Oprichtingsvergunning voor drie lijnopstellingen van elk 12 windturbines en een elektriciteitverdeelstation in de Zuidlob van de gemeente Zeewolde

MV 09/04 Zuidlob Wind B.V. i.o. p/a WEOM B.V. Stationsweg 46 Postbus 8139 6710 AC EDE Oprichtingsvergunning voor drie lijnopstellingen van elk 12 windturbines en een elektriciteitverdeelstation in de Zuidlob van de gemeente Zeewolde.

WET MILIEUBEHEER VERGUNNINGPROCEDURE ONTWERPBESLUIT GEMEENTE ZEEWOLDE

Kenmerk: MV 09/04 Verzonden: Naam aanvrager Zuidlob Wind B.V. i.o. Locatie van de inrichting: - één lijnopstelling parallel aan de Rassenbeektocht; - één lijnopstelling parallel aan de Winkeltocht; - één lijnopstelling langs de Nijkerkerweg; - een elektriciteitverdeelstation nabij de kruising WinkelwegNijkerkerkweg.

Datum aanvraag 9 juli 2009 Postcode

Kadastraal gemeente Zeewolde

Sectie nr.(s) divers

Postcode 6710 AC

Plaats EDE

en

Betreft een aanvraag voor: Oprichten en in werking hebben van 36 windturbines in drie lijnopstellingen met bijbehorend elektriciteitverdeelstation in de Zuidlob van de gemeente Zeewolde Postadres Zuidlob Wind B.V. p/a WEOM B.V. Postbus 8139

Conclusie: De door de inrichting mogelijk te veroorzaken nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden voorkomen, dan wel in voldoende mate worden beperkt.

2 Inhoud

1. Aanvraag ........................................................................................................... 3 2. Procedure........................................................................................................... 3 Rijkscoördinatieregeling........................................................................................... 3 Toetsing aanvraag door Gemeente Zeewolde .................................................. 4 Ontwerpbeschikking ................................................................................................ 4 Definitieve beschikking ............................................................................................ 5 In werking treden en onherroepelijk worden ....................................................... 5 3. Overwegingen met betrekking tot de aanvraag ....................................... 5 Ontvankelijkheid ....................................................................................................... 7 Aanvraag voor 8 typen windturbines.................................................................... 8 Toetsing....................................................................................................................... 9 Situering ...................................................................................................................... 9 Gevolgen ................................................................................................................. 10 4. Ingediende bedenkingen en adviezen ...................................................... 10 5. Overwegingen ................................................................................................ 10 Ecologie.................................................................................................................... 10 Veiligheid windturbines .......................................................................................... 11 Geluid van de windturbines; normering.............................................................. 11 Geluid van de windturbines; toets ....................................................................... 14 Slagschaduw van de windturbines...................................................................... 18 Vrijkomende afvalstoffen....................................................................................... 21 Elektriciteitverdeelstation....................................................................................... 21 Ongewone voorvallen ........................................................................................... 24 Overige voorschriften............................................................................................. 24 Andere wetten en verordeningen ....................................................................... 24 Conclusie.................................................................................................................. 24 6. Besluit ................................................................................................................ 25 Bijlage 1: voorschriften

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

3 WET MILIEUBEHEER ONTWERPBESLUIT Nummer: MV 09/04

1. Aanvraag Op 9 juli 2009 heeft Gemeente Zeewolde een aanvraag ontvangen voor een oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) van de Zuidlob Wind B.V. i.o., per adres WEOM B.V., Postbus 8139, 6710 AC te Ede, voor het oprichten en in werking hebben van een windturbinepark van 36 windturbines in drie lijnopstellingen met bijkomende werken, zoals een elektriciteitverdeelstation, in de Zuidlob van de gemeente Zeewolde. De windturbines hebben een ashoogte van minimaal 94 meter en maximaal 120 meter, de diameter van de wieken varieert van 90 tot 112 meter. De windturbines hebben een maximaal vermogen van ongeveer 3 MW. Het windturbinepark wordt in deze beschikking verder aangeduid als Windpark De Zuidlob. De Wm-vergunning wordt voor onbepaalde duur aangevraagd. De Zuidlob Wind B.V. i.o. bestaat uit een samenwerking tussen Windmolenvereniging de Zuidlob en N.V. NUON Duurzame Energie, en wordt verder in deze beschikking aangeduid als aanvrager. De aanvraag voldoet aan de wettelijke eisen zoals gesteld in hoofdstuk 5 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. De aanvraag is in behandeling genomen.

2. Procedure Rijkscoördinatieregeling Per 1 maart 2009 zijn artikel 9b, 9c en 9d van de Elektriciteitswet 1998 (Staatsblad 2008, 416) en het Uitvoeringsbesluit rijkscoördinatieregeling energieinfrastructuurprojecten (Staatsblad 2009, 73) in werking getreden. Daardoor zijn de procedures bedoeld in artikel 3.28 en artikel 3.35, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing op de besluitvorming voor Windpark De Zuidlob. De Minister van Economische Zaken is de aangewezen minister, in de zin van artikel 3.35 Wro, die daarbij de coördinatie van de besluitvorming op zich neemt. Op grond van het uitvoeringsbesluit is op dit besluit (genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, van het uitvoeringsbesluit) de Rijkscoördinatieregeling van toepassing. Op grond van artikel 3.31, derde lid en artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid van de Wro is dit besluit daarom voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht en de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid van de Wro.


4 De Minister van Economische Zaken heeft als aangewezen minister een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor Windpark De Zuidlob bevorderd. Onderhavig besluit is samen met het rijksinpassingsplan en enkele andere besluiten op aanvraag als volgt voorbereid: • op [datum] is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant. Kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan-huisbladen; • op [datum] is door de minister van Economische Zaken een ontwerp van het besluit gezonden aan Zuidlob Wind B.V. i.o.; • het ontwerp van het besluit heeft van [datum] tot en met [datum] ter inzage gelegen bij het ministerie van EZ en Gemeente Zeewolde; • er is een informatieavond georganiseerd op 10 september 2009, waarbij de mogelijkheid werd geboden mondeling zienswijzen naar voren te brengen. Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35 Wro worden dit besluit, het rijksinpassinsgplan en enkele andere besluiten die vereist zijn voor Windpark De Zuidlob, gelijktijdig door de Minister van Economische Zaken bekendgemaakt. Tevens doet de Minister van Economische Zaken daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aan-huisbladen en langs elektronische weg. Insprekers, grondeigenaren en beperkt gemachtigden op die gronden worden apart geïnformeerd. In een later stadium zullen nog enkele besluiten, die benodigd zijn voor Windpark De Zuidlob, gecoördineerd worden voorbereid met toepassing van artikel 3.31, derde lid en artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid van de Wro. Toetsing aanvraag door Gemeente Zeewolde Vanwege de Rijkscoördinatieregeling is Bureau Energieprojecten van het Ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk voor de procedure. Gemeente Zeewolde blijft bevoegd inhoudelijk te beslissen. Bij de totstandkoming van het besluit wordt in de procedure naast afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht ook hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer gevolgd. Ontwerpbeschikking De ontwerpbeschikking met kenmerk MV 09/04 met bijbehorende bescheiden liggen één dag na de datum van publicatie gedurende zes weken ter inzage. Zienswijzen over het ontwerp van het besluit kunnen worden ingediend bij: SenterNovem, Bureau Energieprojecten Inspraakpunt de Zuidlob Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG


5 Definitieve beschikking Na de eventueel binnengekomen adviezen en zienswijzen in overweging te hebben genomen, wordt de definitieve beschikking opgesteld. Deze wordt op dezelfde wijze als het ontwerp gepubliceerd, ter inzage gelegd en toegezonden aan de aanvrager, aan de betrokken andere bestuursorganen en indien van toepassing aan diegenen die zienswijzen ten aanzien van onderhavige beschikking hebben ingediend. Gedurende zes weken, met ingang van de dag na de dag waarop de beschikking ter inzage is gelegd, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te 's-Gravenhage door belanghebbenden. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijze over het ontwerp van dit besluit naar voren heeft gebracht. In werking treden en onherroepelijk worden In verband met de gevraagde vergunning is tevens een bouwvergunning nodig. De milieuvergunning treedt in werking als de bouwvergunning is verleend, hetgeen door de coördinatieregeling gewaarborgd wordt. Het definitieve besluit treedt, wanneer geen beroep is ingesteld, na de beroepstermijn van 6 weken in werking en wordt tevens onherroepelijk (rechtens onaantastbaar). Is er beroep ingesteld en binnen 6 weken om een voorlopige voorziening verzocht, dan treedt de vergunning niet eerder in werking dan op het tijdstip waarop de rechter op het verzoek heeft beslist; wanneer de rechter bij de beslissing op het verzoek om voorlopige voorziening het besluit schorst, treedt de vergunning niet eerder in werking dan op het tijdstip waarop op het beroep wordt beslist. De aanvrager verzoekt op grond van artikel 8.18 tweede lid van de Wet milieubeheer om een verlenging van de termijn waarin de inrichting moet zijn voltooid en in werking moet zijn gebracht. Op basis van de in de aanvraag genoemde argumenten wordt vastgesteld dat de inrichting binnen 5 jaar na onherroepelijk worden van onderhavige vergunning, in werking moet zijn. Indien de inrichting na deze termijn nog niet (volledig volgens aanvraag) in werking is, vervalt de vergunning.

3. Overwegingen met betrekking tot de aanvraag De activiteiten vallen onder categorie 20 uit bijlage 1 van het Inrichtingenen vergunningbesluit milieubeheer. De inrichting is geen gpbv-installatie zoals bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer en valt derhalve onder de werking van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (verder 'Activiteitenbesluit' genoemd). De activiteiten in de inrichting worden genoemd in bijlage 1 onder d van het Activiteitenbesluit (er geldt voor Windpark De Zuidlob een merbeoordelingsplicht). Dit betekent conform artikel 1.2 juncto artikel 1.5 en --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

6 bijlage 1 onder d van het Activiteitenbesluit dat de inrichting wordt ingedeeld als type C; de inrichting is vergunningplichtig. Naast de regels in deze vergunning dient de inrichting ook te voldoen aan, voor zover relevant, de regels zoals gesteld in hoofdstukken 1, 3, 6 en bepaalde afdelingen van hoofdstuk 2 van het Activiteitenbesluit. De exacte reikwijdte is te lezen in artikel 1.4 van het Activiteitenbesluit. Vanwege de organisatorische, de functionele en de technische binding tussen de drie lijnopstellingen en het elektriciteitverdeelstation wordt het geheel gezien als één inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. In categorie 22.2 van onderdeel D van de bijlage behorende bij het Besluit milieu-effectrapportage 1994 wordt als activiteit waarvoor een merbeoordelingsplicht geldt, zoals bedoeld in artikel 7.4 eerste lid, aangewezen: de oprichting, wijziging of uitbreiding van één of meer met elkaar samenhangende installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie, in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een gezamenlijk vermogen van 15 megawatt (elektrisch) of meer, of 10 windturbines of meer. Als besluiten ten aanzien waarvan de mer-beoordelingsplicht geldt, worden in categorie 22.2 aangewezen: de vaststelling van een ruimtelijk plan dat als eerste in de mogelijke oprichting, wijziging of uitbreiding voorziet, dan wel, bij het ontbreken daarvan, de besluiten waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing zijn. Het doel van een milieu-effectrapportage is om het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming te geven. Als er geen sprake is van belangrijke nadelige milieueffecten met betrekking tot lokaal aanwezige bijzondere omstandigheden, kan worden afgezien van een milieueffectrapportage. Wanneer blijkt dat de aangevraagde activiteit nadelige milieueffecten tot gevolg heeft, kan besloten worden dat een milieueffectrapportage opgesteld dient te worden. Op 10 maart 2006 hebben de initiatiefnemers van Windpark De Zuidlob een aanmeldingsnotitie voor het projectMER ingediend. Gemeente Zeewolde heeft de aanmeldingsnotitie beoordeeld, waarbij is gekeken naar de wettelijke normen, regels en het milieu- en ruimtelijke ordeningsbeleid. Ten behoeve van de overweging zijn diverse onderzoeken uitgevoerd, waaronder een natuurwaardenonderzoek. Op 11 april 2006 heeft Gemeente Zeewolde besloten dat geen projectMER behoeft te worden uitgevoerd. Dit op basis van de volgende eindconclusie. In en rondom de Zuidlob zijn bijzondere omstandigheden aanwezig. In relatie tot het voorgenomen initiatief tot oprichting van 36 windturbines ontstaan er echter geen grote nadelige milieueffecten, waardoor sprake zou zijn van een MER-plichtig initiatief. Op basis van de aanmeldingsnotitie en de uitgevoerde onderzoeken op het gebied van natuur en archeologie kunnen wij in voldoende mate conclude--------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

7 ren dat de aanwezige bijzondere omstandigheden niet leiden tot zodanige nadelige milieugevolgen dat het opstellen van een MER noodzakelijk is. In het kader van de ruimtelijke procedure (het rijksinpassingsplan) is door de Rijksoverheid een planMER opgesteld, waaraan qua inhoud op hoofdlijnen gelijke eisen worden gesteld als aan een projectMER en waarin de milieueffecten gedegen zijn beschouwd. Ontvankelijkheid De aanvraag is op 9 juli 2009 ontvangen en bestaat uit: - een notitie 'aanvraag vergunning Wet milieubeheer' ter vervanging van het standaard aanvraagformulier; - een tekening van de geografische ligging van de windturbines plus elektriciteitverdeelstation; - een kennisgeving van het Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde dat een milieu-effectrapport niet opgesteld hoeft te worden; - brochures en tekeningen van de 8 verschillende typen windturbines; - een akoestisch rapport van Raadgevende ingenieurs Lichtveld Buis & Partners dd. 8 juli 2009 met kenmerk R068232AcA0.dv; - een rapport van het onderzoek naar het optreden van slagschaduwhinder opgesteld in juli 2009 door Izzy Projects te Nijmegen, getiteld 'Slagschaduwrapportage Windpark De Zuidlob'; - een technische specificatie van het verdeelstation van de opgewekte elektriciteit. Op 3 augustus 2009 zijn aanvullingen ontvangen; deze bestaan uit: - een brief van Raadgevende ingenieurs Lichtveld Buis & Partners dd. 9 juli 2009 met kenmerk B068232acA0.dv (als aanvulling op het geluidrapport van Raadgevende ingenieurs Lichtveld Buis & Partners dd. 8 juli 2009 met kenmerk R068232AcA0.dv) betreft een aanpassing in de ashoogte van de Vetas V112; - een lijst met deelnemers en de bijbehorende 75 verklaringen, waaruit blijkt dat de betreffende personen mede-aanvrager zijn van de milieuvergunning; - geluidreducerende maatregelen van de Acciona AW3000; - berekeningen van opbrengstverliezen van de windturbine Acciona AW3000; - hernieuwde technische specificatie van het elektriciteitverdeelstation. Op 21 augustus 2009 zijn onder begeleidende brief dd. 14 augustus 2009 twee aanvullingen op de aanvraag ontvangen: - een brief van Raadgevende ingenieurs Lichtveld Buis & Partners dd. 7 augustus 2009 met kenmerk b068232aca1.dv, betreft een berekening van een stilstandvoorziening voor het windturbinetype REpower 3.XM; - een memo van de aanvrager dd. 14 augustus 2009 betreft een berekening van de opbrengstverliezen voor het windturbinetype REpower 3.XM en waarin wordt verzocht de WNC-36 als norm te hanteren voor stiltegebied het Horsterwold. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

8

Ondanks dat delen van de aanvraag in het Engels en in het Spaans zijn ingediend, geven de aanvraag en de aanvullingen daarop voldoende inzicht in de activiteiten van de inrichting en de mogelijke gevolgen daarvan voor het milieu. De aanvraag is ontvankelijk. Verder wordt onder andere de inhoud van de volgende stukken meegewogen bij de besluitvorming: - het akoestisch onderzoek naar het referentieniveau van Stroop Raadgevende Ingenieurs B.V. dd. 29 mei 2009, rapportnummer 083323-00. Aanvraag voor 8 typen windturbines De vooronderzoeken zijn uitgevoerd op basis van het type Vestas V90 met een ashoogte van 105 meter en een rotordiameter van 90 meter. Dit type windturbine produceert relatief veel geluid. Bij nader inzicht zijn er andere typen windturbines (in ontwikkeling), die eveneens in aanmerking komen voor plaatsing. Het aanbestedingstraject voor de verschillende typen windturbines wordt pas doorlopen nadat de vergunningen zijn verleend. De aanvrager heeft gemotiveerd 8 verschillende typen windturbines in de aanvraag opgenomen. Door middel van een aanbestedingstraject en nadat vorderingen in de ontwikkelingen van de windturbines hebben geleid tot meer inzicht in de prestaties van de turbines, zal gekozen worden voor één type windturbine. Er worden dus 36 windturbines geplaatst van hetzelfde type. In onderstaande tabel zijn de ashoogte en de rotordiameter van de verschillende typen weergegeven. Tabel 1 : de 8 verschillende typen windturbines die mogelijk geplaatst worden. Merk Type Vermogen Ashoogte Rotordiameter (MW) (m) vanaf (m) bovenkant fundering Vestas V90 3 105 90 Vestas V112 3 119 112 Vestas V112 3 94 112 REpower 3.XM 3,3 98 104 Acciona AW 3000 3 120 109 Ecotecnia ECO 100 3 100 100 GE Energy GE 2.5xl 2,5 100 100 Siemens SWT 2,3-93 2,3 99,5 93 Bij besluit van 5 juli 2005 heeft Gemeente Houten in een vergelijkbare situatie een bandbreedte vergund in ashoogte, rotordiameter en de bijbehorende milieugevolgen. Bij het vergunnen van de geluidruimte is uitgegaan van de geluidbelasting van de grootste windturbine. Tegen dit besluit is beroep aangetekend. Naar het oordeel van de Raad van State (zie uitspraak van 21 juni 2006 met zaaknummer 200506899/1) geeft het louter berekenen van de geluidbelasting van de grootst mogelijke windturbine onvoldoende in--------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

9 zicht in de geluidbelasting die de verschillende typen windturbine - die vergunninghoudster binnen de aangevraagde marges kan realiseren - met zich meebrengen. Gemeente Zeewolde heeft gemeend voor elk type windturbine de specifieke milieueffecten te moeten kennen. In de aanvraag zijn per type windturbine de milieugevolgen in kaart gebracht. Bij de beslissing op de aanvraag wordt elk type windturbine, met name voor het aspect geluid, apart overwogen. Indien nodig worden per type windturbine voorschriften opgesteld.

Toetsing Bij de beslissing op de aanvraag is uitgegaan van de bepalingen in de artikelen 8.8, 8.9 en 8.10 van de Wet milieubeheer. Voor zover het voorkomen van nadelige gevolgen voor het milieu niet mogelijk is, zijn voorschriften opgesteld die de grootst mogelijke bescherming bieden met behulp van de best beschikbare technieken (BBT). Situering De Zuidlob is gelegen in het zuidelijk buitengebied van de gemeente Zeewolde. De windturbines worden in drie lijnopstellingen van elk 12 windturbines geplaatst op de landbouwgronden nabij de agrarische bedrijven van de initiatiefnemers. Op twee adressen na hebben alle bewoners van het gebied de Zuidlob als initiatiefnemer de aanvraag voor de milieuvergunning ondertekend. Woningen binnen de Zuidlob, behalve de woningen Nekkeveldweg 37 en Schillinkweg 9, worden beschouwd als bedrijfswoningen. In de omgeving van de Zuidlob, dus buiten de begrenzingen van de Gooiseweg, de Nijkerkerweg, de Slingerweg en de Eemmeerdijk, zijn eveneens agrarische bedrijven met woonhuizen gelegen. Hieronder volgt een overzicht van de woningen van derden die binnen de invloedsfeer van Windpark De Zuidlob liggen. Hierbij wordt opgemerkt dat in de aanvraag een foutief huisnummer is opgenomen: waar in de aanvraag Adelaarsweg 3 is weergegeven, wordt Adelaarsweg 5 bedoeld. Nekkeveldweg 37 Schillinkweg 9 Erkemederpad 10 Erkemederpad 5 Adelaarsweg 1 Adelaarsweg 5 Tureluurweg 5 Tureluurweg 1 Tureluurweg 58 Bosruiterweg 33 Bosruiterweg 30 Rassenbeekweg 26

Zeewolde Zeewolde Zeewolde Zeewolde Zeewolde Zeewolde Zeewolde Zeewolde Almere Zeewolde Zeewolde Zeewolde


10 Recreatiepark De Eemhof en Naturistenpark Flevonatuur liggen ten zuiden van Windpark De Zuidlob. Ten oosten van Windpark De Zuidlob is het Horsterwold gelegen, dat in de Provinciale Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland aangemerkt is als stiltegebied. Het plangebied is in de Verordening eveneens aangemerkt als grondwaterbeschermingsgebied. Het Hulkestijnse Bos en Horsterveld maken onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur. Het plangebied ligt in nabijheid van de Natura 2000-gebieden 'Wolderwijd & Nuldernauw', 'Arkenheem' en 'Eemmeer en Gooimeer Zuidoever'. Het elektriciteitverdeelstation wordt geplaatst ten westen van de Nijkerkerweg, nabij de kruising met de Winkelweg, en ten oosten van de windturbine nummer 9 van de lijnopstelling Nijkerkerkweg. Gevolgen De hierna genoemde potentiële nadelige gevolgen van de aangevraagde activiteiten zijn bij de overwegingen betrokken: Ecologie Veiligheid windturbines Geluid van de windturbines Slagschaduw van de windturbines Vrijkomende afvalstoffen Elektriciteitverdeelstation

4. Ingediende bedenkingen en adviezen P.M.

5. Overwegingen Ecologie Eventuele nadelige gevolgen van Windpark De Zuidlob op de beschermde gebieden worden in het kader van de planologische regelgeving uitgebreid beschouwd. In dit kader is daarbij onderzoek verricht naar de gevolgen van de plaatsing van de windturbines voor onder meer vogels en vleermuizen en voor de gebieden met betrekking tot de (Provinciale) ecologische hoofdstructuur. Bij de planvorming wordt getoetst aan de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet. Daarom zijn in deze vergunning geen voorschriften voor dit aspect opgenomen. Gevolgen voor de ecologie zijn --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

11 verwoord in het planMER en de achterliggende onderzoeken die zijn opgenomen in de bijlagen van het planMER. Veiligheid windturbines Zoals in de aanvraag is aangegeven zullen de windturbines voldoen aan de vereiste veiligheidscertificering, zoals de IEC norm 61400 of diens eventuele rechtsopvolgende norm. Doel van de certificatie is dat de windturbines geen gevaar veroorzaken voor de directe omgeving, zoals in de Wet milieubeheer is gedefinieerd. Indien een windturbine gecertificeerd is, mag aangenomen worden dat deze veilig is. Certificering wordt gewaarborgd in de voorschriften. Geluid van de windturbines; normering De geluidemissie van een windturbine en het geluidniveau van de achtergrond zijn afhankelijk van de windsnelheid. Daarom wordt voor de windturbines een andere geluidnorm aangehouden dan gebruikelijk voor bijvoorbeeld agrarische inrichtingen. Aangezien windturbines alleen in bedrijf zijn onder condities waarbij de omgeving eveneens een rumoerig karakter heeft, dient dit ook in de wijze van beoordelen van geluid door windturbines tot uiting te komen. Dit betekent dat bij hogere windsnelheden, hogere geluidsniveaus acceptabel zijn. In het Activiteitenbesluit wordt de relatie tussen windsnelheid en het nog acceptabele geluidniveau door de windturbines gegeven in de standaard windnormcurve (WNC). In het Activiteitenbesluit wordt de zogenaamde WNC-40 als norm aangegeven. Deze WNC40-curve gaat uit van een standaardnormering van 40 dB(A) in de nachtperiode. Het verband tussen windsnelheid en toelaatbare geluidsproductie volgens de WNC-40 is af te lezen uit de volgende grafiek. Grafiek 1: de WNC-40 uit het Activiteitenbesluit

Grafiek 1 Windnormcurce (WNC)


12 Als voorschrift is in het Activiteitenbesluit opgenomen: 'Indien voor de inrichting een andere norm LAr,LT dan 40 dB(A) in de nachtperiode is vastgesteld, wordt de windnormcurve met deze hogere of lagere waarde in overeenstemming gebracht.' De WNC-40 uit het Activiteitenbesluit is in de onderhavige situatie niet van toepassing. Wel wordt de methode, waarbij de norm afhankelijk is van de windsnelheid, gebruikt om de norm in de Zuidlob vast te leggen. Gemeente Zeewolde heeft geen geluidbeleid opgesteld voor De Zuidlob. Bij het beoordelen van de aanvraag om vergunning en het opstellen van de geluidsvoorschriften wordt de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening (verder: de Handreiking) in acht genomen, die in principe uitgaat van de specifieke aspecten van de omgeving en het referentieniveau van het omgevingsgeluid als norm. Bij het bepalen van het referentieniveau van het omgevingsgeluid is aansluiting gezocht bij de VROM-publicatie 'Richtlijn voor karakterisering en meting van het omgevingsgeluid, IL-HR-15-01'. Het achtergrondgeluidniveau (L95) is het niveau dat 95% van de tijd wordt overschreden; het L95 is het laagst heersende geluidsniveau. Stroop Raadgevende Ingenieurs B.V. heeft in opdracht van Gemeente Zeewolde de L95-waarden bepaald bij zes verschillende punten in de Zuidlob teneinde een goede overweging te kunnen maken ten aanzien van de geluidnorm. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport 'L95 metingen en advies geluidnormering voor windmolenpark Zuidlob gemeente Zeewolde' van Stroop Raadgevende Ingenieurs B.V. dd. 29 mei 2009, rapportnummer 083323-00. De Handreiking in acht genomen en rekening houdend met het referentieniveau van het omgevingsgeluid dat in de Zuidlob is gemeten en de aanwezigheid van een aantal bestaande windturbines bij woningen van derden, heeft Gemeente Zeewolde besloten om voor de geluidimmissie op een aantal geluidgevoelige objecten een strengere geluidnorm te hanteren dan de gangbare WNC-40 uit het Activiteitenbesluit. Voor de woningen waarbij reeds een windturbine is gerealiseerd, wordt voor de geluidimmissie wel uitgegaan van de gangbare WNC-40 curve. Het referentieniveau van het omgevingsgeluid is gemeten nabij de woning Schillinkweg 9 waar in de nabijheid een (relatief kleine) windturbine van het type Lagerweij in werking is. De resultaten komen overeen met de WNC-40 (zie rapport 'L95 metingen en advies geluidnormering voor windmolenpark Zuidlob gemeente Zeewolde' van Stroop Raadgevende Ingenieurs B.V. dd. 29 mei 2009, rapportnummer 083323-00). Volgens de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland is het Horsterwold door Provincie Flevoland aangewezen als stiltegebied: 'Als richtwaarde voor de maximale geluidbelasting vanwege een geluidbron buiten het milieubeschermingsgebied geldt een geluidniveau van 35 dB(A) gemiddeld per uur op 50 meter in het milieubeschermingsgebied gerekend vanaf de grens van het milieubeschermingsgebied'. De geluidbelasting in --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

13 het stiltegebied Horsterwold wordt volledig bepaald door de lijnopstelling van windturbines langs het Nijkerkerpad; de overige windturbines zijn dermate veraf gelegen dat deze niet bijdragen aan de geluidbelasting. In de overweging is met de richtwaarde van 35 dB(A) uurgemiddelde rekening gehouden. Na ons verzoek aan Provincie Flevoland om een WNC-35 te hanteren als norm in plaats van een 35 dB(A) uurgemiddelde, heeft Provincie Flevoland aan de initiatiefnemers te kennen gegeven een hogere norm van 39 dB(A) uurgemiddelde, die overeenkomt met de WNC-37, niet onoverkoombaar te vinden. Het maximale uurgemiddelde geluidniveau wordt door Provincie Flevoland belangrijk geacht tot een windsnelheid van 5 m/s. Bij hogere windsnelheid wordt het achtergrondniveau in het Horsterwold overheersend. Rekening houdend met het bovenstaande is het standpunt van Gemeente Zeewolde ten aanzien van de geluidnorm per brief (kenmerk 2009-35454/LZ dd. 24 april 2009) kenbaar gemaakt aan de initiatiefnemers; deze norm is als volgt: - WNC-35 voor de geluidimmissie ten gevolge van het Windpark De Zuidlob op geluidgevoelige objecten; - WNC-40 voor de geluidimmissie ten gevolge van het Windpark De Zuidlob op geluidgevoelige objecten waar in de directe nabijheid reeds een windturbine in werking is; - WNC-35 als richtwaarde voor het gebied dat 50 meter binnen de grens van het stiltegebied Horsterwold is gelegen, waarbij alleen gemotiveerd mag worden afgeweken tot WNC-37. Windsnelheden 11 m/s en hoger Gemeente Zeewolde is van mening dat er voor windsnelheden groter dan 10 m/s geen grenswaarden opgelegd hoeven te worden en baseert zich op de toelichting van het Activiteitenbesluit, waarin voor windsnelheden van 10 m/s of hoger het volgende wordt gesteld: 'Bij dergelijke windcondities is het omgevingsgeluid ten gevolge van het windgeruis echter dermate hoog, dat de kans op geluidhinder dan nagenoeg nihil is'. Daarnaast is het uitvoeren van betrouwbare geluidmetingen bij deze windsnelheden erg lastig. Dag-, avond- en nachtperiode De windturbines kunnen gedurende het hele etmaal in werking zijn. De WNC gaat uit van de waarde gedurende de nachtperiode. Tijdens de avond- en dagperiode mag de geluidimmissie op geluidgevoelige objecten respectievelijk 5 en 10 dB(A) hoger liggen. Dit geldt niet voor het stiltegebied Horsterwold. De richtwaarde uit de Verordening voor de fysieke leefomgeving maakt geen onderscheid in dag-, avond- en nachtperiode.


14

Maximale geluidniveaus Ondanks dat maximale geluidniveaus (LAmax) waarschijnlijk geen rol spelen bij windturbines zal als norm voor de immissie op woningen van derden worden opgenomen: 70 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur; 65 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur; 60 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur. Meet- en rekenmethodiek De 'Handleiding meten en rekenen industrielawaai' uit 1999 wordt gehanteerd. Recreatiepark De Eemhof en Naturistenpark Flevonatuur De woningen in recreatiepark De Eemhof en Naturistenpark Flevonatuur zijn niet bedoeld voor permanente bewoning en behoeven daarom niet op dezelfde wijze beschermd te worden als de op pagina 9 genoemde woningen van derden. Geluid van de windturbines; toets In opdracht van N.V. NUON Duurzame Energie is door het bureau Lichtveld Buis & Partners B.V. voor elk van de 8 type windturbines een geluidprognose gemaakt en getoetst aan de door Gemeente Zeewolde kenbaar gemaakte geluidnormering. De resultaten zijn opgenomen in het rapport 'Windpark Zuidlob Zeewolde, geluidprognose 36 windturbines' van 8 juli 2009 met kenmerk R068232acA0.dv, de brief met kenmerk B068232acA0.dv van 9 juli 2009 en de aanvullingen die op 3 augustus 2009 zijn ontvangen betreft de geluidreductie voor de windturbine Acciona AW3000. Op 21 augustus 2009 zijn aanvullingen ontvangen betreft de stilstandvoorziening voor de windturbine type REpower 3.XM, de bijbehorende opbrengstverliezen indien de WNC-35 als norm wordt gehanteerd en een verzoek om een WNC-36 te hanteren. Het rapport, de brief en aanvullingen zijn bij de aanvraag gevoegd.


15 De meeste kritische woningen in verband met de geluidimmissie afkomstig van het aangevraagde windpark betreffen agrarische bedrijfswoningen. In onderstaande overzichttekening zijn de kritische woningen en het stiltegebied overzichtelijk weergegeven.

Figuur 1: overzichtstekening van de relevante woningen van derden (W) en het stiltegebied. In de aangeleverde akoestische gegevens zijn per type windturbine de bronvermogens bij verschillende windsterktes weergegeven. In de berekeningen is rekening gehouden met de ‘windsnelheid gewogen bronsterkte’ van de windturbines, zodat maar één waarde aan de norm (bijvoorbeeld 35 dB(A) voor de nachtperiode) getoetst hoeft te worden. Eén en ander is volgens de systematiek uit het Activiteitenbesluit en is uitgelegd in het geluidrapport. Bij de bepaling van deze ‘windsnelheid gewogen bronsterkte’ is, vanwege mogelijke afwijkende windsnelheidsprofielen in de nacht, een veiligheidsmarge opgenomen door de bronsterktes te gebruiken die horen bij een windsnelheid van 2 m/s hoger. In tabel 2.2 van het rapport zijn de windsnelheid gewogen bronsterktes per type windturbine opgenomen. De geluidoverdracht berekeningen hebben plaatsgevonden volgens de 'Handleiding meten en rekenen industrielawaai' van 1999 en zijn door Gemeente Zeewolde beoordeeld en in orde bevonden. De berekeningen geven de volgende WNC-gewogen resultaten (zie tabel 2) indien geen geluidreducerende maatregelen zijn genomen en waarbij dus de 36 windturbines op maximale opbrengst in werking zijn.


16

Tabel 2: beoordelingsniveau Lnacht in dB(A) ter plaatse van de immissiepunten

In de genoemde brief met kenmerk B068232acA0.dv van 9 juli 2009 is een correctie in de geluidimmissieberekening toegepast voor de ashoogte van de Vestas V112 (94 in plaats van 98 meter). De immissiewaarden bij de juiste ashoogte van 94 meter zijn: 31 dB(A) voor W05 (Adelaarsweg 1), 29 dB(A) voor W08 (Tureluurweg 1) en 32 dB(A) voor W12 (Rassenbeekweg 26). Alleen de Vestas V90, de Acciona AW3000 en de REpower 3.XM voldoen niet aan de door Gemeente Zeewolde vooraf gestelde normen ten aanzien van de woningen van derden en ten aanzien van het stiltegebied. In tabel 3.2 en tabel 3.3 op bladzijde 13 en 14 van het rapport 'Windpark Zuidlob Zeewolde, geluidprognose 36 windturbines' zijn de benodigde reducties van de drie types opgesomd. Toets ten aanzien van de woningen van derden Van de Vestas V90 en de Acciona AW3000 zijn bij de aanvraag gegevens gevoegd van geluidreducerende instellingen. Uit deze gegevens blijkt dat de benodigde reducties haalbaar zijn en niet onevenredig hoge opbrengstverliezen veroorzaken. Om de bronsterkten van de windturbines te kunnen controleren, wordt er voorgeschreven aantoonbaar de instellingmodus moet worden geregistreerd. Deze gegevens moeten gedurende een periode van zes weken beschikbaar blijven. De windsnelheid wordt niet ter plekke gemeten, maar deze is te herleiden uit het geleverde elektrisch vermogen van de windturbines. Van de REpower 3.XM windturbine zijn geen geluidreducerende instellingen bekend. De aanvrager heeft met de aanvullende brief van Lichtveld Buis & Partners dd. 7 augustus 2009 met kenmerk b068232aca1.dv die op 21 augustus 2009 is ontvangen, uiteengezet dat de norm WNC-35 bereikt kan worden door de meeste noordelijke windturbine nummer 1 van de lijnopstelling langs de Winkeltocht gedurende de helft van de nachtperiode stil te zetten. Door stilstand van de windturbine gedurende de helft van de nacht, voldoet de gemiddelde geluidimmissie aan de gestelde norm. In de andere helft van de nacht, waarin de windturbine wel in werking is, kan een overschrijding van de norm plaatsvinden. Gemeente Zeewolde acht deze mogelijke overschrijding niet aanvaardbaar. Indien wordt gekozen voor dit type --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

17 windturbine, dan zal de meest noordelijke windturbine van de lijnopstelling langs de Winkeltocht gedurende de gehele nacht stilgezet moeten worden. Toets ten aanzien van het stiltegebied In de aanvraag (bijlage H) is voor de Vestas V90 en de Acciona AW3000 aangetoond dat geluidreducerende maatregelen om de WNC-35 op een afstand van 50 meter binnen de grens van het stiltegebied Horsterwold te bereiken, relatief grote opbrengstverliezen veroorzaken. Ten opzichte van de situatie waarbij de WNC-37 als norm wordt gehanteerd, is berekend dat het jaarlijkse opbrengstverlies oploopt tot 7500 MWh voor de Vestas V90 en 8400 MWh voor de Acciona AW3000. Deze verliezen komen overeen met nagenoeg een jaaropbrengst van één windturbine. Van de REpower 3.XM windturbine zijn geen geluidreducerende maatregelen bekend. De aanvrager heeft met de aanvullende brief van Lichtveld Buis & Partners dd. 7 augustus 2009 met kenmerk B068232acA1.dv, die op 21 augustus 2009 is ontvangen, uiteengezet dat de norm WNC-35 bereikt kan worden door de REpower 3.XM windturbines gedeeltelijk stil te zetten. De opbrengstverliezen bij een dergelijke stilstandvoorziening om de WNC-35 te bereiken zijn berekend 16.000 MWh per jaar. Provincie Flevoland heeft te kennen gegeven dat het (efficiënt) opwekken van energie een dusdanig belang heeft dat het bevoegd gezag gemotiveerd mag afwijken van de richtwaarde van 35 dB(A) uurgemiddelde op het stiltegebied. Na afwegen van de opbrengstverliezen tegen de verhoogde geluidimmissie van 1 of 2 dB(A) bij windsnelheden tot 5 m/s, is besloten voor de Vestas V90 en de Acciona AW3000 een geluidimmissie volgens de WNC-37 en voor de REpower 3.XM een geluidimissie volgens de WNC-36 toe te staan op het stiltegebied. Toets ten aanzien van de recreatieparken Recreatiepark De Eemhof en Naturistenpark Flevonatuur vallen nagenoeg bij elk type windturbine buiten de contour van de WNC-35. Alleende WNC35 contour van de Acciona AW3000 loopt over het noordelijke deel van het Naturistenpark Flevonatuur. Hoewel een toets aan deze norm niet verplicht is, kan worden gesteld dat de geluidimmissie op de recreatieparken als gevolg van Windpark De Zuidlob, niet onaanvaardbaar is. Conclusie Bovenstaande overwegende kan geconcludeerd worden dat de hoeveelheid geluid die de aangevraagde windturbines produceren, aanvaardbaar is. Om een aanvaardbaar niveau te behalen zijn reducerende instellingen benodigd voor de Vestas V90 en de Acciona AW3000. Eén en ander wordt gewaarborgd in de voorschriften, die per type windturbine zullen worden genoteerd.


18 Slagschaduw van de windturbines Slagschaduw ontstaat als de zon door de draaiende wieken van een windturbine schijnt. Deze schaduw kan op bepaalde plaatsen en onder bepaalde omstandigheden als een hinderlijke flikkering worden ervaren. De mate van hinder wordt onder andere bepaald door de frequentie van de flikkeringen (afhankelijk van het rotortoerental), de blootstellingsduur en de intensiteit van de wisselingen in de lichtsterkte (schaduwscherpte). Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam heeft uitgewezen dat lichtwisselingen tussen de 2,5 en 14 Hertz aanzienlijke hinder (waaronder psychische storingen) kunnen veroorzaken. De aangevraagde windturbines hebben variabele toerentallen. De passeerfrequenties van de lichtwisseling blijven onder de 1 Hertz en zijn dus (veel) lager dan bovengenoemde potentieel hindergevoelige frequentie. Volgens het advies van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (30 december 1998, kenmerk StAB/33514/H) behoeft het schaduwonderzoek alleen gericht te zijn op schaduwhinder in de woning. Buitenshuis ontvangt de waarnemer relatief meer diffuus licht dan binnenshuis, het licht-donker effect is een stuk kleiner. Daarnaast wordt verondersteld dat iemand die buitenshuis is (op het erf of op het land) doorgaans met werkzaamheden bezig is, regelmatig van positie verandert en de ene keer richting de windturbine kijkt en de andere keer een andere kant op. Vanwege deze redenen behoeft tegen slagschaduwen op het erf of op het land geen bescherming geboden te worden. In het Activiteitenbesluit is bepaald dat voor alle woningen gelegen binnen een straal van 12 maal de rotordiameter, de slagschaduwhinder moet worden beperkt. Er wordt verondersteld dat buiten de straal van 12 maal de rotordiameter de slagschaduw dermate afgezwakt is, dat het hinderlijke effect te verwaarlozen is. Hoewel het Activiteitenbesluit niet van toepassing is, wordt bij de bepaling van de invloedsfeer aansluiting gezocht bij de methode uit het Activiteitenbesluit. De aangevraagde windturbines hebben een rotordiameter die varieert van 90 tot 112 meter. In dit licht moeten de volgende woningen worden beschouwd (zie tabel 3).


19 Tabel 3: woningen van derden die in de invloedsfeer liggen betreft slagschaduw Vestas SieREpower Type EcotecAccioVestas V90 mens nia/ GE (104m) na V112 (90m) (93m) Energy (109m) (112m) Adres (100m) Adelaarsweg 1 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Adelaarsweg 5 Nee Nee Nee Nee Nee Ja Bosruiterweg 30 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Bosruiterweg 33 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Erkemederpad 5 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Erkemederpad Ja Ja Ja Ja Ja Ja 10 Nekkeveldweg Nee Nee Nee Ja Ja Ja 37 Rassenbeekweg Ja Ja Ja Ja Ja Ja 26 Schillinkweg 9 Nee Nee Nee Nee Nee Ja Tureluurweg 1 Nee Nee Nee Nee Nee Ja Tureluurweg 5 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Tureluurweg 58 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Almere De algemeen aanvaarde norm voor slagschaduwhinder op woningen van derden is 'gedurende maximaal 17 dagen per jaar een hinderduur van 20 minuten of meer', zoals geformuleerd in het Activiteitenbesluit. Uit het bij de aanvraag gevoegde onderzoek blijkt dat slagschaduwhinder zich voordoet bij woningen van derden. Om de impact van de schaduw in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van de isoschaduwduurlijnen en van de schaduwkalender op de woningen. De isoschaduwcontour (de grens waarbij gedurende gemiddeld 5 uren per jaar slagschaduw optreedt) van de Vestas V112 met een ashoogte van 119 reikt, vanwege de maximale tiphoogte, het meest ver. Teneinde alle mogelijke variatie in slagschaduwhinder te kunnen beschouwen, is een tweede maximumvariant (de Vestas V112 op een ashoogte van 94 meter) en een minimumvariant (de Vestas V90 met een ashoogte van 105 meter) doorberekend. Op deze wijze zijn alle mogelijke tussenuitkomsten qua hinder gedekt. Geen enkel windturbinetype dat wordt aangevraagd, zal meer slagschaduwhinder kunnen veroorzaken dan één van de onderzochte maximumvarianten. Voor de in tabel 3 genoemde woningen zijn slagschaduwkalenders opgesteld, zodat bekend is wanneer en hoe lang hinder kan optreden. De resultaten van de berekeningen zijn in de volgende tabel 4 weergegeven.


20 Tabel 4: verwachte hinderduur in uren per jaar bij de minimum en de maximum variant Vestas V90 Vestas V112 Vestas V112 Type (90m) op een (112m), op een (112m), op een ashoogte van ashoogte van ashoogte van Adres 105 meter 94 meter 119 meter Adelaarsweg 1 2:27 uur 3:13 uur 3:51 uur Adelaarsweg 5 Nvt 1:19 uur 1:51 uur Bosruiterweg 30 0:00 uur 0:00 uur 0:04 uur Bosruiterweg 33 0:00 uur 0:00 uur 0:00 uur Erkemederpad 5 0:00 uur 0:00 uur 0:00 uur Erkemederpad 10 4:58 uur 6:56 uur 5:56 uur Nekkeveldweg 37 Nvt 6:48 uur 7:54 uur Rassenbeekweg 26 0:00 uur 0:00 uur 0:00 uur Schillinkweg 9 Nvt 6:20 uur 8:51 uur Tureluurweg 1 Nvt 0:00 uur 0:00 uur Tureluurweg 5 0:00 uur 0:00 uur 2:26 uur Tureluurweg 58 2:41 uur 3:39 uur 4:19 uur Almere De woningen die meer hinder kunnen ondergaan dan 5 uren per jaar (is ongeveer gelijk aan 17 dagen maal 20 minuten), zijn in het rapport nader beschouwd en getoetst aan de norm uit het Activiteitenbesluit. Het woonhuis Erkemederpad 10 zal jaarlijks gemiddeld 14,3 dagen hinder ondervinden van slagschaduw gedurende meer dan 20 minuten. Dit maximum aantal dagen komt voor bij de Vestas V112 op een ashoogte van 94 meter. Het woonhuis Nekkeveldweg 37 zal jaarlijks gemiddeld 13,3 dagen hinder ondervinden van slagschaduw gedurende meer dan 20 minuten. Dit maximum aantal dagen komt voor bij de Vestas V112 op een ashoogte van 119 meter. Het woonhuis Schillinkweg 9 zal jaarlijks gemiddeld 3,5 dagen hinder ondervinden van slagschaduw gedurende meer dan 20 minuten. Dit maximum aantal dagen komt voor bij de Vestas V112 op een ashoogte van 119 meter. Uit het slagschaduwrapport blijkt dat de hoeveelheid slagschaduwhinder van de maximum variant onder de algemeen aanvaarde norm uit het Activiteitenbesluit blijft. Er zal geen automatische stilstandvoorziening worden voorgeschreven voor de Vestas V112 op een ashoogte van 119 meter. Ook voor de tweede maximumvariant Vestas V112 op een ashoogte van 94 meter is de berekende hinder beperkt tot onder de normen uit het Activiteitenbesluit. De berekende hinder van de minimumvariant vestas V90 met een ashoogte van 105 meter komt iets lager uit dan bij de maximum varianten. Er zal geen automatische stilstandvoorziening worden voorgeschreven --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

21 voor de Vestas V112 op een ashoogte van 94 meter, noch voor de Vestas V90 op 105 meter ashoogte. De aanvrager heeft ervoor gekozen om vanwege de omvang van de berekeningen niet voor alle varianten exact de slagschaduwhinder te berekenen. Uit (de uitkomsten van) de berekeningen zoals gehanteerd in het rapport, is de mate van de impact voldoende gebleken. De bandbreedte die overblijft bij de keuze tussen de verschillende typen, is door Gemeente Zeewolde acceptabel bevonden. Ook voor de tussenliggende varianten behoeft geen automatische stilstandvoorziening te worden voorgeschreven die de hinderduur kan beperken. Hinderduurbeperkende voorschriften hoeven niet te worden opgenomen. Bij enkele woningen van Naturistenpark Flevonatuur treedt beperkte slagschaduwwerking op. Er zijn geen voorschriften opgenomen om de hinder te beperken. Deze woningen zijn niet bedoeld voor permanente bewoning en worden derhalve niet aangemerkt als geluidgevoelig (dan wel slagschaduwgevoelig) object. De geprojecteerde isoschaduwcontour (de grens waarbij gedurende gemiddeld 5 uren per jaar slagschaduw optreedt) van de Vestas V112 met een ashoogte van 119 meter valt overigens net over het Naturistenpark Flevonatuur. Het aantal dagen waarop slagschaduwhinder meer dan 20 minuten slagschaduwhinder optreedt, zal waarschijnlijk niet boven de gangbare norm uit het Activiteitenbesluit van 17 dagen uitkomen. Op het recreatiepark De Eemhof treedt geen slagschaduwwerking op. Vrijkomende afvalstoffen De olie ten behoeve van de draaiende delen in de windturbine wordt indien nodig vervangen. Daarbij komt afgewerkte olie vrij. Het werken met de bodembedreigende (afval)stoffen gebeurt boven een vloeistofkerende voorziening, namelijk boven de fundering van de windturbine. De afgewerkte olie wordt niet in de inrichting opgeslagen. De olie moet direct op verantwoorde wijze worden afgevoerd door het onderhoudsbedrijf. Bewijzen van afvoer van de afgewerkte olie en van het periodiek onderhoud moeten in het milieulogboek worden bewaard. In hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer zijn eveneens rechtsreeks werkende regels ten aanzien van afvalstoffen opgenomen. Elektriciteitverdeelstation Algemeen Het elektriciteitverdeelstation is gelegen nabij de kruising tussen de Nijkerkerweg en de Winkelweg. De elektrotechnische installatie voor de aansluiting van de windturbines is een 150/20kV station en bestaat uit een 150kV open lucht schakelinstallatie, een tweetal transformatoren van elk 80 MV en beide geplaatst in een transformatorcel, een tweetal 20kV schakelinstallaties en een gebouw voor de bediening. De meest nabij gelegen woning van een derde ligt op een afstand van ongeveer 2 kilometer van de grens van het elektriciteitverdeelstation. In de --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

22 Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland zijn gebieden met een bijzondere milieubescherming aangewezen. Het elektriciteitverdeelstation is gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied en nabij het stiltegebied Horsterwold. Lucht Het elektriciteitverdeelstation is een onbemand station. De emissiebronnen van NO2 of fijn stof als gevolg van de activiteiten binnen de inrichting zijn verkeersbewegingen van en naar het elektriciteitverdeelstation. Deze verkeersbewegingen vinden zeer beperkt plaats. Geconcludeerd kan worden dat de aangevraagde activiteiten niet leiden tot een overschrijding van de in de Wet Milieubeheer opgenomen grenswaarden voor luchtkwaliteit. Omdat bij de normale bedrijfsomstandigheden geen emissie optreedt zijn overeenkomstig de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR) geen emissienormen gesteld. In het elektriciteitverdeelstation bevinden zich geen geurbronnen van enige betekenis. Geluid In het rapport van Lichtveld Buis & Partners B.V. (rapportnummer R068232acA0.dv van 8 juli 2009) wordt de bedrijfssituatie van het elektriciteitverdeelstation beschreven. Het elektriciteitverdeelstation omvat 2 transformatoren, die elk een geluidniveau veroorzaken van 51 dB(A) op 0,3 meter van de transformator. Het totale geluidvermogenniveau voor het gehele verdeelstation is bepaald op 86 dB(A). De transformatoren zijn gedurende het gehele etmaal in bedrijf. Op basis van dit geluidniveau en de afstand tot aan de dichtsbijzijnde woning van derden is berekend dat de bijdrage van het geluid van het elektriciteitverdeelstation op het woonhuis van derden slechts 10 dB(A) is. De bijdrage van het elektriciteitverdeelstation op het stiltegebied bedraagt 18 dB(A). Onder normale bedrijfsomstandigheden is de bijdrage van het elektriciteitverdeelstation te verwaarlozen. Aan de vergunning zijn alleen ten aanzien van het maximale geluidsniveau voorschriften verbonden die de geluidruimte vastleggen. Omdat het verdeelstation onbemand functioneert, wordt geen indirecte hinder als gevolg van verkeersbewegingen verwacht. Bodem De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) wordt gehanteerd als het primaire toetsingskader voor de beoordeling van bodembedreigende activiteiten. Daarbij is als uitgangspunt genomen dat er bij bedrijfsmatige bodembedreigende activiteiten door het aanleggen van voorzieningen en het treffen van maatregelen een verwaarloosbaar risico (A) moet worden behaald. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

23

Transformatoren bevatten transformatorolie ten behoeve van koeling. De transformatoren staan opgesteld boven een betreedbare oliekelder, die vervaardigd is van gewapend beton. Het regenwater dat in de opvangkelder terecht komt, wordt per as afgevoerd. De oliebergende capaciteit van de kelder is gesteld op 110% van de hoeveelheid olie die aanwezig is in de transformatoren. 10% is gereserveerd voor het regenwater. Het regenwater zal tijdig moeten worden afgevoerd teneinde de opvangcapaciteit voor de olie te behouden. Derhalve wordt de opvangbak uitgevoerd met een detectiesysteem. De activiteit transformatoren kan in combinatie met een olieopvangkelder en inspectie/onderhoudsprogramma in categorie A worden ingedeeld. Een nulmeting is een vaststelling van de kwaliteit van de bodem voordat een activiteit start. Een eindmeting wordt verricht als de installatie weer wordt verwijderd. In de voorschriften zijn de genoemde onderzoeken opgenomen. Uit de toetsing is gebleken dat voor bodembedreigende activiteiten bodembeschermende maatregelen en voorzieningen zullen worden getroffen. Om een verwaarloosbaar risico van bodemverontreiniging te bereiken zullen de volgende maatregelen en voorzieningen worden opgenomen in de voorschriften: - oliekelders met voldoende opvangcapaciteit moeten aanwezig zijn; - een inspectie- en onderhoudsprogramma van vloeistofdichte voorzieningen en een bedrijfsnoodplan moet gevoerd worden; - binnen de inrichting moet zorgvuldig worden omgegaan met morsingen (good housekeeping). Het risico dat door de aangevraagde activiteiten in combinatie met de getroffen en te treffen voorzieningen een nieuwe bodemverontreiniging ontstaat kan verwaarloosbaar zijn, conform het gestelde in de NRB. Het is dan ook niet noodzakelijk dat de bodemkwaliteit jaarlijks wordt gecontroleerd; volstaan kan worden met een eenmalig onderzoek van de bodem na beëindiging van een bodembedreigende activiteit. Afvalwater Er wordt geen afvalwater geloosd op het oppervlaktewater of op het riool. Omdat er geen lozing op een riool plaatsvindt zijn in onderhavige Wmbeschikking geen voorschriften voor afvalwater opgenomen. Afvalpreventie en afvalscheiding Het richtinggevende beleid met betrekking tot afvalpreventie is weergegeven in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) en de Leidraad Afval- en emissiepreventie in de milieuvergunning. In de aanvraag is aangegeven dat in het elektriciteitverdeelstation geen afval vrijkomt.


24 Externe veiligheid Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) en de bijbehorende Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (REVI) zijn van toepassing op Wmvergunningplichtige risicovolle bedrijven en nabijgelegen gevoelige objecten. De in de aanvraag beschreven inrichting is geen risicovol bedrijf in de zin van het BEVI. Ongewone voorvallen Op ongewone voorvallen binnen de inrichting is hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer van toepassing. Overige voorschriften Alle overige voorschriften, die eveneens tot doel hebben de nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken, behoeven geen nadere toelichting. Andere wetten en verordeningen Naast een toets aan nationale wetgeving moet een aanvraag om een vergunning ook getoetst worden aan Europese wetgeving. De Europese regelgever heeft de 'Integrated Pollution and Prevention Control Directive' ofwel de IPPC richtlijn opgesteld. De activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd, staat niet in bijlage I, de lijst van activiteiten waarop de richtlijn betrekking heeft, vermeld, waardoor de richtlijn niet van toepassing is. Conclusie De door de inrichting mogelijk te veroorzaken nadelige gevolgen voor het milieu, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer, kunnen worden voorkomen, dan wel tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt door de aan de vergunning te verbinden voorschriften.


25

6. Besluit P.M. Gelet op de overwegingen die hiervoor staan, verlenen wij de gevraagde vergunning en verbinden daaraan voorschiften die staan in bijlage 1. De aanvraag en de bijbehorende bijlagen maken onderdeel uit van deze vergunning. Datum: Namens burgemeester en wethouders van Zeewolde,

H. Bakker hoofd afdeling Veiligheid -------------------


26 Bijlage 1 Voorschriften

1. Algemeen 1.1 Binnen 5 jaar na onherroepelijk worden van onderhavige vergunning, moet de inrichting (volledig volgens aanvraag) in werking zijn. Indien de inrichting na deze termijn nog niet (volledig volgens aanvraag) in werking is, vervalt de vergunning. 1.2 Er moet een milieulogboek worden bijgehouden, waarin ten minste de volgende zaken worden opgenomen: - deze beschikking, alsmede overige relevante (milieu)vergunningen; - de resultaten van de in deze vergunning voorgeschreven keuringen en/of metingen en registraties; - de resultaten van de in deze vergunning voorgeschreven onderzoeken; - de bevindingen van alle inspecties die met betrekking tot de zorg voor het milieu van belang zijn; - datum, tijdstip en alle van belang zijnde gegevens (zoals tijdstip, tijdsduur, aard, hoeveelheid, oorzaak, plaats en windrichting) van voorgevallen incidenten die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van de genomen maatregelen; - de registratie van gevaarlijke afvalstoffen (waaronder de afgiftebewijzen) over een periode van ten minste 5 jaar; de registratie moet geschieden naar aard en samenstelling; tevens moet de datum van afvoer van de betreffende partij afval, de hoeveelheid en de naam van de transporteur worden geregistreerd. Het milieulogboek moet te allen tijde beschikbaar zijn voor inzage door een door het bevoegd gezag aangewezen toezichthoudend ambtenaar. 1.3 Een windturbine moet ten minste éénmaal per jaar aan een onderhouds- en controlebeurt worden onderworpen. Afschriften van de periodieke controles moeten gedurende 5 jaar worden bewaard in het milieulogboek, en te allen tijde ter inzage beschikbaar zijn voor het bevoegd gezag. 1.4 Indien wordt geconstateerd of indien een redelijk vermoeden bestaat dat een onderdeel of onderdelen van een windturbine een gebrek vertoont of gebreken vertonen, moet die windturbine onmiddellijk buiten werking worden gesteld. De windturbine mag weer in werking worden gesteld nadat alle defecte onderdelen zijn gerepareerd of vervangen. 1.5 Indien een windturbine als gevolg van het in werking treden van een beveiliging buiten bedrijf is gesteld, mag de installatie eerst weer in werking worden gesteld, nadat de oorzaak (oorzaken) van het buiten werking stellen is (zijn) opgehouden te bestaan, dan wel doelmatig is (zijn) opgeheven. 1.6 Als zich op de rotorbladen ijs heeft afgezet mag een windturbine niet eerder weer in werking worden gesteld, dan nadat deze ijsafzetting is verdwenen. 1.7 Indien een windturbine definitief buiten gebruik wordt gesteld, moet deze worden verwijderd, tenzij de windturbine in goede staat van onderhoud wordt gehouden. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

27 1.8 Ten behoeve van het voorkomen van risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan moet een windturbine voldoen aan de veiligheidseisen opgenomen in NEN-EN-IEC 61400-2 of diens rechtsopvolgende norm. Voor de windturbine moet door een geaccrediteerde instantie een certificaat zijn afgegeven waaruit blijkt dat de windturbine voldoet aan de veiligheidseisen. Het certificaat moet voor het in bedrijf nemen van de inrichting aan het bevoegd gezag worden gezonden. 1.9 De windturbine mag voor de omgeving geen hinderlijke verblinding door weerspiegelend zonlicht veroorzaken. Hiertoe moeten de wieken van een niet-reflecterende laag zijn voorzien. 1.10 Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandpreventieve maatregelen zijn getroffen en moeten voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn. 1.11 Brandblusmiddelen moeten steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn en onbelemmerd kunnen worden bereikt. 1.12 Uiterlijk drie maanden voordat de activiteiten van de inrichting worden beëindigd, moet hiervan schriftelijk melding worden gedaan aan het bevoegd gezag. 2. Afvalstoffen 2.1. In de inrichting mogen geen (gevaarlijke) afvalstoffen worden opgeslagen. 2.2. Het afvoeren van (gevaarlijke) afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze geschieden. 2.3. In de inrichting mag geen afval worden gestort of begraven en mogen geen afvalvloeistoffen of met afvalstoffen verontreinigd water op of in de bodem worden gebracht. 2.4. Van de afgifte van gevaarlijke afvalstoffen en de overige bedrijfsafvalstoffen moet een registratie worden bijgehouden die wordt bewaard in het milieulogboek. 3. Bodem- en grondwaterbescherming 3.1 Het is verboden vloeistoffen definitief in de bodem te brengen, met uitzondering van oppervlaktewater, hemelwater of drinkwater, indien daaraan geen verontreinigende stoffen zijn toegevoegd, de concentratie verontreinigende stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en daaraan geen warmte is toegevoegd. 3.2 Gemorste oliën, vetten en chemicaliën moeten terstond worden opgeruimd. Hiertoe moeten absorptiemateriaal en neutraliserende stoffen in voldoende mate en gebruiksgereed aanwezig zijn. Gebruikte absorptie- of neutralisatiemiddelen moeten worden bewaard en afgevoerd als gevaarlijk afval.


28 4. Geluid windturbine 4.1 Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) in de nachtperiode (23.00 tot 07.00 uur) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, mag ter plaatse van de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen niet meer bedragen dan de windsnelheid afhankelijke norm zoals die voor de verschillende windturbines op de hieronder aangegeven rekenpunten op een waarneemhoogte van 5 meter boven het plaatselijke maaiveld is aangegeven. In de avond- en de dagperiode mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau 5 respectievelijk 10 dB(A) hoger zijn. 4-1-1 Indien een windturbine van het type Vestas V90 met een ashoogte van 105 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 35 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 39 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 35 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 35 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 36 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 35 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 40 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 34 Tureluurweg 58 Almere Nee 35 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 39 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 36 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 35 4-1-2 Indien een windturbine van het type Vestas V112 met een ashoogte van 94 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 32 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 35 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 32 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 32 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 31 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 30 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 36 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 29 Tureluurweg 58 Almere Nee 34 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 35 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 32 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 33


29 4-1-3 Indien een windturbine van het type Vestas V112 met een ashoogte van 119 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 33 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 36 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 32 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 32 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 32 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 31 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 36 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 30 Tureluurweg 58 Almere Nee 34 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 35 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 32 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 33 4-1-4 Indien een windturbine van het type Acciona AW3000 met een ashoogte van 120 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 35 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 40 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 35 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 35 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 36 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 36 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 40 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 35 Tureluurweg 58 Almere Nee 35 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 40 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 37 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 35


30 4-1-5 Indien een windturbine van het type EcotecniaECO 100 met een ashoogte van 100 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 32 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 35 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 32 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 32 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 31 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 30 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 36 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 30 Tureluurweg 58 Almere Nee 34 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 35 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 32 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 33 4-1-6 Indien een windturbine van het type Siemens SWT 2,3-93 met een ashoogte van 99,5 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 33 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 36 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 33 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 33 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 32 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 31 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 37 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 31 Tureluurweg 58 Almere Nee 35 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 36 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 33 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 34


31 4-1-7 Indien een windturbine van het type GE Energy GE2.5xl met een ashoogte van 100 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 33 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 36 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 33 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 33 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 32 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 31 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 36 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 30 Tureluurweg 58 Almere Nee 35 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 36 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 33 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 34 4-1-8 Indien een windturbine van het type REpower 3.XM met een ashoogte van 98 meter wordt geplaatst: Adres Solitaire windturbine Normering: op of nabij erf? WNC Nekkeveldweg 37 Zeewolde Nee 35 Schillinkweg 9 Zeewolde Ja 37 Erkemederpad 10 Zeewolde Nee 34 Erkemederpad 5 Zeewolde Nee 34 Adelaarsweg 1 Zeewolde Ja 34 Adelaarsweg 5 Zeewolde Ja 33 Tureluurweg 5 Zeewolde Ja 38 Tureluurweg 1 Zeewolde Ja 32 Tureluurweg 58 Almere Nee 35 Bosruiterweg 33 Zeewolde Ja 36 Bosruiterweg 30 Zeewolde Ja 33 Rassenbeekweg 26 Zeewolde Nee 34 4.2 Het uurgemiddelde geluidniveau in dB(A) bij een windsnelheid tot 5 m/s op 10 meter hoogte, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, mag in de dag-, avond- en nachtperiode op 50 meter binnen de grens van het stiltegebied Horsterwold, op een waarneemhoogte van 1.5 meter boven het plaatselijke maaiveld, niet meer bedragen dan: 4-2-1 39 dB(A), indien een windturbine van het type Vestas V90 met een ashoogte van 105 meter wordt geplaatst. 4-2-2 37 dB(A), indien een windturbine van het type Vestas V112 met een ashoogte van 94 meter wordt geplaatst.


32 4-2-3 37 dB(A), indien een windturbine van het type Vestas V112 met een ashoogte van 119 meter wordt geplaatst. 4-2-4 39 dB(A), indien een windturbine van het type Acciona AW3000 met een ashoogte van 120 meter wordt geplaatst. 4-2-5 37 dB(A), indien een windturbine van het type EcotecniaECO 100 met een ashoogte van 100 meter wordt geplaatst. 4-2-6 37 dB(A), indien een windturbine van het type Siemens SWT 2,3-93 met een ashoogte van 99,5 meter wordt geplaatst. 4-2-7 37 dB(A), indien een windturbine van het type GE Energy GE2.5xl met een ashoogte van 100 meter wordt geplaatst. 4-2-8 38 dB(A), indien een windturbine van het type REpower 3.XM met een ashoogte van 98 meter wordt geplaatst. 4.3 Het maximale geluidsniveau (LAmax) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, mag ter plaatse van de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen niet meer bedragen dan: 70 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur; 65 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur; 60 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur. 4.4 Rekening houdend met de aangegeven normstelling in de voorgaande geluidvoorschriften moet de geluidemissie van een aantal windturbines worden gereduceerd en dienen de volgende turbines als volgt te worden ingesteld: 4-4-1 Indien een windturbine van het type REpower 3.XM met een ashoogte van 98 meter wordt geplaatst, dan moet de meest noordelijke windturbine van de lijnopstelling langs de Winkeltocht (in de aanvraag aangeduid als WKT01) stil worden gezet in de nachtperiode.


33 4-4-2 Indien een windturbine van het type Vestas V90 met een ashoogte van 105 meter wordt geplaatst (zie tabel 3.3 uit akoestisch onderzoek): Windturbine Noisemode in- Instelling geldt (zie figuur 2.1 uit rapport) stelling voor NKP03 1 gehele etmaal NKP04 2 gehele etmaal NKP05 1 gehele etmaal NKP09 1 gehele etmaal NKP10 2 gehele etmaal NKP11 1 gehele etmaal NKP12 1 gehele etmaal RBT01 3 nachtperiode RBT02 2 nachtperiode RBT03 1 nachtperiode RBT11 2 nachtperiode RBT12 3 nachtperiode WKT01 4 nachtperiode WKT02 3 nachtperiode WKT03 2 nachtperiode Ter controle van de instellingen moeten van bovengenoemde windturbines de volgende gegevens gedurende zes weken beschikbaar zijn voor het bevoegd gezag: - het geleverde elektrisch vermogen; - gegevens uit het monitoringsysteem van de windturbine waaruit blijkt dat aan bovengenoemde instellingen wordt voldaan; - het tijdstip waarop de bovenstaande gegevens betrekking hebben.


34 4-4-3 Indien een windturbine van het type Acciona AW3000 met een ashoogte van 120 meter wordt geplaatst (zie tabel 3.3 uit akoestisch onderzoek): GeluidreductieInstelling geldt Windturbine (zie figuur 2.1 uit rapport) instelling (in voor dB(A)) NKP03 2 gehele etmaal NKP04 3 gehele etmaal NKP05 2 gehele etmaal NKP06 1 gehele etmaal NKP07 1 gehele etmaal NKP09 1 gehele etmaal NKP10 3 gehele etmaal NKP11 1 gehele etmaal NKP12 2 gehele etmaal RBT01 5 nachtperiode RBT02 4 nachtperiode RBT03 3 nachtperiode RBT10 1 nachtperiode RBT11 4 nachtperiode RBT12 5 nachtperiode WKT01 6 nachtperiode WKT02 5 nachtperiode WKT03 3 nachtperiode Ter controle van de instellingen moeten van bovengenoemde windturbines de volgende gegevens gedurende vier weken beschikbaar zijn voor het bevoegd gezag: - het geleverde elektrisch vermogen; - gegevens uit het monitoringsysteem van de windturbine waaruit blijkt dat aan bovengenoemde instellingen wordt voldaan; - het tijdstip waarop de bovenstaande gegevens betrekking hebben. 4.5 Controle op, of berekening van de in de voorschriften 4.1 t/m 4.3 vastgelegde geluidniveaus, moet geschieden overeenkomstig de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai’, uitgave 1999. Ook de beoordeling van de meetresultaten moet overeenkomstig deze handleiding plaatsvinden. Tijdens het uitvoeren van immissiemetingen vanwege het geluid van de windturbines wordt gelijktijdig de ter plaatse heersende windsnelheid gemeten op een hoogte van 10 meter boven het plaatselijke maaiveld. 4.6 Indien het geluid van de windturbines beoordeeld wordt aan de hand van bronsterktemetingen in combinatie met overdrachtsberekeningen, dient voor de bepaling van de bronsterkte de ‘Internationale Standard NENEN-IEC 61400-11«Generatorsystemen voor windturbines – Deel 11»’ gehanteerd te worden of een naar het oordeel van het bevoegd gezag daaraan ten minste gelijkwaardige meetmethode. Metingen worden uitgevoerd bij een gemiddelde windsnelheid van 7 meter per seconde waarbij een maximale afwijking is toegestaan van plus of min 2 meter per seconde. De bronsterktespectra worden bepaald in octaafbanden. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

35

4.7 Een meting als bedoeld in voorschrift 4.6 kan indien nodig op een van NEN-EN-IEC 61400-11 afwijkend meetpunt worden uitgevoerd indien het bevoegd gezag daarmee instemt. 5. Schaduw 5.1 De windturbines mogen ter plaatse van gevoelige objecten voorzover de afstand tussen de dichtsbijzijnde windturbine en de geluidgevoelige (slagschaduwgevoelige) objecten minder dan 12 maal de rotordiameter bedraagt, niet meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag slagschaduw veroorzaken. De afstand geldt van een punt op ashoogte van de windturbine tot de gevel van het geluidgevoelige (slagschaduwgevoelige) object. 6. Elektriciteitverdeelstation 6.1 Het terrein en de gebouwen van het elektriciteitverdeelstation moeten te allen tijde goed toegankelijk respectievelijk bereikbaar zijn voor alle voertuigen en hulpverleners die in geval van calamiteiten toegang tot het elektriciteitverdeelstation moeten hebben. 6.2 Het terrein dient, uitgezonderd de noodzakelijke toegangen, aan alle zijden te zijn afgesloten door een doelmatige minimaal twee meter hoge omheining. In de omheining mogen muren van een gebouw of watergangen met een minimale waterbreedte van twee meter zijn opgenomen. 6.3 Bij de ingang van het terrein dient een bord te staan waarop duidelijk leesbaar tenminste het navolgende is vermeld: -

'Verboden toegang voor onbevoegden' naam en telefoonnummer van de beheerder, portier, controleur of andere toezichthebbende; de op het terrein toegestane maximum snelheid.

6.4 Het maximale geluidsniveau (LAmax) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, mag ter plaatse van de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen niet meer bedragen dan: - 70 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur; - 65 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur; - 60 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur. 6.5 Op plaatsen of gedeelten van gebouwen waar wordt gewerkt met stoffen die schadelijk zijn voor het milieu, zijn bodembeschermende voorzieningen en of maatregelen gerealiseerd, conform de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (Stappenplan NRB). Deze voorzieningen en of maatregelen bereiken een verwaarloosbaar bodemrisico (bodemrisicocategorie A), beoordeeld overeenkomstig de NRB. 6.6 Onder een vermogenstransformator dient een olie-opvangkelder aanwezig te zijn. De olie-opvangkelder moet de gehele, boven deze opvangvoorziening aanwezige hoeveelheid olie (inhoud transformatoren en koelsysteem) plus 10% kunnen opvangen. De olie-opvangkelder moet vloeistof--------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

36 dicht zijn uitgevoerd en bestand zijn tegen de bij een calamiteit optredende vloeistofdruk. Leidingdoorvoeringen moeten vloeistofdicht zijn. De olieopvangkelder moet zijn uitgerust met een detectiesysteem dat aangeeft wanneer maximaal 8% van de totale capaciteit van de olie-opvangkelder is gevuld met vloeistof. 6.7 Indien 8% van de inhoud van de olie-opvangkelder is gevuld met vloeistof, moet de vloeistof worden afgevoerd door een erkende transporteur. 6.8 Ter bescherming van de bodem moeten de volgende algemene regels in acht worden genomen: a. De controle, het onderhoud en het beheer van bodembeschermende voorzieningen en buiten opgestelde gesloten systemen die gevaarlijke stoffen bevatten, zijn in eenduidige bedrijfsinterne procedures en werkinstructies ter bescherming van de bodem vastgelegd. In de bedrijfsinterne procedure en werkinstructie is tenminste aangegeven op welke wijze: - de staat en de goede werking van de bodembeschermende voorziening, verpakkingen en apparatuur waarin vloeibare bodembedreigende stoffen worden opgeslagen of getransporteerd, wordt gecontroleerd; - er voor zorg wordt gedragen dat zo vaak als de omstandigheden daarom vragen inspecties op morsingen en lekkages plaatsvinden, en - is gewaarborgd dat gemorste of gelekte stoffen direct worden opgeruimd. b. Degene die de inrichting drijft draagt er zorg voor dat de bedrijfsinterne procedures en werkinstructies worden nageleefd. c. De controle, het onderhoud en het beheer van bodembeschermende voorzieningen vinden zodanig plaats dat vrijgekomen stoffen zijn verwijderd voordat deze in de bodem kunnen geraken. d. Morsingen en lekkages worden overeenkomstig de bedrijfsinterne procedures en werkinstructies, verholpen en opgeruimd. e. Degene die de inrichting drijft draagt er zorg voor dat de in het kader van de bedrijfsinterne procedures en werkinstructies noodzakelijke absorptiemiddelen en andere materialen en middelen ter bescherming van de bodem binnen de inrichting in voldoende mate aanwezig zijn en dat er voldoende, in het gebruik van deze middelen, geïnstrueerd personeel aanwezig is. f. Door of namens de vergunninghoudster wordt jaarlijks een vloeistofkerende vloer visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van lekken, gebreken of beschadigingen. g. Door of namens de vergunninghoudster wordt binnen zes weken herstel gepleegd aan de geconstateerde gebreken. h. Bevindingen van controles van of onderhoud aan bodembeschermende voorzieningen, alsmede acties genomen na incidenten met bodembedreigende stoffen, die mogelijk hebben geleid tot een bodemverontreiniging, worden opgenomen in het milieulogboek dat te allen tijde beschikbaar is voor het bevoegd gezag. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam inrichting: Windpark De Zuidlob Ontwerpvergunning nr.: MV 09/04

37 6.9 Uiterlijk zes maanden voor de start van de bouw van het elektriciteitverdeelstation dient bodemonderzoek conform de NEN 5740 te worden verricht naar de huidige toestand van de bodem. Een opzet van het onderzoek wordt voorafgaand aan de uitvoering afgestemd met het bevoegd gezag. 6.10 Het resultaat van het bovenstaande onderzoek dient uiterlijk drie maanden voor de start van de bouw van het elektriciteitverdeelstation aan het bevoegd gezag te worden gezonden. 6.11 Bij beëindiging van een bodembedreigende activiteit dient ter vaststelling van de kwaliteit van de bodem een bodembelastingonderzoek naar de eindsituatie te zijn uitgevoerd. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd conform de NEN 5740. De opzet van het onderzoek dient alvorens tot uitvoering wordt overgegaan, te zijn overgelegd aan het bevoegd gezag. De resultaten van het onderzoek dienen uiterlijk drie maanden na het uitvoeren van het onderzoek aan het bevoegd gezag te zijn overgelegd. 6.12 Indien brand ontstaat dient deze onmiddellijk na het ontdekken ervan te worden gemeld bij de Alarmcentrale van brandweer Flevoland. Bij een beginnende brand dienen, zo mogelijk, onmiddellijk blusactiviteiten te worden gestart, tenzij veiligheidsredenen zich hiertegen verzetten. 6.13 Brandblusmiddelen moeten duidelijk zichtbaar zijn, onbelemmerd kunnen worden bereikt en steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn. 6.14 Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. 6.15 In de inrichting werkzame personen moeten omtrent het vermelde in hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer, en de maatregelen die zijn getroffen om aan het vermelde in hoofdstuk 17 te voldoen, zijn geïnstrueerd. 6.16 Voor het elektriciteitverdeelstation moet een actueel bedrijfsnoodplan opgesteld zijn waarin wordt voorgeschreven hoe dient te worden gehandeld bij calamiteiten of bedrijfsstoringen zoals brand, lekkages en ernstige verontreinigingen van water, bodem en/of lucht. 6.17 Het bedrijfsnoodplan moet voor ingebruikname van het elektriciteitverdeelstation ter goedkeuring aan het bevoegd gezag worden aangeboden, alsmede ter informatie naar de regionale brandweer toegezonden. 6.18 Het bedrijfsnoodplan moet op een centrale plaats binnen de inrichting aanwezig zijn. Op duidelijk herkenbare plaatsen binnen de inrichting moet op een duidelijk zichtbare plaats een lijst aanwezig zijn met telefoonnummers van bij calamiteiten/bedrijfsstoringen te waarschuwen (hulp)instanties.


38 Begrippenlijst Equivalente geluidsniveau (LAeq) Het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Geluidsniveau in dB(A) Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de IEC-publikatie no. 651, uitgave 1979. Maximaal geluidsniveau (LAmax) De hoogste aflezing van de geluidsmeter in de meterstand F (fast); NEN Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut (NNI) uitgegeven norm. Nulsituatie De kwaliteit van de bodem en het grondwater ter plaatse van de inrichting op het moment van vergunningverlening. Vloeistofdichte vloer Een blijvend vloeistofdichte verharding die afwaterend is aangelegd en die bestand is tegen de inwerking van de uit de opgeslagen materialen tredende vloeistoffen, danwel tegen de (vloei)stoffen die vrijkomen bij de erboven uitgevoerde activiteiten. De constructie van een vloeistofdichte vloer is afhankelijk van het gebruik van de soort transportmiddelen en de aard van de opgeslagen stoffen. Mogelijke uitvoeringen zijn: vloeren die voldoen aan de KIWA of Nationale beoordelingsrichtlijnen zoals BRL 2362, ter plaatse gestort beton vloeistofdicht voor motorbrandstoffen en smeermiddelen; een in het werk gestorte waterdichte betonvloer, uitvoering volgens NEN 3880 en ontwerp NEN 5950, minimale sterkteklasse B 25 volgens ontwerp NEN 5950, minimale betondekking 30 mm, maximale waterindringing 30 mm, bepaald volgens ontwerpnorm ISO/DIS/7031.

Besteladressen NVN-, NEN-, NEN-EN, NEN-ISO-normen zijn te verkrijgen bij het Nederlands Normalisatie-Instituut, Postbus 5959, 2600 GB te Delft (tel: 015-2690390).


Oprichtingsvergunning voor drie lijnopstellingen van elk 12 windturbines en een elektriciteitverdeelstation in de Zuidlob van de gemeente Zeewolde

Recommend Documents