De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld Handreiking voor de opzet van een Seniorenkring
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld Handreiking voor de opzet van een Seniorenkring
Colofon
De uitgave ‘onzichtbare’ ouderen in beeld, is een uitgave van FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken.
Projectleiding Paul Groenestein
Redactie: Fairouz Ben Salah, Zeki Arslan, Arjaan Hijmans van den Bergh en Rein Sohilait
Tekstredactie: Frans van der Heijden
Fotografie: Mladen Pikulic
Opmaak en vormgeving: Vincent Bons, www.1plus1-ontwerp.nl
Drukwerk: Drukkerij Esed, Soest
© FORUM, juni 2013 FORUM is een onafhankelijk kennisinstituut op het terrein van multiculturele vraagstukken vanuit het perspectief van de democratische rechtsstaat, sociale cohesie en gedeeld burgerschap. FORUM vergaart kennis op het brede terrein van integratie, stelt deze beschikbaar en zet de kennis om in praktisch toepasbare methoden en producten.
Inhoud
blz.
1
De onzichtbare ouderen in beeld – een inleiding
2
De Seniorenkring: waarom en waartoe?
12
3
De methode in een notendop: hoe werkt het?
14
4
De werving: senioren over de drempel
18
5
De samenstelling: inspelen op verschillen
21
6
De begeleider: takenpakket en ‘functieprofiel’
23
7
De opzet: een kring in fasen en facetten
26
8
De toekomst: van adviseur naar partner in beleid
34
8
Voorwoord Wijkbewoners het gevoel geven dat zij ertoe doen. Dat zij een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan lokale veranderingsprocessen. Dat er naar hen geluisterd wordt en dat de suggesties die zij aanreiken serieus in overweging genomen worden. Dat is het doel van een Seniorenkring. Belangrijke thema’s die alle senioren anno 2013 bezighouden − zoals zorg, welzijn en wonen − komen tijdens een Seniorenkring aan bod. Centrale vragen daarbij: in hoeverre zijn ouderen, dus óók migrantenouderen, op diverse beleidsterreinen goed geïnformeerd? In hoeverre kunnen zij actief betrokken worden en hun verantwoordelijkheid nemen? En hoe kunnen gemeenten en maatschappelijke organisaties (zoals woningcorporaties, welzijns- en zorginstellingen) daarop het beste anticiperen? Essentieel is dat een ieder zich verantwoordelijk voelt voor positieve veranderingen én zich er betrokken bij toont. Een Seniorenkring of Seniorenatelier is een laagdrempelig en interactief participatie-instrument waarmee FORUM succesvol geëxperimenteerd heeft − in Amersfoort, Utrecht en Roosendaal. Wij dragen deze methode nu graag over aan potentiële initiatiefnemers en uitvoerders op lokaal niveau. Dat kan de gemeente zelf zijn, via de betrokken dienst of afdeling, maar bijvoorbeeld ook een welzijnsinstelling, een woningcorporatie of een ouderenvereniging. De werkwijze bestaat eruit dat tien tot twintig bewoners tijdens een overzichtelijk aantal bijeenkomsten (vijf à tien) met elkaar in gesprek gaan over de kwaliteit van hun leefomgeving. Daarbij kijken zij niet alleen naar wat er volgens hen moet veranderen, maar staan zij ook voor de uitdaging om er zélf iets aan te doen. Om verantwoordelijkheid te nemen en te (blijven) dragen voor verbeteringen. Niet op basis van verschillen, maar op basis van gemeenschappelijkheid en gelijkwaardigheid. Een Seniorenkring is dus uitermate geschikt om burgers – autochtoon en allochtoon – met elkaar te verbinden. Hoewel de bewoners de ‘eigenaars’ zijn van de Seniorenkring, kunnen zij het natuurlijk niet alleen. Samenwerking met maar ook tussen zorginstellingen, welzijnsorganisaties en de gemeente is van groot belang − óók omdat de traditionele instituties er elk voor zich onvoldoende in slagen om de ‘onzichtbare oudere’ en diens behoeften in beeld te krijgen. Dit lukt alleen met medewerking van alle relevante partijen en partners (inclusief sleutelfiguren uit de betrokken gemeenschap) en met ieders commitment. De onconventionele methodiek die in dit boekje beschreven wordt, bewijst dat moeilijk bereikbaar geachte groepen wel degelijk te bereiken zijn. Het is natuurlijk wel zaak aan dat bereik een vervolg te geven. Bij de Seniorenkring ligt de nadruk weliswaar op de zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid van bewoners, maar het zijn de (overheids) instellingen die ervoor moeten zorgen dat er ook echt iets met de bevindingen gedaan wordt. Niet alleen beleidsmatig, maar ook uitvoerend, begeleidend en ondersteunend. Een Seniorenkring is daarmee een uitermate geschikt instrument om richting te geven aan burgerschapsvorming. Je verantwoordelijk voelen, je zelfredzaamheid vergroten, je identificeren met de omgeving waar je woont en willen samenwerken met maatschappelijke organisaties en overheidsinstellingen – dat alles draagt bij aan de sociale stabiliteit waarnaar iedereen in Nederland naarstig op zoek is. Zeki Arslan Programmamanager Participatie
1 De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Onze samenleving vergrijst in rap tempo. Hoeveel artikelen zijn er het afgelopen decennium niet met dit zinnetje begonnen? En inderdaad: we worden steeds ouder – en mede door de ‘ontgroening’ zijn er in verhouding steeds meer senioren. Maar wat opvalt, is dat de vergrijzing vrijwel altijd in een negatieve en eenzijdige context ter sprake komt. De zorgkosten lopen uit de hand, de AOW is straks niet meer te betalen, en: houden we nog wel een beroepsbevolking over? Natuurlijk, het zijn allemaal reële vraagstukken die opdoemen en die een vroegtijdige, voortvarende aanpak vergen. Soms lijkt het echter wel of ouderen door hun toename alleen nog maar als veroorzakers van problemen worden gezien − sociaal-economische problemen die vooral anderen treffen. Terwijl senioren juist zelf een steeds belangrijker bevolkingsgroep vormen die grote aandacht verdient. Let wel: een groep die tegelijkertijd ook zélf veel kan bijdragen aan verbetering van haar situatie. En daarover gaat dit boekje. Hoe krijg je in je gemeente een beeld van de behoeften en wensen van ‘onzichtbare’ ouderen? In hoeverre sluit dat aan bij het bestaande beleid? En hoe verhoog je uiteindelijk, samen met de senioren zelf, de kwaliteit van hun leefsituatie en -omgeving?
1
8
Deze inventarisatie was onderdeel van het project ‘Diversiteit in het ouderenbeleid’ (FORUM en ministerie van WWI). Zie ook de publicatie Het is niet alles (g)oud wat er blinkt (Utrecht, 2010).
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Vergrijzing: de cijfers In 2011 telde Nederland ruim 2,6 miljoen inwoners van 65 jaar en ouder (15,9% van de totale bevolking). In 2040 zal dat aantal opgelopen zijn tot 4,6 miljoen. Ruim een kwart (25,9%) van de bevolking bestaat dan uit 65-plussers. Ook het aantal migrantenouderen (65+) stijgt snel: van 64.358 in 2009 tot 371.448 in 2040 (CBS, Statline, 2009).
Aanbod: ad hoc en versnipperd Ondanks de veroudering van de populatie krijgen senioren niet (overal) de beleidsmatige aandacht die ze nodig hebben. Dit blijkt uit een onderzoek van FORUM (2009) in 36 (middel)grote gemeenten en 12 provincies.1 Ouderen zijn nog geen prioriteit. Slechts ad hoc en met een versnipperd aanbod wordt een beperkt aantal senioren bereikt. Met een naaicursus, sport en beweging, conversatielessen et cetera, overigens geen onbelangrijke activiteiten. Maar hoe senioren over hun leefomgeving denken en de positieve rol die ze daarin zelf kunnen spelen, dat wordt nauwelijks met hen besproken. Dit was althans de situatie die FORUM in 2009 waarnam bij een inventarisatie onder 36 gemeenten en de 12 provincies (maar vooralsnog lijkt er niet echt veel verbeterd te zijn.) Een veelgenoemd knelpunt: lokale beleidsmakers en uitvoerende professionals hebben moeite met het bereiken én vasthouden van vooral migrantensenioren. Daardoor is er slecht zicht op wat zij willen of nodig hebben en zijn zij nauwelijks actief te betrekken.
Een veelgenoemd knelpunt: lokale beleidsmakers en uitvoerende professionals hebben moeite met het bereiken én vasthouden van vooral migrantensenioren.
Hoe kan het anders en beter? In Utrecht, Roosendaal en Amersfoort is in resp. 2008, 2010, 2011 en 2012 geëxperimenteerd met varianten op het eerder ontwikkelde ‘Woonatelier’. Dit is een interactieve methodiek, bedacht door FORUM, die bewoners effectief betrekt bij de ontwikkeling van hun leefomgeving. Zij komen een aantal keren bijeen om, onder begeleiding van een professional, met elkaar te praten over veranderingen in hun wijk. Problemen en dilemma’s worden geïnventariseerd en de deelnemers denken na over gewenste maatregelen c.q. oplossingen, of over hun eigen toekomstige rol in de leefomgeving. Al doende dienen ze tot een programma van aanpak te komen en dit aan de gemeente of andere organisaties te presenteren.
2
Een project dat de bewoners centraal stelt en hen volledig de ruimte geeft om plannen en ideeën te presenteren die een verrijking zijn voor de wijk. De gemeente Utrecht faciliteert de plannen. De indieners van de ideeën worden ondersteund door een adviesteam.
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
9
Good practice: wél aandacht voor senioren In de tot ‘Seniorenatelier’ omgedoopte werkvorm in de Utrechtse wijk Hoograven richtte een aantal Marokkaanse ouderen zich vooral op een betere toegankelijkheid van voorzieningen. Binnen het project ‘Briljante ideeën’2 hadden Marokkaanse wijkbewoners (55-plus) aangegeven dat de bestaande voorzieningen niet aansloten op hun vraag, en dat er onvoldoende mogelijkheden waren om andere wijkbewoners te ontmoeten en contacten met hen op te bouwen. Op verzoek van de gemeente Utrecht heeft FORUM daarop een seniorenatelier uitgevoerd om de ideeën van de Marokkaanse ouderen verder uit te werken. Daar kwamen duidelijk hun behoeften naar voren, waar beleidsmakers en uitvoerders eerder in het duister tastten. Enige deelnemers gaven een concreet vervolg aan de gepresenteerde aanbevelingen, onder meer met ontmoetingsactiviteiten gekoppeld aan thema’s. De gemeente Roosendaal vroeg FORUM om oudere Turken en Marokkanen in de wijk Kalsdonk te helpen bij het formuleren van een advies over hun woonzorgwensen in de nabije toekomst. Samen met Palet Adviseurs Diversiteit organiseerde FORUM wijkateliers met vier groepen ouderen: Turkse mannen, Marokkaanse mannen, Turkse vrouwen en Marokkaanse vrouwen. De vier groepen presenteerden hun adviezen aan de wethouder en aan de Roosendaalse woningcorporatie Aramis Alleewonen. De corporatie is daarna in gesprek gegaan met deze groepen om 24 wooneenheden te realiseren die aan hun wensen voldoen.
Creëer in de wijk een (kleinschalige) ontmoetingsruimte om en nabij een herkenbaar en toegankelijk wijkservicepunt. Tweemaal Amersfoort In Amersfoort vonden twee ateliers plaats, in 2011 en 2012. In de wijk Liendert was het een gemengde groep van autochtone ouderen en migrantensenioren die de gemeente verder moest helpen: waar lopen deze mensen tegenaan en hoe betrekken we hen actief bij oplossingen? FORUM kreeg de opdracht een Seniorenkring te organiseren. Dit leidde uiteindelijk tot vijf concrete aanbevelingen – en niet de minste. Eén ervan luidt: creëer in de wijk een (kleinschalige) ontmoetingsruimte om en nabij een herkenbaar en toegankelijk wijkservicepunt. Het tweede atelier in Amersfoort organiseerde FORUM op verzoek van de Turkse Alevitische Bektashi Culturele Vereniging. Het ABCV-bestuur constateerde dat Alevitische ouderen slecht op de hoogte zijn van de zorgvoorzieningen in Amersfoort. Via het atelier wilde de vereniging bereiken dat ouderen beter in staat zijn om effectief gebruik te maken van de zorgvoorzieningen. Het project leverde een groot aantal adviezen op − voorstellen die de ouderen grotendeels zelf formuleerden. De vereniging zal deze adviezen waar mogelijk overnemen. Alle hier genoemde good practices – in Utrecht, Roosendaal en Amersfoort − staan mede aan de basis van deze handreiking. Ter illustratie worden elementen uit die aanpakken belicht.
10
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Kostenbesparing Inzicht in hoe (migranten)ouderen hun leefomgeving ervaren − en uitzicht op hun structurele eigen inbreng om dingen te verbeteren. Dit is voor gemeenten en instellingen een evidente meerwaarde van de Seniorenkring. En voor seniore burgers zelf is de directe winst eveneens duidelijk: een sterk groeiende bevolkingsgroep krijgt de gerichte (beleids)aandacht die ze verdient en nodig heeft, maar nu nog ontbeert. Het mooie is echter ook dat de aanpak perfect past in de gewenste nieuwe werkwijze van welzijn: zelf op zoek gaan naar de noden en behoeften van mensen, het aanbod afstemmen op hun vraag én uitgaan van hun eigen kracht en zelfredzaamheid. Bovendien, niet minder belangrijk: de Seniorenkring sluit naadloos aan bij de moderne opvattingen over burgerschap. Hierin zijn eigen verantwoordelijkheid, participatie en ‘eigenaarschap’ van inwoners zelf immers centrale begrippen. Last but not least: samenwerking met actieve burgers (begeleid door professionals) leidt tot welkome kostenbesparingen. Gemeenten en instellingen bezinnen zich op scherpere prioriteiten en efficiëntere organisatievormen, waarbij steeds vaker de coöperatie en inbreng van burgers wordt gezocht. Betrokken burgers, die ook op vrijwilligersbasis een bijdrage willen leveren aan de leefbaarheid van de wijk. Welzijn nieuwe stijl vraagt om nieuwe netwerkstructuren en een andere manier van werken, waarin burgers een prominente plek innemen. De uitdaging zit ‘m erin hun potentiële inbreng te mobiliseren en er gebruik van te maken. Waar het om ouderen gaat, kan een Seniorenkring u zeer goede diensten bewijzen. Dit boekje helpt u de methodiek optimaal te benutten.
De winstpunten van een Seniorenkring In contact met ‘moeilijk bereikbare’ senioren Verbeterd inzicht in hun wensen en behoeften Ouderen krijgen gerichte beleidsaandacht Gaat uit van eigen kracht en inbreng Efficiëntere organisatie en kostenbesparing Ontwikkelen van nieuwe netwerkstructuren en een andere werkhouding Past perfect in welzijn nieuwe stijl Sluit aan bij de visie op modern burgerschap
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
11
2 Een Seniorenkring: waarom en waartoe? Als gemeente zoek je naar houvast voor een doeltreffend en kostenefficiënt beleid voor bewoners en hun leefomgeving. Dan moet je uiteraard eerst weten wat er écht leeft in een wijk: wat houdt de mensen bezig, wat bindt hen aan hun buurt, waar schuilen problemen én waar gloren juist kansen? Wie kunnen dit alles beter vertellen dan de bewoners zelf. Zij zijn meestal loyaal naar hun eigen wijk en identificeren zich ermee (of niet, maar dan zit dáár een probleem). Wijkbewoners kunnen vaak haarfijn aangeven waar het wringt en knelt, en wat met voorrang moet worden aangepakt. Maar ook: op welke barrières zij stuiten wanneer zij zelf met praktische en concrete initiatieven komen.
Meedenken, meepraten In gesprek gaan met bewoners levert altijd nuttige, vaak ook verrassende informatie op voor een toekomstig doelmatig beleid. Zeker als het om bewoners gaat die je doorgaans niet bereikt, bijvoorbeeld via inspraakavonden. Directe betrokkenheid en een energieke inzet van wijkbewoners kunnen initiatieven opleveren die hun eigen situatie uiteindelijk zeer ten goede komen. Velen weten echter zelf niet hoe je zo’n proces op gang brengt, of ze deinzen ervoor terug om het voortouw te nemen. Het is daarom belangrijk dat bewoners de ruimte krijgen én gestimuleerd worden om mee te denken en mee te praten. Dit geldt natuurlijk eens te meer voor de groeiende en diverse groep ouderen. Lang niet alle senioren, zeker niet die met een niet-westerse achtergrond, zullen meteen staan te dringen om een actieve bijdrage te leveren. Vaak speelt er een zekere verlegenheid of gêne mee (gebrekkige taalbeheersing, of ‘wat heb ik nu helemaal te vertellen?, of: ‘ik wil niet klagen!’), en ook eerdere teleurstellende ervaringen kunnen tot terughoudendheid leiden. Maar dit alles mag niet verward worden met een gebrek aan motivatie. Het gevoel serieus genomen te worden, ‘eigenaar’ te zijn van een vraagstuk en (terecht) het idee te hebben hierin niet alleen te staan, zijn belangrijke elementen voor de motivatie. Hoe je het beste deelnemers voor een Seniorenkring werft, komt ter sprake in hoofdstuk 4.
12
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Diverse doelstellingen Het meer algemene ‘waarom’ van een Seniorenkring mag duidelijk zijn, minstens zo belangrijk is het specifieke ‘waartoe?’. Wat wil je er precies mee bereiken? Dit kan van gemeente tot gemeente en van wijk tot wijk verschillen. Immers, de wensen en behoeften die ter plekke vanuit de Kring komen, zijn leidend. Elke gemeente en elke wijk heeft een eigen dynamiek, profiel en problematiek, Toch zullen de gedachten vaak al wel in een bepaalde richting gaan. Of er liggen plannen die je als gemeente of maatschappelijke instelling indirect, via de Seniorenkring, wil toetsen aan de wensen en behoeften in de praktijk. In grote lijnen zien we de volgende doelstellingen: Inzicht verwerven in de dilemma’s en knelpunten van oudere wijkbewoners en samen met hen aan oplossingen werken. Seniore burgers met elkaar in gesprek brengen over hun (woon)wensen, en zo eventueel praktische ideeën en initiatieven genereren. Feedback verkrijgen op voorgenomen maatregelen en beleid voor ouderen. Nagaan waarom bepaalde ouderen niet deelnemen aan activiteiten in de wijk. Bevorderen van actieve betrokkenheid en participatie, in het bijzonder van ‘onzichtbare’ en ‘moeilijk bereikbare’ oudere migranten. Diverse senioren (bijv. kwetsbare en talentrijke, passieve en actieve) met elkaar in contact brengen en ‘activerend’ verbinden. Een beeld krijgen van de voorzieningen in een wijk én van de mate waarin die bij oudere bewoners bekend zijn. (Waar nodig: verbeteren van de informatie.) Het gebruik van voorzieningen bevorderen door senioren op een laagdrempelige manier met instellingen in aanraking te brengen. Achterhalen van de vraag (behoeften) bij ouderen om daarop het aanbod aan te passen of beter af te stemmen.
Randvoorwaarden en borging Een Seniorenkring heeft nog een belangrijke ‘achterliggende’ doelstelling, die in wezen het hele eigen functioneren en voortbestaan betreffen. Namelijk: helderheid krijgen over de randvoorwaarden voor continuïteit en de borging in het lokale beleid. Oftewel: hoe zorg je ervoor dat een Seniorenkring geen eenmalige activiteit blijft maar tot een duurzame inbreng van oudere bewoners leidt? Daarbij gaat het om structurele overname door gemeente en instellingen van de aangereikte plannen en ideeën én om blijvende ondersteuning, begeleiding en samenwerking in gelijkwaardigheid. In het slothoofdstuk 8 gaan we daar nader op in.
Een Seniorenkring: waarom en waartoe?
13
3 De methode in een notendop: hoe werkt het?
De Seniorenkring is een laagdrempelige, interactieve werkvorm met doorgaans twee hoofddoelen. Eén: de gemeente en maatschappelijke instellingen krijgen een (beter en concreet) beeld van wat ouderen écht nodig hebben, en kunnen daarop hun beleid c.q. aanbod afstemmen. En twee: oudere bewoners worden bij de ontwikkeling van hun leefomgeving betrokken en tot actieve participatie gestimuleerd. De methodiek wordt meestal in stadswijken toegepast, maar zeker in kleinere gemeenten is uitvoering op lokaal niveau ook heel geschikt.
Initiatief en aanloop Wie neemt het initiatief tot een Seniorenkring? Vaak zal dat de gemeente zijn, zoals bij de ateliers in de Amersfoortse wijk Liendert en in Roosendaal. In Amersfoort was het de toenmalige burgemeester zelf die opriep tot een gesprek over uitvoering van de methodiek. Dat gebeurde bij een enthousiasmerende presentatie in haar stad van het FORUM-project ‘Diversiteit in het ouderenbeleid’. In Roosendaal had de gemeente eerder twee onderzoeken laten uitvoeren. Daaruit bleek dat allochtone ouderen hun eigen gezondheid als matig beoordelen, dat zij geïsoleerd dreigen te raken, en dat instellingen nog onvoldoende aansluiten bij hun behoeften. Het atelier was een logische en concrete vervolgstap, die alle medewerking kreeg van de lokale welzijnsstichting, een woningcorporatie en verschillende zorgvoorzieningen voor ouderen.
14
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Overigens zou ook een welzijnsstichting of woningcorporatie zelf het voortouw kunnen nemen. Of een ouderenvereniging, zoals het geval was bij het tweede atelier in Amersfoort. Dit werd op verzoek van de Bektashi Culturele Vereniging georganiseerd (door FORUM), dus geïnitieerd vanuit de eigen Alevitische gemeenschap. De gemeente en welzijnsinstellingen waren niet bij dit project betrokken.
Een aanloop in drie stappen Als de gemeente met het initiatief komt, dan zal zij afspraken willen maken met degenen die de Seniorenkring gaan uitvoeren. Neemt een andere organisatie het voortouw, dan is het raadzaam als die eerst commitment (ook financieel) bij de gemeente zoekt. Vervolgens kan men dan over de uitvoering in gesprek met andere betrokken partijen. In alle gevallen is het zaak om op managementniveau afspraken te maken. Daar zitten immers degenen die besluiten kunnen nemen over de (mate van) betrokkenheid en de door medewerkers te besteden uren. Ten slotte vindt er een gesprek plaats met de ouderenwerker of welzijnswerker die de Seniorenkring gaat (bege)leiden. Is duidelijk wat hem of haar te doen staat? (Zie ook hoofdstuk 6.) Bied zo nodig een relevante training aan.
Behapbaar en flexibel Een Seniorenkring is gebaat bij een behapbaar aantal bijeenkomsten, tussen de vijf en de tien, elk van zo’n twee uur. Beperk het niet tot één sessie, want dan weten de deelnemers meestal niet wat er vervolgens met hun voorstellen gebeurt, terwijl zij wél ‘eigenaar’ van de oplossing(en) behoren te zijn. In een Seniorenkring gaan vooraf geworven deelnemers (55+) met elkaar in gesprek over hun leefomgeving: hoe ervaren ze die, wat bevalt hen niet of juist wel, wat zou er anders moeten en hoe?
In gesprek gaan met bewoners levert altijd nuttige, vaak ook verrassende informatie op voor een toekomstig doelmatig beleid.
In beginsel zijn er veel verschillende onderwerpen mogelijk: het wonen in de wijk, herstructurering, veiligheid op straat, ontmoetingsplekken, aanbod van zorg en welzijn, toegankelijkheid en bereik van voorzieningen in de buurt. Wat dit laatste betreft: ga er niet te snel vanuit dat dit voornamelijk een probleem voor allochtonen is. In de Amersfoortse wijk Liendert wisten ook de autochtone senioren de voorzieningen niet te vinden, zo bleek uit een kleinschalig bewonersonderzoek door de Seniorenkring zelf.
De methode in een notendop: hoe werkt het?
15
Het is het beste als er met een vaste groep wordt gewerkt (van tussen de 10 en 20 deelnemers), maar flexibiliteit is hier op zijn plaats. Latere aanhakers moeten een kans krijgen, ook met het oog op mogelijke afvallers. Dat tussentijds aanhaken is meestal ook geen probleem, want de ervaring leert (met name in Hoograven) dat de gemeenschap aardig op de hoogte is van wat er in de Seniorenkring besproken wordt. Overigens kent het traject ingebouwde momenten waarop ook (andere) bewoners aanwezig kunnen zijn (startbijeenkomst, evaluatie, slotsessie).
Traject in drie fasen De Seniorenkring zoals die tot nu toe is uitgevoerd, kent globaal drie fasen. Dat wil zeggen: nadat eerst bij alle betrokken partijen zo mogelijk commitment is gezocht en ‘veiliggesteld’, want dat zorgt zeker voor een soepeler verloop (zie ook het slot van dit hoofdstuk). Na een kennismakingsbijeenkomst begint fase 1 met een verkenning: waar lopen de ouderen zoal tegenaan in hun omgeving? Dit wordt gevolgd door prioritering: wat zijn voor de deelnemers de belangrijkste thema’s? In fase 2 is het tijd voor een verdieping: wat zit er ‘achter’ en ‘onder’ de belangrijkste knelpunten of wensen? En: hoe wordt dit elders aangepakt? Een excursie kan hier aan een goede beeldvorming bijdragen (don’t tell them, show them), zowel voor de Kringdeelnemers zelf als voor andere ouderen uit de wijk. De deelnemers werken vervolgens in fase 3 een (beperkt) aantal voorstellen uit. Dit eindadvies wordt ten slotte aan de gemeente, lokale politici, betrokken instellingen en (andere) wijkbewoners gepresenteerd. Deze slotbijeenkomst leent zich bovendien bij uitstek voor de gewenste evaluatie: hoe is het gegaan − en hoe gaan we nu verder?
Zo’n dialoog tussen (bij aanvang) drie partijen – dus eigenlijk een ‘trialoog’ – is pas echt geslaagd als er goede afspraken voor structurele samenwerking uit voortkomen. Deelnemers zijn eigenaar Een professional van een welzijns- of zorginstelling (ouderenwerker of ouderenconsulent) fungeert als gespreksleider en prikkelt de senioren, ook via doe-activiteiten en creatief huiswerk (foto’s maken van de eigen leefomgeving, excursies voorbereiden) om met bruikbare ideeën te komen. Dat wil zeggen: de ideeën moeten wél in te passen zijn in de reguliere c.q. bestaande plannen van de gemeente of instellingen. Maar binnen de kaders van ‘algemeen’ beleid is er voldoende ruimte voor een specifieke eigen invulling. Bijvoorbeeld: het is de gemeente die bepaalt dat senioren de nodige informatie moeten krijgen, en een organisatie of instelling zorgt voor de uitvoering. Maar hóe de informatie wordt verstrekt – geen onbelangrijk punt! – daarvoor kan een Seniorenkring zelf goede ideeën aandragen. Zo is in Amersfoort de aanbeveling gedaan een wijkserviceloket in te richten dat rekening houdt met de culturele en taalkundige diversiteit in de wijk. Dit ‘frontoffice voor informatieverstrekking’ zou adequaat moeten samenwerken met het backoffice dat voor de feitelijke ondersteuning zorgt.
16
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Overigens blijven de deelnemende senioren wel steeds ‘eigenaar’ van de Kring – zij bepalen de agenda. De professional ondersteunt en begeleidt. Uiteindelijk gaat het erom dat een open dialoog tussen ouderen, de gemeente en maatschappelijke instellingen tot stand komt. Later kunnen hierbij ook jongeren of andere wijkbewoners betrokken worden, al naar gelang een probleem én de oplossing hierom vragen.
Overigens blijven de deelnemende senioren wel steeds ‘eigenaar’ van de Kring – zij bepalen de agenda. De professional ondersteunt en begeleidt. Geslaagde ‘trialoog’ Zo’n dialoog tussen (bij aanvang) drie partijen – dus eigenlijk een ‘trialoog’ – is pas echt geslaagd als er goede afspraken voor structurele samenwerking uit voortkomen. En, even een stapje terug in de tijd: een Seniorenkring krijgt pas echt kans van slagen als er over de hele lokale linie commitment bestaat. De gemeente, de betrokken organisaties en de deelnemers dienen zich aan het traject te verbinden én de bijbehorende inspanningen te leveren. Pas bij goede afspraken hierover is er winst voor alle partijen: oudere bewoners worden serieus genomen, maatschappelijke organisaties vinden aansluiting bij de behoeften van senioren, en de gemeente krijgt input voor een doeltreffend én kostenefficiënt beleid. Algeheel commitment is van cruciaal belang − maar het is geen noodzakelijke voorwaarde om te beginnen met een Seniorenkring. De praktijk leert dat aanvankelijke aarzelingen − en (te) beperkte inspanningen − in een later stadium alsnog vaak omslaan naar enthousiasme en actieve betrokkenheid. Echt commitment ontstaat vaak als men ziet dat bewoners met concrete ideeën komen – en dat gebeurt nu eenmaal pas aan het eind van een Seniorenkring. Kortom… zit een breed draagvlak er vóór de start niet in? Laat dan de resultaten gaandeweg hun werk doen!
Negen uitgangspunten voor succes Houd aantal en duur van de sessies behapbaar Werk met een vaste groep maar blijf flexibel De senioren blijven eigenaar van de kring Professionals begeleiden en ‘prikkelen’ In fasen: commitment −> verkenning −> verdieping −> advisering −> evaluatie Zorg voor algeheel commitment (bij voorkeur vooraf, maar achteraf is ook mogelijk) Samenwerking op basis van gelijkwaardigheid Richt de dialoog (ook) op structurele samenwerking Faciliteer (een deel van) de ingediende ideeën
De methode in een notendop: hoe werkt het?
17
4 De werving: senioren over de drempel Is er besloten tot de opzet van een Seniorenkring, dan is het tijd om deelnemers te werven. Maar… was dat nu niet juist het probleem? De gemiddelde wijkbewoner is vaak al moeilijk te bereiken en actief te betrekken. Hoe krijg je het dan voor elkaar om ‘onzichtbare’ migrantenouderen te vinden die willen meedenken over de leefomgeving…? Toch is dat minder lastig dan het lijkt, al vergt het wel wat extra inspanning. Natuurlijk, enigszins teruggetrokken mensen zijn minder gemakkelijk benaderbaar, en zeker voor migranten op leeftijd zijn er wel degelijk drempels om aan een Seniorenkring mee te doen. Maar die drempels hoeven beslist niet ‘onoverkomelijk’ te zijn. Daarvan getuigt bijvoorbeeld de deelname van 30 Marokkaanse ouderen in Hoograven (Utrecht), en die van 48 Turkse en Marokkaanse ouderen in Kalsdonk (Roosendaal).
Welke drempels kunnen er opdoemen? Schaamte: als je belang stelt in (betere) voorzieningen, denken anderen misschien wel dat je als zorgbehoevende oudere niet alles van je kinderen of familie kunt verwachten, maar ook gêne om een taalachterstand. Instellingen en hun aanbod staan vaak ver af van migrantenouderen, onder meer door taalproblemen en gebrek aan interculturele sensitiviteit. Teleurstellende ervaringen met organisaties en voorzieningen. Er zijn zoveel problemen (ziekte, armoede, familiaal) dat het nut van een Seniorenkring niet ingezien wordt.
18
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Blijk van motivatie Vooropgesteld: mensen moeten natuurlijk wel gemotiveerd zijn om mee te doen. Het heeft weinig zin om ouderen tegen heug en meug over de streep te trekken, want mogelijk haken zij dan na een paar sessies alweer af. (Al hebben sommige deelnemers gewoon even de tijd nodig om echt ‘warm te lopen’, zo blijkt in praktijk.) In elk geval is het verstandig om al bij de werving zo goed mogelijk de motivatie van potentiële deelnemers te toetsen, bijvoorbeeld via een huisbezoek of op een bijeenkomst. Van die motivatie ontstaat een des te betrouwbaarder beeld als kandidaten weten wat er in een Seniorenkring van hen verwacht wordt. Het moet hen vooraf duidelijk zijn dat ze zelf de ‘eigenaar’ zijn van het hele traject. Dat ze dus niet alleen over problemen gaan praten maar ook oplossingen kunnen aandragen. Omgekeerd is het voor de ‘zuiverheid’ van motivatie goed als de deelnemers weten wat zíj kunnen verwachten: dat hun inbreng serieus genomen wordt, en wat ze níet kunnen verwachten: dat de gemeente zonder meer al hun aanbevelingen overneemt.
Hoe krijg je het dan voor elkaar om ‘onzichtbare’ migrantenouderen te vinden die willen meedenken over de leefomgeving…? Goed zicht op bewoners De werving van Kringdeelnemers kan het beste worden opgepakt door lokale organisaties (welzijn en zorg, woningcorporaties). Zij hebben doorgaans goed zicht op een wijk en zijn bewoners, wat de vindkans vergroot. En de kans op succes wordt nog veel groter wanneer men samenwerkt met sleutelfiguren als intermediairs (zie ook hierna: Tips voor een beter bereik). Het streven zal vooral zijn om ‘onzichtbare’ senioren erbij te halen, maar juist daarom is het goed om ook actieve ouderen te werven: zij kunnen hun minder prominent aanwezige generatiegenoten tijdens het traject ‘op sleeptouw nemen’. Ook in andere opzichten is oog voor diversiteit bij de werving van belang. Zoek in beginsel naar een relatief evenwichtige mix van migranten en autochtonen, mannen en vrouwen, 55-plussers en bejaarden. Zorg voor evenwicht én variëteit, want zowel overeenkomsten als verschillen tussen de deelnemers hebben veel invloed op het verloop van de bijeenkomsten. Soms, zoals in Roosendaal bleek, zijn de taal en culturele factoren echter reden om het atelier juist wel in homogene groepen uit te voeren. Deze beslissing moet in nauw overleg met de betrokken ouderen of hun vertegenwoordigers genomen worden. Ook als het initiatief tot een seniorenkring uit een homogene groep afkomstig is, zoals het geval was bij de Turks-Alevitische vereniging in Amersfoort, zal de diversiteit beperkt zijn. (Zie ook hoofdstuk 5, over de samenstelling van een Seniorenkring.)
De werving: senioren over de drempel
19
Ook in andere opzichten is oog voor diversiteit bij de werving van belang. Zoek in beginsel naar een relatief evenwichtige mix van migranten en autochtonen. Tips voor een beter bereik Waar en hoe zijn moeilijk bereikbare senioren nu tóch te vinden en te benaderen? Hierbij enige zeer nuttig gebleken adviezen en tips. Het lijkt een open deur, maar toch… als je hem niet opent blijft hij gesloten: zet wervingsmiddelen eerst en vooral in op de plaatsen c.q. gelegenheden waar veel senioren samenkomen: moskee, kerk of tempel; verzorgingshuizen; ouderenavonden in buurtcentra (bingo, kaarten); supermarkten, huisbezoeken, Turkse en Marokkaanse koffie- en theehuizen, etc. Op de vindplaatsen kun je de werving het beste op gang brengen met een voorlichtingsbijeenkomst. Door ‘live’ over de ins en outs van de Seniorenkring te vertellen, krijg je meteen een binding met de ouderen. Spreek ze ook persoonlijk aan, toets de motivatie noteer hun gegevens als (potentiële) deelnemer. Stel ook altijd een korte wervingsbrief op in eenvoudig Nederlands, of laat die voor de meest voorkomende migrantengroepen vertalen. Ook als je op vindplaatsen actief bent en met sleutelfiguren werkt (zie hierna), is het belangrijk dat de informatie goed doorverteld kan worden. Maak gebruik van sleutelfiguren: mensen die maatschappelijk actief zijn (als vrijwilliger of beroepskracht) en aanzien genieten in hun gemeenschap. Spreek of schrijf hen aan, leg uit wat de Seniorenkring inhoudt en vraag of ze willen helpen bij de werving. Grote kans dat men wil meewerken – en met succes. Eventueel kunnen ze later ook als tolk optreden om de communicatie in de Seniorenkring te optimaliseren.
Wie zijn sleutelfiguren in een gemeenschap? Buurtvaders en buurtmoeders Imam, pastoor, priester Lokale pioniers en intermediairs Bestuurders van verenigingen en stichtingen Seniorenvoorlichters en ouderenadviseurs Zorgconsulenten en sociaal raadslieden Leerkrachten en leden ouderraad Politieagenten en gemeenteraadsleden
20
5
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
De samenstelling: inspelen op verschillen
Alle deelnemers aan een Seniorenkring krijgen even veel ruimte voor een eigen inbreng, is de opzet. De begeleider ziet toe op die evenredigheid. Onderlinge verschillen − maar ook overeenkomsten − hebben mede daardoor een belangrijke invloed op het verloop van het traject. Waar het om gaat is dat die invloed positief uitpakt. Bij overeenkomsten tussen deelnemers is dat in beginsel niet zo moeilijk: die leiden immers al snel tot herkenning en bevestiging. Minder positief kan echter zijn dat de gesprekken hierdoor nogal voorspelbaar verlopen en de uitkomst van de kringgesprekken weinig verrassingen kent. De begeleidende professional zal in dat geval wellicht de neiging krijgen om zelf geregeld enig tegengeluid te laten horen. En dat is niet echt de bedoeling. Het is dan ook beter om al bij de werving de diversiteit en variatie van de toekomstige kring in de gaten te houden – en tegelijkertijd naar een zeker evenwicht te streven. (Zie ook hoofdstuk 4.) Dat biedt de beste kansen voor een productief traject.
Vergroot het vertrouwen door een gemoedelijke ontmoetingssfeer te creëren. Spreek begrijpelijke taal met veel voorbeelden en sluit hierbij aan op hun belevingswereld.
De samenstelling: inspelen op verschillen
21
Bespreekbaar en productief Verschillen zijn er uiteraard op alle niveaus en alle fronten. Zelfs wat leeftijd betreft, al voltrekt een en ander zich onder de algemene noemer ‘senioren’. Bij een diverse én evenwichtige samenstelling denken we in eerste instantie aan de getalsmatige verhouding mannen-vrouwen en autochtonen-migranten. Maar kijken we vooral naar de variëteit, dan zijn er nog tal van onderscheidende dimensies. Potentiële deelnemers kunnen verschillen qua opleidingsniveau en arbeidsverleden, sociaal-economische situatie, levensgeschiedenis, lichamelijke en psychische conditie, religie en levensovertuiging, mate van activiteit en participatie, kennis en inzicht, et cetera. De gespreksleider zal in zo’n gemengde groep de kunst moeten verstaan om die verschillen te signaleren en bespreekbaar en productief te maken. (Zie ook het ‘functieprofiel’ in hoofdstuk 6.) Want het beste resultaat kan de initiatiefnemer van een Seniorenkring verwachten als alle deelnemers respect krijgen, aan bod komen en zich herkennen in de output.
Gemoedelijke sfeer Nog een belangrijk punt om rekening mee te houden: de meer teruggetrokken positie van oudere migrantenvrouwen. Zij begeven zich minder vaak buitenshuis dan de mannen en zijn minder geneigd om in groter gezelschap hun zegje te doen. Een speciale benadering – voorzichtig en tegelijkertijd intensiever − kan deze vrouwen over de drempel helpen. Vergroot het vertrouwen door een gemoedelijke ontmoetingssfeer te creëren. Spreek begrijpelijke taal met veel voorbeelden en sluit hierbij aan op hun belevingswereld. Geef ruimte aan individuele vragen en blijf oprecht nieuwsgierig naar wat ze zelf aandragen. Nu zijn er ook vrouwen voor wie meedoen in gemengde groepen sowieso niet gebruikelijk is, vanuit culturele of religieuze motieven. In dat geval is het te overwegen met twee ‘sub-kringen’ parallel aan elkaar te werken. Natuurlijk vereist het enig kunst- en vliegwerk om de bevindingen uit beide groepjes samen te voegen, maar een groot voordeel is wel dat er op deze manier een breed gedragen eindadvies uit komt.
Eigen groepjes Overigens kan het sowieso soms heel praktisch zijn om in de eerste (verkennende) fase van een Seniorenkring bepaalde categorieën deelnemers in afzonderlijke groepjes te plaatsen, die overigens wél uitgaan van dezelfde uitgangspunten. Bijvoorbeeld een mannengroepje en een vrouwengroepje. Of als er meerdere mensen bij zijn van dezelfde komaf die het Nederlands nog niet goed beheersen. Met een begeleider uit eigen kring kunnen zij zo al brainstormend in hun eigen taal ‘loskomen’. (Later, in de verdiepingsfase, komen alle deelnemers dan weer bij elkaar.) Zo’n werkwijze vraagt om flexibiliteit maar zorgt ongetwijfeld voor een soepeler aanloop en een substantiëler eindresultaat. Deze overwegingen leidden er bijvoorbeeld bij het project in Roosendaal toe dat er vier groepen zijn samengesteld: Turkse mannen, Turkse vrouwen, Marokkaanse mannen, Marokkaanse vrouwen. Iedere groep had eigen activiteiten en bracht een eigen ‘verbeterplan’ uit. De verschillende verbeterplannen zijn in de eindpresentatie bijeengebracht.
22
6
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
De begeleider: takenpakket en ‘functieprofiel’ Op papier ziet het takenpakket van de begeleider van een Seniorenkring er behapbaar en overzichtelijk uit. Hij of zij werft deelnemers, organiseert en (bege)leidt de bijeenkomsten, doet de verslaglegging, is waar nodig faciliterend (tolk regelen etc.), houdt het management op de hoogte van de voortgang, zorgt dat er een eindadvies uitrolt en gepresenteerd wordt, en evalueert het traject met de deelnemers. In praktijk brengt de begeleiding echter nogal wat met zich mee (zie ook de hoofdstukken 4 en 5). Een goede uitvoering van het takenpakket vraagt om een waaier van vaardigheden en eigenschappen.
Wat doet de Kringbegeleider? Werft deelnemers voor het traject Onderhoudt contacten met sleutelfiguren Organiseert en (bege)leidt de sessies Zorgt voor de verslaglegging Is waar nodig faciliterend Rapporteert over de voortgang en het resultaat Stuurt aan op een eindadvies Draagt zorg voor de presentatie Houdt een slotevaluatie met deelnemers
De begeleider: takenpakket en ‘functieprofiel’
23
In praktijk brengt de begeleiding echter nogal wat met zich mee. Een goede uitvoering van het takenpakket vraagt om een waaier van vaardigheden en eigenschappen.
Hoe zou de personeelsadvertentie voor zo’n ‘Begeleider Seniorenkring’ eruit kunnen zien? We citeren uit een denkbeeldige profielschets.
Begeleider van een Seniorenkring (M/V) Je bent een gedreven beroepskracht uit het welzijnswerk en je hebt ruime expertise in (en affiniteit met) het werken met ouderen. Je begeleidt gedurende een aantal bijeenkomsten een groep senioren van diverse komaf naar een concreet advies aan de gemeente en/of instellingen. Bijvoorbeeld: wat kan er verbeterd worden aan de voor ons bestemde voorzieningen – en hoe? Vanzelfsprekend ben je bekend met het bestaande aanbod van hulp en diensten aan senioren. Je bent in staat om vraaggericht te werken. Mensen betrekken en stimuleren tot een eigen inbreng is je tweede natuur. Daarbij ga je ‘onzichtbare’ en ‘moeilijk bereikbare’ migranten niet uit de weg. Integendeel: je zoekt ze op!
Je blijft je er steeds van bewust dat de ouderen de eigenaar zijn van de Seniorenkring: jijzelf biedt ‘slechts’ ondersteuning en begeleiding.
Gezien de diverse samenstelling van een Seniorenkring ben je intercultureel hoogst sensitief. Je signaleert en doorgrondt relevante cultuurverschillen. En je bent in staat om die te overbruggen, of in elk geval bespreekbaar te maken. Over onbewuste negatieve beeldvorming hoeven ze jou niets te vertellen. Communicatiestoornissen weet je zodanig te analyseren en te expliciteren dat ze geen belemmering vormen. Je blijft je er steeds van bewust dat de ouderen de eigenaar zijn van de Seniorenkring: jijzelf biedt ‘slechts’ ondersteuning en begeleiding. Eigen ervaringen, ideeën en suggesties van deelnemers krijgen dus alle ruimte van jou. Tegelijkertijd vraag je dóór om dingen te verhelderen. Waar nodig werk je − subtiel − aan het zelfvertrouwen van ouderen. Je let erop dat allen aan bod komen en dat het gesprek voor iedereen te volgen is.
24
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Basishouding en competenties van een begeleider Stelt zich open, luistert goed Heeft inlevingsvermogen Blijft steeds geduldig Is enthousiast en flexibel Toont zich respectvol Is alert op (cultuur)verschillen Luistert goed en vraagt door Is cultuursensitief Werkt vraaggericht
Tegelijkertijd vraag je dóór om dingen te verhelderen. Waar nodig werk je − subtiel − aan het zelfvertrouwen van ouderen.
Vaardigheden van een begeleider Creëert een vertrouwd en veilig gevoel in de groep Versterkt het zelfbewustzijn van deelnemers Brengt ‘dominanten’ en ‘zwijgers’ in balans Geeft ervaringen en ideeën van ouderen alle ruimte Spreekt voor iedereen begrijpelijke taal Weet productief in te spelen op (cultuur)verschillen Kan zich zonder moeite ondersteunend opstellen Legt verbindingen tussen praktijk en beleid Weet in te spelen op bestuurlijke en professionele verhoudingen
De begeleider: takenpakket en ‘functieprofiel’
25
7 De opzet: een kring in fasen en facetten
Er is geen blauwdruk voor de opzet van een Seniorenkring. Niet alleen bestaat de methodiek daarvoor nog te kort, het zou ook onverstandig zijn om uit te gaan van één (juiste) manier om het traject vorm te geven. De ene gemeente of instelling is de andere niet, een kringbegeleider kan zo zijn eigen ideeën hebben, en ook mondige deelnemers zullen graag meepraten. In de praktijk zal blijken wat lokaal – en per ‘geval’ − de beste aanpak is. Maar toch: je moet érgens beginnen − en dan kan enige richting en enig houvast geen kwaad. Vandaar dat we hier een mogelijke opzet presenteren, grotendeels gestoeld op ervaringen met de Seniorenkring en andere ‘bewonersateliers’. We illustreren die gefaseerde voorbeeldopzet met facetten van de good practices in Utrecht, Roosendaal en Amersfoort.
Hoe kan het traject er uitzien? Startbijeenkomst (kennismaking en uitleg) Fase I – Verkenning: knelpunten en verwachtingen (3 sessies) Fase II – Verdieping van de thema’s (3 sessies) Fase III – Uitwerking: van ideeën naar advies (3 sessies) Slotbijeenkomst (presentatie eindadvies) en evaluatie/vervolg
26
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Startbijeenkomst: kennismaking en uitleg De startbijeenkomst is vooral bedoeld om kennis te maken en de werkwijze toe te lichten. Daarnaast kan het een mooie gelegenheid zijn voor de gemeente (wethouder) en instellingen (management) om officieel aan te kondigen welke thema’s de Seniorenkring zou kunnen behandelen, nog eens nadrukkelijk hun commitment uit te spreken en de deelnemers succes te wensen. Daarmee krijgt hun missie extra gewicht. Beperk de kennismakingsronde niet tot vragen als ‘Wat is uw leeftijd?’ en ‘Hebt u kleinkinderen?’, maar vraag ook alvast naar zaken die van belang zijn in het vervolg van het traject: ‘Hoe lang woont u al in de wijk, en wat vindt u ervan?’, ‘Wat doet u sinds u gepensioneerd bent − nog actief?’ en: ‘Wat verwacht u van deze Seniorenkring, wat wilt u er uithalen?’ Vertel omgekeerd ook wat er van de deelnemers verwacht wordt. Wederzijds verwachtingen uitspreken schept duidelijkheid, het voorkomt dat men dingen verwacht die niet waar te maken zijn. Tegelijkertijd is het een mooie gelegenheid voor een vergelijking met het land van herkomst. En wat de toelichting op de werkwijze betreft: vertel nog eens uitgebreid wat de aanleiding is voor de Seniorenkring, leg uit hoe het (gefaseerde) programma in elkaar zit en hoe er toegewerkt wordt naar een eindadvies. Bespreek ook de ‘spelregels’, zoals: elkaar uit laten praten, opbouwend commentaar geven, vragen stellen als je iets niet begrijpt.
Fase I – Verkenning: knelpunten en wensen Waar lopen de ouderen in hun directe woon- en leefomgeving tegenaan, en wat zijn hun verwachtingen? Het is zaak nu eerst in kaart te brengen wat er speelt en waar het wringt. Dat kan via vragen als ‘wat bindt ons aan de wijk?’ en ‘wat zijn de voor- en nadelen om hier te wonen?’ Uit zo’n verkenning komen wensen en noden naar voren, maar ook onzekerheden of zelfs angsten die bij de deelnemers leven. Blijft onze wijk wel intact? Kan ik nog wel betaalbaar in deze buurt blijven wonen? Welke voorzieningen blijven, en welke gaan weg? Kénnen we eigenlijk wel alle seniorenvoorzieningen? En zijn er in de toekomst nog voldoende ruimten en gelegenheden om elkaar te ontmoeten? Waarschijnlijk zijn er uit de kennismakingsbijeenkomst ook al knelpunten en behoeften naar voren gekomen, die in deze fase nader besproken en geanalyseerd kunnen worden. Dat kan het aanbod van zorg en welzijn betreffen, maar bijvoorbeeld ook de eigen woonsituatie en woonbehoeften. Waar het om gaat is dat er een zinvolle uitwisseling van ervaringen, meningen en ideeën ontstaat, waaruit een gevarieerd en duidelijk beeld oprijst van kwesties die ouderen bezighouden. En minstens zo belangrijk: er worden gemeenschappelijke belangen in kaart gebracht.
Bespreek ook de ‘spelregels’, zoals: elkaar uit laten praten, opbouwend commentaar geven, vragen stellen als je iets niet begrijpt.
De opzet: een kring in fasen en facetten
27
Prioritering Natuurlijk kunnen niet alle gesignaleerde knelpunten of wensen in het vervolg aan bod komen − daarvoor ontbreekt de tijd. Bovendien staat het veel sterker als de gemeente en instellingen straks een beperkt aantal scherp geformuleerde aanbevelingen voorgeschoteld krijgt. Aanbevelingen die aansluiten op bestaande plannen c.q. bestaand beleid, of – als daar ruimte voor is – eigen en nieuwe ideeën die bestaande plannen versterken. Vanuit de verkenning worden daarom prioriteiten gesteld: welke thema’s verdienen in de volgende bijeenkomsten bij voorrang verdieping en uitwerking? Die prioritering kan in de laatste sessie van fase I gebeuren, maar evengoed in de eerste sessie van fase 2. Ook zou hiervoor een soort ‘tussenevaluatie’ ingelast kunnen worden. Maar: in alle gevallen worden de prioriteiten door de deelnemers zelf bepaald. Overigens: onderwerpen die door prioritering nu niet worden uitgewerkt, kunnen reden genoeg zijn om aansluitend opnieuw een Seniorenkring te organiseren.
Verkenning − thema’s in Hoograven (Utrecht) In het Utrechtse ‘Seniorenatelier’ gaven de Marokkaanse ouderen aan onvoldoende zicht te hebben op de voorzieningen in de wijk. Veel deelnemers hadden behoefte aan activiteiten met sport en beweging, ontmoetingen met andere wijkbewoners, praktische conversatielessen, en (re)creatieve activiteiten zoals fietsles, naailes en kookles. Ook bleek dat de ouderen met veel vragen over wonen zitten − vooral over de betaalbaarheid, het beheer en het onderhoud, de veiligheid in de wijk, en de toegankelijkheid van de woningen: de meeste deelnemers wonen in een flat zonder lift. Verder kwamen in de verkenningsfase veel vragen los over de zorg. Welke zorgvoorzieningen zijn er? Hoe kom ik in aanmerking voor thuiszorg, al dan niet met verpleging? Of kan ik aanspraak maken op een persoonsgebonden budget? Uit de vele domeinen die in Hoograven ter sprake kwamen koos men ter verdieping uiteindelijk voor welzijn, zorg en wonen. Naast een betere kennis van voorzieningen was hierbij een belangrijk punt: ontmoetingsmogelijkheden creëren en verbindingen zoeken met andere bewoners in de wijk.
Bespreek ook de ‘spelregels’, zoals: elkaar uit laten praten, opbouwend commentaar geven, vragen stellen als je iets niet begrijpt.
28
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Verkenning − thema’s in Liendert (Amersfoort) Ook de verkenning van de Seniorenkring in Amersfoort leverde veel gespreksstof op. Een selectie uit de grote variëteit aan thema’s: Ruimte voor ontmoeting Actief zijn in de wijk Woon-zorgcomplex voor alle ouderen Eenzaamheid en isolement Wegbezuinigen van buurtcentra Mantelzorg en armoedebestrijding Groenonderhoud en parkeerruimte Toegankelijkheid van informatie Binding bewoners: autochtoon-allochtoon Imago van de wijk Liendert bij anderen De Seniorenkring kwam ten slotte tot de volgende te verdiepen kernpunten voor de wijk: een centraal en toegankelijk informatieloket, een kleinschalige (structurele) ontmoetingsruimte en kleurrijke woon-zorgarrangementen.
Verkenning − thema’s in Kalsdonk (Roosendaal) Tijdens de eerste bijeenkomsten spraken de deelnemers over wat het betekent om in Nederland ouder te worden en de relatie met hun gezondheid. Aan bod kwamen onderwerpen als: Welke wensen leven er ten aanzien van woonvoorzieningen? Hoe houd je een goede gezondheid? Welke veranderingen ontstaan er in de zorgtaken van partners en kinderen?
Verkenning − thema’s bij de Alevitische vereniging (Amersfoort) De Alevitische ouderen spraken over hun gezondheid en hun mobiliteit. De ouderdom brengt veranderingen in het leven met zich mee. Daarom hebben ouderen adequate informatie nodig om zich tot de juiste zorginstelling(en) te kunnen wenden.
De opzet: een kring in fasen en facetten
29
Fase II – Verdieping van de thema’s De geprioriteerde thema’s krijgen in fase II de nodige verdieping. Dat wil zeggen: de deelnemers concentreren zich nu op de geselecteerde items om meer zicht te krijgen op de problematiek, de achtergronden en de context − en op mogelijke oplossingen voor knelpunten. Dat doen zij bijvoorbeeld door zich nader te (laten) informeren over relevante beleidsplannen van de gemeente, door deskundige gastsprekers uit te nodigen die hun licht over de materie laten schijnen, of door zelf leerzame bezoeken af te leggen c.q. excursies te ondernemen. Wat ook goed werkt: de deelnemers foto’s laten maken van de leefomgeving. De meeste mensen willen niet alleen praten maar vooral ook doen. En: iets met eigen ogen zien. Alles wat bijdraagt aan een gedegen beeld wordt aangegrepen. Er moet straks immers, in fase III, een goed gefundeerd eindadvies ontwikkeld worden. Overigens kan dit ook betekenen dat geprioriteerde thema’s alsnog komen te vervallen. In de verdiepingsfase van de Seniorenkring wordt natuurlijk ook gekeken naar wat de ouderen zélf kunnen doen. De bewustwording vergroten is een belangrijk onderdeel van de methodiek, onder het motto: verandering begint bij jezélf.
Verdieping in Utrecht − Hoograven meermaals op bezoek Om meer zicht te krijgen op de voorzieningen in de wijk, bezochten de deelnemende Marokkaanse senioren een thuiszorginstelling, een welzijnsorganisatie en verschillende woningbouwcorporaties. Tijdens deze bezoeken kwamen de vele vragen uit de verkenningsfase aan de orde. Uit de gesprekken op locatie bleek dat door de af te leggen afstand en fysieke belemmeringen veel oudere migranten ervan afzien om van voorzieningen gebruik te maken. Bovendien weten zij vaak slecht de weg te vinden naar de diverse organisaties. De instellingen doen er daarom goed aan vanuit de vraag te werken en zelf bij deze ouderen langs te gaan. Letterlijk, maar ook in meer symbolische zin: door een centrale, herkenbare en vertrouwde plek voor hen te creëren waar zij terecht kunnen voor informatie en ondersteuning.
De meeste mensen willen niet alleen praten maar vooral ook doen. En: iets met eigen ogen zien. Alles wat bijdraagt aan een gedegen beeld wordt aangegrepen.
30
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Verdieping in Amersfoort (1) – Liendert massaal op excursie Een multicultureel woon-zorgcomplex in de wijk stond hoog op het verlanglijstje van de Seniorenkring in Amersfoort. Om te zien hoe zoiets in andere steden gestalte gekregen heeft, werd een excursie ‘Samen leven, samen wonen’ naar Utrecht en Rotterdam georganiseerd. Liefst 140 senioren stapten ’s morgens in drie bussen om ’s avonds onder de indruk én enthousiast weer voet op Liendertse bodem te zetten. Van de 84 bewoners die het evaluatieformulier invulden, waren er 71 die volmondig ja zeiden tegen een toekomstig kleurrijk woon-zorgcomplex. Uit een aanvullende handtekeningenactie – georganiseerd door de seniorenkring zelf – bleek dat in totaal 306 bewoners uit Liendert en andere Amersfoortse wijken een toekomst in een kleurrijk woon-zorgcomplex wel zien zitten. ‘Bijkomend’ voordeel van de excursie: er werden langs deze weg alsnog veel Turkse en Marokkaanse ouderen bij de Seniorenkring betrokken, die eerder níet bereikbaar leken. En: die bovendien aangaven zich in te willen spannen voor een leefbare wijk.
Verdieping in Roosendaal – gastsprekers én zelf te gast In Kalsdonk zorgden gastsprekers van zorgvoorzieningen uit Roosendaal, een allochtone zorgconsulent en films over Alzheimer en de Wmo voor de nodige verdieping. Naar aanleiding hiervan gaven de ouderen zelf aan op bezoek te willen bij enige voorbeeldprojecten voor allochtone ouderen. De verschillende groepen zijn op bezoek geweest bij voorzieningen in Roosendaal, Breda en Tilburg.
Verdieping in Amersfoort (2) – Film en excursie voor Alevieten De film ‘Actief ouder worden’ gaf bij de Alevitische ouderen van Bektashi Culturele Vereniging veel aanknopingspunten om te praten − over de gezondheidstoestand, maar vooral ook over het risico van sociaal isolement en eenzaamheid. De ouderen bleken weinig inzicht te hebben in wat ‘ouder worden in Nederland’ zoal betekent, en hun kennis over zorgvoorzieningen bleek zeer beperkt. Daarom besloot de groep een excursie te maken naar een aantal woonzorgvoorzieningen.
De opzet: een kring in fasen en facetten
31
Fase III – Uitwerking: van ideeën naar advies Als het goed is hebben de deelnemers in fase II zich zodanig ‘ingewerkt’ in de geprioriteerde thema’s, dat zij nu klaar zijn om hun ideeën − al dan niet verder afgebakend of ingeperkt – uit te werken in concrete plannen. Uiteraard krijgen zij hierbij de nodige ondersteuning van de kringbegeleider. En wellicht blijkt het wenselijk om eerst nog aanvullende informatie te vergaren. Ook raadpleging van deskundigen (zowel voor de vorm als voor de inhoud) behoort uiteraard tot de mogelijkheden. Alles is gericht op het resultaat: een goed gefundeerd en doortimmerd eindadvies dat kans van slagen maakt.
Slotbijeenkomst: presentatie eindadvies Tot besluit van een kringtraject worden wijkbewoners en vertegenwoordigers van de maatschappelijke organisaties en de gemeente uitgenodigd om de bevindingen van de deelnemers te vernemen en te delen. Eerst is er aandacht voor het proces (hoe is het atelier uitgevoerd?), en vervolgens krijgen de deelnemers de gelegenheid om hun aanbevelingen te presenteren. Uiteraard is het aan de gemeente en/ of instellingen als opdrachtgever(s) om alvast een eerste reactie op het eindadvies te geven – en liefst een wat uitgebreider commentaar. (Hiervoor moeten zij natuurlijk al wel kennis hebben kunnen nemen van het advies.) Overigens leent de slotbijeenkomst zich ook uitstekend voor een plenair debat over de gepresenteerde voorstellen én voor de gewenste evaluatie van de Seniorenkring!
Eindadvies − Hoograven dóór met werkgroep Wat de Marokkaanse ouderen in Utrecht presenteerden had niet zozeer het karakter van een advies als wel van een feit… Acht deelnemers kondigden aan als werkgroep verder te gaan, en wel met de volgende − in samenhang uit te voeren − rollen en taken: Signalerende rol en praktische informatieverstrekking: buurtbewoners kunnen bij de werkgroep terecht met vragen en kwesties op het terrein van wonen, welzijn, zorg en financiën. Waar nodig wordt doorverwezen naar relevante organisaties. Betrokkenheid bij de inrichting van een centrale, herkenbare en vertrouwde ruimte voor de hiervoor genoemde dienstverlening. Vervullen van een brugfunctie tussen de Marokkaanse gemeenschap en de andere wijkbewoners. Een rol als gesprekspartner voor de verschillende maatschappelijke organisaties die betrokken wordt bij de diverse overlegstructuren. Bevorderen van samenwerking met de gemeente en de instellingen. De werkgroep wil bijdragen aan de gewenste outreachende werkwijze. Activeren en zelf activiteiten initiëren − van vraaggerichte voorlichtingsbijeenkomsten tot laagdrempelige educatieve en creatieve activiteiten. Deelname aan (ontmoetings)bijeenkomsten die de eigen vaardigheden en positie én de samenwerking versterken.
32
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Eindadvies – Liendert wil kleurrijke woon-zorg De Seniorenkring in Amersfoort kwam tot vijf aanbevelingen, waarvan we hier de drie belangrijkste noemen: Onderzoek onder regie van de gemeente de haalbaarheid van een kleurrijk woon-zorgcomplex in de stad. De woningcorporaties, Stichting Welzijn Amersfoort, Beweging 3.0 en de Stichting Vrienden van Akropolis kunnen hierbij betrokken worden. De Seniorenkring denkt desgewenst mee. Richt in Liendert een centraal, herkenbaar en toegankelijk wijkservicepunt voor ouderen in. De Seniorenkring wil over de ontwikkeling en uitvoering graag in gesprek blijven met de gemeente. Tegelijkertijd wil de kring verkennen in hoeverre er kleinschalige ontmoetingsplekken te realiseren zijn in de directe omgeving van het Wijkservicepunt. Wijs de Seniorenkring aan als gesprekspartner voor de Seniorenraad, Kleurrijk Amersfoort en de lokale ouderenbonden. De Seniorenkring wil onafhankelijk blijven en belangrijke onderwerpen op de agenda krijgen. Zij wil daarom ook een structureel overlegpartner voor de gemeente Amersfoort zijn en betrokken worden bij nieuwe (beleids)ontwikkelingen voor ouderen in de wijk.
Eindadvies – Kalsdonk kiest drie wegen De vier groepen In Roosendaal formuleerden aanbevelingen op drie terreinen: zorg, welzijn en wonen. Zorg: Interculturalisatie van het Wmo-loket en van verzorgings- en verpleegtehuizen Voorlichting aan ouderen over de Wmo en over verzorgings- en verpleegtehuizen Gezondheidsvoorlichting in Eigen Taal en Cultuur Deelname aan de cursus 55+ Educatief en aan project Taalmaatjes Welzijn: Aantrekken van een Turks of Marokkaans sprekende adviseur Deelname aan het aanbod Meer Bewegen voor Ouderen Actieve voorlichting over sportmogelijkheden voor ouderen Deelname aan Vrouwenstudio, een ruimte waar vrouwen elkaar ontmoeten en activiteiten kunnen ontplooien Wonen: Oprichting en ondersteuning van een Turkse seniorenvereniging Structureel overleg met de woningcorporatie
De opzet: een kring in fasen en facetten
33
8 De toekomst: van adviseur naar partner in beleid Een Seniorenkring is in wezen en aanvang een dialoog tussen drie partijen: de gemeente, maatschappelijke instellingen en senioren zelf. Uiteraard is het de bedoeling dat die ‘trialoog’ ook iets oplevert. Niet eenmalig, maar structureel. Een Seniorenkring is pas echt geslaagd als er goede afspraken voor blijvende samenwerking uit voortkomen. Er zijn bewoners bereikt die zich vrijwillig en gedreven inzetten voor hun wijk en medebewoners. Heel mooi! Maar dan is het nu zaak om hen ook vast te houden. Om ouderen van incidentele adviseurs tot vaste gesprekspartners te promoveren.
Een Seniorenkring is in wezen en aanvang een dialoog tussen drie partijen: de gemeente, maatschappelijke instellingen en senioren zelf.
Dat lukt alleen als zij daarin ook echt gefaciliteerd en ondersteund worden. Als dat consequent en consistent gebeurt, bouw je op wijkniveau een nieuwe netwerkstructuur op die past binnen de gewenste lokale context: bewoners nemen hun verantwoordelijkheid voor een betere leefomgeving, en trekken daarbij op met de gemeente en organisaties als zorginstellingen en woningcorporaties. In hoofdstuk 2 staan de belangrijkste doelstellingen van een Seniorenkring genoemd. Er is echter nóg een belangrijke ‘achterliggende’ doelstelling, wordt daar gezegd, die in feite het hele eigen functioneren en voortbestaan betreffen. Namelijk: helderheid krijgen over hoe je de inbreng van oudere bewoners structureel maakt door deze te verankeren in de lokale beleidsvorming. We besluiten deze handreiking met een aantal adviezen om die borging te bevorderen.
34
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
Zeven adviezen om senioreninbreng te borgen 1. Spreek meteen af dat er met de methodiek structureel aan duurzame oplossingen gewerkt wordt, dus niet via projecten aan ad hoc oplossingen. 2. Zorg voor blijvende ondersteuning en begeleiding (bijvoorbeeld met een werkplan of activiteitenplan) en empowerment. De Kringleden zijn immers vrijwilligers. Maak als gemeente daarover afspraken met maatschappelijke organisaties. 3. Faciliteer de inbreng van seniore deelnemers in natura (overlegruimte, uitvoeringskosten) of geef hun een eigen (leefbaarheids)budget. 4. Neemt de gemeente c.q. een maatschappelijke organisatie aanbevelingen van een Seniorenkring over, leg dan vast wat er van elk der partijen wordt verwacht c.q. wat je mag verwachten qua verantwoordelijkheden en randvoorwaarden. Zorg ook voor consequente monitoring: wat gebeurt er met de aanbevelingen en wordt er ook aan de verwachtingen voldaan? 5. Neem afspraken die men binnen de Seniorenkring maakt officieel op in lokale beleidsplannen − dat zorgt voor continuïteit. Bijvoorbeeld: ‘De Seniorenkring is een vaste gesprekspartner van de gemeente’. 6. Bevorder de samenwerking tussen professionele instellingen en (oudere) vrijwilligers. Bijvoorbeeld: geef een informatieloket voor senioren een professionele leiding, maar laat de uitvoering (deels) over aan vrijwilligers uit de wijk. Daarmee worden ook taal- en cultuurbarrières geslecht. 7. Benoem (vertegenwoordigers van) de Seniorenkring tot structurele samenwerkings- en gesprekspartner van lokale bestuurders bij het ontwikkelen van nieuwe beleidsmaatregelen. Daarmee breng je burgers dichter bij de politiek.
Namelijk: helderheid krijgen over hoe je de inbreng van oudere bewoners structureel maakt door deze te verankeren in de lokale beleidsvorming.
De toekomst: van adviseur naar partner in beleid
35
36
De ‘onzichtbare’ ouderen in beeld
37
38
Bezoekadres: Kanaalweg 86 3533 HG Utrecht Postadres: Postbus 201 3500 AE Utrecht Telefoon: 030 - 297 43 21 www.forum.nl