelfbeeld),niet in staat was om hem beter te begeleiden, omdat hij steeds zei dat het goed ging. Zelf had ik wel tussentijds contact met de mentor gehad, maar die had toen van niemand

33


klachten gehad. Opeens vond iedereen het niveau te hoog en moest ik mijn zoon zo intensief begeleiden, dat het thuis veel stress gaf. Als ik het tijdig van school had gehoord, had ik hem eerder kunnen helpen. Uiteindelijk heeft hij zich kunnen bewijzen en mocht toch door naar Havo. 

Allen contact als er problemen zijn.



Als er geen bijzonderheden zijn hoor je tijden niets, even kort gesprekje zou fijn zijn.



Altijd gehaast ik voel me niet vrij om iets te bespreken. In 10 min gesprekken wel oké.



Behoefte aan meer tussentijdse info via e-mail over schoolprestaties en activiteiten op en rond school.



Contact is enkel globaal tijdens mentor- of tafeltjesavonden, op zich goed ll zijn prestaties staan centraal en niet hoe leuk of niet leuk hij/ zij het doet.



De rapportbesprekingen beslaan 10 minuten per kind en zijn zeer oppervlakkig ouders hebben onvoldoende invloed.



Docenten hebben het heel druk. Als er geen problemen zijn met je kind, dan is er ook weinig contact.



Een 10-minutengesprek is veel te kort.



Er gaat weinig van de school uit; communicatie is erg rommelig en spreekt mekaar vaak tegen.



Er is 2x per jaar een 10 minuten gesprek. Dit vind ik te weinig dit zou minimaal 4x per jaar moeten zijn en dan minimaal 15 minuten.



Er is alleen contact tijdens de 10-minuten gesprekken die twee maal per jaar zijn. Toch niet echt vaak 20 minuten in een schooljaar. Niet dat er aanleiding is voor meer contact; dan is dat zeker mogelijk.



Er is dagelijks contact met de docent, maar dat is vluchtig, verder dan 'gedag-zeggen' gaat het niet.



Er is onvoldoende communicatie vanuit de school.



Er is zeer weinig tijd, per rapport 1x een 10 minuten gesprek.



Er vinden rapportgesprekken plaats, daar hoor je soms serieuze zaken, die je graag eerder had willen horen. De ouders moeten zelf het initiatief nemen. Het werkt dusdanig demotiverend, dat je niet zelf naar school toegaat.



Er zijn 10 minuten gesprekken. Mijn dochter heeft telkens voldoendes, ik voel dat de leerkrachten het niet nodig achten om 10 min gesprekken voor een " goede" leerling te organiseren.



Er zijn alleen rapporten en dan kort 10 min gesprek. Die gesprekken zijn vaak slecht voorbereidt door de leerkracht. als je iets vraagt wordt het snel als kritiek opgevat, terwijl wij alleen willen meedenken. Je moet er heel erg zelf achteraan zitten vooral als je een rustig kind hebt wat geen last geeft in de klas.



Frequentie en intensiteit van contacten met docenten en mentor onvoldoende. Er wordt te weinig tijd voor vrijgemaakt. Voor onze makkelijk lerende dochter kregen we te horen a.u.b. geen afspraken voor 10'' gesprekken te maken.....



Geen enkele interesse in door ouders aangegeven problemen, tegenovergestelde uitvoeren van wat geadviseerd wordt, incommunicable opstellen.



Grote verschillen tussen mentoren.



Het contact is er pas als wij om een gesprek vragen.



Het hangt van de juf of meester af. vorige jaar was het veel meer omdat die juf er meer tijd voor uittrok en altijd benaderbaar. de juf nu heeft het altijd druk en wil dat niet.



Het probleem ligt niet bij de docenten maar bij de directie en de ondersteunende medewerkers. Als ik de docent te spreken krijg is alles vrij snel duidelijk maar er wordt via ondersteunende medewerkers gecommuniceerd die laten we zeggen minder professioneel en efficiënt zijn. De directie heeft überhaupt geen tijd (maar het is onduidelijk waarom niet).



Hoe meer contact hoe beter, maar met dertig kinderen in een klas is dat ondoenlijk voor een docent. Ik kan intekenen voor 7 minuten gesprekken per vak, maar er is nooit tijd om met iemand in het algemeen om over je kind te praten. Het is altijd vak gebonden (tenzij er een grote issue is). Ik mis meer een algemeen gesprek van hoe gaat het met haar, wat ervaart ze op school? Wat kunnen wij als ouders doen? Een kind in middelbaar school vertelt bijna niets over wat er gebeurt op school.

34

Ouderbetrokkenheid



Ik vind dat onze school erg aan het veranderen is. Vroeger onder de vorige directeur was er veel meer openheid en communicatie tussen de ouders en leerkrachten. Dit mocht ook. Nu met de nieuwe directrice wordt al het contact tot het minimale beperkt. Het lijkt wel een gesloten inrichting te worden.



Ik zou iets meer contact willen hebben met de mentor van mijn dochter.



Informeel contact is moeilijk vanwege tijd en omvang groepen.



Mijn dochter zit nog maar kort op het middelbaar onderwijs dus ik heb er nog weinig ervaring mee.



Nu 2x p/j 10 min gesprek over kind en af en 3x p/j algemene ouderavond. Ik vind 2x p/j 10 min te weinig.



Onvoldoende zicht op cyber pesten.



School zou vele malen efficiënter communiceren als er meer gebruik gemaakt zou worden van moderne communicatiemiddelen als e-mail en internet.



Slechts 2 oudergesprekken per jaar.



Twee keer per jaar een verslag vind ik wat weinig. Tussendoor kleine updates zou prettig zijn.



Twee keer per jaar kort gesprek; niet gestructureerd gesprek. Niet duidelijk hoe de vorderingen van het kind worden gemeten.



Vorig jaar bleek pas na de entree toets dat er hiaten waren. Eerder had ik al een vermoeden uitgesproken maar daar werd iets op gereageerd. Óók werd kortstondig sommen en extra werk mee gegeven maar vervolgens niet teruggekoppeld.



Wij hebben 4 kinderen en deze 'gaan goed' op school maar persoonlijk hebben wij best behoefte aan wat meer info over hoe het gaat en wat wellicht beter of anders kan en ook hoe wij als ouders daarin kunnen ondersteunen. Ik vind dat leerkrachten ouder veel beter kunnen 'inzetten' nog ten behoeve van welzijn van het kind. Als ouder(s) weet je vaak niet wat er allemaal gebeurt op school en wellicht zijn er manieren om de leerkracht meer/beter te ondersteunen in het belang van het kind.



Ze bellen alleen als het voor hen uit de hand loopt, maar nooit om door te geven dat het juist goed gaat of beter kan of als de school zelf heel veel dingen verkeerd doet.



Zeer beperkte ouderavonden over het individuele kind.



Zolang het goed gaat is weinig contact alleen onprettig omdat je graag ook iets wilt weten over de gang van zaken op school, ook bij een niet pratende puber. Als er problemen zijn is weinig contact een ramp. De school heeft dan geen basis van contact waarop zij kan terug vallen.

Kunt u een of meerdere instantie(s) die zich inzet(ten) voor de belangen van ouders noemen? 

Alleen stadsdeel. Het hangt niet alleen van de school af maar voornamelijk van de docent wat hij of zij er mee doet.



Balans.



Ben de naam vergeten.



Boink.



Boink? Ouderraad.



Bureau Jeugdhulp.



Consultatiebureau, Bureau Jeugdzorg.



Consultatiebureau. (OKC)



Contactouder op school.



De Belastingdienst.



De MR geloof ik.



De MR v/d school.



De Ouderraad.

35




De Oudervereniging heeft directe lijnen met de school, de vergaderingen zijn openbaar. Momenteel wordt gewerkt aan het implementeren van een systeem met klassenouders, ook voor informele contacten van de ouders met de school.



GGD.



Hb020.



Het OKC en zijn/haar partners...



In ieder geval OCO! Misschien ook Cliëntenbelang en ik denk ook de MEE (in bepaalde situaties).



J/M voor Ouders OCO.



M.R. O.R.



Medezeggenschap Ouderraad.



Medezeggenschapsraad Oudercommissie (maar dat is meer voor de feesten).



Medezeggenschapsraad Ouderraad.



Medezeggenschapsraad.



Medezeggenschapsraad.



Medezeggenschapsraad van school.



Medezeggenschapsraad, contactouders in de klas (meer signalerende functie).



Medezeggenschapsraad (ouders en docenten) contactouders (per klas geregeld).



Medezeggenschapraad.



Mijn dochter is zonet pas gestart, dus geen info omtrent deze zaken, 02 oktober pas eerste meeting ouderavond.



MR GMR OUDERRAAD.



MR.



MR medezeggenschapsraad van school Triple P???



MR of Ouderraad



MR van de school.



Nee. Het lijkt mij dat de belangen van het kind in deze relevanter zijn dan die van de ouders, maar wellicht begrijp ik de vraag verkeerd.



Netwerkouders Ouderraad.



NKO Boink MR GMR.



O.R.



OC.



OCC Medezeggenschapsraad.



OCO.



OCO Balans.



OCO Landelijke ouderorganisaties.



OCO.



OCO.



OCO.



OCO.



OCO (Opgezocht via internet), Oudercommissie.



OCO Tamar.



OCO, 5010, Inspectie, ze zouden zich moeten inzetten voor ouders en voor leerlingen, maar overal krijg je te horen dat scholen autonoom zijn en oppermachtig en er niets tegen ze te beginnen is, al sjoemelen en bedriegen ze de boel openlijk.

36



OKC, Boink.



OR en MR OCO.



OR, MR (vertegenwoordigers althans).



Ouderraad.

Ouderbetrokkenheid



Oudercommissie.



Oudercommissie Medezeggenschapsraad.



Oudercommissie.



Oudercommissie van onze school.



Oudercommissie van school .



Oudercommissie, medezeggenschapsraad.



Ouderraad klassenouders.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad en Bestuur van de school.



Ouderraad en klassenraad?



Ouderraad van de school.



Ouderraad, contactouders, MR.



Ouderraad, klasse-ouders.



Ouderraad, MR en belangenverenigingen.



Ouderraad, schoolarts.



Ouderraad.



Ouderraad.



Ouderraad Medezeggenschapsraad



Oudervereniging medezeggenschapsraad.



Ouderverenigingen.



Schoolbestuur.



Schoolbestuur (bestaat uit ouders), de ouderraad en de medezeggenschapsraad (beiden van school.).



Stichting die zich inzet voor middelbare school keuze Amsterdamse kinderen.



Stichting vrije schoolkeuze Amsterdam.



Stichting vrije schoolkeuze Amsterdam. Telefoon 5010 (super goede service !) onderwijsconsulenten OCO.



VOO, 5010.



www.ouderbetrokkenheid.nl www.schoudercom.nl balans.

V9_Other7 

Aangezien mijn kinderen veel tijd op school verblijven heeft ook de school een opvoedende rol op veel gebieden.



Alle andere thema's die bijdragen aan de ontwikkeling van levenskunst.



Alle thema's die beschreven staan en de thema's politiek en burgerschap. Echter wel zodanig dat het binnen het lespakket een goede plaats heeft.



Burgerschap.



Burgerschap.



Burgerschap.

37




fatsoen



godsdienstige stromingen.



Het bevorderen van goed burgerschap.



Milieu.



Normen en waarden.



Normen en waarden, respect (bv naar ouderen, hand geven), zorg voor omgeving (niet vervuilen, opruimen, schoon achterlaten).



Omgaan met agenda (dit geldt natuurlijk weer voor de middelbare school, en ik moest hier kiezen voor de basisschool).



Positieve ontwikkelingen.



Praktische zaken.



Rekenen, taal, muziek, drama.



Sociale omgangsvormen ( mede door alle sociale media!).



Sociale omgangsvormen | normen en waarden | deelnemen aan de samenleving



Sociale vaardigheden.



Tot volwaardig staatsburger.



Verkeer.



Verkeersveiligheid.



Verkeersveiligheid. (verkeersexamen praktijk).



Waarden en normen.



Werkhouding, verantwoordelijkheid tav zichzelf en anderen.

Kunt u een voorbeeld geven van hoe ouders en leraren moeten samenwerken? 

10 minutengesprek met kind erbij.



Afspraken maken over gedrag. Afspraken maken over thuis oefenen.



Afstemmen en signalen doorgeven. Voorbeeld: mijn oudste zoon is sinds kort actief op Facebook. Ik kijk wel eens mee en schrik soms van de "toon" van de berichten. Ik heb dit doorgegeven aan de leerkracht en zij heeft het thema cyberpesten in de klas aangekaart. Ik zie het als een meerwaarde als je goed communiceert. Ook als het gaat om leerproblemen dan is het fijn om samen een plan van aanpak te maken waarbij de rol van de leerkracht uiteraard anders is dan die van ons als ouders.



Afstemmen op elkaar.



Afstemmen van afspraken en kaders.



Afstemmen van de aanpak van onderlinge doelen.



Algemenen zaken i.s.m. contactouder die coördineert tussen ouders en leraren en actielijst opstelt met werkzaamheden waar ouders in kunnen participeren verder per halfjaar / kwartaal 10 min gesprekken ouder/leraar over individuele kind en bij problemen/moeilijkheden regelmatiger.



Als de leraar iets signaleert, kan hij de ouder vragen er aandacht aan te schenken en andersom. Bijvoorbeeld: ouder zegt dat kind door een ander kind gepest wordt. Die ouder kan dan de leraar vragen daar aandacht aan te schenken.



Als de school aangeeft welke topics zij wanneer behandelen, dan kunnen de ouders hier in de thuis situatie op inspelen en daar alert op zijn. Andersom geldt dat leraren moeten weten als er iets in de thuissituatie is veranderd of speelt zodat ze daar op kind of klas niveau iets mee kunnen indien gewenst.



Als een kind problemen heeft op school (leerproblemen, sociale problemen) met elkaar overleggen over de aanpak.

38

Ouderbetrokkenheid



Als een kind structuur nodig heeft om te kunnen leren, dan is het goed daar thuis ook op aan te sluiten. Als ik als ouder ontdek dat mijn dochter moeite heeft om iets te leren en ze vertelt mij waardoor dat komt, dan ga ik het gesprek met de leerkracht aan als mijn kind dat nog niet kan.



Als een leerling problemen kent, sociaal en op het gebied van leren.



Als er een probleem is moet besproken worden of en hoe het zich op school en thuis manifesteert en moeten leerkracht en ouders samen bespreken wat een goede aanpak is, op basis van gelijkwaardigheid. Door op school en thuis dezelfde benadering te hanteren kun je de beste resultaten boeken.



Als er een thema op school wordt behandeld kan school de ouders informeren zodat hierop thuis kan worden ingespeeld. Bijv. thema roken, drinken, seksualiteit, socialmedia etc.



Als er een thema wordt behandeld en de school laat dat van tevoren weten aan de ouders, dan kunnen ouders daar ook met het kind over praten, op hetzelfde moment. Niet elk kind vertelt thuis waar school mee bezig is.



Als er problemen zijn m.b.t. school, bijvoorbeeld leerprestaties, relaties tot leraren en klasgenoten, begeleiding voor studiekeuze.



Als je vindt dat er in de klas bijvoorbeeld niet aardig met elkaar wordt omgegaan, je daar in overleg met andere ouders en de docent thuis met je kind ook iets aan kan doen. En ik heb zorgen over de prinsjes en prinsesjes die we creëren in deze tijd. Zou het fijn vinden om dit als ouder ook met de school te kunnen delen en te bepalen hoe daarmee wordt omgegaan, elkaar handvatten bieden.



Als kinderen leer- of gedragsproblemen hebben.



Als team is er overleg! Ouders geven(moeten) VERPLICHT HULP LEVEREN Hulp van ouders: voorlezen/bib./crea./muziek/beroepsvoorlichting/decor/ activiteiten ondersteuning. Luizen controle!



Begeleiding kind bij keuze vakkenpakket. Idem bij plannen werkzaamheden. Monitoren vorderingen.



Bij keuzes voor aangepast programma op school voor het kind omdat reguliere leesstof niet aansluit, moeten de mening/ideeën van ouders zwaarwegend meetellen , aangezien zij het kind het beste kennen en goed zicht hebben wat de school werkelijk 'doet' met de ontwikkeling van het kind. Uiteindelijk zijn de ouders eindverantwoordelijke voor een goede opvoeding en moeren zij ook kunnen bepalen waar zij de aandacht op willen vestigen in belang van het kind.



Bij pestgedrag Het is van belang dat het kind weet dat er overleg onderling is. Verder voor schoolfeesten schoolthema´s begeleiding bij uitjes extra hulp op school die ouders kunnen bieden.



Bij problemen een gezamenlijke aanpak.



Bij sociaal gedrag (pesten e.d.) en ook bij cognitieve ontwikkeling.



Bijvoorbeeld gedragsproblemen bespreken en afspraken maken hoe er op school en thuis met bepaald gedrag wordt omgegaan.



Bijvoorbeeld over omgaan met mobiele telefoons op school/ les.



Communicatie, alert ontwikkeling van het kind.



Communicatie, open overleg.



Communiceren over het wel en wee van de kinderen, problemen thuis en bij problemen op school.



Controleren.



Corrigerend of stimulerend optreden ouders en docenten op elkaar afstemmen.



Dagelijkse of veel contact met elkaar.



Dat school en ouders tezamen voorbeeldgedrag afspreken indien een kind afwijkend gedrag vertoont. Een zoveel mogelijk consistente benadering geeft het beste resultaat.



Door incidenten en gedrag thuis en op school te melden bij de ander op het moment dat dit zijn invloed kan hebben bij de ander.



Door indien nodig in gesprek te gaan.

39




Door korte lijnen te houden tussen ouders en leraren kunnen problemen sneller en makkelijker ondervangen worden. Ouders en leraren moet en elkaar weten te vinden en elkaar op de hoogte houden hoe het kind zich cognitief en sociaal emotioneel ontwikkelt.



Door meerdere contact momenten aan te bieden buiten kantoortijden. Ik ben een alleenstaande moeder die 40 uur werkt.



Door overleg op vaste tijdstippen controle over de ontwikkeling van het kind.



Door samen te zorgen voor het kind.



Door structureel contact te hebben (en niet in 10 minuten) en de leerdoelen (waaronder ook de social skills) worden vastgesteld en op meerdere momenten in het jaar besproken worden in bijzijn van de leerling(het kind).



Door veel communicatie.



Door veel met elkaar te communiceren. en informatie uit te wisselen.



Een aantal jaren geleden is in de klas van mijn dochter gepest. Dat is door ouders aangekaart en door mentor docenten opgepakt. Studiekeuze vindt ik ook een onderwerp voor kind/mentor/ouder net als onvoldoende cijfers/bijles.



Een lijn trekken



Eenduidige communicatie naar de kinderen, ook al ben je het niet altijd met de leerkracht eens. feedback geven aan leerkrachten.

 

Eens of meerdere keer per jaar een bespreking over het kind voeren. Elkaar betrekken bij het kind, samen plannen maken. Elkaar informeren over relevante afspraken en regels.



Elkaar op de hoogte houden van bijzonderheden die opvallen. Zowel positief als negatief. wanneer er extra hulp voor een kind nodig is het van belang dat ouders en leraren het samen doen en afstemmen.



Elkaar proactief op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen zo nodig plan van aanpak maken en tussentijds afstemmen.



Er zou frequenter mailcontact kunnen zijn, graag op gelijk niveau, minder elitair.



Elkaar feedback geven over hoe het thuis gaat en in de klas.



Gaat over bijles. Dit kost veel geld. Ik wil met de 2 juffen hierover praten, dat alles bij elkaar aansluit, zegt de juf wij gaan geen werk verrichten voor de bijles juf, zij krijgen het geld ,wij niet dus ze zoeken het maar uit. Ik mag toch als moeder over prestaties van mijn dochter kon praten. Dat dit niets met de bijles juf te maken heeft. Kreeg hetzelfde antwoord dat de school beleid heeft geen contact met bijlesjuffen wil. Ik antwoordde toen dat ik in principe ook betaal voor mijn schoolgaande kind, want ik betaal belasting, dat gaat voor een gedeelte naar onderwijs en zij wordt daarvan betaald. Ze staan me aan te kijken of ik gek ben. De directrice vindt dat als mijn dochter ergens meezit dat ze niet naar haar moeder moet gaan maar naar de juf of het hoofd van de school. Als mijn dochter bij mij komt krijg je alleen maar lastige ouders die over zaken gaan zeuren. Ik moet volgens haar dus, als mijn dochter iets tegen mij wilt vertellen, haar de mond snoeren, letterlijk gezegd en haar naar de directrice sturen.



Gedrag beïnvloeding, zelfde lijn volgen bij leerprocessen op school en thuis



Gezamenlijk overleggen en afstemmen hoe zij - eenieder vanuit eigen rol en expertise - kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het kind (cognitief, dus kennis, maar zeer zeker ook hoe het kind zich ontwikkelt als mens).



Goed contact, open communicatie over aanpak zodat beide op één lijn zitten over de te gebruiken methodes.



Goed luisteren naar elkaar, open zijn met informatie, maar met respect voor de privacy en de grenzen van het kind! Proberen afstemming te vinden over de te volgen weg bij problemen. Alles met vertrouwen in en liefde voor het kind ( daar schort het wel eens aan merk ik, met name vertrouwen).



Goed overleg over de vorderingen en het welzijn van de leerling. Als er knelpunten zijn is het fijn als docenten benaderbaar zijn en er bijvoorbeeld telefonisch overleg kan plaatsvinden. Ook als de zaken

40

Ouderbetrokkenheid

op rolletjes lopen is het wenselijk en prettig contact met elkaar te onderhouden. De school biedt hier mogelijkheden toe door drie keer per jaar in te tekenen voor gesprekken bij diverse docenten. Daarnaast organiseert de school diverse ouderen thema-avonden waarbinnen informeel contact mogelijk is. 

Goed overleg over problemen kind: wat school kan doen en ouders kunnen en moet aanvullend zijn.



Goede communicatie, duidelijke afspraken via mail, brief etc. op de hoogte houden van zaken, ook de voortgang en/of uitkomst.



Goede overdracht van leerprestaties en sociaal gedrag, over en weer uiteraard.



Helderheid wat school wel / niet doet. En wat van ouders (t.a.v. school gerelateerde zaken) wordt verwacht. Ook helderheid waar rol / mogelijkheid school ophoudt (school kan niet alles overnemen soms vragen ouders heel veel).



Het begeleiden van huiswerk, samenwerken in geval van problemen, projecten doen op school.



Het gedrag van het kind moet alle momenten inbegrepen.



Het is fijn als problemen gesignaleerd worden en als ouders en leraren contact opnemen met elkaar mocht er iets zijn.



Het is het makkelijkste als ouders en leraren samenwerken, omdat zo het kind één boodschap krijgt en dat werkt stimulerend en niet verwarrend.



Het kind op de basisschool moet leren, leren. (hoe gebruik ik een agenda, hoe pak ik die spreekbeurt aan, hoe moet me voorbereiden op dat rekenproefwerk etc.); dat kunnen zowel docenten als ouders stimuleren.



Het op de hoogte houden wat er afspeelt zowel thuis als op school.



Hetzelfde voorwerp bespreken met het kind op beide niveaus(school op leerzame wijze en thuis op opvoedkundige wijze



Ik vind dat ouders de leraar niet af moeten vallen en automatisch de kant van het kind kiezen als er kritiek is of als er problemen zijn. Ik vind dat de ouders en leraar dat samen moeten bespreken en daarna zoveel mogelijk één lijn trekken naar het kind.



In ons geval: werken aan extra uitdaging en verrijking van de lesstof.



Informatie uitwisselen.



Informeren door de school over wat de verwachtingen van de school zijn over de rol en taken van de ouders. Informeren en bespreken.



Juist in zaken waar het mis loopt en de leerkracht tips kan geven t.a.v. het gedrag van het kind en dus de opvoeding door de ouders.



Kind leren kennen door informatie-uitwisseling over kind op school en kind thuis, sterke en zwakke punten kind bespreken, wederzijdse verwachtingen uitspreken, afspraken maken met kind-ouderschool en deze gezamenlijk nakomen.



Kind samen stimuleren (leren, sociaal gedrag).



Kinderen thuis monitoren op huiswerk maken en hulp bieden of organiseren. Met leraren in gesprek op ouderavonden.



Klimaat in school, veiligheid, motivatie van kinderen.



Leefpatronen en gedrag.



Leer oplossingen OR MR Lezen 1e kwartier in de slag. Meegaan met excursies.



Leraren en ouders zien het kind in verschillende situaties, wat betekent dat de informatie die beiden hebben aanvullend aan elkaar is. Met meer informatie kunnen leerkrachten en ouders de leerbehoefte/leerstijl etc. van een kind beter op maat maken.



Leraren geven kinderen een voorzet de kinderen kunnen dan thuis meer informatie krijgen. Als een van beide een probleem constateert dan is het prettig als de andere partij daar van op de hoogte gebracht word

41




Leraren moeten kinderen op school niet straffen voor wat de ouders thuis aan kinderen leren dat dat gewenst gedrag is, en school koet geen asociaal gedrag belonen.



makkelijke contact leggen waardoor veranderingen in gedrag of prestaties van het kind snel opvallen en beide partijen samen kunnen werken omdat in goede banen te leiden.



meer contact houden met elkaar



meer overleg over wat er in de klas wel en niet gebeurt meer terugkoppeling daarover



mentoren duidelijker rol naar andere docenten toe, staan voor je mentorkind. duidelijker begeleidend schrijven bij verslag, of gesprek.



Mijn kinderen zijn veel tijd op school. Op dat moment kan ik ze niet begeleiden. Op dat moment ligt die rol bij de juf. Ik vind het belangrijk als zij mijn kinderen ook begeleidt op een manier waar ik achter sta.



Mondeling en/of schriftelijk overleg. Thuis dingen bespreken kan het gedrag op school ook beïnvloeden. Kinderen vertellen lang niet alles.



Nauw contact, klassen ouders en nauw onderling contact met ouders bijv. door sportdagen etc.



Normen en waarden, ook op school.



Om overleg te plegen en op 1 lijn te zitten.



Om te beginnen wil ik aanvullen dat school ook mee opvoed (zie de onderwerpen die ik heb aangevinkt) Echter dat ontslaat de ouder er niet van degene te zijn die de belangrijkste persoon is om de kinderen voor te lichten op dat vlak. De school is EXTRA. het is in eerste instantie de taak van school om kinderen te leren lezen, schrijven, rekenen etc. De rest is 'erbij'. de meningen uitwisselen en begrip zien te vinden/krijgen voor meningsverschillen en/of verschillen in inzicht. Mits deze redelijk zijn. onoverbrugbare verschillen kan leiden tot een andere schoolkeuze.



Onderling mailcontact bij onvoldoende huiswerkvoorbereiding of behalen van onvoldoendes. Afstemming hoe ouders kunnen helpen.



Op dezelfde lijn zitten als het gaat om leren, sociaal gedrag, normen en waarden.



Op tijd aan de bel trekken als er iets dreigt mis te gaan. Dit geldt voor beide partijen.



Open informatie kanaal, misschien via een website...



Opvoeden is trias van school-ouder-kind. communicatie met het kind staat hierin centraal.



Opvoeden vanuit gemeenschappelijke uitgangspunten, informatie-uitwisseling.



Opvoeding v/h kind, organiseren van activiteiten.



Opvoeding, sociale vaardigheden, gebruik drank en drugs, seksualiteit, keuze vervolgopleiding.



Ouders betrekken bij de lessen, activiteiten in de klas.



Ouders en leerkrachten moeten samenwerken in de ondersteuning van het leerproces van het kind. Of het kind nou makkelijk of niet makkelijk leert. Leerkrachten moeten op school de voorwaarden voor leren en ouders thuis. School kan, evt. met behulp van de opvoedadviseur, dit onderwerp met ouders bespreken.



Ouders en leerkrachten moeten samenwerken in het signaleren van ongewenst of ongewoon gedrag. In navolging daarop moet er afstemming en samenwerking zijn in het reageren op dat gedrag.



Ouders en school goed moeten afstemmen als er iets is met een kind. Zodat thuis en school elkaar aanvullen. Of als er is privé speelt school hiervan op de hoogte, het kan van invloed zijn op het gedrag van een kind.

42



Ouders inzetten in de klas bij lezen, knutselen.



Ouders laten helpen op school.



Ouders moeten zich coulant opstellen achter de docent. Docenten moeten ouders serieus nemen.



Overleg over pestende kinderen.



Overleg voeren, elkaar betrekken bij beslissingen.



Regelmatiger overleg ouders-leraren.



Samen behandelplannen (groot of klein) samen opstellen en samen consequent uitvoeren.



Samen een kind ondersteunen in het ontwikkelen van talenten.

Ouderbetrokkenheid



Samen een plan maken om te komen tot een succesvolle schoolloopbaan van het kind. Daar zullen acties voor school bij zitten, maar óók voor de ouders. Ouders moeten de school zo goed mogelijk informeren over de ontwikkeling & behoefte van hun kind (voor zover relevant en indien wijzigt), aangeven hoe school kan helpen/inspelen en wat zij eraan doen. Bv bij zindelijkheidstraining, lijkt me mooi voorbeeld, daar móet je samenwerken en beiden je ervoor inzetten!



Samen in contact blijven om tot oplossingen te komen en dat in het belang van het kind.



Samen oplossingen bedenken bij problemen, hulp geven aan de leerling van twee kanten.



Samen overleggen, bijv. bij gescheiden ouders hoe het kind hier het beste mee om kan gaan, ook in klas etc. Het is fijn als leraren ook naast leren bij de maatschappelijke achtergrond betrokken zijn.



Samenwerken op gebied van preventie alcoholgebruik en bewustwording bij pubers van de gevaren, evenzo VWB seksualiteit; voorbereiden en meehelpen met huiswerk, kortom: ondersteuning op het cognitieve vlak (als ouder ken je vaak de 'regeltjes' niet meer en pas je automatisch de spellingsregels (bijvoorbeeld) toe, dan is het lastig om je kind op een juiste wijze te ondersteunen waarden en normen (hoe ga je goed met elkaar om?) de leerkracht mag wat mij betreft sturende en strenger zijn naar ouders als het gaat om welke bijdrage men van ouders verwacht (voorbeeld: te laat komen: dan ouders daar streng op aanspreken als dit structurele vorm aan gaat nemen).



Samenwerking zorgt ervoor dat alle ouders bij school betrokken raken en zich inzetten door school.



Snel aan de bel trekken als er iets is. mailen kan ook altijd even. het geeft meer betrokkenheid. Afspraken na komen.



Sociaal emotionele ontwikkeling.



Team.



Ten aanzien van begeleiding kind goed communiceren.



Thema avonden, etc.



Thema's/projecten waarin ouders ook een rol hebben over beroepen, cultuur, e.d.



Thuisbezoek, regelmatig mailverkeer over ontwikkeling.



Toen het met vriendje van mijn dochter uitging en schoolprestaties er onder gingen leiden heb ik mentor gewaarschuwd, afgesproken elkaar op de hoogte te houden en indien nodig (gezamenlijk) actie te ondernemen.



Voor kinderen is een duidelijk structuur en regels van belang en als daar een lijn in zit dan komt dit ten goede van de ontwikkeling.



Voorop moet staan dat het om het kind gaat, dat lijkt heel logisch, maar heb vaak gezien dat vaak ouders druk op leerkrachten uitoefenen. En een leerkracht vertellen wat zij moeten doen, anderzijds kunnen vaak jonge vrouwelijke docenten, nogal star overkomen en zich niets laten zeggen. Ik vind wel dat leerkrachten open moeten staan, voor gedachten van ouders die misschien anders zijn, dan hoe zij functioneren. De voorwaarden voor samenwerken is voor mij, Verdraagzaamheid, wederzijds respect, aandacht en werkelijk naar elkaar willen luisteren, bereidheid. Samenwerking, door te reageren op e-mails en als het op dat moment niet uitkomt, terugmailen, wanneer wel. Een huisbezoek wordt bij ons op school ook weleens gedaan, door mee te eten, dat vond ik zelf heel leuk. Heel menselijk. Ik denk ook wel, dat een leerkracht individueel aan moet geven, wat voor deze haalbaar is, wordt het ook geen rare verplichting.



Wanneer een kind hulp nodig heeft om de stof beter onder de knie te krijgen, dient de leraar dit aan te geven aan de ouders. Vervolgens hulpmaterialen te geven en de ouders moeten dit oppikken en er iets meedoen. Dus thuis het kind helpen met bijvoorbeeld extra oefeningen.



Wanneer er emotionele problemen zijn of leerproblemen.



Werkplanning en ontwikkeling van het kind.



Ze moeten elkaar op de hoogte houden over het functioneren van het kind. de school moet ouders regelmatig inlichten over leerstof, projecten en dergelijke zodat ouders daarop kunnen inspelen bij hun

43


kinderen. Deze manier is het leren en ervaren veel effectiever en het versterkt de band tussen thuis en school. 

Er zijn beide een schakel in de ketting moeten elkaar aanvullen en er moet overlap zijn ( net als bij de schakels van een ketting.



Zeker bij pubers het info lijntje kort houden als er problemen zijn dan wel thuis dan wel op school waardoor duidelijker wordt wat er speelt en waar.



Zelfde belangen m.b.t. kind. Zelfde aanpak op school en thuis.



Zie antwoorden eerdere vragen.



Zorgen dat kind diploma haalt.



Zorgen dat kinderen zich veilig voelen, dat er niet wordt gepest, meehelpen op school. Communiceren.



Zorgen voor een goede, veilige, sociale leeromgeving. Informeren over werkwijze op school en aangeven hoe je je kind kunt ondersteunen. Wanneer er problemen zijn dit bespreken (pesten), meer ouders (actief) betrekken bij school.



Zorgen voor goede relaties tussen de kinderen, vermijden van groepsvorming, meer begrip voor elkaar kweken.

Kunt u toelichten waarom leraren en ouders niet moeten samenwerken? 

De positie van een leraar is niet hetzelfde als die van een ouder; die heeft het ouderlijk gezag.



Een ieder heeft zijn verantwoordelijkheden. Het zijn mijn kinderen, niet die van een leraar. Maar een leraar moet wel zorg dragen dat een leerling leert en zoniet waarschuwen dat het fout gaat.



Er moet wel samenwerking zijn, maar het is geen team.



Het is nuttig als kinderen veel verschillende 'input' krijgen.



Leraren moeten les geven en hoeven daarbij niet met ouders samen te werken. Ze moeten wel ouders goed informeren.



leraren moeten les geven en ouders moeten opvoeden. dat zouden in een klas van 30 wel heel veel teams zijn.



Moeten wel informatie uitwisselen, maar ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het opvoeden van hun kind, leraren voor het overbrengen van kennis, functioneren binnen de klas en binnen de muren van de school.



Omdat ze geen arbeidsrelatie hebben. En omdat het praktisch onuitvoerbaar is. In concrete situaties is het nuttig om ervaringen uit te wisselen. In het algemeen is het een loze kreet.



Op school is op school, thuis is thuis, bij opa en oma is bij opa en oma. Overal gelden andere regels! Je zult maar leraar zijn en op 30 kinderen maatwerk moeten leveren, dat is m.i. niet te doen. En wat dan met ouders die vinden dat hun kind vaker moet computeren? En anderen die vinden dat hun kind niet achter de computer mag? Het zou wat zijn...



Samenwerken prima, maar geen team.



Ze hebben alle twee een heel andere functie, rol en positie in de wereld van een kind. Het is goed als kinderen vanuit verschillende, niet persé samenzwerende partijen gestimuleerd, gecorrigeerd worden om uiteenlopende redenen. Zo leert het kind met verschillende benaderingen, zoals 't leven echt is, omgaan.



Ze hebben andere taken en verantwoordelijkheden waarbij de ouders om sommige onderdelen autonoom moeten blijven opereren.



Ze zouden elk hun eigen aandeel moeten hebben in opvoeding en opleiding. Elkaar in elk geval niet tegenwerken.

V16_Other7 

44

Alleen in de 1e was er uitleg.

Ouderbetrokkenheid

Artikel op de website. 

Beetje absurd om in groep 5 huiswerk te geven.



Indien gewenst kan en wil de school hier zeker meer informatie over geven. bij ons niet van toepassing.



Ja, maar beperkte algemene tips als controleer agenda en overhoor.



Maar wel allemaal op ons verzoek.



Mijn dochter wil graag huiswerk en dat zal ze (hopelijk snel) krijgen.



Mijn kind geeft zelf aan wat hij nodig heeft van mij.



Ouderavonden.



Weet niet.

V16a_Other7777 

Advies opgevolgd.



Afspraken gemaakt.



Andere aanpak.



BB.



Begrijp wat er van kind wordt verwacht .



Besproken met kind.



Bij overhoren plannen.



Bij twee vakken waar dit speelde op die manier de stof met mijn kind doorgenomen.



Conform advies uitgevoerd.



De tips toegepast.



Gebruikt.



Geholpen.



Gelezen en toegepast.



Gelezen samen met mijn kind.



Gelezen, besproken, meegeholpen.



Gelezen en uitgeprint.



Geluisterd en voor zover nodig toegepast.



Geprobeerd uit te voeren.



Goed gelezen.



Haar het zelf laten doen.



Helpen bij huiswerk.



Helpen met plannen.



Het digitale plannen grotendeels uit handen genomen van ons kind.



Het kind in de eerste klas aangespoord niet te lang achter elkaar woordjes te leren, maar het op te delen in kortere sessie en het leren te herhalen. En als ouder aan te bieden om te overhoren.






Huiswerkbegeleiding, cursus gezocht.



Ik controleer het elke dag.



Ik heb bijles ingeschakeld op advies van de school. Ik hoef geen informatie over hoe huiswerk te begeleiden, ik weet heel goed hoe ik dat moet doen.



In gebruik genomen.



In praktijk gebracht.



Leerstrategie bespreken, maar dat was in de eerste klas. Ze zit nu in de 6 e.



Met kind besproken.



Met kind besproken.



Mijn kind zelf laten werken.

45




Bijles.



Overhoren, helpen met projecten, interesse tonen.



Overhoringen, automatiseren bij rekenen.



Planbord aangeschaft.



Positief stimuleren.



Samen op de website gekeken.



Squla?



Tafels en klok lezen groeiend.



Thuis begeleiding.



Thuis Engels laten leren, type cursus, etc..



Thuis uitgewerkt.



Toegepast .



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast.



Toegepast en het werkte.



Toegepast thuis.



Toepassen.



Toepassen thuis.



Uitgeprint en samen met mijn dochter doorgenomen.



Van geleerd.



Voor kennisgeving aangenomen.



Voortgang huiswerk bewaken.



We gaan thuis op internet.



Zal wel moeten.

V18_Other4 (Heeft u wel eens klachten of tips doorgegeven aan de schoolleiding of de medezeggenschapsraad?) 

Andere leerlingen.



Ben zelf lid van de MR en GMR speel dus klachten door.



Benadering van decaan.



Communicatie tussen school en ouders.



Contact zoon-juf.



De vorige school van mijn kind (de basisschool).



Dyslexiebeleid.



Eetbeleid.



Gang van zaken bij kinkhoest uitbraak en slepende kwestie met weghalen van een competente leerkracht die vervangen werd door een onevenwichtige nieuwe leerkracht, en de totaal troebele gang van zaken hieromtrent

46



Geen klachten maar tips over organisatie.



Geen klachten, wel gedachtewisseling m.b.t. bepaalde onderwerpen.

Ouderbetrokkenheid



Geen pauze hapje of niet buitenspelen als ongepaste straf.



Groepsdynamiek.



Heb zelf jarenlang in de MR gezeten.



Hoe mijn kind wordt behandeld door de docent.



In de vraag staat: klachten of tips. Meerdere malen heb ik tips doorgegeven aan de schoolleiding of medezeggenschapsraad. Bijvoorbeeld over de geluidsterkte op schoolfeesten (de leerlingen vonden dat de muziek te hard stond). Tips over het systeem van klassenouders gegeven.



Leraar die te weinig deed aan pesten.



Lunchopvang.



Niet ingrijpen bij pestgedrag.



Oplossen van lesuitval!!



Overblijfjuffen.



Overblijven.



Pesten.



Pesten in de klas.



Pestgedrag.



Tips (geen klachten) over het onderwijs.



Veiligheid en competentie m.b.t. overblijf.



Veiligheid en schoolprotocol.

T15C3: Nee, de school zou meer kunnen doen, namelijk: 15. Vindt u dat de school zich voldoende inspant om ouders bij de school en het leren van kinderen te betrekken? 

Actiever per mail inzicht in voortgang en leerdoelen periodiek.



Bijlessen meer aandacht.



De school maakt een verbetering mee NU, maar de vruchten hiervan zijn er nog niet.



Gespreksavonden over bepaalde thema, school is erg voorzichtig.



Het contact wat laagdrempeliger maken.



Het is een erg autoritaire school waar de mening van ouders als lastig wordt ervaren. een positieve benadering zou prettig zijn en meer inspraak.



Iets vaker contact zoeken met de ouders.



Informatie.



Informatie geven.



Is erg afhankelijk van de mentor in kwestie. De een doet het geweldig, de ander is helaas een stuk minder betrokken.



Lesmateriaal laten zien en evt. uitdelen.



Meer betrokkenheid.



Meer bijeenkomsten als bijv. presentaties, toneel, concerten e.d.



Meer communicatie.



Meer contact.



Meer contact met ouders, neem ouders serieus.



Meer contactmomenten aanbieden buiten school en kantoortijden.



Meer dan niets.



Meer feedback geven.



Meer gesprekken met mij.



Meer individuele gesprekken over hoe het gaat met kind.



Meer informatie geven over hoe ons kind op school functioneert .Omdat haar rapport steeds voldoende is worden we ook niet uitgenodigd op ouderavonden. Is best jammer.



Meer informatie/betere communicatie over waar de kinderen mee bezig zijn.

47




Meer initiatief.



Meer inzicht geven waar het kind mee bezig is en hoe er geleerd wordt.



Meer inzichtelijk maken/meer info over lesstof.



Meer overleg/contact/interactie.



Meer plenaire momenten organiseren om thema's te bespreken, meer ouders informeren over voortgang van hun kind buiten de reguliere rapportages, via website interactie met ouders en kinderen faciliteren, etc. etc.



Meer RT en aangepaste begeleiding.



Meer werk thuis laten doen !!!



Op deze school denk ik dat het een uitgemaakte zaak is, dat er uit het kind zelf meer moet komen, anders sta je er alleen voor en dat gaat door wat dan ook niet veranderen.



Ouders aanspreken.



Ouders betrekken bij het leren (en niet alleen bij sociale activiteiten.



Ouders en kinderen met respect behandelen.



Ouders informeren over wat zij kunnen betekenen bij de ontwikkeling van hun kind, ze handvatten door ze op de hoogte te houden waar het kind mee bezig is en wat voor activiteiten je als ouder met je kind kan doen om te stimuleren.



Ouders uit te nodigen om uit te wisselen wat men ziet/vindt dat een kind nodig heeft om het zo goed mogelijk naar zijn/haar zin te hebben op school. Zodat de kans het grootst is dat het kind optimaal kan leren.



Ouders van kinderen die makkelijk leren en hun zorgen uitspreken over het leren van hun kind, serieus kunnen nemen.



Over drugs praten.



Regelmatig contact via email.



Tips geven, kan ook op de schoolsite.



Überhaupt iets.



Vaker gestructureerd overleg en meer vertellen waar de kinderen mee bezig zijn.



Veel meer direct contact tussen docent en ouder.



Voorlichting.



Voorlichting verbeteren.



We worden wel bij de school maar niet bij het leren betrokken...



Ze doen nu niets dus alles wat ze hier aan zouden kunnen doen (tips meegeven, lesprogramma etc. zou al meegenomen zijn



Zich veel meer openstellen en wederzijdse afspraken durven maken ipv eenzijdige eisen stellen



Zie hierboven.

T15C2: ja, de school doet voldoende, maar zou nog meer kunnen doen, namelijk: 15. Vindt u dat de school zich voldoende inspant om ouders bij de school en het leren van kinderen te betrekken? 

Advies over hoe huiswerk te plannen en te leren.



Alg. info oever hoe kinderen leren en plannen.



Andere antwoorden zijn dus voor deze gekozen.



Betere taal onderwijs.



Bv. Thema-avonden.



De pogingen houden een keer op. Wat doe je met ouders die hun kind naar school brengen en het verder wel goed vinden. Er is altijd een groep 'beperkt geïnteresseerden.'

48



Door praktijkvoorbeelden.



Een goede e-mailnieuwsbrief programma.



Er om vragen!

Ouderbetrokkenheid



Het is leuk interessant en aantrekkelijk maken voor de ouders.



Hier meer informatie over verstrekken, waar ze mee bezig zijn.



Huiswerk.



Iets meer informatie over verbouwing.



Iets vaker terugkoppelen.



Ik denk dat de school zich vooral moet richten op het geven van goed onderwijs. En Aandacht voor de leerlingen. Ik vind het belangrijk dat ze beschikbaar zijn als dat nodig is maar wat mij betreft hoeft de school zich niet heel actief met de ouders bezig te houden.



Individuele gesprekken.



Inzage in rekensysteem, leessysteem.



Is goed zo.



Luisteren naar feedback over wat de ouders thuis merken en daar iets mee doen.



Maandelijks gesprek.



Meer bijeenkomsten of gesprekken.



Meer contact.



Meer digitale communicatie (nieuwsbrieven et cetera).



Meer digitale tips geven.



Meer doen via de website.



Meer info geven over de werkwijze op school. Heel vaak weten kinderen niet precies hoe ze iets moeten leren voor een toets.



Meer informatie als kinderen thuis moeten oefenen.



Meer informatie op website.



Meer informatie over leerstof via internet (e-mail en website).



Meer informeren.



Meer inzicht in de dagelijkse activiteiten



Meer online oefeningen geven die we thuis kunnen doen.



Meer ouderavonden.



Meer overleg, tips ed.



Meer thuiswerk mee geven.



Meer voorlichting en een mentaliteit verandering bij ouders stimuleren.



Mening van ouders ook daadwerkelijk mee laten wegen.



Niet bang zijn voor verandering (zonder in de waan de van dag te geraken)



Niet meer 3 keer per jaar maar vaker oudergesprekken doen (maar dat wordt wellicht een te grote belasting voor de leerkrachten).



Niet van toepassing.



Nog actiever ouders benaderen.



Nogal ouderwets.



Op de goede weg, soms wat rommelig in de communicatie.



Oudergesprekken n.a.v. rapporten.



Ouders betrekken en informeren ook over strategie en voor ogen staande ontwikkelingen en wensen voor de toekomst van de school en hoe ouders daarbij kunnen helpen/zich inzetten.



Ouders een rol kunnen geven in het leerproces. zo haal je de ouders in school en daarmee ook de samenleving.



Proactief te zijn



Regelmatiger 1 op 1 gesprekken.



Structureel berichten.



Tips geven over dingen die we thuis kunnen doen.



Tips geven, meer feedback op elk kind individueel.

49




Uitleg over het ondersteunen van het leren en huiswerk maken.



Vaker 10-minuten gesprek.



Vaker informatiebijeenkomsten.



Vaker ouderavonden.



Vaker ouderavonden organiseren.



Vaker oudergesprekken.



Vaker telefonisch contact tussendoor met mentor.



Veel betere communicatie met ouders.



Wat een rare vraag, als ze voldoende doen veronderstelt u dat ik pas te reden zo zijn met het maximale.



Weet niet.

T16: 16. Wat zou er gedaan kunnen worden om de betrokkenheid van ouders te vergroten? ENQ. Begin met HOOFDLETTER en eindig met punt. Staat er nee, weet niet, een streep, een x, is het antwoord leeg ed., gebruik dan de button bovenaan je scherm. 

Ouders informeren over hoe ze hun kinderen kunnen begeleiden bij het leren.



Beter presteren.



Betere communicatie van de directrice met de ouders en meer respect tonen naar ouders.



Betere communicatie, 3 x per jaar rapport en rapport gesprek i.p.v. 2x.



Betrokkenheid is er op onze school wel. Nog meer betrokkenheid vergt meestal ook meer tijd van de ouders, en die tijd hebben de ouders vaak niet.



Betrokkenheid van de ouders bij onze school komt m.i. door de homogeniteit van de groep ouders. de draagkracht van de groep maakt dat veel ouders erg betrokken zijn bij de school. deze betrokkenheid hoeft alleen maar ondersteunt te worden door erkenning te geven aan de betrokken ouders voor hun inspanning.



Betrokkenheid van ouders is een breed begrip. Op onze school worden ouders gevraagd voor diverse activiteiten. Er wordt een ouder feest georganiseerd. Maar er wordt nooit op initiatief van school gepraat over hoe kinderen leren, wat ze nodig hebben, en wat ouders wel en vooral niet moeten doen. Dus daar ligt m.i. een schone taak voor scholen (kan met hulp van het OKC).



Biedt in de morgen koffie aan en laat bv directeur even contact zoeken laat via schoolbord aan ouders zien wat er gebeurd.



Bij ons op school niks extra’s.



Bijeenkomsten geïnitieerd door de school over bepaalde onderwerpen, bijvoorbeeld pesten of het gebruik van social media; om met elkaar, ouders en school te discussiëren. Op die manier vergroot je de betrokkenheid over onderwerpen die relatief nieuw zullen zijn voor ouders.



Bijna altijd geldt meer e/o betere communicatie. En elkaar open tegemoet treden, met allemaal de intentie om er het beste van te maken. Scholen lijken zich snel bedreigd te voelen door ouders die een mening hebben e/o kritisch zijn, terwijl ze deze ouders zouden moeten toejuichen om de feedback. En dat is een mentaliteitsverandering. Gelukkig lijkt school waar wij nu zitten daar niet zo'n last van te hebben, maar helaas zijn we er nog maar kort en weet ik dus nog niet alles..



Communiceren, geeft inzicht in hoe het kind zich op school gedraagt. Geef tijdig aan als er sprake is van ongewoon of ongewenst gedrag. Communiceer met een wekelijkse e-mail aan alle ouders wat de kinderen gedaan hebben afgelopen week, wat er voor de komende week op de agenda staat of er aankomende toet momenten zijn (waar geleerd voor moet worden) en welke eventuele andere activiteiten er op de agenda staan.



Communiceren, gelijk als er iets is.



Dat is altijd lastig. vrije tijd van ouders is kostbaar. Mensen ergens bij betrekken betekend dat ook de ouders er tijd in moeten investeren en dat is niet altijd het geval. Door tijdgebrek of interesse gebrek.

50

Ouderbetrokkenheid



De betrokkenheid is al erg groot, waarom gaat u ervan uit dat hij nog verder vergroot moet worden?



De betrokkenheid van de ouders is redelijk te noemen op bepaalde vlakken. aan de andere kant is het een ambitieuze school uit zuid die geen inspraak wenst op een wat hoger niveau. dus de (klachten)procedures zijn onduidelijk de medezeggenschapsraad is onduidelijk etc.. met de ontevredenheid van veel ouders over beleid en gedrag van leerkrachten wordt niks gedaan. Dat mag verbeterd worden door een protocol opgelegd door de gemeente.



De betrokkenheid van ouders bij de school in zijn algemeenheid is prima. Er zijn schoolfeesten en andere activiteiten waar altijd veel ouders voor op en rond de school actief zijn. Daar hoeft niets aan veranderd te worden!



De betrokkenheid van ouders loopt voor een belangrijk deel via de kinderen. In deze leeftijd vind ik dat prima. Thema-avonden en informele zouden misschien nog leuk zijn. De school stelt zich al heel open op i.g.v. een vraag van mij als ouder.



De deuren van de school bij bepaalde gelegenheden open stellen voor ouders (dit gebeurt een aantal malen per jaar). De school kan betrokkenheid uitstralen en docenten kunnen zich benaderbaar opstellen.



De houding van de school veranderen. De stem van ouders voltrekt zich via de MR en de OR, andere ouders zijn lastig.



De houding van directie en sommige leerkrachten. Niet van wij weten het wel jarenlange ervaring etc. bla bla. Ook toegeven dat sommige dingen niet goed gaan waardoor je het idee hebt er wordt geluisterd.



De scholen publiceren tegenwoordig alles via het internet. Daardoor is er geen ruimte voor persoonlijke vragen. Zorg voor aanvullende avonden waarop de ontwikkeling van het kind en de voortgang van de klas kan worden besproken.



De school hoeft hierin niets extra's te doen. Sommige ouders zouden wel wat meer interesse kunnen tonen in het 'schoolleven' van hun kinderen.



De school zou meer informatieavonden kunnen geven over diverse onderwerpen, bijvoorbeeld vervolgopleidingen.



De verschillende vormen van communicatie beter op elkaar afstemmen nog beter van de ouders weten waar hun talenten/kracht ligt en ze gerichter vragen bij te dragen expliciet maken waaraan behoefte is op school - ook als organisatie - en gebruik maken van de aanwezige expertise.



Denk dat de school iets meer info middagen of avonden zou kunnen organiseren (of klassenavond per klas, i.p.v. de hele school optrommelen). De 10 minuten gesprekken met de juf of meester zijn te kort om ergens op in te gaan.



Dit is geen vraag aan mij. Als je niet geïnteresseerd bent in de schoolprestaties van je kind, dan houdt het op. Trekken aan een dood paard. het leed is al geleden: dit soort mensen hebben helaas al kinderen gekregen. Hopelijk heeft zo'n kind andere volwassenen om zich heen die hem stimuleren.



Door in te spelen op persoonlijkheden/nieuwigheden waar de school al ervaring mee heeft naar de ouders nog niet.



Een ander hoofd van de school. Iemand die meer kan inleven in de ouders. Ik heb nu het idee dat ze bezig is ouders zoveel mogelijk te weren van school. Alles gaat via protocollen, waar niet van mag worden afgeweken. Ik koos voor een fijne warme school met een geweldig hoofd die streng maar wel warm en rechtvaardig was. Hij is weggegaan en ik krijg er een juffrouw voor terug die niets over laat van wat het vorige hoofd heeft opgebouwd. Wat ze wil is een koele, zakelijke grote school. Ik dacht dat de Sint Josefschool in Buitenveldert een fijne hartelijke school zou blijven en dat ook al wordt er gewisseld van hoofd, dat bepaalde dingen hetzelfde blijven omdat je daar voor kiest. Het is nu zo erg dat ik moet overwegen om met mijn jongste kind hiervan af te gaan omdat het hoofd mij heeft gezegd dat als ik te kritisch ben mijn kinderen van school worden gestuurd.

51




Een goed contact met de mentor is voor mij het eindige wat belangrijk is, verder wil ik zo min mogelijk met school te maken. Dus persoonlijke adviezen, direct voor mijn kind. Niets met groepsgesprekken. De laatste mentor van mijn zoon, deed dit heel betrokken en liefdevol, dat is voor mij eigenlijk voldoende. Dus als ouder assertief zijn en de steun zoeken voor je kind. Als het met een mentor niet klikt, is onze school wel ruimdenkend, waardoor je een andere leerkracht mag vragen, je mentor te zijn. Een klik is wel belangrijk, om het beste uit een kind te halen, dat iemand meedenkt.



Een korte lijn creëren; eventueel een ombudsman/vrouw.



Heb ik net al beantwoord, snap niet dat dit weer wordt gevraagd.



Het beroep op betrokkenheid is al ongekend groot, vooral voor activiteiten, excursies, etc. Niet vergroten, maar eerder toespitsen op / verbinden aan onderwijsprogramma.



Het gaat wel goed zo.



Het is goed geregeld op de Hildebrand van Loon School.



Hierover ouders informeren.



Hun op hun verantwoordelijkheid als opvoeder wijzen.



Ik denk dat de meeste ouders hier helemaal niet op zitten te wachten zolang het goed gaat met hun kind. Hebben ze het veel te druk voor. Op de basisschool zijn ouders meer betrokken, dit geldt niet voor het VO. Is ook moeilijker. Als ouders breng je je kind iedere dag naar de basisschool. Op het VO kom je alleen enkele keren per jaar voor de ouderavond en het 8 minuten gesprekje met de mentor over je kind.



Ik denk niet dat de school veel extra's kan doen. Het zijn bepaalde ouders die zich sowieso weinig aantrekken van de school.



Ik denk dat ouders betrokken zijn. betrokkenheid vertaalt zich in de taal van leerkrachten vaak naar een verzoek aan de ouders om iets te komen doen op school en gaan voorbij aan het feit dat ouders bezig zijn de kost te verdienen. 1.workshops voor ouders op verschillende momenten in de avonduren over verschillende onderwerpen - a het leren leren b het stellen van grenzen aan gedrag c handvatten voor elektronische opvoeding.



Ik vind dat de ouders al voldoende bij school worden betrokken, het kan zelfs wel iets minder. Vroeger zijn mijn ouders in totaal misschien vier keer op de middelbare school geweest. Dat halen wij nu in een schooljaar. Kinderen moeten juist zelfstandiger worden als ze opgroeien en er moeten niet te veel praatgroepjes worden opgericht om over hun leven te praten.



Ik vind dat die keus bij de ouder zelf ligt. iedere ouder hoort zijn kind ook op dit traject bij te staan en te ondersteunen op alle vlakken. Elke ouder weet dit maar doet dit m.i. niet of niet genoeg. Dit gaat ten koste van de ontwikkeling van zijn eigen kind, ontzettend jammer.



Ik vind de mate van betrokkenheid een dilemma. School heeft wel een (aanvullende) opvoedkundige taak, maar hoe ze dat doen, daar moet de school zelfstandige keuzes in maken. Het komt er op neer dat ik er van uit moet kunnen gaan dat de school voor mijn kind zo goed mogelijk onderwijs biedt en dat de schoolomgeving (sociaal) veilig is. Ik vind het onwenselijk als ouders (zelf of via aanvullend onderwijs) de gaten moeten stoppen die school laat vallen. Betrokkenheid prima, maar 'afschuiven' is iets anders. Wij zijn betrokken bij de vorderingen en verrichtingen van ons kind, niet zozeer bij het reilen en zeilen van de school.

52



Ik vond de betrokkenheid voldoende, dus tsja, wat verwacht u voor antwoord? Geen idee, dus.



Ik wil enkele keren per jaar thema-ouder bijeenkomsten en de gebruikelijke 10 minuten gesprekken.



Ik wil meer bijeenkomsten met ouders.



Ik wil meer gesprekken en ik wil vaker mailen.



Ik wil meer informatie over leerstof via internet (e-mail en website).



Ik wil meer ouderavonden.

Ouderbetrokkenheid



Ik worstel met deze vraag; op onze school zijn veel ouders sterk betrokken. Echter de middengroep krijgt minder aandacht; voor onder en bovenkant is meer aandacht. Wellicht kan voor die middengroep (geen directe zorg maar wellicht wel meer uit te halen) de inzet van ouders (gericht) helpen.



Ik zou het leuk vinden als de klassendocenten de ouders op de hoogte houden van het reilen en zeilen in de klas d.m.v. een digitale nieuwsbrief. Maar dit is zeker geen must, school stuurt ook al maandelijks een nieuwsbrief



Individuele gesprekken met ouders.



Info over/van de MR communiceren met ouders.



Informatie over leren en plannen in de puberteit; wat kun je wel/niet verwachten van je kind als het gaat om leer strategieën.



Inkijkje geven in het leven van de huidige cultuur op een middelbare school het leven van de pubers aldaar, en zo betrekken bij het onderwijs.



Inloopuren.



Inzicht geven in de zaken die voor school belangrijk zijn waarbij er ouderbetrokkenheid gewenst is.



Inzichtelijk maken van het onderwijs voor de ouders.



Is op de school van mijn kind eigenlijk niet van toepassing. De ouders zijn erg assertief en enorm betrokken.



Is voldoende zo.



Kind zit in eerste brugklas. Heb hier nog onvoldoende zicht op.



kleinere scholen.



Laat ouders hun specialisme/professie ook aar school brengen in gastlessen of muzieklessen bijvoorbeeld. Ouders weten met z'n allen zoveel, benut hun kennis en ervaring.



laten zien waar kinderen mee bezig zijn !!! het nieuwe leren is zeer vaag !!! ook voor de kinderen.



Leerkrachten ouders altijd terug laten mailen als ze de leerkracht via de mail benaderd hebben.



Luisteren. Vragen beantwoorden. Niet geïrriteerd reageren als er iets gevraagd wordt.



Maandelijkse feedback vragen per e-mail. In de vorm van een kleine vragenlijst (van school aan de ouders).



Maandelijkse gesprekken.



Medezeggenschapsraad is bij onze school onzichtbaar. Geen idee wie er in zitten. In de ouderraad zitten al lang dezelfde mensen de meeste met kinderen uit de hoogste klassen. Het is mij onduidelijk hoe de ouders hiervoor benaderd/ gekozen worden en hoe lang ze hierin mogen zitten en in hoeverre de school rekening met deze 2 instanties houdt. Daarnaast is deze school onderdeel van een veel groter geheel waardoor de school overkomt als een radar in een grote fabriek. Vorig jaar hebben we door een aantal incidenten in de klas van mijn dochter het gevoel gekregen dat er niet naar de ouders geluisterd wordt maar alleen de protocollen gevolgd worden die niet altijd ten gunste zijn van de kinderen.



Mee laten lezen, meer inzicht krijgen in de lesstof, leuke oefeningen voor ouder en kind thuis.



Meer aanpassen aan digitale tijdperk.



Meer bijeenkomsten.



Meer bijeenkomsten voor ouders organiseren, meer in gesprek gaan, meer mondelinge communicatie, minder via e-mail.



Meer communicatie (via email) over wat er gaande is, en anders gelegenheid geven om hun input te geven.



Meer communicatie tussen school en ouders. een algemeen gesprek dat langer dan 7 minuten duurt over ontwikkeling en rapport kind. meer kijken naar de individuele kind en behoeftes.



Meer communicatie, overleg, en toelichting op de aanpak van de school.



Meer contact en per kind afspreken wat gezamenlijk, wat door de ouders en wat door de school wordt opgepakt in zowel leren als opvoeden. Daarnaast ouderparticipatie zoals in het po stimuleren (bv.

53


voordrachten van ouders over hun werk organiseren, stages bij ouders (geen eigen kinderen) organiseren.... 

Meer contactmomenten.



Meer contactmomenten dus, dat is nu vrij weinig, alleen als je kind iets slechts gedaan heeft mag je als ouder naar school om een standje te horen van ze. Neem kritiek van ouders serieus- daar kan men van leren om het beter te doen. Maar dat wordt lang niet gedaan en de ouders die de mond open doen worden als lastig afgedaan.



Meer individuele gesprekken tussen ouder en mentor, deelschoolleider en indien nodig docenten.



Meer info. Betere informatie via de website. Ouders meer betrekken via deze weg.



Meer informatie en tips geven op ouderavonden.



Meer informatie over waar de kinderen mee bezig zijn en richtlijnen geven voor ondersteuning thuis indien nodig.



Meer informatie verstrekken.



Meer informatie vertrekken via een nieuwsbrief of krant of mail.



Meer informeren en ouders direct op verantwoordelijkheid aanspreken en verwachtingen kenbaar maken. Kortom: duidelijkheid over wie wat doet en wat men als ouders van school kan verwachten en ook wat men als school van ouders verwacht.



Meer interactie stimuleren, meer ouderavonden organiseren, af en toe een enquête houden onder de ouders.



Meer inzicht in de dagelijkse activiteiten op school van het kind.



Meer ouderavonden.



Meer ouderavonden. Drie momenten in het schooljaar waarop alle ouders samenkomen om het samen met de school over allerlei zaken te hebben. Dit zou naast de individuele ouderavonden een goed moment voor ouders en leraren kunnen zijn. Er kan dan steeds een ander thema behandeld worden. Het is ook goed voor ouders om elkaar te ontmoeten vaak hoor je van andere ouders dezelfde dingen waar jij met kind tegenaan loopt. Het geeft een samenhorigheidsgevoel. Ook zet het ouders in hun kracht doordat ze dan weten dat niet alleen zij tegen zaken aanlopen. Gedeelde smart is halve smart en van elkaar kan je veel leren.



Meer uitleg over de methodes, zodat je het op delfde manier kan uitleggen aan je kind (voorbeeld is staartdelingen, doet de school heel anders dan ik vroeger geleerd heb, kind raakt daardoor in verwarring).



Meer uitnodigen in de klas om te participeren.



Meer voorlichting en ouders duidelijk aangeven dat er samen kind>ouder.>school >naschoolse opvang een gezamenlijke opvoed taak is.



Mensen persoonlijk uitnodigen, per klas: ouderavond.



Mijn kind zit in het 1e jaar dus kan nog niet goed inschatten wat er beter moet



Mijn kinderen doen het uitstekend zonder mijn bemoeienis, ik zie geen enkele aanleiding waarom de school mijn betrokkenheid zou moeten vergroten.



Misschien de ouders serieus nemen. Die kunnen belangrijke informatie geven over hoe dingen op school uitpakken. Ik heb de indruk dat met tegenwoordig 'luistert' om druk van de ketel te halen en er niets mee doet, of in sommige situaties pal gaat staan. Niet nodig en niet productief



Niet alleen aandacht voor prestaties/cito op school, maar ook meer aandacht voor burgerschap. Hoe je bijdraagt als ouders en school aan goed burgerschap. Omgangsvormen, leven in een diverse samenleving etc. Op een witte school als die van mijn zoon met ' prinsjes' en 'prinsesjes' is daar nauwelijks aandacht voor. De aandacht aan ouderbetrokkenheid is erg gelieerd aan wegwerken van achterstanden via VVE ed., maar denk dat hoog opgeleide witte ouders en hun kinderen in deze tijd ook nog veel kunnen leren waarbij de samenwerking tussen ouders en school een belangrijke rol kan spelen.

54

Ouderbetrokkenheid



Niet alleen een beroep doen op ouders voor hun 'extra paar handen' bij het opruimen, koffie schenken etc. maar ouders ook herkennen in hun toegevoegde waarde voor leerproces van de kinderen. ouders zouden hun eigen vaardigheden, kennis en expertise kunnen inbrengen en zo een inhoudelijke bijdrage kunnen leveren.



Niet zo bang zijn voor ouders, niet alles wegspelen naar individueel probleem, actiever zijn in het betrekken van ouders, doordat leerkracht belt als er hem iets is opgevallen. School heeft eigen expertise, ouders hebben ook expertise op gebied van hun kind. Altijd serieus nemen. Uitnodigen, gespreksavonden organiseren, niet zo bang zijn voor kritiek.



Niets; is niet van toepassing; deze vragen zijn voor een school maar niet voor een universiteit!



Nog meer communiceren over de wekelijkse leerstof op school (bv een wekelijkse agenda) zodat je daar thuis op kan inhaken met je kind.



NVT.



Op de school van mijn kinderen niet veel, daar zijn de ouders al heel erg betrokken. Meer in het algemeen: ouders rechtstreeks vragen te helpen met klusjes, zodat zij het gevoel krijgen dat de school ook van hen is.



Op onze school zijn ouders al erg betrokken, misschien zelfs een beetje te. Ik zou het fijn vinden als er gelegenheid was op met de leraar of de directeur te praten over zaken. Nu wordt dit gedomineerd door een kleine groep. Een soort open spreekuur dus.



Open met ouders over het onderwijs praten het hoeft niet perfect te zijn leraren hoeven niet alles te weten proberen er samen uit te komen. Nu heb ik het gevoel alleen maar goed genoeg te zijn om de klas te versieren.



Openstaan voor betrokkenheid van de ouders, mijn ervaring is dat ze de betrokkenheid als lastig ervaren en het eerder bemoeienis noemen. Krijg ook nooit reactie of terugkoppeling op vragen of feedback en als ik daar een klacht over indien (omdat voor mij de maat vol was) krijg ik gewoon te horen dat ze met 1 telefoontje mijn dochter naar een andere school laten overplaatsen. Zelfs de ouderraad geeft geen reactie. Nu ben ik een vrij mondige ouder omdat ik zelf in het onderwijs werk en weet hoe het in onderwijsland hoort te gaan en hoe het in de realiteit is en zeker op de school van mijn dochter gaat er nogal wat mis (docenten niet deskundig/bevoegd, organisatorisch een chaos, geen veilige leeromgeving kunnen bieden etc.)



Ouderavonden organiseren digitale nieuwsbrief met updates school en in bijzonder klas kind elk kwartaal 10 min gesprekje.



Ouderavonden per klas over een onderwerp.



Ouderbetrokkenheid op deze school is behoorlijk groot. veel kritische ouders en als je je als ouder echt zorgen maakt dan kan er altijd tijd gemaakt worden voor een extra gesprek.



Ouderklassen organiseren.



Ouderraad nog versterken, meer mogelijkheid OR geven.



Ouders betrekken bij het leren.



Ouders continue op de hoogte houden en ouders inschakelen bij/ tijdens lessen.



Ouders die niet vaak komen individueel benaderen.



Ouders dwingend uitnodigen om mee te denken over het onderwijs aan hun kind.



Ouders hebben bij ons teveel invloed en denken vanuit eigen belang. School durft ouders amper aan te spreken. Ouders hebben vaak de neiging school de schuld te geven voor hun eigen gebrek aan opvoeding.



Ouders meer uitnodigen om deel te nemen aan het klassengebeuren. bijvoorbeeld ook al voorlezen in groep 1/2.



Ouders nog meer de klas in laten komen.



Ouders persoonlijk uitnodigen voor gesprek. Is nu misschien te vrijblijvend.



Ouders regelmatig informeren over de lesstof en ouderavonden organiseren.

55




Ouders waardering geven als ze betrokken zijn. Er wordt nu stiekem geroddeld door docenten over ouders.(daar dus mee stoppen! = niet professioneel en geeft een slechte sfeer)Ouders persoonlijk benaderen op bv het schoolplein ipv mailtjes en uitgedeelde kopieën.



Ouders zelf kunnen hiervan wat leren, en als niet dan wordt het ook niets.



Ouders zouden inzage moeten krijgen in het werk van hun kind, ouders en kinderen zouden met respect behandeld moeten worden, er zou niet gediscrimineerd moeten worden, er zou een laagdrempelige instantie moeten zijn die in zou kunnen grijpen bij wantoestanden op school.



Ouderwetse schoolkrant. Opvoeringen (toneel etc.) waar ook ouders bij mogen zijn.



Regelmatiger 1 op 1 gesprekken en in persoonlijke gesprekken de mening peilen. niet alleen met de docenten maar ook 9of juist) met conrectoren en rector.



Samenwerking tussen ouders via ouderplatforms als OCO.



Sommige zaken verplicht maken voor ouders en zo betrokkenheid afdwingen.



Sorry. Mijn dochter zit pas twee maanden op deze school. Moeilijk om hier net als veel voorgaande vragen antwoord op te geven.



Speciale thema-avonden voor geïnteresseerde ouders.



Ten eerste moeten de ouders het natuurlijk willen en daar moeite voor doen, Eenrichting verkeer kan niet, het is in mijn ogen onjuist alle verantwoordelijkheid voor betrokkenheid bij de school te leggen. Verder als, de ouders dat aangeven ook daar een contactpersoon voor aanwijzen met wie het eerste contact loby. Thema-avonden over huiswerk of vakkenkeuze begeleiding.



Tijdig informatie over bijeenkomsten, veranderingen in de klas, zoals leraar samenstelling. Vaker individuele gesprekken waarbij bepaalde onderwerpen structureel worden behandeld. Meer inzicht in het wekelijks leerprogramma/ leerdoelen van de klas, hierdoor kun je er thuis op inspelen en het kind stimuleren/ voorbereiden.



Toegankelijkheid voor lesstof.



Uitleggen hoe belangrijk het is voor kind en school dat ouders betrokken zijn. Voor het kind van groot belang, uiteindelijk vormen kind, ouders en school gedurende lange tijd een drie-eenheid.



Uitnodigen tot participatie.



Vaker bijeenkomsten met mentor en overige docenten organiseren.



Vaker een thema-avond organiseren.



Vaker per jaar een gesprek met de docent. En niet alleen op initiatief van de ouder, ook van de docent.



Vanuit school moet communicatie komen om ouders te betrekken.



Vaste gesprekken plannen waarin ouders en leerkracht samen keuzes en planning maken voor de gekozen aanpak op school voor het kind.



Veel meer info via internet verstrekken en ouders daarmee laten participeren op makkelijke wijze.



Vind ik niet nodig. Er wordt al veel gedaan. School is school en thuis is thuis. Ik vind dat 2 andere niet perse gescheiden - werelden. Thuis doe je andere leerdingen dan op school. Niet het hele leven hoeft in het teken te staan van leren. Ik realiseer me dat ik dat vanuit een luxe positie zeg met een kind wat - vooralsnog - geen leerproblemen op school heeft. Ik weet niet wat ik zou antwoorden als dit anders zou zijn.



Vind dit lastig want ik heb een kind dat alleen maar 8 en 9-ens haalt (Gymnasium) en ik dus niet hoef te helpen met huiswerk. M.a.w. ik weet wat ik zou missen als ik wel hulp nodig zou hebben.



Volgens mij heb ik niet aangegeven dat ik vind dat de betrokkenheid van andere ouders vergroot moet worden. Ik oordeel alleen over mijn eigen betrokkenheid en die is uitstekend.



Voor mij is de betrokkenheid van de school voldoende. Maar voor laag opgeleiden zou het te weinig kunnen zijn. Betrokkenheid van school zou veel groter moeten zijn voor deze doelgroep.

56

Ouderbetrokkenheid



Wat vaker bijeenkomsten organiseren, maar gezien de werkdruk in het onderwijs is dat waarschijnlijk te veel gevraagd...



Ze geregeld uitnodigen op school. Laten zien hoe de kinderen leren.



Ze persoonlijk aanspreken op hun verantwoordelijkheid v opvoeding kind.



Ze vaker uitnodigen, ook op informele gelegenheden. Mening vragen. Vragen of ouders iets voor de school willen organiseren.



Zeker bij onderwijsinhoudelijke dingen vind ik eigenlijk nog meer ouderbetrokkenheid helemaal niet nodig.



Zichtbaar responsief zijn



zoals eerder aangegeven, ouders meer inzicht geven in de lesmethodes etc. ook zou het zeer zinnig zijn als leerkrachten bij de gezinnen op bezoek gaan on zo een beeld te krijgen van de thuissituatie.

T26: ENQ. Begin met HOOFDLETTER en eindig met punt. Staat er nee, weet niet, een streep, een x, is het antwoord leeg ed., gebruik dan de button bovenaan je scherm. 

1 Zie mijn opmerkingen bij laatste vraag. 2 helaas ligt de focus op ouder betrokkenheid vanaf 4 jaar, dit speelt toch ook op KDV/crèches/voorscholen. Daar begint het toch? Uiteraard als kinderen daar naar toe gaan. Ik zou daar selecteren wel/niet vraaglijst.



Aanvulling op de eerste vragen over informatie vanuit de school. de school van mijn dochters staat altijd open voor een gesprek op iedere moment dat het nodig is. Individuele gesprekken zijn daar altijd mogelijk. heel fijn.



Bij een aantal kleine scholen in Amsterdam hebben de ouders duidelijk invloed op het beleid. Helaas zitten mijn dochters op een school die bij een overkoepelende organisatie hoort en hebben wij het idee dat er weinig te geen sprake is van ouderparticipatie. Indien deze er wel is,is die voor ons onduidelijk en treden ze niet naar buiten.



Bij sommige vragen, waar dat wel wenselijk is, is het invullen van meerdere keuzes niet mogelijk. (Bijvoorbeeld de voorkeur de wijze van informatieverstrekking van de school.) Bij de vraag: 'hoe is er met de klachten of tips omgegaan?' kan maar 1 antwoord aangevinkt worden, terwijl er met de verschillende klachten of tips anders kan zijn omgegaan. (overigens ook belangrijk in de antwoorden het woord tips voor te laten komen. Bij sommige vragen blijft het onduidelijk of het onderwerp direct betrekking zou moeten hebben op het eigen kind, bijvoorbeeld: verzuim en school verlaten zonder diploma. In dit geval heb ik wel aangevinkt, omdat er communicatie is over verzuim bij ziekte of andere redenen.



De enquête vraagt in geval van kinderen op basis- en middelbare school te kiezen de vragen te beantwoorden voor het kind dat naar de basisschool gaat. Echter, sommige vragen gaan expliciet over middelbaar onderwijs. Ik heb in die gevallen toch maar antwoord gegeven over de zaken aangaande mijn oudste kind. Mijn kinderen zijn 5 en 13.



De vragen zijn erg gericht op ouders die meer betrokkenheid willen. Er zijn ook ouders die het wel genoeg of zelfs teveel vinden.



Een aantal vragen is te algemeen. Bijv.: "hoe wilt u door de school worden geïnformeerd". Meestal voldoen e-mails/website, maar voor incidenten prefereer ik een persoonlijk gesprek.



Er klopt niets van deze enquête wanneer je kind aan een universiteit buiten Amsterdam studeert!!



Er was een peutergymochtend in de sporthallen zuid. Dan beweegt je peuter dus 1x op een plek waar normaal geen gym wordt aangeboden. Ik zie het nut hier niet zo van in.



Fantastisch: in een internet enquête kom je de antwoordmogelijkheid "ik heb geen internet" tegen!



Fijn dat u dit doet, maar wat er gebeurt er met de uitkomst.



Geef de pagina's een nummer.



Goed geregeld.



Goed initiatief! Ik word graag op de hoogte gehouden.

57




Graag bij de vragen de mogelijkheid het antwoord "niet van toepassing.



Het is jammer dat ik als moeder van een brugklasleerling nog maar drie weken ervaring heb met de huidige school van mijn kind. Ik heb dus heel veel vragen moeten beantwoorden met weet niet. De vorige basisschoolperiode is heel turbulent geweest. Daar heb ik veel meer over te vertellen. Mocht u daarin geïnteresseerd zijn stuur mij de vragenlijst nogmaals.



Het onderwijs in Amsterdam voor hoogbegaafde kinderen en een adequate begeleiding van deze kinderen schiet m.i. enorm tekort. Deze kinderen krijgen veelal geen eerlijke kans om te zijn wie ze zijn, te presteren naar hun eigen kunnen en een goed zelfbeeld te ontwikkelen. Dit vind ik een ernstige tekortkoming in het aanbod aan onderwijs in zo'n grote mooie stad.



Ik ben blij met jullie. Ik hoop op verbeteringen m.b.t het onderwijs. En ben bereid mijn eigen steentje bij te dragen.



Ik heb op een aantal vragen weet ik niet geantwoord om dat mijn mening niet vertegenwoordigd werd in de andere mogelijkheden. Jammer! geeft op deze manier een verkeerd beeld.



Ik hoop dat scholen en ouders meer gaan samenwerken in het belang van de kinderen. Ook hoop ik dat leraren weer meer zullen uitstralen trots te zijn op hun school. Zo zullen kinderen ook weer trots worden op hun school en blij zijn dat ze onderwijs kunnen genieten. Het vroegtijdig afhaken moet weer een uitzondering worden en niet iets dat maar gewoon kan.



Ik kon mijn antwoorden niet goed kwijt, bijvoorbeeld de vraag hoe ik informatie van school wil ontvangen: dat hangt af van de soort informatie. Ik wil best graag digitaal informatie ontvangen, maar niet als mijn kind bijv. leerproblemen heeft. Ik vond de vragen deze keer niet goed gesteld.



ik kon nog weinig invullen door de verse start op school van mijn 12 jarige dochter, het was beter geweest deze vragen iets later in het schooljaar te stellen.



Ik vind het prima als scholen de betrokkenheid van ouders willen stimuleren als daar aanleiding toe is, maar als dat niet zo is moet het ook geen verplichting zijn.



Ik zit een situatie van huiselijk geweld. De kinderen mogen hun vader al anderhalf jaar niet zien. De school begeleidt ze fantastisch. gek dat een dergelijke thuissituatie en de rol van de school niet terugkomt in deze enquête.



Ja, deelname onderzoek - graag anoniem dus geen email vragen einde vragenlijst. dit gewoon via school regelen.



Kind zit nog maar twee weken op de middelbare school dus veel vragen nog niet te beantwoorden.



Leraren zouden getraind moeten worden in het houden van oudergesprekken. De gesprekken zouden hierdoor gestructureerder en efficiënter verlopen en dus minder tijd kosten en mogelijk vaker plaats kunnen vinden.



Maak een download mogelijk van door invuller gegeven antwoorden.



Mijn dochter is van de 2e naar de 3e klas van VO school gewisseld. Ik kon daarom sommige vragen niet goed beantwoorden. Deze vraag (over hoe lang een kind op de school zit) zou toegevoegd kunnen worden. Mijn dochter is van school gewisseld ook omdat de communicatie met de vorige school niet goed liep.



Mijn ouders zijn geboren in Zuid-Afrika en Indonesië, maar zijn beide Nederlands...dat er niet nu ineens iets geks uit de statistieken komt!



N.v.t.



Naam van school opnemen in onderzoek zodat dit ook meegenomen kan worden voor kwaliteitsverbetering op specifieke scholen



Niet reële vragen voor mij, mijn oudste kind is net gestart met een tussenjaar op de VAVO. Hierdoor veel " weet ik niet'



N.v.t.



Op de school van onze kinderen valt veel op aan te merken, maar wat ik positief vind is dat men heel betrokken is bij ieder kind en op een zeer aangename manier met de kinderen wordt omgegaan een

58

Ouderbetrokkenheid

paar leerkrachten deugen niet en soms vind ik dan dat er te ruimdenkend wordt gereageerd, maar dan is samenwerking onmogelijk en dat gaat wel ten kosten van kinderen. Dus er was een vraag, of je wel eens een klacht over een leraar had in dit onderzoek, misschien was een 2de vraag daaropvolgend, of je dat in de toekomst van plan bent, wel een toegevoegde vraag geweest. 

Prima initiatief.



Sommige antwoorden zijn kunnen iets genuanceerder.



Sommige vragen waren nogal eigenaardig. Als gevraagd wordt naar 'klachten en tips' verwacht ik natuurlijk ook een antwoordmogelijkheid waarin 'tips' aan de orde komen. Kortom, bezint u zich goed op de formulering van vragen en antwoorden.



Succes!



Super initiatief de opvoedweek!



Vanuit school moeten ouders meer worden betrokken bij hetgeen op school gebeurt kinderen in de puberteit vertellen sowieso weinig over hetgeen op school gebeurt ouders kunnen de school moeilijk benaderen om te kunnen worden betrokken bij de vorderingen van hun kind.



Veel vragen zijn relevanter voor kinderen die problemen ondervinden bij het doorlopen van de schoolloopbaan. Dat is bij ons niet aan de hand.



Wellicht beter om per school naar ouderbetrokkenheid te kijken ipv per stadsdeel?



Wij hebben weinig vertrouwen in de kracht van ontevredenheidsonderzoeken. Daarin komen de issues die ouders belangrijk vinden onvoldoende aan bos. Beter is het om ouders de vragenlijst te laten zien vooraf + aanpasmogelijkheden.



Zinvol onderzoek.



Zo aan het begin van het schooljaar is het best lastig om de vragen goed te beantwoorden omdat ik nog niet een heel goed beeld heb van de juf. Ik heb wel een beeld van de vorige juf(fen) natuurlijk, maar iedere juf vult ouder betrokkenheid weer anders in.

59


60

Ouderbetrokkenheid

Bijlage 4 Vragenlijst

<wachtwoord>

Vragenlijst Ouderbetrokkenheid In dit onderzoek staat het contact tussen ouders en docenten centraal. Overal waar ouders wordt genoemd bedoelen we ouders/verzorgers. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 10 minuten. Kunt u de vragenlijst invullen voor uw kind dat in de brief genoemd wordt? 0 1 2

Heeft u recent een vragenlijst van O+S over ouderbetrokkenheid ingevuld? Ja Nee

1 1 2 3

Deze vragenlijst is voor ouders van kinderen van 4-18 jaar. Kunt u de leeftijd van uw kind(eren) hieronder aangeven? 1e kind ....jaar 4 4e kind.....jaar 2e kind.....jaar 5 5e kind.....jaar 3e kind.....jaar 6 Nee ik heb geen kinderen (in deze leeftijd)

2 1 2

Welk schooltype volgt uw kind? Speciaal (basis)onderwijs Lager onderwijs (basisschool) Voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs/VMBO/HAVO/VWO)

3

4 5

Middelbaar beroepsonderwijs (MBO) Anders, namelijk

Er volgen nu enkele vragen over de communicatie tussen ouders en de school. 3

3a

Hoe belangrijk vindt u de volgende thema's om met de school te bespreken? Helemaal niet Enigszins belangrijk belangrijk   Leervorderingen (cijfers, prestaties)   Sociale ontwikkeling, gedrag Pesten en gepest worden (bijvoorbeeld via   sociale media) Extra ondersteuningsbehoeften (leerproblemen,   gedragsproblemen, extra hulp) Verzuim en stoppen met school zonder diploma (alleen invullen als uw kind op het voortgezet   onderwijs zit) Begeleiding bij de keuze van vakken en/of vervolgopleiding (alleen invullen als uw kind op   het voortgezet onderwijs zit) Begeleiding bij schoolkeuze middelbare school (alleen invullen als uw kind op de basisschool   zit)

Zeer belangrijk  

Weet ik niet/ niet van toepassing  





















Welke andere thema's met betrekking tot de ontwikkeling van uw kind vindt u belangrijk om met school te bespreken?

X

61


4

Deze vraag gaat over de school van uw kind. Hoe verstrekt de school informatie aan de ouders over de volgende onderwerpen? Is dat... Op vaste Alleen als er een Hier verstrekt de Weet ik niet momenten aanleiding is school nooit (structureel) (incidenteel) informatie over (nooit) Leervorderingen (cijfers, prestaties) van het     kind Sociale ontwikkeling, gedrag van het kind     Pesten en gepest worden (bijvoorbeeld via     sociale media) Begeleiding bij de keuze van vakken en/of     vervolgopleiding Extra ondersteuningsbehoeften     (leerproblemen, gedragsproblemen, extra hulp) Hoe ouders het kind thuis het beste kunnen     ondersteunen bij het leren

5 1 2 3 4 5

Welk van de volgende manieren van informatieverstrekking door de school aan ouders heeft uw voorkeur? Mondeling (gesprekken, bijeenkomsten) Schriftelijk (brieven, brochures, enz.) Digitaal (e-mail, website, enz.) Telefonisch (mentor of docent die belt) Weet ik niet

6 1 2 3 4 5 6

Hoe vaak heeft u gemiddeld contact met de docenten/mentor van uw kind? Dagelijks Eén of enkele keren per week Eén of enkele keren per maand Eén of enkele keren per jaar Zelden of nooit Weet ik niet/ niet van toepassing

7 1 2 3 4 5

Vindt u dat er voldoende contact is tussen u en de docenten/mentor? Te veel Voldoende, precies goed  ga naar vraag V8 Onvoldoende, te weinig Zwaar onvoldoende, veel te weinig Weet ik niet/geen mening  ga naar vraag V8

7a

Kunt u uw antwoord toelichten?

X 8

Kunt u een of meerdere instantie(s) die zich inzet(ten) voor de belangen van ouders noemen?

X

62

Ouderbetrokkenheid

De volgende vragen gaan over de school als gemeenschap 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Vindt u dat de school een taak heeft bij de opvoeding van de leerlingen? Zo ja, voor welke thema’s? U kunt hier meerdere antwoorden geven. Nee, de school heeft geen taak bij de opvoeding van de leerlingen Ja, voor gezondheid (voeding, sport en beweging, alcohol / drugs) Ja, voor geldzaken (zakgeld, schulden) Ja, voor sociale relaties en pesten Ja, voor seksualiteit Ja, voor gebruik internet en sociale media (Facebook, Twitter, etc.) Ja, voor verzuim en stoppen met de school zonder diploma (optie alleen relevant voor voortgezet onderwijs) Ja, voor een ander thema, namelijk... __________________________________________________________________ Weet ik niet

1 2 3 4 5 6

Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling? 'Leraren en ouders zijn een team, ze moeten samenwerken' Zeer mee eens  ga naar vraag 11ba Mee eens  ga naar vraag 11ba Neutraal  sla vraag 11a en 11b over Mee oneens  ga naar vraag 11b Zeer mee oneens  ga naar vraag 11b Weet ik niet  sla vraag 11a en 11b over

11a

Kunt u een voorbeeld geven van hoe ouders en leraren moeten samenwerken?

X Ga na het beantwoorden van vraag 11a naar vraag 12 11b

Kunt u toelichten waarom leraren en ouders niet moeten samenwerken?

X De volgende vragen gaan over u en uw kind 12 1 2 3 4

Hoe vaak praat u met uw kind over school? Dagelijks Eén of meerdere keren per week Eén of meerdere keren per maand Zelden of nooit  ga naar vraag V14a

13 1 2 3 4 5 6 7 8 9  10

Waarover praat u met uw kind? U kunt hier meerdere antwoorden geven. Wat hij/zij heeft gedaan en geleerd op school Wat hij/zij leuk of juist niet leuk vindt aan de lesstof Wat hij/zij moeilijk of makkelijk vindt aan de lesstof Leerproblemen Relatie met andere leerlingen Relatie met docenten Verzuim en stoppen met school zonder diploma (optie alleen relevant voor voortgezet onderwijs) De keuze van vakken en/of vervolgopleiding Anders, namelijk ___________________________________________________________________________________ Weet ik niet

14a 1 2 3 4 5

Helpt u uw kind met zijn/haar huiswerk? Dagelijks Eén of meerdere keren per week Eén of meerdere keren per maand Zelden of nooit Niet van toepassing, mijn kind krijgt geen huiswerk

63


64

14b 1 2 3 4 5

Leest u uw kind thuis voor? Dagelijks Eén of meerdere keren per week Eén of meerdere keren per maand Zelden of nooit Niet van toepassing, mijn kind is daar te oud voor

15 1 2 3 4

Heeft u contact met de school over hoe u uw kind kunt helpen met huiswerk? Nee, ik heb geen contact met de school hierover Ja, ik vraag de school wat ik kan doen om mijn kind te begeleiden Ja, de school heeft tips en richtlijnen voor ouders voor het begeleiden van hun kind Weet ik niet/geen antwoord

16 1 2 3 4 5 6 7 8

Krijgt u van de school informatie over hoe u uw kind thuis het beste kan helpen met het huiswerk? U kunt hier meerdere antwoorden geven. Nee, mijn kind krijgt geen huiswerk  ga naar vraag 17a Nee, ik krijg geen informatie van de school  ga naar vraag 17a Ja, schriftelijke/digitale informatie Ja, een mondelinge toelichting over de beste aanpak om kinderen thuis te ondersteunen Ja, we geven lesmaterialen voor gebruik thuis Ja, het is besproken bij gesprekken op school Ja, er worden thema-/informatiebijeenkomsten georganiseerd Ja, op een andere manier, namelijk __________________________________________________________________

16a 1 2 3

Heeft u iets met deze informatie gedaan? Ja, namelijk ______________________________________________________________________________________ Nee Weet ik niet

17 1 2 3 4 5

Krijgt uw kind hulp van een persoon of instantie om hem/haar te helpen met zijn/haar schoolwerk? Nee, mijn kind krijgt geen extra hulp Ja, huiswerkbegeleiding bij ___________________________________________________________________________ Ja, bijles Ja, anders namelijk ________________________________________________________________________________ Weet ik niet

17a 1 2 3 4 5 6

Vindt u dat de andere ouders van leerlingen op de school van uw kind over het algemeen voldoende betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind? Ja, allemaal Ja, de meeste Sommigen wel, sommigen niet Nee, de meeste niet Nee, bijna geen enkele ouder is betrokken Weet ik niet

18 1 2 3 4 5 6

Heeft u weleens klachten of tips doorgegeven aan de schoolleiding of de medezeggenschapsraad? Nee  ga naar vraag 20 Ja, klachten over de organisatie van zaken op school Ja, klachten over bepaalde docenten Ja, klachten over het onderwijs op school Ja, klachten over _________________________________________________________________________________ Weet ik niet  ga naar vraag 20

19 1 2 3 4

Hoe is er met deze klachten of tips omgegaan? Daar is naar tevredenheid iets mee gedaan Daar is iets mee gedaan, maar niet naar tevredenheid Daar is niets mee gedaan Weet ik niet

20 1 2 3 4

Bent u weleens uitgenodigd om mee te werken aan een oudertevredenheidsonderzoek op school? Ja, ik heb daaraan ook meegewerkt Ja, maar ik heb daaraan niet meegewerkt Nee, nooit gevraagd  sla vraag 21 over Weet ik niet  sla vraag 21 over

21 1 2 3 4

Wat heeft de school gedaan met de resultaten van het oudertevredenheidsonderzoek? Teruggekoppeld aan ouders en het schoolbeleid zichtbaar aangepast Teruggekoppeld aan ouders, maar het schoolbeleid is niet zichtbaar aangepast Niet teruggekoppeld aan ouders, niets van gehoord Weet ik niet

Ouderbetrokkenheid

Er volgen nu enkele vragen waarin u uw algemene waardering over de school kunt uiten 22

23

V24

Als u een cijfer mag geven voor de school van uw zoon of dochter, welk cijfer geeft u dan? (van 1 = zeer slecht tot 10 = uitmuntend)

Kunt u met behulp van een rapportcijfer (van 1 = zeer slecht tot 10 = uitmuntend) van onderstaande onderdelen aangeven hoe u vindt dat de school dit doet? 1 zeer 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Weet slecht uitmuntend ik niet Het betrekken van ouders bij het onderwijs            Uitnodigen van ouders om hun mening te            geven Het stimuleren van ouders om thuis activiteiten te ondernemen die gunstig zijn            voor de leerprestaties van het kind (voorlezen, helpen bij huiswerk). Het betrekken van ouders bij het leren van            hun kind Het adviseren van ouders bij beslissingen over de keuze van vakken en/of            vervolgopleiding van hun kind (alleen invullen als uw kind op het voortgezet onderwijs zit) Het adviseren van ouders bij de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs (alleen invullen            als uw kind op de basisschool zit) Kunt u met behulp van een rapportcijfer van onderstaande onderdelen aangeven hoe belangrijk u het vindt dat de school hier aandacht aan geeft? (van 1 = zeer onbelangrijk tot 10 = zeer belangrijk) 1 zeer 2 3 4 5 6 7 8 9 10 zeer Weet onbelangrijk belangrijk ik niet Het betrekken van ouders bij het            onderwijs Uitnodigen van ouders om hun mening            te geven Het stimuleren van ouders om thuis activiteiten te ondernemen die gunstig            zijn voor de leerprestaties van het kind (voorlezen, helpen bij huiswerk). Het betrekken van ouders bij het leren            van hun kind Het adviseren van ouders bij beslissingen over de keuze van vakken en/of vervolgopleiding van hun kind            (alleen invullen als uw kind op het voortgezet onderwijs zit) Het adviseren van ouders bij de schoolkeuze voor het voortgezet            onderwijs (alleen invullen als uw kind op de basisschool zit)

25 1 2 3 4

Vindt u dat de school zich voldoende inspant om ouders bij de school en het leren van kinderen te betrekken? Ja, de school doet het maximale Ja, de school doet voldoende, maar zou nog meer kunnen doen, namelijk _____________________________________ Nee, de school zou meer kunnen doen, namelijk… _______________________________________________________ Weet ik niet

26

U hebt nu verschillende vragen over de betrokkenheid van ouders bij het leren van hun kind beantwoord. Als laatste willen we u het volgende vragen: Wat zou er gedaan kunnen worden om de betrokkenheid van ouders te vergroten?

X

65


27 1 2

Heeft u de week Opgroeien in Zuid! bezocht? Ja Nee

28 1 2 3 4 5 6 7

U heeft de week niet bezocht, waarom niet? Meerdere antwoorden mogelijk ik wist niet dat deze week er was ik wist niet dat deze week er was geen interessant programma de tijdstippen kwamen niet uit, geen tijd oude informatie, geen nieuws anders, namelijk weet ik niet

29 1 2 3 4 5

Wat vond u van het programma? goed ik had graag meer kinderactiviteiten gezien ik had graag mijn mening willen geven en/of in gesprek met anderen gegaan anders, namelijk weet ik niet

Dit waren alle inhoudelijke vragen, er volgen nu enkele vragen voor de statistiek 30

Wat is uw leeftijd?

31 1 2 3

Wat is uw geslacht? Man Vrouw Weet niet, geen antwoord

32

Wat is …. Nederland Suriname Antillen, Aruba Turkije Marokko Europa (inclusief voormalige Sovjet-Republieken) VS, Canada, Australië, Nieuw Zeeland, overig Oceanië, Japan, Indonesië, Nederlands Indië overig Azië, overig Midden- en Zuid-Amerika, overig Afrika onbekend (geen antwoord)

66

uw geboorteland 1 2 3 4 5

geboorteland moeder 1 2 3 4 5

geboorteland vader 1 2 3 4 5

6

6

6

7

7

7

8

8

8

9

9

9

33 1 2 3 4 5 6 7 8 9  10  11  12  13

Wat is uw hoogst voltooide opleiding? geen opleiding gevolgd of enkele jaren lagere school, basisschool gevolgd lagere school, basisschool, speciaal onderwijs VSO, voortgezet speciaal onderwijs VBO/LBO (huishoud-, ambachtschool, LTS, interne bedrijfsopleiding), MBO-kort, leerlingwezen, ULO, BBL/BOL 1-2 MAVO, MULO, VMBO MBO-lang, interne opleiding op mbo-niveau, BBL/BOL 3-4 HAVO, VWO, HBS, MMS HBO, interne opleiding op hbo-niveau WO, universiteit, kandidaatsexamen opleiding in buitenland gevolgd Anders, namelijk __________________________________________________________________________________ Weet niet Geen antwoord

34 1 2 3

Kunt u aangeven hoe uw huishouden is samengesteld? (Echt)paar zonder (thuiswonende) kind(eren) 4 (Echt)paar met thuiswonend(e) kind(eren) 5 Eén-ouder met thuiswonend(e) kind(eren) 6

Anders, met thuiswonend(e) kind(eren) Anders, zonder thuiswonend(e) kind(eren) Weet niet, geen antwoord

Ouderbetrokkenheid

35

Wat is uw postcode?

36 1 2 3 4 5

In welk stadsdeel is de school van uw kind gevestigd? Centrum Westpoort West Nieuw-West Zuid

37

Mocht u nog op- of aanmerkingen hebben dan kunt u deze hieronder kwijt.

6 7 8 9

Oost Noord Zuidoost Weet niet, geen antwoord

X Hartelijk dank voor uw tijd en medewerking.

67

Ouderbetrokkenheid Eerste onderzoek Digipanel Zuid

Recommend Documents