Oraal medicatiegebruik bij de ziekte van Parkinson
Oraal medicatiegebruik bij de ziekte van Parkinson
Figuur1: Medication, clock, generic, pills and drugs (nbcPhiladelphia, 2014)
Kelly Reybrouck
Inhoudstabel INLEIDING ........................................................................................................................................................ 3 ALGEMENE REGELS BIJ HET INNEMEN VAN UW MEDICATIE ............................................................................. 5 OVERZICHT PARKINSONMEDICATIE.................................................................................................................. 6 LEVODOPA .............................................................................................................................................................. 6
DOPAMINE-AGONISTEN ............................................................................................................................................ 8 MAO-B-REMMERS .................................................................................................................................................. 9 COMT-REMMERS ................................................................................................................................................. 10 ANTICHOLINERGICA ................................................................................................................................................ 11 IS HET TOEGELATEN OM MEDICATIE TE PLETTEN EN/OF TE DELEN? ............................................................... 12 HULPMIDDELEN OM UW MEDICATIE NIET TE VERGETEN ............................................................................... 13 PRAKTISCHE INFORMATIE .............................................................................................................................. 14 VRAGEN ......................................................................................................................................................... 15
2
Inleiding Voor de behandeling van de ziekte van Parkinson komt er een moment dat uw behandelend neuroloog medicatie gaat voorschrijven. Vaak gebeurt dit wanneer de klachten u beperken in het dagelijks leven. De ziekte van Parkinson ontstaat ten gevolge van een tekort aan dopamine in sommige kernen van de hersenen. De oorzaak is het afsterven van de dopamine-producerende cellen. Dopamine is een neurotransmitter (stof die zorgt dat zenuwcellen met elkaar kunnen communiceren) die belangrijk is bij het willekeurig bewegen van onze spieren. Een gebrek aan dopamine veroorzaakt progressief (toenemend) verlies aan soepelheid van onze bewegingen. Kenmerken van de aandoening zijn dus in de eerste plaats motorisch (met betrekking tot beweging). Anderzijds worden hierdoor ook nietmotorische functies beïnvloed, minder voor de hand liggend maar niet minder belangrijk. De belangrijkste motorische symptomen zijn:
Tremor of beven Vooral aan de handen, soms aan de voeten (en soms ter hoogte van de kin). De tremor doet zich vooral voor in rust (rusttremor), wanneer de handen op de dijen rusten of als ze tijdens het stappen naast het lichaam hangen en verdwijnt tijdens de slaap. In het begin van de ziekte doet het beven zich vooral over één lichaamshelft voor; Hypokinesie of bewegingsarmoede, bradykinesie of bewegingstraagheid Manifesteert zich onder de vorm van kleine passen, verminderd armzwaaien tijdens het stappen (vaak overwegend aan één lichaamshelft), een verminderde soepelheid in de gewrichten, een voorovergebogen romp, moeilijk draaien, blokkeren tijdens het stappen (vastvriezen aan de grond), kleiner schrijven, een moeilijke fijne motoriek, eentonige en stille spraak, een uitdrukkingsloos gelaat en slikstoornissen.
De voornaamste niet-motorische symptomen zijn:
Vermoeidheid en slaapstoornissen; Veranderde smaak- en reukzin; Gevoelsstoornissen zoals pijn en tintelingen; Stemmingsstoornissen zoals depressie en angst; Cognitieve stoornissen zoals moeilijkheden met plannen en ordenen van gedachten; Autonome stoornissen zoals speekselvloed, een sterke daling van de bloeddruk die optreedt wanneer u rechtop gaat staan (orthostatische hypotensie), urogenitale problemen (met betrekking tot de urinewegen en de geslachtsorganen) en overmatig zweten.
Omdat de ziekte van Parkinson een niet te genezen chronische aandoening is, bestaat de behandeling enkel uit symptoombestrijding. Daarin onderscheiden we drie verschillende behandelingstypes:
Medicamenteuze behandeling; Paramedische behandeling zoals kinesitherapie, ergotherapie, logopedie (Parkinsonschool); Neurochirurgische behandelingen zoals de diepe hersenstimulatie.
3
Deze brochure bespreekt enkel de medicamenteuze via de mond (oraal) ingenomen behandeling van motorische symptomen bij de ziekte van Parkinson. De neuroloog bepaalt de keuze voor een geneesmiddel afhankelijk van onder andere uw leeftijd, de hoofdklacht, de aanwezigheid van meerdere aandoeningen, de levensverwachting en de duur van de aandoening. Medicatie die werkt kan ook bijwerkingen hebben. Het vraagt de neuroloog soms enige tijd en geduld om hierin een goed evenwicht te vinden, want iedereen reageert immers anders op medicatie. De verschillende medicatie die regelmatig wordt voorgeschreven bij de ziekte van Parkinson wordt verder in deze brochure voor u op een rijtje gezet. Daarnaast wordt belangrijke informatie gegeven over het innemen, de verschillende toedieningsvormen, hun werking en bijwerking. Hoe ernstig de bijwerking is, kan per persoon verschillen en hangt onder meer af van uw leeftijd evenals van andere aandoeningen waarvoor u medicatie krijgt. Het is bekend dat u op oudere leeftijd over het algemeen gevoeliger bent voor bijwerkingen dan op jongere leeftijd. Daarom valt het aan te bevelen om eerst af te wachten of u aan het medicijn kunt wennen. De bijwerkingen zijn immers vaak alleen tijdelijk. Als na ongeveer twee weken de bijwerkingen onveranderd zijn of zelfs toenemen, neem dan contact op met de neuroloog.
4
Algemene regels bij het innemen van uw medicatie Met vocht U neemt de medicatie altijd in met vocht, bijvoorbeeld met water (liever geen pompelmoessap of melk). Als de medicatie ‘droog’ wordt ingenomen, gaat de opname van de medicatie in het lichaam trager en kan het maagslijmvlies geïrriteerd raken. Als het doorslikken van de medicatie teveel moeite kost, kan het helpen de medicatie in te nemen met koud water of appelmoes. Koude producten verbeteren de slikreflex en verminderen de kans op verslikken. Slikken kan men best met een licht voorover gebogen hoofd.
Op tijd Om goed te functioneren is het essentieel dat u de medicatie voor de ziekte van Parkinson op het afgesproken uur inneemt. De bedoeling is om schommelingen in de beweeglijkheid te vermijden. Op basis van uw ervaringen kunt u met uw neuroloog het schema van inname bespreken en eventueel aanpassen. Levodopa-preparaten neemt u best een half uur vóór de maaltijd in. Het is aangewezen u te houden aan strikte tussentijden, ook wanneer de eerste inname van de dag niet steeds op hetzelfde uur plaats heeft, omdat bijvoorbeeld wat langer of minder lang wordt geslapen. Soms is het nuttig de eerste dosis reeds in te nemen in bed omdat hierdoor de mobiliteit bij het opstaan reeds voldoende soepel en veilig wordt.
Vergeten Bent u vergeten de medicatie in te nemen, zorg dan dat u de medicatie zo snel als mogelijk inneemt. De tijd tussen de (te late) inname en de volgende moet gelijk zijn aan de gebruikelijke tijd tussen de andere innamen. Voor die dag schuiven de tijden van inname van de medicatie dus iets op. Het gaat er hierbij vooral om dat niet teveel medicatie in een korte tijd wordt ingenomen. Bij het vergeten van medicatie die slechts één keer daags wordt ingenomen, wordt geadviseerd deze toch nog te nemen, tenzij dit meer dan zes uur later is dan gebruikelijk. Als u de medicatie éénmalig vergeten bent en u bent al aan de volgende dosis, neem dan geen dubbele dosis bij de volgende inname. Bij twijfel contacteert u steeds een arts.
Stoppen Stop niet met de medicatie of verander niet plotseling van dosis zonder eerst advies in te winnen van de neuroloog. Anders loopt u het risico dat er bijwerkingen optreden waardoor uw klachten toenemen.
5
Overzicht Parkinsonmedicatie Er zijn verschillende groepen medicijnen die worden voorgeschreven bij de ziekte van Parkinson. Welke medicatie wordt voorgeschreven is afhankelijk van de efficiëntie, bijwerkingen, motorische complicaties en gebruiksgemak.
levodopa Toedieningsvormen De diverse toedieningsvormen in de groep van de levodopa verschillen in werkingssnelheid en dosis. Er zijn langzame, gewone en snel werkende vormen. Levodopa wordt onder de volgende stofnamen voorgeschreven (de merknaam staat telkens tussen haakjes):
Combinatie van levodopa en benserazide (Prolopa®) (Bijsluiter, klik hier) o 100 mg levodopa + 25 mg benserazide (Prolopa® 100/25) o 200 mg levodopa + 50 mg benserazide (Prolopa® 200/50) o Met verlengde afgifte (Prolopa® HBS) o Tabletvorm die oplosbaar en deelbaar is (Prolopa® dispersible) Generisch product: levodopa/ bensarazide Teva®
Combinatie van levodopa + carbidopa + entacapon (Stalevo®) (Bijsluiter, klik hier) o 50 mg levodopa + 12.5 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 50) o 100 mg levodopa + 25 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 100) o 150 mg levodopa + 37.5 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 150) o 200 mg levodopa + 50 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 200)
Hoe werkt levodopa? Bij de ziekte van Parkinson is er een tekort aan dopamine in bepaalde kernen van de hersenen. De hersenen zelf zitten als het ware verpakt in een afzonderlijk compartiment van ons lichaam. Dopamine kan vanuit het bloed de hersenen niet bereiken omdat het de zogenaamd de ‘bloedhersenbarrière’ niet kan passeren. Vandaar dat er gebruik wordt gemaakt van levodopa, deze kan via de bloedbaan wel de hersenen bereiken. Levodopa wordt in de hersenen omgezet in dopamine. De combinatie van levodopa met carbidopa of benserazide (Prolopa®) zorgt ervoor dat levodopa niet wordt omgezet naar dopamine vóór het in de hersenen aankomt. Dit zou immers voor veel algemene nevenwerkingen kunnen zorgen. De combinatie van entacapon met levodopa versterkt en verlengt het effect van levodopa. Wanneer wordt levodopa voorgeschreven? Levodopa wordt voorgeschreven op basis van het klachtenpatroon en uw leeftijd. In het algemeen geeft het ook de beste resultaten. Met name de stijfheid en de traagheid van de bewegingen verminderen. Het beven reageert vaak minder goed. Levodopa presteert het zwakst op klachten van articulatie, evenwichtsmoeilijkheden, houdingsstoornissen en startproblemen. Levodopa bestaat ook met gereguleerde (langzame) afgifte (Prolopa® HBS), waarbij levodopa geleidelijk aan het bloed wordt afgegeven. Hierdoor werkt de medicatie trager, maar langer. Deze medicatie kan worden gegeven als u veel last heeft van piek-overbeweeglijkheid of om de nacht te overbruggen. Levodopa met versnelde afgifte (dispersible) werkt sneller, zorgt voor een betere opname en wordt gegeven om u snel op gang te helpen, bijvoorbeeld als u last heeft van ochtendstijfheid.
6
Inname en tijdstip van inname U neemt levodopa best een half uur vóór de maaltijd in. Het is beter om levodopa niet tijdens of direct na de maaltijd in te nemen. De opname van de medicatie vindt plaats in de dunne darm en verloopt sneller als deze niet gevuld is met voedsel. Levodopa wordt ook beter niet gecombineerd met eiwitrijke producten zoals melk, pudding, yoghurt en vlees. Eiwitten gaan in competitie met de opname van levodopa in de dunne darm, waardoor er minder levodopa in de hersenen beschikbaar is en het effect verzwakt. Het vermijden van een eiwitrijke maaltijd ’s middags is dan ook aangewezen. Overleg de innametijden van uw medicatie altijd met uw arts in functie van uw eigen dagschema. Bijwerkingen Misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid zijn de drie meest voorkomende bijwerkingen tijdens het begin van de behandeling. Door met een lage dosering te beginnen en die langzaam te verhogen, kunnen deze klachten worden beperkt. Wanneer braakneigingen erg hinderlijk blijven, kan hiertegen voor domperidone (Motilium®) worden gekozen, dat best vooraf wordt ingenomen. Andere middelen tegen misselijkheid, zoals metoclopramide (Primperan®) kunnen de verschijnselen van de ziekte van Parkinson doen verergeren en worden daarom best niet gebruikt. Verder kunnen als bijwerkingen slaapstoornissen, een vermindering van het reactievermogen, een veranderde smaak, duizeligheid bij snel opstaan, donkere urine en ontlasting en een afname van eetlust voorkomen. Hoge doseringen levodopapreparaten kunnen soms aanleiding geven tot hartritmestoornissen, verwardheid en hallucinaties. Het succes van een behandeling met levodopa is helaas bij de meeste mensen niet blijvend. Omdat niet de progressie van de aandoening zelf maar enkel de symptomen worden behandeld, neemt de werking na een aantal jaren langzaam af, zodat de dosering steeds verder verhoogd moet worden. Op een gegeven moment treden bij verhoging van levodopa meer bijwerkingen op onder de vorm van specifieke motorische complicaties. Zoals: 1. Het voorspelbaar optreden van fases waarin het anti-Parkinson effect van levodopa geleidelijk afneemt (wearing-off, end-of-dose deterioration). 2. Het onvoorspelbaar optreden van een gunstig effect of net het niet verklaarbaar uitblijven ervan zonder duidelijk verband met de inname. (on-off-fase). 3. Het optreden van ongewilde bewegingen in de on-fase (dyskinesieën/dystonieën). De voorspelbare motorische complicaties van de levodopabehandeling hangen samen met het tijdstip van inname van de medicatie. Bij de onvoorspelbare motorische complicaties is die samenhang met de momenten van inname niet aan te tonen. Als u deze klachten opmerkt, kunt u ze met uw neuroloog bespreken. Dit kan leiden tot het aanpassen van de medicatie.
7
Dopamine-agonisten Toedieningsvormen Dopamine-agonisten worden onder de volgende stofnamen voorgeschreven (de merknaam staat telkens tussen haakjes):
pramipexol (Mirapexin®) (Bijsluiter, klik hier) o Mirapexin® 0.18 mg o Mirapexin® 0.7 mg o Vertraagde vrijstelling: Mirapexin® 0.26 mg, Mirapexin® 1.05 mg, Mirapexin® 2.1 mg, Mirapexin® 3.15 mg Generisch product: pramipexole EG®, pramipexole Mylan®, pramipexole Sandoz® en pramipexole Retard®
ropinirol (Requip® ) (Bijsluiter, klik hier) o Requip® 0.25 mg, Requip® 0.5 mg, Requip® 1 mg, Requip® 2 mg, Requip® 5 mg o Verlengde afgifte: Requip-modutab® 2 mg, Requip-modutab® 4 mg, Requipmodutab® 8 mg Generisch product: ropinirole EG®, ropinirole Mylan®, ropinirole Teva®en ropinirole Sandoz®
rotigotine (Neupro pleister®) (Bijsluiter, klik hier) 1 maal daags aan te brengen (niet terugbetaald in België).
Hoe werken dopamine-agonisten? Dopamine-agonisten zijn medicijnen die de werking van dopamine nabootsen. Ze binden zich aan de receptoren van de specifieke hersencellen alsof ze dopamine zouden zijn. Hun werking is dus gelijkaardig maar minder krachtig, hoewel langer durend. Soms worden ze toegevoegd aan de behandeling met levodopa. In dat geval kan de dosis levodopa lager blijven, waardoor de kans op bijwerkingen minder groot is. Dopamine-agonisten helpen tegen bewegingstraagheid (bradykinesie) en spierstijfheid (rigiditeit) en soms in mindere mate tegen het beven (tremor). Wanneer worden dopamine-agonisten voorgeschreven? Vaak wordt gestart met dit medicijn bij patiënten jonger dan 65 à 70jaar, bij wie de ziekte nog geen grote handicap vormt. Doorgaans geven de artsen bij deze populatie liever nog geen levodopa, om het optreden van de motorische complicaties die eraan verbonden zijn uit te stellen. Daarom wordt vaak gestart en doorbehandeld met een dopamine-agonist in monotherapie. In een later stadium van de ziekte worden ze vaak in combinatie met andere medicatie gegeven, bijvoorbeeld met levodopa, een MAO-B-inhibitor of anticholinergicum. Inname en tijdstip van inname Dopamine-agonisten worden altijd langzaam opgebouwd en als dit nodig is ook weer langzaam afgebouwd. De dosering is meermaals daags, tenzij het, zoals vaak het geval is, om preparaten gaat met een gereguleerde afgifte die maar éénmaal daags moeten worden ingenomen, bij voorkeur in de ochtend. Dopamine-agonisten kunnen gewoon tijdens of na de maaltijd ingenomen worden. Tabletten met gereguleerde afgifte (de werkzame stof komt geleidelijk vrij) moeten altijd geheel ingenomen worden, dus niet al kauwend of gebroken.
8
Bijwerkingen Ook dopamine-agonisten kunnen bijwerkingen geven als misselijkheid en braken, slaperigheid overdag, duizeligheid, bloedrukval bij snel opstaan, verwardheid, slaapstoornissen en hallucinaties (vaker bij ouderen). Oedeem (vochtophoping) in de onderste ledematen is een vaak voorkomende nevenwerking. Gedragsmatige veranderingen zoals gok-, koop- of seksverslaving en een verhoogd libido horen ook in het rijtje van belangrijke niet steeds onmiddellijk vermelde ongewenste effecten en kunnen zich soms geleidelijk instellen.
MAO-B-remmers Toedieningsvormen MAO-B-remmers worden onder de volgende stofnaam voorgeschreven (de merknaam staat telkens tussen haakjes):
selegiline (Eldepryl®) (Bijsluiter, klik hier) o Eldepryl® 5 mg o Eldepryl® 10 mg
rasagiline (Azilect®) (Bijsluiter, klik hier) o Azilect® 1 mg
Hoe werken MAO-B- remmers? Een MAO-B-remmer zorgt voor verminderde afbraak van dopamine in de hersenen waardoor de beschikbare hoeveelheid dopamine verhoogt. Dit resulteert in een langere en mogelijk wat intensere werking van de dopamine in de hersenen. Wanneer worden MAO-B-remmers voorgeschreven? MAO-B-remmers worden in een vroeg stadium van de ziekte voorgeschreven om gebruik van dopamine-agonisten of levodopa uit te stellen en omwille van het mogelijks beschermend effect in het verloop van de ziekte. In een later stadium van de ziekte kunnen MAO-B-remmers worden toegevoegd in combinatie met levodopa, wanneer dit medicijn te vroeg raakt uitgewerkt. Het laat ook toe de dosis levodopa laag te houden. Inname en tijdstip van inname MAO-B-remmers worden tijdens of na de maaltijd ingenomen.
Azilect® werkt 24 uur en mag éénmaal daags worden ingenomen. Het beste is om het medicijn ‘s morgens in te nemen. Eldepryl® moet meestal tweemaal daags worden ingenomen. Het beste is om het medicijn ’s morgens en ’s middags in te nemen.
Bijwerkingen Azilect® en Eldepryl® hebben weinig bijwerkingen, maar ze verschillen wel enigzins. Eldepryl® kan als bijwerking hoofdpijn, slaperigheid, een droge mond en duizeligheid geven. Ook slapeloosheid wordt gemeld, waardoor beter geen avondlijke inname kan gebeuren. Azilect® kan hoofdpijn, pijn aan de gewrichten, misselijkheid en een “grieperig” gevoel geven.
9
COMT-remmers Toedieningsvormen COMT-remmers worden onder de volgende stofnaam voorgeschreven (de merknaam staat telkens tussen haakjes):
entacapon (Comtan®) (Bijsluiter, klik hier) o Comtan® 200 mg
Combinatie van levodopa + carbidopa + entacapon (Stalevo®) (Bijsluiter, klik hier) o 50 mg levodopa + 12.5 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 50) o 100 mg levodopa + 25 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 100) o 150 mg levodopa + 37.5 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 150) o 200 mg levodopa + 50 mg carbidopa + 200 mg entacapon (Stalevo® 200)
tolcapon (Tasmar®) (Bijsluiter, klik hier) o Tasmar® 100 mg
Hoe werken COMT-remmers? COMT-remmers hebben geen anti-Parkinson effect. Het is een enzym dat de afbraak van levodopa in het bloed remt, waardoor er meer voor de hersenen beschikbaar blijft. Het versterkt en verlengt dus het effect van levodopa. Deze groep van medicatie wordt daardoor altijd met levodopa ingenomen. Tolcapon is een COMT-remmer, maar dit middel krijgt geen voorkeur, omwille van de toegenomen kans op ernstige leverproblemen. Comtan® kan ook in combinatie met levodopa en carbidopa in één tablet gegeven worden onder de naam Stalevo®. Wanneer krijgt u COMT-remmers voorgeschreven? COMT-remmers worden in een later gecompliceerd stadium van de ziekte voorgeschreven wanneer er sprake is van voorspelbare responsfluctuaties (wearing-off). Entacapon is de COMT-remmer van de eerste keus. Comtan® (entacapon) wordt voorgeschreven als u merkt dat een medicijn uitgewerkt raakt en u vóór de volgende geplande medicijn-inname een periode minder goed functioneert. Oplossingen voor deze verschijnselen zijn het vaker geven van medicatie (dus minder tijd tussen de verschillende innamen) of het toevoegen van een COMTremmer bij iedere inname van levodopapreparaten. Inname en tijdstip van inname COMT-remmers moeten steeds in dezelfde dosis en gelijktijdig met de levodopapreparaten worden ingenomen. Dit gebeurt natuurlijk automatisch wanneer u het combinatiepreparaat Stalevo® gebruikt. Een COMT-remmer zonder levodopapreparaat is niet zinvol omdat het geen effect zal hebben.
10
Bijwerkingen COMT-remmers op zich kunnen als bijwerkingen hebben: maag-en darmklachten (misselijkheid en diarree), overbeweeglijkheid, ee droge mond, wanen en hallucinaties. Deze bijwerkingen treden echter maar bij een beperkt aantal mensen op. Bovendien geeft het een oranje verkleuring van de urine, wat misschien vervelend is maar verder geen kwaad kan. In Stalevo® wordt gebruik gemaakt van carbidopa in plaats van het benserazide dat bij Prolopa® is toegevoegd. Op zich kan ook dit verantwoordelijk zijn voor niet verwachte darmklachten bij omschakeling van de combinatie Prolopa® + Comtan® naar Stalevo®.
Anticholinergica Toedieningsvormen Anticholinergica worden onder de volgende stofnamen voorgeschreven (de merknaam staat telkens tussen haakjes):
biperideen (Akineton®) (Bijsluiter, klik hier) o Akineton® 2 mg
trihexyfenidyl (Artane®) (Bijsluiter, klik hier) o Artane 2 mg o Artane 5 mg
Hoe werken anticholinergica? Naast dopamine zijn er nog andere stoffen die in de hersenen een rol spelen bij het soepel laten verlopen van de bewegingen. Één daarvan heet acetylcholine. Acetylcholine is een tegenhanger van de dopamine in de hersenen en de twee moeten met elkaar in evenwicht zijn. Afname van acetylcholine door anticholinergica versterkt het effect van dopamine op de beweeglijkheid van het lichaam. Acetylcholine is echter belangrijk voor de cognitieve functie van onze hersenen. Anticholinergica kunnen dus een verslechtering van het geheugen geven en verwarring veroorzaken. Hierdoor zijn deze middelen niet geschikt voor ouderen. Wanneer worden anticholinergica voorgeschreven? U krijgt anticholinergica voorgeschreven als u voornamelijk klachten heeft van tremor (beven) en bij voorkeur jonger bent dan 60 à 65 jaar. Inname en tijdstip van inname Anticholinergica neemt u, omwille van de bijwerkingen, best niet ’s avonds. Bijwerkingen Akineton® en Artane® kunnen bijwerkingen geven als concentratieverlies, geheugenverlies, verwardheid en hallucinaties. Uiteraard ook een droge mond, langzame voedselvertering, vertraagde stoelgang, moeilijke blaaslediging (prostaatklachten!) en glaucoom.
11
Is het toegelaten om medicatie te pletten en/of te delen? Niet alle medicatie mag geplet of gebroken worden. Medicatie met een breukstreep mag men delen. Voor het pletten van de medicatie kijkt men er best de bijsluiter op na. Film-omhulde tabletten mogen absoluut niet geplet worden omdat ze pas voorbij de maag mogen oplossen en pas dan vanuit de darm opgenomen worden in de bloedbaan. Ook medicatie met een vertraagde werking (‘retard’ tabletten) mag niet geplet worden, die moet immers zijn werkzame stof geleidelijk vrij geven. Wat het oplossen van medicatie betreft: de ‘dispersible’ kan men makkelijk oplossen in water (liever geen pompelmoessap) of laten smelten in de mond. Indien men kiest om dit op te lossen, kan men deze oplossing beter niet lang laten staan, oxidatie zorgt immers voor een donkere verkleuring.
OPGE(P)LET ! Medicijn
Afbeelding
Pletbaar
Deelbar
Medicijn
Inhoud pletbaar
Mag openen
Requip®
100/25 capsule Prolopa®
Pletbaar
Deelbaar
Prolopa
100/25 tablet Prolopa HBS®
NIET openen
2 mg tablet Requip modutab®
NIET pletbaar NIET deelbaar
4 mg tablet NIET pletbaar NIET deelbaar NIET pletbaar NIET deelbaar
NIET pletbaar NIET deelbaar
Eldepryl®
Pletbaar
NIET deelbaar
Pletbaar
NIET deelbaar
Pletbaar
NIET deelbaar
5 mg tablet NIET pletbaar NIET deelbaar
Azilect® 1 mg tablet
NIET pletbaar NIET deelbaar
Comtan ® 200 mg tablet
Pletbaar
Deelbaar
Tasmar ®
NIET pletbaar NIET deelbaar
100 mg tablet Pletbaar
Deelbaar
Pletbaar
NIET deelbaar
Pletbaar
NIET deelbaar
Tasmar ®
NIET pletbaar NIET deelbaar
200 mg tablet
0.25 mg tablet Requip®
Requip modutab® 8 mg tablet
0.7 mg tablet Requip®
NIET deelbaar
Inhoud niet pletbaar
0.18 mg tablet Mirapexin ®
Pletbaar
NIET pletbaar NIET deelbaar
200/50/200 tablet Mirapexin ®
Requip® Requip modutab®
150/37,5/200 tablet Stalevo ®
NIET deelbaar
Deelbaar
100/25/200 tablet Stalevo ®
Pletbaar
Bij voorkeur oplossen in water
50/12,5/200 tablet Stalevo ®
Deelbar
5 mg tablet
100/25 capsule Stalevo®
Pletbaar
2 mg tablet
200/50 tablet Prolopa dispersible®
Afbeelding
Akineton ®
Pletbaar
Deelbaar
Pletbaar
Deelbaar
2 mg tablet
1 mg tablet
Artane ® 2 mg tablet
Figuur 2: Medicatie
Gebruikte referenties: http://tendentz.eu/ & google images ©
12
Hulpmiddelen om uw medicatie niet te vergeten Stipte inname van medicatie is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Een medicijnalarm of pillendoos kunnen hier een uitkomst bieden. Ze zijn te vinden bij uw apotheek of thuiszorgwinkel. In overleg met de Vlaamse Parkinson Liga is er een pillendoosje ontwikkeld waar tot 7 alarmen per 24 uur kunnen worden ingesteld. Voor het bestellen kunt u terecht op de Vlaamse Parkinson Liga site: http://www.parkinsonliga.be/nl/pillendoosje_374.aspx
Figuur3: Pillendoosje (Vlaamse Parkinson Liga, 2013)
klik hier voor de handleiding
13
Praktische informatie
Er is sprake van een goed effect van de medicatie als u: o Uw dagelijkse handelingen kan volbrengen; o Uw werkzaamheden weer zelfstandig kan uitvoeren; o Uw hobby’s weer kunt uitoefenen; o Voldoende vertrouwen hebt in uw mobiliteit (bijvoorbeeld om ergens naar toe te lopen). Het kan niet steeds de bedoeling zijn om het allerlaatste symptoom van de aandoening helemaal te onderdrukken. Elke behandeling moet geëvalueerd worden volgens de individuele noodzaak en het eigen toekomstperspectief.
’s Morgens kan het tijdstip van inname belangrijk zijn: soms is het beter om na de medicatie-inname nog even te blijven liggen, het zal wat soepelheid en veiligheid garanderen bij het opstaan.
Zorg ervoor dat je altijd rustig en beheerst opstaat wanneer u last heeft van duizeligheid. Als u uit bed stapt, doe dit dan voorzichtig en ga eerst op de bedrand zitten.
De juiste medicatie: dosis en vorm Parkinsonmedicatie onderscheidt zich in manier van werken, maar ook in dosis en vorm. Omdat de behandeling regelmatig wordt aangepast, is het raadzaam om steeds grondig het recentste voorschrift van de arts te controleren. De apotheker heeft hierin een belangrijke superviserende rol. Het gebeurt ook wel dat patiënten nog medicatie hebben liggen van een voorgaand voorschrift wat het risico op verwisseling of verkeerd gebruik vergroot. Onderstaande voorbeelden illustreren dat één geneesmiddel veel verschillende vormen en dosissen kan hebben.
o o o o
Prolopa® 125 mg, harde capsules; Prolopa® HBS 125 mg harde capsules met verlengde afgifte; Prolopa® 125 mg dispergeerbare (oplosbare) tabletten; Prolopa® 250 mg tabletten;
o o o o o o o o
Requip® 0,25 mg filmomhulde tabletten; Requip® 0,5 mg filmomhulde tabletten; Requip® 1 mg filmomhulde tabletten; Requip® 2 mg filmomhulde tabletten; Requip® 5 mg filmomhulde tabletten; Requip-modutab® 2 mg tabletten met verlengde afgifte; Requip-modutab® 4 mg tabletten met verlengde afgifte; Requip-modutab® 8 mg tabletten met verlengde afgifte.
14
Een goede stoelgang is belangrijk. U kunt uw stoelgang bevorderen door laxerende en vezelrijke voedingsmiddelen te gebruiken in combinatie met voldoende drinken (minimaal 1,5 liter per dag). Voorbeelden van vezelrijke voeding zijn rode bieten, (gedroogde) pruimen, kiwi’s, uien, peulvruchten, spinazie en rabarber. Gebruik zoveel mogelijk grof volkoren bruinbrood. Ook lijnzaad bij het ontbijt kan helpen. Voor verdere voedingsadviezen kunt u overleggen met een diëtiste.
Eiwitrijke voeding kunt u best beperken in de loop van de dag bij het gebruik van levodopa. De eiwitten in de voeding, zoals eiwit uit melkproducten, vlees, vis en eieren worden via hetzelfde transportsysteem als levodopa opgenomen. Een overmatige eiwitinname op hetzelfde ogenblik zal de opname van levodopa in de dunne darm vertragen of zelfs belemmeren. Daarom wordt een eiwitrijke maaltijd best naar de avond verplaatst.
U kunt de kans op een blaasinfectie verminderen door voldoende vocht en veenbessensap (cranberrysap) te drinken, of cranberrycapsules zoals bijvoorbeeld urican® te gebruiken.
De ziekte van Parkinson kan de zin in seks doen afnemen. De behandeling van de aandoening kan daarentegen juist ongewenste hyperseksualiteit veroorzaken (dopamineagonisten).
Bepaalde medicijnen gaan niet goed samen met Parkinsonmedicatie. Overleg steeds met uw arts of apotheker indien u aanvullende medicatie wenst te nemen.
Vragen Wellicht zult u na het lezen van deze brochure nog allerlei vragen hebben. Bij vragen over uw medicatie kunt u contact opnemen met uw neuroloog of uw Parkinsonverpleegkundige. Parkinson referentie verpleegkundige Lamote Tania in het AZ Sint- Lucas Brugge kunt u bereiken op het nummer: 050 36 95 50 Om contact te hebben met onze neurologen kunt u terecht bij het secretariaat neurologie: 050 36 52 70
Figuur4: Small question mark man (Pixgood, 2015)
15
algemeen ziekenhuis sint-lucas vzw sint-lucaslaan 29, 8310 brugge › T 050 36 91 11 › F 050 37 01 27
[email protected] > www.stlucas.be Volg ons op sociale media www.facebook.com/AZ.Sint.Lucas.Brugge @StLucasBrugge AZ Sint Lucas Brugge