t s t e o e t f f e n e s a t V
Ouder-kinderkatechese deel 2 leerhuis
INHOUD
1. Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
3
2. De achtergrond van joodse feesten: de kringloop van de natuur
10
3. Vieren in de kerk
16
4. Thuis vieren met kinderen
21
leerhuis
leerhuis
hoofdstuk 1
Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
Feesten als hoogtepunten en merktekens Overal ter wereld worden er feesten gevierd: nationale feesten, feesten die horen bij iemands persoonlijke levensloop (zoals verjaardagsfeesten en bruiloften), en godsdienstige feesten. Al deze feesten vormen hoogtepunten in het menselijk bestaan; zij geven het leven kleur, en bevestigen het gemeenschapsgevoel. Bovendien zijn feesten belangrijk om de identiteit van bepaalde gemeenschappen te onderstrepen (denk aan godsdienstige feesten, maar ook bijvoorbeeld aan de viering van de Dag van de Arbeid, of aan de IJzerbedevaart). In de komende weken gaan wij de achtergrond verkennen van de christelijke feesten. En daarbij zullen we dus ook het karakteristieke van de christelijke levensbeschouwing op het spoor komen.
Christelijk geloof is ouder dan de christelijke feesten Wij kennen drie grote christelijke feesten: het kerstfeest, Pasen en Pinksteren. De rode draad die deze feesten met elkaar verbindt is het leven van Jezus Christus: met Kerst vieren wij zijn geboorte, met Pasen zijn opstanding uit de dood, en met Pinksteren de komst van de door hem beloofde Geest. Hoewel feesten als Kerst, Pasen en Pinksteren bijna niet weg te denken zijn uit onze christelijke traditie, is het goed te weten dat er christenen zijn en zijn geweest die het kerstfeest helemaal niet kennen of gekend hebben. Oosters-orthodoxe christenen bijvoorbeeld vieren niet de geboorte van Jezus. Zij vieren op 6 januari Epifanie: het feest van de verschijning van Christus in de wereld. Bovendien zijn de christelijke feesten niet even oud als het christelijk geloof en hebben de eerste christenen de feesten zoals wij die kennen dus niet gevierd. Want geloof is ouder dan de feesten die het mogelijk maken om dat geloof te benadrukken en te vieren. Er is immers tijd nodig om een traditie rondom feestdagen op te bouwen. Wat wij nu kennen als traditionele christelijke feestdagen is het resultaat van een proces. Daarbij is het goed te beseffen dat er aan de meeste christelijke feesten joodse feesten ten grondslag liggen.
Welke jeugdherinneringen hebt u aan de christelijke feesten? Hoe werden die feesten bij u thuis gevierd? Waar lag de nadruk op en waaraan was dat te merken? Welk feest vond u het fijnste en waarom?
Ook joden kennen een paas- en een pinksterfeest De eerste christenen, die onze christelijke feestkalender dus nog niet kenden, vierden al wel Pasen en Pinksteren.
leerhuis 3
hoofdstuk 1
Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
Dat was ook voor de hand liggend: ook joden kenden en kennen een paas- en een pinksterfeest, en de eerste christenen waren joden. We mogen rustig aannemen dat deze eerste christenen gewoon alle joodse feesten bleven vieren. Dat deed Jezus zelf immers ook: Jezus was volop jood en vierde jaarlijks de joodse feesten. Wij kennen uit de bijbel verhalen dat Jezus met zijn leerlingen naar Jeruzalem ging om daar bijvoorbeeld het joodse paasfeest te vieren. Ook in het pinksterverhaal uit Handelingen 2 staat dat Jezus’ leerlingen in Jeruzalem temidden van joden uit allerlei landen het (joodse) pinksterfeest vierden.
Het liefst vierden joden hun feesten in Jeruzalem, in de stad waar de tempel stond. Daarom was het daar tijdens de feestdagen ontzettend druk. Ook Jezus trok verschillende keren ‘op’ naar Jeruzalem om feest te vieren. Veel bijbelverhalen die zich in Jeruzalem afspelen, vinden plaats op een van de joodse feestdagen. Kunt u voorbeelden noemen? (zie bijvoorbeeld Luc 2:40-52, Joh 2:13-25, Mc 14:1, 12, Hand 2:1-13)
Eerste christenen waren en bleven joden Christenen waren in die tijd joden die in Jezus de ware mens en de ware menselijkheid herkenden: de mens en de menselijkheid zoals God die bedoeld had en zoals de thora (de kern van het Oude Testament) die bij de beschrijving van de joodse leefregels op ‘t oog had. Deze jodenchristenen bleven gewoon jood, en de groei van de eerste gemeente bestond louter en alleen uit joden die - als jood - volgeling van Christus wilden zijn. We weten van de apostelen dat zij aan velen getuigenis aflegden van hun geloof, maar zij richtten zich wel uitsluitend tot hun joodse geloofsgenoten. Hén hadden zij iets te vertellen over een bijzondere jood: Jezus van Nazaret.
Wie is Jezus voor u? Een leraar, een voorbeeld, de Heiland, Zoon van God, een profeet, ...?
Een grote doorbraak: zending onder de heidenen Zending onder de heidenen was iets dat eenvoudig niet in het hoofd van de eerste christenen opkwam: het nieuws over Jezus Christus was immers een jóódse aangelegenheid! Dat er later wel heidenen christen konden worden, mag dan ook als een grote doorbraak gezien worden. Een doorbraak die door Gods Geest in gang is gezet. In de bijbel wordt deze doorbraak in de Handelingen der Apostelen (hoofdstuk 10 en 11) beschreven. Kort samengevat gaat het verhaal zo: Petrus droomt. In zijn droom heeft hij honger en ziet hij een groot tafellaken met voedsel daarop uit de hemel neerdalen. Daarmee kan hij zijn honger stillen. Echter, ‘t is wel onrein voedsel: voedsel dat hij als jood niet mag eten. Trouw aan zijn joodse geloof weigert Petrus dan ook iets daarvan te eten.
4
leerhuis
hoofdstuk 1
Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
En dan klinkt er tot drie keer toe een stem: ‘Wat God rein verklaard heeft, moogt gij niet voor onheilig houden.’ Dan wordt Petrus wakker, en terwijl hij nog over zijn droom nadenkt, wordt er aan de deur geklopt. Twee gezanten van de heidense hoofdman Cornelius uit Caesarea staan op de stoep en nodigen Petrus namens Cornelius uit om ook hem over Jezus te vertellen. En met de herinnering aan zijn droom neemt Petrus de uitnodiging aan en zegt: ‘Gij weet, dat het een jood verboden is zich te voegen bij, of te gaan tot een niet-jood; doch mij heeft God doen zien, dat ik niemand onheilig of onrein mag noemen.’ Het bezoek wordt een wonderlijk gebeuren: van beide kanten springen er vonken over, de grens tussen jood en heiden smelt en men ervaart dat als de werking van de Heilige Geest. Waarop Petrus Cornelius op diens verzoek doopt. Voor ‘t eerst treedt een niet-jood toe tot de gemeente van Christus. Petrus wordt er later door de andere apostelen kritisch over bevraagd, en zegt dan dat hij vond dat hij het niet had kunnen maken om Cornelius niet te dopen. Als God zelf het geloof en de Heilige Geest aan mensen als Cornelius geeft, hoe zou aan zulke mensen dan de toetreding tot de gemeente geweigerd kunnen worden? De apostelen blijken gevoelig voor Petrus’ argument, en vanaf dat moment is de weg naar de heidenen geopend en bestaan er joden-christenen en heiden-christenen.
Het begin van twee aparte tradities: joods en christelijk De toetreding van heiden-christenen tot de gemeente bracht in de loop der tijd de discussie op gang in hoeverre het voor deze mensen noodzakelijk was zich te houden aan de joodse leefregels en feesten. M.a.w.: in hoeverre moesten heidenen om Christus te belijden eerst helemaal volledig jood worden? Moesten ze, als ze gedoopt waren, ook nog besneden worden om erbij te horen, of was de doop voldoende? En hoe zat het met het nakomen van de spijswetten? Blijkens de brieven die Paulus schreef aan de gemeentes in Rome en Galatië ging het bij deze discussies in de gemeenten hard tegen hard. Logisch ook, want de identiteit van de gemeente was in het geding. De joden-christenen zeiden: ‘Prima als er heidenen bijkomen, maar dan moeten ze zich wel de joodse wortels van het geloof eigen maken, door zelf net als Jezus, jood te worden.’ En de heiden-christenen zeiden: ‘Wij zijn gedoopt en daardoor horen we er volledig bij. Dan mogen jullie nu niet zeggen dat we er door onze doop maar half bijhoren. God heeft zelf laten weten dat het heil niet alleen voor de joden bestemd is, dan mogen jullie nu niet doen alsof alleen joden erbij horen.’ Deze gedachten werden na een uitvoerige discussie door de joden-christenen gedeeld, en zo ontstond er voor de christelijke gemeentes ruimte om zich in haar rituelen en feesten meer van de joodse traditie te onderscheiden.
In de beginperiode van de kerk hadden joden-christenen en heiden-christenen hun eigen identiteit. Waaraan waren zij herkenbaar? Waaraan zijn christenen in deze tijd herkenbaar?
leerhuis 5
hoofdstuk 1
Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
Het belang van de joodse feesten voor het verstaan van de christelijke feesten Hoewel de christelijke gemeentes zich in hun rituelen en feesten onafhankelijker van de joodse traditie zijn gaan ontwikkelen, is die joodse achtergrond in de christelijke feesten tot op vandaag aanwezig. Sterker nog: om de christelijke feesten goed te verstaan, moeten we blijvend oog hebben voor de joodse wortels ervan. Deze zijn het duidelijkst aanwezig bij Witte Donderdag, bij de paaswake, en bij het paas- en pinksterfeest. Het christelijke Avondmaal op Witte Donderdag heeft z’n achtergrond in de joodse Pesachmaaltijd: beide maaltijden vieren bevrijding, en gedenken de manier waarop God bevrijdt. Het laatste Avondmaal dat Jezus vierde, wás ook een joodse Pesachmaaltijd. Joden gedenken aan de vooravond van hun paasfeest de weg die het volk Israël is gegaan: dwars door de slavernij en dwars door het doodswater van de Rode Zee. Als herinnering aan die bittere tijd van slavernij eten zij o.a. bittere kruiden. Ongezuurde koeken (matses) herinneren aan het brood dat in alle haast gebakken werd, voordat het volk optrok uit Egypte richting beloofde land. Heel symbolisch wordt dit paasbrood, dit brood der ellende, gebroken en rondgedeeld. Al etend gedenken de joden het lijden dat Israël heeft moeten ondergaan - en nog ondergaat. Toch is de Pesachmaaltijd geen treurig gebeuren, maar een feest. Er worden liederen gezongen en verhalen verteld over God, die redt uit ellende en een einde maakt aan het lijden van zijn volk. Ook de wijn die bij de maaltijd wordt gedronken, onderstreept het feestelijke karakter ervan. En hoopvol wenst men elkaar aan het slot toe de Pesachmaaltijd ‘volgend jaar in Jeruzalem’ te kunnen vieren. Wie wel eens een christelijke paaswake heeft meegemaakt, ontdekt dat ook hierin elementen uit de joodse Pesachviering zijn verwerkt. Aan het begin van de paaswake vraagt een kind namelijk: ‘Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten?’ En diezelfde vraag wordt aan de vooravond van het joodse paasfeest door het jongste aanwezige kind gesteld. Zowel in de christelijke paaswake als bij de joodse Pesachviering is die vraag aanleiding om uitvoerig te verhalen over het lijden en over Gods bevrijdende geschiedenis met zijn volk: hoe Hij zijn volk uit het lijden verloste, en hoe Hij licht schiep in de duisternis. Ook het christelijke paasfeest is direct verbonden met het joodse paasfeest: opstanding uit de dood als bevrijding van de doodsmacht en bevrijding uit de slavernij hebben duidelijk verwante betekenissen. Bovendien is het paasfeest voor zowel joden als christenen hét belangrijkste feest, een feest van levensbelang. Als God geen einde gemaakt zou hebben aan de slavernij in Egypte, zou het volk Israël, als volk dat op weg ging naar het beloofde land, nooit zijn geboren. En als Jezus niet was opgestaan, zou er nooit een christelijke kerk, als volk op weg naar het Koninkrijk van God, zijn ontstaan. Het christelijke pinksterfeest ten slotte (de Geest wordt uitgestort over mensen uit alle landen en van alle talen) is de christelijke manier om te vieren dat Gods heil voor álle mensen is. De joden vieren op hun pinksterfeest dat God een Verbond met Israël sloot en hen op de berg Sinaï de Wet gaf met de bedoeling hen zó te leren leven dat ze tot zegen zouden zijn voor álle volken. Ook dit joodse pinksterfeest is dus een grensoverschrijdend feest: Gods heil valt niet samen met de grenzen van Israël, maar is bedoeld voor álle mensen, het gaat vérder. In de synagoge
6
leerhuis
hoofdstuk 1
Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
wordt op het pinksterfeest altijd het ‘grensoverschrijdende’ bijbelboek Ruth voorgelezen. Daarin wordt verteld over de buitenlandse vrouw Ruth, die als vreemdeling tot geloof komt, die een voorbeeld wordt van geloofsvertrouwen (‘Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God’) en de stammoeder van koning David (en via hem van Jezus!) wordt. M.a.w.: Israël is verbonden met mensen buiten haar eigen kring.
Wat vindt u van de titel van deze paragraaf? Wat was voor u nieuw in deze paragraaf?
Joodse en christelijke feestkalenders lopen niet toevallig parallel Opvallend aan de hierboven beschreven feesten is niet alleen dat de betekenis van de joodse en de christelijke variant heel dicht bij elkaar ligt, ook de plaats van de feesten in het jaar loopt parallel. Zo gaat de joodse Pesachmaaltijd vooraf aan het joodse paasfeest, net als in de kerk Witte Donderdag en de paaswake voorafgaan aan het paasfeest. Ook is het zo dat beide paasfeesten in dezelfde tijd van het jaar gevierd worden: in de lente, bij het dóórbreken van het nieuwe leven (in het volgende hoofdstuk zal blijken dat ook dit niet toevallig is). Het joodse paasfeest wordt steevast gevierd op de 15e van de joodse maand Nissan, het christelijke paasfeest valt op de eerste zondag ná de eerste volle maan in de lente. Daarom verspringt het paasfeest bij ons ieder jaar qua datum. Soms vallen het joodse en het christelijke paasfeest samen. En ten slotte: tussen Pasen en Pinksteren zitten zowel bij de joden als bij de christenen precies 50 dagen (het woord ‘pinksteren’ betekent dan ook: 50e).
Nog meer parallellen Verzoening vieren joden en christenen ook beide. Het is dus niet zo dat verzoening iets typisch christelijks is. Joden kennen vanouds de Grote Verzoendag (=Jom Kippoer). Christenen geloven dat God zich in de opstanding van Jezus op paasmorgen met zijn schepping verzoent. Jom Kippoer staat in het jodendom niet zoals in het christendom in relatie tot het paasfeest, maar in relatie tot het joods nieuwjaar (Rosj Hasjana). Overeenkomst is wel de relatie tussen verzoening en een nieuw begin: ‘t één kan niet zonder het ander.
leerhuis 7
hoofdstuk 1
Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
Feesten zonder parallellen Niet alle joodse feesten hebben hun christelijke variant en omgekeerd. De christelijke kerk kent bijvoorbeeld geen loofhuttenfeest (joden wonen dan - zo mogelijk een week lang in een zelfgemaakt hutje van takken, als herinnering aan het verblijf in de woestijn). Ook kennen wij niet het feest: Vreugde der Wet (joden vieren dan hoe blij zij zijn met Gods leef- en spelregels). Omgekeerd kennen joden geen Hemelvaartsdag (precies 40 dagen na Pasen, omdat Jezus volgens Lucas na zijn opstanding nog 40 dagen aan de mensen verscheen en toen ten hemel voer).
‘t Zijn de verhalen die de feesten hun inhoud geven Zowel bij de joodse als bij de christelijke feesten geldt heel wezenlijk: het zijn de verhalen die de feesten hun inhoud geven. Als die verhalen niet meer de vulling en samenhang aan de feesten geven, verliezen de feesten hun oorspronkelijke zin, en dan is het de vraag wat er van overblijft. In de loop van de tijd moet het zo zijn gegaan, dat er op de oorspronkelijke joodse feesten gaandeweg (ook) andere verhalen werden verteld. Verhalen, die qua thematiek overeenkwamen met de joodse feesten, maar waarin de figuur van Jezus een hoofdrol speelde. Later - misschien wel door de toetreding van heidenchristenen - werden die oorspronkelijke joodse verhalen op de tweede plaats gezet en werd er voorrang gegeven aan de specifiek christelijke verhalen. Met als gevolg dat veel mensen nu nog steeds denken dat er een diepe kloof bestaat tussen het christelijke en het joodse geloof. Die gedachte is onterecht. Het is wel waar dat ze als godsdienstige tradities uit elkaar gegroeid zijn en dat ze ieder een eigen ontwikkeling hebben doorgemaakt, los van de ander. Maar de God waarin christenen en joden geloven is Eén en Dezelfde, en de waarden die kerk en synagoge doorgeven aan volgende geslachten zijn ook dezelfde. En wie de feesten van christenen en joden vergelijkt, ontdekt ook dat de christelijke feesten hun wortels hebben in de joodse.
Als u kijkt naar de verhalen die christenen vertellen op de grote feestdagen, welke daarvan spreekt u dan het meest aan en waarom? M.a.w.: welk christelijk feest heeft op grond van zijn inhoud de meeste betekenis voor u en waarom?
Het kerstfeest: een verhaal apart Het kerstfeest is tot nu toe onbesproken gebleven. Dat komt omdat de ontstaansgeschiedenis van het kerstfeest afwijkt van die van de andere christelijke feesten. De theorie dat de christelijke feesten langzaam zijn gegroeid op de wortels van bestaande joodse feesten gaat voor het kerstfeest niet op. Het kerstfeest is namelijk door een besluit van de toenmalige autoriteiten als extra christelijk feest ‘ingesteld’. Vermoedelijk is dit gebeurd rond het jaar 336, toen Constantijn de Grote keizer was van het Romeinse Rijk. Deze keizer bekeerde zich
8
leerhuis
hoofdstuk 1
Christelijke feesten hebben een joodse achtergrond
tot het christelijk geloof en maakte het christendom tot staatsgodsdienst. De instelling van het kerstfeest had onder meer tot doel de van oorsprong heidense bewoners van het Romeinse Rijk te ‘kerstenen’ (= christelijk te maken): voortaan zouden zij ieder jaar het kerstfeest (= Christus-feest) moeten vieren.
Kunt u zich voorstellen om geen kerstfeest te vieren? Wat zou dan allemaal achterwege blijven en wat is daarvan voor u het belangrijkste?
leerhuis 9
hoofdstuk 2
De achtergrond van joodse feesten: de kringloop van de natuur
Heidense natuurfeesten vormen de basis voor joodse feesten We zagen in het voorafgaande dat er joodse feesten ten grondslag liggen aan de christelijke feesten. We zagen ook dat die oorspronkelijk joodse feesten in een ander kader kwamen te staan doordat er op die feesten nieuwe verhalen werden verteld die steeds meer de inhoud en vulling van de feesten gingen bepalen. Maar ook de joodse feesten zijn niet zomaar ontstaan: ook aan de joodse feesten liggen andere feesten ten grondslag. Bij het opstellen van de joodse feestkalender heeft men aangeknoopt bij de toen al bestaande traditie van steeds terugkerende feesten: de feesten die hoorden bij de kringloop van de natuur. Te denken valt hierbij aan lente- en oogstfeesten.
Wat voor ervaringen hebt u met heidense natuurfeesten (denk aan: meiboom, Stöppelhaene, folklorefeesten in binnen- en buitenland)? Wat werd/wordt daar gevierd en hoe? Was/is er daarbij sprake van symbolen en rituelen, en zo ja, welke? Wat beteken(d)en die?
Pasen - lentefeest, Pinksteren - oogstfeest Pasen is een feest dat in de lente valt. Dat is niet toevallig zo. Het paasfeest wás oorspronkelijk een lentefeest. Men vierde de geboorte van het nieuwe leven: bomen kregen nieuwe bladeren, vogels begonnen weer te zingen, nesten werden gebouwd en de eerste bloemen begonnen te bloeien. Voor de mensen van toen was dit alles reden genoeg om feest te vieren. Het joodse paasfeest voegde aan dit natuurfeest haar eigen verhaal toe: het verhaal over de geboorte van nieuw leven door bevrijding uit de slavernij. En christenen vertelden op dit feest hún verhaal: het verhaal over nieuw leven door opstanding uit de dood. Het pinksterfeest is vanouds een oogstfeest, ook wel genoemd het feest van de ‘eerstelingen’. De ‘eerstelingen’, de eerste vruchten van het veld en van de akker werden op dit feest naar de tempel gedragen en opgedragen aan ‘Moeder Aarde’, of hoe men de god van de natuur ook noemde. Nog steeds wordt bij de joden het huis en de synagoge op Pinksteren vrolijk versierd met bloemen en vers fruit. Maar de joden voegden ook aan dit feest hun eigen verhaal toe: zij, het joodse volk, waren Gods ‘eerstelingen’. Zíj hadden de Wet gekregen en waren door God geroepen deze leefregels na te komen, opdat uiteindelijk de volle oogst binnengehaald zou kunnen worden: ooit zou heel de mensheid delen in het heil, en in vrede en gerechtigheid met elkaar samenleven, overeenkomstig de bedoeling van de Wet. En zoals bekend vertellen christenen op dit feest over de uitstorting van de Heilige Geest op de discipelen. Zíj waren toen in Jeruzalem de ‘eerstelingen’, en werden eropuit gezonden om heel de wereld te laten delen in deze Geestesgave, met als zelfde doel: alle volkeren op aarde zullen in vrede en gerechtigheid met elkaar samenleven.
10
leerhuis
hoofdstuk 2
De achtergrond van joodse feesten: de kringloop van de natuur
Kerstfeest - midwinterfeest Wij weten al dat ons kerstfeest een verhaal apart is: het feest heeft geen wortels in de joodse traditie. Maar net zoals de joodse feesten is het kerstfeest gebouwd op een bestaand heidens natuurfeest, nl. het midwinterfeest. Op dit feest werd gevierd dat de kortste dag voorbij is en dat de dagen weer langer worden. Oftewel: men vierde het keerpunt tussen donker en licht. Toen het kerstfeest werd ingesteld, werd daarvoor niet voor niets de 25e december gekozen. Op die dag werd nl. het heidense midwinterfeest gevierd. Daardoor kwam het kerstfeest in de plaats van het heidense midwinterfeest. Op dit oude feest werd nu voortaan het verhaal verteld dat Christus als een Licht in de donkere wereld was gekomen.
Uit hoeveel lagen bestaat ons paas-, pinkster- en kerstfeest? Kunt u nog elementen uit vroegere lagen terugvinden in de feesten zoals wij die nu vieren?
Natuurfeesten en feesten met een verhaal Joodse en christelijke feesten zijn dus beide geënt op de feesten die horen bij de kringloop van de natuur. Ze zijn erop geënt, maar toch zijn ze wezenlijk anders. Want in tegenstelling tot natuurfeesten zijn joodse en christelijke feesten, feesten met een verhaal. Het is alsof jodendom en christendom aan de wereld bekend willen maken: ‘Er is méér dan de eindeloze kringloop van de natuur. En het leven is méér dan een eindeloze herhaling van opgaan-bloeien-ondergaan, ofwel geboren worden-groeien-rijpen-aftakelen-sterven. Het leven is niet net als de natuur: een zich steeds herhalende kringloop, waarin niets beklijft en waardoor je je maar moet neerleggen bij alles wat er gebeurt. Er is een God die hierboven uitstijgt en die mensen roept hier ook bovenuit te stijgen door met hem een geschiedenis van gerechtigheid en liefde te maken. Het leven krijgt pas zin als je met die geschiedenis mee gaat doen.’ Liefde leren en recht doen, dáár gaat het om in het joodse en christelijke geloof, dát beklijft en heeft eeuwigheidswaarde. Het tilt je uit boven een levensbeschouwing die één grote herhaling van steeds hetzelfde is: opgaan-blinken-verzinken.
Waar gaat het volgens u boven alles om bij een levensbeschouwing van opgaan-blinken-verzinken? Oftewel: welke waarden worden volgens u bij deze levensbeschouwing het belangrijkste gevonden? Kunt u zich voorstellen dat mensen uit onze tijd die waarden vergoddelijken en aanbidden? Kunt u daarbij voorbeelden bedenken?
leerhuis 11
hoofdstuk 2
De achtergrond van joodse feesten: de kringloop van de natuur
Het verhaal geeft de feesten inhoud en onze levens perspectief Vandaar dat de verhalen die verteld worden op de joodse en christelijke feesten het leven telkens uittillen boven de kringloop van de natuur, en het zetten in het perspectief van de geschiedenis van liefde en gerechtigheid. Voor Pasen, Pinksteren en het kerstfeest betekent dat het volgende: Op het paasfeest vieren joden dat ze bevrijd zijn om de weg van liefde en gerechtigheid te gaan. Christenen vieren dat Jezus die weg tot het uiterste ging, vermoord werd, maar door God werd opgewekt uit de dood. De weg van liefde en gerechtigheid loopt niet dood, al gaat ze soms door hele diepe dalen heen. Op het pinksterfeest vieren joden dat ze als eersten de Wet ontvingen, de leefregels voor de weg van gerechtigheid en liefde. De gave van de Wet is tegelijk opgave om er naar te leven. En christenen vieren dat zij de Geest kregen, om op die weg van gerechtigheid en liefde in de Geest van Jezus voort te gaan - totdat heel de wereld die weg gaat en Gods Naam door iedereen geprezen wordt. Kerstfeest, aan de aantallen kerkgangers te zien voor veel christenen het belangrijkste feest, is in feite het minst belangrijke feest. Drie eeuwen lang hebben christenen het altijd zonder kerstfeest moeten doen en zij zijn er wel bij gevaren. En nog steeds zien Oosters-orthodoxe christenen in Christus’ verschijning in de wereld (Epifanie) meer aanleiding om feest te vieren dan in de geboorte van Jezus. Kerstfeest heeft alleen maar betekenis als Pasen en Pinksteren erbij worden betrokken: de geboorte van Jezus is alleen maar betekenisvol als je erbij bedenkt dat het Jézus was, die de weg van gerechtigheid en liefde tot het uiterste is gegaan en door God juist daarom werd opgewekt uit de dood (Pasen) - en dat Jezus’ opstanding voor veel mensen aanleiding was om zélf in beweging te komen en Hem te volgen (Pinksteren). Zonder verbinding met Pasen en Pinksteren wordt het kerstfeest een feest zonder verhaal en zakt het af naar de feesten die horen bij de kringloop van de natuur. Dan blijft er niets meer over dan de viering van een geboorte: lief, zacht en teer en daar houdt het dan mee op. Het is het verháál dat de feesten - en onze levens - telkens opnieuw in het perspectief zet van Gods geschiedenis van gerechtigheid en liefde.
Wat blijft er volgens u van elk van de christelijke feesten over zonder verhaal? Wat zou u in uw leven missen als uw leven niet in relatie stond tot het Verhaal van Gods geschiedenis met de mensen?
Cyclisch denken en toekomstgericht denken De feesten die mensen vieren, en de reden waarom ze die feesten vieren, laten iets zien van hoe ze denken en wat ze belangrijk vinden. Het jodendom en het christendom hebben hun feesten gebouwd op de feesten die horen bij de kringloop van de natuur. Daarmee laten zij zien dat het leven wat hun betreft méér is dan de eindeloze herhaling van de kringloop van de natuur. Dat er iets is dat daar bovenuit stijgt: Gods geschiedenis van liefde en gerechtigheid in deze wereld.
12
leerhuis
hoofdstuk 2
De achtergrond van joodse feesten: de kringloop van de natuur
Hoe verschillend er ook vandaag nog gedacht wordt over de invloed die de kringloop van de natuur dient te hebben op onze christelijke levensbeschouwing, blijkt uit het volgende citaat uit een katecheseboekje: De oorsprong van de feesten is dus te vinden in de zogenaamde primitieve culturen met een ander levensritme en een ander tijdsbesef dan in onze westerse cultuur. De regelmatige terugkeer van de jaargetijden heeft mensen op de gedachte gebracht het voortschrijden van de tijd als een kringloop te beschouwen. Deze cyclische tijdsopvatting speelt vooral een rol in een agrarische samenleving, waar alle werkzaamheden gebonden zijn aan de seizoenen. Daarnaast kan landbouw zelf als een kringloop gezien worden: zaaien-planten-enten-verzorgen-oogsten, evenals het leven van mens en dier: voortplanting-geboorte-groei-bloei-dood. (...) Dit tijdsbesef begon in Europa te verdwijnen na de opkomst van de steden. In de stad is de economische activiteit minder seizoengebonden. Het hangt ook samen met de ontwikkeling van wetenschap en techniek sinds de 16e eeuw, waardoor de westerse mens de natuur meer en meer de baas werd. Mede door de invloed van het christendom veranderde dit cyclische tijdsbesef tot een lineair tijdsbesef. In deze opvatting gaat de tijd voort in een bepaalde richting. Onze cultuur is minder afhankelijk van de natuur dan de vroegere culturen. Onze tijdsbeleving is veranderd. Onze westerse samenleving is sterk op de toekomst gericht. Bij ons bepaalt de toekomst het handelen in het nu. Vooruitzien, dat is het devies van onze tijd. Vooruitgang, daar gaat het om! We proberen greep te krijgen op de toekomst. Plannen, programmeren, prognoses, dat zijn de kernwoorden van onze tijd. We willen steeds maar meer, steeds maar beter, steeds maar verder. In onze maatschappij regeren de klok, stopwatch, agenda en kalender ons bestaan. We jachten en jagen rusteloos verder. Daardoor hebben we weinig oog voor zonnestand en jaargetijde. We hebben weinig oog voor het ritme van licht en donker, warmte en koude, dat zich in geleidelijke, natuurlijke overgangen jaarlijks manifesteert. De verbondenheid met de natuur zijn we kwijtgeraakt. We kunnen haar beheersen (tot op zekere hoogte), maar haar nauwelijks bewonderen. Onze feesten zijn in waarde verminderd. Ze zijn gereduceerd tot een of twee dagen, die op zeer gevarieerde wijze besteed worden. Daarmee is het intensieve gevoel van de mensen voor de feesten in de jaarkringloop verloren gegaan. Feesten zijn voor veel mensen extra dagen vrij, een lange werkonderbreking. We besteden weinig dagen aan de voorbereiding, we leven er nauwelijks naar toe. De advent als voorbereiding op het kerstfeest, de veertigdagentijd van Pasen of de negendaagse noveen voor Pinksteren zijn zo goed als versleten. (uit: Van feest tot feest, samengesteld door Fr. Trieschnigg)
Wat herkent u in het citaat? Waar komt u beide soorten denken in uw leven tegen, en welke rol spelen/speelden ze?
leerhuis 13
hoofdstuk 2
De achtergrond van joodse feesten: de kringloop van de natuur
Nadelen van toekomstgericht denken In bovenstaand citaat wordt met recht aangegeven dat er naast een cyclische tijdsbeleving een lineaire tijdsbeleving bestaat en dat die laatste in onze cultuur is gaan overheersen, vooral door de overgang van een agrarische naar een industriële samenleving. Ook vertelt de schrijver dat het christendom medeverantwoordelijk is voor de overgang van het cyclische denken naar het toekomstgerichte denken. Dit toekomstgerichte denken heeft nadelen, zegt hij, ‘t leven wordt al te jachtig en we verliezen de verbondenheid met de natuur, hetgeen ook tot uiting komt in de manier waarop we onze christelijke feesten vieren. We zouden kunnen aanvullen dat ook de milieucrisis hier haar diepste oorzaak heeft: door het toekomstgerichte denken verloor de natuur haar eigenwaarde en werd gedegradeerd tot louter gebruiksvoorwerp (hoe halen we zoveel mogelijk gewin uit de natuur). Dat de natuur ook haar grenzen heeft, en tijd nodig heeft om te herstellen, dat is iets dat de milieucrisis duidelijk moest maken. Het toekomstgerichte denken in onze westerse cultuur heeft dus niet alleen het leven voor ménsen jachtig en oppervlakkig gemaakt, het heeft ook de natuur veel schade toegebracht. In 1967 schreef de Amerikaanse geleerde Lynn White een artikel, waarin hij stelde dat het Westerse christendom schuld heeft aan het ontstaan van de ecologische crisis. Als ondersteuning van zijn stelling gebruikte hij de volgende argumenten: • vanwege zijn toekomstgerichte denken heeft het westerse christendom het economische en technologische vooruitgangsdenken gestimuleerd. En dat kon ze door haar visie op de relatie mens-natuur. • hoewel de bijbel de mens allereerst als schepsel in beeld brengt, heeft het westerse christendom vooral die bijbelteksten onderstreept, waarin de mens mag heersen over de schepping, en de aarde mag onderwerpen. • niet de verbondenheid van de mens met en de verantwoordelijkheid voor de rest van de schepping werd door het westerse christendom benadrukt, maar het verschil tussen mens en natuur, en vooral de hogere plaats die de mens had in de rangorde.
Wat vindt u van de stelling en de argumenten van Lynn White? Sinds de publicatie van zijn artikel is er veel gebeurd. De Club van Rome kwam voor ‘t eerst bijeen in 1971, in de jaren ‘80 startte de Wereldraad van Kerken met het Conciliair Proces voor vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping. Hierdoor is in veel kerken de discussie gestart over een nieuwe omgang met de natuur.
Hoe voedt u uw kinderen op als ‘t gaat om hun houding t.o.v. de natuur? Welke woorden en waarden spelen daarbij een rol? Zijn dat dezelfde als die uit uw eigen jeugd, of zijn ‘t juist andere?
14
leerhuis
hoofdstuk 2
De achtergrond van joodse feesten: de kringloop van de natuur
Terug naar de natuur? De vraag is, hoe we met deze kritiek op het toekomstgerichte denken omgaan. Moeten we op grond van de nadelen van het toekomstgerichte denken maar kiezen voor een ‘terug naar de natuur’? Nee, dat zou dom en kortzichtig zijn en voorbijgaan aan de verworvenheden van jodendom en christendom. Het zou een terugval zijn in het cyclische denken van opgaan-blinken-verzinken, terwijl joden- en christendom juist zeggen: ‘Mensen, er is meer dan die eindeloze zich herhalende kringloop, ‘t gaat om het bouwen aan een toekomst van gerechtigheid en liefde.’ Het is waar: het jodendom heeft het toekomstgerichte denken ingevoerd, en het christendom heeft dat overgenomen. Maar zij verstonden daaronder: een leven gericht op een toekomst van gerechtigheid en liefde, het Koninkrijk Gods. En dat is wel een ander soort toekomst dan de toekomst die hoort bij het economische vooruitgangsgeloof van onze jachtige prestatiemaatschappij.
Gods Toekomst openhouden Wat er in onze westerse cultuur fout is gegaan, is dat christelijk geloof en economisch vooruitgangsgeloof op één lijn zijn gezet. Van het Koninkrijk Gods is een materialistisch welvaartsparadijs gemaakt. Voor díe denkfout moeten mensen nu de prijs betalen van een jachtig leven onder stress, en moeten ze nu zelfs leven met de angst dat de toekomst zélf gevaar loopt doordat de natuur haar grenzen heeft bereikt. Wat nu geleerd moet worden is díe denkfout in te zien en te corrigeren. Niet in de zin van een ‘terug naar de natuur’, want dat betekent uiteindelijk: ‘terug naar het cyclische denken’. Maar de correctie moet bestaan uit een zuiverder naleven van de bedoeling van het christendom: liefde leren en recht doen (en daar zou nu voortaan bij gezegd moeten worden: aan mensen én aan de natuur!) Alleen zó kunnen we de weg naar Gods Toekomst open houden.
Wat ziet u als de negatieve kanten van de westerse cultuur in onze moderne tijd? Hoe gaat u daar in uw leven mee om? En tot welke discussies leidt dat met uw kinderen?
leerhuis 15
hoofdstuk 3
Vieren in de kerk Het kerkelijk jaar We weten nu iets meer over de achtergrond van de christelijke feesten. We hebben het gehad over het ontstaan van de feesten, over de joodse wortels ervan en over de levensbeschouwing die ten grondslag ligt aan onze feesten. Daarom richten we de blik nu iets dichter bij huis: naar de kerk waar die feesten jaar in jaar uit gevierd worden, en waar mensen leven in het ritme van het kerkelijk jaar. Het kerkelijk jaar is de naam voor de ‘kalender van de kerk’. Alle feesten staan erop, en zij staan in een bepaalde logische volgorde ten opzichte van elkaar. Die logische volgorde wordt bepaald door de opeenvolging van de gebeurtenissen in het leven van Jezus.
Begin en eind Omdat het leven van Jezus de rode draad vormt voor het kerkelijk jaar, begint het kerkelijk jaar niet op 1 januari, maar op de eerste zondag van de advent, dus eind november/begin december. Dan moet alles immers nog beginnen: we bereiden ons dan voor op de komst van de Heer, op het heil dat van Godswege op aarde geschieden zal, en dat op het kerstfeest tastbaar wordt in de geboorte van een Kind: Jezus Christus. Het kerkelijk jaar eindigt op de zondag vóór de eerste advent. Die zondag heet dan ook: zondag van de Voleinding. Als bij een echte jaarwisseling blikken we dan terug én vooruit: we blikken terug door de namen te noemen van de mensen die in dat jaar zijn overleden. We blikken vooruit door onze hoop te vestigen op de uiteindelijke doorbraak van Christus’ Koningschap, wanneer alle tranen van onze ogen gewist zullen worden.
Bijzondere dagen en perioden Hoogtepunten in het kerkelijk jaar zijn de drie grote feesten: Kerst, Pasen en Pinksteren. Voor elk van deze feesten worden zelfs twee dagen uitgetrokken: blijkbaar valt er meer te vieren dan één dag bevatten kan. Andere feesten en bijzondere dagen op de kalender van de kerk zijn: Epifanie (6 januari), Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag en Hemelvaartsdag. Naast deze feesten en bijzondere dagen kent het kerkelijk jaar ook bijzondere perioden. De adventstijd is al genoemd: gedurende vier weken bereidt de gemeente zich dan voor op het kerstfeest. En voorafgaand aan het paasfeest kennen we de veertigdagentijd, waarin de gemeente Jezus’ gang door de wereld volgt, een weg die ten slotte eindigt op Golgotha. De laatste week van de veertigdagentijd noemen we de Goede Week; hierin vallen Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag.
16
leerhuis
hoofdstuk 3
Vieren in de kerk
En naast de periodes waarin er naar de grote feesten wordt toegeleefd, zijn er ook periodes waarin de feesten hun glans nog uitstralen naar de tijd die erop volgt. Zo verstaan we onder de kersttijd de periode van Kerstmis t/m Epifanie, en duurt de paastijd tot aan Pinksteren. Hoe de verschillende feesten geordend zijn, valt goed te zien op het volgende plaatje.
Welke periode in het kerkelijk jaar doet of raakt u het meeste? Op grond waarvan? In de kerk wordt gesproken over de GOEDE week, en over GOEDE vrijdag. Als uw kinderen u vragen waarom dat zo heet, wat zou u dan antwoorden? Probeer in uw agenda op te zoeken op welke datum dit jaar de veertigdagentijd begint. Wat valt daarbij op?
Vieren en gedenken Christelijke feesten zijn in tegenstelling tot natuurfeesten feesten met een verhaal. Het zijn de verhalen die de feesten hun karakter en inhoud geven, en het zijn die verhalen die daarom ook steeds opnieuw verteld worden. Toch is vieren in de kerk iets anders dan het vertellen van de verhalen in de zin van het ophalen van herinneringen. Zo van: ‘weet je nog, toen gebeurde er dit met Jezus, en toen dat...’ Als dat het enige was wat er in de kerk gebeurde, dan hoefden we na bijna 2000 jaar niet meer op belangstelling voor die verhalen te rekenen. De reden waarom die verhalen zo belangrijk zijn, is dat zij het leven in verband brengen met Gods geschiedenis van gerechtigheid en liefde - en dat is, zo geloven wij, een geschiedenis die doorgaat tot op vandaag, en die zal uitmonden in Gods Toekomst. Bovendien: Gods geschiedenis van gerechtigheid en liefde is een geschiedenis waaraan ook wij deel mogen hebben en die ook onze toekomst richting en perspectief geeft.
leerhuis 17
hoofdstuk 3
Vieren in de kerk
Het steeds opnieuw vertellen van die verhalen is als het slaan van een brug naar Gods geschiedenis van gerechtigheid en liefde. En het slaan van die brug noemen we: gedenken.
Wat zijn uw verwachtingen wanneer u met de feestdagen naar de kerk gaat? Wanneer voldoet de kerkdienst dan aan uw verwachtingen? Wanneer niet?
Heden, verleden en toekomst doen mee bij het gedenken Karakteristiek voor gedenken is dat het méér is dan: terugdenken aan. Gedenken is niet alleen het ophalen van het verleden, maar het heeft ook te maken met het heden en met de toekomst. Heden, verleden én toekomst doen mee bij het gedenken. Een voorbeeld hiervan is de dodenherdenking op 4 mei. Dan gedenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog (verleden), we kijken vooruit (toekomst) en hopen dat zoiets nooit meer zal gebeuren, én we maken zelf de keuze (heden) om stil te staan bij dit verleden en uit te zien naar/mee te werken aan die toekomst. Zó, door heden, verleden en toekomst mee te laten klinken krijgt het vieren van de 4e mei zin en betekenis, en kan ze ook jaarlijks gevierd worden. Verschraalde de 4e mei tot alleen maar treuren om de gevallenen, dan zou - met het overlijden van de directe nabestaanden - de dodenherdenking op den duur uitsterven. Zo is het ook met de joodse en christelijke feesten. Ze verliezen hun zin als ze niet in verband worden gebracht met heden, verleden en toekomst. Feesten helpen ons om onze plaats in Gods doorgaande geschiedenis van gerechtigheid en liefde steeds opnieuw in te nemen.
Feesten helpen ons om onze plaats in Gods doorgaande geschiedenis van gerechtigheid en liefde steeds opnieuw in te nemen. Wat roept deze zin bij u op? Onderstaand schema laat zien hoe heden, verleden en toekomst een rol spelen bij het joodse paas- en pinksterfeest.
18
leerhuis
Joods
Verleden
Heden
Toekomst
Pasen
Uittocht uit de slavernij
Samen maaltijd vieren. Weten: wij zijn bevrijd om te leven naar Gods geboden en beloften.
’Volgend jaar in Jeruzalem’ (deze wens spreekt de verwachting voor de toekomst uit dat ooit alle volken bevrijd zullen zijn uit de banden die hen knechten, en God zullen aanbidden in Jeruzalem).
Pinksteren
Het volk Israël ontvangt de wet op de Sinaï.
Weten: wij zijn ’eersteling’, en dat is gave en opgave tegelijk.
Ooit zullen alle volken zich buigen voor Gods wet, voor zijn gerechtigheid en liefde.
hoofdstuk 3
Vieren in de kerk
Probeer zelf het schema voor de christelijke feesten in te vullen, door het goede cijfer op de goede plaats te zetten. Het leukst is het om deze opdracht in tweetallen te maken, en daarna te vergelijken met de anderen.
Christelijk
Verleden
Heden
Toekomst
Advent Kerstmis Veertigdagentijd Witte Donderdag Goede Vrijdag Pasen Hemelvaart Pinksteren
1. Inkeer, vasten, aandacht voor onrecht en lijden in deze tijd. 2. ’Kom, Heer Jezus, kom!’ Uitzien naar het Koninkrijk Gods, waarin heel de wereld samen aan tafel zal zitten en zal delen met elkaar. 3. Jezus wordt opgenomen in de hemel. 4. Alle volken delen in de gaven van de Geest, en zijn één. 5. Jezus staat op uit de dood. 6. Leegte, verslagenheid, zelfonderzoek (God vraagt: waar sta jij?) 7. Volhardend verlangen naar het einde van het lijden op aarde. 8. Jezus wordt geboren. 9. Samen maaltijd vieren. Dankbaar weten: ook voor mij heeft Hij dat overgehad. Kracht (genade) ontvangen en doorgeven voor de weg die nog te gaan is. 10. Leven in de spanning tussen Jezus’ afwezigheid en zijn wederkomst. 11. Volhardend verlangen naar de definitieve komst van de Messias en zijn Rijk. 12. Jezus’ laatste Avondmaal. 13. Zonder Jezus, zonder zijn gerechtigheid en liefde, is er geen toekomst. 14. De Heilige Geest wordt uitgestort, mensen van verschillende komaf verstaan elkaar. 15. Blijdschap om het nieuwe begin dat God geschapen heeft. 16. Blijdschap omdat God menselijk onder ons aanwezig is. 17. Jezus gaat de weg van gerechtigheid en liefde, en krijgt daardoor met het lijden te maken. 18. Wederkomst. 19. Verwachten, inkeer, aandacht voor wat de komst van de Messias in de weg staat. 20. De wereld ingezonden worden om vrucht te dragen: elkaar over muren en grenzen heen proberen te verstaan, en daarin aanstekelijk proberen te zijn. 21. Opstanding van allen. 22. De komst van de Messias wordt aangekondigd. 23. Vrede op aarde, het aanbreken van Gods Koninkrijk. 24. Jezus wordt terechtgesteld en sterft aan het kruis.
Zijn er dingen die opvallen? Zijn er omschrijvingen die u anders zou hebben verwoord? Zo ja, welke?
leerhuis 19
hoofdstuk 3
Vieren in de kerk
De kleuren van het kerkelijk jaar Doordat wij vieren in de kerk als ‘gedenken’ verstaan, worden wijzelf meegenomen in de kringloop van het kerkelijk jaar. Wijzélf verwachten, zijn blij, zijn op onszelf teruggeworpen en doen aan inkeer, wíj treuren, wij zijn verslagen, gaan door de diepte, wíj worden geconfronteerd met Gods grote daden en aangespoord dat uit te dragen. De sfeer die de feesten en de perioden van het kerkelijk jaar ons aandragen, wordt in de kerk onderstreept door het gebruik van bepaalde kleuren. Deze is af te lezen aan de kleur van het antependium (= het kleed over de Avondmaalstafel) en de stola’s (= de gekleurde stroken over de toga van de predikant). Er zijn vier liturgische kleuren: wit, paars, rood en groen. En elke kleur heeft een betekenis: Wit is in de kerk de meest feestelijke en stralende kleur die er is, de kleur van Gods glorie. Ze wordt daarom gebruikt voor de twee grote feesten: Pasen en Kerst. Beide feesten geven bovendien ook hun kleur aan de periode daarop. Het wit van Pasen geeft z’n glans aan de hele periode tot aan Pinksteren (daarmee ook aangevend dat Pasen en Pinksteren bij elkaar horen), en het wit van Kerst straalt door t/m de zondag na Epifanie. Paars is de kleur van inkeer en berouw, van verlangen naar het feest, maar ‘t nog niet beleven. Daarom hoort paars zowel bij de veertigdagentijd als bij de adventstijd. Rood is de kleur van het vuur en de warmte en het enthousiasme die daarvan afstralen, en past dus bij het Pinksterfeest. En op alle zondagen van het jaar waarop er niets bijzonders te vieren valt, wordt de kleur groen gebruikt, als verwijzing naar de hoop op groei van gerechtigheid en liefde. Naast de muziek en de lezingen (sommige liederen en sommige lezingen worden uitsluitend in bepaalde tijden van het kerkelijk jaar gebruikt) onderstreept dus ook de kleur wat er in de kerk te vieren valt.
Ziet u een verband tussen de naam ‘Witte Donderdag’ en de betekenis van de liturgische kleur? In sommige kerken werd en wordt er op Goede Vrijdag Avondmaal gevierd, in andere kerken op Witte Donderdag. Dat is niet zomaar een kwestie van wat het meest praktisch is, daar zit een verschil in beleving van en visie op het Avondmaal achter. Hoe zou u dat verschil duiden? Op welke dag in de Goede Week zou u het liefst het Avondmaal vieren en op grond waarvan? Soms worden er in de kerk diensten gehouden, waarbij er wat kleur betreft wordt afgeweken van de kleur van het kerkelijk jaar. Dat is met name zo bij rouw- en trouwdiensten, bij belijdenisdiensten of bij diensten waarbij er ambtsdragers worden bevestigd. Vooral bij rouwdiensten kiezen niet alle mensen voor dezelfde kleur. Welke kleur zou u kiezen voor uw eigen rouwdienst of van die van een zeer naaste verwante of vriend? En waarom?
20
leerhuis
hoofdstuk 4
Thuis vieren met kinderen Waarom staan die stenen daar? Uit de joodse traditie stamt het volgende verhaal: ‘Toen wij het beloofde land introkken lag er veel achter ons: de slavernij in Egypte, de bevrijding en de uittocht uit dat slavenbestaan, en de lange en moeizame tocht door de woestijn waar wij moesten leren om als Gods Verbondsvolk te leven. Veel lag er ook vóór ons: een land van belofte..... Slechts de rivier de Jordaan scheidde ons van dat land. Maar God deed die rivier droogvallen zodra wij in een lange optocht aan de overtocht begonnen - de priesters met de ark voorop. Twaalf mannen, uit elke stam één, kregen van Jozua (die na Mozes onze leider was geworden) een speciale opdracht. Zij moesten ieder uit de drooggevallen rivier een grote kei optillen en die op hun schouder mee naar de overkant nemen, en er daar aan de oever een soort monument van bouwen. En Jozua zei: ‘Als jullie kinderen dan later vragen: ‘Waarom staan die stenen daar?’ dan kunnen jullie hen vertellen hoe God het water van de Jordaan op deze plek deed droogvallen zodat de toegang tot het beloofde land niet langer versperd was.’ (vrij naar Jozua 3)
Gedenkstenen Wanneer wij geïnteresseerd zijn in ‘vieren met kinderen’, kunnen wij ons voordeel doen met dit verhaal. Vieren heeft immers in onze joods-christelijke traditie altijd de betekenis van ‘gedenken’, en hoe dat met kinderen kan, vertelt dit verhaal heel duidelijk. Om met kinderen te gedenken, om kinderen te betrekken bij Gods geschiedenis met de mensen, zijn er allereerst ‘gedenkstenen’ nodig. Voorwerpen, tastbaar en zichtbaar, die opvallen en hun nieuwsgierigheid prikkelen: ‘Waarom staan die stenen daar?’ Zo’n vraag nodigt uit om het verhaal van Gods grote daden te vertellen, en dat was nou precies de bedoeling. Want daarom valt er immers iets te vieren. En de ouder die het verhaal vertelt, kan dan meteen de kans grijpen om verbindingen te leggen tussen wat er gebeurd is in het verleden, wat dat voor het heden betekent en naar wat voor toekomst we daarom mogen uitzien. In het verhaal van de stenen aan de oever van de Jordaan zou een joodse vader tegen zijn kind kunnen zeggen: ‘Dit is de plek waar God ooit de Jordaan heeft laten droogvallen, zodat ons volk de rivier kon oversteken en we het beloofde land konden binnengaan. Dat betekent dat het land waar wij nu in wonen een geschenk is van God aan ons; God heeft ons dit land gegeven om in vrede met elkaar te leven. Kijk, als je goed telt dan tel je twaalf stenen, precies evenveel als er stammen zijn in Israël. Al die twaalf stammen horen bij elkaar, wij zijn één volk, één grote familie - hoe verschillend we ook zijn. En je familieleden kies je niet uit, die zijn je gegeven. Zo heeft God ons als volk aan elkaar gegeven, en samen mogen wij van dit land een land van belofte maken door elkaar lief te hebben en recht te doen. En zo mogen wij een soort voorproefje zijn van Gods vrede die eens op de hele aarde zal zijn.’
leerhuis 21
hoofdstuk 4
Thuis vieren met kinderen
Hebt u in uw huis ook voorwerpen die de functie van ‘gedenkstenen’ hebben? Ter gelegenheid waarvan hebt u die voorwerpen hun speciale plek en functie gegeven, en welk verhaal vertellen die ‘gedenkstenen’ nog steeds?
Symbolen als gedenkstenen Veel van de traditionele versieringen en symbolen waarmee wij onze huizen tijdens de christelijke feestdagen versieren, hebben oorspronkelijk de functie van gedenkstenen. Ze dienen om op te vallen, de nieuwsgierigheid van kinderen te prikkelen en hen uit te dagen tot de vraag: ’Wat betekent dat?’ M.a.w.: ze dienen als aanknopingspunt voor het vertellen van verhalen over Gods geschiedenis met de mensen. De adventsster, de kerstboom met zijn lichtjes, de palmpasenstok, paastakken en geverfde eieren met Pasen zijn maar enkele voorbeelden van een rijke traditie. Samen met kinderen kijken naar deze symbolen, of - nog leuker - samen met hen aan de slag om ze te maken en een plek te geven in huis, is de kinderen betrekken bij de (op handen zijnde) feestdagen. En het wijzen op de achtergrond en betekenis van de symbolen biedt hen de mogelijkheid zichzelf te verstaan in het licht van Gods geschiedenis met de mensen: ook zij mogen horen bij een groter verband (het Verbond) waar Gods daden gevierd worden en waar zijn toekomst richting geeft aan het leven.
Hoe versiert u uw huis met de grote christelijke feestdagen? Maakt u daarbij gebruik van dingen met een symbolische waarde? Zo ja, welke zijn dat? Welke betekenis hebben die symbolen voor u?
Heidense symbolen met een christelijk verhaal Veel versieringen en symbolen die wij met de feestdagen gebruiken, zijn heidens van oorsprong. Dat verklaart enerzijds waarom ook niet-christenen een kerstboom in huis halen en paaseitjes eten. Maar het onderstreept anderzijds de heidense achtergrond van onze christelijke feesten. Je zou kunnen zeggen dat de versieringen en symbolen de restanten zijn waaraan je vaak nog kunt zien dat onze christelijke feesten gebouwd zijn op heidense natuurfeesten. De symbolen zijn hetzelfde gebleven, alleen vertellen wij er een ander verhaal bij. Wij vieren bijvoorbeeld met Pasen niet dat het lente is geworden, maar wij vieren dat God nieuw leven heeft geschapen dwars door de dood heen. Vieren met kinderen betekent in ieder geval hen n.a.v. de symbolen de christelijke verhalen te vertellen.
22
leerhuis
hoofdstuk 4
Thuis vieren met kinderen
Op één van de vorige avonden spraken we over feesten in lagen. Hier zien we dat die ‘lagen’ nog aanwezig zijn in de symbolen. Welke voorbeelden kunt u bedenken van heidense symbolen die nog in onze feesten een rol spelen? Welke betekenis zouden die symbolen oorspronkelijk kunnen hebben gehad, en welke betekenis hebben christenen er aan gegeven?
Op zoek naar nieuwe vormen Naast of in plaats van de traditionele symbolen en gebruiken staat het iedereen natuurlijk vrij om zelf nieuwe ‘gedenkstenen’ op te richten: om op een eigen manier aandacht te vragen voor de werkelijkheid van God, en voor zijn geschiedenis met de mensen. Sommige mensen doen dit d.m.v. een ‘viertafel’. Dat is een speciaal tafeltje of een kistje ergens in een hoekje van de kamer dat volledig ‘in dienst’ staat van de feesten van het jaar en van de seizoenen waarin dat feest plaatsvindt. Het tafeltje wordt bedekt met een doek in de kleur van het seizoen of van het kerkelijk jaar. En daarop kunnen allerlei dingen worden gezet die te maken hebben met de jaargetijden, met het (komende) feest en met de sfeer die daarbij hoort. Kinderen kunnen meehelpen om in de natuur dingen te verzamelen voor de viertafel. En dat kan voor hen meteen een leuke manier zijn om oog te krijgen voor de schoonheid van de natuur. Eerbied voor de schepping en voor de Schepper begint immers met verwondering! Op de tafel kan in de adventstijd ook een kerststal worden gebouwd, en wie heel speels is verplaatst de figuurtjes elke dag een klein stukje totdat iedereen op kerst in de stal is. Zo krijgt ieder feest jaar in jaar uit z’n plek, kan iedereen z’n fantasie kwijt en leef je met elkaar heel bewust met de seizoenen en met de feesten van het jaar mee. Er zijn ook gezinnen waar in de veertigdagentijd geprobeerd wordt om op een zinvolle manier een nieuwe inhoud te geven aan de eeuwenoude traditie van het vasten. In gezinsverband kiezen zij een goed doel waarvoor zij zich in de veertigdagentijd gaan inzetten, en zij maken met elkaar afspraken over de manieren hoe er geld gespaard kan worden voor dat goede doel. Bv. door niet te snoepen, geen alcohol te drinken, de auto vaker te laten staan, water te sparen door je gewoon bij de kraan te wassen i.p.v. te douchen of in bad te gaan. En dit kan eventueel worden aangevuld met zoiets als ‘heitje voor karweitje’. Op afgesproken momenten vertelt ieder hoeveel hij of zij op die manier heeft verdiend voor het goede doel, en het geld wordt in een spaarpotje bewaard (bijvoorbeeld in de deeldoosjes van de vastenactie). Zo voelt iedereen aan den lijve wat het is om iets over te hebben voor een ander, en dat heeft alles te maken met de weg die Jezus ging.
Hebt u ervaringen met nieuwe vormen rond de christelijke feestdagen? Zo ja, welke? Misschien kunt u anderen op ideeën brengen.
leerhuis 23
hoofdstuk 4
Thuis vieren met kinderen
Vieren in het dagelijks leven Niet alleen feesten en bijzondere perioden bieden ons de mogelijkheid om onszelf en onze kinderen te laten betrekken bij Gods geschiedenis met de mensen. Want God laat zich immers niet alleen op bijzondere momenten en d.m.v. bijzondere daden aan ons kennen; wij mogen ook geloven dat Hij op gewone dagen bij ons is, ons liefheeft en ons trouw blijft. Daarom kunnen en mogen wij ons geloof in God ook in het dagelijks leven tot uitdrukking brengen, en daartoe moeten we op zoek gaan naar momenten en manieren waarop we dat samen met onze kinderen kunnen doen. Goede mogelijkheden hiervoor zijn rituelen: vaste gewoontes en steeds terugkerende handelingen op vaste tijden. Rituelen geven orde en structuur, en ze ontslaan je van de moeilijke vraag: ‘Hoe zal ik het vandaag weer eens doen?’
Rituelen op gewone dagen Een gewone dag zit vol momenten waarop rituelen een plaats kunnen krijgen: de (warme) maaltijd, het opstaan en naar bed gaan, afscheid nemen en weer thuiskomen. Dit zijn momenten waarop wij d.m.v. rituelen kunnen verwijzen naar Gods doorgaande zorg voor ons en anderen, naar God die over ons waakt als wij slapen, naar God die ons overdag kansen geeft om liefde te leren en recht te doen, en naar God die bij ons is, ook al zijn we alleen. Als het om rituelen gaat, zullen veel mensen kunnen terugvallen op de rituelen uit hun jeugd. Anderen kunnen dat niet of willen dat niet. Dan is het een leuke uitdaging om zelf nieuwe rituelen te bedenken: kleine gebaren of handelingen die steeds terugkomen en die verwijzen naar Gods werkelijkheid. Voor kinderen kunnen ze zo belangrijk worden en zoveel houvast bieden dat ze met verontwaardiging kunnen reageren als ‘t een keer vergeten wordt (bijvoorbeeld de rituelen voor het slapen gaan).
Welke dagelijkse rituelen herinnert u zich nog uit uw eigen jeugd? Hoe hebt u die ervaren? Welke dagelijkse rituelen hebt u ingevoerd bij de geloofsopvoeding van uw eigen kinderen? Wat zijn uw ervaringen daarbij?
Rituelen op bijzondere dagen Naast rituelen voor gewone dagen zijn er speciale rituelen te bedenken voor bijzondere dagen. Ieder gezin kent wel zijn eigen vaste gewoontes bij verjaardagen. Wie wil, kan die rituelen verdiepen en aanvullen met rituelen die het geloof erbij betrekken. Zo kun je op verjaardagen extra stil staan bij God die een leven lang erbij is en trouw blijft. Een gebed, een lied, het aansteken van de doopkaars, het jaarlijks bekijken van fotoboeken zijn maar enkele suggesties. En wat voor verjaardagen geldt, geldt natuurlijk ook voor andere feest- en gedenkdagen in het gezin (zoals een trouwdag, of juist een rouwdag).
24
leerhuis
hoofdstuk 4
Thuis vieren met kinderen
Ook zijn er rituelen te bedenken om de zondag een bijzondere dag te laten zijn. Of om als gezin op vrijdagavond het begin van het vrije weekend te vieren (zoals joden op vrijdagavond het begin van de sabbat vieren). Iedereen kan zelf kiezen welke momenten het waard zijn om te vieren en te verdiepen door te verwijzen naar Gods betrokkenheid op ons leven. Belangrijk is wel dat er een zekere vorm van regelmaat is. Rituelen verliezen hun waarde als ze met willekeur worden toegepast.
Hebt u hierbij voorbeelden van eigen ervaringen, als kind of als ouder? Welke waarde hebben die ervaringen voor u?
Rituelen bij bijzondere gebeurtenissen Speciale rituelen kunnen kinderen helpen bij het verwerken van een bijzondere gebeurtenis in hun leven. Een verhuizing, de overgang naar een andere school, het verlaten van het ouderlijk huis zijn ingrijpende gebeurtenissen in het leven van een kind. Wanneer ouders daar oog voor hebben en er iets-om-te-vieren omheen bouwen, krijgt het kind bij alle veranderingen die het te wachten staat ook nadrukkelijk iets mee van continuïteit: de liefde en trouw van de ouders, en een verwijzing naar God die eeuwig trouw blijft en meetrekt de onbekende toekomst in.
Hebt u hierbij voorbeelden van eigen ervaringen, als kind of als ouder? Welke waarde hebben die ervaringen voor u?
leerhuis 25
COLOFON
Van feest tot feest Ouder-kinderkatechese, deel 2 GCO fryslân Katechetisch Centrum Sixmastraat 2 8932 PA LEEUWARDEN telefoon fax email
(058) 284 34 40 (058) 280 27 96
[email protected]
tekst en samenstelling Eline van Iperen Hanny Moelands illustraties Monique Beijer vormgeving GCO fryslân druk Telenga en GCO fryslân
In de serie Ouder-kinderkatechese verschijnen: Deel 1: De bijbel, wat is dat voor een boek? Deel 2: Van feest tot feest Deel 3: Wat gebeurt er in de kerkdienst? Deel 4: Samen helpen, samen dienen
Leeuwarden, 1998 ISBN 90-74022-72-3
© GCO fryslân Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, computersoftware, of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.