“ Aa andach ht voo or zing geving g: geen n luxee in tijden va an sch haarstte “ De Protestantse Zo orggroep Crabbehoff inn Dordrechtt wil zich in haar zorg‐ een dienstve erlening n richten op de zingeeving en zinbeleving vaan medewerkers en vrijwilligers, bbewoners en cliënten n, familie en n mantelzorrgers. De zinngevingsspe ecialist fung geert als traainer, ambassadeur, consuleent en onderzoeker van n ‘zingevinggsgericht we erken’. In dit jaarverslaag geeft hij d door een oveerzicht van zzijn werkzaaamheden inn 2014 ook inzicht in de e ontwikkelling van hett proces.
10‐4‐‐2015
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
Inhoudsopgave
Woord vooraf
2
Inleiding Het proces van zingevingsgericht werken (ZGW)
3
1. Scholing en training 1.1 Basisscholing en trainingsprogramma 1.2 De Themadagen Zingeving 1.3 De Training voor vrijwilligers 1.4 Trainingsdag ‘zingevingsgericht leidinggeven’ 2. Communicatie intern en extern 2.1 Werkoverleg 2.2 Interne communicatie 2.3 Externe contacten
5
11
3. Ethische reflectie 3.1 Euthanasiebeleid 3.2 Overleg en coaching artsengroep 3.3 Begeleiding zorgteams 3.4 Moreel beraad
14
17
22
23‐24
4. Studie en onderzoek 4.1 Masterstudie Zorg Ethiek en Beleid (ZEB) 4.2 Promotieonderzoek 4.3 Symposia en studiedagen 4.4 Publicaties 4.5 Overige onderzoeken Slotbeschouwing BIJLAGEN
1. Urenverantwoording 2. Overzicht deelname Themadagen
1
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
Woord vooraf In de eerste jaarverslagen als zingevingsspecialist (2011, 2012, 2013) lag de nadruk op de introductie en ontwikkeling van deze nieuwe functie binnen Protestantse Zorggroep Crabbehoff (PZC). Parallel daaraan kwam eveneens de ontwikkeling van het hele proces van zingevingsgericht werken in beeld. In 2014 heeft de in 2013 ingezette omslag van project naar integraal proces verder zijn beslag gekregen. Tegelijkertijd was 2014 een bewogen en intensief jaar vanwege de transitie in de zorg die ook aan onze organisatie niet ongemerkt voorbij is gegaan. Het heeft ook voor onrust gezorgd op het gebied van het zingevingsgericht werken. Uitspraken in dit verband waren bijvoorbeeld: “Ik heb geen tijd om met zingeving bezig te zijn!” “Het geld daarvoor kunnen we toch beter aan directe zorg besteden?” De titel van dit jaarverslag ‘Aandacht voor zingeving: geen luxe in tijden van schaarste’ benadrukt dat het juist nu belangrijk is om stil te staan bij wat we doen en wat ons beweegt. In de loop van dit verslag wordt hopelijk duidelijk op welke wijze wij dit bedoelen en invullen. Vanuit het proces van zingevingsgericht werken is het verslag dit jaar opgebouwd aan de hand van vier pijlers: scholing, communicatie, ethische reflectie en onderzoek. Met diverse collega’s werk ik intensief samen op diverse terreinen van dit proces, waaronder de afdeling opleiding, de beleidsmedewerker en de communicatie adviseur, de dienst geestelijke verzorging, de leidinggevende van het medisch team en mijn studie‐collega. In de loop van dit verslag passeren zij de revue. Zo geeft dit jaarverslag in de beschrijving van de diverse activiteiten rondom deze thema’s intern een verantwoording van mijn werkzaamheden, en extern een specificatie van mijn functie als zingevingsspecialist. Tevens komt op deze wijze de ontwikkeling van het proces van zingevingsgericht werken zowel impliciet als expliciet in beeld. In een inleidende paragraaf zal ik specifiek stilstaan bij de ontwikkelingen in het afgelopen jaar, waarin de omslag is bevestigd van project naar proces. Daarbij zal ik kort de bedoeling van de functie van ‘specialist zingeving’ schetsen. In de volgende paragrafen komen de vier genoemde thema’s aan bod, waarna ik in een slotbeschouwing evaluerend zal terugblikken op het proces in 2014. Als bijlagen zijn enkele documenten opgenomen die relevant zijn als achtergrondinformatie, daarnaast zijn er verwijzingen in de tekst opgenomen naar documenten die elders te raadplegen of op te vragen zijn. Nico van der Leer.
2
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
Inleiding: het proces van zingevingsgericht werken Het “zingevingsgericht werken” is als project in de loop van 2011 voortgekomen uit de bezinning in de jaren daarvoor op levenseindezorg en beleid rondom levensbeëindiging. Dit mondde uit in een nota onder de titel “Leven met Sterven” waarin de verbinding werd gelegd tussen het open gesprek over het naderende sterven en aandacht voor zingeving in het zorgproces als geheel.1 De bezinning op deze fundamentele vragen is ontstaan vanuit de motivatie van de Raad van Toezicht en het Management Team om de visie en missie van Crabbehoff op een eigentijdse wijze vorm te geven. En deze bezinning gaat nog altijd door, en uit zich in een bredere kijk op zorg en welzijn en daarmee het ontstaan van nieuwe initiatieven en projecten, zoals beschreven in het Maatschappelijk Jaarverslag.2 Uitgaande van de vragen ‘wat is zinvol?’ en ‘wat is goede zorg?’ wilden we met de introductie van het begrip ‘zingeving’ een verbinding maken met ‘zorg’ vanuit de inspiratie van het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Dit vormt de kern van het verhaal van Crabbehoff en tekent onze identiteit en waarden als een protestants‐christelijke zorginstelling. Zingevingsgericht werken (ZGW) betekent dat we in alle geledingen van onze instelling gericht willen zijn op de zingeving en zinbeleving van zowel bewoner als medewerker. Het doel is het verbeteren van de kwaliteit van de zorg door middel van het versterken van de zorgrelatie, dit komt tot uiting in het motto van Crabbehoff “waar mensen zorgen voor mensen”. Om de aandacht voor zingeving zowel inhoudelijk als praktisch binnen de organisatie gestalte te geven werd in de nota “Leven met Sterven” de functie van specialist zingeving geïntroduceerd. In de jaarverslagen uit 2011‐2013 is de ontwikkeling geschetst van de eerste profilering tot de verdere uitbouw van deze nieuwe functie.3 In de afgelopen jaren heeft het ZGW een breder draagvlak gekregen. De aanpak en het gedachtegoed krijgen steeds meer wortels en verbindingen binnen de organisatiecultuur. Het aantal medewerkers en vrijwilligers dat bekend raakt met de essentie van het programma groeit. Mensen van buiten de organisatie zoals samenwerkingspartners, andere zorgaanbieders en ook een zorgverzekeraar, koppelen de term zingevingsgericht werken steeds vaker aan Zorggroep Crabbehoff. Het begint een (ken)merk van onze organisatie te worden. Het is een boeiende ontwikkeling om bij betrokken te zijn, zoals ook naar voren komt bij de beschrijving van de vele activiteiten verderop in dit verslag.4 Hiermee is aangegeven dat we door willen gaan op de ingeslagen weg, maar ook zoeken naar verdere integratie in het hele organisatieproces en naar verdere verdieping in het 1
Auteurs: W. Huizing (Reliëf) en W. Tolenaars (PZC). De pdf van de Nota ‘Leven met Sterven’ (maart 2011) is op te vragen via
[email protected] 2 Te downloaden op http://www.zorggroepcrabbehoff.nl/content/zorggroep/verslaglegging/ 3 Te downloaden op http://www.zingevingsgerichtwerken.nl/content/team/ de functiebeschrijving is opgenomen in de bijlagen van het jaarverslag. 4 Voor de indeling qua activiteiten en uren zie BIJLAGE 1
3
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
zorgproces. Halverwege het verslagjaar 2014 is qua beleid de verschuiving van project naar proces bevestigd, met een eindrapportage en de opheffing van de regiegroep ZGW.5 De voortgang van het proces wordt nu behartigt binnen het thema MT dat per kwartaal bijeenkomt om te evalueren en lijnen uit te zetten. Naast het MT maken Wilma Tolenaars (beleidsmedewerker), Erica Roskam (hoofd opleiding) en Nico van der Leer (specialist zingeving) hiervan deel uit. Hierbij richten wij ons zowel op de beleidsmatige als op de inhoudelijke aspecten. Qua beleid gaat het om de inbedding van verkregen inzichten, werkwijzen en ontwikkelingen die voortkomen uit alle activiteiten op het gebied van scholing, communicatie, ethische reflectie en onderzoek. De planning op al deze terreinen zal vanaf 2015 worden samengenomen in een algeheel Jaarplan ZGW, waar dit Jaarverslag dan aan gekoppeld zal worden. Qua inhoud is er steeds weer het met elkaar sparren over betekenis en verbinding, over onze eigen inspiratie en persoonlijke ervaringen. We delen ook situaties uit de praktijk om te leren op welke manier zin en betekenis nu zichtbaar worden of juist weggedrukt raken in het proces van zorgen en regelen. Analoog aan de nieuwe indeling in dit jaarverslag rondom de vier pijlers van zingevingsgericht werken kom ik tot de volgende invulling van de functie van specialist zingeving, te onderscheiden in een viertal rollen: de rol van docent en trainer, verantwoordelijk voor de inhoud, deskundig op het gebied van zingeving en spiritualiteit. de rol van netwerker, intern en extern, als ambassadeur van zingevingsgericht werken. de rol van consulent, coachend en adviserend op het gebied van identiteit en ethiek, met name ten aanzien van zorg en beleid rondom het levenseinde. de rol van onderzoeker, die door theoretische studie en praktijkonderzoek werkt aan de wetenschappelijke onderbouwing van het zingevingsgericht werken. Door de combinatie van deze functie met die van geestelijk verzorger is er een directe lijn met bewoners en cliënten en versterken deze twee functies elkaar over en weer. Om zelf goed te kunnen blijven reflecteren op mijn werk en studie met bijbehorende rollen heb ik ook in 2014 collegiale ondersteuning ontvangen middels coach‐gesprekken met Wout Huizing, stafmedewerker van Reliëf. De jaarverslagen 2011, 2012, 2013 waren sterk functiegericht, in het jaarverslag 2014 ligt het accent meer expliciet op het proces van zingevingsgericht werken. Vanaf 2015 zal het jaarverslag gekoppeld worden aan het jaarplan zingevingsgericht werken.
5
Projecteindrapportage Zingevingsgericht werken, W. Tolenaars (sept. 2014)
4
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
1. Scholing en training De algehele scholing zingevingsgericht werken is in 2011‐2012 gestart met een intensief MD‐ programma van 4x2 dagen voor de eerste groep van 125 medewerkers, de zgn. ‘leidende coalitie’. Trainers waren de externe coach van In‐voor‐Zorg Jan van den Braak en specialist zingeving Nico van der Leer. Gedurende dit traject is de afdeling opleiding betrokken geraakt bij de verdere invulling waarna zij in de zomer van 2012 de opdracht kreeg om in samenwerking met de specialist zingeving de gehele scholing‐ en training ten behoeve van het traject zingevingsgericht werken op te zetten en uit te (laten) voeren. De scholingsgroep die verantwoordelijk is voor de algehele scholing en training en vergaderde ook in 2014 o.l.v. Erica Roskam (hoofd afd. opleidingen). Behalve Nico van der Leer (notulist) maken Marja Holleman (praktijkopleider en trainer), Jella Wehrmann (facilitaire dienst) en Lambèr v.d. Lugt (zorgmanager) deel uit van de scholingsgroep. Tussendoor hadden Nico van der Leer en Marja Holleman geregeld met elkaar contact over de invulling van het programma van de themadagen en was er tussendoor overleg met Erica Roskam over de voortgang van de scholingen. De belangrijkste uitkomst van de trainingen is ‘bewustwording’ : deelnemers geven aan anders te kijken, zich meer bewust te zijn van waar ze mee bezig zijn, en hoe ze bezig willen zijn. Het is de intentie om medewerkers tot reflectie te brengen op hun eigen zijn als persoon en hun eigen functioneren als professional. Zingevingsgericht werken is meer mensgericht dan taakgericht, het gaat om de verbinding tussen wie jij bent als persoon en wat jij doet als professional, in relatie tot een bewoner of cliënt die medemens is. Het motto van Crabbehoff verwoordt het heel compact ‘waar mensen zorgen voor mensen’. 1.1 Basisscholing en trainingsprogramma
Het streven is om nagenoeg alle medewerkers kennis te laten maken met de basisprincipes van het zingevingsgericht werken middels een vorm van scholing en training. De eerste 2 jaren (2012‐2013) lag de nadruk op medewerkers met een groot contract (+ 50%), en zijn er 9 groepen van 15 deelnemers geweest. In 2014 kwam het tempo van de scholing door de eind 2013 ingezette transitie wat lager te liggen en zijn er 4 groepen van 15 deelnemers gehouden. Daarnaast is er eind 2013 begonnen met (kortere) trainingen voor vrijwilligers, waarvan er eind 2014 in totaal 3 groepen van 15 deelnemers zijn geweest. Samen met de deelnemers aan het MD‐traject in Bergen aan Zee hebben per 31 december 2013 zo’n 35% van de 669 personeelsleden aan de basisscholing zingevingsgericht werken deelgenomen (245 pers.). De algehele dekkingsgraad kwam eind 2014 uit op ong. 45% van het personeelsbestand (315 pers.) en de verwachting is dat eind 2015 de dekkingsgraad ong. 55% is (370 pers.). 6 Voor 2015 staat er 1 groep op de planning voor medewerkers met een groot contract en 2 groepen voor medewerkers met een klein contract (‐ 50%). Daarnaast komen er weer 2 trainingen voor groepen vrijwilligers. Omdat er met gemengde groepen wordt gewerkt betekent dit dat de deelnemers afkomstig zijn uit alle geledingen van de organisatie (van primaire zorg t/m ondersteunende diensten). Wat daarbij opvalt is 6
Voor een overzicht zie de grafiek in BIJLAGE 2
5
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
dat de medewerkers van de afdeling Kleinschalig Wonen ondervertegenwoordigd zijn, evenals medewerkers Extramuraal en Facilitair. Dit kan deels verklaard worden uit het relatief grote aantal medewerkers met kleinere contracten. 1.2 Themadagen Zingeving Omdat het niet om een reguliere cursus gaat of training van bepaalde vaardigheden hebben we gekozen voor de benaming “Themadagen zingeving”. Het programma vormt een combinatie van uitleg, interactie, film, muziek, en praktijkvoorbeelden. De inhoud en de afwisseling van de onderdelen worden door de deelnemers op prijs gesteld. Het belang van deze themadagen is bewustwording, een persoonlijk proces. We laten de deelnemers stilstaan bij vragen als: wie ben ik, hoe sta ik in het leven, wat is mijn zingeving en hoe kijk ik naar mijn werk en naar de ander? De gedachte hierbij is dat het belangrijk is om vanuit je zelfbewustzijn je te kunnen richten op de ander (je bent zelf onderdeel van het werk) en te blijven leren over jezelf ook vanuit het contact met je collega’s en de bewoners (cyclisch proces). Daarom is het belangrijk dat leidinggevenden bewust aandacht schenken aan de persoon van de medewerkers, en hen niet alleen maar instrumenteel benaderen. Evenals bij de omgang met bewoners is dit een vorm van persoonlijk maatwerk en afstemming. De themadagen staan in het teken van “verbinding” : dag 1 Identiteit: verbinding‐met‐elkaar (2 dagdelen incl. lunch) dag 2 Spiritualiteit: verbinding‐met‐jezelf (3 dagdelen incl. lunch, muziekworkshop,7 diner) dag 3 Zingeving: verbinding‐met‐de‐ander (2 dagdelen, incl. lunch) In de periodes tussen dag 1 en 2 en tussen dag 2 en 3 is er een begeleidde intervisiebijeenkomst en oefenen de deelnemers tevens een paar keer het handgesprek. Als materiaal is er een speciale cursusmap samengesteld, met de diverse programma‐ bladen, het boekje “Zorgen doe je samen”8 en deel 1, 2 en 3 van onze eigen serie Zingevingsgericht werken “Wat is goede zorg” en “Hoe doen we dat samen” en “Jij maakt het verschil”. Naar aanleiding van de ervaringen per groep stellen we het dagprogramma bij en ook tijdens de dag zelf spelen we zoveel mogelijk in wat er in de groep gebeurt. Onze ervaringen met de groepen blijven positief, ook al vraagt de onrust rondom de transitie de nodige aandacht. De onzekerheid die dat oproept bij veel medewerkers benoemen we dan ook zodat er ruimte ontstaat voor gesprek. Aan de ene kant komt het hele zingevingsverhaal onder druk te staan door inkrimping in personeel en tijd, aan de andere kant is er juist dan behoefte aan reflectie en inspiratie. Het valt ons als trainers op dat er een enorme veerkracht is binnen de organisatie, en veel mensen een positieve uitstraling blijven behouden. De verdere ontwikkelingen roepen de vraag op hoe goede zorg te kunnen blijven geven, maar vormen ook de uitdaging om dit samen met familie en mantelzorgers op te 7
Via www.maxmusic.nl o.a. Black Gospel, Rap, Theater Sport en een Latin percussion workshop Inge van Nistelrooy, Zorgen doe je samen, over relaties in de zorg, uitg. Berne Media, Heeswijk‐Dinther, 2009, sinds eind 2013 gebruiken we de 2e druk die op ons verzoek is uitgebracht in een nieuwe lay‐out. 8
6
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
pakken. Wat in de verhalen van de deelnemers geregeld naar voren komt is de wisselwerking tussen zorg en zin, en die tussen bewoner en medewerker: “Als je voor een familielid van een mevrouw op de pg‐afdeling een luisterend oor kunt zijn voor het persoonlijke verdriet en als die dochter dan opgelucht weer weggaat, dan ben ik ook blij”. “Als je ziet hoe blij mensen zijn ’s morgens als je er weer bent, ‘dan kan je me lekker douchen’ dan voel ik die klik, over en weer, dat die mevrouw mij zo in vertrouwen neemt en dat ik zoveel voor haar beteken, daar doe ik het voor”. Deze voorbeelden illustreren de bedoeling van het hele zingevingstraject, namelijk het bewustzijn dat het in de zorg om zin en betekenis gaat, en dat daarbij de zingeving en zinbeleving van bewoner en medewerker op het spel staat. Dat maakt zorg als proces een boeiend fenomeen, met alle inspanning en moeite waarmee het ook gepaard gaat. Om hierbij bepaald te worden en stil te staan bij wat je beweegt, dat wordt als volgt onder woorden gebracht, door deelnemers na afloop van een van de dagen in 2014: “De rust die je nu hebt, om met elkaar uit te wisselen, tijdens het werk heb je er geen tijd voor, komt het er niet van”. “Goed om er met elkaar mee bezig te zijn, je kan het ook in je privé gebruiken”. “Ik vind het wel moeilijk om zo persoonlijk te worden, mijn hoofd is vol”. “Wat ik bijzonder vind is het vertrouwen naar elkaar toe, de diepgang, de verhalen.” “Ik vond het een fijne dag, veel om over na te denken, leerzaam, snel voorbij, wel pittig.” “Eerst dacht ik ‘moet dat nu?’ maar het was toch wel goed, het heeft met jezelf te maken.” “Het was een lange dag, ik moet er nog eens over door denken.” “Het waren drie bijzondere dagen, toch wel goed dat het kan, ondanks de hectiek, er was humor en er was diepgang.” 1.2 Themadagen voor vrijwilligers
De Vrijwilliger maakt het verschil! Onder dit motto zijn eind 2013 de themadagen zingeving voor vrijwilligers van start gegaan. Het gaat om een programma van twee ochtenden met aansluitend een feestelijke lunch. Na de eerste groep in 2013 zijn er in 2014 twee groepen geweest met ieder 16 deelnemers, en wordt ‘de cursus’ in 2015 opnieuw tweemaal georganiseerd. De vrijwilligers die mee hebben gedaan lieten blijken dat ze dit initiatief waarderen, dat zij ook betrokken worden bij het proces zingevingsgericht werken. Tevens blijkt het voor nieuwe vrijwilligers een mooie introductie te zijn van het werken bij PZC. Een kleine greep uit de reacties uit de groepen van 2014: “Fijn dat wij als vrijwilligers hierin meegenomen worden, vanuit de organisatie, dat ze ons de kans geven om dit mee te maken.”
7
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
“Als ik het aan mijn kinderen vertel, vinden ze het ook heel bijzonder dat jullie deze cursus geven.” “Het is een wisselwerking, zingeving, voor mezelf en voor de bewoner: alles is wederzijds.” “Ik heb er echt van genoten, van geleerd, over het ‘voor jezelf zorgen’.” “Je komt zo tot weer een heel ander inzicht, bij sommige onderwerpen, maar ook over jezelf.” “Het kwam soms wel erg dichtbij, maar het is soms ook nodig om daarover met elkaar in gesprek te gaan.” “Je voelt je op deze manier deel van een groter geheel.” Wat ons opviel was dat er een zelfde saamhorigheid op deze dagen ontstaat terwijl het feitelijk maar om tweemaal een ochtend gaat. Ondanks het beperkte programma is er een intensiteit van beleving en geldt voor vrijwilligers wat ook voor betaalde medewerkers steeds weer in het oog springt, dat het zinvol is om op deze manier elkaar te ontmoeten. Stil te staan bij wat je drijft om vrijwilligerswerk in de zorg te doen, en hoe mooi het is om niet alleen te geven maar ook te ontvangen. Zingeving werkt op die manier naar twee kanten. De mensen stellen het erg op prijs dat de organisatie hen op deze manier ook kennis laat maken met het zingevingsgericht werken en ervaren de ochtenden en de lunch daarna als een blijk van waardering en erbij horen. Diverse deelnemers hebben overigens al geïnformeerd naar een vervolg, maar dat staat vooralsnog niet op onze agenda. 1.3 Trainingsdag ‘zingevingsgericht leidinggeven’
Vanwege de positieve ervaringen met de trainingsdag in oktober 2013 is er in het najaar van 2014 opnieuw een dag gehouden voor leidinggevenden. In het dagelijks werk maar zeker ook in tijden van transitie komt er veel op de leidinggevenden af en is het goed om apart stil te staan bij de vragen en uitdagingen die dat met zich meebrengt. De samenstelling van de groep was enigszins gewijzigd t.o.v. 2013. Naast de zorgmanagers van de diverse afdelingen en locaties deden twee MT‐leden, een beleidsmedewerker van de divisie zorg en de managers van de medische dienst en van de zorgwinkel mee. De beide hoofden van de paramedische dienst waren deze keer verhinderd. Voor het programma werden er vanuit het thema‐MT van 16 juni de volgende punten aangedragen:
Hoe houd je de sfeer goed op de afdeling (in tijden van transitie) Hoe verbind je leidinggeven met zingeving (casus als voorbeeld?) Relatie zorgteams – behandelaars Proces bij de cliënt / contact familie ‘zingevingscoach’ op de afdeling
Vooral het eerste punt is uitvoerig besproken in het voorbereidingsgroepje waar ook een van de zorgmanagers deel van uit maakte. Dat de bezetting van personeel minder is op de afdeling geeft onrust binnen de teams en gaat ook niet aan de bewoners voorbij. Een punt van aandacht in dit verband is de communicatie tussen medewerkers, waarbij het niet altijd eenvoudig is om de balans tussen positivisme en negativisme te bewaren, vanwege de onzekerheid en de boosheid die dat met zich mee kan brengen. Daarbij komt dat er ook
8
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
vanuit familie klachten worden geuit over onvoldoende zorg en soms ook de negatieve sfeer die mensen ervaren. De vraag die dit oproept is, hoe houd je het vol als leidinggevende en welke rol spelen jouw persoonlijke waarden daarbij? Als je stilstaat bij waar je uit put voor jezelf, kun je je richten op de manier waarop je de situatie kan beïnvloeden en wat je daarvoor nodig hebt. We stellen vast dat het doel voor deze dag is: Geen klaagzang (‘niet klagen maar dragen’) maar met elkaar benoemen wat nodig is om met ZGW bezig te blijven, en de verbinding met elkaar niet verliezen, want die hebben we juist nodig om kracht te vinden en als we sterk zijn kunnen we samen het verschil maken. Zo komen we op de volgende ingrediënten: ‐belang om gehoord worden (idee: gesprek met de bestuurder aan het einde van de dag) ‐inspiratie met elkaar opdoen (afwisselend en aantrekkelijk programma) ‐elkaar versterken en bemoedigen (uitwisseling 2‐aan‐2) ‐tips en tools (de cirkel van kracht) Als voorbereiding werd aan de deelnemers gevraagd om enkele hoofdstukken te lezen uit het boek “Ik werk dus ik besta: 7 kenmerken voor zingeving in werk en leiderschap”9. In de presentatie op de dag zelf werd middels een onderwijsleergesprek o.a. stilgestaan bij het thema ‘de manager op het kruispunt van systeem en leefwereld’. De specifieke sandwich positie van een zorgmanager komt daarmee in beeld: aan de ene kant ondersteuner van de medewerkers, aan de andere kant uitvoerder van het beleid en budget‐verantwoordelijk. Hierbij werd de stelling geponeerd: ‘managers hebben grote invloed op het geluk en werkplezier van hun medewerkers’ . Op een afwisselend manier is het programma uitgewerkt, waarbij de opening bestond uit een moment van persoonlijke bezinning in de binnenkring. Dit werd als verfrissend ervaren, iets wat de dag in een ander licht zet, minder gericht op directe actie en meer op bewustwording. We lazen de tekst over anders leren kijken en hoe belangrijk dat is: “Als ik blijf kijken, zoals ik altijd heb gekeken Dan blijf ik denken, zoals ik altijd heb gedacht Als ik blijf denken, zoals ik altijd heb gedacht, Blijf ik geloven, zoals ik altijd heb geloofd. Als ik blijf geloven, zoals ik altijd heb geloofd, Blijf ik doen, zoals ik altijd heb gedaan. Als ik blijf doen, wat ik altijd heb gedaan, Blijft mij overkomen, wat mij altijd overkwam. Maar als ik mijn ogen sluit en voel mijn ware zelf van binnen Dan kom ik deze cirkel uit en kan ik steeds opnieuw beginnen.” 9
Nina Lazeron en Wim Galjee, uitg. Business Contact 2010
9
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
De cirkel van (kr)acht die tijdens het programma werd gepresenteerd gaf aanleiding tot verder gesprek over hoe dit bij ieder werkt. Als je jezelf als slachtoffer ziet van beslissingen van anderen / van het systeem, zul je ander gedrag vertonen dan wanneer je je richt op datgene wat je wel kunt beïnvloeden, nl. je eigen reactie op wat er gebeurt. Dit geldt voor medewerkers maar natuurlijk ook voor de leidinggevende zelf. Als hulpmiddelen om van de onderste cirkel naar de bovenste te gaan werden genoemd: vertrouwen in je eigen leidinggevende, hulp vragen aan je collega en inzicht in jezelf. De uitwisseling twee‐aan‐twee middels het handgesprek was voor deze gelegenheid specifiek gericht op het leidinggeven t.t.v. transitie, met als vragen: Waar ben jij krachtig in? (de duim) Hoe wil jij leiding geven? (wijsvinger) Wat hindert jou? (middelvinger) Waar wil je aan vasthouden? (ringvinger) Wat heb jij nodig om in je kracht te staan? (pink) Al met al was het een intensieve dag, met een grote betrokkenheid van alle deelnemers. De dag werd als ondersteunend ervaren, waarbij het eigen commitment werd bevestigd, en de onderlinge verbinding versterkt. De dag werd afgesloten in de binnenkring met een open gesprek met de bestuurder en een moment van evaluatie en afsluiting. De deelnemers ontvingen een exemplaar van het tijdschrift van Reliëf ‘Zin in Zorg’ van september 2014 over bezieling in de zorg. De conclusie van deze trainingsdag was dat dit belangrijk is om vast te houden, inspirerend en een rustpunt in onrustige tijden, waardevol om te delen met elkaar. Geopperd werd om ook voor de teamleiders zo’n dag te organiseren, dit is in het voorjaar van 2015 opgepakt.
2. Communicatie intern en extern 2.1 Werkoverleg
Een belangrijke pijler van het proces van ZGW is communicatie, zowel intern als extern. Naast de contacten met collega’s in de wandelgangen zijn er momenten van overleg met de bestuurder, de divisiemanagers zorg en behandeling en de de beleidsmedewerker en de communicatie adviseur. Evenals vorig jaar is er in 2014 een gesprek geweest met vertegenwoordigers van de OR om hen bij te praten over het proces ZGW. Daarnaast zijn er ook weer de nodige externe contacten en presentaties geweest. 2.2 Communicatie intern
In samenwerking met de collega’s Wilma Tolenaars (projectleider) en Andrea Maasdam (afd. communicatie) is er in 2014 weer op diverse wijzen aandacht besteed aan de thematiek van zingevingsgericht werken. Dit gebeurde o.a. via de website, stukjes in het personeelsblad de Crabbcocktail, en zgn. “Nootjes”, Loesje‐achtige posters met ludieke en prikkelende teksten zoals “even geen zin hebben, mag dat ook?” “als ik mezelf voorbij loop, glimlach ik altijd even” “sta eens stil bij wat je beweegt”. Daarnaast is vanuit het MT de slogan ‘samen maken wij het zinvolle verschil’ gelanceerd waarbij een appèl wordt gedaan op medewerkers om zich te midden van alle veranderingen positief in te –blijven‐ zetten. In het najaar van 2014
10
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
zijn daartoe inspiratie‐bijeenkomsten gehouden om als collega’s daarover in gesprek te gaan en stil te staan bij je persoonlijke keuze om verschil te willen en kunnen maken. Dit sloot aan op het 3e deeltje “Jij maakt het verschil” dat in het voorjaar is uitgebracht in de serie Zingevingsgericht werken, geproduceerd door het bureau Schenk Communicatie. In dit deel gaat het om verhalen en ervaringen van deelnemers aan de Themadagen. Het voorwoord is van de hand van Bianca van Bommel, de divisie‐manager zorg en er is een portret in opgenomen van Marja Holleman, de co‐trainer van de scholingen zingeving en werkzaam bij de afdeling opleidingen van Crabbehoff.10 Er is gezocht naar een goed moment om dit boekje uit te brengen, omdat in de eerste maanden van 2014 de transitie in volle gang was. Hoe komt het over bij collega’s die boventallig zijn verklaard, om dan een titel als ‘Jij maakt het verschil’ uitgereikt te krijgen? Besloten is om de dag van de verpleging 12 mei 2014 aan te grijpen om het boekje uit te delen. In de begeleidende brief werd dit door de bestuurder Johan Groen als volgt gemotiveerd: “We bevinden ons momenteel met Crabbehoff in een onrustige periode. De reorganisatie/transitie binnen onze instelling brengt veel spanning en onzekerheid met zich mee. We hebben ons dan ook afgevraagd, of dit het goede moment is om het boekje uit te brengen. Je kunt dit van twee kanten bekijken. Aan de ene kant kun je zeggen: hoezo zingeving, als er bezuinigingen moeten worden doorgevoerd en we van collega’s afscheid moeten nemen?! Aan de andere kant kun je zeggen: juist nu zingeving, want waar haal ik mijn kracht en inspiratie vandaan om onder deze druk mijn werk te kunnen blijven doen, of mijn eigen weg te moeten vinden.” Een ander vast onderdeel van de communicatielijn is de Projectenkrant die begin 2014 weer is uitgebracht in goede samenwerking tussen Andrea Maasdam en Schenk Communicatie. Dit maal is het een digitale versie geworden die op de website van Crabbehoff is gelanceerd tijdens de Nieuwjaarsreceptie op 6 januari.11 Het thema is dit keer geënt op de transitie naar scheiden wonen en zorg ‘Zorggroep in beweging, kansen in magere tijden’. Tal van nieuwe projecten passeren in deze uitgave de revue, waarbij zingevingsgericht werken nadrukkelijk wordt verbonden met aandacht voor kwetsbare mensen in de wijk. Titels van bijdragen zijn o.a. De barmhartige Samaritaan komt naar je toe, veranderend speelveld zorgaanbieders, zorgwinkel: stevige relatie met de wijk, sterrengastvrijheid, top‐3 zingevingsgericht werken. Eind 2014 is besloten om de Projectenkrant van januari 2015 op papier uit te brengen gevolgd door maandelijkse filmpjes op de website. De Projectenkrant is een mooi voorbeeld van een stuk communicatie dat niet alleen intern maar juist ook als extern middel wordt ingezet, zoals dat overigens ook geldt voor de boekjes in de serie Zingevingsgericht werken. In het najaar van 2014 is daarvan deel 4 uitgebracht “Samen zorgen voor zin” met interviews van vrijwilligers die de themadagen hebben gevolgd. Dit boekje met als ondertitel 10
“Zingevingsgericht werken: Jij maakt het verschil!” (deel 3), eindred. Nico van der Leer. De teksten van de boekjes is te downloaden op http://www.zingevingsgerichtwerken.nl/content/publicaties/ Gedrukte exemplaren zijn op te vragen via
[email protected] 11 www.zorggroepcrabbehoff.nl
11
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
‘vrijwilligers aan het woord’ wordt tevens gebruikt voor het werven van nieuwe vrijwilligers omdat het middels tekst en beeld laat zien hoe zinvol werk dit is. Tenslotte heeft in 2014 de roulerende foto‐expositie over zin binnen de zorgrelatie een vaste plek gekregen op de diverse locaties en afdelingen.12 2.3 Externe communicatie en contacten
De genoemde websites zijn voorbeelden van communicatie die zowel intern als extern werkzaam zijn. Een voorbeeld van specifieke externe communicatie voor wat betreft onze zorggroep als geheel is het Maatschappelijk jaarverslag. Op verzoek van Wilma Tolenaars heb ik dat vorig jaar doorgenomen om aan te geven op welke wijze onze aandacht voor zingeving hierin beter tot uitdrukking kan komen. Dit is deel van het proces om in al onze uitingen de verbinding met zingeving integraal gestalte te geven. Een aandachtspunt in dit verband zijn onze personeelsadvertenties. In het afgelopen jaar zijn er op diverse manieren externe contacten geweest in relatie tot het zingevingsgericht werken. Er waren diverse verzoeken om een presentatie te houden en te vertellen over de wijze waarop wij binnen onze Zorggroep bezig zijn met scholing en training. Daarnaast zijn er werkbezoeken gebracht aan andere instellingen en hebben wij partners uit ons externe netwerk ontvangen binnen Crabbehoff. In maart is een werkbezoek aan Crabbehoff gebracht door twee vertegenwoordigers van zorgverzekeraar VGZ waarin op een open en persoonlijke wijze gesproken is over het belang van aandacht voor zingeving in het zorgproces. De divisiemanager behandeling en revalidatie, de zorgmanager revalidatie en dagbehandeling en de specialist zingeving hebben hierbij kunnen vertellen over het proces van ZGW in het algemeen en zingeving in de Geriatrische Revalidatie Zorg (GRZ) in het bijzonder. Het werd over en weer ervaren als een inspirerende ontmoeting, die een vervolg zou moeten krijgen. Om daarbij ook te kunnen bespreken op welke wijze de aandacht voor zingeving gehonoreerd zou kunnen worden door de zorgverzekeraar. 13 Op het jaarlijkse Congres van Reliëf van 14 maart 2014 heb ik een workshop gegeven over zingevingsgericht werken en daarbij een presentatie gehouden over de wijze waarop wij in Crabbehoff aandacht besteden aan zingeving in de zorg. De boekjes uit onze serie en de hand‐out van de presentatie zijn daarbij uitgedeeld (60 pers.). Op de dag van de verpleging 12 mei 2014 heb ik een lezing gehouden over zingeving in de zorg op verzoek van mijn collega Anja Bruijkers van de Blije Borgh in Hendrik Ido Ambacht. Dit vormde tevens de afsluiting van het traject Mensgerichte zorg waarbij in twee jaar tijd alle medewerkers een training hebben ontvangen. Er zijn veel raakvlakken met ons scholings‐traject en het is boeiend om van elkaar te leren. In het najaar hebben we samen overleg gevoerd over het houden van een gezamenlijke externe presentatie voor collega’s uit het land (gepland voor februari 2015). 12 13
Voorbeelden op: http://www.zingevingsgerichtwerken.nl/content/foto‐expositie/201314‐de‐zorgrelatie/ De intentie is uitgesproken om dit gesprek t.z.t. te vervolgen.
12
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
Nieuw in 2014 was dat ik op meerdere plekken in een kerkelijke setting uitgenodigd ben om een presentatie te houden over de aandacht voor zingeving in de zorg bij Crabbehoff. In juni was dat op een inspiratie‐avond in de PKN wijkgemeente van Sterrenburg in Dordrecht. In oktober op een regionale bijeenkomst van het Confessioneel Beraad in Werkendam. In november bij het Bisdom Rotterdam, voor collega geestelijk verzorgers en in december op een thema‐avond van de Baptistengemeente Dordrecht. Het waren inspirerende bijeenkomsten met boeiende gesprekken. In juni is er een werkbezoek aan Crabbehoff gebracht door de bestuurder en geestelijk verzorger van een zorginstelling in Zaandam (Herv. St. Pennemes) die ons via Reliëf op het spoor waren gekomen. Zij hebben evenals wij de Barmhartige Samaritaan als logo van hun organisatie. Samen met onze bestuurder Johan Groen heb ik hen kunnen informeren over de wijze waarop wij onze visie en missie inhoud geven, en hoe zingeving daarbij onze leidraad is. In juli is er een werkbezoek aan Crabbehoff gebracht door een collega‐geestelijk verzorger uit een zorginstelling in Den Haag (WZH). Gesproken is over de wijze waarop de casuïstiek rondom levensbeëindiging wordt begeleid c.q. geregistreerd, en hoe er binnen de instelling aandacht is voor ethische reflectie middels moreel beraad en een commissie ethiek. In juli is er een ontmoeting geweest met externe onderzoekers John Luijten en Erik Gallé die onderzoek willen gaan doen naar bezielend leiderschap: hoe maakt een manager/bestuurder het verschil binnen een zorgorganisatie. Aanwezig hierbij waren onze bestuurder Johan Groen en mijn studie‐collega zorgmanager van de revalidatie Marco Sternal. Verderop in dit verslag kom ik hierop inhoudelijk nog terug. In augustus ben ik betrokken geweest bij een gesprek in Crabbehoff van de bestuurder en projectleider wijkgericht werken met twee bestuursleden van Stichting JOW! (www.jow‐nederland.nl) Jong met Oud Welzijnsinitiatief wil jongeren koppelen aan ouderen, met als doel het gevoel van eenzaamheid te verminderen en het gevoel van welzijn te verhogen. We hebben gebrainstormd hoe een initiatief als dit ingezet zou kunnen worden in de wijken waar wij als zorginstelling bij betrokken zijn, zoals Crabbehof en Dubbeldam. De eerste fase zou kunnen zijn om studenten in de Henri Polakhof voor een jaar te vestigen en een bijdrage te laten leveren aan het welzijn van de oudere bewoners. In november heb ik samen met Wilma Tolenaars op uitnodiging van Vilans meegedaan aan een dialoogsessie in Utrecht over aandacht voor Levensvragen. Vragen die aan de orde kwamen waren: wat speelt er in je organisatie nu? Waar krijgt het thema levensvragen een plek? Hoe denk je zelf na over dit thema? Er was minder gelegenheid dan verwacht om iets over ons proces in Crabbehoff te kunnen vertellen maar in de een‐op‐een gesprekken zijn er wel ervaringen uitgewisseld. En de boekjes over ZGW hebben we na afloop uitgedeeld. Het was een leerzame en inspirerende middag door de verhalen en ervaringen van anderen. Belangrijk punt wat naar voren kwam was dat je zingeving niet moet afdwingen als iets extra’s maar dat het een natuurlijk proces is, ingebed in het geheel. Het gaat erom dat het leven
13
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
van mensen de waarde krijgt die het toekomt. Tips voor de borging van de scholing: coaching, moreel beraad en met elkaar het leerproces op gang houden. In december heb ik samen met Erica Roskam, Marja Holleman een drietal werkbezoeken gebracht in het kader van de oriëntatie op inzet van vrijwilligers in de palliatieve zorg. Dit idee komt voort uit de themadagen waarin we van collega’s horen hoe weinig aandacht ze kunnen hebben voor terminale cliënten, m.n. tijdens avond‐ en nachtdiensten. We zouden dit als project willen koppelen aan de Innovatieprijs die begin 2014 werd toegekend aan de scholing zingevingsgericht werken. In het kader van de oriëntatie op dit werkveld zijn we op bezoek geweest bij de palliatieve unit de Rozenhof, de waakgroep in verpleeghuis de Sterrenlanden (Het Spectrum Dordrecht) en het Hospice Cadenza (Laurens, Rotterdam). In december is er op initiatief van Marjo Rotteveel specialist ouderengeneeskunde van Crabbehoff een moreel beraad gehouden in het Albert Schweizer Ziekenhuis in Dordrecht. Een uniek gebeuren, omdat het voor het eerst was dat er op dit niveau een gezamenlijke ethische bezinning werd gehouden. Als specialist zingeving was ik hierbij aanwezig, en tevens de teamleider van de afdeling NAH van Crabbehoff en twee collega’s van de paramedische dienst. Er waren zo’n 10 medewerkers van het ziekenhuis aanwezig en de leiding van het MB was in handen van de euthanasie‐ consultent/geestelijk verzorger van het ASZ. In de volgende paragraaf kom ik hier nog inhoudelijk op terug.
3. Ethische reflectie Naast scholing, communicatie en onderzoek is ethische reflectie een steeds belangrijker aandachtsveld geworden. Op dit terrein is er in de afgelopen twee jaar meer samenwerking ontstaan met de collega’s van de geestelijke verzorging. Dit komt niet alleen tot uiting in de contacten met de artsen en het meedenken over het euthanasiebeleid samen met het medisch team, maar ook in de begeleiding van zorgteams en het houden van moreel beraad op de afdeling. 3.1 Euthanasiebeleid en Casuïstiek
Zoals in de inleiding van dit jaarverslag is aangegeven, is het proces van zingevingsgericht werken destijds voortgekomen uit de bezinning binnen Crabbehoff t.a.v. zorg rondom overlijden en beleid rondom euthanasie. Het euthanasiebeleid zoals wij dat voorstaan is samen te vatten als ‘nee, tenzij’. Dit betekent dat er ruimte is voor elke vraag (een vraag kan nooit te vroeg komen, een uitvoering wel) maar evenzeer ruimte voor gewetensbezwaren (bij zorgmedewerkers en bij de artsen). De ervaring sindsdien is dat het omgaan met zorgen en wensen van bewoners ten aanzien van het levenseinde, tijd, aandacht en zorgvuldig overleg vraagt. Uit de casuïstiek blijkt dat het kunnen bespreken van zorgen en angsten daarbij voorop staat. Tevens dat heldere communicatie over wat medisch mogelijk is qua palliatieve zorg daarbij van belang is. De aansporing naar artsen hierbij is ‘heb het erover’ in plaats van ‘regel het’.
14
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
Als organisatie vinden wij het onze verantwoordelijkheid dat de zorgteams en het medisch team bij deze vragen worden ondersteund en begeleid. Dit is ook in 2014 gebeurd, in samenwerking met de collega’s van de dienst geestelijke verzorging. Als het gaat om de casuïstiek betreffende een stervenswens dan kwam dit voor zover bekend in het verpleeghuis in zo’n zeven situaties naar voren, en in het verzorgingshuis in twee situaties. In het verpleeghuis heeft dit in geen van de gevallen geleid tot een daadwerkelijk euthanasieverzoek, wel is er in het verzorgingshuis een euthanasie uitgevoerd door de betreffende huisarts van de bewoner. Als geestelijk verzorger op die locatie heb ik zowel voor als na die tijd een teamgesprek gehouden. In de andere situatie welke niet geleid heeft tot een daadwerkelijke uitvoering heb ik eenmalig een teamgesprek gehouden. De vragen in het verpleeghuis speelden deels op de revalidatie‐afdelingen maar ook op de NAH‐afdeling (m.n. bij MS‐patiënten). In een enkele situatie werd de vraag door de familie gesteld, waarna de arts met de bewoner in gesprek is gegaan. Meerdere keren betrof het een niet‐eenduidige signalering van de vraag, waarbij nadien werd geconstateerd dat de aandacht ervoor weer uit beeld was gegaan bij de betreffende cliënt. De status van de vragen verschilde daarmee en er is niet altijd sprake geweest van een heel proces incl. teambegeleiding. In de meeste situaties werd de geestelijk verzorger van de afdeling er door de arts bij betrokken en bij twijfel over wilsbekwaamheid en of de psychische gesteldheid werd de psycholoog geconsulteerd. De rol van de zingevingsspecialist is om als sparring‐ partner van de arts de regie van het proces te ondersteunen. Wat we leren uit de praktijk is dat het proces vooral de fasen betreft van het signaleren, melden en onderzoeken. En dat daarbij het stroomschema een handvat is, maar niet voor elke situatie in detail kan worden toegepast. Een goede communicatie onderling en afstemming tussen het zorgteam en het medisch team is daarbij van belang. 3.2 Moreel beraad en begeleiding zorgteams
Een moreel beraad is een vorm van ethische reflectie in teamverband, géén debat of discussie. Het doel is stilstaan bij een situatie uit de praktijk van de zorg, die vragen oproept. Bijvoorbeeld een meneer die niet door een zuster gewassen wil worden of een mevrouw die volgens de diëtiste onvoldoende eet en drinkt. Hoe ga je in zo’n situatie te werk? Volg je de regels, of onderzoek je wat er aan de hand is. Het gaat er in een moreel beraad niet om elkaar te overtuigen, maar juist te onderzoeken wat je eigen waarden en overtuigingen zijn. Je leert je oordeel uitstellen. Je denkt samen na over wat goed en zinvol is om te doen of te laten. Een moreel beraad kan gehouden worden als terugblik op een casus in het recente verleden (om ervan te leren), als voorbereiding op een actuele casus (hoe om te gaan met). Hiernaast is het ook mogelijk om een gefingeerde casus te gebruiken om bekend te raken met het gespreksmodel en de link te leggen met eigen casuïstiek.14
14
Een voorbeeld hiervan wordt beschreven in: “Wat is zinvol om te doen of te laten, moreel beraad als ethische reflectie op zingeving” te vinden op de website www.zingevingsgerichtwerken.nl\onderzoek
15
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
Door de collega’s van de dienst geestelijke verzorging is er in 2014 meerdere keren een moreel beraad begeleid, zowel op de revalidatie als op de woonafdeling. Zo ontstaat er bij zorgteams meer bekendheid en raken zij vertrouwd met ethische reflectie. Een bijzondere gebeurtenis was het gezamenlijk moreel beraad dat in december in het ASZ is gehouden op verzoek van een van onze artsen. De aanleiding was de situatie rondom een comapatiënt die vanuit ons verpleeghuis op de I.C. van het ziekenhuis was opgenomen geweest. Er bestond verschil van inzicht met de artsen van de IC over de wenselijkheid en noodzakelijkheid van behandelen. Tijdens de bijeenkomsten kwam dit ook tot uiting in de wijze waarop zinvolheid van behandeling wordt geïnterpreteerd. Bovendien speelde de wens van familie om ten allen tijde te blijven behandelen ook een belangrijke rol. Afgesproken is dat er in het vervolg overlegd zal worden voor er een verwijzing plaatsvindt. Een leerpunt hieruit is dat er betere afstemming en communicatie nodig is in de zorg rondom een en dezelfde patiënt en dat er verdere ethische reflectie wenselijk is tussen de diverse zorgprofessionals van beide instellingen. Wat de begeleiding van de zorgteams betreft zijn er in 2014 meerdere vormen van ondersteuning geweest n.a.v. ingrijpende situaties op de afdelingen, m.n. rondom palliatieve zorg, euthanasievragen en overlijden. Deels heb ik deze teamgesprekken geleid als specialist zingeving, maar soms ook mijn collega’s van de dienst geestelijke verzorging. Zij onderhouden ook het directe contact met de medewerkers van de betreffende zorgafdeling en leven mee met wat er speelt. De teamgesprekken ter ondersteuning van medewerkers worden als zinvol ervaren, maar in de praktijk blijkt het lastig om bijeenkomsten in te plannen. Soms is de opkomst heel hoog, maar vaak zijn er maar een aantal aanwezig. Wat de revalidatieafdeling betreft heeft collega Eline van der Giessen in 2014 geëxperimenteerd met een regelmatig informeel overleg tijdens het koffie‐moment in de ochtend op de afdeling. Haar ervaring is dat dit laagdrempelig is en kans biedt om met zorgcollega’s in gesprek te zijn over wat is goede zorg voor deze mevrouw of mijnheer. Collega’s uit de zorg kunnen hun verhaal even kwijt en de geestelijk verzorger kan inspelen op de actualiteit en zo kunnen er mini‐momenten van ethische reflectie ontstaan. 4.3 Overleg en coaching artsengroep
Met name rondom de casuïstiek waarbij euthanasiewensen een rol speelden heb ik diverse keren individueel overleg gehad met een van de artsen en/of verpleegkundig specialisten. Het is een vorm van advisering en coaching bij situaties die complex zijn en een beroep doen op de kundigheid van de arts maar ook op het inlevingsvermogen en emotionele weerbaarheid. Daarnaast hebben zij hun dagelijks contact en collegiale ondersteuning binnen het medisch team. Naast de vaste groep van drie specialisten ouderengeneeskunde (SO) fungeerde Philip Salden in 2014 als medisch manager. Samen met de twee verpleegkundig specialisten i.o. vormen zij het medisch team. Daarnaast werken een huisarts i.o. (HAIO) en een SO i.o. voor een aantal maanden mee, die ik in een kennismakingsgesprek nader informeer over onze visie op zingeving, ethiek en het euthanasiebeleid. Een belangrijk onderwerp in 2014 is het voortgaande overleg geweest over het zgn. stroomschema euthanasie, in samenspraak met de divisiemanager behandeling en
16
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
revalidatie en de medisch manager. Gesproken is met Wilma Tolenaars over het euthanasieprotocol en de invoeging van het stroomschema in PCK, maar ook de diverse bijeenkomsten zijn in deze gesprekken voorbereid. We hebben stilgestaan bij de actualiteit van de discussie rondom euthanasie en hulp bij zelfdoding. Daarnaast hebben we de diverse concepten van het stroomschema besproken. Dit is bedoeld om inzicht te geven in de wijze van communicatie en volgorde van handelingen vanaf het begin van een vraag tot en met een eventuele uitvoering.15 Er zijn in januari, februari en in mei bijeenkomsten geweest met het medisch team om over het stroomschema en de invulling en hantering ervan te overleggen. In juni is er een bijeenkomst gehouden samen met de zorgmanagers, de geestelijk verzorgers en het medisch team waarbij aan de hand van een casus gesproken is over deze thematiek. Afgesproken is toen om de verbinding te gaan leggen met de zorgteams op de afdelingen om hen te ondersteunen het gesprek te voeren met de cliënt / bewoner. Het zijn de zorgmedewerkers die in direct dagelijks contact staan en een vraag of wens van een cliënt/bewoner kunnen signaleren. Het is belangrijk dat zij zelf in staat zijn om hier aandacht aan te besteden, als een vorm van geestelijke zorg (spiritual care). Nico van der Leer (zingevingsspecialist) en Anne Mieke Ottevanger (verpleegkundig specialist i.o.) zijn dit in het najaar van 2014 gaan voorbereiden. De eerste bijeenkomst is in januari 2015 gehouden op de revalidatie.
4. Studie en onderzoek Naast het advies richting organisatie, de begeleiding en training van de medewerkers is het mijn opdracht studie te maken van zingeving door het doen van wetenschappelijk onderzoek. In 2012 ben ik begonnen met de master Zorg Ethiek en Beleid die ik in 2014 heb afgerond (4.1). Deze studie vormde de opstap voor mijn promotieonderzoek naar de relatie tussen zorg en zingeving (4.2). Daarnaast heb ik in 2014 deelgenomen aan diverse symposia en studiedagen rondom (spirituele) zorg en zingeving (4.3). In het kader van mijn werk en studie zijn er afgelopen jaar een aantal publicaties verschenen, die ik kort aanduid (4.4). Tenslotte sta ik in deze paragraaf stil bij andere onderzoeken, van collega’s binnen Crabbehoff en externe onderzoekers, diverse daarvan hebben ook een link met zingeving (4.5). 4.1 Masterstudie Zorg Ethiek en Beleid
Aan het begin van het verslagjaar heb ik aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht het vak “Zorg, ethiek en beleid in zorg‐ en welzijnsorganisaties” met een eindpaper afgerond.16 Intussen werkte ik samen met collega Marco Sternal (manager van de revalidatie) aan de opzet van onze gezamenlijke masterthesis. Het betreft een onderzoek naar de wijze waarop 15
Het stroomdiagram van het ASZ, zoals te vinden in het Jaarverslag van de euthanasieconsulent heeft als voorbeeld gediend voor ons ontwerp. 16 Het eindpaper met als titel “Heeft zorgen nog zin vandaag? Een kritische analyse vanuit bestuurskundig en zorg‐ethisch perspectief op de laatmoderniteitskritiek van de Leuvense filosoof Herman de Dijn.” is als pdf op te vragen via
[email protected]
17
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
‘zin’ ervaren wordt door zorggevers en zorgontvangers, met als werktitel: “Op zoek naar zin in de zorgrelatie”. Hierbij heb ik de theoretische voorstudie voor mijn rekening genomen en Marco Sternal het praktijkonderzoek. Het is een uitgebreide studie van 153 pagina’s geworden onder de titel : “Niet ik, niet u, maar wij doen ertoe. Een theoretisch en empirisch onderzoek naar zin in de zorgrelatie”. In de theoretische verkenning heb ik ervoor gekozen om voor de conceptualisering van ‘zingeving’ mij aan te sluiten bij de internationale consensus binnen de Spiritual Care beweging rondom het begrip ‘spirituality’. De belangrijkste thema’s die hierbij genoemd worden zijn: waarden en overtuigingen, sociale verbondenheid, doelen en idealen, betekenis en zin, transcendentie. Ten tweede heb ik mij verdiept in wat ‘zorgen’ is en hoe ‘zorg’ gedacht kan worden, vanuit filosofische concepten en zorg‐ethische inzichten. Dan gaat het om zorgen als een fundamentele bestaanscategorie (‘leven is zorgen’) en om zorg die zich beweegt in praktijken en zich richt op wat ervoor mensen toe doet. Vervolgens heb ik de verhouding tussen zorg en zingeving bestudeerd en daarmee Spiritual Care en Zorgethiek met elkaar in gesprek gebracht. Zo ben ik gekomen tot de schets van een theoretisch kader over ‘zorg en zin’, met behulp van het begrip spiritualiteit als zingevingsproces in de zorg. Voor zijn empirisch onderzoek heeft Marco Sternal in totaal zes interviews gehouden, met bewoners en zorgmedewerkers op de woonafdeling van het verpleeghuis. De elementen die daaruit als belangrijk naar voren kwamen zijn: ‘context’, ‘leren kennen’, ‘verbinding’, ‘ervaren van zin’ en ‘ertoe doen’. We hebben beiden veel tijd en inspanning geïnvesteerd in de productie van deze thesis, die we als afronding van onze studie eind augustus hebben ingeleverd. Op 10 oktober vierden we het behalen van onze mastertitel bij de buluitreiking in Utrecht, waarbij naast onze echtgenoten ook Johan Groen en Bea Notenboom aanwezig waren. 4.2 Promotie‐onderzoek
De laatste maanden van 2014 ben ik begonnen met na te gaan hoe ik het theoretisch deel van de masterthesis kan gebruiken voor mijn proefschrift. Ik heb me in samenspraak met Carlo Leget beziggehouden met een theoretisch model rondom spiritualiteit als proces van zingeving. Op de studiebijeenkomst van de commissie wetenschap van de VGVZ op 13 oktober 2014 in Utrecht heb ik een presentatie gehouden over mijn onderzoek. Als kennismaking met de internationale wereld van spirituele zorg heb ik een Spiritual Care conferentie in London bezocht (zie verderop). Daar heb ik o.a. Mark Cobb gesproken wiens model ik in mijn masterthesis verder heb uitgewerkt. Ik had daartoe het gedeelte over het theoretisch model in het Engels vertaald en uitgewerkt als concept artikel. Op grond hiervan heb ik in december een presentatie gemaakt om eind januari 2015 te houden voor de collega’s van de onderzoeksgroep aan de UvH. Het ligt in de bedoeling om in september 2015 te starten met het veldonderzoek. Het ontwerp daarvoor moet in het voorjaar geschreven worden. 4.3 Symposia en studie‐dagen
Op 27 maart 2014 heb ik een symposium bijgewoond in Ridderkerk bij zorginstelling de Riederborgh over ‘Zorg, Zingeving en Participatie’. Geestelijk verzorger Margriet Sprong
18
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
presenteerde daar het boek “Ouderen doen ertoe” als resultaat van haar onderzoek in samenwerking met de CHE in Ede17. Haar stelling is dat ouderen ten onrechte als maatschappelijk uitgerangeerd worden gezien maar dat zij een enorme potentie hebben als schatbewaarders en verhalenvertellers. Deze dag leverde naast het netwerken, nieuwe taal op om zingeving en zorg met elkaar te verbinden, met de wisselwerking in de zorgrelatie als belangrijk herkenningspunt. Op 17 oktober 2014 heb ik samen met mijn collega Eline van der Giessen de studiedag aan de KU in Leuven bijgewoond over ‘de spirituele dimensie in de zorg en in de opleiding tot verpleegkundige’. De hoofdlezingen werden verzorgd door pastoraal theoloog Anne Vandenhoeck en door huisarts en post‐doc onderzoeker Mieke Vermandere, die beiden een indringend pleidooi hielden voor de integratie van de spirituele dimensie in het zorgverleningsproces. Zij gebruikten daarbij het ABC van spirituele zorg zoals in Nederland door Agora geïntroduceerd namelijk: aandacht, begeleiding en crisisinterventie. Door alle zorgverleners kan er aandacht worden gegeven door bijvoorbeeld te vragen: wat houdt u in het bijzonder bezig op dit moment? Waar had u steun aan als u eerder in moeilijke situaties verkeerde (muziek, familie, levensbeschouwing etc.). Interessant was dat er vervolgens praktijkverhalen werden gehouden uit o.a. de ouderenzorg en de palliatieve zorg, waarin deze theorie wordt toegepast. Deze dag leverde tevens nieuwe netwerkcontacten op. Op 24 november 2014 was ik op uitnodiging van Carlo Leget in London voor de studieconferentie ‘Spiritual Care in palliative care: recent European research and future developments’. Indrukwekkend was om te zien hoe breed het belang van goede spirituele zorg binnen de palliatieve context wordt gedragen, interdisciplinair en internationaal. De onderzoekers zijn voor een groot deel verpleegkundigen en artsen, maar geestelijk verzorgers zien ook steeds meer het belang van gedegen wetenschappelijk onderzoek op dit terrein. Dit is niet alleen nodig om als beroepsgroep zich te profileren binnen de (palliatieve) zorg maar ook om tot verdieping van kennis en inzicht te komen en geestelijke zorg wetenschappelijk te onderbouwen. Het was een inspirerende en leerzame dag, waarbij zowel de opening als de afsluiting op een meditatieve wijze was opgezet. Daarmee kwamen de andere lezingen op een spirituele noemer te staan, wat ook naar voren kwam uit de wijze van presenteren van de onderzoekers. Er sprak een mate van bevlogenheid en bewogenheid uit die een bijzondere diepgang gaf aan de bestudeerde thema’s. De contacten in de wandelgangen versterkten dat op een persoonlijk niveau. Ik heb o.a. kennisgemaakt met Marie‐José Gijsberts, specialist ouderengeneeskunde uit Amsterdam die bezig is haar promotieonderzoek aan de VU af te ronden naar spirituele zorg voor verpleeghuisbewoners in de laatste levensfase. Zij was op haar beurt geïnteresseerd in de wijze waarop wij in Crabbehoff bezig zijn om zin en zorg met elkaar te verbinden. Op deze manier ontstaat er een geestverwantschap die de motivatie voor het eigen onderzoek verder versterkt. 17
M. Sprong‐Brouwer, Ouderen doen ertoe, hoe de oudere mens vanuit een (zorg)gemeenschap van betekenis kan zijn. Boekencentrum, 2014.
19
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def 4.4 Publicaties
Parallel aan het doen van onderzoek is publiceren een manier om eigen inzichten en ervaringen te delen met anderen. 18 Tegelijkertijd helpt het om voor jezelf te verantwoorden wat je doet, hoe het werkt en bovendien is het leerzaam om dingen op papier te zetten en daar ook weer feedback en verzoeken om informatie op te krijgen. Naast de eindredactie voor de boekjes deel 3 en 4 in de serie Zingevingsgericht werken betreft het de volgende publicaties in landelijke tijdschriften (artikel in TvZ samen met collega Marco Sternal): Geestelijk verzorger en specialist zingeving, ambassadeur van zingevingsgericht werken. Tijdschrift Geestelijke Verzorging (TGV) jrg. 17 maart 2014, pp. 21‐24 Zingeving na een CVA Tijdschrift voor verpleegkundig experts (TvZ) jrg. 124, juni 2014, pp. 58‐62 Professionele zorg is bezielde zorg Tijdschrift Zin in Zorg (Reliëf) jrg. 16, september 2014, pp. 10‐12 4.5. Overige onderzoeken
In overleg met mijn tweede promotor Ruard Ganzevoort (VU Amsterdam) heeft masterstudent Joëlle Buizert in 2014 onderzoek gedaan op de pg‐afdeling kleinschalig wonen in Crabbehoff. Zij heeft interviews gehouden met drie zorgprofessionals en met twee bewoners. Daarnaast heeft zij observaties gedaan ten aanzien van de zorgrelatie en zorginteracties op de afdeling. De intentie van dit onderzoek was om na te gaan op welke wijze zorgverleners en zorgontvangers op deze afdeling ‘zin’ en ‘betekenis’ ervaren. De titel van het onderzoek luidt: “Aandachtig zorgen, een verkennend onderzoek naar betekenisvolle zorg van professionele zorgverleners voor ouderen met dementie”. 19 Bepalende elementen die uit haar onderzoek naar voren kwamen zijn: ‘zin leven’, ‘kennen en gekend worden’, ‘contact’ en ‘inleving’. Het ligt in de bedoeling dat zij in de loop van 2015 aan het zorgteam van de afdeling de resultaten van haar onderzoek toelicht om te zien wat herkenbaar is en welke leerpunten het oplevert. De divisiemanager revalidatie en behandeling Bea Notenboom heeft in 2014 haar studie Master of Health Administration aan de Tilburg University afgerond met een onderzoek naar de voorbereiding op ontslag tijdens Geriatrische Revalidatie bij CVA‐patiënten. 20 Zij heeft in het ontwerp van een theoretisch model naast de motivatie van de cliënt en de verwachtingen van de mantelzorger expliciet plek gegeven aan ‘zingeving en ‘identiteit’. Als output spreekt zij daarbij niet alleen over ‘duurzaam ontslag’ en ‘veiligheid’ maar ook over
18
Interessant om te vermelden is dat collega‐geestelijk verzorger Eline van der Giessen samen met haar docent Veerle Draulans in 2014 een artikel heeft gepubliceerd over euthanasie bij wilsbekwame kinderen, n.a.v. haar masterscriptie Zorgethiek en beleid, in het internationaal toonaangevende vaktijdschrift Ethical Perspectives (21 no. 41, 479‐512). Aan te vragen via
[email protected] 19 De tekst van de masterscriptie is aan te vragen via
[email protected] 20 B.H.A. Notenboom, De zachte landing, stevig genoeg? Aan te vragen via
[email protected]
20
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
‘betekenisvol leven’. Een van de aanbevelingen van haar onderzoek is om het theoretisch model van deze studie te onderzoeken op toepasbaarheid in andere GRZ‐situaties. In juli is er een gesprek geweest tussen Johan Groen, Marco Sternal, Nico van der Leer en twee externe onderzoekers John Luijten en Erik Gallé. Zij hebben plannen voor een promotieonderzoek waarin zij willen nagaan op welke wijze bezielend leiderschap verschil maakt binnen een zorgorganisatie. Hun focus daarbij is gericht op de context van de cliënt, wat er in de interactie gebeurt en welke rol de waarden van de leidinggevenden daarbij spelen. Afgesproken is dat zij hun onderzoeksvoorstel uitwerken en dat we er daarna op terugkomen. In het voorjaar van 2015 is er inmiddels een positief principebesluit genomen. Er zijn in 2014 meerder onderzoeken opgezet en uitgevoerd resp. nog uit te voeren, door zowel externe als interne onderzoekers. Intern betreft het twee collega’s van de paramedische dienst (master geriatrische fysiotherapie), een collega van de medische dienst (opleiding verpleegkundig specialist), en een collega van de afdeling communicatie (master organisatie‐psychologie). Extern betreft het m.n. diverse groepen HBO‐studenten, die o.a. onderzoek doen naar cultuursensitiviteit bij medewerkers en langer thuis wonen van ouderen. HBO‐V studenten van Fontys Eindhoven hebben onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om zingeving op de GRZ te evalueren. Het resultaat van hun studie is een evaluatie‐instrument dat ingezet kan worden na ontslag, om samen met de cliënt de toegevoegde waarde te evalueren en tot procesverbetering te komen. In 2015 zal dit op de revalidatieafdeling worden geïmplementeerd. Tevens zal er een artikel over geschreven worden. Met deze (niet volledige) opsomming wordt zichtbaar hoe er binnen de PZC gewerkt wordt aan het verkrijgen van meer inzicht resp. verbetering van de zorg, inhoudelijk en praktisch. Interessant is om te zien dat veel van het onderzoek een link heeft met zingeving, waardoor het streven om het proces van zingevingsgericht werken wetenschappelijk te onderbouwen wordt versterkt. Dat betekent dat mijn promotieonderzoek naar de theorie van zingeving en spiritualiteit gekoppeld aan veldonderzoek naar de beleving van medewerkers en bewoners niet geïsoleerd plaatsvindt maar ingebed is in een klimaat van studie en onderzoek.
Slotbeschouwing Dit jaarverslag levert niet alleen een overzicht op van de vele activiteiten, maar ook inzicht in de ontwikkeling van het proces van zingevingsgericht werken. Het onderscheid in vier pijlers helpt om de activiteiten te ordenen maar ook de specifieke doelgerichtheid: de scholing is gericht op bewustwording, de communicatie op verbinding , de ethische reflectie op stimulans en het onderzoek op onderbouwing van het proces. Een kritische en belangrijke vraag die hierbij gesteld moet worden is wat de opbrengst is van deze aandacht voor zingeving. Met andere woorden: wat merken de bewoners ervan, en wat hebben de medewerkers er aan? Afgaande op de enthousiaste reacties van de meeste
21
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
deelnemers aan de themadagen zou je zeggen veel. Maar het is ook weer niet zo dat de bewoners gelijk roepen ‘wat is er met jou gebeurd? Jij bent zeker op de zingeving geweest?!’ Wel voelt een bewoner heel goed aan hoe een medewerker de kamer binnenkomt, of er echt contact gemaakt wordt of dat iemand alleen even ‘haar ding komt doen’. Aandacht zit vaak in kleine dingen, dat je opmerkt wat er nodig is. Zoals een bewoner het onder woorden bracht ‘Aandacht voor hoe het met je is, en niet alleen een praatje over het weer’. De vraag wat het resultaat is, is dus niet eenduidig te beantwoorden. Niet alleen omdat zoiets inhoudelijks als ‘kwaliteit’ en ‘betekenis’ moeilijk in statistieken is te vangen, maar ook omdat het heel persoonlijk en dus verschillend is hoe mensen hun situatie ervaren. Bovendien is een cultuuromslag een ingewikkeld fenomeen, dat niet direct is aan te sturen, maar afhankelijk is van meerdere factoren. Het beeld is daarom divers en fragmentarisch, positieve en negatieve ervaringen wisselen elkaar af. Op dit punt hebben we nog veel te leren en willen we ook verder onderzoek doen. Om beter te begrijpen wat er voor mensen op het spel staat, zowel voor bewoners en familie als voor medewerkers en de organisatie als geheel, onder het motto “Bewustwording is een moment, verandering een proces”. Dit proces zal altijd doorgaan, maar wij vinden het van belang om hier bewust mee bezig te zijn en ons te blijven afvragen hoe we te midden van kwetsbaarheid en schaarste aandacht kunnen blijven geven aan wat telt. Dat gebeurt doorgaans niet door te tellen, maar door te ver‐tellen. Luisteren naar wat mensen bezig houdt resp. beweegt is daarmee een belangrijke manier om de zin en betekenis van bewoners resp. medewerkers op het spoor te komen. Binnen kwalitatief onderzoek wordt dit wel de narratief‐hermeneutische benadering genoemd, omdat het om begrijpen gaat, leren verstaan wat deze situatie voor deze persoon betekent. Dit zijn ook zaken die in de scholingsgroep aan bod komen, naast het organiseren en evalueren van de activiteiten rondom scholing en training. Dit is tegelijkertijd een illustratie van de verwevenheid van zingeving en zorg: het is niet alleen een kwestie van regelen, want het raakt je ook. Dat is iets wat ik zelf het boeiende vind van deze functie en van dit werk, namelijk dat het je persoonlijk verrijkt en dat je je eigen ervaringen er niet buiten hoeft te houden. Het gaat juist in het werken in de zorg om de verbinding van mens tot mens, en daarmee is de betekenis ook gegeven. Want ‘zorgen is het aangaan van een betekenisvolle verbinding’.21 Daarom is aandacht voor zingeving geen luxe, omdat het behoort tot de essentie van zorg. De uitroep ‘ik heb helemaal geen tijd voor zingeving’ is een signaal van werkstress en daarmee een uitnodiging om in gesprek te komen over de zin van zorgen. Juist in tijden van schaarste mag deze essentie niet weggedrukt worden, in het belang van zowel zorgvragers als zorgverleners. 21
Aldus de titel van de oratie van Carlo Leget bij zijn aantreden als hoogleraar zorgethiek aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht (juni 2013). Hij is de eerste begeleider van mijn promotieonderzoek.
22
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
BIJLAGE 1 Urenverdeling en activiteiten 2014 (ter vergelijking de cijfers van 2013)
Over geheel 2014 is er sprake van een gem. tijdsbesteding van 20 uur voor zingeving (incl. studie‐uren, excl. eigen studietijd). Het deel scholing en training (incl. voorbereiding en organisatie) maakt hiervan het grootste deel uit. Aan bijscholing en studie is in 2014 extra veel (eigen) tijd besteed vanwege het afstudeeronderzoek voor de master Zorgethiek en Beleid. 2013 2014 2014 gem. p/wk administratie en overleg 16 % 20 % 4,0 uur voorlichting (in/extern) 8 % 10 % 2,0 uur bijscholing en studie 26 % 30 % 6,0 uur (+ 19,0 uur) PhD + ZEB ZEB + PhD scholing en training 39 % 33 % 6,5 uur MD/Themadagen Themadagen coaching (team/artsen) 10 % 7 % 1,5 uur
23
10 april 2015 [JAARVERSLAG 2014 SPECIALIST ZINGEVING PZC] vs def
BIJLAGE 2
Themadagen zingeving oktober 2012‐ september 2014
160 140 140 120 100 80 60
70
88 62
59 49
48 52
51
40 67 20
67
33
49
47
25 39 61 48
42 86
44 53
41
56
57
52 60
69
59 43 7
14
57
41
31
40
43 7
12
0
Percentages deelname medewerkers per afdeling Links: percentage deelgenomen Midden: bezetting per afdeling Rechts: percentage (nog) niet deelgenomen
24