woensdag
24.10.2012 20.00 Concertzaal 19.15 Inleiding door Katherina Lindekens
Orchestre des ChampsElysées & Isabelle Faust Schubert 9
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 1
16/10/12 09:03
Orkestlijst Orchestre des Champs-Elysées eerste viool Alessandro Moccia Roberto Anedda Ilaria Cusano Assim Delibegovic Virginie Descharmes Marion Larigaudrie Corrado Lepore Martin Reimann Enrico Tedde Sebastiaan Van Vucht tweede viool Bénédicte Trotereau Marieke Bouche Adrian Chamorro Solenne Guilbert Jean-Marc Haddad Thérèse Kipfer Clara Lecarme Corrado Masoni Giorgio Oppo Andreas Preuss altviool Jean-Philippe Vasseur Marie-Elsa Beaudon Blandine Faidherbe Lika Laloum Julien Lo Pinto Luigi Moccia Wendy Ruymen cello Ageet Zweistra Julien Barre Michel Boulanger Vincent Malgrange Andrea Pettinau Harm-Jan Schwitters
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 2
contrabas Axel Bouchaux Joseph Carver Damien Guffroy Michel Maldonado Massimo Tore fluit Mathias von Brenndorff Amélie Michel hobo Marcel Ponseele Takahiro Kitazato klarinet Nicola Boud Daniele Latini fagot Julien Debordes Jean-Louis Fiat hoorn Eliz Erkalp Jean-Emmanuel Prou Renée Allen Frank Clarysse trompet Alain De Rudder Steven Verhaert trombone Harry Ries Guy Hanssen Wim Becu percussie Marie-Ange Petit
16/10/12 09:03
Uitvoerders en programma Orchestre des Champs-Elysées: orkest Philippe Herreweghe: dirigent Isabelle Faust: viool — Johannes Brahms (1833-1897) Vioolconcerto in D, opus 77 (1878) - Allegro ma non troppo - Adagio - Allegro giocoso — pauze — Franz Schubert (1797-1828) Symfonie nr. 9 in C, D944 (1825) - Andante – Allegro ma non troppo – Più moto - Andante con moto - Scherzo: allegro vivace – Trio - Finale: allegro vivace
FOCUS SCHUBERT
ORKESTRAAL
Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad.
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 3
16/10/12 09:03
Schubert, Brahms en de symfonische erfenis In de zomer van 1825 verbleven Franz Schubert en zijn vriend Johann Michael Vogl enkele weken in het Oostenrijkse kuuroord Gmunden. De syfilitische symptomen die de componist al twee jaar kwelden waren tijdelijk geweken, waardoor hij fysiek en mentaal opleefde. De aanblik van het prachtige meer, bevolkt door zwanen en omgeven door romantische rotspartijen, maakte een enorme creatieve energie in hem wakker en inspireerde hem tot het componeren van zijn negende symfonie (die Große), die hij al in 1824 had aangekondigd in een brief. Deze grootschalige compositie heeft haar bijnaam niet gestolen: ze is het kroonjuweel van Schuberts orkestproductie en het toonbeeld van zijn hoogst individuele symfonische stijl. Geen enkele 19e-eeuwse componist kon om de symfonieën van Mozart, Haydn en Beethoven heen. Vooral die laatste had de grenzen van de symfonie zo uitvoerig verkend en verlegd dat velen zich afvroegen of er binnen dit genre überhaupt nog iets zinvols te vertellen viel. Beethoven wisselde programmatisch geïnspireerde symfonieën zoals de zesde (Pastorale) probleemloos af met abstracte exemplaren zoals de zevende, om nog te zwijgen van de grandioze negende met haar baanbrekende vocale finale. Dit veelzijdige corpus was toonaangevend voor een symfonische stijl die monumentaliteit verzoende met een grote muzikale ‘economie’. Zo is Beethovens beroemde vijfde symfonie volledig gebaseerd op één ritmisch-melodisch motief van vier noten, dat op alle mogelijke manieren tegen het licht wordt gehouden. Uit dit spel met thema’s en motieven komt de beethoveniaanse symfonie tevoorschijn als een spiegelbol, een buitengewoon coherent geheel waarin alles naar alles verwijst. Geen wonder dat Beethovens muzikale nageslacht ervan duizelde.
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 4
In de loop van zijn veel te korte carrière formuleerde Schubert een heel eigen antwoord op de symfonische verwezenlijkingen van zijn oudere tijdgenoot. Hij bleef trouw aan de klassieke opbouw van de symfonie als een vierdelige compositie met een snel openingsdeel in de sonatevorm (vaak voorafgegaan door een langzame inleiding), een langzaam tweede deel, een dansant scherzo in de maat van drie en een snelle finale. Maar zijn visie op de muzikale realisatie van dat stramien was relatief flexibel. Hoewel ook Schuberts symfonieën getuigen van een grote interne coherentie, is zijn muzikale thematiek doorgaans lyrischer en breedvoeriger dan die van Beethoven. Schubertiaanse thema’s nemen de tijd om zich te ontvouwen en worden gekenmerkt door een schijnbaar vanzelfsprekende zangerigheid. In dat opzicht leerde Schubert veel van Mozart, die nooit om een gracieus thema verlegen zat. Daarnaast drukten de talrijke opera’s en Lieder die Schubert componeerde uiteraard ook hun stempel op het melodieuze karakter van zijn symfonieën. Op het vlak van harmonie is deze componist behoorlijk avontuurlijk. Zo verandert hij vaak abrupt van toonaard en waagt hij zich aan verrassende modulaties. Typerend voor zijn symfonieën zijn ook de sterke contrastwerking, de kleurrijke orkestratie en de ritmische begeleidingspatronen die als een ononderbroken polsslag voelbaar zijn. In Schuberts handen werd de symfonie een lyrisch, spannend en weids genre, op de wip tussen klassieke conventies en een romantische expressie. Al die kenmerken vinden hun ultieme belichaming in zijn negende symfonie, waarvan Robert Schumann ooit de ‘hemelse lengte’ bejubelde. Dankzij de majeurtoonaard en de ritmisch geprononceerde thematiek
16/10/12 09:03
is het globale klankbeeld van die Große energiek en uitgelaten. Contrasten tussen piano en forte, staccato en legato, blazers en strijkers, twee- en drieledige metra krijgen vrij spel. De langzame inleiding op het eerste deel (Andante - Allegro ma non troppo) opent met een hoornsignaal dat zó uit het berglandschap van Gmunden lijkt op te stijgen. Dit schijnbaar eenvoudige signaalmotief vormt niet alleen het DNA van het openingsdeel, maar benadert de essentie van de volledige symfonie. Zo zal het gepunte ritme uit het openingsmotief in alle mogelijke gedaanten blijven opduiken, bijvoorbeeld in het exuberante hoofdthema van het eerste deel, waarin een springerige strijkersbeweging wordt gecombineerd met aanzwellende triolen in de blazers. Het tweede deel (Andante con moto) roept duidelijke reminiscenties op aan het Allegretto uit Beethovens zevende symfonie. Onder begeleiding van een marsachtig perpetuum mobile laat Schubert zijn melodische inventiviteit en zin voor contrast de vrije loop. Het energieke Scherzo is een van de meest monumentale voorbeelden uit het symfonische repertoire, met dank aan het zwierige ritme, de unisono-melodieën in de strijkers en de ontzagwekkende accentwerking. Ook het contrast met het plechtige middendeel of Trio herinnert aan de zevende symfonie van Beethoven. In de wervelende finale (Allegro vivace) verenigt Schubert alle muzikale bouwstenen waarmee hij de voorgaande delen heeft geconstrueerd, zoals de gepunte ritmiek en de ijzingwekkend snelle triolen. Deze finale is het logische sluitstuk van een symfonie die baadt in ritmische en melodische vitaliteit.
ook het werk van Johannes Brahms (18331897) zou nauwelijks denkbaar zijn zonder Schubert. Zoals velen worstelde Brahms lange tijd met het verlammende voorbeeld van Beethoven: het kostte hem tien jaar om zijn eigen symfonische stem te ontwikkelen. In zijn symfonieën dreef Brahms de thematische arbeid van Beethoven en de uitgesproken lyriek van Schubert meesterlijk op de spits. Zodra hij als symfonicus op dreef was gekomen, liet Brahms de stijlkenmerken van de symfonie ook doorsijpelen in andere genres, zoals het concerto. Niet toevallig worden zijn concerti vaak omschreven als vermomde symfonieën met een obligate solopartij. Het Vioolconcerto in D uit 1878 was het resultaat van zijn jarenlange vriendschap met de Hongaarse componist en vioolvirtuoos Joseph Joachim, die nauw betrokken was bij het compositieproces. In tegenstelling tot heel wat 19e-eeuwse concerti schuwt dit werk de gratuite virtuositeit – wat niet wegneemt dat de solopartij met haar adembenemende sprongen, arpeggio’s en dubbelgrepen het uiterste vergt van de violist. Tussen het orkest en de solist ontspint zich een concerterende dialoog die volledig ten dienste staat van de overkoepelende thematische ontwikkeling. Door dit ‘symfonische’ vioolconcerto te koppelen aan Schuberts negende symfonie illustreren het Orchestre des Champs-Elysées en Isabelle Faust de muzikale verwantschap tussen Schubert, Brahms en Beethoven, die over de schouders van zijn muzikale erfgenamen meekijkt. Katherina Lindekens
Schuberts negende symfonie maakte een onuitwisbare indruk op componisten zoals Schumann, Mendelssohn en Mahler. Maar
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 5
16/10/12 09:03
Joseph Joachim (1831-1907) Op negentienjarige leeftijd ondernam Johannes Brahms een voettocht door Midden-Duitsland samen met de Hongaarse violist Eduard Reményi. Ze verdienden de kost al spelend en rondgaand met de pet. Zo ontmoetten ze in Hannover de dan al beroemde violist Joseph Joachim. Zeer onder de indruk van Brahms’ talent bracht Joachim hem in Weimar in contact met Liszt. Aldus scheidden zich de wegen van Brahms en Reményi en begon een quasi levenslange vriendschap tussen Brahms en Joachim. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Johannes Brahms later, in 1879, zijn vioolconcerto voor de in 1868 tot directeur van de Hochschule für Musik te Berlijn aangestelde Joachim zou schrijven. Niettegenstaande het feit dat Brahms door velen in zijn tijd als conservatief werd bestempeld, was hij toen een van de best betaalde componisten. Zijn uitgever Simrock betaalde voor zijn vioolconcerto het niet onaanzienlijke bedrag van 9000 Rijksmark! Vooral wat betreft de speelbaarheid van de solopartij kreeg Brahms heel wat raad van Joachim. Hoe dan ook blijft het een aartsmoeilijk concerto dat destijds door een anonieme criticus als ‘Een concerto niet voor, maar tegen de viool’ werd bestempeld.
directeur te Berlijn, als dirigent en componist, maar vooral als uitmuntende violist. Naast de meer exuberante Pablo de Sarasate werd Joachim als de meest evenwichtige violist beschouwd, die zijn perfecte techniek volledig ten dienste van de muziek stelde. Zijn vertolkingen van de concerti van Mendelssohn en Beethoven werden legendarisch. Aanvankelijk vond hij – niettegenstaande zijn raadgevingen – dat er in het concerto van Brahms toch ‘ungewohnte Schwierigkeiten’ (ongewone moeilijkheden) waren geslopen. Na uitvoeringen in 1879 in diverse Europese steden schreef hij aan Brahms: ‘Verder hou ik steeds meer en meer van het stuk, meer bepaald van de eerste beweging’. Joachim bleef tot het einde van zijn leven een autoriteit en de bezieler van het naar hem genoemde strijkkwartet, dat wereldberoemd was. Vandaag kennen vooral violisten deze legendarische artiest nog, met name van de cadensen die hij schreef voor de concerti van Mozart, Beethoven en Brahms. Johan Huys
De Oostenrijks-Hongaarse Joachim was in zijn jeugd een violistiek wonderkind. Hij begon viool te studeren op vierjarige leeftijd en vier jaar later trad hij samen met zijn leraar op in een concertante symfonie voor twee violen van J.F. Eck. Na studies te Wenen (onder meer bij Joseph Böhm) trok hij naar Leipzig waar Mendelssohn hem onder zijn hoede nam. Op zijn twaalfde maakte hij zijn debuut in het Gewandhaus te Leipzig. Vanaf dat moment volgde een glorieuze carrière als concertmeester te Weimar en Hannover, als
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 6
16/10/12 09:03
Biografieën Het Orchestre des Champs-Elysées (BE/FR) legt zich toe op muziek van ca. 1750 tot de vroege 20e eeuw en voert deze uit op historische instrumenten. Na een residentie in het Théâtre des Champs-Elysées en het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten was het orkest te gast in alle grote Europese zalen zoals Musikverein Wien, Concertgebouw Amsterdam en Barbican Centre. Artistiek directeur en hoofddirigent is Philippe Herreweghe, maar het orkest speelt regelmatig onder leiding van gastdirigenten als Daniel Harding, Christian Zacharias en René Jacobs. Het Orchestre des Champs-Elysées staat al meerdere seizoenen garant voor beklijvende concerten in Concertgebouw Brugge. Philippe Herreweghe (BE) profileerde zich met het Collegium Vocale Gent, La Chapelle Royale en het Ensemble Vocal Européen als specialist van renaissance- en barokmuziek. Zijn levendige, authentieke en retorische aanpak van dit repertoire wordt alom geprezen. Met het Orchestre des ChampsElysées legt hij zich sinds 1991 ook toe op het klassieke en romantische repertoire. Sinds 1997 is hij hoofddirigent van deFilharmonie, met een focus op een verfrissende lezing van het (pre)romantische repertoire. Recent richtte Philippe Herreweghe het platenlabel ‘Φ’ (‘phi’) op, dat de exclusiviteit zal hebben op de opnames van het Collegium Vocale Gent en het Orchestre des Champs-Elysées. De cd’s zullen geproduceerd, uitgegeven en verdeeld worden door Outhere.
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 7
Violiste Isabelle Faust (DE) kreeg al op jonge leeftijd internationale erkenning dankzij een eerste prijs op het Leopold Mozart Concours te Augsburg (1987) en een Gramophone Young Artist of the Year Award (1997). Inmiddels is ze uitgegroeid tot internationale soliste aan de zijde van onder meer Claudio Abbado, James Levine en Sakari Oramo. Ze is vertrouwd met het repertoire uit alle stijlperiodes en verzorgde premières van verschillende werken, waaronder aan haar opgedragen composities van Jörg Widmann. Voor het label Harmonia Mundi nam ze werken op van Bach tot Hartmann, waaronder concerti van Haydn en Bach en het complete oeuvre voor viool en piano van Bartók, Fauré, Schubert en Schumann. Haar instrument is de ‘Doornroosje’-Stradivarius uit 1704, die haar in bruikleen gegeven wordt door de L-Bank Baden-Württemberg.
16/10/12 09:03
In de kijker
Abdel Rahman El Bacha © Alix Laveau
il Gardellino © Tim Heirman
za 27.10.12 / 20.00 / Concertzaal Abdel Rahman El Bacha / Schubert & Prokofiev Dit seizoen brengt pianovirtuoos Abdel Rahman El Bacha enkele werken van Schubert en Prokofiev. Van Schubert plaatst hij de vroege Sonate in Es, een lieflijk lyrisch jeugdwerk, naast de late Drei Klavierstücke. Met Visions fugitives en Sonate nr. 2 in d speelt hij twee lyrische werken van Prokofiev.
za 03.11.12 / 20.00 / Concertzaal il Gardellino / Der Tod. Bach & Telemann Na jaren liefdevol andermans interpretatie te spelen, besloot Marcel Ponseele eindelijk om met enkele vrienden zijn eigen visie te geven op muziek van Bach en zijn tijdgenoten. In Der Tod belicht hij tegelijk de treurige en bevrijdende kant van de dood. De hobo speelt een troostende hoofdrol.
Ontdek het archief van herinnerde geluiden in de installatie Soundtracks van Stijn Demeulenaere, op de overloop Foyer Parterre en Foyer Balkon 1 en laat zelf een geluid uit jouw diepste herinneringen achter in een van de lege bokalen. Nog tot 01.12.2012. Concertgebouw Servies Gezellig tafelen voor of na een voorstelling met een verrassing op vertoon van het concertticket. Alle info over de zeventien deelnemende horecazaken op www.concertgebouw.be/servies.
Grensoverschrijdend netwerk voor klassieke en hedendaags klassieke muziek
interparking onder 't zand: 1300 parkeerplaatsen ‘eerste rang’
Coverbeeld: Philippe Herreweghe © Michel Garnier / V.U. Katrien Van Eeckhoutte, ’t Zand 34, 8000 Brugge
121024_OrchestredesChampsElysées.indd 8
16/10/12 09:03