Nederland duurzame
als innovatieve draaischijf Vis
Een handreiking aan de regionale Blueports Adviesgroep Blueports oktober 2012
Inhoud 3
Inleiding: Blueports, hoezo?
4
Waar staat het Nederlands viscluster?
5
Een wenkend perspectief: Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
8
De weg er naar toe
10 Wat kan de bijdrage van Blueports zijn? 11 Leden Adviesgroep Blueports
I
Inleiding: Blueports, hoezo? In 2011 zijn taken van het Visserij Innovatie Platform (VIP) in regionale Blueports verankerd. Na jaren van het vooral top down aanjagen van innovatie en goed ondernemerschap is het nu aan de regio’s om dit proces bottom up verder inhoud te geven. Goede afstemming tussen de regio’s blijft daarbij belangrijk. Om dit te borgen is vanuit het Platform Visserijinnovatie & Blueports (PVB), in samenspraak met de regio’s, een structuur voor overleg, afstemming en gezamenlijke besluitvorming georganiseerd. Die bestaat uit: • Een Projectleiders overleg • Een Bestuurlijk overleg • Een Adviesgroep Blueports De regionale Blueports zijn inmiddels volop met hun activiteiten gestart. De projectleiders en bestuurders dragen daarbij zorg voor de voortgang, onderlinge samenhang en afstemming. De Adviesgroep Blueports ziet het als haar taak dit proces te ondersteunen. Het wil de deelnemers in de Blueports adviezen meegeven die hen motiveren en helpen om de regionale Blueports te ontwikkelen tot centra voor innovatie, waar goed ondernemerschap leidt tot hogere rendementen in het viscluster. Een en ander vanuit het perspectief: ‘Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis’. Dit advies is een handreiking om hier inhoud aan te geven. Een handreiking van ondernemers aan ondernemers. Ontstaan tijdens enkele inspirerende brainstormsessies, mogelijk te bekritiseren op sommige feiten of cijfers, maar niet op de richting en route die het wil schetsen. Het advies start met een korte analyse over waar de sector op dit moment staat, wat gaat goed, wat gaat slecht. Hierna volgt een schets van waar de sector naar onze mening zou kunnen staan, wat is het wenkend perspectief, waar liggen kansen. In het derde deel staan onze aanbevelingen over hoe de sector van de huidige situatie stappen kan zetten naar de toekomst. We eindigen met een handreiking aan de Blueports, wat kunnen zij vanuit hun rol bijdragen aan het realiseren van het wenkend perspectief.
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
3
1 »
Waar staat het Nederlands viscluster? Sterke kanten Nederland is binnen Europa marktleider op het gebied van de platvisen de garnalenvisserij, de pelagische visserij en de mossel-, oester- en palingkweek. Ook op het gebied van handel, verwerking, logistiek en distributie is Nederland in Europees verband een sterke speler. Daarbij gaat het niet alleen om de door Nederlandse vissers aangevoerde vis maar in omvang en omzet ook vooral om geïmporteerde vis en schaal- en schelpdieren. Handel, verwerking en distributie profiteren daarbij van een goede binnenlandse infrastructuur. Ook heeft Nederland een kweeksector die, niet zozeer qua omvang, maar wel wat betreft innovatie en duurzaamheid een vooraanstaande positie inneemt. Innovatie heeft, met steun van het VIP, het Ministerie van EL&I en het Europees Visserij Fonds (EVF), de laatste jaren een grote vlucht genomen. Grofweg kent het viscluster twee soorten innovaties. Keteninnovaties, gericht op samenwerking en integratie binnen de keten en daarnaast technische innovaties gericht op het optimaliseren en verduurzamen van het vangst- en productieproces. De technische innovaties beginnen nadrukkelijk hun vruchten af te werpen. Dat blijkt o.a. uit de opkomst van duurzamere, meer selectieve, vangstmethoden en de toename van de rendementen van delen van de vloot. Het Nederlandse viscluster behoort daarmee tot de Europese voorhoede als het gaat om innovatie en duurzaamheid. Dit zie je ook terug in de deelname aan de verschillende certificeringstrajecten voor verduurzaming. Nagenoeg de gehele aanvoersector spant zich in om de duurzaamheid van hun vangst- en verwerkingsmethoden gecertificeerd te krijgen. Ook de Nederlandse maritieme kennisinfrastructuur is onderscheidend en sterk. Veel ondernemers uit het viscluster werken via Kenniskringen, VIP-projecten en internationale uitwisselingen samen met kennisinstituten. Wetenschappers en ondernemers gaan daarbij gezamenlijk aan de slag en spreken elkaars taal. De opgebouwde kennis in de instituten vindt zijn weg in de dagelijkse praktijk van het viscluster. In de topsectoren-aanpak ligt de focus op het belang van de gouden driehoek waarbinnen ondernemers, onderwijs/ onderzoek en overheid elkaar vinden en versterken. Binnen het viscluster is dit op kleine schaal ook realiteit.
»
Zwakke kanten Er is ook een andere kant. De Nederlandse aanvoersector is marktleider, maar dit vertaalt zich niet in een goede rentabiliteit van de visserijbedrijven. Met uiteraard verschillen tussen de deelsectoren, is het viscluster als geheel te weinig in staat producten als schol en garnalen als boegbeelden in de markt te positioneren. Er ligt een focus op het produceren van massa, op anonieme producten die in een open markt moeten concurreren met bijvoorbeeld geïmporteerde kweekvis. Structureel hoge brandstofprijzen drukken de rendementen van de hoog gespecialiseerde en energie-intensieve schepen. De technisch innovaties gericht op kostenbesparing komen vooralsnog slechts delen van de vloot ten goede. In het verlengde daarvan kan worden opgemerkt dat technische innovaties voor kostenbesparing en duurzaamheid aanslaan, maar dat daarmee weinig of geen toegevoegde waarde wordt gecreëerd. Nieuwe verdienmodellen zijn nodig om investeringen in een duurzame vloot rendabel te maken. Het ontbreekt aan een goede samenwerking tussen de verschillende ketenschakels om de revenuen en rendementen voor alle schakels, dus het viscluster als geheel, te verbeteren. Als gevolg hiervan spelen buitenlandse afnemers het Nederlandse viscluster uit elkaar en pakken de revenuen. Niet alleen verticaal maar ook horizontaal, binnen de schakels, tussen vissers, wordt het belang van afstemming en samenwerking niet steeds erkend. Coöperatieve modellen zijn daarom nog zeldzaam. De keten laat hiermee kansen liggen. Hierbij moet de kanttekening worden geplaatst dat in bepaalde gevallen de horizontale samenwerking tegen de grenzen van de mededingingsregels aanloopt. De kunst is om binnen deze kaders vormen van samenwerking te organiseren die wèl mogelijk zijn.
4
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
Wat geldt voor afstemming en samenwerking geldt deels ook voor kennis. Er moet in alle gevallen direct toegang zijn tot kennis en bestaande expertise moet verder worden ontsloten. Waar logistiek als een sterke kant is benoemd, is er ook een keerzijde: vele schakels, zonder goede onderlinge samenwerking leidt tot logistieke knelpunten waarbij onnodig veel extra kosten worden gemaakt. Ondanks de stappen die het viscluster zet op het gebied van maatschappelijk verantwoord (duurzaam) ondernemen staan consument en markt nog steeds niet centraal, er blijft te veel sprake van een aanbodgestuurde keten zonder vraagsturing. Tot slot. Waar gezamenlijk optreden en focus nodig is, kent de sector een verkokerde organisatiestructuur, met vele bloedgroepen en sectorale opdelingen. Dit, gecombineerd met het mogelijk afbouwen van het Productschap Vis, draagt bij aan een vergaande versnippering en een beperkte focus.
2
»
Een wenkend perspectief: Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis Aanvoer, handel, verwerking en distributie Ongeveer 80% van het geld dat in het viscluster wordt verdiend komt uit de handel en verwerking van grondstoffen, tussen- en eindproducten. Een steeds groter deel hiervan komt van buiten Nederland. Het overige deel, ongeveer 20%, wordt verdiend met de aanvoer door Nederlandse vissers. Hoewel bijvoorbeeld in de schelpdiersector dit percentage hoger ligt, geldt voor het totale viscluster dat Nederland met deze 80/20-verhouding letterlijk een draaischijf voor vis en visproducten is waarbinnen handel en verwerking de toon zetten. Een draaischijf die ontstaat daar waar import, aanvoer, doorvoer, bewerking, verwerking en export samenkomen onder regie van het Nederlandse bedrijfsleven. Toch zijn de internationaal georiënteerde handel en verwerking onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse vissers/kwekers. Het zijn immers de Nederlandse vissers/kwekers die de basis vormen voor de infrastructuur die het mogelijk maakt om de grondstoffen en producten van over de hele wereld te verhandelen en verwerken. Bovendien zorgen de Nederlandse vissers/ kwekers ervoor dat de handel, verwerking en distributie verse vis in hun assortiment kunnen opnemen. Dit plaatst de verhoudingen tussen aanvoer, handel, verwerking en distributie in een bredere context. De laatste drie hebben immers ook baat bij een gezonde aanvoersector en dus bij goede, renderende prijzen voor de Nederlandse aanvoerders. Het belang van de verwerkers gaat nog een stap verder en ligt ook in het veilig stellen van de beschikbaarheid van de grondstof. De focus voor de verwerkende industrie moet daarom liggen op een goede relatie met de primaire sector, op de garantie dat er geleverd wordt en uiteindelijk ook op een goede prijs. Doen de handel, verwerking en distributie dat niet, dan heeft dat negatieve gevolgen voor het gehele viscluster en dus voor de draaischijf. Dan raken we de aanvoer uit Nederland kwijt en daarmee de infrastructuur die de basis vormt voor de draaischijffunctie.
»
Markt Het perspectief voor het viscluster ligt in het ontwikkelen en benutten van de mogelijkheden om wat we vangen/kweken, verwerken en verhandelen tegen hoge waarde buiten Nederland af te zetten. Grote kansen zijn er door de draaischijf te benutten en het Nederlandse product mee te nemen in het brede assortiment van de internationaal opererende bedrijven. Bijvoorbeeld door aan een verkoopkanaal van kweekvis ook verse tong toe te voegen. Dan ontstaat richting de markt een belangrijk voordeel: een breed palet aan vis bij één ‘punt’ te koop. Dat is de essentie en kracht van de draaischijf vis. Nederland als vishandel- en distributieland, Nederland als koploper van duurzame productie en innovatie wereldwijd. Daarbij is kostprijsverlaging uiteraard belangrijk, maar waar het vooral om draait is het toevoegen van waarde aan de grondstoffen, tussen- en eindproducten. Dit alles doet niets af aan het belang dat blijft bestaan om de nationale markt verder te ontwikkelen en te bedienen. Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
5
Om internationaal optimaal te kunnen profiteren van onze voorsprong op het terrein van duurzaamheid en innovatie zullen aanvoer, handel, verwerking, distributie en afzet hun samenwerking moeten intensiveren. Dat maakt de draaischijf tot wat een draaischijf moet zijn. Het is aan de Blueports om te onderzoeken hoe een bijdrage kan worden geleverd aan de integratie van de aanvoer met de grote en sterk internationaal opererende bedrijven binnen het viscluster. Het is bijzonder dat dit mogelijk is binnen het Nederlandse viscluster. De verschillende markten zoals de vers- en diepvriesmarkt of de markten voor platvis, garnalen en mosselen zitten immers geheel anders in elkaar. Maar wat deze markten bindt is dat ze qua aanvoer, verwerking en logistiek veelal geconcentreerd zijn in een bepaalde regio, de werkgebieden van de Blueports. »
Blueports Dat maakt dat iedere Blueport vanuit zijn eigen specialisme kan opereren maar dat tegelijkertijd doet binnen het landelijk perspectief, binnen de draaischijf voor vis. Dat geeft profiel aan een regionale Blueport, een eigen gezicht. Dat maakt een Blueport onderscheidend wat overigens niet synoniem is voor jezelf afscheiden of andere regio’s uitsluiten vanwege je specialisme. Zo wordt de mogelijkheid gecreëerd om de regionale, nationale en buitenlandse markt centraal te stellen en tot vraaggestuurde ketens te komen. Binnen het perspectief van Nederland als innovatieve duurzame draaischijf voor vis kan een belangrijke rol voor de Blueports zijn weggelegd. Zij jagen lokaal innovatie en samenwerking aan en stimuleren zo de economische activiteiten van het viscluster. Dat doen en kunnen ze niet alleen, daarbij is steun van kennisinstituten, overheden, NGO’s, etc, noodzakelijk. Maar ze zijn onderdeel van de draaischijf die een centrale rol speelt in de toekomstige positionering van de visketen.
Figuur rechts: ‘Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis‘
6
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
7
3
De weg er naar toe Wat zijn de ideeën en aanbevelingen van de Adviesgroep Blueports voor het realiseren van het wenkend perspectief?
»
Een anders werkende keten Tot nu toe gaan discussies over de toekomst van het viscluster vaak over de primaire sector. Het valt op dat dit deel van het cluster zich vooral richt op de technische innovaties die kostenbesparing en duurzaamheid combineren. Daarmee wordt tot nu toe weinig of geen toegevoegde waarde gecreëerd. Deze ontwikkeling en de schaarste op de wereldmarkt dwingen ons om een ander model te zoeken voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Daarbij draait het om een concurrerende prijs en bovenal om de wensen van de afnemers. Je moet je als keten daarbij onderscheiden op basis van de combinatie kwaliteit, continuïteit (beschikbaarheid) en duurzaamheid. In dat geheel blijft ruimte voor de visafslagen. Duidelijk is wel dat zij hun rollen en taken anders, d.w.z. commerciëler en flexibeler, moeten gaan invullen. De visafslag dient zich te ontwikkelen tot een multifunctionele handelsvloer, een logistiek knooppunt dat ketenschakels verbindt, een schakel van de draaischijf vis met een functie die meer inhoudt dan alleen de ‘klok’. Want de centrale positie van die ‘klok’ is in de toekomst geen gegeven meer. Binnen de anders werkende keten, de vraaggestuurde keten, is meer aandacht voor handel en verwerking. De focus verschuift daarmee automatisch van binnenlandse aanvoer en productie richting de ontwikkeling van een innovatie duurzame draaischijf voor vis. Door een sterke verbinding te zoeken met import en export, met de internationaal opererende pelagische sector, met de vrieshuizen, met logistieke spelers, krijgt een keten niet alleen meer massa maar wordt het cluster als geheel ook sterker. Voor logistiek geldt dat Nederland zich moet blijven inspannen om haar vooraanstaande positie te behouden. Creatie van een ‘level playing field’ (mondiale duurzaamheid) en het oplossen van logistieke knelpunten zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Vanzelfsprekend neemt dit pleidooi niet weg dat in de aanvoersector blijvende inzet nodig is voor kostprijsverlaging, energiebesparing, duurzame visserijtechnieken en opbrengstverhoging. Daarbij komt de vraag op tafel hoe je een vloot die bestaat uit schepen die ontworpen zijn voor de visserij in de jaren ‘70/‘80 een transitie kunt laten doormaken naar een vloot die geschikt is voor de huidige omstandigheden. Maar het rendement moet uit de draaischijf, uit de markt komen, dat is de kern van deze handreiking. Zonder technologisch innovatie te diskwalificeren, de toekomst van het viscluster drijft op innovaties die verderop in de keten plaatsvinden.
»
Een andere organisatiestructuur Er bestaat binnen de keten, een uitzondering daargelaten, een rigide scheiding tussen de verschillende schakels. Deze fragmentatie is ook terug te vinden in de organisatiestructuur van het viscluster, het bestaat uit vele organisaties, bloedgroepen en P.O.’s. Met een terugtrekkende rijksoverheid, het waarschijnlijk afbouwen van het Productschap Vis en de sterke opkomst van de regio’s ontstaan niet alleen volop mogelijkheden maar ook de noodzaak voor een andere, krachtigere organisatiestructuur. Het is niet aan de Blueports om dit over te nemen. Wel zouden de P.O.’s en de bestaande sectorale platvis-, garnalen-, mossel-, aquacultuurorganisaties de regionale Blueports de ruimte kunnen geven om sturend en bepalend te worden voor innovatie en kennisontwikkeling. Met andere woorden, de regionale Blueports zouden voorop kunnen gaan bij het vinden van oplossingen voor rendementsverbetering, toegevoegde waarde, kostenbesparing, duurzaamheid, etc. Zo kunnen in de regio netwerkstructuren ontstaan die uitgroeien tot dé plek voor het aanjagen van innovatie en het verhogen van rendement in het viscluster.
8
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
Ingesleten patronen moeten daarbij doorbroken worden door het belang van het viscluster, als innovatieve duurzame draaischijf voor vis, boven de belangen van afzonderlijke ketens en sectoren te plaatsen. Het bedrijfsleven staat daarbij aan het roer en heeft in het bijzonder oog voor koplopers en vernieuwers. De toekomstige financiering van de Blueports is daarbij een zwakke schakel. Als de Blueports taken overnemen van het Productschap Vis, dan zijn er wellicht mogelijkheden om ze op een vergelijkbare manier vanuit de sector te financieren. Daarmee zou ook in de toekomst invulling gegeven kunnen worden aan de wens van het viscluster om innovatie en ondernemerschap vooral bottom up, vanuit de regio, te laten ontstaan. »
Een anders werkende overheid De overheid bevordert via het Europees Visserij Fonds (EVF) grofweg twee soorten ontwikkelingen: technische innovaties gericht op duurzaamheid en brandstofbesparing in de primaire sector en samenwerking in de keten. De komende periode is meer focus op samenwerking in de keten nodig waarbij de nadruk, meer dan voorheen, op de toegevoegde waarde moet liggen. Zonder het realiseren van toegevoegde leidt investeren in techniek niet tot de gewenste bijdrage aan een innovatieve duurzame draaischijf voor vis. Bij toekomstige fondsen moet de overheid dan ook vooral aandacht schenken aan de economie, de rendementen en aan de samenwerking in de ketens. Nationale, provinciale, regionale en ook lokale overheden weten van elkaar waar hun taken, verantwoordelijkheden én mogelijkheden voor het viscluster liggen. Het beleid dat op deze niveaus voor het viscluster ontwikkeld wordt, alsook de middelen die ervoor beschikbaar komen, vragen om een goede matching en onderlinge afstemming. Kortom er is een betere afstemming en samenwerking nodig tussen rijk en provincies wat betreft de inzet van de Europese fondsen. Voor de Blueports liggen er mogelijkheden om een rol te spelen bij de subsidieaanvragen van de ondernemers uit het viscluster. Te denken valt aan het bevorderen van de samenhang ertussen en het bewaken van het belang voor het collectief en de regio. Door dit onder de aandacht van de verschillende overheden te brengen kan subsidie gericht worden ingezet. Daarmee kan het ingezette proces van verduurzaming en ketensamenwerking gaande worden gehouden. De overheid schept daarbij randvoorwaarden, stelt grenzen, rekent af op resultaat maar geeft ook ‘ruimte’ voor experimenten en vernieuwing. De overheid ondersteunt het viscluster met gericht beleid met grote nadruk op ketens, op koplopers, op jongeren, op samenwerking. De overheid heeft niet alleen oog voor het individuele ondernemerschap, maar ook voor systeeminnovaties. De inzet die de overheid kiest met het opzetten van een stelsel van Blueports, is hiervan een voorbeeld. Een inzet die altijd een tijdelijk karakter heeft, de Blueports moeten binnen enkele jaren zelfvoorzienend zijn. De overheid steunt innovatieve koplopers en biedt hen bij het ontwikkelen van beleid ook een lange termijnperspectief. Ze staat daarbij open om nieuwe technieken in de praktijk toe te passen. Als één van de voorbeelden ter verduidelijking: de overheid zou ruimte moeten geven voor experimenten met nieuwe technieken voor aquacultuur rond windmolenparken in plaats van het formuleren van verboden waarbij vooral wordt gelet op de mogelijke risico’s en gevaren. Beleid, wet- en regelgeving staan garant voor een gelijk speelveld. Echter het alleen willen vasthouden aan een gelijk speelveld frustreert innovatie. Deze spanning komt onder meer tot uiting bij het toepassen van de pulstechniek. Het al of niet beschikken over een ontheffing om te vissen met de pulstechniek leidt tot grote kostprijsverschillen in de kottersector. Het wrange hierbij is het ontbreken van een Europees speelveld: de Nederlandse overheid heeft als koploper bij de EU een vrijstelling bedongen op het generieke verbod op elektrisch vissen. Europees koploper zijn betekent dus niet dat per direct alle Nederlandse vissers hiervan kunnen profiteren.
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
9
4
Wat kan de bijdrage van de Blueports zijn? In deze laatste paragraaf een handreiking aan de regionale Blueports. Wat kunnen zij inhoudelijk en organisatorisch bijdragen aan het realiseren van het wenkend perspectief, aan ‘Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis’? 1 Een Blueport is geen doel op zich maar een middel. Ontwikkel je Blueport tot een netwerk van visserij- en kweekbedrijven van vis, garnalen en schelpdieren én de hieraan gerelateerde bedrijven en creëer zo massa in datgene waar de regio goed in is. Denk niet te klein, denk in het perspectief van de bijdrage van de regio aan Nederland als innovatieve duurzame draaischijf voor vis in een internationale markt. 2 Betrek aanvoer, handel, verwerking, logistiek en afnemers bij het invullen/vormgeven van de regionale Blueports. Daardoor ontstaan er mogelijkheden om de rigide scheiding die bestaat en die het efficiënt functioneren van ketens frustreert te doorbreken. Zorg er vooral voor dat een grote internationaal opererende speler betrokken wordt en laat bestuurders en overheden niet de overhand krijgen. 3 Realiseer je en leer ervan dat de verschillende markten in het viscluster, zoals de vers- en diepvriesmarkt of de markten voor platvis, garnalen en mosselen, geheel anders in elkaar zitten. Realiseer daarbij dat deze markten qua aanvoer, verwerking en logistiek veelal geconcentreerd zijn in een bepaalde regio, binnen één van de Blueports. 4 Grijp die kans om je als regionale Blueport te onderscheiden, kies profiel en positie maar sluit niets of niemand uit. Zorg ervoor, faciliteer, dat de marktkracht en de logistieke bundeling van activiteiten in de eigen regio worden benut, positioneer je als de specialist op een deelmarkt. Heb daarbij oog voor de mogelijkheden, de bijdrage en het belang, van de producten waarin de regio sterk is binnen het gehele Nederlandse viscluster. Ofwel de positie die de regio bekleedt in de draaischijf vis. En blijf concreet, praktisch en realistisch: 5 Werk aan de hand van een vijfjaren plan, probeer daarmee de financiële toekomst van de regionale Blueports zeker te stellen en de collectieve financiering van innovaties binnen het viscluster te borgen. Blueports zijn immers niet vrijblijvend opgezet. Met een terugtrekkende overheid en het mogelijk beëindigen van Productschap Vis ontstaat bestuurlijk ruimte. Grijp je kans om binnen de nieuwe organisatiestructuur, die zich nog aan het ontwikkelen is, de Blueports de rol te geven die ze kunnen waarmaken: het aanjagen van innovatie en het stimuleren van economische activiteit. 6 Betrek onderzoek, kennisinstellingen, onderwijs en universiteiten bij je Blueport. Ga daarbij uit van de kracht van de drie O’s: ondernemers, onderzoek/onderwijs en overheid. 7 Faciliteer, bevorder onderzoek naar mogelijkheden van schaalgrootte, naar de versterking van je concurrentiepositie, naar businessmodellen bijvoorbeeld op basis van het coöperatieve model of met een geheel nieuwe rol voor de visafslagen. Breng ‘Cost no quality’ in beeld. Wat zijn de inefficiencies, welke kosten leiden niet tot toegevoegde waarde, waar gaat waarde verloren door een verkeerde manier van organiseren? 8 Doe dit onder de vlag van je regionale Blueport, gebruik de kracht van de regio, maar leg daarbij voortdurend de verbinding met de andere regio’s. Het Platform Visserijinnovatie & Blueports (PVB) is beschikbaar om dit te ondersteunen. Benut het PVB om de samenwerking tussen de Blueports vorm te geven, bijvoorbeeld door samen op te trekken bij de communicatie of de organisatie van een landelijke activiteit.
10
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
Leden Adviesgroep Blueports Jacob Kramer CEO Ekofish group Johan van Nieuwenhuijzen Managing Director United Fish Auctions Ko Prins Directeur Prins & Dingemanse Jan Ernst Veenman Voormalig algemeen directeur Heiploeg Carolien Vrolijk Directeur Cornelis Vrolijk Holding BV Bram Bierens Voorzitter VIP-beoordelingscommissie Gert-Jan Kooij Visserijondernemer, namens de Klankbordgroep Visserijinnovatie Rems Cramer Visserijondernemer, namens de Klankbordgroep Visserijinnovatie Henri Kool Directeur Dierlijke Agroketens & Dierenwelzijn van het Ministerie van EL&I Bart Bruggeman Waarnemend voorzitter Productschap Vis Martin Scholten Directeur Animal Sciences Group/IMARES van Wageningen UR De Adviesgroep Blueports wordt ondersteund door: Ronke Luns , Frans Vroegop en Ed de Heer Platform Visserijinnovatie & Blueports De leden nemen op persoonlijke titel deel aan de Adviesgroep Blueports. Bij het samenstellen van de Adviesgroep is gezocht naar een evenwichtige verdeling tussen regio’s, rol in de keten, sectoren en mate waarin bedrijven/personen er in slagen om succesvol te innoveren.
Colofon Dit is een publicatie van het Platform Visserijinnovatie & Blueports (PVB). Het PVB is een initiatief van het Productschap Vis en heeft als doel het ondersteunen, faciliteren en verbinden van de regionale Blueports. Platform Visserijinnovatie & Blueports Postbus 72 2280 AB Rijswijk 070 336 96 19
[email protected] www.blueportal.nl
Redactie Ed de Heer Frans Vroegop
© Platform Visserijinnovatie & Blueports Den Haag, oktober 2012
Illustraties JAM visueel denken, Amsterdam
Grafische vormgeving Skepja, Haarlem
Druk Zwaan printmedia, Wormerveer Oplage 750
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis
Europees Visserijfonds: Investering in duurzame visserij
11
Het viscluster in Nederland is om trots op te zijn! Laten we ons daarom samen inzetten voor het uitbouwen en versterken van onze positie als innovatieve duurzame draaischijf voor vis. Focus je als Blueport daarbij op waar je in de regio sterk in bent, maar doe dat vanuit het perspectief van waar Nederland goed in is. Daar worden uiteindelijk aanvoer, handel, distributie, verwerking én afzet allen beter van.
12
Nederland als innovatieve duurzame draaischijf Vis