Organized Crime
Field Lab Oost-Nederland
Voorstel
Concept - 31 augustus 2015
1
Aanleiding Op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) en de Nationale Politie (NP) wordt hieronder een voorstel beschreven ten behoeve van het o.a. door OM en NP geïnitieerde programma ‘Organized crime field lab – Oost Nederland’ (werktitel). Korte beschrijving •
Het intensieve innovatieprogramma loopt 12 maanden (oktober 2015 tot oktober 2016) en is gericht op het ontwikkelen van nieuwe, onorthodoxe aanpakken van ondermijnende criminaliteit door samenwerking tussen OM, NP, Belastingdienst, lokaal en provinciaal bestuur en andere publieke en private partners.
•
Aan het begin van het traject worden 6 problemen rondom ondermijnende georganiseerde criminaliteit in Oost-Nederland geselecteerd op basis van informatie van, en overleg tussen OM, NP, Belastingdienst en lokaal en provinciaal bestuur.
•
Rondom elk probleem wordt een team geformeerd van 6-7 deelnemers, afkomstig uit de hierboven genoemde partijen en eventuele, voor het oplossen van het probleem relevante publieke en private partijen, zoals andere handhavings- of inspectiediensten, nutsbedrijven, brancheorganisaties, etc. Deze teams worden tijdens het hele jaar begeleid en gevolgd. Zij leggen verantwoording af aan de top over de bereikte resultaten, naast de reguliere verantwoording aan en afstemming met hun direct leidinggevenden.
•
Alle deelnemers ontwikkelen hun analytische, strategische en leiderschapskwaliteiten verder tijdens een voorbereidingsdag (“prep day”) en een intensieve workshop (pressure cooker model) van een week onder begeleiding van topdocenten en onderzoekers van de universiteiten van Harvard, Tilburg en Utrecht.
•
Er wordt speciaal case-onderzoek en actie-onderzoek verricht vooraf en tijdens de workshop t.b.v. het ontwikkelen van up-to-date onderwijsmateriaal en het leren van het werk in uitvoering. Kennisontwikkeling maakt integraal deel uit van dit innovatietraject.
•
Het programma is een investering in zes nieuwe aanpakken voor hardnekkige problemen, 40 deelnemers, maar ook in een bredere beweging binnen de veiligheids- en justitieketen, gevoed door nieuwe kennis, vaardigheden en gemotiveerde mensen die deze kennis en vaardigheden ook in nieuwe projecten en andere samenwerkingsverbanden toe kunnen passen.
•
De resultaten zijn vierledig: 1. Voor elk van de 6 ondermijningsproblemen wordt een innovatieve aanpak op maat ontwikkeld op basis van state of the art inzichten uit theorie en praktijk. 2. Rondom elk probleem wordt een team geformeerd dat on-the-job getraind wordt in het ontwikkelen en doorontwikkelen van de aanpak en in het succesvol functioneren als samenwerkingsverband.
2
3. Individuele deelnemers worden getrained met oog op de duurzaamheid van het ontwikkelen en toepassen van innovatieve aanpakken; zij functioneren na het programma als pioniers en ambassadeurs van deze aanpakken binnen hun organisaties. 4. Door het begeleidend onderzoek ontstaat unieke kennis bij de kernpartners over deze multidisciplinaire innovatietrajecten en de voorwaarden waaronder zij optimaal functioneren. Er is veel aandacht voor de rol en betrokkenheid van het middenkader en de (sub)top in de betrokken organisaties. •
Het programma is samengesteld op basis van ervaring met twee eerdere trajecten (2014 en 2015) door hetzelfde team, met aanpassingen teneinde het nieuwe traject meer te integreren met bestaande trajecten rondom aanpak ondermijning.
•
Dit jaar wordt ook een tekstboek samengesteld specifiek over dit thema. Daarin worden de hoofthema’s van het programma beschreven (ondermijning, probleemgorienteerde handhaving, maatschappelijke meerwaarde, strategisch management, adaptief leiderschap en slimme samenwerking). Die thema’s worden geïllustreerd met zogeheten Harvard dilemmacases: beschrijvingen van de strategische uitdagingen in de praktijk vanuit het handelingsperspectief van respectievelijk politiemensen, ambtenaren en politici in het lokaal bestuur, officieren van justitie, etc. Dit boek brengt de ontwikkelde kennis en cases bij elkaar in een praktijkgerichte denkwijze die niet alleen de deelnemers van het programma, maar ook de bredere doelgroep van professionals en managers in de veiligheids- en justitieketen zal aanspreken.
Een gedetailleerde beschrijving van het innovatietraject is gegeven in een separate powerpoint presentatie. Planning en Rolverdeling •
Gedurende de eerste 4 maanden van het traject (oktober 2015 t/m januari 2016) zullen docenten en programmamanager het traject samen met de initiatiefnemers voorbereiden. Evaluatie van eerdere versies van het programma heeft geleerd dat zorgvuldige en strategische selectie van problemen en deelnemers een cruciale factor is voor rendement en succes op korte termijn is.
•
In de 5 maanden daarop (februari t/m juni 2016) zullen de docenten en coaches 6 probleemgerichte samenwerkingsverbanden (40 deelnemers in totaal) intensief ondersteunen bij het ontwikkelen van nieuwe aanpakken van georganiseerde criminaliteit.
•
De ondersteuning vindt plaats zowel ‘op afstand’ (per email en telefonisch) als direct tijdens 2 bijeenkomsten: een voorbereidingsdag (in februari 2016) en een 5-daagse workshop (in juni 2016).
•
Na de workshop nemen de organiserende partners (OM en NP, in nauwe samenwerking met lokaal en provinciaal bestuur en Belastingdienst, de organisatie over en worden de samenwerkingsveranden onderdeel van de reguliere samenwerking en training. De top van de organisaties blijft betrokken en de groepen leggen in oktober 2016 tijdens de zogenaamde “stocktakes” verantwoording af aan de top, een jaar na de start van het traject en ca 4 maanden na het eind van de workshop.
3
•
Er is gesproken over koppeling van dit programma aan de ondermijningsleergang van het OM. Aansluiting daarbij, zowel voor de officieren als de politiemensen en ambtenaren die deelnemen, zou goed mogelijk en wenselijk zijn in verband met de duurzame verankering van de ontwikkelde aanpakken en het verdiepen van het leren van en in de praktijk.
•
De docenten blijven na de workshop betrokken om de resultaten te monitoren en de initiatiefnemers te adviseren en zullen ook aanwezig zijn bij de verantwoording van de teams.
•
De afstemming tussen de initiatiefnemers (OM, NP, lokaal en provinciaal bestuur) en andere partners is van groot belang voor de effectiviteit en duurzaamheid van het programma. De betrokkenheid van de top is essentieel voor de sturing en verantwoording voor de probleemgeoriënteerde samenwerkingsverbanden.
•
Om de verantwoordelijkeid voor het proces te verankeren in de organisaties zelf en om uitvoeringskosten te beperken, dragen de docenten en de programmamanager de uitvoeringstaken na de workshop over aan de initiatiefnemers. Hierbij is SSR genoemd door de opdrachtgever als mogelijke coördinerende partij vanwege haar betrokkenheid bij de ondermijningsleergang van het OM.
•
Dit voorstel heeft dus betrekking op een periode van 12 maanden inhoudelijke betrokkenheid (kennisontwikkeling en advies) en 9 maanden (okt 15-okt 16) verantwoordelijkheid voor de uitvoering (onderwijs, coaching, coordinatie en facilitering van de productie van 6 nieuwe aanpakken).
Okt
4 maanden Voorbereiding en Teamselectie
Feb
5 maanden Probleemdiagnose en succesindicatoren
Prep day Kick-off Sessie
Organisatie door Docenten en Programmamanager
Juni
3 maanden
Okt
Piloting van aanpak
Workshop van een week: Ontwikkeling van aanpak
doorlopend Uitvoering op grote schaal
Stock-takes: Verantwoording Resultaten en Lessons Learnt
Organisatie door Initiatiefnemers en Teams Zelf
Inhoudelijke betrokkenheid Docenten en Onderzoekers
4
Betrokken docenten, onderzoekers en programmamanager
Jorrit de Jong is Lecturer in Public Policy and Management at Harvard Kennedy School. He is also Academic Director of the Innovations in Government Program at the Kennedy School’s Ash Center for Democratic Governance and Innovation. His research and teaching focus on the challenges of making the public sector more responsive and more resilient through innovation. Jorrit has been faculty chair of many (international) executive education programs for public sector leaders focused on strategic management of innovation.
Martijn Groenleer is Professor of Law and Governance at Tilburg University. He is also the head of the Tilburg Center for Regional Law and Governance. Martijn’s research focuses on innovative forms of cooperation between authorities, business, and citizens. He also conducts research into ways of measuring social impact of innovations in governance and rendering account for collaborative efforts. Martijn teaches on public policy and management, collaborative and multi-level governance, and performance measurement.
Sanderijn Cels is a practice-oriented academic, affiliated with Harvard Kennedy School’s Carr Center for Human Rights. She teaches the course “Becoming an Agent of Change” at Harvard Extension School, as well as several executive education programs. Her research and teaching focus on social innovation, strategic communication, and transitional justice, and she is specialized in case writing and case teaching. She is currently finalizing a book about moral leadership: how leaders respond to sensitive issues and address historic wrongs, and how their responses are perceived by the broader public.
5
Judith van Erp is hoogleraar ‘Public Institutions’ aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht. Als hoogleraar doet zij onderzoek naar de samenwerking tussen publieke en private toezichthouders bij het voorkomen en bestrijden van complexe vormen van criminaliteit en onethisch gedrag in een institutionele context. Haar onderzoek is met name gericht op de interactie tussen enerzijds weten regelgeving en anderzijds maatschappelijke controlemechanismen in de publieke sfeer, zoals bijvoorbeeld berichtgeving in de media, het openbaar maken van sancties of de opsporing van criminaliteit met behulp van internet en burgers.
Irwin Turbitt is one of the most engaging and frequently asked speakers on public leadership in the United Kingdom. As a former police commander in Northern Ireland, he gained firsthand experience with tackling tough social problems. Working as a top adviser to the Blair Government, he initiated and led stock take meetings that brought together front line professionals and politicians.Turbitt has taught in executive education programs co-developed and delivered by Harvard University, Oxford University and Warwick University. His work at Warwick University, where he earned his MPA and went on to become a Senior Associate Fellow, built on his own practical experience as well as profound theoretical understanding of troubleshooting in the public sector.
Anja van der Wal is werkzaam als zelfstandig programma- en projectmanager. Anja heeft brede ervaring in de justitie- en veiligheidsketen, ze werkte bij zowel het OM als de politie, en voor het Ministerie van Justitie organiseerde zij onder andere het EU-voorzitterschap. Daarna was Anja uitvoerend directeur van het Center for Government Studies bij de Campus Den Haag, Universiteit Leiden. Daar organiseerde zij samen met Jorrit de Jong (destijds directeur) onder meer een executive training program in Den Haag, samen met Harvard University. Anja is de spil in de organisatie van het Organized Crime Field Lab van begin tot eind. Zij beschikt over de benodigde politiek-bestuurlijke sensitiviteit en excelleert in het werken over organisatiegrenzen en -culturen heen. Ze houdt de grote lijnen goed in de gaten, maar is ook zeer scherp op details. Anja’s rol is het managen van de samenwerking tussen de organiserende partijen enerzijds (OM, NP, lokaal bestuur, belastingdienst, docenten), het coördineren van de leveranciers (onderwijslocatie, catering, hotels, facilitaire diensten, etc.), en vooral de permanente communicatie met de deelnemers en tussen de deelnemers (individueel en in casusgroepen) en de organisatie (docenten en initiatiefnemende partijen) van het programma.
6