De ouderdom is een prachtige kroon, je vindt hem op de weg van de rechtvaardigheid. Spreuken 16:31
2009
OUD GOUD
Een handreiking voor
Diaconaat aan ouderen
Een uitgave van
Ontwikkeld door Riet Olsder, tijdens de stage bij het Diaconaal Steunpunt GKv te Zwolle als onderdeel van de Theologiestudie Godsdienst Pastoraal Werk Christelijke Hogeschool Ede, 2008
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen INHOUDSOPGAVE
Inleiding
Waarom deze brochure voor diakenen ........................................................ 3
Hoofdstuk 1.
Wat zegt de Bijbel over diaconaat aan ouderen ......................................... 4
Hoofdstuk 2.
Wat/wie verstaan we onder ‘de oudere’. ..................................................... 6
Hoofdstuk 3.
Tegen welke problemen lopen ouderen aan . .............................................. 8
Hoofdstuk 4.
Hulp vinden op diaconaal gebied . ............................................................ 11
Hoofdstuk 5.
Valkuilen vermijden . ................................................................................ 13
Hoofdstuk 6.
Waar begint de taak van de kerk en eindigt die van de familie ................ 15
Hoofdstuk 7.
Wat kan de kerk betekenen voor ouderen . ............................................... 16
Hoofdstuk 8.
Hoe kan ik ouderen inschakelen in de gemeente . .................................... 18
Hoofdstuk 9.
Hoe breng ik oud en jong in de gemeente bij elkaar . ............................... 19
Hoofdstuk 10.
Hoe maak ik beleid voor ouderendiaconaat .............................................. 20
Hoofdstuk 11.
Hoe nu verder . ........................................................................................... 21
Hoofdstuk 12.
Tips voor hulp, contactadressen en websites ............................................ 21 Veelgestelde vragen . ................................................................................. 23 Literatuuropgave ........................................................................................ 24
2
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen
Inleiding
Waarom deze brochure voor diakenen (en de gemeente)
Er komt steeds meer aandacht in de media en bij de overheid voor de ouder wordende mens. Het kabinet heeft op tal van terreinen maatregelen aangekondigd om de vergrijzing het hoofd te bieden en doet er alles aan om de ouderen zolang mogelijk aan het werk te houden. Deze maatregelen moeten de AOW betaalbaar en uitbetaalbaar houden. De aandacht van de overheid is er dus volop, maar hoeveel aandacht heeft de kerk voor de ouderen? Denkt de kerk van nu ook zo ver vooruit? Is er een ouderenbeleid of werken we met het ‘brandweermodel’? (alleen in actie komen als er werkelijk zichtbare nood is) Diaconale aandacht Het lijkt wel alsof die aandacht voor ouderen aan de kerk voorbij gaat. Maar weinig kerken hebben een speciaal diaconaal beleid dat gericht is op ouderen en op hun problemen, laat staan dat er aandacht is voor de allochtone ouderen. Vaak is er voor ouderen wel pastorale aandacht, maar laat de diaconale aandacht te wensen over. Ach ja, we organiseren natuurlijk wel het jaarlijkse uitstapje met de ouderen en met Kerst maken we een mooi programma speciaal voor hen, maar verder? Als wij gemeente willen zijn in navolging van Christus, zouden wij dan niet veel meer aandacht moeten hebben voor de kwetsbaren in de gemeente (een daarbuiten!) en vallen veel van onze ouderen niet onder die noemer? Veel energie gaat wel uit naar de toekomst maar is vooral gericht op de jongeren die wij zo graag vast willen houden. Weten wij wel wat onze ouderen beweegt, wat ze nodig hebben en welke mogelijkheden er voor hen zijn? Ook in de hedendaagse kerk schrijdt de vergrijzing voort en is het nodig om alert te zijn op de noden van de ouderen. De ouderen die minder nadrukkelijk in beeld zijn en niet vooraan staan om om hulp te vragen. Hoe bereiken we deze groep en wat kunnen wij voor ze betekenen? Is er behalve pastorale- ook diaconale aandacht voor de ouderen in de gemeente? En: zien wij de ouderen nog wel als werkers in Gods koninkrijk en wat voor taken voeren ze uit in de gemeente? Wat mogen de ouderen voor ons betekenen? Om deze en andere vragen over diaconaat aan ouderen te beantwoorden is deze brochure gemaakt. Bedoeld voor diakenen en voor de hele gemeente.
Deze handreiking is te downloaden via www.diaconaalsteunpunt.nl vervolgens is deze op gewenste grootte (A4 of A5 te printen) (kijk bij downloads – diaconale gemeente)
3
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen
Hoofdstuk 1
Wat zegt de Bijbel over diaconaat aan ouderen
1 Nu
u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, 2 maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. 3 Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. 4 Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. 5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Filippenzen 2:1-5 In de bovenstaande tekst is sprake van belangen. Het valt op, dat er geen doelgroep wordt genoemd van degene wiens belang je moet dienen. Er staat heel simpel ‘de ander’. Dat zijn dus de mensen om je heen; de mensen uit je gemeente. Het zijn de jongeren én de ouderen; de mannen én de vrouwen; de rijken én de armen. En dat alles in grote bescheidenheid, gedreven door de eenheid in Christus. Zorgzaam zijn Wat veel voorkomt in de Bijbel, zijn de aansporingen om zorgzaam te zijn voor de ander en op te komen voor de zwakkeren en de hulpelozen. In 1 Thessalonicensen 5:14 lezen we: ‘Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben’. Het staat er zelfs nog veel nadrukkelijker in Zacharia 7:9. ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Spreek eerlijk recht, wees goed en zorgzaam voor elkaar’. Hier is geen sprake van een aansporing maar van een bevel!: Dat is een opdracht die wij niet kunnen negeren. In onze tijd vallen ook veel ouderen onder de zwakken. In deze tijd noemen wij ze: kwetsbaren. Velen staan buiten de maatschappij die steeds sneller en onpersoonlijker wordt. Alles gaat digitaal en gaat alleen daarom al aan veel ouderen voorbij. Wij, de maatschappij, houden veel te weinig rekening met de kwetsbare medemens en zijn niet bepaald zorgzaam voor de mensen die ons tempo niet bij kunnen benen. Doorgeven Maar hoe is het met ons, de kerk? Hoe zorgzaam gaan wij met onze kwetsbare leden om? Hebben wij wél oog voor de noden van de ouderen, binnen én buiten de kerk? In Handelingen 20:35 laat Lucas zien hoe je dat in de praktijk brengt: In alles heb ik u getoond dat u de zwakken zo, door hard te werken, moet steunen, indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.” Jezus Christus doelde daarmee niet alleen op het geven van goederen, maar op doorgeven wat je zelf van God hebt ontvangen, van Zijn gaven aan jou. Geven dus ook van jezelf, van je tijd en van je mogelijkheden. Dat is blijkbaar hard werken en gaat dus niet vanzelf, we zullen er moeite voor moeten doen. Maar het maakt ook gelukkig! En niet alleen de ontvangers, maar ook ons, de gevers. Andere tijden In de Bijbelse tijd was de samenleving anders dan nu. U kunt in de verhalen lezen dat de manier waarop mensen binnen het gezin, de stam en het volk met elkaar om gingen heel anders was dan wat we nu gewend zijn. Als de ouderen apart worden genoemd in de Bijbel, dan gaat het meestal om hun verschijning, hun gedrag en hun wijsheid. Er is dan vooral sprake van mensen die in een andere levensfase verkeren, en hoe anderen daarmee omgaan. Om heilig te leven voor God,
4
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen moeten we ontzag tonen voor onze ouders (Lev. 19:3) en opstaan voor ouderen, hen respect tonen.(Lev.19:32) Het is zelfs verbonden met het ontzag voor God! In onze tijd staat het individu centraal. Samen vormen zij het gezin. Veel gezinnen bij elkaar vormen een stad of een dorp en al die steden en dorpen vormen samen ons land. Ieder is verantwoordelijk voor zichzelf. Als jij iets fout doet, moet je daar zelf voor boeten. Als jij het goed doet, wil dat niet zeggen dat je kinderen daar ook de vruchten van plukken; die zijn uiteindelijk ook zelf verantwoordelijk. In de tijd van de Bijbel was het precies andersom, daar was je allereerst onderdeel van je volk, daarna van je stam en dan pas van je gezin. Als individu wás je het volk, je stam. Je was dus ook verantwoordelijk voor het welzijn van je volk en je stam. Als jij iets fout deed, werd je stam gestraft en zelfs de geslachten na jou. Maar God geeft het volk Israël meer dan de omringende volken: met jouw weldaad werd ook je stam gezegend en je nakomelingen. Lees bijvoorbeeld: Deut 5:9-10, “Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten.” Wij leven nu, maar onze kerken zijn gegrondvest op de waarden en normen uit de Bijbel, die we hebben gekregen met de 10 geboden. Daarbij gaat het om relaties. De relatie met God, en hoe wij met Hem om mogen gaan, maar ook over de relaties met mensen en hoe wij met elkaar om dienen te gaan. Daarbij gaat het om eerbied en respect voor elkaar en niet over individueel leven. Wij kunnen ons niet verschuilen achter de tijdgeest, God vraagt van ons een leven vanuit een andere Geest!
5
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen
Hoofdstuk 2
Wat/wie verstaan we onder de ‘oudere’
Over wie hebben wij het eigenlijk als we het over ‘de ouderen’ hebben? Is iedereen van boven de 65 jaar, oud of pas boven de 75 jaar? Of ligt dat niet aan de leeftijd, maar bedoelen we mensen die niet meer werken? Maar er zijn ook mensen die rustig doorwerken na hun 65e, vallen die dan niet onder de groep van ouderen? Bedoelen we dan de hulpbehoevenden en de zwakkeren? De tijd dat je als bejaard en uitgerangeerd misschien werd beschouwd als je 65 was geworden en stopte met werken ligt achter ons. De mensen worden steeds ouder en de oudere van nu is doorgaans langer werkzaam of actief. Het leven lijkt pas te beginnen als het werken is gedaan en de tijd van AOW aanbreekt. ‘Vitale ouderen’ is echt een begrip van onze tijd. Ouderen van nu hebben geld en tijd om (eindelijk) leuke dingen te gaan doen. Ze maken reizen, sporten, doen vrijwilligerswerk en weten zich prima staande te houden in deze jachtige maatschappij. Dit lijkt niet bepaald de doelgroep die valt onder de zwakkeren. Zwakke ouderen? ‘De oudere’ is dan ook moeilijk te definiëren. Sterker nog: dé oudere bestaat niet. Waar de één vitaal is, is de ander ziek. Waar de één nog volop actief is en een sociaal netwerk heeft, is de ander uitgerangeerd en vereenzaamd. Dat maakt het er niet makkelijker op om een beleid voor ouderen op te stellen. Over wie hebben we het dan? Laten we uitgaan van het begrip kwetsbaren. Dan wordt er al meer duidelijk. Zwak en kwetsbaar kun je zijn (of worden) op vele fronten, zeker als je ouder wordt. Je kunt lichamelijk zwak zijn, maar ook geestelijk of sociaal. Iemand die zichzelf lichamelijk nog behoorlijk kan redden, kan sociaal wel kwetsbaar zijn en vrijwel geen contacten meer hebben of geestelijk steeds verder weg drijven. Iemand die veel vrienden heeft en geestelijk nog behoorlijk bij de tijd is, kan lichamelijk wel een wrak zijn en daarom compleet afhankelijk zijn van anderen. Kortom, ook met het woord kwetsbaar moeten we dus zorgvuldig omgaan en niet alle ouderen per definitie zien als zwak. Het komt er op neer dat we ouderen als groep mensen nooit over één kam mogen scheren, maar in de omgang moeten blijven zien als unieke individuen. Het gaat hier over mensen die ons vanwege hun levensfase - op welke manier dan ook - nodig (kunnen) hebben. Toename aantal 65+ers Uit de afbeelding van het CBS is goed te zien dat het aantal huishoudens van 65+ steeds meer toeneemt. Steeds meer mensen die hulp nodig kunnen hebben van anderen. Maar ook steeds meer mensen op wie een beroep gedaan zal worden voor hulp. De prognose is dat het aantal oudere huishoudens enorm gaat stijgen. Een op de vier (!) huishoudens is over ongeveer vijftien jaar boven de 65 jaar. Dat is niet alleen omdat de mensen op zich steeds ouder worden maar ook omdat de ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen. Daarbij is het beleid om de gang naar het verzorgings- of verpleeghuis zolang mogelijk uit te stellen. Tegelijk neemt het aantal middelbare huishoudens (40-64 jr.) en de jonge huishoudens (15-39 jr.) in verhouding flink af. Dat kan betekenen dat het aantal hulpbiedenden uit een steeds kleinere groep moet komen, maar ook dat de hulpbieders en mantelzorgers steeds meer uit de groep van 65+ komen.
6
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat diacona aan ouderen Veranderingen Ook verandert de groep ouderen van samenstelling. De asielzoekers en gastarbeiders die ooit naar Nederland zijn gekomen en hier oud zijn geworden, hebben een eigen plaats ingenomen in onze samenleving. Ook voor de de kerken kan dat consequenties hebben. Houden we rekening met ze als we beleid gaan maken, of laten wij de zorg voor deze ouderen over aan de samenleving (of aan de migrantenkerken)? Met al deze wetenschap gewapend lijkt het dus zeer verstandig om diaconaal diacona beleid te gaan maken voor ouderen. Niet alleen omdat ook de kerk vergrijsd, vergrijsd, maar opdat onze ogen eindelijk open gaan zodat we zien dat er vaak vergeten mensen mensen zijn die ons nodig hebben en dat de ouderen in de toekomst een andere leefwereld om zich heen zullen hebben dan vandaag.
(2005 en 2025) Op deze afbeelding is meteen te zien hoe groot het verschil is in aantallen huishoudens die ouder zijn dan 65 jaar in 2005 en straks in 2025. Lag in 2005 de concentratie oudere huishoudens vooral in het Noorden Noorden en Oosten, in 2025 is heel eel Nederland vergrijsd en zijn de concentraties meer verschoven naar het Zuiden en het Westen.
7
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat diacona aan ouderen
Hoofdstuk 3
Tegen welke problemen lopen ouderen aan
“het is mooi om ouder te worden, maar het valt niet mee om oud te zijn”
Uit vele gesprekken en met ouderen blijkt dat voor de meeste ouderen de problemen vanzelf op hun pad komen en niet te vermijden zijn. De lichamelijke klachten nemen toe, de vriendenkring wordt steeds kleiner en door het wegvallen van partners en broers en/of zussen wordt de eenzaamheid enzaamheid groter. Het leven om hen heen lijkt steeds sneller te gaan en ze moeten veel moeite doen om bij te blijven. Waar veel ouderen de meeste moeite mee hebben is het opgeven van zelfstandigheid. Om toe te geven dat iets niet meer lukt en dat er hulp nodig is, valt velen erg zwaar.
Overbodig Verder voelen veel ouderen zich overbodig geworden; de kinderen redden zich zelf wel en de maatschappij zit it niet meer op ze te wachten; hun werk zit er op. Er wordt steeds meer óver, dan mét ze beslist. Bijna alles lles gaat via de computer en velen hebben die boot gemist. Er komen steeds meer allochtone ouderen, maar de orthodoxe kerken kleuren maar amper mee en hebben te weinig oog voor de specifieke problemen van oudere allochtonen. Netwerk Veel problemen komen voort uit het wegvallen van het netwerk en/of van dagelijkse patronen. Dat kunnen kleine problemen zijn zoals zelf geen boodschappen meer kunnen doen, maar ook grotere problemen zoals immobiliteit en eenzaamheid. Veel voorkomende problemen of vragen Afhankelijkheid nkelijkheid van anderen, als je zelf niet meer in staat bent om auto te rijden of als je geen rijbewijs hebt omdat je partner altijd reed. Niet altijd is Openbaar Vervoer een optie. Wie zorgt dan dat je ergens komt? Of kom je ‘nergens’ meer? Wie kun je vragen gen en vertrouwen voor het bijhouden van jouw bankzaken als jouw ogen het niet goed meer doen? Wie zorgt ervoor dat je in de kerk komt? Wie leest met jou de Bijbel als jij dat zelf niet meer kunt? Als je geen bekenden meer tegenkomt in de kerk, met wie moet moet je dan nog praten? Wie heeft aandacht voor jou nu jij de constante zorg voor jouw partner hebt?(mantelzorgproblematiek) Als je naar een tehuis moet, wie helpt je dan met verhuizen? Bij wie kun je je hart eens uitstorten als je enige vriendin is overleden? overled Wie gaat er met je mee naar de specialist? Wie kan jou vertellen waar je moet zijn met je hulpvraag? Wie regelt de papierwinkel voor jou omdat jij het niet meer begrijpt? Wie zorgt er eigenlijk voor jouw begrafenis? Mist iemand mij wel als ik dood ga? (sociaal isolement).
8
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen Bijna al de problemen komen voort uit het wegvallen van het netwerk. Ook mensen die in een verzorgings- of verpleeghuis wonen hebben met de meeste van deze problemen te kampen. Het personeel heeft te weinig tijd en mogelijkheden om ieder persoonlijk te helpen bij dergelijke problemen. Veel ouderen die zelfstandig wonen hebben amper meer iemand die op ze let of voor ze zorgt. Financiële middelen Ook bij de ouderen is er een groot verschil in financiële middelen. Iedereen krijgt AOW, maar niet iedereen heeft ook een ruim pensioen te besteden. Er is een grote groep ouderen is die genoeg te besteden heeft om zorgeloos te kunnen leven. Ze hebben er hard voor gewerkt en genieten nu volop van de mogelijkheden. Dat is prima. Maar er is ook een groep die een stuk minder te besteden heeft. Die moet rond zien te komen van een basisbedrag aan AOW-pensioen, soms aangevuld met een klein pensioen, en dat valt niet altijd mee. Navraag via Postbus 51 laat zien hoeveel (of hoe weinig) de ouderen aan AOW-pensioen krijgen. Vergelijk het met je eigen inkomen en je weet dat het moeilijk zal zijn voor de meesten om maandelijks rond te komen. *2) Het pensioen van de Algemene Ouderdomswet (AOW) wordt afgeleid van het minimumloon en is niet voor iedereen hetzelfde. Het hangt af van de woonsituatie en de leeftijd van de huisgenoten. Er is een pensioen voor een alleenstaande, voor een alleenstaande ouder en voor een samenwonende. Bruto maandbedragen per 1 juli 2008
AOW
Vakantietoeslag
Alleenstaande
€ 997,12
€ 53,53
Alleenstaande ouder met kind tot 18 jaar
€ 1.238,64
€ 68,82
Gehuwd of samenwonend (beiden boven 65 jaar)
€ 682,51 per AOW- gerechtigde
€ 38,24
Gehuwd of samenwonend zonder partnertoeslag (1 partner € 682,51 onder 65 jaar)
€ 38,24
Gehuwd of samenwonend met volledige partnertoeslag (partner jonger dan 65 jaar). Als de partner meer verdient dan € 1.227,26 bruto, ontvangt u geen toeslag meer.
€ 76,48
€ 1.365,02
Hoeveel kinderen hebben inzicht in de financiële middelen van hun ouders? De meeste ouderen zijn niet snel geneigd om open te zijn over hun financiële situatie of problemen, laat staan hun kinderen om geldelijke steun te vragen. Dat is de omgekeerde wereld, toch? Pas als ouders onbekwaam worden geacht om nog zelf hun administratie bij te houden, omdat ze het niet meer kunnen zien of het niet meer kunnen begrijpen, blijkt vaak pas hoe de situatie werkelijk was en is. Armoede signaleren Veel ouderen zullen zelf niet aangeven dat ze het financieel moeilijk hebben. De schaamte over armoede is vaak erg groot en bovendien is het onderwerp voor de meeste ouderen taboe; “over geld praat je niet met anderen”. Degene die de ouderen bezoekt zal dus zelf alert moeten zijn op de signalen van geldgebrek en dit onderwerp met uiterste voorzichtigheid aansnijden. Enkele punten om op te letten zijn o.a.: 9
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen • • • • • •
Kunnen mensen zich voldoende verwarmen Is er geld om kleding te kopen Zijn er middelen om ‘vervangingsaankopen’ te doen (wasmachine, meubelen e.d.) Kan de kerkelijke bijdrage nog betaald worden Kunnen ‘luxe’ artikelen betaald worden zoals een krantenabonnement, een auto, internet Is er geld om cadeaus voor de (klein)kinderen te kopen
Luister goed naar wat gezegd en niet gezegd wordt. Durf door te vragen en het taboe te doorbreken. Laat de mensen weten dat ze niet de enigen zijn die het niet kunnen redden. Oordeel niet, maar ga naast de mensen staan door mededogen en begrip te tonen. Spreek over geheimhouding en vertrouwen en biedt hoop als men hulp durft te vragen. (Het is goed om te weten dat voor sommige van de genoemde uitgaven door minima een beroep kan worden gedaan op de bijzondere bijstand van de burgerlijke gemeente.)
10
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen
Hoofdstuk 4
Hulp vinden op diaconaal gebied.
Als je daadwerkelijk hulp wilt verlenen en /of instanties wilt inschakelen, moet je allereerst zelf weten waar je voor hulp terecht kunt. Er zijn veel instellingen die hulp kunnen bieden aan ouderen, zowel landelijke als plaatselijke. In bijna iedere gemeente is een Stichting Welzijn Ouderen te vinden. Het is goed om je te verdiepen in de organisaties die hulp of regelingen aanbieden voor ouderen. Als er al een regeling bestaat voor een probleem waar jij tegen aan loopt, is het niet nodig om daar iets nieuws voor te bedenken. Wees dus goed geïnformeerd. Achter in dit boekje staat een lijst met instellingen waar je terecht kunt met vragen. Verder kun je bij je eigen gemeente vragen welke plaatselijke regelingen er bestaan. Enkele voorbeelden zijn: Regelingen voor bijzondere bijstand, (voor mensen die voor een uitgave komen te staan die ze van hun AOW niet kunnen betalen), een regeling voor plaatselijk en regionaal vervoer voor ouderen die zelf niet over vervoer beschikken, of een regeling voor aanschaf van hulpmiddelen zoals een scootmobiel of een traplift. Deze regelingen kunnen per gemeente verschillen. Ouderenbonden Naast het opkomen voor belangen van ouderen doen ouderenbonden meer. Leden krijgen automatisch veel nuttige informatie in huis. Afdelingen organiseren allerlei sportieve, culturele en andere activiteiten, beleggen discussiebijeenkomsten over actuele onderwerpen, onderhouden de onderlinge kontakten en nog veel meer. Het vooroordeel van suffige bejaardenclubjes past allang niet meer bij de moderne Bonden! Ouderen kunnen voor informatie terecht- of zich o.a. aansluiten bij • PCOB, de Protestants Christelijke Ouderen Bond • NOOM, Netwerk van Organisatie van Oudere Migranten • Unie KBO, Katholieke Bond voor Ouderen • NVOG, Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden • Christennetwerk GMV-Senioren Zorginstelling Accolade Zorggroep is de verkorte naam van de Stichting Gereformeerde ZorgWoonvoorziening waarin samenwerken: verzorgings- en verpleeghuis Arendshorst in Assen, verzorgingshuis d’Amandelboom in Bilthoven en verpleeghuis De Wijngaard in Bosch en Duin. Accolade Zorggroep wil uitdrukkelijk een gereformeerde organisatie zijn. Zij laten zich leiden door de Bijbel als het woord van God. Gods liefde voor mensen komt vooral tot uitdrukking in Jezus Christus en is werkzaam en zichtbaar in mensen die Hem daarin navolgen. Bij die navolging horen zorg en aandacht voor de medemens die vanwege ziekte of beperking op hun weg wordt geplaatst. De leefsfeer en de onderlinge omgang in Accolade Zorggroep hebben een christelijk karakter. Bibliotheek voor blinden en slechtzienden LPB (De LuisterpostIBralectah) probeert door het beschikbaar stellen van Cd's en Dvd’s oudere gemeenteleden te laten meeleven met wat er in hun kerken gebeurt. Om zo de gemeenschap der heiligen te versterken. Een volop diaconale doelstelling. De Cd’s/Dvd's van de LPB kunnen ook veel betekenen voor (oudere) broeders en zusters met een visuele handicap. Maar voor hen zijn er ook boeken en tijdschriften in gesproken vorm, in braille en in grootletter. Ook worden veel tijdschriften ingelezen die binnen onze kerken verschijnen, zoals het regionale kerkblad, Kleur (Dit Koningskind), Nader Bekeken, het Nederlands Dagblad, De Reformatie, het bijbelsdagboek "Kracht voor elke dag", Naast, Handschrift (magazine ChristenUnie) en Wegwijs. 11
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen Luisteren is niet alleen horen wat er gezegd is, maar ook betrokkenheid bij de kerk en mee kunnen doen en denken, erbij zijn op afstand. Voor veel ouderen kan het een doorbreking zijn van de eenzaamheid, helemaal als het lukt om samen met iemand anders te luisteren en er over door te kunnen praten! Het is belangrijk dat de diakenen de mensen laten weten wat de LPB voor ze kan betekenen. Alleen zo kunnen al die mensen bereikt worden die baat kunnen hebben bij de uitgaves van de LPB. De Vereniging Verzorgingshuizen en Verpleeghuizen met een Bijzondere Functie (VVBF) is een vereniging van zorgverleners die bij uitstel vraaggericht zorg bieden, toegesneden op de persoonlijke situatie van mensen en op een menselijke maat. De 100 huizen die lid zijn van de VVBF zijn allemaal specifiek. Ze richten zich op mensen met een eigen achtergrond of cultuur, of een bepaalde handicap en ze creëren daarvoor een leef- en woonsfeer die recht doet aan hun identiteit, hun leefgewoonten, hun behoefte aan specifieke ondersteuning en voorzieningen. Het personeel in die huizen komt zoveel mogelijk uit de doelgroep of is speciaal opgeleid om met de bewoners om te gaan, hen te begeleiden en hen te begrijpen.
Verder zijn er op vele plaatsen christelijke verzorgingshuizen en soms verpleeghuizen. Veel tehuizen bieden hulp vanuit hun kerkelijke achtergrond of signatuur en staan open voor ieder die hulp nodig heeft. Wel wordt dan gevraagd om als bewoner de regels te eerbiedigen en om mee te doen met de activiteiten.
12
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat diacona aan ouderen
Hoofdstuk 5
Valkuilen vermijden Diakenen zullen zich steeds meer moeten richten op het bij elkaar brengen van hulpvrager en hulpbieder. Dat valt niet altijd mee. Vaak hebben diakenen een groot hart en helpende handen. Ze moeten zorgen dat ze hun werk zo efficiënt mogelijk mogelijk doen en dat de hulp op de goede manier en op de goede plaats wordt geboden. Daartoe is het belangrijk om struikelblokken en valkuilen te vermijden.
Hulp bieden zonder de regie over te nemen. Hulp bieden aan ouderen, betekent niet dat je hen alle problemen pr uit handen kunt nemen om die vervolgens voor hen op te lossen. Als je als diaken de regie overneemt van de oudere die een hulpvraag heeft, ‘iemand aan de hand nemen geeft meer maak je hem/haar nog meer afhankelijk. Je bent dan geen voldoening dan hulpverlener meer, maar een heerser; jij bepaalt immers imme wat er iemand op de rug gebeurt! Bovendien, als je iemand afhankelijk maakt van de hulp die nemen’, (en je houdt jij biedt, komt de hulpvraag terug op het moment dat jij stopt. Je hebt het langer vol) dan niets opgelost, maar alleen de symptomen bestreden. Maak jezelf niet de regisseur van andermans leven, maar ga een relatie aan en probeer samen te bepalen wat er moet gebeuren. Dat geeft de ander een groter gevoel van eigenwaarde en zelfstandigheid. Het is dus erg belangrijk om de mensen, in onderling overleg, zelf zoveel mogelijk te laten beslissen en samen samen naar oplossingen te zoeken. Natuurlijk kan jij als diaken of gemeentelid niet alle problemen die voor komen onder de ouderen in je gemeente oplossen. Maar er kan wel veel, en je hoeft het niet alleen te doen. Gemeenteleden inschakelen. Een andere valkuil uil voor veel diakenen is dat ze zelf hulp willen bieden, terwijl het veel meer hun taak is om hulpzoeker en hulpaanbieder bij elkaar te brengen. “Een diaken is er niet om lege handen te vullen, maar om gevulde handen te legen” is een uitspraak van Herman van Well (3) ( en een prachtige eye-opener. opener. Het geeft goed weer hoe een diaken te werk zou moeten gaan. Niet zelf alles doen, maar ook de gemeente aan het werk zetten. De hulp daar halen waar gaven aanwezig zijn en zo gemeenschap creëren. Daarbij gaat het niet n eens zozeer over het halen en verdelen van geld, maar veel meer nog over tijd en aandacht! Gaven opsporen en inzetten is het werk van diakenen. Voor hulp aan ouderen betekent het, dat de diaken mensen uit de gemeente veel meer mag inschakelen, maar ook dat de ouderen zelf mogen worden ingeschakeld. Niet alleen in actie komen bij acute nood. Als er geen beleid is en te weinig tijd wordt genomen of vrij wordt gemaakt voor ouderen, is de kans zeer groot dat at alleen de zichtbaar schrijnende gevallen worden geholpen. Door de ouderen in de gemeente nte regelmatig te bezoeken wordt niet alleen vertrouwen maar ook inzicht ontwikkeld en kan veel meer doelgericht hulp worden geboden. Er kan b.v. eerder gesignaleerd worden als de (geestelijke) gezondheid achteruit gaat, gaat, zodat op tijd hulp kan worden ingeschakeld. Het beleid zorgt voor or de continuïteit en structuur en voorkomt dat je steeds achter de feiten aan loopt en alleen bezig bent met symptoombestrijding.
13
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen Betrokken blijven bij alle leden Een gemeentelid dat naar een instelling gaat, al dan niet op eigen initiatief, hoeft niet per definitie verdwenen te zijn als gemeentelid. Veel ouderen die moeten worden opgenomen in een verpleeg- of verzorgingshuis, worden volgens de gangbare afspraken en regels ‘overgedaan’ naar het tehuis en naar de pastoraal medewerker. Veelal worden ze ingeschreven in de kerkelijke gemeente aldaar. Vaak is het dan voor de achterblijvers: ‘uit het oog, uit het hart’. Veel ouderen hebben het daar best moeilijk mee en bezoek vanuit hun eigen vertrouwde gemeente wordt doorgaans nog steeds zeer op prijs gesteld. Als de afstand (in kilometers) te groot is geworden voor de predikant of diaken, kan er misschien een bezoekpool worden gemaakt van gemeenteleden. En een kaartje sturen kan natuurlijk altijd. Doorgeven en vastleggen Het komt nog regelmatig voor dat een diaken die stopt, hartelijk wordt bedankt voor zijn werk en dat er daarna verder niets gebeurt met alles wat hij heeft geleerd. Alle kennis die de diaken heeft opgedaan door de jaren, en alle contacten die gelegd zijn binnen en buiten de kerkelijke gemeente zouden moeten worden vastgelegd zodat de volgende lichting diakenen daar hun voordeel mee kunnen doen. Een databank of een website kan handig zijn om alle namen, adressen en telefoonnummers achter te laten van hulpverleners en familieleden. Een draaiboek of logboek is handig om na te zoeken hoe een ander vóór je het heeft gedaan. Vooral voor ouderen valt het niet mee om steeds weer te moeten wennen aan een ander gezicht en om steeds opnieuw iemand in vertrouwen te moeten nemen. Het zou goed zijn om ze actief te betrekken bij de overdracht. De nieuwe diaken kan bijvoorbeeld worden voorgesteld door de diaken die stopt. En door de ouderen vooraf te vragen wat er wel en wat er niet mag worden doorgegeven, wordt het vertrouwen niet beschaamd en houdt de oudere zelf de regie. Het spreekt bijna vanzelf dat bij ouderen die zelf niet meer mondig zijn, de overdracht helemaal goed moet geschieden!
14
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat diacona aan ouderen
Hoofdstuk 6
Waar begint de taak van de kerk en eindigt die van va de familie Van an familie mag verwacht worden dat ze er zijn voor hun ouderen. Dat er aandacht is en hulp geboden kan worden. Maar de kerk heeft ook haar eigen diaconale taak ten opzichte van haar oudere gemeenteleden. Het hebben van familie die ondersteunt, is een groot bezit.
Als een gelovige vrouw weduwen in haar familie heeft, moet zij die zelf ondersteunen en niet de gemeente met de zorg belasten. Dan kan de gemeente voor weduwen zorgen die alleen staan.
Niet alle ouderen zijn helaas zo rijk en gezegend en zij mogen dan ook een beroep op de kerkgemeente doen, op de broeders en zusters. Maar ook de ouderen die wel zo rijk zijn, moeten bij ons terecht kunnen. Van familieleden kan niet verwacht worden dat ze de ouderen een al dan niet actieve rol kunnen geven binnen de kerk. Dat is de rol van de diakenen en de gemeente waar de ouderen deel vanuit maken.
Familie Familie kan prima daadwerkelijke hulp bieden zoals hulp bij het 1Tim.5:16 invullen van formulieren, het omgaan met zorginstellingen, het doen van klusjes in huis, etc. als de mogelijkheden moge daartoe aanwezig zijn en de familie in de buurt woont. Als de oudere al met een hulpvraag komt, mag daarom eerst gekeken worden worde wat de familie doet of kan doen. Hierin kan naar de meest praktische oplossing worden gezocht. Zaken van groot belang, zoals opname in een tehuis, worden uiteraard door de familie geregeld. Als een diaken signaleert dat een ouder gemeentelid dement begint begint te raken of financieel in de problemen komt,, kan hij met de kinderen - of andere familieleden- gaan praten. Die moeten zelf de stappen tot hulp zetten, eventueel bijgestaan door de diaken. Kerk Voor zaken die meer op relationeel gebied binnen de gemeente liggen, is een grote rol weggelegd voor de kerk. Diaconaat is immers relatie met anderen? Contact maken binnen de d gemeente, samen iets doen metmet en voor ouderen, dat zijn de taken die - in gemeenteverbandveel meer bij het diaconaat liggen. liggen Zijn wij bereid reid om werkelijk broeders en zusters, dus familie van onze ouderen te zijn?? Nemen we hen op in onze gemeenschap en geven we ze te kennen dat ze voor ons belangrijk zijn? Het is tenslotte onze taak dat ook de ouderen zich helemaal thuis voelen in onze gemeente. ente. We kunnen er voor ze zijn met onze oren, door goed naar ze te luisteren, met onze mond door een gesprek met ze aan te gaan of iets voor ze te regelen, met onze handen door ze praktisch te helpen en met onzee harten door voor ze te bidden en ze aandacht te schenken. Alleen zo kunnen we samen bouwen aan de Kerk van Christus met de gehele gemeente, met jong én oud. Wezen en weduwen worden in de Bijbel genoemd als diegenen die zichzelf niet kunnen helpen en waarvoor geen andere wettelijke regeling bestaat bestaat dan de leefregels die God zelf gegeven heeft. In onze tijd bestaan er veel regelingen voor wezen en weduwen, maar mensen die zichzelf niet (meer) kunnen helpen zijn er nog steeds. Het is de opdracht van God aan ons om hen te helpen. 15
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen
Hoofdstuk 7
Wat kan de kerk betekenen voor ouderen
Er is een onderzoek gehouden door Kerk in Actie *3 over kerkelijke betrokkenheid bij ouderen. Enkele conclusies luidden o.a.: Een minderheid van de gemeenten die meededen aan het onderzoek, voert een gericht ouderenbeleid. In de meeste gemeenten is er geen beleid voor het inschakelen van ouderen. Een beperkt aantal gemeenten geeft ondersteuning aan activiteiten van ouderen zelf. Het tegengaan van eenzaamheid is bij de helft van de gemeenten een duidelijk aandachtspunt. De activiteiten zijn grotendeels activiteiten binnen de kerk. Kerkelijke activiteiten hebben vaak elementen van bezinning en vieren en minder sport, spel en ontspanning als hoofddoel. Een overgrote meerderheid van de gemeenten heeft voorzieningen getroffen om kerkelijke gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met lichamelijke beperkingen en voor mensen met een gehoorprobleem. Een meerderheid houdt ook rekening met slechtzienden. In een beperkt aantal gemeenten heeft de diaconie individuele steun aan ouderen gegeven. Een aantal gemeenten verleent hulp bij het invullen van formulieren, ondersteunt mensen in hun contacten met instanties en zorginstellingen. Een minderheid van de gemeenten probeert ook gericht niet-kerkleden te bereiken door media te gebruiken en via informele contacten. Als wij deze uitkomst leggen naast de praktijk in onze eigen gemeenten, is de kans groot dat we veel hiervan herkennen. Wij doen het zelf niet heel veel anders. We zien dat er - gelukkig - al heel wat gedaan wordt en dat er wel degelijk betrokkenheid is bij ouderen. Kerken worden toegankelijker gemaakt en ook mobiliteit krijgt aandacht. We kunnen echter ook zien dat er nog veel blijft liggen: individuele diaconale steun is er maar weinig, en aandacht voor allochtonen al evenmin. Ouderen daadwerkelijk inschakelen voor het werk in de gemeente kan veel meer aandacht krijgen. Ook blijkt uit het onderzoek dat er veel te weinig duidelijk beleid is voor, door en met ouderen in de gemeenten. In *4 Diakonia van augustus 2008 is een brief te lezen met een hartenkreet: Waarom zwijgt de kerk (weer)? Een oproep aan de kerken om zich veel duidelijker diaconaal op te stellen en de ouderen als kostbare leden te zien. Mevr. Bakker: “…Uit hoeveel ouderen bestaat de kerk? Ik heb heel sterk het gevoel dat wij niet productief zijn voor maatschappij en kerk en daarom van geen waarde. Wij kosten alleen maar geld en daar gaat het om…”. Als kerk moeten we beter luisteren naar onze ouderen door ze meer de gelegenheid te geven hun wensen kenbaar te maken. Alleen zo kunnen wij goed beleid maken. Dus veel meer met de ouderen zaken regelen dan dingen voor ze te doen. Door helder te maken waar ze terecht kunnen en de drempel verlagen voor hun hulpvragen. In diaconale gesprekken met ouderen goed luisteren en duidelijk maken dat de gemeente rond om hen heen staat. Dat moeten ze dan wel kunnen ervaren! Kortom: laat de ouderen volwaardige gemeenteleden zijn en behandel zo ook als zodanig!
16
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen Diaconaal gesprek Om naar de ouderen te kunnen luisteren, zullen we met ze in gesprek moeten gaan. Dat kan op initiatief van de diaken zijn, een dame van Zusterhulp of iemand van Onderlinge Hulp, maar ook een meelevend gemeentelid. Op (huis) bezoek gaan dus, voor een diaconaal gesprek. Belangrijk is, dat de informatie bij de diaconie bekent is/wordt. Val niet met de deur in huis, maar besef dat er eerst vertrouwen moet zijn voor mensen hun noden met je willen delen. Werk dus eerst aan een relatie. Voor sommigen volstaat een enkel gesprek, maar meestal betekent het dat er vaker iemand langs zal moeten gaan. Sommige gemeenten werken met kleine kringen of mini-wijken. Die zijn zeer waardevol voor het onderhouden van contacten en het verlenen van onderling diaconaat. Het mag duidelijk zijn dat de kringcoördinator dan niet alleen contact heeft met de ouderlingen, maar vooral ook met de diakenen. Tips Overweeg een ouderendiaken aan te stellen en maak hem duidelijk aanspreekpunt voor (financiële) nood, bemiddelaar tussen (hulp)vraag en aanbod en voorspraak voor ouderenzaken in de kerkenraad. Luister naar ouderen. Zie dat het mensen zijn met een verhaal, en ‘zie’ niet alleen de leeftijd. Bij de PCOB is een brochure te bestellen: ‘Van levensverhaal tot levensboek’. Een prachtige methode om ouderen aan het woord te laten komen. Stel eens een ‘wensenboom’ op waar ouderen hun wensen kenbaar kunnen maken en honoreer enkele wensen tijdens een verwendag voor ouderen. Stel ‘bezoekmaatjes’ aan voor eenzame ouderen. Zo houdt je oog op elkaar. Dat kunnen ook ouderen zijn! Biedt de oudere mantelzorger ook kans op ontspanning door de zorgtaak tijdelijk over te nemen of ze te ondersteunen. Stel een jongerenteam aan om ouderen te helpen met ‘knoppen en gebruiksaanwijzingen’. Veel jongeren zijn hier erg handig in en het biedt mogelijkheden voor contact en uitwisseling. Organiseer een kookgroep met ouderen. Samen koken en samen eten geeft veel voldoening. Organiseer ook in de zomer activiteiten. ’s Zomers liggen veel reguliere activiteiten stil (in de kerk), terwijl veel ouderen niet op vakantie gaan. De behoefte aan activiteiten is dan juist erg groot! Stel een ‘formulierenteam’ samen van gemeenteleden met tijd en deskundigheid. Laat ook niet-kerkleden van ouderenhulp genieten. Wees open naar de samenleving. Werk samen met andere kerken, ouderenbonden, de burgerlijke gemeente en zorginstellingen en stem activiteiten op elkaar af. Daarmee wordt dubbel werk voorkomen. Besef dat pastoraat en diaconaat erg dicht bij elkaar kunnen liggen of in elkaar over kunnen vloeien. Goede afstemming tussen ouderlingen en diakenen is dus erg belangrijk. Veel (oudere) weduwen zien alleen nog maar vrouwen. Ga ook eens als stel op bezoek en laat niet alleen de bezoekdames langs gaan. Houd af en toe een ‘ouderendienst’, met lezingen uit de oude vertaling en psalmen uit de oude berijming. Zorg voor vervoer voor alle ouderen, een warme kerk en koffie na de dienst. Vergeet niet te kijken wat christelijke stichtingen en organisaties kunnen bieden.
17
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat diacona aan ouderen
Hoofdstuk 8
Hoe kan ik ouderen ouderen inschakelen in de gemeente Wat we veel meer moeten doen is luisteren naar de ouderen en ze behandelen als volwaardige leden. Dat betekent dat we hen ook mogen inschakelen bij de taken binnen de kerk en dat we ze niet hoeven over te slaan bij de gaventesten.
Een recent onderzoek door de Amerikaanse onderzoekster Becca Levy heeft aangetoond dat de geestelijke en lichamelijke gezondheid van ouderen negatief wordt beïnvloed als ze niet op niveau worden aangesproken. ngesproken. Ouderen die negatief over ouder worden gaan denken omdat ze te kinderlijk worden aangesproken en behandeld, sterven volgens het onderzoek onderzoe gemiddeld 7,5 jaar eerder dan positief p ingestelde bejaarden die als volwaardige mensen worden behandeld. Een heftige ge conclusie, maar zeker één om rekening mee te houden! Gaven inzetten Ook onze ouderen hebben gaven en maken nog steeds deel uit van het lichaam van de christelijke gemeente! Niet allemaal even actief, maar wel ieder met hun eigen gaven. Veel ouderen hebben bijvoorbeeld orbeeld de beschikking over vrije tijd. Als oude mensen klagen dat ze zo weinig bezoek ontvangen, kun je op zoek gaan naar iemand in de gemeente die op bezoek kan gaan, maar je kunt ook de ouderen stimuleren om met hun eigen gave - tijd!- bij anderen op bezoek te gaan, te bellen of te schrijven en zo zelf dienstbaar te zijn. Je geeft de oudere zelf de regie en de mogelijkheid om zich in te zetten voor anderen in plaats van zich afhankelijk op te stellen en alleen met hun eigen eenzaamheid en verdriet bezig te zijn. Soms kost het wel moeite om mensen uit hun passiviteit te krijgen, maar als ze weer zicht op anderen krijgen, krijgen ze daarmee ook weer eigenwaarde én de gelegenheid om weer gemeenschap te ervaren en zo mee te bouwen aan de gemeente meente van Christus. Ouderen die meer tijd hebben maar niet meer zo mobiel zijn, kunnen gevraagd worden om te bidden voor de gemeente. Een dankbare taak, waar jongeren vaak niet aan toe komen. Een belangrijke gave van veel ouderen is wijsheid, veelal verkregen verkregen door ervaring. Maak daar gebruik van en schakel die ervaring in voor de gemeente. Waarom niet eerst de wijzen om raad vragen als we b.v beleid gaan maken of nieuwe activiteiten willen opstarten? Of vraag een oudere met kennis van zaken eens om een lezing le te geven. Ouderen kunnen zo veel voor hun gemeenteleden en leeftijdsgenoten betekenen. Verder zijn er vele taken binnen de gemeente die niet fysiek inspannend zijn en waar ook prima ouderen voor gevraagd kunnen worden. Waarom zouden we de ouderen overslaan over als we b.v vragen om catecheten. Hier ligt een prachtige kans om kennis en wijsheid door te geven. Houdt het oog op de vitale ouderen die ontzettend druk zijn met genieten. Vaak zijn ze zo veel (onder)weg, dat ze geen tijd meer hebben voor kerkenwerk kerkenwerk en de aansluiting met de gemeente gaan missen. Het is vaak erg moeilijk om deze mensen te bereiken en ze in te schakelen. Wellicht kan van ze gevraagd worden om hun financiële gaven voor de gemeente in te zetten, als tijd hen ontbreekt.
18
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat diacona aan ouderen
Hoofdstuk 9
Hoe breng ik jong en oud bij elkaar in de gemeente Als wij onze ouderen oud gaan inschakelen bij het werk in de kerk, leren we daarmee ook onze kinderen om ouderen als volwaardige leden te behandelen. ndelen. De wereld om hen heen laat al veel te veel zien dat ouderen er maar amper toe doen! De tv leert ze een glamourwereld waar iedereen mooi en jong is en waar alles maakbaar is. Het is onze taak om ze te leren dat oud worden bij het leven lev hoort en dat de ouderdom ook kostbaar kan zijn en zeer waardevol.
“De pracht van jonge mensen is hun kracht, de sier van oude mensen is hun grijze haar”.Spr.20:29
Door de ouderen in te schakelen bij het leren van de kinderen, breng je behoefte en aanbod bij elkaar. Om Om te beginnen kun je ouderen en jongeren zelf bij elkaar brengen. Het mooiste is, als behoefte en gave van de oudere gekoppeld kan worden aan de gave en behoefte van de d jongere. Op die manier kunnen zeer waardevolle contacten ontstaan.
Enkele voorbeelden zijn: o Kinderen die van (voor)lezen houden, laten voorlezen aan eenzameeenzame of slechtziende ouderen. o Jongeren die handig zijn met de computer, kunnen ouderen wegwijs maken of samen iets opzoeken. o Kinderen die samen met ouderen muziek maken of een instrument leren bespelen. o Jongeren en ouderen die samen koken en samen eten. o Samen naar buiten. pelletjes doen of knutselen. B.v. een oudere dame die een jong meisje leert o Samen spelletjes breien of een oudere meneer die een jongetje leert zagen. o Jongeren en ouderen kunnen samen Bijbelstudie houden. Er is veel van elkaar te leren. Laat een belijdenisgroep maar eens van ouderen horen hoe die met hun geloof omgaan. Waardevol! o Houd ‘oud & nieuw’-- zondagen. Laat de ouderen samen met de jongeren de dienst vullen. Zo leren ze elkaars liederen te zingen en naar elkaar te luisteren. Zo kunnen er veel activiteiten en ontmoetingen ontmoetingen tussen verschillende generaties plaats vinden. Kijk daarbij goed naar de mogelijkheden en houdt rekening met de wensen, dan is er echt veel mogelijk! Op die manier kunnen zowel groepen ouderen en jongeren bij elkaar worden gebracht als wel individuele iduele ontmoetingen tot stand komen. Breng de terugkerende activiteiten onder in het beleidsplan en maak er draaiboeken of logboeken van. Op die manier is de continuïteit gewaarborgd en kan de kennis worden doorgegeven. Er gaat veel energie verloren met het steeds opnieuw uitvinden van het wiel en het opnieuw bedenken en opstarten van ‘oude’ activiteiten!
19
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen
Hoofdstuk 10
Hoe maak ik beleid voor ouderendiaconaat
Om te komen tot beleid voor ouderendiaconaat, is tijd nodig en bezinning en moet er allereerst een visie op ouderendiaconaat komen. Zonder duidelijke visie is het moeilijk om tot een beleid te komen. ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊ ◊
◊
◊ ◊ ◊ ◊
Ga in gebed en vraag de gemeente om mee te bidden. Leg ze uit waarom het de gehele gemeente aangaat. Vraag de Heilige Geest om inzicht en om wijsheid. Praat met elkaar, luister goed en hoor wat belangrijk is. Zet het gevonden uitgangspunt en de drijfveer als visie kort en bondig neer. Maak deze visie duidelijk aan de gemeente. Bidt om hulp om beleid te kunnen maken om deze visie uit te kunnen voeren. Stel een commissie ‘ouderendiaconaat’ aan die kan waken over de voortgang van het proces. Laat daar ook oud-diakenen in plaats nemen. Doe onderzoek. Probeer duidelijk te krijgen waar knelpunten zitten en/of witte vlekken. Spreek met ouderen en breng hun ideeën in kaart. Zet ouderendiaconaat hoog op de agenda. Krijg helder wat de standpunten binnen de kerkenraad zijn en hoe de visie uitgevoerd kan worden binnen de mogelijkheden van de gemeente. (het volledige ouderenbeleid kan op de brede kerkenraad besproken worden) Beleg een gemeenteavond. Laat de gemeente meedenken over diaconaal beleid voor ouderen. Vergeet vooral niet om de ouderen uit te nodigen! Praat niet over hen, maar ga met hen praten. Laat ze aan het woord en betrek ze volop bij de gemeenteavond. Probeer ook helder te krijgen welke preventie nodig is om problemen in de toekomst te voorkomen. Realiseer je dat de veertigers en vijftigers van nu, de ouderen van de toekomst zijn! Stel het beleid op. Maak een meerjarenplan en zet een tijdspad uit. Realiseer je dat niet alles in een keer kan veranderen. Doe eerst wat meteen moet en bepaal wat later kan. Leg het beleid voor aan de gemeente en vraag om hun zegen. Alleen samen met de gehele gemeente kan het beleid worden uitgevoerd. Sta regelmatig even stil om terug te blikken. Stuur eventueel bij en kijk of er aanpassingen nodig zijn. Zie het beleid vooral niet als wet waarvan je niet mag afwijken. Communiceer met de gemeente. Betrek ze er actief bij en laat mooie voorbeelden zien van wat al gedaan is. Wees enthousiast! Het werkt erg aanstekelijk. Dank God voor zijn hulp die altijd aanwezig is.
Suggesties voor Bijbellezingen en Psalmen/gezangen: Deut.15:1-11, Jac.1:27-2:26 , Rom.12, Hebr.13:1-17, Kol.3:12-17, 1 Kor.12, Luc.6:20-38 Opwekkingsbundel 378 , Gezang 37, Gezang 27, Gezang 7, Psalm 146, Psalm 133, Psalm 127, Psalm 122, Psalm 104, Psalm 91, Psalm 34, Psalm 31. Psalm 112, Psalm 82.
20
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen
Hoofdstuk 11
Hoe nu verder
De wereld verandert in een rap tempo en de kerken veranderen iets minder rap- mee. De informatiestromen gaan steeds meer per computer en ook veel sociale netwerken gaan via de digitale weg. De jeugd gebruikt de computer nu ook voor kerkelijke zaken, veel wordt via mail en websites geregeld en gecommuniceerd. Maar voor veel ouderen is dit absoluut nog geen algemeen gebruikt medium! Het is goed om daar ook als kerk eens bij stil te staan en onderzoek te (laten) doen naar de toepassingen van internet en computer voor de kerkleden van de toekomst. Enkele vragen daarbij zouden kunnen zijn: Welke visie hebben we voor de kerk van de toekomst Welke rol heeft het diaconaat op digitaal gebied Hoe maken we de ontwikkelingen toepasbaar voor ouderen Welke rol kan internet spelen bij de onderlinge contacten Hoe kunnen we aansluiten bij de behoeften van kerkleden Hoe kunnen we ons via het web openstellen naar de samenleving
Hoofdstuk 12
Tips voor hulp, contactadressen en websites
Diaconaal Steunpunt, Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) Postbus 499, 8000 AL Zwolle Telefoon:038-4270480 www.diaconaalsteunpunt.nl e-mail:
[email protected] Diaconaal Bureau Christelijke Gereformeerde Kerken Postbus 334, 3900 AH Veenendaal Telefoon: 0318-582367 www.cgk.nl e-mail:
[email protected] Deputaatschap Diaconale en Maatschappelijke Zorg Gereformeerde Gemeenten Houttuinen 7, 3447 GM Woerden Telefoon: 0348-489915 e-mail:
[email protected] Evangelische Alliantie Telefoon: 0343- 513696 www.ea.nl e-mail:
[email protected] Stichting De Luisterpost/Bralectah. Gereformeerd leven en lectuur in beeld en geluid. Postbus 499, 8000 AL Zwolle Telefoon:038- 4270488 www.luisterpost.nl e-mail:
[email protected] Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) Postbus 178, 3900 AD Veenendaal Telefoon: 0318-547888 www.npvzorg.nl e-mail:
[email protected]
21
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen Per Saldo Vereniging van mensen met een persoonsgebonden budget Postbus 19161, 3500 DD Utrecht Telefoon: 0900-7424857 www.pgb.nl e-mail:
[email protected] Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB) Postbus 1238, 8001 BE Zwolle Telefoon: 038- 4225588 www.pcob.nl e-mail:
[email protected] Stichting HiP (Hulp in Praktijk) Werkt samen met kerken om mensen in nood te helpen Amersfoortsestraat 11a, 3769 AD Soesterberg Telefoon: 0346- 330883 www.stichtinghip.nl e-mail:
[email protected] Stichting Present Nederland Koppelt hulpaanbod van (kerkelijke) groepen aan hulpvragen. Postbus 40203, 8004 DE Zwolle www.stichting.nl e-mail:
[email protected] Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland Postbus 169, 3500 AD Utrecht Telefoon: 030-2916600 www.cg-raad.nl e-mail:
[email protected] Vereniging Verzorgingshuizen en Verpleeghuizen met een Bijzondere Functie (VVBF) Postbus 82583503RG Utrecht Telefoon: 030-2739600 e-mail:
[email protected] www.info-wmo.nl/informatie-over-de-wmo Een website van het ministerie van VWS met informatie over de grote lijnen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. www.kerkinactie.nl De organisatie Kerk in Actie werkt vanuit de Protestantse Kerk in Nederland en steunt het werk van kerken en (christelijke) organisaties om mensen tot hun recht te laten komen en toekomstperspectief te geven. www.werkindekerk.nl/diaconaat De site is een initiatief van de Evangelische Alliantie, in samenwerking met de Evangelische Omroep en het Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie van de Christelijke Hogeschool Ede. www.minvws.nl/dossiers/ouderen De site van het Ministerie Volksgezondheid Welzijn en Sport, met veel informatie over en voor ouderen. www.ouderenorganisaties.nl Overkoepelende ouderenorganisatie met links naar vele andere relevante sites. www.leeshandicaps.nl Site met veel informatie over bijna alles wat met verminderd zicht te maken heeft. www.tijdvooractie.nl Veel tips voor jongeren om acties op te zetten in de kerk, b.v. koken voor ouderen. 22
Oud Goud – een handreiking voor diaconaat aan ouderen Literatuuropgave: 1 ‘Praktische handleiding bij het ouder worden.’ GMV Senioren ©christennetwerk GMV Zwolle 2007
[email protected] www.gmv.nl Telefoon 038-4254379 Een uiterst handig en praktisch boekje met veel tips en onderwerpen die te maken hebben met ouder worden. 2 WMO en de Diaconie, Informatiemap Uitgave van Diaconaal Steunpunt april 2006 www.diaconaalsteunpunt.nl Een map waarin duidelijk wordt uitgelegd wat WMO inhoudt, wat de rol van de burgerlijke gemeente is, maar ook wat de rol van kerken en diaconieën kan zijn. 3. Herman van Well, ‘Diaken in de praktijk’ Uitgeverij Voorhoeve, Kampen 1999. ISBN 90 297 1665 7 Een aanrader voor iedere diaken die zich wil verdiepen in zijn taak. Het betreft diaconaat, de gemeente in de samenleving en de positie en taak van de diakenen. Praktijkgericht, ook op organisatie en beleid.
Bronvermelding *1. CBS, Regionale Huishoudensprognose 2005-2025, Den Haag, 2007 www.cbs.nl *2. Postbus 51, voor vragen aan de overheid. http://www.postbus51.nl/nl/home/themas/belastingen-uitkeringen-en-toeslagen/aow *3 Kerkelijke betrokkenheid bij ouderen, Een onderzoek in Groningen en Drenthe. Kerk in Actie, mei 2007 *4·Diakonia, Vakblad voor diakenen/21e jaargang, nr.4/ augustus 2008, pag.11 Uitgave van PKN voor Kerk in Actie. ISSN 0167-1472
Met dank aan: Dirk Albert Prins, mijn stagebegeleider, voor alle opmerkingen, hulp en tips. Voor de aansporingen en zijn geduld en vooral voor het geven van zijn toch al zo schaarse tijd. Mijn werkgever, TCZ, voor het begrip en het plannen van mijn werkuren om mijn stageactiviteiten heen, en verder alle mensen die mij te woord hebben gestaan en mij inzicht hebben verschaft.
23
Veel voorkomende vragen (deze pagina ook los te downloaden via www.diaconaalsteunpunt.nl) 1) Waarom hebben ouderen onze aandacht nodig? Ouderen zijn het meestal niet gewend om (onze) hulp in te schakelen als ze het moeilijk hebben. Daarom moeten wij onze hulp aanbieden en onze aandacht. 2) Wie verstaan wij onder ouderen? Grofweg is er de volgende indeling: De ‘jonge’ ouderen van 55- 65 jaar. Actief en volop in het leven. Dan de ouderen van 65- 75 jaar. Gepensioneerd en genietend van hun verworvenheden. Daarna de ‘oude’ ouderen vanaf ± 75 jaar, die oud worden en beginnen af te takelen. 3) Wat zijn de grootste problemen van de meeste ouderen? Eenzaamheid wordt het meest genoemd. Het wegvallen van het sociaal netwerk en geen levensdoel meer hebben zijn daar de grootste oorzaken van. Verder komt onder ouderen veel verborgen armoede voor. 4) Hoe kan ik iets aan de eenzaamheid van ouderen doen? Je kunt de eenzaamheid op zich niet alleen oplossen. Je kunt wel zorgen dat de oudere zich weer gewaardeerd weet door ouderen het zicht op een ander te bieden. Dat lost veel gevoel van eenzaamheid op. Bied als gemeente een sociaal netwerk en betrek ouderen actief bij de kleine kringen en miniwijken. 5) Hoe kunnen wij onze ouderen waardering geven? Door hun gaven duidelijk te laten zien en in te schakelen. Wijsheid is een gave die vele ouderen bezitten. Levenservaring hebben ze allemaal. Iets voor een ander te mogen betekenen en door de ander gewaardeerd te worden geeft grote voldoening. 6) Hoe leer ik de kinderen om waardering voor de ouderen te krijgen? Door ze bij elkaar te brengen. Jongeren kunnen erg veel leren van onze ouderen. Hun geloofsleven is gerijpt en ze hebben veel te vertellen. Door hun levenservaring hebben ze kennis en vaardigheden opgedaan waar onze kinderen veel van kunnen leren. 7) Hoe breng ik oud en jong bij elkaar in de gemeente? Het mooiste is, als behoefte en gave van de ouderen gekoppeld kunnen worden aan de behoeften en gaven van de jeugd. Op die manier kunnen veel waardevolle contacten ontstaan. Het vraagt alleen van beide kanten dat ze zich open stellen voor de ander en het geduld opbrengen om elkaar te leren kennen. 8)
Veel van onze ouderen willen niet meedoen aan de bejaardenactiviteiten die wij organiseren! Veel ouderen voelen zich veel te jong om mee te doen. Noem ze geen bejaarden en schakel de ouderen in, laat jonge ouderen de oude ouderen helpen. De tijden zijn veranderd en de ouderen ook! Doe niet iets ‘omdat we dat altijd zo doen’, maar vraag waar behoefte aan is. 9)
De meeste ouderen zijn blij dat ze eindelijk tijd hebben, waarom moeten wij ze nu weer aan het werk zetten? Wij mogen ze vragen om wat voor ons te betekenen. Omzien naar elkaar houdt niet ineens op als je 65 jaar wordt! Ieder mag zijn gaven inzetten en voor ouderen kan dat bijvoorbeeld door de gave van tijd te geven. Ook geld kan een gave zijn, evenals wijsheid.