Pagina 1 van 67
Imagine the result
Opmaak van een model voor de technische kosten van inrichtings- en beheerwerken Eindrapport Ondersteunend Centrum van het Agentschap Natuur en Bos Projectnummer BE0112000229 | september 2012
Pagina 2 van 67
Opdrachtgever
4001234
(Ondersteunend Centrum van het) Agentschap Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 bus 22 1000 Brussel Martine Waterinckx
(Agentschap
Natuur en Bos) Projectomschrijving: Opmaak van een model voor de technische kosten van inrichtings- en beheerwerken
Opdrachtnemer
ARCADIS Belgium nv/sa Posthofbrug 12 2600 Berchem
Contactpersoon
Dieter Vandenbroucke
Telefoon
+32 9 333 84 98
Telefax
+32 9 242 44 44
E-mail
d.vandenbroucke@arcadisbelgium. be
Website
eindrapport technische kostenmodel september 2012
www.arcadisbelgium.be
Pagina 3 van 67
4001234
Revisie Versie
Datum
Opmerking
Versie 1
27/06/2012
Tussentijds rapport
Versie 2
13 september 2012
Eindrapport
Functie
Naam
Handtekening
Datum
Functie
Naam
Handtekening
Datum
Naam
Handtekening
Datum
Opgesteld Afdeling/discipline
Geverifieerd Afdeling/discipline
Goedgekeurd door klant Afdeling/discipline
Functie
eindrapport technische kostenmodel september 2012
Pagina 5 van 67
4001234
Inhoudsopgave Ontwerp van een model voor de technische kosten van inrichtings- en beheerwerken .......................... 7 1 Inleiding: Achtergrond en doelstellingen van de studie................................................ 7 1.1 Doelstellingen en aanpak ................................................................................................... 8 1.2 Scope technisch kostenmodel: wat (niet) verwachten van het model? .............................. 9 2 Onderzoek en opmaak eenheidskosten ........................................................................13 2.1 Informatieverzameling en bronnen ................................................................................... 14 2.2 Oplijsten van eenheidskosten ........................................................................................... 16 2.3 Evaluatie van de eenheidskosten ..................................................................................... 20 2.4 Vertaling naar het technisch kostenmodel ........................................................................ 22 2.4.1 Eenheidskosten per hectare (habitat): assumpties .......................................................... 22 2.4.2 Maatregelen: knelpunten en uitzonderingen .................................................................... 23 2.4.3 Resultaten: lijst van eenheidskosten van maatregelen voor inrichting en beheer ........... 25 3 Bouw van een kostenmodel: structuur, functionaliteit, gegevens en aannames .....27 3.1 Verkennende functionele analyse van het model ............................................................. 27 3.1.1 Definities en afspraken voor het ontwerp van het technisch kostenmodel....................... 28 3.2 Structuur en bouw kostenmodel ....................................................................................... 29 3.3 Invoer: beschikbaarheid van gegevens ............................................................................ 30 3.3.1 Oppervlakte per habitattype en beheertype...................................................................... 31 3.3.2 Maatregelpakketten en detailinformatie maatregelen....................................................... 31 3.4 Scenario’s ......................................................................................................................... 32 4 Werking en resultaten kostenmodel ..............................................................................35 4.1 Output en achtergrond bij de interpretatie van de resultaten ........................................... 35 4.2 Invoer scenario’s (en pakketten) en richtlijnen voor de gebruiker .................................... 37 4.2.1 Invoer data: pakketten ...................................................................................................... 37 4.2.2 Invoer scenario’s ............................................................................................................... 38 4.3 Resultaten scenario’s........................................................................................................ 40 4.3.1 Scenario 1: S-IHD vóór besluitronde ................................................................................ 42 4.3.2 Eenheidskosten per pakket .............................................................................................. 45 4.3.3 Scenario 2: G-IHD binnen en buiten SBZ ......................................................................... 50 4.3.4 Scenario 3: kost voor ANB, binnen actuele domeinen ..................................................... 52
eindrapport technische kostenmodel september 2012
Pagina 6 van 67
eindrapport technische kostenmodel september 2012
4001234
Pagina 7 van 67
4001234
Ontwerp van een model voor de technische kosten van inrichtings- en beheerwerken 1
Inleiding: Achtergrond en doelstellingen van de studie Op basis van de Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1992 heeft de Vlaamse Regering Speciale Beschermingszones (SBZ) aangewezen. Deze gebieden werden afgebakend met het oog op het duurzaam overleven van habitats en soorten die op Europees niveau zeldzaam of bedreigd zijn. Voor deze SBZ’s worden de zogenaamde instandhoudingsdoelstellingen (IHD) vastgelegd tegen eind 2012. De manier waarop de Vlaamse Overheid dit aanpakt is uitgetekend in overleg met de doelgroepen die op het terrein geconfronteerd zullen worden met de IHD en deze ook mee zullen of kunnen realiseren: landbouwers, bosbouwers, natuurverenigingen, het bedrijfsleven, jagers en landeigenaars.1 De procedure voorziet een aanpak in twee stappen. Eerst worden doelen bepaald op gewestelijk
niveau
(de
zogenaamde
G-IHD
of
Gewestelijke
Instandhoudingsdoelstellingen). Voor elk Europees beschermd habitat dat in Vlaanderen voorkomt, is dus bepaald welke kwaliteitsverbetering, omvorming en uitbreidingen globaal nodig zijn om in Vlaanderen een gunstige staat van instandhouding te bereiken. In Vlaanderen kennen we 46 habitats van Europees belang, die verder kunnen gegroepeerd worden in een aantal clusters. Momenteel wordt de tweede stap gezet. Voor de speciale beschermingszones (voor de SBZ-H evenals enkele SBZ-V) worden Specifieke Instandhoudingsdoelstellingen of S-IHD opgemaakt waarvoor de G-IHD als kader dienen. Dit gebeurt via de opmaak van S-IHD-rapporten. Deze rapporten maken een onderscheid tussen herstel van gedegradeerd habitat, omvorming en uitbreiding. Na 2012 verschuift de aandacht naar de realisatie van de IHD op het terrein. Een belangrijke tijdshorizon op de middellange termijn is 2020. In het plan “Vlaanderen in Actie” (VIA 2020) heeft de Vlaamse Regering met de sociale partners en vertegenwoordigers van het middenveld afgesproken dat dan alle maatregelen uitgevoerd zullen zijn om 70% van de doelen te realiseren. Als lange termijn horizon voor het bereiken van een gunstige staat van instandhouding van alle habitats en soorten wordt 2050 gehanteerd, in lijn met de langetermijnvisie op biodiversiteit van de Europese Commissie. Een vertaling van deze visie naar 2020 komt erop neer dat Vlaanderen tegen dan 16 habitats in gunstige staat heeft.
1
Voor meer achtergrond bij Natura 2000 en het proces in Vlaanderen, zie http://www.natuurenbos.be/nlBE/Natuurbeleid/Natuur/Natura_2000.aspx
eindrapport technische kostenmodel september 2012
8
1.1
Doelstellingen en aanpak Op basis van de afbakening en visie op de te realiseren doelstellingen worden de noodzakelijke maatregelen en acties in het kader van instandhoudingsdoelstellingen voor Vlaanderen in kaart gebracht. De realisatie van IHD zal gepaard gaan met een aantal extra kosten. Het gaat zowel om eenmalige kosten (aankoop of inrichting van terreinen) als om terugkerende kosten (beheerkosten). Binnen deze opdracht wordt een kostenmodel gebouwd om de technische kosten te bepalen voor de realisatie van natuurdoelen op terrein via inrichtings- en beheermaatregelen. De globale doelstelling van het model is alvast om, steunend op een aantal onderbouwde en transparante aannames, te komen tot een grootte-orde voor deze kosten. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de doelstellingen van tijdshorizon 2050 en 2020. Aan de hand van het model is het ook mogelijk om de impact op kosten en resultaten (realisatie oppervlakte) van verschillende scenario’s2 met elkaar te vergelijken. Deze uitkomsten leveren interessante beleidsondersteunende informatie waaruit ANB verder een aantal opties kan verfijnen hoe de doelstellingen in Vlaanderen kunnen worden bereikt en hoe de acties kunnen worden gepland en / of gespreid. Het model is bovendien vlot aanpasbaar (Access-tabellen) zodat betere cijfers van eenheidskosten in de toekomst de berekeningen van de totale (technische) kosten kunnen verbeteren.
Concreet worden daarvoor binnen de opdracht volgende elementen bestudeerd en uitgewerkt.3 Meer toelichting wordt beschreven in de hoofdstukken verder in deze tekst: • Evaluatie en bijwerking van aangeleverde eenheidskosten voor het uitvoeren van maatregelen (zie hoofdstuk 1). De lijst van eenheidskosten wordt als een apart bestand geïntegreerd zodat de gebruikte waarden transparant, aanpasbaar en uitbreidbaar zijn. • Bouw van een kostenmodel (zie hoofdstuk3), op basis van beschikbare gegevens, relaties en onder gegeven assumpties. Met behulp van dit model moet dan volgende bepaald kunnen worden: -
kost per habitattype om het doel tegen 2050 te bereiken. Jaarlijkse uitgaven en netto actuele waarde voor de tijdshorizon 2050.
2
In de context van deze studie kunnen binnen een scenario een aantal parameters worden ingevuld. Rekening houdende met de uitgangssituatie van habitats, eigendomssituatie en middelen maakt ANB keuzes voor % oppervlakte van de verschillende habitattypes die op een bepaalde wijze gerealiseerd kunnen worden op het terrein (maatregelenpakketten). Bovendien kunnen de inspanningen gespreid worden in de tijd, rekening houdend met de beperkingen op het terrein (eigendomssituatie, middelen, …). Het model bepaalt vervolgens de kosten en resultaten (gerealiseerde oppervlakte). Meer informatie aangaande scenario’s wordt beschreven in paragraaf 3.4. 3 Binnen de definitie en afbakening van de opdracht worden daarnaast ook duidelijk volgende elementen vastgelegd: • Binnen dit model worden enkel maatregelen beschouwd nodig voor herstel van Natura 2000 habitats, NIET de bijkomende maatregelen specifiek opgenomen soorten. • Er wordt geen rekening gehouden met de eigendomssituatie of verschillende eigenaars. • Aankopen van gronden worden NIET meegenomen in model of de opdracht. • Ook de financiering van maatregelen wordt hier niet beschouwd.
9
-
kost per habitattype om het doel tegen 2020 te bereiken. Jaarlijkse uitgaven en netto actuele waarde, rekening houdend met de ontwikkelingsduur van het habitat en het beslist beleid.
-
Voor tijdshorizon 2020 worden in de studie op basis van door ANB aangeleverde invoergegevens verschillende scenario’s berekend. Een scenario kan beschouwd worden als een optie of strategie om de realisatie van de doelstellingen tegen 2020 te bereiken, waar de parameters oppervlakte volgens maatregelpakket en aanvangstijdstip vlot aanpasbaar zijn.
• Werking en resultaten kostenmodel: De resultaten worden overzichtelijk in beeld gebracht op niveau Vlaanderen voor totaal van de IHD. De resultaten geven dan informatie en verder inzicht in noodzakelijke beleidskeuzes en vertaling naar het terrein.
1.2
Scope technisch kostenmodel: wat (niet) verwachten van het model? Hiervoor werden de uitgangspunten en doelstellingen van het technisch kostenmodel toegelicht (beleidsondersteunende informatie niveau Vlaanderen). Op basis van de resultaten van dit model wil het Agentschap Natuur en Bos (ANB) beter inzicht bekomen in de grootte-orde van de technische kosten van inrichting en terreinbeheer verbonden met de realisatie van instandhoudingsdoelstellingen (IHD). Aan de hand van het model kunnen immers verschillende scenario’s4 worden vergeleken op schaalniveau Vlaanderen. Hieruit volgen mogelijk een aantal opties hoe de doelstellingen in Vlaanderen kunnen worden bereikt en hoe de maatregelen op het terrein moeten worden gepland.
Op basis van het model kunnen geen conclusies verbonden worden voor concrete situaties op één bepaalde locatie, aangezien de berekeningen voor niveau Vlaanderen een aantal onderbouwde en transparante aannames noodzakelijk maken, waar met andere woorden de diversiteit van lokale situaties wordt vereenvoudigd. Specifieke en lokatiegebonden situaties kunnen aanleiding geven tot zeer diverse kosten voor gelijke acties), terwijl een model op niveau van een regio als Vlaanderen op zoek moet gaan naar meer gestandaardiseerde (uitgemiddelde) eenheidskosten.
Hierna beschrijven we daarom nu reeds de afspraken die werden gemaakt over wat wel en niet in de kosten / eenheidskosten weerspiegeld wordt.
Uitgangspunten voor de berekening van de kosten en resultaten van het model:
4
Beleidskeuzes inzake type beheer en planning in de tijd in de mate dat deze flexibel zijn.
10
• De in aanmerking komende kosten zijn steeds verbonden met rechtstreekse maatregelen op het terrein (technische kosten van inrichting en beheer). De maatregelen die nodig zijn om de habitats te realiseren en in stand te houden binnen de Speciale Beschermingszones werden opgesteld door het INBO en werden opgedeeld in 3 types: omvorming (vanuit niet bestaand habitat), kwaliteitsverbetering (vanuit gedegradeerd habitat) en onderhoudsbeheer (habitat in goede toestand). Uitgangspunt voor de kosten is het naakte terreinbeheer met als doelstelling IHD: voor maaien bijvoorbeeld is dit de kost van het maaien, verzamelen en de afvoer van het maaisel. • De eenheidskosten voor de afzonderlijke maatregelen werden bepaald op basis van literatuurstudie en recente kostprijzen van werken in Vlaanderen en Nederland: om een relevante kostprijs op Vlaams niveau te bepalen werden abnormaal hoge of lage kostprijzen niet meegenomen in de bepaling van deze eenheidskost: omdat de kostprijs van een bepaalde maatregel sterk kan afhangen van terreinomstandigheden werden 3 moeilijkheidsgraden onderscheiden. Deze eenheidskosten zijn dus uitgemiddeld op Vlaams niveau en niet te beschouwen als de kostprijs voor individuele maatregelen op een bepaald terrein. -
1 = Gemakkelijk (lage kostprijs);
-
2 = Gemiddeld (kostprijs);
-
3 = Moeilijk (hoge kostprijs).
• De uiteindelijke kostenresultaten geven de kost weer om de oppervlakte van een bepaald habitat Vlaanderen in gunstige staat te brengen of te behouden. De aan dat habitattype verbonden maatregelenpakketten zijn een weergave van het gemiddelde beheer dat daarvoor op Vlaamse schaal nodig is. Het terreinbeheer in een bepaald gebied zal per definitie verschillen van deze gemiddelde maatregelenpakketten en daaraan verbonden kostprijs. • De kosten zijn uitgedrukt in prijzen van 2012. Voor het berekenen van de netto actuele waarde (verdisconteren) wordt een discontovoet van 4% gebruikt.
De volgende kosten zijn niet meegenomen in het model: • Kosten voor verwerking of eventuele opbrengsten (gekoppelde baten) worden NIET meegerekend. Dit is ook een zeer belangrijk uitgangspunt voor bijvoorbeeld maatregelen in bossen of voor ontbossing: houtopbrengsten worden niet in rekening gebracht voor de kosten. Het betreft dan enkel kosten voor vellen, uitslepen en afvoeren van hout. • Overheadkosten: kosten voor begeleiding van de werken door de beheerder, planning en organisatie van de werken,… •
Studiekosten, monitoringskosten
11
• Aankoop van terreinen; • Milieubeheerkosten of kosten ter verbetering van de algemene milieukwaliteit vereist voor de gunstige staat van instandhouding van de habitats. Hiervoor zijn externe maatregelen buiten het beheerde terrein nodig en acties kaderen in principe binnen algemene
en
bestaande
milieuwetgeving
voor
Vlaanderen,
bijvoorbeeld
waterzuivering, terugdringen van atmosferische deposities, … • Inrichtingskosten op landschapsniveau: het betreft kosten voor éénmalige en grootschalige herstelmaatregelen in door milieudruk aangetaste gebieden: deze zijn noodzakelijk om op het beheerde terrein gunstige standplaatscondities voor de habitattypes te krijgen, bijvoorbeeld aanleg of verplaatsen van dijken, herstel natuurlijke hydrologie van vallei- of moerassystemen, … • De eenheidskosten zijn exclusief BTW.
Pagina 13 van 67
2
4001234
Onderzoek en opmaak eenheidskosten Een belangrijk element bij het bepalen van de grootte-orde van de kosten voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen voor de habitats van Europees belang zijn uiteraard de kosten van de verschillende maatregelen op het terrein. Door het INBO werd een vademecum opgemaakt dat een overzicht geeft van de beheermaatregelen die nodig zijn om de habitats te realiseren en in stand te houden binnen de Speciale Beschermingszones. Het INBO zorgde voor een aanzetdocument om maatregelpakketten te definiëren per habitattype en volgens de 3 beheertypes die werden bepaald voor deze studie: omvorming (vanuit niet bestaand habitat), kwaliteitsverbetering (vanuit gedegradeerd habitat) en onderhoudsbeheer (voor habitat in gunstige staat van instandhouding). Deze oefening werd verder op punt gesteld door het ANB . Arcadis besteedde in deze fase veel aandacht aan de consistentie van de opbouw van dit bestand en de mogelijkheden of moeilijkheden om dit verder te vertalen naar een kostenmodel. Het uiteindelijke resultaat was een totaal van meer dan 200 pakketten voor de 46 habitattypes in Vlaanderen. Binnen deze pakketten werd ernaar gestreefd om maatregelen op uniforme wijze te definiëren. In deze geaggregeerde oefening (kostenraming op niveau Vlaanderen) is het immers onmogelijk om alle situaties van de dagelijkse praktijk op het terrein in rekening te brengen. In totaal werden iets minder dan 40 maatregelen weerhouden voor gebruik binnen het kostenmodel.
Het onderzoek en de evaluatie van de beschikbare eenheidskosten wordt hierna verder
toegelicht.
Dit
is
een
complexe
oefening,
vermits
de
kosten
sterk
situatieafhankelijk zijn en niet eenvoudig vertaald kunnen worden naar de doelstellingen van deze oefening. Voor het gebruik van kosteninformatie in het model moeten de kosten immers omgezet worden naar de kost per hectare habitat. Voor maatregelen als maaien en plaggen zijn eenheidskosten meestal per hectare beschikbaar. Voor andere maatregelen, zoals bijvoorbeeld het ruimen van wateren of het graven van nieuwe wateren is een omrekening noodzakelijk. De assumpties die werden gehanteerd, worden opgelijst in paragraaf 2.4.1. Informatie in verband met de kostprijs is op basis van verschillende bronnen beschikbaar. Een aantal gegevens werden aangeleverd door het Agentschap Natuur en Bos. Voor een evaluatie van deze kosten moesten vaak ook andere bronnen worden geraadpleegd om inconsistenties en onvolledigheden te corrigeren. De alternatieve bronnen zijn soms moeilijk vergelijkbaar omdat andere definities worden gehanteerd of omdat bijvoorbeeld gekoppelde baten (bv houtopbrengsten) mee in de eenheidskost worden verrekend. Voor de doelstelling van deze oefening wordt enkel de kost van het naakte beheer of inrichting gerekend (zie paragraaf 1.2). Deze elementen maken de oefening tot een complexe
eindrapport technische kostenmodel september 2012
14
opdracht, waar een evenwicht moet worden gezocht tussen beschikbare gegevens, graad van detail en validatie van bronnen met de praktijk.
Het onderzoek van de kosten van beheermaatregelen werd als volgt aangepakt: • Screening van literatuur en extra contacten -
Via ANB
-
Eigen deskstudie
-
Bijkomende contacten
• Opstellen uitgebreide lijst van eenheidskosten en aanvullen relevante metadata. • Evaluatie eenheidskosten -
Kritische evaluatie outliers
-
Feedback ANB, stuurgroep en experten
-
Keuzes
• Resultaten eenheidskosten voor gebruik in het kostenmodel (€ per hectare habitat)
2.1
Informatieverzameling en bronnen Literatuur en bronnen van kosten van maatregelen (voor beheer en natuurontwikkeling) werden zowel aangeleverd door ANB als bijkomend verzameld door extra deskstudie.
Verschillende bronnen bekomen via ANB zijn gebaseerd op reële praktijken en situaties in Vlaanderen. Voor deze oefening is het bijgevolg belangrijk om de hier aanwezige informatie maximaal te benutten. Vaak gaat het om interne documenten van ANB, bijvoorbeeld vergelijking van bestekken van aannemers. Deze bronnen worden uiteraard vertrouwelijk behandeld en niet verder verspreid. De bronnen worden hierna in willekeurige volgorde van belang opgelijst. Tijdens de analyse van de eenheidskosten is wel duidelijk gebleken dat sommige bestanden veel nuttiger waren dan andere. In een aantal databanken is het immers vaak onvoldoende duidelijk wat de precieze inhoud is van de beschreven maatregelen - en dus kosten -, waardoor het soms moeilijk is om alle elementen in het onderzoek op te nemen. • Indicatieve kostenschatting van G-IHD voor beheer van ANB-domeinen. Geert Sterckx (ANB). 19-5-2009 • Eenheidsprijzen DELTA: Door de veelheid aan waarnemingen in de databank is een selectieve aanpak noodzakelijk, waar wordt gefilterd per beheermaatregel (zoeken aan de hand van trefwoorden zoals maaien, vellen…). Achteraf is gebleken dat de kostprijzen voor bosgerelateerde maatregelen niet relevant zijn voor IHD, omdat het
15
vaak gaat om individuele en specifieke acties (bv kappen van gevaarlijke bomen langs wegen, het aanplanten langs wegen). • Overzichtstabellen van beheerwerken uitgevoerd door derden via ANB. Een deel van deze waarnemingen is allicht ook weerhouden in de DELTA-databank. De samenvattingen werden gemaakt voor maaien, beplantingen en bebossingen en recreatieve infrastructuur en inrichting natuur. De resultaten hier zijn meestal al gemiddelden van andere individuele waarnemingen. • Kosteninformatie DANAH-project. • PWC (2010). Administratieve vereenvoudiging door de integratie van subsidiestelsels inzake sociale tewerkstelling voor natuur, bos-, groen- en milieubeheer. Studie in opdracht van het Agentschap Natuur en Bos: weinig informatie (uit de bijhorende excel) echt kunnen gebruiken. • Informatie toegestuurd op basis van ervaringen binnen natuurinrichtingsprojecten van de Vlaamse Landmaatschappij, VLM. • Informatie Bosgroepen voor een aantal maatregelen. (mail en communicatie Jan Spaas) • Informatie ANB: afvissingen en snoeken uitzetten • Buysse,
Wim
(2012).
Beheerdoelstellingen
realiseren
in
aanwezigheid
van
Amerikaanse Vogelkers. Brussel, Agentschap voor Natuur en Bos. 106 pp.
Uit het onderzoek van de beschikbare gegevens van ANB is gebleken dat niet voor alle relevante maatregelen voor het bereiken van IHD kosteninformatie beschikbaar was. Daarnaast was het ook onvoldoende of de bekomen prijsvork realistisch en ruim genoeg was. Aanvullend werd daarom ook een beroep gedaan op de kosten van algemeen aanvaarde bronnen uit Nederland, zoals het kostennormenboek (Alterra) en de Commissie Verheijen waar een aantal extra bruikbare elementen werden gevonden.
Voor sommige maatregelen was er na de evaluatie van de beschikbare informatie nog steeds onduidelijkheid over een aantal eenheidskosten. Arcadis heeft hiertoe verdere contacten gemaakt met oa • Provincie Limburg (dienst Waterlopen). Hendrik Awouters • ANB West-Vlaanderen: projecten Meetjesland, Wim Slabbaert • Agrodiensten (Mathias D’Hooghe) • Informatie KU Leuven (Pieter Lemmens en Luc De Meester): geen concrete of specifieke informatie voor actief biologische beheer als geheel.
16
Tot slot bleek ook aanvullende literatuurstudie noodzakelijk om de al beschikbare gegevens verder af te toetsen of aan te vullen. Hiervoor werd bij voorkeur gebruik gemaakt van publicaties van instanties met voldoende kennis inzake natuurbeheer (Alterra, Universiteit Gent, informatie van regio’s5, Inverde6, …). De gehanteerde literatuurbron werd in het bestand van de eenheidskosten ook steeds vermeld bij elke waarneming van een eenheidskost.
2.2
Oplijsten van eenheidskosten De
beheermaatregelen
(soms
ook
submaatregelen)
uit
de
verschillende
literatuurbronnen werden in een eerste luik verzameld in een uitgebreide lijst. Dit bestand groepeert alle relevante informatie voor de weerhouden maatregelen zodat verdere analyse van de gegevens vlot kan worden uitgevoerd (metagegevens van de “waarnemingen”, i.e. per rij met kostengegevens). Deze lijst werd opgesteld in een excel rekenblad zodat hierop verder bewerkingen kunnen worden uitgevoerd. Het bestand maakt onderdeel uit van de rapportering binnen deze opdracht (tabblad “Data”). Hieronder (Figuur 1) wordt een afbeelding uit de databank getoond om de maatregelen en de verzamelde (bijkomende) informatie te illustreren.
5
Vaak in Nederland. Zie bijvoorbeeld. Handboek waterberging en oevers (2007). Waterschap Hollandse Delta. Permanente Vorming voor het Agentschap voor Natuur en Bos. Kosteneffectiviteit. Informatieinzameling beheerwerken Vlaanderen en buitenland. Document opgesteld door Willy Verbeke (Inverde), mei 2012
6
17
Figuur 1 : Selectie en afbeelding van een deel van de uitgebreide lijst met eenheidskosten uit het excel bestand
Op basis van de aanwezige informatie in deze uitgebreide lijst moeten de maatregelen en kostengegevens verder worden vertaald naar bruikbare invoergegevens voor het model voor technische kosten van inrichting en beheer. De uitgebreide lijst van maatregelen en kosten bevat vrij veel extra informatie die mee wordt gebruikt in de verdere evaluatie van de eenheidskosten. Er werd bewust gekozen om veel gegevens in de tabel op te nemen, zodat achteraf nog een analyse kan gebeuren naar de relevantie van een bepaalde maatregel (en kost) voor de doelstelling van dit onderzoek. Dit ontwerp en structuur van de tabel geeft zo een beeld van de kwaliteit van de informatie en laat toe een oordeel te vormen over:
18
• Volledigheid / representativiteit: het uitgebreide onderzoek naar eenheidskosten verzamelt zo veel mogelijk kostprijzen op basis van betrouwbare informatiebronnen voor vooral Vlaanderen en Nederland. Niettemin zijn er nog steeds ontbrekende kosten voor een aantal beheermaatregelen, bv voor vrij complexe maatregelen als actief biologisch beheer (ABB), maatregelen ivm waterkwaliteit of dynamiek of minder frequente maatregeren (afsluiten van grotten). De uiteindelijke keuzes voor integratie in het model worden verder beschreven in paragraaf 2.4.2. • Detail: de lijst van eenheidskosten vermeldt voor de verschillende waarnemingen wat inbegrepen is in deze eenheidskosten (zie kolommen E, F en G in het excelbestand of Figuur 1). Het gaat hier dan in principe enkel om de kosten van de werken (naakte beheer van terreinen), exclusief overhead. De prijzen zijn exclusief BTW. Bij de analyse van de kosten in het kostenbestand (zie volgende paragraaf 2.3) wordt dan ook verder beoordeeld hoe de spreiding van de kosten (prijsvork) is en wat mogelijke verklaringen daarvoor kunnen zijn. • Nauwkeurigheid en / of betrouwbaarheid: de verschillende bronnen zijn gebaseerd op betrouwbare informatiebronnen (ervaringen op het terrein Vlaanderen, Normenboek Nederland, …). De bron en basis van de gegevens staan vermeld in kolommen H en I (Figuur 1). De gegevens en grootteorde van de eenheidskosten zijn bijkomend getoetst aan andere literatuurbronnen indien de spreiding voor een bepaalde maatregel moeilijk te verklaren was of indien onvoldoende gegevens beschikbaar waren.
Mede op basis van deze parameters kan worden beslist om bepaalde waarden al dan niet mee op te nemen voor de uiteindelijke berekening van de gemiddelde kost en het kosteninterval (kolommen L en M in Figuur 1). Bepaalde waarnemingen worden beter niet meegenomen indien ze bijvoorbeeld te sterk afwijken van de andere gevonden waarden (outliers). Dit kan mogelijk betekenen dat de definitie of inhoud van de maatregel afwijkend is, wat niet steeds kan afgeleid worden (enkel) op basis van de beschikbare informatie. In die zin is het bijgevolg ook mogelijk dat een kostprijs slechts betrekking heeft op een deelactiviteit van een maatregel. Beheermaatregelen en bijhorende kosten werden geïdentificeerd op verschillende detailniveaus en met verschillende omschrijvingen (zie kolommen B en E in Figuur 1). Voor maaien bijvoorbeeld onderscheiden we maaien met afvoer, zonder afvoer, verwerken van maaisel of maaien van diverse terreintypes of omstandigheden (ruigte, natte / droge heide, grasland, …). Dit geldt eveneens voor andere maatregelen als plaggen of zelfs ruimen / baggeren waar de kost sterk bepaald wordt door de factoren dikte van de sliblaag en bergen van het slib ter plaatse of transport naar een (afgelegen) depot of voor verdere verwerking. Binnen het kader van deze opdracht, het bepalen van een grootteorde van technische kosten van beheer op basis van een model op niveau
19
Vlaanderen, is het echter belangrijker om maatregelen op een logische wijze te aggregeren of samen te nemen indien mogelijk (uiteindelijke beslissing is te lezen in kolom A in Figuur 1), ervan uitgaand dat maatregelen dienen om habitats in gunstige staat van instandhouding te brengen of te houden. Voor maaien bijvoorbeeld wordt met het oog op IHD en habitatherstel of -ontwikkeling meer algemeen steeds verondersteld dat deze actie (en dus ook de kost) ook het verwijderen en afvoer van het maaisel omvat. Met eventuele kosten voor verwerking of opbrengsten (biogas) van het maaisel wordt in dit model geen rekening gehouden. Samennemen van maatregelen of zelf aggregeren van eenheidskosten is meestal slechts mogelijk wanneer deelactiviteiten uit dezelfde bron kunnen afgeleid worden of indien de “lading” van de verschillende maatregelen voldoende beschreven is. Waar mogelijk werd deze aggregatie (bijvoorbeeld voor maaien) uitgevoerd om minstens het resultaat op basis van andere waarnemingen te toetsen. Naast het groeperen van gelijke maatregelen (zie hoger, i.e. niet noodzakelijk dezelfde terminologie in de verschillende bronnen) met het oog op het bepalen van een geschikte eenheidskost (interval en een gemiddelde) is het bij het beoordelen van de informatie ook belangrijk om outliers te beoordelen en niet te beschouwen, tenzij bijvoorbeeld meer extreme waarden duidelijk gerelateerd kunnen worden aan moeilijkere omstandigheden om een maatregel uit te voeren. Bij maaien bijvoorbeeld, is maaien in natte omstandigheden en milieus moeilijker en duurder, wat ervoor zorgt dat deze kosten de hoge inschatting van de eenheidskost zullen bepalen. Outliers wijzen in deze studie op individuele eerder onverklaarbare extreem hoge of lage kostengegevens. Voor de maatregelen waar meerdere waarnemingen werden geïdentificeerd werd een gemiddelde en standaardafwijking berekend. Indien een waarde sterk afwijkt van het interval ‘gemiddelde waarde plus of min de standaardafwijking’, dan werd per maatregel individueel beoordeeld om de waarneming al dan niet mee te nemen. Dit wordt op transparante wijze in het Excel-bestand beschreven. Binnen het kader van deze studie (toestand in Vlaanderen, dus vaak een uitmiddeling van meer uiterste waarden van lokale omstandigheden) lijkt het niet zinvol om te extreme waarden in rekening te brengen. Het valt echter op te merken dat voor sommige maatregelen slechts een beperkt aantal kostengegevens beschikbaar zijn waardoor de aanduiding van “outliers” vaak moeilijk wordt. De uiteindelijke keuze van de prijsvork werd bepaald door ANB na verder overleg met een aantal doelgroepen en experten die kennis hebben van de praktijk.
Bij de gegevensinzameling gaat de aandacht (prioritair) naar de maatregelen die werden opgenomen in de pakketten die werden opgesteld in het kader van deze opdracht, dus met het oog op het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen. Eenheidskosten van andere maatregelen zoals klepelen of bosfrezen en dergelijke werden ook opgenomen indien deze werden geïdentificeerd omdat ze (later) mogelijk ook relevant zullen zijn voor bepaalde vormen van beheer van habitats.
20
2.3
Evaluatie van de eenheidskosten In een tweede luik van het onderzoek naar eenheidskosten wordt de beschikbare kosteninformatie (waarden) verder kritisch beoordeeld. Deze analyse moet verder inzicht geven in enerzijds de gemaakte keuzes voor de groepering van maatregelen (dekken de maatregelen effectief dezelfde of een gelijkaardige inhoud?) maar ook in resulterende kostprijzen voor de maatregelen relevant voor deze opdracht (zijn eenheidskosten en de prijsvork realistisch?). De analyse van de “weerhouden” maatregelen7 gebeurt op basis van een draaitabel, waar gelijkaardige maatregelen (en kosten) op een overzichtelijke manier kunnen worden getoond per groep. Aan de hand van deze analyse wordt duidelijk indien sommige maatregelen nog verder gegroepeerd moeten worden omdat ze te gedetailleerd zijn of anderzijds omdat ze slechts een deelcomponent – en dus vaak niet kunnen worden gebruikt - vormen van de totale kost die we zoeken (i.e. het niveau van de maatregelen zoals gedefinieerd binnen de pakketten). Dit werd uitgevoerd als stapsgewijs proces waardoor bepaalde maatregelen nog anders werden omschreven of gegroepeerd. Enkel op die manier kunnen de verschillende maatregelen op een gelijkaardige manier geïnterpreteerd worden. Op basis van de weerhouden maatregelen kan daarna een vrij betrouwbare gemiddelde inschatting en bijhorende hoge en respectievelijk lage inschatting van de eenheidskost bepaald worden. Het voorstel voor de uiteindelijke keuze van de kostenwaarden en de gebruikte waarnemingen per maatregel is op een transparante manier gepresenteerd in aparte werkbladen van het excel bestand, zodat dit op elk moment door experts kan worden beoordeeld en verder aangepast of verbeterd indien nodig. Hieronder wordt het voorbeeld voor de maatregel chopperen ter illustratie ingevoegd.
7 i.e. de relevante maatregelen en bijhorende kosten. Het DELTA-bestand levert bijvoorbeeld ook kostprijzen voor vellen of kappen van houtige gewassen of de aanplant ervan. De bijhorende eenheidskosten waren echter dermate hoog dat moest worden besloten dat het hier om individuele (moeilijke) activiteiten ging, bv het vellen van een zieke of zeer grote boom langs wegen, waardoor de kostprijs per hectare (omrekenfactor x bomen per ha) onrealistisch hoog was.
21
Figuur 2 : illustratie voorbeeld maatregel chopperen. Afbeelding uit het excel-bestand
Via dit voorbeeld kan de werkwijze worden beschreven. In de uitgebreide lijst van eenheidskosten staan 6 (zie kolom aantal) waarnemingen voor chopperen. Eén van deze waarnemingen slaat enkel op afvoeren van het gechopperde materiaal en deze maatregel wordt bijgevolg NIET verder beschouwd voor de berekening. Uit de berekening van het gemiddelde en standaardafwijking van de resterende waarnemingen volgt dat één waarde (2500 €/ha binnen project DANAH) buiten het gemiddelde plus 1 keer de standaardafwijking valt. De waarden voor Vlaanderen liggen hoger dan de waarden van het kostennormenboek, maar omstandigheden (beperkt aantal praktijkwaarnemingen) kunnen hier aan de basis van liggen. Na overleg met ANB is beslist om ook de waarde van het DANAH-project mee te nemen omdat deze kostprijzen in de praktijk effectief ook realistisch zijn. De uiteindelijke gemiddelde waarde, de lage en hoge inschatting van de kosten worden bijgevolg gebaseerd op alle waarden behalve de waarneming voor de deelactiviteit afvoer. Voor een aantal maatregelen was het moeilijk om tot een gemiddelde waarde (voor schaalniveau Vlaanderen) te komen. Waarden uit diverse bronnen kunnen soms dermate verschillen terwijl de nodige informatie over de exacte inhoud van de kost soms ontbreekt. Daarnaast stroken de waarden uit de literatuur (meestal voor minder courante maatregelen) niet steeds met de ervaringen uit de hedendaagse praktijk. Voor het specifieke geval van maaien varieert de eenheidskost zeer sterk naargelang de omstandigheden. Omdat deze maatregel een belangrijke rol speel in natuurbeheer werd informatie uit veel verschillende bronnen met elkaar vergeleken en geëvalueerd. Op basis van de beschikbare en uitgebreide informatie, aangevuld met contacten uit de praktijk, heeft ANB ook voor deze maatregelen uiteindelijk een aantal goed onderbouwde keuzes voor de eenheidskosten gemaakt.
22
2.4
Vertaling naar het technisch kostenmodel In het repetitief proces beschreven in paragraaf 2.2 en 2.3 werden de eenheidskosten voor de lijst van relevante maatregelen voor het technisch kostenmodel geselecteerd en geëvalueerd. Om deze kosten te integreren in het rekenmodel zijn voor een aantal maatregelen nog bijkomende aanpassingen nodig omdat ze bijvoorbeeld niet uitgedrukt zijn in € per hectare habitat (zie paragraaf 2.4.1). Daarnaast zijn er nog steeds maatregelen waar geen kostprijs voor gekend is of waar gemiddelde eenheidskosten op niveau Vlaanderen niet kunnen afgeleid worden, bijvoorbeeld omdat ze enkel voor concrete situaties kunnen worden bepaald (bijvoorbeeld het herstel van de hydrologie van een gebied). Vanuit theoretisch oogpunt is het voor sommige kostprijzen mogelijk aangewezen om deze te actualiseren naar eenzelfde prijspeil (vandaag). De vergelijkende oefening van de kosten uit de literatuur leert echter dat de spreiding van de waarnemingen dermate groot is dat het bijgevolg slechts een detailingreep is om een inflatie% toe te passen om eenheidskosten op te schalen naar vandaag. Er is met andere woorden steeds een onzekerheidsfactor en variabiliteit in omstandigheden die veel groter is dan een eventueel effect van inflatie. Bovendien zijn veel van de waarnemingen gebaseerd op prijzen uit een recent verleden (bv na 2008). We gaan er bijgevolg voor de eenvoud van uit dat de resulterende kostenintervallen uitgedrukt zijn in prijzen van vandaag. Dit betekent ook dat voor alle resultaten en berekeningen van kosten het resultaat is uitgedrukt in prijspeil 2012.
2.4.1
Eenheidskosten per hectare (habitat): assumpties Voor sommige maatregelen zijn kosten niet beschikbaar per hectare, terwijl de rekeneenheid in het model oppervlakte (hectare) is. In de eerste plaats treedt dit probleem vooral op voor maatregelen gerelateerd aan graven, waar kosten vaak zijn uitgedrukt per volume-eenheid (m³). Bovendien is het voor een aantal maatregelen ook verder noodzakelijk om kosten per hectare nog verder om te zetten naar kosten per hectare habitat. Hierbij wordt dan vooral gedacht aan de uitvoering van maatregelen voor een habitat waar de “bewerkte” oppervlakte niet overeenstemt met de volledige oppervlakte habitat, bijvoorbeeld herprofileren van oevers of het graven van greppels. Eenheidskosten voor die maatregelen worden dan bijvoorbeeld uitgedrukt per stuk, per m³ of lopende meter waardoor de eenheidskost nog herschaald moet worden naar een hectare (habitat) op basis van realistische assumpties. Tot slot zijn ook nog een aantal andere assumpties nodig, bijvoorbeeld voor maatregelen in verband met bos (aantal aanplantingen per ha, …).
23
De assumpties die werden gehanteerd werden zo veel mogelijk gebaseerd op literatuur of afgetoetst met ervaringen uit de praktijk (stuurgroep begin juli 2012). Verdere aanpassingen kunnen steeds door ANB worden uitgevoerd, uiteraard hebben de keuzes een significante invloed op de kosten van maatregelen en bijgevolg de uiteindelijke resultaten. Volgende assumpties worden gebruikt, opgelijst volgens de maatregelen waarop ze van toepassing zijn (zie tabblad “assumpties” in het bestand van de eenheidskosten):
• Begrazen: verzorgen van vee, drinkwater, onderhoud begrazingsinfrastructuur, “huisvesting" • afrastering (plaatsing en afbraak): 109 meter draad per ha. Periodiek dient het raster te worden vervangen. Deze periode wordt ingesteld op 10 jaar. Bij onderhoudsbeheer wordt gerekend dat rasters jaarlijks op 10% van de totale oppervlakte worden vervangen, wat erop neerkomt dat na 10 jaar overal een vervanging is gebeurd. • Plaggen: 1000 m³ gemiddeld per ha (ANB); bij eenheidskosten waar geen rekening werd gehouden met afvoer van plagsel is een bijkomende berekening gebeurd met aanname afstand terrein naar depot van 10 km. • Afgraven: 0,5m diepte afgraving (5000 m³ per hectare) • Afvissen wateren: 0,25ha per waterlichaam, 2 waterlichamen per ha habitat • ruimen / baggeren (stilstaande) wateren: Er wordt uitgegaan van 2700m³ per hectare (bron Normkost Commissie Verheijen baggeren vennen). • herprofileren oevers: voor een vijver van 1 hectare wordt gerekend met een omtrek van +/- 500 meter. Daarnaast wordt gerekend aan 0,5m³ uitgraven gemiddeld per lopende meter oever. (250 m³ per hectare habitat) • nieuwe uitgraving: 5000m³ per uitgraving. Eenheidskost iets hoger dan bij afgraven omdat de vereisten aan het werk iets hoger of meer complex zijn. • Uitgraven of ruimen van greppels: 200 meter greppel per ha habitat (bv slik- en zandgebieden) en 0,5 m diepte greppel, wat leidt tot 100m³ ruimen / graven per hectare habitat.
2.4.2
Maatregelen: knelpunten en uitzonderingen Voor een beperkt aantal maatregelen werden momenteel geen kosten geïdentificeerd. Vaak gaat het hier om zeer specieke maatregelen of maatregelen waar de exacte omschrijving niet eenduidig is of niet gekend is in literatuur. Meer bepaald ontbreken kosten voor volgende maatregelen:
24
• maatregelen afsluiten en opruimen grotten (habitattype 8310): dit heeft momenteel geen invloed op de resultaten omdat geen oppervlaktedoelen zijn geformuleerd in de huidige scenario’s. • Aanbrengen leem: voorlopig werd dezelfde eenheidskost verondersteld als voor het aanbrengen van kalk. • Zeven: geen eenheidskosten gevonden • Actief
Biologisch
Beheer8:
werd
voorlopig
geschrapt
als
maatregel
omdat
deelmaatregelen zoals ruimen / baggeren, afvissen en herprofileren van oevers apart zijn opgenomen.
Tot slot kan ook worden opgemerkt dat het voor een aantal maatregelen weinig zinvol is om eenheidskosten te bepalen voor (algemeen) gebruik in het technisch kostenmodel, omdat ze te situatiespecifiek zijn (vaak grote kosten, bijvoorbeeld herstel hydrologie) of omdat het kosten van generiek beleid betreft (bv waterkwaliteit). Hier kiest ANB ervoor om buiten het model een totale kost voor Vlaanderen te berekenen of om de kosten niet toe te rekenen in het kader van IHD. Het gaat hier om vrij omvattende en geaggregeerde maatregelen zoals het herstel van de hydrologie, herstel van de dynamiek van een systeem of de waterkwaliteit. Voor deze maatregelen moet bijgevolg worden opgemerkt dat de kosten voorlopig niet worden weerspiegeld in de resultaten van het technisch kostenmodel: • Herstel hydrologie: De maatregel komt vrij vaak voor en bij verschillende habitattypes. • Herstel bufferend vermogen: komt slechts 1 keer voor. Geen kost gevonden, deze kan echter worden toegevoegd indien een kosteninschatting kan worden gemaakt. • Integraal waterbeheer: waterkwaliteit en herstel dynamiek. Omdat dit onderdeel is van generiek beleid en vaak gaat om maatregelen buiten de SBZ’s worden de kosten hiervan niet meegenomen (i.e. eenheidskost gelijk aan 0) in dit model. Wordt wel opgenomen als maatregel(pakket) voor de toewijzing van oppervlaktes. Komt slechts voor bij één habitattype. • Herstel waterkwaliteit: Omdat dit onderdeel is van generiek beleid en vaak gaat om maatregelen buiten de SBZ’s worden de kosten hiervan niet meegenomen (i.e. eenheidskost gelijk aan 0) in dit model. Wordt wel opgenomen als maatregel(pakket) voor de toewijzing van oppervlaktes. Komt slechts voor bij één habitattype.
8
Actief biologisch beheer houdt in dat op een natuurlijke wijze wordt geprobeerd het doorzicht van het water te verbeteren. Hierbij worden geen voedingsstoffen uit het water verwijderd, maar wordt beoogd de voedingsstoffen zodanig te verdelen tussen de waterfase en de waterbodem en tussen de verschillende onderdelen van het voedselweb, dat er voor algen veel minder voedingsstoffen beschikbaar zijn en dat deze actief begraasd worden door watervlooien. De belangrijkste maatregelen in dit kader zijn het uitdunnen van de visstand (want vissen eten de watervlooien op) en het aanbrengen van waterplanten die sedimentatie bevorderen, nutriënten (voedingsstoffen zoals de fosfaten en nitrieten) opnemen en habitat vormen voor de watervlooien. Situatie Strandbad in Winterswijk Nederland: De kosten van actief biologisch beheer worden door het technisch ingenieursbureau Witteveen en Bos geschat op circa € 4.500 per keer voor de gehele, ongedeelde plas, eens in de vijf jaren. http://www.winterswijksbelang.nl/verantwoording/sbs/helderheid_geboden_14-5-2003.pdf
25
• Opsedimenteren: Deze maatregel kadert eveneens in het herstellen van een dynamiek en bijgevolg kan ook geen eenheidskost op basis van literatuurgegevens bepaald worden.
2.4.3
Resultaten: lijst van eenheidskosten van maatregelen voor inrichting en beheer De resultaten van het onderzoek van de eenheidskosten wordt hierna afgebeeld. Het overzicht bevat ook informatie ivm een aantal keuzes voor de berekeningen of uiteindelijke bepaling van het kosteninterval. Het is belangrijk op te merken dat deze eenheidskosten ook in een latere fase verder kunnen worden verbeterd met wijzigingen van de grootte-orde inschattingen van de totale kosten inrichting en beheer voor IHD tot gevolg. Deze resultaten worden afgerond op tientallen voor gebruik in het technisch kostenmodel. Hiermee wordt ook onderstreept dat de eenheidskosten beste schattingen zijn (uitmiddeling schaalniveau Vlaanderen), terwijl ANB zich er goed van bewust is dat lokaal sterke afwijkingen kunnen bestaan. De eenheidskosten moeten echter bijdragen tot onderbouwde kostenramingen voor technische kosten van inrichting en beheer in het kader van IHD.
Pagina 26 van 67 Lijst maatregelen 1 Aanplanten 2 Afgraven 3 Afrastering plaatsen
€/ha €/ha €/ha
Gem 7.251 75.000 980
Min 6.774 50.000 424
Max 7.600 300.000 2.178
4 Afrastering verwijderen 5 Afvissen wateren
€/ha €/ha
165 1.750
90 1.000
331 2.500
6 baggeren / ruimen (stilstaande) wateren 7 Begrazen
€/m³ €/ha €/ha
12,91 34.847 452
2,22 6.000 284
8 Bekalken
€/ha
440
440
9 Bosrandbeheer
€/ha
474
0
10 Branden 11 Chopperen
€/ha €/ha
420 1.317
248 636
12 13 14 15
€/ha €/ha €/ha €/m³
1.094
906
215 4.195 5,33
180 3.176 2,48
€/ha (habitat)
1.333
620
16 Kaalkap + afvoer hout 17 Kappen van opslag
€/ha €/ha
6.052 2.187
4.035 1.000
18 Leem aanbrengen 19 Maaien
€/ha €/ha
440 1.298
440 580
20 Nieuwe uitgraving in potentierijke omgeving
€/m³
12,51
5,50
Exotenbestrijding Frezen bodem Hakhoutbeheer Herprofileren wateren
€/ha
62.550
27.500
21 Ontstronken
€/ha
2.923
620
22 Plaggen
€/ha
8.708
6.000
23 Plaatsen raster om recreatie/betreding uit te sluiten
€/ha
980
424
24 Snoeien
€/ha
442
375
25 Snoeken opzetten 26 Uitgraven of ruimen van greppels
€/ha €/m³ €/ha (habitat) €/ha €/ha €/ha €/ha
68 1,98 198 908 572 3.025 587
35 0,87 87 605 248 2.350 167
27 28 29 30
Variabel dunnen en lichten Vrijstellen Wildbescherming Zuiveren
eindrapport technische kostenmodel september 2012
4001234
Commentaar Inclusief plantgoed 4000€/ha + 15% inboeten 5000 m³ per hectare (0,5m diep). Bron Natuurinrichting VLM In de Vlaamse data bestaat een grote variatie tussen de waarden. De indicatieve kosteninschatting van ANB leidt tot zeer lage kostprijzen (lagen inschatting benodigd aantal m per ha?) terwijl andere bronnen (bijvoorbeeld Delta) vrij hoge kostprijzen leveren (kleine oppervlaktes, bv weide?). Het uiteindelijke resultaat is de combinatie van de lagere waarden uit het kostennormenboek en hogere waarden van Vlaanderen (vnl Delta) omdat beide praktijken in praktijksituaties voorkomen. De waarden uit de indicatieve kosteninschatting zijn niet meegenomen. Voor de bijkomende elementen (poorten, roosters, ...) wordt met een aantal assumpties op basis van eerder gebruikte gegevens in Vlaanderen gewerkt (m/ha, aantal poorten, ... )
Deze waarden weerspiegelen (allicht) situaties waar aflaten water moeilijker is. Anderzijds weerspiegelt deze waarde ook indirect een deel van de kost voor aflaten water (maatregel niet apart opgenomen). Zeer lage kosten (situaties bij drooggelegde vijvers) om die reden voorlopig niet beschouwd. Voor één waarneming uit NL niet duidelijk wat in de post vervat zit, daarom niet meegenomen. 30,00 Dit is enkel ruimen stilstaande wateren. 81.000 Er wordt uitgegaan van 2700m³ per hectare (bron Normkost Commissie Verheijen baggeren vennen) 600 totale jaarlijkse kost, inclusief deel onderhoud en nazicht raster. Max prijs voor begrazing slikken en schorren. De kosten van 430 € en 600 € van de indicatieve kosteninschatting zijn regulier onderhoudsbeheer en bevatten dus GEEN kost voor de rasters. 440 weinig tot geen betrouwbare informatie gevonden ivm eenheidskosten. Een bron ivm natuurherstel stelt dat giften van 2 tot 5 ton per ha noodzakelijk zijn om effectief te zijn, tenzij er jaarlijks wordt herhaald met kleinere hoeveelheden. Daarom wordt enkel de enige gevonden waarde (expliciete vermelding 3 ton per ha) als relevant beschouwd. De andere lagere kosten worden dan eerder beschouwd als praktijken voor landbouw (lagere giften per ha?). Natuurpunt (Joost Dewyspelaere) geeft aan dat de waarde realistisch is. 0 één cijfer gevonden in de data van de Commissie Verheijen. We gaan uit van een mantel-zoom waarbij 2/3e wordt gekapt (extensief: 176€/ha) en 1/3e wordt gemaaid met bosmaaier (176 €/ha). 570 Slechts 4 waarnemingen, gebaseerd op Kostennormenboek NL 2.500 Enkel rekening gehouden met de totale kosten. Voor Vlaanderen (Danah) werd ook een vrij hoge waarde van 2500 €/ha gevonden (0,25 €/m²). Deze waarde wordt ook mee beschouwd omdat dergelijke "moeilijkere" situaties effectief voorkomen op het terrein (DANAH-project). Opvallend is wel dat de waarden die werden gevonden voor Vlaanderen typisch hoger uitvallen dan die van het kostennormenboek NL. 1.212 Op basis van Normenboek en werk Wim Buysse (2012) 250 4.991 10,24
Bij habitat 2310 frezen na ontbossing om stuifzanddynamiek te herstellen.
Bij herprofileren gaat het vooral om uitgravingen en vorm (oevers?). Bij sommige waarnemingen worden oevers expliciet vermeld. De eenheidskosten (per m³) zijn van gelijkaardige grootteorde. Een knelpunt is zeker de omrekening van m³ naar hectare habitat 2.561 Voor de omrekening naar een kost per ha habitat werd gerekend met conversiefactoren (meter oever per ha habitat en m³ kraanwerk per m oever). Deze factoren leiden tot de aanname van (slechts?) 250 m³ uitgraven voor herprofilering oevers per ha habitat 8.069 Op basis van gemiddelde kost per m³ en een gemiddeld volume per hectare. 3.133 We merken sterke variatie van de kostprijzen indien ze allemaal worden beschouwd. Het lijkt erop dat er mogelijk een probleem is van terminologie waardoor de geselecteerde waarnemingen voor NL en DUI misschien een andere lading dekken. Daarom werden alleen de waarden uit Vlaanderen weerhouden waar de kosten wel duidelijk hoger liggen. Kappen van randen (van waterlichamen) kan dan mogelijk ook hieronder vallen, terwijl dan wel een % oppervlakte van toepassing kan gedefinieerd worden 440 Zelfde eenheidsprijs als bekalken, geen specifieke eigen kostprijzen gevonden. 1.872 Moeilijkheidsgraad 1 is het gemiddelde van maaien onder "makkelijke" omstandigheden. Moeilijkheidsgraad 3 is het gemiddelde van maaien onder "moeilijke" omstandigheden. 20,00 De waarden vertonen een bepaalde spreiding maar liggen hoger dan bij bv afgraven grond (hogere vereisten voor het werk). Als de twee uiterste waarden (1,24 €/m³ en 60 €/m³ voor verontreinigde grond) niet worden beschouwd, dan vallen de meeste waarden binnen gemiddelde +/- de standaardafwijking. 2 waarnemingen vallen daar beperkt buiten maar lijken niet noodzakelijk outliers 100.000 Voor de omrekening naar ha wordt gerekend met uitgraven van 5000 m³ per ha. Diepte is 0,5 m (cfr voor afgraven) maar de eenheidskost per m³ (en bijgevolg ha) is hoger. 7.500 Vrij sterke spreiding van de waarnemingen. Het blijkt niet altijd uit de omschrijvingen, maar de hoge kost is eerder voor verwijderen van stronken met de kraan terwijl de lagere kosten eerder wijzen op het frezen van stronken. 11.000 Plaggen kan opgesplitst worden in verschillende deelactiviteiten bv uitvoeren plaggen en afvoer naar (tijdelijk lokaal) depot en eventueel inclusief zeven of egaliseren, wat niet noodzakelijk uit de bron kan worden afgeleid. 2.178 Komt voor bij embryonale duinen. Er werden geen goede kostprijzen voor afrastering gevonden. Voorstel om eenheidsprijzen voor begrazingsrasters voorlopig over te nemen 500 Er werd gerekend met een conversiefactor van 100 bomen per ha indien van stuks naar ha moest omgerekend worden. Waarden uit NL te sterke variatie om mee te nemen. Het interval werd slechts gebaseerd op 3 waarnemingen uit VL, waardoor de spreiding mogelijk onvoldoende is om alle situaties af te dekken 100 2 waarnemingen. Communicatie met KU Leuven bevestigt ongeveer deze kost 2,50 Waarden vertonen beperkte spreiding, behalve 2 outliers (langsgrachten en manueel ruimen) 250 Omgerekend vanuit kost per m³ uitgaande van conversiefactor 100 m³ per ha habitat (200 m greppel en 0,5 meter diep) 1.210 Op basis van gemiddelde kost per m³ en een gemiddeld volume per hectare en een gemiddeld dunningspercentage van 15%. 1.653 3.725 1.677 Spreiding van de waarden, grootteordes echter vergelijkbaar. Maatregel in monocultuur eenvoudiger en lagere eenheidskost
Pagina 27 van 67
3
4001234
Bouw van een kostenmodel: structuur, functionaliteit, gegevens en aannames Het uiteindelijke doel is om tot een kostenmodel te komen om de technische kosten te bepalen
voor
de
realisatie
van
natuurdoelen
op
terrein
via
inrichtings-
en
beheermaatregelen. Met behulp van het model kunnen resultaten van verschillende scenario’s (i.e. keuze oppervlakte per habitattype en type beheer toedelen aan pakketten en planning in de tijd) met elkaar worden vergeleken. Het model werd gebouwd zodat het vlot aanpasbaar is om betere cijfers van eenheidskosten in de toekomst te integreren om de grootte-orde schatting van de totale (technische) kosten op termijn te verbeteren.
3.1
Verkennende functionele analyse van het model Centraal in de bouw en de structuur van het model staat de manier waarop de realisatie van
natuurdoelen
op
terrein
kan
worden
bereikt,
i.e.
het
bepalen
van
de
maatregelen(pakketten) die kunnen worden ingezet om de verschillende habitattypes te laten evolueren naar een gunstige staat van instandhouding en die te behouden. Voor het vergelijken van scenario’s kan i) binnen elk habitattype gekozen worden ii) welke oppervlakte volgens welkmaatregelpakket wordt beheerd en iii) wanneer met die aanpak (op een deel van de oppervlakte) wordt gestart. ANB heeft hiervoor een eerste beperkte (interne) functionele analyse uitgevoerd. Dit is belangrijk om vast te stellen wat de vereisten van het model moeten zijn (functionaliteit, resultaten). Deze beschrijving van ANB is opgenomen in bijlage ter illustratie. Niet alle terminologie en details zijn in overeenstemming met de uiteindelijke opzet van het model, maar de globale redenering en filosofie is ook weerhouden in de structuur van het model (zie bijlage 1). Op basis van deze eerste analyse, verschillende overlegmomenten en een verdere afbakening en definitie van de doelstellingen werd uiteindelijk overeenstemming bereikt over de structuur en bijhorende functionaliteit en doelstellingen van het model (zie beschrijving modelstructuur paragraaf 3.2). Dit is een moeilijk proces omdat het ontwerp van het kostenmodel niet los kan worden gezien van de beschikbare informatie die kan dienen als input voor het model. Het gebrek aan en de onzekerheid van beschikbare gegevens is duidelijk een sturende en beperkende factor voor de bouw van het model. De input zorgt immers voor een aantal beperkingen en maakt het noodzakelijk om een aantal vereenvoudigingen toe te passen (assumpties zowel voor modelopbouw als invoer).
eindrapport technische kostenmodel september 2012
28
3.1.1
Definities en afspraken voor het ontwerp van het technisch kostenmodel Voor het model worden alvast een aantal duidelijke afspraken gemaakt die noodzakelijk zijn bij het ontwerpen van een model voor de berekening van de technische kosten in het kader van IHD: • Een maatregelpakket is een combinatie van maatregelen die ervoor zorgt dat een habitattype evolueert naar een gunstige staat van instandhouding (omvorming en kwaliteitsverbetering) of in gunstige staat wordt gehouden (onderhoudsbeheer). • Beheertype 3, onderhoudsbeheer wordt uitgevoerd op de oppervlaktes die in gunstige staat van instandhouding verkeren. Deze pakketten worden dus toegepast op actueel habitat dat nu reeds in goede toestand is, maar ook (in de toekomst) op het deel van de oppervlakte dat na het uitvoeren van maatregelpakketten (duur = ontwikkelingstijd) onder beheertype 1 (omvorming) of beheertype 2 (kwaliteitsverbetering) in een goede toestand komt. Daarnaast is beheertype 3 ook van toepassing op actueel aanwezig habitat, dat niet in gunstige toestand is, maar ondertussen ook moet beheerd worden om verdere degradatie te voorkomen. Daarom moet de oppervlakte die aan beheertype
2
is
toegewezen
ook
gekoppeld
worden
aan
kosten
voor
onderhoudsbeheer (beheertype 3) indien de pakketten onder beheertype 2 niet meteen starten.. • Er wordt geopteerd dat alle oppervlakte die op een bepaald moment in gunstige toestand is / komt, verder kan worden beheerd volgens de verschillende gedefinieerde pakketten van onderhoudsbeheer. De verhouding van oppervlaktes aan die verschillende pakketten onderhoudsbeheer is met andere woorden vast voor de totale oppervlakte die in gunstige toestand is of komt. Deze optie wordt gekozen om het model niet nodeloos complex te maken. • Sommige habitattypes moeten samen als groep worden bekeken omdat geen aparte oppervlaktedoelen kunnen gemaakt worden. Dit betekent eveneens dat de uiteindelijke resultaten ook enkel voor de habitattypes samen kan gegenereerd worden. Over alle andere habitattypes wordt apart gerapporteerd. Het betreft de combinaties van habitattypes 2310 & 2330, 4010 & 7150 en 9120 & 9190. • % toepassing van een maatregel binnen een maatregelpakket. Deze aanvulling op maatregelniveau
binnen
een
pakket
is
noodzakelijk,
bijvoorbeeld
wanneer
verschillende maatregelen gelijktijdig over een beperkt oppervlak worden uitgevoerd, en vaak op een ander gedeelte van het oppervlak uitgevoerd worden in daaropvolgende jaren. • Verder wordt volgende afspraak voorgesteld ivm het uitzetten van kosten in de tijd en de duurtijd (bv ontwikkelingstijd). Aanvangsjaar x = kost meteen jaar x. Bij een ingave ontwikkelingstijd 5 jaar, dan wordt de goede toestand bereikt “einde” jaar x+5-1 (bv
29
2013 aanvang, indien een jaarlijkse maatregel in het pakket voorkomt dan 5x uitvoeren in 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017, i.e. tot goede toestand “einde” 2017) • Een bijkomende moeilijkheid modelmatig vinden we voor een periode die moet worden bepaald als het gemiddelde van een range wat resulteert in een kommagetal, bijvoorbeeld 0-5 jaar betekent voor dit model dus 2,5 jaar. Binnen het model wordt dit steeds naar boven afgerond. De keuze heeft twee gevolgen: -
De ontwikkelingstijd wordt langer (3 jaar in plaats van 2 jaar)
-
De cyclische uitvoeringsperiodes worden iets groter. Om de 3 jaar in plaats van om de 2 jaar voor bovenstaand voorbeeld.
• Uit de eerste resultaten van de oefening was alvast gebleken dat de cyclische uitvoering van maatregelen en de beperkingen van een model soms leidt tot onrealistische pieken in de kosten. We verwijzen bijvoorbeeld naar de planning van beheer van habitats die nu reeds in goede toestand zijn. Deze oppervlaktes vallen onder regulier beheer en dit beheer vangt meteen aan (2013). Modelmatig valt een groot deel van de kosten ten laste van dit jaar, omdat bij cyclisch beheer alle kosten nu vallen en over x jaar. Er werd afgesproken om, conform met wat in de praktijk gebeurt, de inspanningen beter te spreiden in de tijd. Daarom voorziet het model om jaarlijks een deel van de oppervlakte aan te pakken waar beoogd wordt om na 1 cyclus de volledige oppervlakte te hebben “aangepakt”.
3.2
Structuur en bouw kostenmodel Op basis van de uiteindelijke functionele analyse werd een tool in Access geprogrammeerd. Access laat toe om databanken met elkaar te combineren en is ook interessant omwille van de eisen inzake aanpasbaarheid. Anderzijds is Access niet in de eerste plaats geschikt als rekentool waardoor de flexibiliteit inzake berekeningen beperkter is dan bijvoorbeeld met Excel. De complexiteit van het model zit vooral in de veelheid aan combinaties van gegevens die leiden tot zeer uitgebreide rapporten met resultaten (kosten uitzetten in de tijd). Dit maakt het bijvoorbeeld niet mogelijk om een typisch rekenprogramma als Excel te gebruiken voor deze doelstelling. Ruw samengevat dient het model onder meer met volgende rekening te houden: • Ruim 200 maatregelpakketten voor meer dan 40 habitattypes • Mogelijkheid om oppervlaktes te verdelen naar maatregelpakketten én om de inspanningen voor elk van die pakketten te spreiden in de tijd. • 3 beheervormen of “types” beheer namelijk omvorming, kwaliteitsverbetering en onderhoudsbeheer. Bovendien probeert het model zo goed mogelijk de praktijk van beheer en natuurontwikkeling te benaderen, waardoor het model automatische toewijzingen
van
oppervlaktes
tussen
beheervormen
moet
uitvoeren.
Deze
30
bijkomende eisen maken het model complex en uitgebreid, maar zijn noodzakelijk om tot realistische (i.e. aansluitend bij de aanpak op het terrein) resultaten te komen: -
na de uitvoering van pakketten binnen omvorming of kwaliteitsverbetering moet deze oppervlakte habitat verder worden toegewezen aan maatregelpakketten binnen onderhoudsbeheer
-
vóór
de
uitvoering
van
herstelmaatregelen
van
gedegradeerd
habitat
(kwaliteitsverbetering), moet oppervlakte habitat die niet meteen wordt “aangepakt” ook worden toegewezen aan maatregelpakketten binnen onderhoudsbeheer tot het effectieve herstelbeheer start.
Arcadis heeft een document opgesteld dat de bouw en datastructuur van het model beschrijft. Deze beschrijving kan worden geraadpleegd in bijlage 2.
3.3
Invoer: beschikbaarheid van gegevens Bij de berekening van een grootte-orde van de technische kosten van beheer en inrichting zijn de inputgegevens uiteraard van essentieel belang voor het uiteindelijke resultaat. De invoer bestaat uit een aantal blokken die gedeeltelijk gebaseerd zijn op informatie van het terrein en expertenschattingen. Het grootste deel van de informatie wordt aangeleverd door ANB. De inputgegevens voor het model is die informatie die in principe één maal wordt ingevoerd bij aanvang van de testfase van het model. Deze tabellen kunnen niettemin achteraf nog steeds gewijzigd of uitgebreid worden indien meer
of
betere
gegevens
beschikbaar
komen.
We
onderscheiden
volgende
invoergegevens: • Oppervlakte die gerealiseerd zal worden per habitattype en beheertype (omvorming = 1, kwaliteitsverbetering = 2, onderhoudsbeheer = 3): oppervlakte toegewezen aan beheertype 3 is actueel habitat dat nu reeds in gunstige staat verkeert en enkel gepast onderhoudsbeheer vereist. • Maatregelpakketten per habitattype en beheertype om tot (in) gunstige staat te komen (blijven). Deze tabel bevat tevens een expertenoordeel (INBO) ivm ontwikkelingstijden van habitats per pakket. Daarnaast is ook bijkomende informatie ingevuld over de sequentie en het tijdspad van de uitvoering van maatregelen, de frequentie van toepassing (x keer per jaar), het % van de oppervlakte waarop de maatregel moet worden uitgevoerd9 en de moeilijkheidsgraad (i.e. moet voor deze maatregel een lage, gemiddelde of eerder hoge eenheidskost worden gebruikt). • Eenheidskosten: zie paragraaf 2.4.3 9
Het betreft hier de uitvoering van een maatregel op een gedeelte van het terrein of de oppervlakte in een bepaald jaar (vaak ook gerelateerd met de nuance “kleinschalig”). Voor sommige habitattypes wordt een maatregel immers toegepast op een gedeelte van het terrein en andere delen in daarop volgende periodes. In het model wordt dan enkel een kost gegenereerd voor een deel van de oppervlakte dat aan een maatregelpakket is toegewezen op een bepaald moment in de tijd.
31
3.3.1
Oppervlakte per habitattype en beheertype Deze informatie, i.e. welke types inrichting- en beheermaatregelen genomen worden in de verschillende SBZs in het kader van IHD, is in principe het best beschikbaar in de provinciale afdelingen van ANB. Het model biedt bijgevolg de mogelijkheid om informatie ivm te realiseren oppervlaktes per habitattype – beheertype op het niveau van de provincies (5 provincies) en SBZs (codering bv voor Oost-Vlaanderen op niveau Vlaamse Ardennen BE2300007, Zandleemstreek 2300044, etc.). Omdat het een complexe taak is om de informatie voor (alle) provincies op eenzelfde manier (tijdig) aan te leveren, voorziet het model ook de mogelijkheid om informatie geaggregeerd op niveau Vlaanderen in te voeren (deze wijze van input werd gebruikt voor de actuele scenario’s aangeleverd via ANB). Een moeilijkheid in deze oefening is alvast dat elke combinatie van habitattype en beheervormen moet matchen met taakoppervlakten van de SIHD. Dit betekent dat er veel maatregelpakketten gedefinieerd moeten worden om alle mogelijke combinaties af te dekken. Tegelijk zorgt dit ervoor dat bepaalde op dit ogenblik specifiek gedefinieerde pakketten nu geen oppervlakte toegewezen krijgen. Deze pakketten blijven wel behouden omdat het gebruik ervan in de toekomst niet wordt uitgesloten. ANB beschikt niet over (voldoende) data om eenduidig het onderscheid te maken tussen goed en zwak ontwikkeld habitat, terwijl het wel noodzakelijk is om dit te doen voor de keuze tussen of toewijzing van oppervlakte aan respectievelijk beheertype 3 (onderhoudsbeheer) en beheertype 2 (kwaliteitsverbetering) omdat hiervoor andere maatregelen worden ingezet. Voor de verdeling van de oppervlakte actueel habitat wordt voor de verschillende habitattypes (actuele scenario’s) meestal verondersteld dat er momenteel 70% zwak ontwikkeld habitat (beheertype 2) en 30% goed ontwikkeld habitat (beheertype 3) is.
3.3.2
Maatregelpakketten en detailinformatie maatregelen In totaal worden momenteel ruim 200 maatregelpakketten gedefinieerd over alle habitattypes. Dit grote aantal pakketten illustreert de noodzaak voor een aangepast beheer voor de verschillende situaties in Vlaanderen. Hoewel het model enerzijds moet steunen op een aantal assumpties en pragmatische vereenvoudigingen (eenheidskosten, verdelingen van oppervlaktes naar types beheer en spreiding in de tijd), bestaat via de talrijke pakketten de mogelijkheid om te nuanceren voor verschillen tussen habitattypes onderling. Anderzijds blijft het moeilijk om op consistente wijze de maatregelpakketten voor de verschillende habitattypes in te vullen met een standaard set van maatregelen. Deze moeilijkheden stellen zich bijvoorbeeld bij maatregelen die verband houden met maaien, graven (water) of kappen, omdat de uitvoering op het terrein (en dus bijhorende kosten)
32
sterk kan en zal verschillen voor verschillende situaties en habitattypes. Het model biedt de kans om op pakketniveau en dus binnen habitattypes te differentiëren naar uitvoering (frequentie van uitvoeren, % van de oppervlakte waarop maatregel moet worden uitgevoerd) en ook kost (moeilijkheidsgraad 1=laag, 2=gemiddeld, 3=hoog). Dit biedt de mogelijkheid om rekening te houden met een aantal nuances voor de praktijk op het terrein, niettemin kunnen uiteraard niet alle situaties worden afgedekt. Dit is in principe ook niet nodig om een grootte-orde schatting van de technische kosten voor Vlaanderen te berekenen, aangezien de meer extreme situaties op niveau Vlaanderen meer uitgemiddeld worden.
3.4
Scenario’s Met behulp van het ontwikkelde model kan ANB verschillende beleidsscenario’s of opties met elkaar vergelijken. De resultaten van deze scenario’s zijn kosten uitgezet in de tijd, de netto actuele waarde van deze kosten verdisconteerd naar vandaag (soort totaal) en de oppervlakte die in gunstige staat van instandhouding is voor tijdshorizonten 2020 en 2050. Er kunnen meerdere scenario’s zijn die leiden tot het halen van de doelstellingen, elk met andere gevolgen of veronderstellingen voor het beleid (bv. extra middelen, verschuiven van middelen, wijzigen van prioriteiten, …). ANB kan op basis van het model bepaalde beleidskeuzes (in termen van oppervlaktes en spreiding in de tijd) invullen waarvoor het model uiteindelijk de resulterende oppervlaktes en bijhorende kosten genereert. Deze resultaten kunnen dan voor de verschillende keuzes worden geëvalueerd. Bepaalde scenario’s zullen beter scoren vanuit kostenoogpunt maar zijn mogelijk niet realistisch, andere kunnen dan eventueel falen om (tijdig) de doelstellingen te halen. Als parameters voor scenario’s (beleidskeuzes) kan ANB wijzigingen aanbrengen aan de verdeling van oppervlaktes binnen een combinatie habitattype – beheertype naar de verschillende pakketten én de spreiding van deze pakketten (i.e. wanneer wordt een bepaalde oppervlakte “aangepakt”) in de tijd. • Toewijzing oppervlakte aan pakketten: Sommige pakketten krijgen geen oppervlakte toegewezen maar worden wel behouden omdat ze in de toekomst of voor andere scenario’s eventueel wel zullen worden ingezet. • Spreiding in de tijd: De doeloppervlaktes werden door ANB verder vertaald naar een zinvolle timing voor aanpak op het terrein. Een grote moeilijkheid in deze oefening is dat de actuele oppervlakte (goede toestand), de uitbreiding en omvorming samen de doelstelling (%) voor VIA (tijdshorizon 2020) bepalen. Voor het model (basis hier zijn maatregelpakketten voor inrichting en beheer op het terrein) moet echter onderscheid gemaakt worden tussen de 3 beheertypes.
33
In totaal werden door Arcadis 3 scenario’s berekend (aangeleverd door ANB): • Scenario 1: S-IHD: omvat de doelen voor habitats binnen de SBZ plus de resterende uitbreidingsdoelen voor bossen buiten SBZ • Scenario 2: G-IHD binnen en buiten SBZ • Scenario 3: kost voor ANB, binnen actuele domeinen
Pagina 35 van 67
4
Werking en resultaten kostenmodel
4.1
Output en achtergrond bij de interpretatie van de resultaten
4001234
Het model genereert en toont de resultaten op verschillende manieren. Per habitattype kunnen de belangrijkste resultaten meteen op het scherm worden getoond. Daarnaast wordt ook een uitgebreid Excel-rapport automatisch gegenereerd waar alle relevante resultaten worden getoond, eveneens uitgezet in de tijd. Optioneel wordt ook een rapport gegenereerd waar de oppervlaktes worden getoond waar houtopbrengsten kunnen worden gerealiseerd. Wanneer gegevens werden aangepast moeten de berekeningen opnieuw worden uitgevoerd via de toets “bereken alle”. Hierna volgt een korte beschrijving en toelichting van de belangrijkste resultatenvelden:
• % oppervlakte in gunstige toestand voor tijdshorizon 2020 respectievelijk 2050: -
Wordt getoond in resultatenkader op het invoerscherm scenario per habitattype
-
Rapport voor alle habitattypes
• Jaarlijkse kosten, uitgezet in de tijd. Prijzen van vandaag. -
Wordt getoond onderaan op het invoerscherm scenario per habitattype
-
Rapport voor alle habitattypes
• Netto Actuele Waarde. Het berekenen van de actuele waarde (i.e. waarde vandaag van alle toekomstige uitgaven volgens de gemaakte keuzes van een scenario, de uitgaven komen immers voor in verschillende toekomstige jaren naargelang de verdeling naar pakketten en spreiding in de tijd) is noodzakelijk om resultaten van scenario’s onderling te kunnen vergelijken. De algemeen aanvaarde maatschappelijke discontovoet die men gebruikt bij het verdisconteren van overheidsuitgaven is 4%. Mogelijk is een discontovoet van 4% in huidig renteklimaat aan de hoge kant, maar de toekomst hieromtrent is zoals steeds uiteraard onzeker. -
Wordt getoond in resultatenkader op het invoerscherm scenario per habitattype
-
Rapport voor alle habitattypes
Daarnaast is het belangrijk om te wijzen op het feit dat een aantal maatregelpakketten nog niet de volledige kosteninformatie bevatten terwijl sommige maatregelen wel tot aanzienlijke kosten kunnen leiden (zie eerder paragraaf 2.4.2). Onvolledige resultaten kunnen daarom in de beschrijving van de resultaten (paragraaf 4.3) leiden tot onjuiste of onvolledige conclusies inzake kostenefficiëntie voor habitattypes of pakketten. De onvolledige informatie is gerelateerd aan volgende habitattypes en pakketten:
eindrapport technische kostenmodel september 2012
36
Tabel 1 : Habitattypes en pakketten met maatregelen waarvoor geen eenheidskost in het model is opgenomen Maatregel
Habitattype
Pakket en beheervorm
Evaluatie
Herstel hydrologie
3110 en 3130
Omvorming: Pakket 69
Belangrijke (en noodzakelijke) maatregel om
Kwaliteitsverbetering:
Pakket
evolueren.
70 en 72 3160
naar een gunstige staat van instandhouding te
Omvorming: Pakket 83 en 84 Kwaliteitsverbetering:
Pakket
86 en 87 6120
Kwaliteitsverbetering:
Pakket
112, 113, 114 en 115 6430
Omvorming: Pakket 136 Kwaliteitsverbetering:
Pakket
137 en 138 7110
Omvorming: Pakket 151
7120
Kwaliteitsverbetering:
Pakket
153 91F0 en 91E0
Omvorming: Pakket 191, 192, 195 en 196
Opsedimenteren
Herstel bufferend vermogen
3270
Omvorming: Pakket 93
Deze
6120
Omvorming: Pakket 111
3110 en 3130
Kwaliteitsverbetering:
Pakket
71
maatregel
herstellen
van
kadert
eveneens
in
een
dynamiek.
het Geen
eenheidskost.. Potentieel aanzienlijke kost binnen het pakket. 1/3 van de oppervlakte kwaliteitsverbetering wordt aan dit pakket toegewezen.
integraal
waterbeheer
-
1310
dynamiek en kwaliteit
Kwaliteitsverbetering:
Pakket
14
Geen kost specifiek in het kader van IHD: onderdeel
van
generiek
beleid
en
vaak
maatregelen buiten SBZ’s (i.e. eenheidskost gelijk aan 0) Geen probleem voor beoordeling resultaten. 3260
Kwaliteitsverbetering:
Pakket
89 en 90
Geen kost specifiek in het kader van IHD: onderdeel
van
generiek
beleid
en
vaak
maatregelen buiten SBZ’s (i.e. eenheidskost gelijk aan 0) Geen probleem voor beoordeling resultaten. Herstel waterkwaliteit
1130
Kwaliteitsverbetering: Pakket 5
Geen kost specifiek in het kader van IHD: onderdeel
van
generiek
beleid
en
vaak
maatregelen buiten SBZ’s (i.e. eenheidskost gelijk aan 0) Geen probleem voor beoordeling resultaten.
37
4.2
Invoer scenario’s (en pakketten) en richtlijnen voor de gebruiker Alle inputgegevens waarop het model steunt, werden door Arcadis ingevoerd. Enkel de lijst van SBZ’s werd nog niet ingevoerd omdat oppervlaktes op dit ogenblik louter op niveau Vlaanderen werden aangeleverd.
De belangrijkste principes bij het invoeren van gegevens (moet in principe niet meer gebeuren door ANB) en scenario’s (acties die ANB allicht zelf nog meermaals zal uitvoeren) worden hieronder beknopt beschreven. Het invoeren zelf gebeurt eenvoudig zoals
in
andere
office
toepassingen.
Gelijke
records
(bijvoorbeeld
oppervlaktepercentages voor spreiding in de tijd) kunnen ook worden gekopieerd en geplakt.
4.2.1
Invoer data: pakketten De voornaamste richtlijnen werden reeds vermeld in bijlage 2. De wijze waarop informatie op maatregelniveau wordt ingevuld voor de pakketten bepaalt immers voor een groot deel de uiteindelijke resultaten van het model. Deze informatie werd eveneens bijgehouden in de aparte Excel-tabel van maatregelpakketten, zodat steeds kan worden teruggegrepen naar het originele databestand. Hieronder worden de voornaamste principes bij het invullen van de velden ‘Freq’ (frequentie), ‘Duurtijd’, ‘Opp%’ (percentage van de oppervlakte waarop de maatregel van toepassing is) en ‘aanvangsjaar’ in de tabel pakketten: • Aanvangsjaar: hier dient men aan te geven wanneer een maatregel start ten opzichte van de eerste maatregel die logischerwijs in het pakket wordt uitgevoerd. Wanneer hier 0 wordt ingevuld, dan betekent dit dat de maatregel start wanneer het pakket start. Wanneer 3 wordt ingevuld, wordt een kost voor deze maatregel pas gerekend 3 jaar na de start van het pakket of dus de aanvangsmaatregel(en) binnen dat pakket. • Frequentie: bij het invullen van pakketten geldt als uitgangspunt een frequentie van uitvoering van 1 keer per jaar. Maaien is de enige maatregel die met een hogere frequentie kan worden uitgevoerd. Een eenmalige maatregel krijgt in principe ook de frequentie 1 (in combinatie met duurtijd 1). Cyclische maatregelen krijgen dan weer een waarde kleiner dan 1 (1 keer om de x jaar uitvoering, dus 1/x). Wanneer een maatregel 1 keer om de 4 kaar moet worden uitgevoerd, dan is de ingave 0,25. Bij intervallen van jaren waar het gemiddelde geen geheel getal is wordt afgerond naar boven (0 tot 5 jaar, i.e. om de 2,5 jaar, wordt in het model om de 3 jaar). Bij beheervorm 3 werd door de combinatie van frequentie en % oppervlakte van toepassing (zie verder) de kosten van deze maatregelen meer gespreid in de tijd, met name jaarlijks een deel van de oppervlakte om na x jaar 100% te realiseren.
38
• Duurtijd: een pakket (i.e. moet de realiteit van beheermaatregelen zo goed mogelijk weerspiegelen) bestaat vaak uit een opeenvolging of sequentie van maatregelen. Voor "duurtijd" is een codering noodzakelijk om de tijdsperiode aan te geven waarin de maatregel moet worden uitgevoerd of herhaald. -
“-1” komt voor bij beheervorm 1 en 2 en betekent dat de maatregel loopt tot het einde van de ontwikkelingstijd van het pakket
-
“99” komt voor bij beheervorm 3 en betekent dat de maatregel blijft verder lopen in de tijd. In dit model is dit tem het jaar 2050
• Oppervlakte % van toepassing: % van het habitat waarop de maatregel van toepassing is. Deze optie wordt gebruikt voor maatregelen die niet steeds op de volledige oppervlakte worden toegepast, bijvoorbeeld kleinschalig maaien of plaggen of het kappen van opslag. Daarnaast is deze optie ook gebruikt voor een betere spreiding in de tijd van de kosten gekoppeld aan cyclische maatregelen (boshabitats) of eenmalige maatregelen binnen pakketten van onderhoudsbeheer. De afspraken voor het model stellen immers dat oppervlakte die nu reeds in gunstige toestand is ook onderhoudsbeheer vereist. Dit betekent dat alle oppervlakte binnen beheervorm 3 meteen gekoppeld wordt met onderhoudskosten (bij beheervorm 3 moet in 2013 ook in het model 100% start aangegeven worden voor de spreiding in de tijd). Dit is uiteraard correct voor jaarlijkse activiteiten. Anderzijds leidt dit tot onrealistisch hoge kosten in het aanvangsjaar 2013 voor cyclische (en sommige eenmalige) maatregelen die alle voor rekening van 2013 vallen, terwijl in werkelijkheid een deel nu en een deel de volgende jaren wordt aangepakt. De modelmatige oplossing die hier werd afgesproken is door de samenstelling van de pakketten te wijzigen voor frequentie (jaarlijks ipv cyclisch) en het oppervlakte van toepassing % aan te passen aan de voorgestelde cyclus: eens om de 5 jaar een maatregel uitvoeren wordt dan een jaarlijkse frequentie (ipv eens om de 5 jaar) op 20% van de oppervlakte in plaats van 100%. Deze piste werd ook gebruikt voor afbraak en plaatsen van rasters voor begrazing, aangezien een levensduur van 10 jaar voor deze rasters wordt aangenomen. • Voor de maatregel “niets doen” wordt een pakket het eenvoudigst ingevuld met duur en frequentie 1 zoals eenmalige maatregelen. Dit wordt dan gekoppeld met een eenheidskost 0. Eenmalig niets doen is idem als continu niets doen.
4.2.2
Invoer scenario’s Voor de doorrekening van scenario’s voorziet het programma één handig invoerscherm (form ANB of het enige hoofdscherm van het programma) om verdeling van oppervlakte habitat naar pakketten en de spreiding van de uitvoering in de tijd in te geven:
39
In het linkerpaneel van bovenstaande figuur gebeurt de verdeling naar de pakketten. De maatregelen in de pakketten kunnen eventueel worden opgeroepen door dubbel te klikken op de rij van elk pakket (cursor moet vooraan staan in de grijze kolom). Deze verdeling naar pakketten is voor de 3 scenario’s die werden aangeleverd door ANB dezelfde gebleven. Boven de tabel kan worden geraadpleegd of alle oppervlakte per beheervorm daadwerkelijk aan pakketten werd verdeeld.
In het rechterpaneel dient per rij van het linkerpaneel (i.e. dus per pakket binnen een habitattype) ook te worden ingegeven hoe de inspanningen / uitvoering moet worden gespreid in de tijd. Dit heeft uiteraard een belangrijke invloed op de verdeling van de kosten in de tijd en de realisatie van de doelstellingen. Ook hier werd een controle ingevoegd die weergeeft of alle oppervlakte werd toegekend.
Het model laat eveneens toe om de discontovoet aan te passen. Bij elke wijziging is het belangrijk om de berekeningen opnieuw te laten uitvoeren. Deze opdracht vraagt wel de nodige rekentijd van de PC (matige flexibiliteit van Access als rekentool in combinatie met de grootte van de gegenereerde database).
40
4.3
Resultaten scenario’s Volgende scenario’s werden doorgerekend op basis van aangeleverde informatie van ANB.
• Scenario 1: S-IHD Oppervlaktedoelen: dit scenario omvat de oppervlaktedoelen binnen SBZ (actuele oppervlakte + doelen voor omvorming en uitbreiding) plus de resterende oppervlaktedoelen voor uitbreiding en omvorming van boshabitats buiten SBZ. De actuele oppervlakte habitat buiten SBZ is dus niet opgenomen in dit scenario. Totale oppervlakte binnen de 3 beheertypes is 89.714 hectare: 48.243 hectare omvorming (niet bestaand habitat) 28.287 hectare kwaliteitsverbetering (dus vanuit gedegradeerd habitat) 13.185 hectare onderhoudsbeheer (dus nu reeds in gunstige staat van instandhouding) Spreiding in de tijd: •
prioritaire habitats voor VIA: 100 % realisatie van de maatregelen tussen 2012 en 2020: jaarlijks 12.5 % van 2013 tot 2020
•
overige habitats: o
67 % realisatie van de maatregelen tussen 2012 en 2020: 8.5 % in 2013, 8.33% van 2014 tot 2020
o
33 % van de maatregelen tussen 2021 en 2040, jaarlijks 1.67% tussen 2012 en 2040
Verdeling over de pakketten •
Standaard werd voor elk habitat uitgegaan van een evenredige verdeling van de % van de maatregelenpakketten: binnen elke beheervorm. Bijvoorbeeld: als er 2 verschillende pakketten waren voor beheervorm 3 van habitat 6510, krijgt elk pakket een aandeel van 50%, bij 3 verschillende pakketten, kreeg elk pakket een aandeel van 33.3 %,…
•
Voor een aantal habitats zijn de relatieve verdeling redelijk bekend en werd uitgegaan van de gangbare beheerpraktijken.
• Scenario 2: G-IHD binnen en buiten SBZ. Kost van ganse IHD, binnen en buiten SBZ. Dit betekent dat ook beheerkost van actueel habitat buiten SBZ erbij komt, naast de taakstelling van de bossen buiten SBZ. De maatregelen tussen 2013 en 2020 werden evenredig gespreid om de niet realistische piek in het aanvangsjaar 2013 te vermijden.
41
-
Totale oppervlakte scenario binnen de 3 beheertypes is 121.476 hectare: 48.243 hectare omvorming (niet bestaand habitat) 49.165 hectare kwaliteitsverbetering (dus vanuit gedegradeerd habitat) 24.068 hectare onderhoudsbeheer (dus nu reeds in gunstige staat van instandhouding)
Spreiding in de tijd: zie scenario 1. Verdeling over de pakketten: zie scenario 1.
• Scenario 3: kost voor ANB, binnen actuele domeinen. Dit scenario geeft de oppervlaktes weer die ANB kan realiseren binnen actuele domeinen. Qua spreiding (in de tijd en naar pakketten) is het scenario identiek aan scenario 2. De oppervlakte bestaat uit 2 componenten, namelijk oppervlakte binnen SBZ op basis van de provinciale oefening beheer ANB en oppervlakte buiten SBZ met name de extra oppervlakte actueel habitat in beheer (al dan niet gedegradeerd) die onder type 2 of 3 beheer valt. -
Totale oppervlakte scenario binnen de 3 beheertypes is 31.114 hectare: 8.035 hectare omvorming (niet bestaand habitat) 15.764 hectare kwaliteitsverbetering (dus vanuit gedegradeerd habitat) 7.314 hectare onderhoudsbeheer (dus nu reeds in gunstige staat van instandhouding)
Spreiding in de tijd: zie scenario 1. Verdeling over de pakketten: zie scenario 1.
Zoals blijkt uit bovenstaande beschrijving verschillen de oppervlaktes habitat (doelen) binnen de gedefinieerde scenario’s waardoor vergelijkingen op basis van absolute cijfers moeilijk zijn. De analyse van de resultaten van de verschillende scenario’s gebeurt volgens een vaste structuur. Arcadis heeft hiervoor een Excel-tool als hulpmiddel opgesteld. Uiteraard kan deze tool waar gewenst worden aangepast en uitgebreid. De tool toont alvast een eerste analyse van resultaten en ondersteunende informatie voor keuzes inzake (planning van) beheer.
42
4.3.1
Scenario 1: S-IHD vóór besluitronde
4.3.1.1
Globale resultaten
Tijdshorizon
2020
2050
Netto Actuele waarde
290.421.694 €
543.606.142 €
Oppervlakte % gerealiseerd
19.8%
41%
Habitats in gunstige toestand
2
30 Jaarlijkse kosten
Jaarlijkse gemiddelde kost
24.567.577 €
Jaarlijkse gemiddelde kost
43.233.522 €
(tot 2020) Jaarlijkse gemiddelde kost
19.589.992 €
(tot 2050) Jaarlijkse gemiddelde kost
274 €
per ha (2050)
50.000.000 45.000.000 40.000.000 35.000.000 30.000.000 25.000.000 20.000.000 15.000.000 10.000.000 5.000.000 0
4.3.1.2
analyse en bevindingen Uit bovenstaande resultaten blijkt dat onder de keuzes van het scenario SIHD (en dus toewijzing aan pakketten en spreiding van de inspanningen in de tijd) leiden tot de jaarlijkse gemiddelde kost van ongeveer 24.5 miljoen euro. Daarmee is tegen 2050 41%
43
van de totale in rekening genomen oppervlakte (89.714 hectare) in gunstige staat van instandhouding.
Tot 2020 loopt de jaarlijkse kost onder de gegeven keuzes op tot 43 miljoen euro. Hiermee zijn tegen 2020 weliswaar slechts 2 habitattypes in gunstige toestand, habitattypes met een beperkte oppervlakte die immers nu reeds een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt (1320 en 2160).
Vanaf 2021 daalt de jaarlijkse kost naar 19.5 miljoen euro. Dit heeft te maken met het invoerscenario. Voor de meeste habitats moet tegen 2020 67% van de maatregelen genomen zijn. De overige 33% van de maatregelen wordt genomen tussen 2021 en 2040. Voor de 16 prioritaire habitats moet zelfs 100% van de maatregelen genomen zijn tussen 2013 en 2020.
De gemiddelde kost op jaarbasis per hectare bedraagt 274 € euro per hectare.
De resultaten van het scenario geven duidelijk weer dat de doelstellingen voor 2020 met de gegeven keuzes niet kunnen worden gerealiseerd. Ook voor tijdshorizon 2050 bereikt “slechts” 41% van de totale oppervlakte van 89.714 hectare een gunstige staat van instandhouding. Dit komt overeen met 30 habitats. Dit is in grote mate een gevolg van de lange ontwikkelingstijden voor het herstel of omvorming van bepaalde specifieke habitattypes en uiteraard ook de boshabitats die een belangrijk deel van de oppervlakte vormen. Voor 2050 kan uit de modelresultaten voor scenario SIHD immers worden afgelezen dat de gegeven keuzes ervoor zorgen dat alle habitattypes uitgezonderd 10 een gunstige staat van instandhouding10 bereiken. Naast alle boshabitats (types 9110 tot E
F
en met 9190, 91 0 en 91 0) wordt de doelstelling eveneens niet bereikt voor: • 2180: beboste duinen van het Atlantische, continentale en het boreale kustgebied (77% van de 456 hectare) • 5130: Juniperus communis – formaties in heide of kalkgrasland (61% van 21 hectare) • 7110: Actief hoogveen (51% van 3 hectare) De ontwikkelingstijd van deze relatief kleine habitats bedraagt minstens 15 à 20 jaar en meestal meer dan 50 jaar zoals bij de boshabitats. De realisatie van de E
oppervlaktedoelstelling voor de belangrijkste boshabitats (9120/9190 en 91 0) schommelt slechts rond 10%. Onderstaande resultatentabel geeft een oplijsting van de netto actuele waarde van de kosten binnen het SIHD-scenario uitgedrukt ten opzichte van de te realiseren oppervlakte (oplopend gesorteerd op NAW 2050 per te realiseren hectare). De
10
Voor 4 habitattypes bevindt het % zich tussen 98 en 100%. Deze werden voor de eenvoud ook meegeteld als volledig gerealiseerd.
44
tabel bevat interessante informatie in verband met inzet van middelen en vooruitgang in termen van de oppervlaktedoelstellingen.i De uitgaven of kosten die gepland worden voor boshabitats behoren tot de groep van 10 habitattypes met de laagste gemiddelde kost per ha Door de lange ontwikkelingstijd kan quasi geen bijkomende oppervlakte gerealiseerd worden, maar de “geplande uitgaven” zijn laag in vergelijking met sommige andere habitattypes. De geplande uitgaven voor andere grotere habitats per te realiseren hectare liggen 5 à 10 keer hoger (bijvoorbeeld duin-, grasland- of heidehabitats 2120, 2130, 2310-2330, 4030 of 4010-7150), maar uit de tabel kan ook worden afgelezen dat het SIHD-scenario voor die habitats leidt tot een verhoging van de oppervlakte met een gunstige staat van instandhouding (van nu tot 2050) tussen 70 en 90%.
Tabel 2. Gemiddelde kost per ha per jaar, NAW 2020 en 2050, oppervlakte% in gunstige toestand en gemiddelde kost per ha per jaar Habitat 1130 1140 1310 1320 1330 2110 2120 2130 2150 2160 2170 2180 2190 2310-2330 3110 3130 3140 3150 3160 3270 4010-7150 4030 5130 6120 6210 6230 6410 6430 6510 7110 7140 7210 7220 7230 9110 9120-9190 9130 9150 9160 91E0 91F0 Totaal
gemiddelde gemiddelde kost per gemiddelde kost Totale opp HT gemiddelde kost per ha kost per jaar jaar tot 2020 tussen 2020-2050 (ha) Huidig opp % NAW2020 OPP%2020 NAW2050 OPP%2050 per jaar (2050) 4.003.449 € 12.544.743 € 1.725.771 € 6.736 21% 84.495.573 € 40 110.068.607 € 100 594 409.091 € 562.500 € 0€ 431 86% 3.787.170 € 97 3.787.170 € 100 949 89.845 € 396.643 € 8.032 € 87 16% 2.668.782 € 79 2.772.906 € 100 1.028 0€ 0€ 0€ 2 100% 0€ 100 0€ 100 0 225.416 € 546.982 € 139.665 € 271 22% 3.680.001 € 61 5.584.932 € 100 832 774 € 1.064 € 0€ 15 48% 7.164 € 87 7.164 € 100 53 322.060 € 349.823 € 314.657 € 484 28% 2.359.049 € 39 6.303.153 € 100 666 416.541 € 447.148 € 408.379 € 732 25% 3.007.119 € 36 8.125.235 € 100 569 1.885 € 3.543 € 1.444 € 3 1% 23.621 € 14 41.710 € 100 725 167.995 € 167.995 € 167.995 € 595 100% 1.131.069 € 100 3.253.710 € 100 282 40.438 € 54.742 € 36.623 € 81 88% 368.567 € 89 827.681 € 100 499 34.609 € 68.534 € 25.562 € 456 18% 459.342 € 19 815.929 € 77 76 127.220 € 275.103 € 87.785 € 98 14% 1.840.653 € 50 2.957.892 € 100 1.305 2.228.935 € 3.804.326 € 1.808.831 € 4.258 20% 25.530.596 € 44 49.107.279 € 100 523 10.397 € 27.025 € 5.963 € 29 8% 182.004 € 31 259.794 € 100 359 194.890 € 427.474 € 132.868 € 703 22% 2.883.049 € 41 4.607.376 € 100 277 58.851 € 169.016 € 29.474 € 73 28% 1.138.684 € 55 1.558.608 € 100 810 382.253 € 1.106.919 € 189.009 € 437 21% 7.456.258 € 51 10.153.968 € 100 874 30.849 € 80.978 € 0€ 110 13% 545.202 € 71 545.202 € 100 281 81.818 € 112.500 € 0€ 39 38% 757.434 € 85 757.434 € 100 2.098 1.707.432 € 2.448.192 € 1.509.896 € 2.674 22% 16.467.215 € 29 35.676.398 € 100 639 3.017.474 € 4.174.343 € 2.708.975 € 4.868 24% 28.096.957 € 30 62.494.594 € 100 620 7.124 € 11.521 € 5.952 € 21 21% 77.339 € 21 151.842 € 61 337 95.991 € 233.760 € 59.252 € 96 19% 1.561.773 € 65 2.346.168 € 100 1.000 25.946 € 34.693 € 23.613 € 19 13% 229.304 € 46 534.519 € 100 1.392 941.940 € 1.870.002 € 694.457 € 830 13% 12.528.963 € 23 21.803.055 € 100 1.134 462.222 € 705.516 € 397.344 € 172 8% 4.689.021 € 12 10.017.968 € 97 2.692 800.785 € 1.044.999 € 735.661 € 1.521 26% 7.019.220 € 47 16.451.794 € 100 526 1.194.595 € 1.132.538 € 1.211.143 € 1.891 10% 7.454.433 € 21 23.079.551 € 100 632 2.216 € 2.216 € 0€ 3 51% 14.921 € 51 14.921 € 51 729 796.748 € 1.096.255 € 716.880 € 605 12% 7.315.887 € 46 16.477.640 € 99 1.317 1.929 € 5.436 € 994 € 6 26% 36.610 € 82 49.093 € 100 311 10.875 € 19.031 € 0€ 3 30% 128.133 € 56 128.133 € 100 3.749 27.196 € 45.225 € 22.388 € 18 12% 300.485 € 23 591.554 € 100 1.554 66.057 € 92.643 € 58.968 € 402 22% 624.903 € 23 1.371.504 € 27 165 4.587.011 € 5.913.991 € 4.233.150 € 34.938 10% 39.690.007 € 10 92.334.068 € 12 131 616.854 € 824.583 € 561.460 € 4.300 14% 5.546.315 € 15 12.580.669 € 18 143 1.902 € 2.364 € 1.779 € 16 6% 15.825 € 6 37.794 € 8 121 499.323 € 687.793 € 449.064 € 3.205 19% 4.634.515 € 19 10.297.254 € 23 156 1.244.844 € 1.736.787 € 1.113.659 € 18.433 9% 11.637.924 € 10 25.560.487 € 12 68 3.568 € 4.580 € 3.298 € 58 3% 30.606 € 4 71.387 € 4 62 24.732.936 € 43.480.904 € 19.733.478 € 89.714 15% 292.118.062 € 20 547.160.827 € 41 274
Op basis van de modelresultaten kunnen mogelijke alternatieven afgewogen en vergeleken worden met betrekking tot kosten en gerealiseerde oppervlakte. Een aantal indicatoren of elementen kunnen bijdragen tot het bijsturen van keuzes binnen de scenario’s. Deze indicatoren11 kijken dan enerzijds naar de kosteneffectiviteit op het
11
Deze indicatoren (bijvoorbeeld op niveau van een habitattype) zijn op hun beurt vaak het resultaat van keuzes in het voorliggend scenario (verdeling oppervlakte aan pakketten).
45
niveau van een habitat en de relatieve (eenheids-)kosten van maatregelpakketten. Anderzijds kan ook een rangschikking gemaakt worden (op basis van ontwikkelingstijd) van de habitats die het snelst gerealiseerd kunnen worden met het oog op de doelstelling om tegen 2020 16 habitattypes in gunstige staat van instandhouding te krijgen. Niettemin zal de prioritisering op basis van dit criterium allicht niet leiden tot de meest kostenefficiënte oplossing noch uitvoerbaar zijn in de praktijk (eigendomssituatie of ecologische uitgangssituatie).
4.3.2
Eenheidskosten per pakket Om scenario’s of keuzes aan te passen is het uiteraard van belang om te kijken naar de kost van de set van maatregelen(pakketten) om habitats te laten evolueren. Het bepalen van eenheidskosten per pakket is niet evident omdat pakketten en verschillende uitvoeringsduur (en dus ontwikkelingstijd) en opeenvolging van acties kennen. Daarom heeft Arcadis ook gebruik gemaakt van het model om deze eenheidskost te bepalen (2 nieuwe doorrekeningen). De invoer werd dermate aangepast zodat telkens 1 hectare wordt toegekend aan een pakket. Door de automatische koppelingen tussen de verschillende beheervormen werd de doorrekening apart uitgevoerd voor enerzijds pakketten binnen beheervorm 1 en 2 en anderzijds pakketten van beheervorm 3. Op die manier kan een inschatting worden gemaakt van de duurdere en minder dure pakketten waarmee de oppervlaktedoelen van een habitattype kunnen worden gerealiseerd. Onderstaande tabellen geven de resultaten van deze oefening.
Voor pakketten binnen beheervorm 1 en 2: Tabel 3. Totale kost per ha voor pakketten van herstel en omvormingsbeheer
HT / Pakket 1130 1 2 3 4 5 1140 9 1310 11 12 13 14 1330 19 20 2110 23 24
Ontwikk.tijd vr pakket
beheervorm
Gemiddelde ontwikkelingstijd
1 1 2 2 2
1-5 1-5 5-10 5-10 5-10
3 3 8 8 8
1
1-5
3
1 1 2 2
1-5 1-5 1-5 1-5
3 3 3 3
1 2
1-5 1-5
3 3
1 1
1-5 1-5
3 3
totale kost €31.700 €75.561 €75.000 €5.611 €2.330 €0 €75.000 €75.000 €38.490 €76.880 €76.880 €200 €0 €39.605 €76.880 €2.330 €1.135 €2.270 €0
kost/jr €10.236 €25.187 €25.000 €701 €291 €0 €25.000 €25.000 €12.830 €25.627 €25.627 €67 €0 €13.202 €25.627 €777 €378 €757 €0
46
2120-2130 26 27 28 29 30 31
1 1 1 2 2 2
1-10 5-10 5-10 5-10 5-10 1-5
6 8 8 8 8 3
34 35 36 37
1 1 2 2
5-10 5-10 1-5 5-10
8 8 3 8
43
1
5-10
8
46 47 48
1 1 2
>50 10-20 10-20
50 15 15
51 52 53 54
1 1 2 2
0-10 0-10 1-5 5-10
5 5 3 8
57 58 59 60 61 62 63 64
1 1 1 1 1 2 2 2
5-15 5-15 5-15 5-15 5-15 1-5 1-5 1-5
10 10 10 10 10 3 3 3
68 69 70 71 72
1 1 2 2 2
5-10 1-10 1-10 1-10 1-10
8 6 6 6 6
75 76 77 78 79
1 1 1 2 2
1-5 1-5 1-10 1-5 1-10
3 3 6 3 6
82 83 84 85 86 87
1 1 1 2 2 2
1-5 5-20 5-10 1-5 5-20 5-10
3 13 8 3 13 8
1 1
0-5 0-5
3 3
1 1 1 2 2 2
5-15 5-10 5-10 5-10 5-10 5-10
10 8 8 8 8 8
2150
2170 2180
2190
2310-2330
3110-3130
3140-3150
3160
3270 92 93 4010,4030 en 7150 95 96 97 98 99 100
€6.385 €9.282 €4.580 €4.640 €4.581 €4.640 €10.589 €7.983 €12.770 €12.840 €1.740 €4.580 €17.680 €17.680 €2.927 €0 €6.050 €2.730 €29.093 €23.700 €82.480 €5.610 €4.580 €20.721 €14.000 €22.710 €80.220 €14.220 €22.930 €3.426 €2.495 €5.767 €17.667 €63.645 €9.178 €8.084 €7.427 €0 €42.362 €62.563 €37.144 €37.476 €37.148 €37.480 €8.207 €12.052 €5.999 €8.082 €9.027 €5.999 €8.082 €37.500 €75.000 €0 €15.498 €80.236 €14.349 €17.383 €1.098 €1.319 €8.707
€1.230 €1.547 €572 €580 €573 €580 €3.530 €1.088 €1.596 €1.605 €580 €573 €2.210 €2.210 €195 €0 €403 €182 €5.920 €4.740 €16.496 €1.870 €573 €2.413 €1.400 €2.271 €8.022 €1.422 €2.293 €1.142 €832 €1.922 €2.414 €7.956 €1.530 €1.347 €1.238 €0 €11.622 €20.854 €12.381 €6.246 €12.383 €6.247 €1.662 €4.017 €461 €1.010 €3.009 €461 €1.010 €12.500 €25.000 €0 €1.737 €8.024 €1.794 €2.173 €137 €165 €1.088
47
101 102 103 104
2 2 2 2
5-10 5-10 5-10 5-10
8 8 8 8
107 108
1 2
20-50 20-50
35 35
110 111 112 113 114 115
1 1 2 2 2 2
0-5 0-5 1-10 1-10 1-5 5-10
3 3 6 6 3 6
117 118 119 120
1 1 2 2
1-10 1-10 1-10 1-10
6 6 6 6
123 124 125 126 127
1 1 2 2 2
3-10 5-15 5-10 3-10 3-10
7 10 7 7 7
130 131 132 133
1 1 2 2
10-20 5-10 5-20 5-10
15 8 13 8
136 137 138 139 140 141 142
1 1 2 2 2 2 2
5-10 5-10 3-5 3-5 10-15 10-15 5-10
8 8 4 4 13 13 8
145 146 147 148
1 1 2 2
5-15 1-5 5-15 1-5
10 3 10 3
151
1
>50
50
155 156 157
1 1 2
10-30 3-5 3-5
20 4 4
160 161
1 2
1-5 1-5
3 3
165
2
2-10
6
167 168 9110-9190 174 175 176
1 2
5-10 5-10
8 8
1 1 1
100-200 100-200 100-200
150 150 150
5130
6120
6210
6230
6410
6430
6510
7110 7140
7210
7220 7230
€9.166 €5.378 €12.765 €4.578 €13.791 €16.502 €11.080 €20.575 €76.880 €1.880 €3.230 €9.350 €3.740 €28.370 €16.728 €27.670 €12.200 €21.255 €5.785 €26.397 €18.108 €85.440 €8.350 €16.347 €3.743 €62.334 €127.360 €39.920 €47.630 €34.425 €9.258 €5.610 €14.580 €1.870 €10.840 €9.350 €7.975 €14.580 €9.765 €11.600 €7.930 €11.600 €7.930 €11.820 €11.820 €35.652 €71.100 €21.180 €14.675 €7.380 €6.050 €8.710 €75.000 €75.000 €25.868 €29.760 €21.975 €5.122 €0 €1.819 €13.395
€1.146 €672 €1.596 €572 €394 €471 €317 €5.721 €25.627 €627 €538 €1.558 €1.247 €4.728 €2.788 €4.612 €2.033 €3.543 €964 €3.039 €2.587 €8.544 €1.193 €2.335 €535 €5.362 €8.491 €4.990 €3.664 €4.303 €1.265 €701 €1.823 €468 €2.710 €719 €613 €1.823 €1.902 €1.160 €2.643 €1.160 €2.643 €246 €246 €4.173 €3.555 €5.295 €3.669 €2.460 €2.017 €2.903 €12.500 €12.500 €3.233 €3.720 €2.747 €116 €0 €38 €279
48
177 178 179 180 181 182 183 184 91E0-91F0 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200
1 1 1 2 2 2 2 2
100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 5-10
150 150 150 150 150 150 150 8
1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2
100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 5-10
150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 8
€0 €1.090 €6.640 €0 €6.643 €6.370 €19.450 €940 €4.395 €0 €1.819 €0 €13.395 €0 €0 €6.367 €0 €6.370 €19.450 €940
€0 €23 €138 €0 €138 €133 €405 €118 €100 €0 €38 €0 €279 €0 €0 €133 €0 €133 €405 €118
De tabel hierboven toont een soort eenheidskost per pakket indien 1 hectare habitat aan elk pakket wordt toegekend. De uitvoering van het pakket start in 2013 en loopt tot het habitat een gunstige toestand bereikt. De totale kost per ha geeft dus weer wat de totale kost is voor de volledige uitvoering van een pakket. Deze kost werd niet verdisconteerd naar Netto Actuele Waarde, maar geeft de som van de jaarlijkse kosten tot het habitat een gunstige toestand bereikt. Daarnaast werd ook de gemiddelde jaarlijkse kost voor elk pakket berekend. Dit is de totale kost gedeeld door de verschillende ontwikkelingstijden per pakket.
Voor pakketten binnen beheervorm 3: Voor beheervorm 3 kan een jaarlijkse kost eenvoudiger worden bepaald. Aangezien het habitat gunstig ontwikkeld is, is er geen ontwikkelingstijd meer en kan de gemiddelde kost per ha per jaar berekend worden. De resultaten daarvan staan in de onderstaande tabel. De tabellen toont dat er duidelijke verschillen bestaan tussen de kosten van maatregelpakketten. Vaak bepaalt de uitgangssituatie de maatregelen of pakketten die noodzakelijk zullen zijn. In die gevallen waar meerdere opties bestaan, kan mogelijk wel rekening gehouden worden met deze kosten per pakketten om beslissingen (bij) te sturen.
49
Tabel 4. Gemiddelde jaarlijkse kost per ha voor onderhoudsbeheer. HT / Pakket
Gemiddelde kost/ha/jr
HT / Pakket 4010-7150 & 4030
1130 6 7 8
€224 €168 €0
5130
10
€0
6120
15 16
€0 €589
6210
18
€0
6230
21 22
€565 €0
25
€0
32 33
€565 €580
38 39
€145 €565
40 41 42
€0 €564 €109
44 45
€565 €109
49 50
€0 €565
55 56
€1.870 €565
65 66 67
€565 €66 €466
73 74
€300 €0
80 81
€226 €0
88
€0
94
€0
1140 1310
1320 1330
105 106
€186 €608
109
€243
116
€565
121 122
€1.870 €565
128 129
€580 €565
134 135
€1.870 €565
143 144
€318 €565
149 150
€580 €565
152
€0
158 159
€0 €1.176
162 163 164
€0 €187 €302
166
€0
169 170 171
€1.579 €174 €1.870
185 186 187 188 189
€0 €155 €703 €335 €80
201 202 203 204 205
€0 €155 €703 €80 €335
6410
2110 2120
Gemiddelde kost/ha/jr
6430
2150
6510
2160
7110 7140
2170 7210
2180 7220
2190 7230
2310,2330 9110 tot 9190
3110, 3130
3140, 3150
3160 3270
91E0, 91F0
50
4.3.3
Scenario 2: G-IHD binnen en buiten SBZ
4.3.3.1
Globale resultaten
Tijdshorizon
2020
2050
Netto Actuele waarde
365.407.432 €
710.135.918 €
Oppervlakte % gerealiseerd
24.7%
45%
Habitats in gunstige toestand
2
30 Jaarlijkse kosten
Jaarlijkse gemiddelde kost
32.520.5906 €
Jaarlijkse gemiddelde kost
54.368.697 €
(tot 2020) Jaarlijkse gemiddelde kost
26.694.428 €
(tot 2050) Jaarlijkse gemiddelde kost
268 €
per ha (2050)
€60.000.000
€50.000.000
€40.000.000
€30.000.000
€20.000.000
€10.000.000
€0
Kosten voor inrichting en beheer habitats (€perjaar) tijdshorizon 2050 - Scenario GIHD
51
4.3.3.2
analyse en bevindingen Deze analyse is gelijkaardig aan de uitvoerige analyse beschreven onder scenario 1. Scenario 1, 2 en 3 kunnen door de verschillende oppervlaktes niet met elkaar worden vergeleken. Uit bovenstaande resultaten blijkt dat onder de keuzes van het scenario GIHD binnen en buiten SBZ (en dus toewijzing aan pakketten en spreiding van de inspanningen in de tijd) leiden tot de jaarlijkse gemiddelde kost van 32.5 miljoen euro. Daarmee is tegen 2050 45% van de totale in rekening genomen oppervlakte (121.476 hectare) in gunstige staat van instandhouding. Tot 2020 loopt de jaarlijkse kost onder de gegeven keuzes op tot 54 miljoen euro. Vanaf 2021 daalt de jaarlijkse kost naar 27 miljoen euro: Dit heeft te maken met het invoerscenario. Voor de meeste habitats moet tegen 2020 67% van de maatregelen genomen zijn. De overige 33% van de maatregelen wordt genomen tussen 2021 en 2040. Voor de 16 prioritaire habitats moet zelfs 100% van de maatregelen genomen zijn tussen 2013 en 2020.
52
4.3.4
Scenario 3: kost voor ANB, binnen actuele domeinen
4.3.4.1
Globale resultaten
Tijdshorizon
2020
2050
Netto Actuele waarde
110.829.865 €
222.830.104 €
Oppervlakte % gerealiseerd
29.9 %
56 %
Habitats in gunstige toestand
6
29 Jaarlijkse kosten
Jaarlijkse gemiddelde kost
10.421.242 €
Jaarlijkse gemiddelde kost
16.566.616 €
(tot 2020) Jaarlijkse gemiddelde kost
8.782.476 €
(tot 2050) Jaarlijkse gemiddelde kost
335 €
per ha (2050)
Kosten voor inrichting en beheer (€per jaar) tijdshorizon 2050- Scenario ANB €18.000.000 €16.000.000 €14.000.000 €12.000.000 €10.000.000 €8.000.000 €6.000.000 €4.000.000 €2.000.000 €0
53
4.3.4.2
analyse en bevindingen Deze analyse is gelijkaardig aan de uitvoerige analyse beschreven onder scenario 1. Scenario 1, 2 en 3 kunnen door de verschillende oppervlaktes niet met elkaar worden vergeleken. Uit bovenstaande resultaten blijkt dat onder de keuzes van het scenario GIHD binnen en buiten SBZ (en dus toewijzing aan pakketten en spreiding van de inspanningen in de tijd) leiden tot de jaarlijkse gemiddelde kost van 10.4 miljoen euro voor ANB. Daarmee is tegen 2050 56% van de totale in rekening genomen oppervlakte (31.114 hectare) in gunstige staat van instandhouding. Tot 2020 loopt de jaarlijkse kost onder de gegeven keuzes op tot ongeveer 16.5 miljoen euro. Tegen 2020 komen op die manier 6 habitattypes in gunstige toestand. De gemiddelde kost op jaarbasis per hectare bedraagt 335 € euro per hectare. Dit ligt hoger dan het GIHD-scenario omdat ANB in verhouding meer habitat omvormt of uitbreidt, ten opzichte van het gemiddelde oppervlakte habitat.
Pagina 55 van 67
4001234
bijlage 1 : (interne) verkennende functionele analyse ANB
Beschrijving ANB (tekst is louter ter informatie, andere terminologie is bijgevolg mogelijk)
Per maatregel (bvb maaien, plaggen, variabel dunnen, etc) wordt een gemiddelde eenheidsprijs in €/ha gedefinieerd, samen met een prijsvork (min, max).
Deze maatregelen worden gecombineerd in maatregelpakketten. Voor elke maatregel in een pakket wordt opgegeven wanneer deze start en stopt (bvb planten bij de start, zuiveren tussen jaar 5 en 20, dunnen vanaf jaar 20), met welke frequentie deze wordt uitgevoerd (bvb planten eenmalig, zuiveren elke 5 jaar, dunnen elke 6 jaar), het % van de oppervlakte waarop het van toepassing is (bvb jaarlijks maaien op 20% van de oppervlakte is anders dan 5-jaarlijks maaien op de totale oppervlakte) en de moeilijkheidsgraad (bepalend voor eenheidsprijs). Er kunnen verschillende pakketten gedefinieerd worden, elk met een eigen typisch beheer, bvb maaien 1, maaien 2, ontbossing met/zonder frezen stobben, etc.
Elk habitattype en elke beheervorm (kwaliteitsverbetering, omvorming, onderhoud) kan dan gekoppeld worden aan één of meerdere maatregelpakketten, telkens met opgave van % van toepassing en aanvangsjaar. Bvb omvorming naar heide kan deels gerealiseerd worden door een opeenvolging van pakketten ‘ontbossen’ en ‘maaien 1’, en voor een ander deel met ‘maaien 2’. Een deel hiervan kan meteen gebeuren, een ander deel pas vanaf 2020 of later. Onderhoudsbeheer kan zich beperken tot bvb ‘maaien 1’. De velden met * kunnen gebruikt worden voor het definiëren van scenario’s.
Finaal is van elke combinatie habitattype en beheervorm de totale te beheren oppervlakte nodig evenals de duurtijd tot het bekomen van een gunstige staat van instandhouding.
eindrapport technische kostenmodel september 2012
Pagina 57 van 67
4001234
bijlage 2 : Datastructuur van het door Arcadis ontwikkelde Access-programma: “technisch kostenmodel”.
De Access-databank is relationeel opgebouwd en bevat verschillende tabellen en relaties tussen de tabellen. In deze bijlage worden alle tabellen en de structuur van de opbouw verduidelijkt. Input Habitattypes In het inputgedeelte van het programma kunnen de oppervlaktes worden ingegeven, met per oppervlak bijhorende data: • Beschermingszone (tabel tblSBZ) • Habitattype (tabel tblHabitattypes) • Omvorming, Kwaliteit en Onderhoud zijn de 3 beheersvormen waaronder de oppervlaktes worden opgeslagen voor het ingegeven habitattype (HT). • Provincie is een vrij tekstveld
Samenstelling pakketten van maatregelen Een pakket is samengesteld uit een reeks maatregelen. Elke maatregel zal onafhankelijk in één tabel worden opgenomen (tblMaatregelen). Voor elke maatregel worden hier de 3 kosten opgeslagen : lage, medium en hoge kost. Het veld ‘Boomkap’ in deze tabel is een bit en geeft weer of de maatregel al dan niet houtopbrengsten kan opleveren (nodig voor het rapport ‘Houtopbrengst’). In dit laatste rapport worden oppervlaktes habitat (per habitattype en maatregel) gegeven waar deze opbrengsten kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast wordt ook een tabel met pakketten opgesteld (naam van het pakket in tblPakket). Deze tabel bevat de nummer, de omschrijving en de ontwikkelingstijd (gekoppeld aan de combinatie van maatregelen) van het pakket. Een mapping-tabel (tblPakketMaatregelen) zal uiteindelijk de link leggen welke maatregelen er bij welk pakket behoren. Deze tabel bevat dus de samenstelling van het pakket. Bij de invulling of samenstelling van een pakket is er voor elke maatregel bijhorende data die van toepassing is binnen het pakket:
eindrapport technische kostenmodel september 2012
58
• Aanvangsjaar (vanaf de eerste maatregel binnen het pakket): wanneer hier 0 wordt ingevuld, dan betekent dit dat de maatregel start wanneer het pakket (voor een bepaalde oppervlakte) start (keuze binnen een scenario). Wanneer 3 wordt ingevuld, wordt een kost voor deze maatregel pas gerekend 3 jaar na de start van het pakket of dus de aanvangsmaatregel(en) binnen dat pakket. • Typeactie: ondersteunend, wordt niet verder gebruikt voor berekeningen • Frequentie: als uitgangspunt bij het invullen van pakketten geldt hier het aantal keer per jaar dat een maatregel dient te worden uitgevoerd (standaard 1). Een eenmalige maatregel krijgt in principe ook frequentie 1. Cyclische maatregelen krijgen dan weer een waarde kleiner dan 1. Wanneer een maatregel 1 keer om de 4 kaar moet worden uitgevoerd, dan is de ingave 0,25. Bij intervallen van jaren waar het gemiddelde geen geheel getal is wordt afgerond naar boven (0 tot 5 jaar, i.e. om de 2,5 jaar, wordt in het model om de 3 jaar) • Duurtijd: door de complexiteit van natuurbeheer (en bijgevolg het model) bestaat een pakket vaak uit een opeenvolging of sequentie van maatregelen. Daarom was het noodzakelijk om binnen de programmering te werken met een codesysteem. • Oppervlakte van toepassing: % van het habitat waarop de oppervlakte van toepassing is. Deze optie wordt gebruikt voor maatregelen die niet steeds op de volledige oppervlakte worden toegepast, bijvoorbeeld kleinschalig maaien of plaggen of het kappen van opslag. -
Daarnaast is deze optie ook gebruikt voor een betere spreiding in de tijd van de kosten gekoppeld aan cyclische maatregelen of eenmalige maatregelen (boshabitats) binnen pakketten van onderhoudsbeheer. De afspraken voor het model stellen immers dat oppervlakte die nu reeds in gunstige toestand is ook ondrhoudsbeheer vereist. Dit betekent dat alle oppervlakte binnen beheervorm 3 meteen gekoppeld wordt met onderhoudskosten. Dit is uiteraard correct voor jaarlijkse activiteiten. Anderzijds leidt dit tot onrealistisch hoge kosten in het aanvangsjaar 2013 voor eenmalige maatregelen en cyclische maatregelen die alle voor rekening van 2013 vallen, terwijl in werkelijkheid een deel nu en een deel de volgende jaren wordt aangepakt. De modelmatige oplossing die hier werd afgesproken is door de samenstelling van de pakketten te wijzigen voor frequentie (jaarlijks ipv cyclisch) en het oppervlakte van toepassing % aan te passen aan de voorgestelde cyclus: eens om de 5 jaar een maatregel uitvoeren wordt dan een jaarlijkse frequentie (ipv eens om de 5 jaar) op 20% van de oppervlakte in plaats van 100%.
• Moeilijkheidsgraad: laag (1), medium (2) of hoog / moeilijk (3) • Kost: wordt automatisch gegenereerd ifv moeilijkheidsgraad en komt uit tblMaatregelen.
59
Uit te voeren pakket per habitat en beheervorm Voor elk pakket dat kan worden ingezet voor een HT (tblHabitatPakket) wordt een oppervlaktepercentage
(opp%),
de
totale
ontwikkelingstijd
en
de
beheervorm
meegegeven. De totale ontwikkelingstijd komt uit de tabel ‘TblPakket’ maar moet mogelijk (opnieuw) worden ingevuld bij het wijzigen van pakketten of gegevens.
In de tabel ‘tblHabitatpakket’ wordt per habitattype en beheervorm een pakket gekoppeld met de verschillende maatregelen (zie vorig punt). Aan elk pakket wordt een oppervlaktepercentage toegekend en kan een spreiding over verschillende jaren worden ingegeven. De spreiding voor de “uitvoering” van een pakket voor het realiseren van doelstellingen
voor
de
verschillende
habitattypes
wordt
bijgehouden
in
tabel
‘tblPakketSpreiding’. Voor een pakket (dus ook gekoppeld met een HT) kan met andere woorden voor een deel van de totale oppervlakte een (verschillend) startjaar worden meegegeven.
In velden Opp2020 en Opp2050 komen de berekende resultaten uit het programma, die bepalen welk oppervlak (hectare en als % ten opzichte van de totale oppervlakte die werd ingevoerd voor het habitattype, i.e. som voor de 3 beheervormen) in 2020 en 2050 een gunstige staat van instandhouding zullen hebben bereikt.
60
4.4
Berekende resultaten De
resultaten
van
de
berekeningen
worden
opgeslagen
in
tabel
‘tblSpreidingMaatregelen’. Voor elke maatregel binnen een pakket wordt voor elk jaar (2013 tem 2050) de kost bepaald, rekening houdende met de oppervlaktes die aan een pakket zijn toegewezen en de spreiding van de uitvoering in de tijd. Voor elke maatregel wordt ook hier de start- en einddatum en de NAW2020 en NAW2050 bepaald. Deze tabel vormt de basis voor de uiteindelijke output van het programma. Bij drukken op de knop ‘Bereken alle’ wordt deze tabel volledig opnieuw bepaald (tabel wordt geledigd en nieuwe berekening worden voor elk HT opgeslagen). De knop ‘Berekenen selectie’ heeft op dit ogenblik geen toegevoegde waarde en wordt mogelijk in een defintieve versie verwijderd.
~ ARCADIS
Pagina 61 van 67
4001234
Totaaloverzicht datastructuur
tb FVg
9
I ~i!ltn
r,
10
Maatregel LageKost MediumKost HogeKost BoomKap
tbiPö
9 10
-
~
Pal:l:eUD Vol!jorde MaatregeiiD Aanvan!jSJaar TypeActleiD Freq DuurtiJd OppToep;,nmg Moeolijkheld Kost
'~ 00
tb-
~ctoe
,- V ID TypeActie
~ti'1aatr~tltn
J '-
tbiSptticung a tr~tltn 1 SpreodongJD V MaatregenD HabrtatPaldc:eUD Opp NAW2020 NAW2050 StartJaiH EJndjaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
V
n
00
fl
00
l 00
9
-
~
- b Daldce\ I
V 10 Pakket OmschnJVlO!I Ontwtl:keltud
I
...
/
00
Habot41Palö:eUD StartJaar Oppervtal:
-
10 Beheervorm
tbiS8Z
I
l
erSpr~dong
9 10
r-
tbiB~hn Vorm~n
lJ
J
eindrapport technische kostenmodel september 2012
UilPaoI
...
V rD tb Hab t.. a~~~ 'W ID HabrtatTypeiD BeheerVorm OppPercent Palö:eUO Ontwtlö:eltoJd Spreidong Opp2020 Opp2050
~
-
Oms~hr~JV~ng
I
~
11-
Doscontovoet
tbiHabttatlype
9 10 HabitatTypeNr Omschrisvmg
J
r\
tb o.., enolakte5
00
Jl
V lD PrövuiCot SBZlD HabotatTypeiD Omvormmg Kwalrtert Onderhoud
-
Pagina 62 van 67
4001234
bijlage 3 : Overzicht van maatregelenpakketten per habitat, beheervorm:
Het % pakket per beheervorm geeft de verdeling tussen de verschillende beheervormen, zoals ingevoerd in het model. Habitat-type 1130 1130 1130 1130 1130 1130 1130 1130 1140 1140 1310 1310 1310 1310 1310 1310 1320 1320 1330 1330 1330 1330 2110 2110 2110 2120 en 2130 2120 en 2130 2120 en 2130 2120 en 2130 2120 en 2130 2120 en 2130 2120 en 2130 2120 en 2130 2150 2150 2150 2150 2150 2150 2160 2160 2160 2170 2170 2170 2180 2180 2180 2180 2180 2190 2190 2190 2190 2190 2190 2310 en 2330 2310 en 2330
Beheervorm 1 1 2 2 2 3 3 3 1 3 1 1 2 2 3 3 1 3 1 2 3 3 1 1 3 1 1 1 2 2 2 3 3 1 1 2 2 3 3 3 3 3 1 3 3 1 1 2 3 3 1 1 2 2 3 3 1 1
eindrapport technische kostenmodel september 2012
Pakketnr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58
%pakket per beheervom 0 100 0 5 95 0 5 95 100 100 15 85 15 85 85 15 100 100 100 100 50 50 50 50 100 25 65 10 87 10 3 90 10 0 100 0 100 0 100 50 50 0 100 75 25 50 50 100 95 5 75 25 25 75 25 75 35 35
Ontwikk.tijd vr pakket 1-5 1-5 5-10 5-10 5-10
Ontwikkelingstijd 3 3 8 8 8
1-5
3
1-5 1-5 1-5 1-5
3 3 3 3
1-5
3
1-5 1-5
3 3
1-5 1-5
3 3
1-10 5-10 5-10 5-10 5-10 1-5
6 8 8 8 8 3
5-10 5-10 1-5 5-10
8 8 3 8
5-10
8
>50 10-20 10-20
50 15 15
0-10 0-10 1-5 5-10
5 5 3 8
5-15 5-15
10 10
63
2310 en 2330 2310 en 2330 2310 en 2330 2310 en 2330 2310 en 2330 2310 en 2330 2310 en 2330 2310 en 2330 2310 en 2330 3110 en 3130 3110 en 3130 3110 en 3130 3110 en 3130 3110 en 3130 3110 en 3130 3110 en 3130 3140 en 3150 3140 en 3150 3140 en 3150 3140 en 3150 3140 en 3150 3140 en 3150 3140 en 3150 3160 3160 3160 3160 3160 3160 3160 3260 3260 3260 3270 3270 3270 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 4010, 4030 en 7150 5130 5130 5130 6120 6120 6120 6120 6120 6120 6120 6210 6210 6210 6210 6210 6210 6230
1 1 1 2 2 2 3 3 3 1 1 2 2 2 3 3 1 1 1 2 2 3 3 1 1 1 2 2 2 3 2 2 3 1 1 3 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 3 3 1 2 3 1 1 2 2 2 2 3 1 1 2 2 3 3 1
59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123
9 9 12 10 70 20 40 40 20 5 95 33,33333333 33,33333333 33,33333333 50 50 2 49 49 50 50 50 50 33,33333333 33,33333333 33,33333333 33,33333333 33,33333333 33,33333333 100 50 50 100 50 50 100 10 45 45 10 10 10 10 10 10 40 20 80 100 100 100 50 50 25 25 25 25 50 50 50 50 50 50 60
5-15 5-15 5-15 1-5 1-5 1-5
10 10 10 3 3 3
5-10 1-10 1-10 1-10 1-10
8 6 6 6 6
1-5 1-5 1-10 1-5 1-10
3 3 6 3 6
1-5 5-20 5-10 1-5 5-20 5-10
3 13 8 3 13 8
5-10 1-5
8 3
0-5 0-5
3 3
5-15 5-10 5-10 5-10 5-10 5-10 5-10 5-10 5-10 5-10
10 8 8 8 8 8 8 8 8 8
20-50 20-50
35 35
0-5 0-5 1-10 1-10 1-5 5-10
3 3 6 6 3 6
1-10 1-10 1-10 1-10
6 6 6 6
3-10
7
64
6230 6230 6230 6230 6230 6230 6410 6410 6410 6410 6410 6410 6430 6430 6430 6430 6430 6430 6430 6430 6430 6510 6510 6510 6510 6510 6510 7110 7110 7120 7120 7140 7140 7140 7140 7140 7210 7210 7210 7210 7210 7220 7220 7230 7230 7230 7230 7230 8310 8310 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150,
1 2 2 2 3 3 1 1 2 2 3 3 1 1 2 2 2 2 2 3 3 1 1 2 2 3 3 1 3 2 3 1 1 2 3 3 1 2 3 3 3 2 3 1 2 3 3 3 2 3
124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173
40 40 40 20 50 50 50 50 50 50 75 25 50 50 40 40 10 5 5 50 50 75 25 75 25 50 50 100 100 100 100 10 90 100 10 90 100 100 33,33333333 33,33333333 33,33333333 100 100 100 100 33,33333333 33,33333333 33,33333333 100 100
5-15 5-10 3-10 3-10
10 7 7 7
10-20 5-10 5-20 5-10
15 8 13 8
5-10 5-10 3-5 3-5 10-15 10-15 5-10
8 8 4 4 13 13 8
5-15 1-5 5-15 1-5
10 3 10 3
>50
50
>50
50
10-30 3-5 3-5
20 4 4
1-5 1-5
3 3
2-10
6
5-10 5-10
8 8
1
174
5
100-200
150
1
175
9
100-200
150
1
176
5
100-200
150
1
177
8
100-200
150
1
178
12
100-200
150
1
179
61
100-200
150
2
180
10
100-200
150
2 2
181 182
20 50
100-200 100-200
150 150
1
65
9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 9110, 9120, 9130, 9150, 9160 en 9190 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0 91F0 en 91E0
2
183
10
100-200
150
2
184
10
5-10
8
3
185
25
3
186
50
3
187
10
3
188
5
3 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3 3 3 3
189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205
10 11 1 3 5 44 4 32 50 30 10 10 65 10 0 10 5
100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 100-200 5-10
150 150 150 150 150 150 150 150 150 150 8
Kantoren
www.arcadisbelgium.be
Deurne-Antwerpen
Berchem-Antwerpen
Bruxelles
Clara Snellingsstraat 27
Posthofbrug 12
500, avenue Louise
B-2100 Deurne-Antwerpen
B-2600 Berchem
B-1050 Bruxelles
T +32 3 360 83 00
T +32 3 328 62 86
T +32 4 349 56 00
F +32 3 360 83 01
F +32 3 328 62 87
F +32 4 349 56 10
Gent
Leuven
Bastogne
Kortrijksesteenweg 302
Vaartkom 31/8
6, rue Thier De Luzéry
B-9000 Gent
B-3000 Leuven
B-6600 Bastogne
T +32 9 242 44 44
T +32 16 63 95 00
T +32 61 21 38 85
F +32 9 242 44 45
F +32 16 63 95 01
F +32 61 21 52 28
Hasselt
Kortrijk
Liège
Eurostraat 1 – bus 1
Sint-Jorisstraat 21
26, rue des Guillemins, 2
B-3500 Hasselt
B-8500 Kortrijk
B-4000 Liège
T +32 11 28 88 00
T +32 56 24 99 20
T +32 4 349 56 00
F +32 11 28 88 01
F +32 56 24 99 21
F +32 4 349 56 10
Haaltert
Charleroi
Bruulstraat 35
119, avenue de Philippeville
B-9450 Haaltert
B-6001 Charleroi
T +32 53 83 04 80
T +32 71 298 900
F +32 53 83 59 54
F +32 71 298 901
ARCADIS VDS bvba BTW BE 0423.865.650 RPR Dendermonde ING 393-0550700-23 IBAN BE 92 3930 5507 0023 SWIFT BIC BBRUBEBB
ARCADIS Engineering & Consulting sa
(1)
ARCADIS Belgium nv BTW BE 0426.682.709 RPR ANTWERPEN ING 320-0687053-72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 SWIFT BIC BBRUBEBB
ème
étage
TVA BE 0423.586.528 RPM BRUXELLES ING 320-0151809-74 IBAN BE 16 3200 1518 0974 SWIFT BIC BBRUBEBB
(1) Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening. Detachering van projectmedewerkers. Dit document is afgedrukt op 100% gerecycleerd papier.
i
Deze tabel illustreert situatie 2050 maar kan even goed met focus op 2020 gebeuren.