Orde van Dienst bij Lukas 2:17
Eerste Kerstdag Voorganger: ds. A.J. Sonneveld
Zingen voor de dienst: OTH 73 Komt allen tesamen Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu den Vorst der eng'len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden dien Koning. De hemelse eng'len riepen eens de herders weg van de kudde naar't schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbied'ge schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden dien Koning. Het eeuwige Godswoord, eeuwig licht des Vaders, zien wij gehuld in het mens'lijk vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden dien Koning. O Kind, ons geboren sluim'rend in de kribbe, neem onze liefd' in genade aan! U die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden dien Koning.
OTH 347 (wij zijn de herders) – kinderlied (Elly & Rikkert / Tekst & Muziek: Elly en Rikkert Zuiderveld © Universal Songs)Unisong Music Publishers.
Wij zijn de herders, wij sliepen in 't veld Daar heeft een engel het ons verteld Hij is geboren in Bethlehem en wij aanbidden en wij aanbidden Hij is geboren in Bethlehem en wij aanbidden Hem. Wij zijn drie koningen, wij komen van ver Wij hadden een droom en zagen een ster Hij is geboren in Bethlehem en wij aanbidden en wij aanbidden Hij is geboren in Bethlehem en wij aanbidden Hem. Wij zijn de kinderen die 't hebben gehoord Hij is gekomen, het levende Woord Hij is geboren in Bethlehem en wij aanbidden en wij aanbidden Hij is geboren in Bethlehem en wij aanbidden Hem. Stil gebed Votum en Groet Zingen: Psalm 150, 1 en 2 Looft God, looft Zijn naam alom; Looft Hem in Zijn heiligdom; Looft des HEEREN grote macht, In den hemel Zijner kracht; Looft Hem, om Zijn mogendheden, Looft Hem, naar zo menig blijk Van Zijn heerlijk koninkrijk, Voor Zijn troon en hier beneden.
Looft God, met bazuingeklank; Geeft Hem eer, bewijst Hem dank; Looft Hem, met de harp en luit; Looft Hem, met de trom en fluit; Looft Hem, op uw blijde snaren; Laat zich 't orgel overal Bij het juichend vreugdgeschal, Tot des HEEREN glorie, paren. Wetslezing of geloofsbelijdenis Zingen na Wet of geloofsbelijdenis: Psalm 150, 3 Looft God, naar Zijn hoog bevel, Met het klinkend cimbelspel; Looft Hem, op het schel metaal Van de vrolijke cimbaal; Looft den HEER; elk moet Hem eren, Al wat geest en adem heeft; Looft den HEER, die eeuwig leeft; Looft verheugd den HEER der heren! Gebed Schriftlezing 1: Lukas 2, 1-7 De geboorte van Jezus 1En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden. 2 Deze eerste inschrijving vond plaats toen Cyrenius over Syrië stadhouder was. 3 En ze gingen allen op weg om ingeschreven te worden, ieder naar zijn eigen stad. 4 Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was,
5 om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. 6 En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, 7 en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. Zingen: OTH 84 (te middernacht geboren) (Melodie: MIchaël Praetorius (1571-1621) / Gezang 132: Er is een roos ontloken / tekst: A. F. Troost (1948) / © Boekencentrum / Zingende gezegend 129)
Te middernacht geboren, van hogerhand een kind het eerste ochtendgloren dat stil aan warmte wint. Nog heerst de koude dood, maar aan de zwarte hemel glanst zacht het morgenrood. Te middernacht geboren: het levenwekkend licht. God had nog nooit tevoren zo'n menselijk gezicht. Al handhaaft zich het kwaad, het zal niet lang meer duren, reeds lacht de dageraad! Te middernacht geboren, het licht dat overwint; het straalt tot in het noorden: de zon, de Zoon - Gods kind! De aarde, grauw en grijs, wordt straks door licht gelouterd zijn gouden paradijs
Schriftlezing 2: Lukas 2, 8-20 8En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en 's nachts de wacht hielden over hun kudde. 9 En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd. 10 En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, 11 namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere. 12 En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe. 13 En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei: 14 Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. 15 En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: Laten wij nu naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft. 16 En zij gingen met haast en vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe. 17 Toen zij Het gezien hadden, maakten zij overal het woord bekend dat hun over dit Kind verteld was. 18 En allen die het hoorden, verwonderden zich over wat door de herders tegen hen gezegd werd. 19 Maar Maria bewaarde al deze woorden en overlegde die in haar hart. 20 En de herders keerden terug en zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij gehoord en gezien hadden, zoals tot hen gesproken was.
Lezing van de tekst: Lukas 2, 17 Toen zij Het gezien hadden, maakten zij overal het woord bekend dat hun over dit Kind verteld was. THEMA: “een herderlijk spreken” Zingen: Psalm 122, 1 en 3 Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt: zie, wij staan Gereed, om naar Gods huis te gaan; Kom, ga met ons en doe als wij. Jeruzalem, dat ik bemin, Wij treden uwe poorten in; Daar staan, o Godsstad, onze voeten. Jeruzalem is wel gebouwd, Wèl saâmgevoegd; wie haar beschouwt, Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten. 3 Dat vreed', en aangename rust, En milde zegen u verblij'; Dat welvaart in uw vesting zij, In uw paleizen vreugd' en lust. Om vriend en broed'ren spreek ik nu: ,,De vrede zij en blijv' in u; Nooit moet haar nijd of twist verkloeken; Om 's HEEREN huis, in u gebouwd, Waar onze God Zijn woning houdt, Zal ik het goede voor u zoeken.'' Prediking
Zingen: OTH 69 (ik kniel aan Uwe kribbe neer) Ik kniel aan uwe kribbe neer, O Jezus, Gij mijn leven! Ik kom tot U en breng U, Heer, wat Gij mij hebt gegeven. O, neem mijn leven, geest en hart, en laat mijn ziel in vreugd en smart, bij U geborgen wezen! Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Eer ik een woord van U vernam, hebt Gij mij uitverkoren. Voor dat uw hand mij heeft gemaakt, werd Gij een kindje, arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven Temidden van de nachts des doods zijt Gij, mijn zon, verrezen. O zonlicht, mild en mateloos, uw gloed heeft mij genezen. O zon die door het donker breekt en 't ware licht in mij ontsteekt, hoe heerlijk zijn uw stralen. Dankzegging en voorbeden Zingen: Psalm 98, 1 en 2 Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE, Dien groten God, die wond’ren deed; Zijn rechterhand, vol sterkt’ en ere, Zijn heilig’ arm wrocht heil na leed. Dat heil heeft God nu doen verkonden; Nu heeft Hij zijn gerechtigheid. Zo vlekkeloos en ongeschonden, Voor ’t heidendom ten toon gespreid.
Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt; Dit slaan al ’s aardrijks einden gade, Nu onze God Zijn heil ons schenkt. Juich dan den HEER met blijde galmen, Gij ganse wereld, juich van vreugd; Zing vrolijk in verheven psalmen Het heil, dat d’ aard’ in ’t rond verheugt.
Zegen Na de dienst: OTH 65 (ere zij God) Joh. de Heer & Zn.
Ere zij God Ere zij God In den Hoge In den Hoge Vrede op aarde, vrede op aarde in de mensen een welbehagen Ere zij God in den Hoge Ere zij God in den Hoge Vrede op aarde, vrede op aarde Vrede op aarde Vrede op aarde In de mensen In de mensen Een welbehagen In de mensen Een welbehagen Een welbehagen Ere zij God Ere zij God In den Hoge In den Hoge Vrede op aarde Vrede op aarde In de mensen Een welbehagen Amen, Amen