Ben jij die pas afgestudeerde leerkracht die zich verder wil professionaliseren in het werken met en voor kinderen met specifieke hulpvragen? Misschien is de opleiding Master Special Educational Needs uitstroomprofiel Gedrag en Leren dan iets voor jou! Organisatie Deze opleiding bestaat uit 8 thema’s en een praktijkgericht onderzoek: Thema Orthopedagogiek Taalontwikkeling Geletterdheid Gecijferdheid PGO
ects 5 5 5 5 10
Thema ects Ontwikkelingsbelemmeringen en -mogelijkheden 5 Interventies bij gedragsproblemen 5 Oriëntatie in het Speciaal Onderwijs 5 Werken aan gedragsontwikkeling 5 Praktijk Gericht Onderzoek 10
Binnen de voltijdopleiding volg je twee thema’s tegelijkertijd. De leerstof van de thema’s staat min of meer vast. De bijbehorende opdrachten worden echter gekoppeld aan de ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk. Het is daarom van groot belang een arbeids-of stageplaats voor minimaal 2 dagen per week binnen het onderwijs te hebben waar je de opdrachten kunt uitvoeren. Je moet daarbij denken aan het doen van observaties, het toetsen van leerlingen, het begeleiden van leerlingen en/of leerkrachten en het bevragen van teamleden met betrekking tot veranderingstrajecten. Naast het volgen van de thema’s en het uitvoeren van bijbehorende opdrachten doe je ook onderzoek. In de eerste drie maanden van de opleiding leer je een onderzoeksvraag formuleren, een theoretische verkenning schrijven en maak je een opzet voor je onderzoek. Vervolgens zet je het onderzoek uit in de praktijk, verzamel je de onderzoeksresultaten, analyseer je deze en op grond van de conclusies worden er aanbevelingen gedaan. De onderzoeksresultaten presenteren we aan elkaar en aan het onderwijsveld met als doel de opgedane kennis en ervaringen met elkaar te delen. Bij het doen van onderzoek wordt de student begeleid door een studiebegeleider. De studiebegeleider informeert de student ook tijdens de eerste bijeenkomst in september over zaken als: ons intranet (Sharepoint), het gebruik van het digitaal portfolio (Winvision), het volgen van de studievoortgang (OSIRIS), het werken met een startassement, werken in leerteams, het rooster en maakt afspraken voor studiebegeleidingsgesprekken. 1
In het rooster staan voor elk thema 6 data gepland. Daarvan is de laatste een afrondingsbijeenkomst. Van de overige 5 gebruikt de docent er 3 voor docentgestuurde bijeenkomsten. De overige 2 zijn gereserveerd voor leerteambijeenkomsten waarin aan opdrachten gewerkt wordt die tijdens de docentgestuurde bijeenkomsten meegegeven worden. De leerteambijeenkomsten kunnen in overleg met de leerteamleden ook op een ander moment gepland worden. Bronnen Het leerlandschap van deze opleiding bestaat uit een actuele literatuurlijst die gekoppeld is aan de verschillende onderwerpen die in de thema’s behandeld worden. Per onderwerp wordt aangegeven welke eindkwalificaties en welke onderliggende competenties van belang zijn. Soms zul je je verdiepen in een boek met specifieke informatie over gedrag en/of leren en soms pak je er een wetenschappelijk artikel uit een vakblad bij. Maar ook bronnen op internet, televisie en kranten kunnen worden bestudeerd. Je laat zien dat je de verworven kennis gebruikt als gereedschap bij het oplossen van praktijkproblemen. De literatuur die bij de thema’s en het doen van onderzoek gebruikt wordt staat in de Elektronische Leeromgeving( Studiegroep) waar je na inschrijving en bij aanvang van de opleiding toegang toe krijgt. Beoordeling van prestatie Bij elk thema laat je aan de hand van prestaties zien op welke wijze de inhouden door jou verwerkt zijn. Een prestatie kan een schriftelijk verslag zijn, een toets met meerkeuzevragen, een aangepast handelingsplan van een leerling of de groep, een videoverslag met reflectie etc. We beoordelen jou prestaties aan de hand van specifieke criteria die bij elke thema vermeld staan. Na elk thema heb je een aantal weken de tijd om de bijbehorende prestatie uit te werken. Deze wordt eerst door een medestudent van feedback wordt voorzien. Vervolgens wordt de uitgewerkte prestatie via het digitaal portfolio (Winvison) voor feedback of ter beoordeling aangeboden aan de docent. De beoordeling komt in het studievoortgangssysteem (OSIRIS) te staan. Eindkwalificaties Alle specialisaties die leiden tot het diploma 'Master Special Educational Needs', richten zich op drie domeinen van eindkwalificaties. Zo ook de opleiding Gespecialiseerd Leraar, profiel gedrag en leren: A. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken met en voor leerlingen, met aandacht voor: leer- en leefomgeving, begeleiding van leerlingen, de leraar als persoon . B. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken in en voor de organisatie, met aandacht voor: schoolontwikkeling, begeleiding van collega’s, kenniscirculatie, de leraar als participant in de verandering. C. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het professioneel handelen en beroepsontwikkeling, met aandacht voor: onderzoekende houding, maatschappelijk besef, reflectie en ontwikkeling. Deze eindkwalificaties bepalen de kaders van de opleiding. De inhouden van de thema’s, de prestaties die als afsluiting van het thema moeten worden gemaakt, het
2
praktijkgericht onderzoek, leervragen van studenten: alles worden in grote mate bepaald door de drie domeinen. Inhouden thema’s gedrag en leren. Orthopedagogiek Dit thema vormt de start van de opleiding. Het is bedoeld om een kader voor de studie te schetsen. Je bestudeert wat verstaan kan worden onder orthopedagogiek en de verschillende stromingen en opvattingen daarover van de afgelopen eeuw. De orthopedagogiek is de wetenschap die zich richt op leerlingen in problematische onderwijs-, leer- en opvoedingssituaties. Orthopedagogiek is een handelingswetenschap, die opvoeders en leraren perspectief biedt om hun handelingsverlegenheid op te heffen en weer perspectief te bieden aan de betrokkenen. Je bestudeert de meest recente publicaties op het gebied van handelingsgericht werken en passend onderwijs en je gaat na hoe handelingsgericht je werkt in jouw onderwijssetting en wat handelingsgerichter zou kunnen (Pameijer, van Beukering & de Lange, 2009).Je bestudeert theorie en praktijktoepassingen over de oplossingsgerichte benadering (Cauffman & van Dijk, 2009) in het onderwijs en gaat in gesprek met leerlingen en collega’s. Je bestudeert een onderwerp uit de sociale psychologie en de psychologie van het leren. In dit thema word je uitgedaagd jouw impliciete ideeën over orthopedagogisch denken en handelen te expliciteren. Jouw handelen in de praktijk dient immers theorie geleid te zijn. Taalontwikkeling Het taalonderwijs is gebaseerd op het goed doorlopen van de fasen van de taalverwerving in de moedertaal en in het Nederlands als tweede taal. Een goede woordenschatontwikkeling is hierbij van cruciaal belang. Dit thema focust op het onderwerp taalontwikkeling, de tussendoelen mondelinge communicatie, de doorlopende leerlijnen en referentieniveaus van taal en de ontwikkeling van taal als basis van functionele geletterdheid. Je bestudeert hoe je de woordenschatontwikkeling kunt stimuleren. Specifieke aandacht is er voor de rol die interactief taalonderwijs hierbij speelt en de rol van media en ict. Daarnaast komen ook onderwerpen als gebruikstaal, schooltaal, vaktaal en meertaligheid aan de orde. Stagnerende taalontwikkeling tijdig signaleren kan veel lees- en spellingproblemen voorkomen. Naast afstemmen en samenwerken met collega’s en ouders is ook de samenwerking met de logopedist hierbij essentieel. Geletterdheid: lezen - primair onderwijs Vrijwel alle leerlingen kunnen vlot leren lezen. Onderzoek leert ons dat de leraar hierin een cruciale rol vervult. Zo heeft hij onder andere hoge verwachtingen van de leerlingen, werkt doelgericht, creëert een stimulerende leesomgeving, heeft leesinhoudelijke kennis, kent zijn leesmethode goed, verzorgt effectieve instructie inclusief verlengde instructie, roostert voldoende tijd in voor alle leerlingen en extra tijd voor de risicoleerlingen, signaleert risicoleerlingen vroegtijdig en weet de toetsresultaten te interpreteren en hieraan consequenties te verbinden voor zijn handelen in de klas. Wanneer alle inspanningen hebben geleid tot het gewenste resultaat is het zaak om de verworven leesvaardigheid van de leerlingen in de bovenbouw van het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs te onderhouden. Deze basale voorwaarden op schoolniveau vormen het uitgangspunt van dit thema 3
dat vooral focust op het proces van het lezen; beginnend, aanvankelijk en voortgezet lezen. Je ontwikkelt competenties om risicoleerlingen op het gebied van lezen en spellen te signaleren, te onderzoeken en te begeleiden volgens de protocollen leesproblemen en dyslexie (www.masterplandyslexie.nl) en in het kader van het Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling (PDDB). Naast aandacht voor de leerlijnen en tussendoelen geletterdheid en het monitoren van de taal-leesontwikkeling is er ook aandacht voor de leesomgeving, de leescirkel en de rol van de leraar die model staat als goede en gemotiveerde lezer. Gecijferdheid Vrijwel alle leerlingen kunnen leren rekenen. Hierbij vervult de leraar een grote rol. Dit thema richt zich zowel op de speciale onderwijsbehoeften van leerlingen op groepsniveau als op individueel niveau. Dit thema begint met een inleiding in de ontwikkeling van gecijferdheid en de leerlijnen en de tussendoelen die je daarbij per leerjaar kunt volgen voor het rekenwiskundeonderwijs (aan de hand van de TALbrochures en de tussendoelen van het SLO). Onderwerpen die uitgediept worden zijn onder andere: de telontwikkeling, getalbegrip en automatisering. Je bestudeert hoe je groepsplannen op kunt stellen (handelingsgericht werken op groepsniveau), hoe je deze evalueert en nieuwe doelen kunt stellen. Je bestudeert onderzoeksgegevens en literatuur over de recente werkwijzen binnen de didactiek (o.a. interactie, oplossingsstrategieën, werken vanuit contexten en modellen) van het rekenwiskunde onderwijs en reflecteert op de waarde daarvan voor leerlingen in jouw eigen setting. Door het voeren van diagnostische rekengesprekken met leerlingen (handelingsgericht werken op individueel niveau) en diagnostisch onderwijzen krijg je zicht op de specifieke onderwijsbehoeften. Je stemt hierbij af op strategieën die leerlingen hanteren bij (beginnende) gecijferdheid en maakt kennis met een aantal differentiatiemodellen, instructievormen, materialen en hulpprogramma’s. Daarbij leer je gecijferde leeromgevingen ontwerpen, waarin jouw leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Ontwikkelingsbelemmeringen en ontwikkelingsmogelijkheden In dit thema wordt gestart met de psychologische basisbehoeften van de leerling : autonomie, competentie en relatie. We gaan in op het adaptief behandelen van probleemsituaties. Dit staat voor de attitude van de leraar om de basisbehoeften van zijn leerling(en) samen met die van de ouders, de leraar en de medeleerlingen mee te wegen bij zijn interventies. Probleemgedrag van leerlingen kan op diverse manieren geduid worden. Het interpreteren van gedragsproblemen vraagt om een professioneel observerende en analyserende attitude van de leraar. De gedragsuitingen kunnen vervolgens beschreven worden in termen van bijvoorbeeld een classificatiesysteem van kindkenmerken, zoals DSM IV. Wij pleiten echter voor een beschrijving zoals het gedrag zich op school manifesteert: van (redelijk) normaal tot aan (ernstig) probleemgedrag. Zo kunnen we agressie plaatsen op een continuüm van storend, naar ongehoorzaam en uiteindelijk agressief gedrag. Het laat tevens ruimte het kind te zien als onderdeel van een breder systeem dan alleen de kindkenmerken. Ontwikkelingsbelemmeringen kunnen benaderd worden vanuit de opvatting dat deze de dialoog en interactie tussen opvoeder, kind en omgeving zodanig verstoren dat de ontwikkeling van het kind met zijn specifieke mogelijkheden (en onmogelijkheden) belemmerd of vertraagd wordt. Bij elke belemmering is het een actief zoeken naar mogelijkheden en oplossingen die de dialoog weer op gang kan 4
brengen waardoor de ontwikkeling van de betreffende leerling, waar mogelijk, zo goed mogelijk gewaarborgd kan worden. In de zoektocht naar ontwikkelingsmogelijkheden kijken we scherp naar de rol van leraren, ouders, de groep, de media en de peers (vrienden). Interventies bij gedragsproblemen Binnen dit thema is het model van handelingsgericht werken het theoretische kader voor de omgang met gedragsproblemen. Handelingsgericht werken houdt in dat een leraar een verantwoord stappenplan doelbewust en planmatig doorloopt met als doel (probleem-) gedrag van leerlingen te beïnvloeden. Je krijgt handvatten aangereikt waarmee je meer mogelijkheden krijgt om op een adequate wijze met probleemgedrag om te gaan. Het hanteren van interventies bij probleemgedrag wordt vanuit een viertal theoretische benaderingen uitgewerkt: de gedragstherapeutische, de interactionele, de cognitieve en oplossingsgerichte benadering. Nadat probleemgedrag is gesignaleerd, wordt het gedrag van het kind binnen de context van de schoolsituatie geobserveerd en geanalyseerd. De uitgangspunten van de functionele analyse worden hierbij als leidraad gehanteerd. Vervolgens wordt, aan de hand van gedragsinterventies, een plan ontwikkeld waarmee individueel of groepsgewijs gewerkt kan worden. Het kind wordt nadrukkelijk betrokken bij de afstemming van de doelen van het gedragsveranderingsplan. De leerling wordt gezien als een actieve deelnemer aan het opvoedingsproces. Voor welke interventie er ook gekozen wordt om probleemgedrag aan te pakken, de rol van de leraar kan hierbij niet buiten schot blijven . Er zijn veel materialen en middelen op de markt die als interventie bij probleemgedrag ingezet kunnen worden. Om tot een verantwoorde keuze te komen, wordt er vanuit een tweetal invalshoeken naar de materialen gekeken: theoretisch uitgangspunten en aangetoonde effectiviteit (evidence-based) enerzijds en praktische inzet en haalbaarheid anderzijds. Oriëntatie Speciaal Onderwijs In dit thema wordt de geschiedenis van het speciaal onderwijs behandeld. Vervolgens krijgt de actuele situatie aandacht. Intern begeleiders, directeuren, ambulant begeleiders komen vertellen over de vorm van onderwijs waarin zij werkzaam zijn. Als prestatie wordt een vorm van speciaal onderwijs bestudeerd en bezocht. De verkregen informatie en de ervaringen worden met elkaar gedeeld. Werken aan gedragsontwikkeling In dit thema draait het om gedrag van leerlingen dat vraagt om toegesneden competenties van de leerkracht: passend handelen. Het gaat om situaties waar de basiskennis en de vaardigheden van alledag tekort schieten. Het gaat hier niet alleen om het goed kunnen beschrijven van gedrag, maar ook om het verklaren van gedrag. Er wordt ingegaan op diverse verschijningsvormen van gedrag: gedrag dat naar buiten toe is gekeerd (externaliserend) en gedrag dat naar binnen toe is gekeerd (internaliserend). We zullen zien dat het gebruikelijk is om gedrag categoriaal in te delen. We staan op kritische wijze stil bij de vraag in hoeverre dat recht doet aan de eigenheid van de leerling en de visie van de school. Een aantal gedragsstoornissen passeren de revue waarbij we steeds vanuit een handelingsgericht kader kijken naar de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van alle betrokken partijen: de leerling, de groep, de leraar, de school en de ouders. Vanuit deze verschijningsvormen van gedrag komen we ook bij de wijze waarop scholen gericht interventies kunnen inzetten. Voorbeelden van dergelijke interventies zijn methoden voor sociaal5
emotionele ontwikkeling en agressietrainingen. Ook crisisinterventie zal binnen dit thema een plek krijgen. Het passend handelen rond gedrag kan ook tot uiting komen in onderwerpen als de mogelijkheden en persoonlijke grenzen van de leraar (omgaan met ervaren kracht en onmacht bij specifieke gedragsstoornissen), ontwikkelingsperspectieven, de zin van time-out en switch, huiselijk geweld, rouwverwerking of leerlingen met oorlogservaringen. Verdere informatie Geïnteresseerd maar heb je nog vragen? Mail naar
[email protected] of
[email protected] Inschrijving Heb je besloten in te schrijven voor de opleiding Master SEN, dan kun je je aanmelden voor 1 juli via studielink: www.studielink.nl Op studielink maak je een keuze voor de Master SEN opleiding, lesplaats Vlissingen. Vervolgens word je gevraagd een Specialisatie en een Profiel te kiezen. Als je de voltijdopleiding wilt volgen schrijf je in op Gespecialiseerd Leraar, Profiel Gedrag en Leren. De kosten voor het de voltijd opleiding zijn €1713,00. Met vriendelijke groet, namens het docententeam, Ria Goedhart-studieleider/locatiemanager Marga Wiersema- managementassistente Seminarium voor Orthopedagogiek Hogeschool Utrecht Regio Zeeland en westelijk Noord-Brabant Regiokantoor: Nieuwe Kleverskerkseweg 25 4338 PP Middelburg 088-4817890
6