OPLEIDINGSPAKKET CURSIST
Inhoud ‘Studeren aan het hoger onderwijs in Vlaanderen’
INLEIDING ........................................................................................................................................................ 4 1.
ZELFREFLECTIE ......................................................................................................................................... 5 1.1 1.2 1.3 1.4
‘WAT HEB JE AL GELEERD? WAT HEB JE AL GEDAAN?’ ........................................................................................... 6 ‘WAT WIL JE IN DE TOEKOMST DOEN?’ ............................................................................................................. 10 ‘WAT IS JOUW PERSOONLIJKE SITUATIE?’ .......................................................................................................... 12 ‘WAT IS JOUW VOORLOPIGE CONCLUSIE?’ ........................................................................................................ 14
2.
DE STRUCTUUR VAN HET VLAAMSE ONDERWIJS .................................................................................. 15
3.
DE RANDVOORWAARDEN ..................................................................................................................... 20
4.
DIPLOMAGELIJKSCHAKELING ................................................................................................................ 24
5.
ZOEKEN NAAR HET AANBOD VAN OPLEIDINGEN .................................................................................. 27
6.
JE KEUZE ................................................................................................................................................ 40
3
Inleiding Een keuze maken is niet zo gemakkelijk. Kiezen betekent: weten wat jij wil, weten wat jij kan en weten wat er bestaat. Als je een opleiding kiest, moet je dus eerst weten welke kwaliteiten je zelf hebt. Je moet ook de structuur van het onderwijs kennen. Hoe kan je je inschrijven en welke voorwaarden zijn daar aan verbonden? Welke opleidingen bestaan er allemaal en welke is voor jou de interessantste om jouw droomjob te krijgen? In dit pakket leer je stap voor stap kiezen uit het aanbod van het onderwijs en de arbeidsmarkt. Je leert over de voorwaarden en de structuur van het Vlaamse onderwijs en hoe je zelfstandig opleidingen kunt opzoeken. Je krijgt ook inzicht in je eigen kwaliteiten en werkpunten. Een goede studiekeuze maken is dus niet eenvoudig. Je hebt eerst heel wat informatie nodig. Maar die moet je natuurlijk niet alleen vinden! Dit opleidingspakket kan je hierbij helpen.
4
1. Zelfreflectie Om een goede studiekeuze te kunnen maken, is het in de eerste plaats belangrijk om jezelf te kennen. Wat zijn jouw kwaliteiten of sterke punten? Wat zijn jouw werkpunten of zwakke punten? De opdrachten van deel 1 helpen je om een aantal zaken over jezelf op te lijsten. Denk rustig over de vragen na. Nadat we het kwaliteitenspel gespeeld hebben, kan je resultaten ervan invullen bij opdracht 5. Je noteert er 3 kwaliteiten en 2 werkpunten van jezelf.
5
1.1
‘Wat heb je al geleerd? Wat heb je al gedaan?’
Jouw studieverleden – jouw werkverleden – jouw competenties Opdracht 1 Welke studies heb je gedaan? Welke opleidingen heb je gevolgd? Naam studierichting of opleiding
Niveau studie (bv: secundair onderwijs, bachelor, master)
Waar (land, stad)?
In welke taal?
Hoeveel jaar?
Diploma behaald? (ja/nee)
Is jouw diploma hier in België? (ja/nee)
6
Opdracht 2 Welke werkervaring heb je? Welke job? Welke functie?
Bij welk bedrijf of bij welke organisatie?
Waar? (land)
Hoelang?
Wil je deze job/functie in de toekomst nog doen?
7
Opdracht 3 Wat zijn jouw andere competenties?
Jouw talenkennis:
Moedertaal: ………………………………………… Het hoogst behaalde niveau Nederlands: bij ILT: …………… / bij een CVO: …………… Andere talen:
spreken
schrijven
………………………… basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
………………………… basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
………………………… basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
………………………… basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
basis - goed - heel goed
begrijpen
Jouw ICT-kennis:
Word – Excel – Access – PowerPoint – Outlook – Internet – Photoshop Andere programma’s: ………………………………………………………………………………
Belgisch rijbewijs:
A
Andere competenties:
B
C
D
E
(omcirkel wat past)
……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 4 Wat zijn jouw hobby’s, wat doe je graag in jouw vrije tijd?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….
8
Opdracht 5 Je speelt het kwaliteitenspel. Je krijgt enkele kaartjes met een competentie of kwaliteit. Je kiest drie kwaliteiten van jezelf. Je kiest ook twee kaartjes met dingen die je nog niet zo goed kan. Vul jouw resultaten hieronder in. 1. Wat zijn jouw kwaliteiten (sterke punten)? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….
2. Wat zijn jouw werkpunten (zwakke punten)? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….
9
1.2
‘Wat wil je in de toekomst doen?’
Jouw interesses, verwachtingen, doelen voor de toekomst
Opdracht 6 Welke job, welk beroep wil je in de toekomst graag doen? (Kruis aan wat past) o
Ik weet wat ik wil doen, namelijk: …………………………………………………………………………… Waarom wil je dat doen? ……………………………………………………………………………………………………………………..…………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………
o
Ik twijfel nog tussen verschillende beroepen: ……………………………………………………………………………………………………… en ……………………………………………………………………………………………………… en ………………………………………………………………………………………………………
o
Ik weet het nog niet.
De vragen van opdracht 7 kunnen jou helpen!
Opdracht 7 Wat zijn jouw interessegebieden? (omcirkel de thema’s die je het meest interesseren) Economie
Talen
Wetenschappen
Maatschappelijke thema’s Opvoeding Elektriciteit Wiskunde
Kunst
Techniek Onderzoek
Mode
Fiscaliteit
Transport en logistiek Administratie
Medische wereld Websites
ICT
Ouderenzorg
Bibliotheekwezen en musea
Communicatiemiddelen Lesgeven
Kinderzorg/kinderopvang
Boekhouden/Accounting
Voeding/koken Chemie
Bouw Wetgeving/Recht
Advertising/Reclamewereld
Onderzoek en analyse
Mechanica
Horeca Tuinbouw
Schoonheidsverzorging/haartooi
Toerisme/Reizen
Openbare besturen
……………………………………………………
……………………………………………………………
10
Opdracht 8 Welk soort werk wil je doen? Ik werk graag met mensen (helpen, lesgeven, mensen samenbrengen, ...).
ja/nee
Ik werk graag alleen (in een kantoor, met een computer, in een labo, ...).
ja/nee
Ik werk graag in een team, ik houd van communicatie met collega’s.
ja/nee
Ik wil graag veel verantwoordelijkheid, ik geef graag leiding aan anderen.
ja/nee
Ik werk heel graag met kinderen.
ja/nee
Ik vind het heel belangrijk om creatief te kunnen zijn in mijn werk.
ja/nee
Ik vind het fijn om mensen te verzorgen.
ja/nee
Ik vind het fijn als ik duidelijke taken heb.
ja/nee
Ik wil graag veel afwisseling in mijn werk, elke dag iets anders doen.
ja/nee
Ik houd van werken met cijfers.
ja/nee
Ik ben geïnteresseerd in maatschappelijke thema’s.
ja/nee
Ik vind het fijn om iets met mijn handen te kunnen maken.
ja/nee
Ik vind het fijn om oplossingen te zoeken voor problemen.
ja/nee
Ik werk graag de hele dag op de computer.
ja/nee
Ik verkoop graag dingen.
ja/nee
Ik vind het fijn om mensen aan te telefoon verder te helpen.
ja/nee
Ik ben geïnteresseerd in wetenschappelijke thema’s (chemie, biologie, fysica).ja/nee Ik wil graag buiten werken.
ja/nee
Ik kan heel nauwkeurig en correct werken.
ja/nee
Ik rij graag met een bestelwagen of vrachtwagen.
ja/nee
Ik vind het geen probleem om zwaar fysiek werk te doen.
ja/nee
Ik onderzoek graag dingen.
ja/nee
Opdrachten in het OpenleerCentrum Wil je meer te weten komen over je interesses? Je kan ook online studiekeuzetesten maken! http://www.onderwijskiezer.be/iprefer/ http://www.onderwijskiezer.be/ilike/ https://www.icares.com/instantstudytest http://keuzetest.carrieretijger.nl/ Wil je meer weten over beroepen? Je kan ook online vragenlijsten invullen en filmpjes bekijken. http://www.vdab.be/cobra http://www.vdab.be/beroepsorientatie http://www.onderwijskiezer.be/v2/beroepen/roadies.php
11
1.3
‘Wat is jouw persoonlijke situatie?’
Opdracht 9 Met welke dingen moet je rekening houden? Vul de vragen over jouw persoonlijke situatie in. 1) Wat is jouw gezinssituatie? a) Wat zijn jouw verantwoordelijkheden binnen jouw gezin? b) Hoeveel tijd vragen die verantwoordelijkheden? c) Heb je kinderopvang nodig? (crèche of onthaalmoeder) d) Heb je ’s morgens of ’s avonds extra opvang voor mijn kinderen nodig? e) Hoe staat jouw partner/familie tegenover studeren? …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2) Wat is jouw werksituatie? (Kruis aan wat past) o Ik werk: Waar? …………………………………………………………………………………………………………. Wanneer? Welke dagen? …………………………………………………………………………………………… Welke uren? ……………………………………………………………………………………………… Kan je het werk combineren met een studie? (een voltijdse of deeltijdse studie) ……………………………………………………………………………………………………………………………. o Ik werk niet 3) Wat is jouw financiële situatie? (Kruis aan wat past) o
Ik werk Ik moet mijn werk kunnen combineren met een studie. Ik heb recht op betaald educatief verlof en opleidingscheques.
o
Ik ontvang een werkloosheidsuitkering: Ik moet toestemming hebben van de RVA om te studeren of een opleiding te volgen.
o
Ik ontvang een leefloon van het OCMW: Ik moet toestemming hebben van het OCMW om te studeren of een opleiding te volgen.
12
o
Ik ontvang een invaliditeitsuitkering: Ik moet toestemming hebben van mijn ziekenfonds om te studeren of een opleiding te volgen.
o
Ik ben financieel afhankelijk van mijn partner of familie. Ik moet de steun hebben van mijn partner/familie om te studeren of een opleiding te volgen.
4) Wat is jouw verblijfssituatie? Kan je in België blijven wonen? ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 5) Hoeveel tijd per week heb je om te studeren? - Hoeveel tijd per week heb je om naar de les te gaan? ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… - Hoeveel tijd per week heb je om na de les thuis te studeren? ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… 6) Moet je nog andere dingen doen die tijd en energie vragen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………
13
1.4
‘Wat is jouw voorlopige conclusie?’
Opdracht 10 A. Wat is belangrijk voor jou als je jouw keuze maakt? Welke drie factoren zijn het belangrijkst voor jou bij het maken van een studiekeuze? Kruis aan: ‘Ik vind het belangrijk dat: …’
o o o o o o o o o o o o
… de studierichting me interesseert. … ik na mijn studie een job vind waar ik veel geld mee verdien. … mijn familie of mijn partner akkoord is met mijn studie. … ik tijdens mijn studie nog genoeg tijd heb voor mijn gezin of mijn familie. … ik alleen overdag naar de les moet gaan. … ik alleen ’s avonds naar de les moet gaan. … mijn studie niet te duur is of dat ik recht heb op een studiebeurs. … ik een universitair diploma behaal. … mijn studie niet langer duurt dan ………jaar. … ik na mijn studie gemakkelijk werk vind. … ik na mijn studie de job kan doen die ik het liefst wil doen. … iets anders, namelijk: …………………………………………………………………………………
B. Wat kies je nu? Op dit moment kies ik voor de studie: …………………………………….………………… of voor de studie: …………………………………………………………………….…………………… of voor de studie: ……………………………………………………………………….…………………
14
2. De structuur van het Vlaamse onderwijs Als je een goede studiekeuze wil maken, moet je niet alleen jezelf kennen, maar ook de structuur en de niveaus van het Vlaamse onderwijs. Welke niveaus bestaan er? Hoe heten ze? Wat is het verschil?
15
Opdracht 1 Wat hoort waar? Schrijf het juiste niveau in het juiste kader in het schema. Werk per 2. Kies uit: secundair onderwijs - professionele bachelor – master – schakelprogramma – hoger beroepsonderwijs(HBO5) - secundair volwassenenonderwijs - academische bachelor
……………………………………………………………
…………………………………………………… ………
…………………………………………………… …………………………………………………… ……… ………
……………………………………………………………………
…………………………………………………… …………………………………………………… ……… ………
16
Sleutel opdracht 1: Wat hoort waar? De structuur van het Vlaamse onderwijs. Master (MA) Waar: universiteit Hoe lang: tussen 1 en 4 jaar = tussen 60 en 240 studiepunten Hoe: zeer theoretisch: veel en zelfstandig studeren Tijdstip lessen: overdag Diploma: Master Schakelprogramma: tussen 45 en 90 studiepunten Professioneel gerichte bachelor (PBA)
Academisch gerichte bachelor (ABA)
Waar: hogeschool Hoe lang: modeltraject is 3 jaar = 180 studiepunten Hoe: theoretisch en praktisch (het ‘hoe’ van de dingen) veel taken, stage Kleinere groepen en meer begeleiding op school Tijdstip lessen: overdag (ook avond- en weekendtrajecten) Diploma: Professionele bachelor
Waar: universiteit (en sommige hogescholen) Hoe lang: modeltraject is 3 jaar = 180 studiepunten Hoe: zeer theoretisch (het ‘waarom’ van de dingen) veel en zelfstandig studeren Grote groepen en weinig opvolging Tijdstip lessen: overdag (zelden avond- en weekendtrajecten) Diploma: Academische bachelor
Na HBO5 kan je een professionele bachelor behalen via een verkort
programma Hoger beroepsonderwijs (HBO5) Waar: centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) of secundaire school Hoe lang: modulair systeem (meestal 2 of 3 jaar) Wat: verschillende beroepsopleidingen meestal met stage Hoe: praktijkgericht maar ook theorie (het ‘hoe’ van de dingen) Kleinere klassen en meer begeleiding op school Opvolging / studiebegeleiding op school Tijdstip lessen: overdag of ’s avonds (soms op zaterdag) Diploma: Graduaat Secundair onderwijs
Secundair volwassenenonderwijs (= tweedekansonderwijs (TKO) en 17
beroepsopleidingen) Waar: secundaire school Hoe lang: 6 leerjaren Leeftijd: leerlingen van 12 tot 18 jaar oud Wat: verschillende richtingen: ASO – TSO – BSO – KSO Tijdstip lessen: overdag Diploma: Secundair onderwijs
Waar: centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) Hoel ang: tussen 1 en 3 jaar – modulair systeem Leeftijd: vanaf 18 jaar oud Wat: verschillende beroepsopleidingen mogelijk Tijdstip lessen: overdag, ’s avonds of in het weekend Diploma: Secundair onderwijs of een
18
Opdracht 2 Bij welk niveau past de uitspraak het best? Zet een kruisje in de juiste kolom. (Soms kan je meer dan één kruisje zetten.) HBO = Hoger Beroepsonderwijs PBA = Professionele Bachelor ABA = Academische Bachelor HBO PBA ABA
1. Ik ben op zoek naar een studie met veel praktijk. 2. Ik ben geïnteresseerd in het WAAROM. 3. Ik ben geïnteresseerd in het HOE. 4. Ik heb een theoretische interesse en ga graag diep op bepaalde thema’s in. 5. Tijdens mijn studie zie ik graag de link met mijn latere beroep. 6. Tijdens mijn studie verwerf ik graag algemene kennis en inzicht in een bepaald wetenschapsdomein. 7. Het is voor mij noodzakelijk dat er begeleiding en opvolging is door een docent of studiebegeleider. 8. Ik kan zelfstandig werken en mijn tijd plannen. Als ik hulp nodig heb, zal ik er zeker naar vragen. 9. Ik wil mijn studie combineren met werk.
19
3. De randvoorwaarden
Om een goede studiekeuze te kunnen maken, is het ook belangrijk om de randvoorwaarden te kennen. Dat zijn de voorwaarden die in orde moeten zijn om te kunnen starten met een studie.
20
Opdracht 1 Kan je enkele voorwaarden of elementen bedenken die belangrijk zijn als je wil starten met studeren? Schrijf ze in de cirkels.
Randvoorwaarden om te studeren
SLEUTEL Voorwaarden om te kunnen starten met studeren De belangrijkste randvoorwaarden per onderwijsniveau Hoger Onderwijs (PBA en ABA)
HBO in een CVO
Niveau Nederlands:
niveau 5 ILT = ITNA-test
niveau 3 of 4 ILT of 2.4 / 3.1 CVO
Diplomavoorwaa rde:
Diploma secundair onderwijs
Diploma secundair onderwijs
21
- Belgisch diploma of
Financieel:
- Belgisch diploma of
- Gelijkgesteld buitenlands diploma of - Buitenlands diploma + attest ambassade toegang tot hoger onderwijs in thuisland
- Gelijkgesteld buitenlands diploma of - Slagen voor een toelatingstest
Inschrijvingsgeld:
Inschrijvingsgeld:
Gewoon tarief:
€ 890
Maximaal € 600,00 per jaar (€ 1,50 per lestijd)
Cursussen en studiemateriaal:
Cursussen en studiemateriaal:
€ 300,00 - € 500,00 euro
Prijzen zijn afhankelijk van de opleiding
Eventueel extra kosten voor materiaal
Studiebeurs aanvragen?
GEEN recht op studiebeurs!
Verschillende voorwaarden op basis van verblijfsstatus, inkomen, gezinssamenstelling, … Vermindering van het inschrijvingsgeld? Bijna-beurstarief: € 470 Beurstarief:
€ 105
Vrijstelling of vermindering van het inschrijvingsgeld kan als je: - stempelgeld ontvangt - leefloon ontvangt - een invaliditeitsuitkering ontvangt - materiële steun als asielzoeker ontvangt - ………..
Opleidingscheques en betaald educatief verlof: Alleen bij minstens 32 contacturen Als je werkt, kan je opleidingscheques aanvragen (meer info bij VDAB) Als je werkt, kan je betaald
Opleidingscheques en betaald educatief verlof: Alleen bij minstens 32 contacturen Als je werkt, kan je opleidingscheques aanvragen (meer info bij VDAB) Als je werkt, kan je betaald 22
educatief verlof aanvragen (meer info bij VDAB)
educatief verlof aanvragen (meer info bij VDAB)
Deadline inschrijven:
-Afhankelijk van de instelling (website universiteit of hogeschool)
geen laatste dag van inschrijving door modulair systeem
Deadline toelatingsdossier :
- bij International Office/Dienst Internationalisering als je geen Vlaams secundair diploma hebt - Afhankelijk van de instelling (website universiteit of hogeschool)
/
Verblijfsstatus:
- legaal verblijf
- legaal verblijf
Combinatie studeren en werken:
- Deeltijdse trajecten of werktrajecten (avond- , afstandsonderwijs) mogelijk - Wie recht heeft op een werkloosheidsuitkering kan vrijstelling bij RVA aanvragen (onder voorwaarden!) - Wie leefloon ontvangt: het OCMW beslist of je mag studeren en intussen je leefgeld kan behouden
- Deeltijds studeren/deeltijds werken via modulair systeem - Wie recht heeft op een werkloosheidsuitkering kan vrijstelling bij RVA aanvragen (onder voorwaarden!) - Wie leefloon ontvangt: het OCMW beslist of je mag studeren en intussen je leefgeld kan behouden
23
4. Diplomagelijkschakeling Wat moet je doen met jouw buitenlands secundair diploma? Als je een bacheloropleiding wil volgen: Om verder te studeren aan een Nederlandstalige hogeschool of universiteit moet jouw diploma niet erkend (gelijkgeschakeld) zijn door NARIC Vlaanderen (National Academic Recognition Information Centre). NARIC Vlaanderen onderzoekt of jouw buitenlands diploma een equivalent is van een Vlaams diploma. Het ‘International Office’ of de Dienst Internationalisering van de hogeschool of universiteit onderzoekt zelf jouw diploma en beslist of je kan inschrijven op basis van jouw documenten. De documenten die je daarvoor nodig hebt, zijn:
het origineel diploma de puntenlijst de beëdigde vertalingen (een attest van de ambassade)
Als je in het hoger beroepsonderwijs (HBO5) wil studeren: Om te starten met een opleiding in het hoger beroepsonderwijs heb je in principe een Belgisch secundair diploma nodig of een buitenlands diploma secundair onderwijs dat erkend is door NARIC Vlaanderen. Maar als je slaagt voor de toelatingsproef, kan je ook zonder (erkend) diploma secundair onderwijs starten met een HBO5-opleiding.
Als je werk wil zoeken met jouw buitenlands diploma: Om te werken in Vlaanderen, kan je best wel de erkenning van jouw buitenlands diploma bij NARIC Vlaanderen aanvragen.
Wil je meer weten? Surf naar de website www.naric.be.
24
Checklist procedure diplomagelijkschakeling Welke documenten heb je nodig? Jouw Belgische verblijfskaart Jouw origineel diploma De beëdigde vertaling van jouw diploma in het Nederlands. - Die vertaling moet in België gemaakt zijn! - Wanneer jouw origineel diploma in het Frans, Duits of Engels is, moet het NIET vertaald worden! De puntenlijst die bij jouw diploma hoort (lijst met vakken en scores). - Voor een diploma secundair onderwijs: alleen van het laatste jaar. - Voor een diploma hoger onderwijs: de vakken van alle jaren, de scores, maar ook het aantal uren per vak! De beëdigde vertaling van jouw puntenlijst in het Nederlands. - Wanneer jouw originele puntenlijst in het Frans, Engels of Duits is, moet die NIET vertaald worden!
De volgende documenten zijn alleen nodig voor de erkenning van een diploma hoger onderwijs of volwassenenonderwijs: Het officiële studieprogramma met de beschrijving (definitie) van de inhoud van de vakken in de originele taal. - Dit document moet je aanvragen bij de school of universiteit waar je gestudeerd hebt. De samenvatting van het officiële studieprogramma met de beschrijving van de inhoud van de vakken in het Nederlands, Frans, Engels of Duits. - Die samenvatting en vertaling mag je zelf maken, of door vrienden/familie laten maken. Jouw scriptie (= eindwerk, thesis) in de originele taal, op papier of op cd-rom. De samenvatting van jouw scriptie (= eindwerk, thesis): minimum 5, maximum 10 pagina’s. - Die samenvatting en vertaling mag je zelf maken,of door vrienden/familie laten maken. Als je een erkend vluchteling of subsidiair beschermde bent: een bewijs daarvan. - Dat is het officiële attest van het Commissariaat – Generaal waarin zij jou de beslissing meegedeeld hebben. 25
Jouw curriculum vitae (CV). Documenten die jouw werkervaring aantonen (bijvoorbeeld attesten van werkgevers, arbeidscontracten, loonfiches). Jouw publicatielijst (alleen voor mensen met een doctoraat).
Wat is een beëdigde vertaling? Dat is een vertaling die gemaakt is door een vertaler die een eed heeft afgelegd in de Rechtbank van Eerste Aanleg. Daarbij heeft hij gezworen dat hij naar eer en geweten, precies en eerlijk zal vertalen.
26
5. Zoeken naar het aanbod van opleidingen We hebben al gezien dat het heel belangrijk is om jezelf, de structuur van het onderwijs en de randvoorwaarden te kennen om een goede studiekeuze te kunnen maken. Nu bespreken we nog een laatste belangrijke factor: ‘Welke opleidingen kan je kiezen? En waar worden ze georganiseerd?’ Dat noemen we het aanbod. Het is erg belangrijk om het aanbod te kennen voor je een keuze maakt. Omdat er heel veel opleidingen in Vlaanderen zijn, kunnen we jou onmogelijk een lijst geven met alle opleidingen. Daarom zullen we je leren om het aanbod op te zoeken via het internet. Op de volgende bladzijden begeleiden we jou in het opzoeken van opleidingen via verschillende websites.
27
Opdracht 1 website Onderwijskiezer 1. Ga naar de website www.onderwijskiezer.be. Onderwijskiezer is een website waar je het aanbod van het hele Vlaamse onderwijs kan vinden waarmee je een diploma of certificaat kan behalen. Het aanbod beroepsopleidingen van Syntra kan je hier ook vinden. Voor de beroepsopleidingen van VDAB moet je surfen naar de website van VDAB (www.vdab.be). 2. In de blauwe balk bovenaan kan je de verschillende niveaus van het onderwijs zien. Klik op ‘hoger onderwijs’.
3. Klik nu links op : ‘professionele bachelor’.
4. Je krijgt nu een alfabetische lijst van alle professionelebacheloropleidingen. Klik bij de ‘T’ op de link: ‘Toegepaste informatica: Algemene opleiding’.
28
5. Via de verschillende tabbladen krijg je informatie over deze bacheloropleiding. Klik op het tabblad: ‘Instellingen’. Je krijgt een lijst van alle instellingen (scholen) waar je deze afstudeerrichting van professionele bachelor kan volgen.
6. Klik nu op het tabblad: ‘Flexibel?’. Via dat tabblad kan je te weten komen in welke scholen er een flexibel traject wordt aangeboden. Flexibele trajecten zijn trajecten waarin je jouw studie kan combineren met werk (bijvoorbeeld avond- en weekendonderwijs).
7. Klik op het tabblad ‘Beroepen’. Via dat tabblad kom je te weten welke beroepen je kan uitoefenen als je het diploma behaalt. 29
Een uitroepteken ( dat beroep.
knelpuntberoep) betekent dat je gemakkelijker werk vindt in
8. Klik op de link: ‘Netwerkbeheerder’. Je kan nu informatie lezen over dat beroep. 9. Klik nu opnieuw bovenaan in de blauwe balk op ‘Hoger onderwijs’. We zullen nu het aanbod binnen het Hoger Beroepsonderwijs opzoeken. Klik op de link ‘HBO’.
10. Klik nu op de link: ‘de hogere opleidingen van het volwassenenonderwijs’
30
Je krijgt een lijst te zien van het aanbod HBO5-opleidingen (graduaten) in Vlaanderen en Brussel.
11. Zoek binnen het studiegebied ‘Handelswetenschappen en bedrijfskunde’ naar de HBO Informatica en klik op de link. Je kan hier informatie vinden over de HBO5opleiding.
31
Opdracht 2 Website UC Leuven-Limburg campus Leuven 1. Ga naar de website: www.ucll.be Klik in de roze balk op ‘Studeren’, daarna in de kolom ‘Studeren op UCLL’ op ‘Opleidingen A-Z’
2. Scroll naar beneden (de opleidingen staan niet alfabetisch geordend!) en klik bij ‘Toegepaste informatica’ op de link ‘Bekijk opleiding’.
32
3. Je kan nu informatie lezen over die richting. Scroll naar beneden tot je aan de link: ‘studieprogramma’ komt. Klik op de link ‘studieprogramma’.
Boven de roze balken zie je: Fase1
Fase2
Fase3
33
Dat staat voor het eerste, tweede en derde opleidingsjaar als je het modeltraject volgt.
4. Vink ‘Fase 2’ en ‘Fase 3’ uit zodat je alleen het programma van het eerste jaar te zien zal krijgen. Je kan nu de verschillende roze balken openklappen om de vakken te zien die je zal krijgen.
34
5. Klik op de roze balk ‘Probleemoplossend denken’. Je ziet nu welke vakken je binnen dit onderdeel krijgt.
Als je op een vak klikt, kan je ook daar weer gedetailleerde informatie over krijgen.
35
Opdracht 3: Website Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) Lethas Brussel 1. Surf naar de website www.lethas.be Klik bovenaan op het tabblad ‘Informatica’. Je krijgt informatie te zien over de HBO5-opleiding Informatica die CVO Lethas organiseert. 2. Er zijn twee opties. Klik op de optie ‘Netwerkbeheer’. Je krijgt informatie te lezen over die optie, het modulair systeem en de toelatingsvoorwaarden.
36
Opdracht 4 Website Vlaamse Dienst voro Arbeidsbemiddeling (VDAB Op de website van de VDAB kan je vacatures en opleidingen van de VDAB opzoeken, maar je vindt er ook informatie over beroepen. We zullen nu bekijken waar je die informatie kan vinden. 1. Ga naar de website www.vdab.be 2. Klik links op ‘Werkzoekende en werknemer’. 3. Klik nu in de kolom ‘Jobs’ op ‘‘Beroepeninfo’. Je kan daar beroepenfilms, beroepenfiches, informatie over knelpuntberoepen, enzovoort, terugvinden. 4. Klik op de link: ‘Beroepenfilms’. 5. Klik op het vak: ‘Informaticasector’. 6. Klik op het beroep: ‘Netwerkbeheerder’.
37
Opdracht 5: Zelf zoeken op het internet Zoek op via de website www.onderwijskiezer.be De professionele bachelor Toegepaste Informatica: -
Kan je die bachelor dicht bij jouw thuis studeren? Ja / Nee: in ………………………………………………………………………………..
-
2
Kan je die bachelor in een flexibel traject (werktraject, afstandsonderwijs, avondonderwijs) studeren? o Ja : ……………………………………………………………………………….. o Nee
Zoek op via de website van UC Leuven-Limburg (www.ucll.be): De professionele bachelor Toegepaste Informatica: Zoek het studieprogramma op. -
3
Zal je Frans krijgen als verplicht vak?
Ja / Nee
Zoek op via de website www.onderwijskiezer.be: De HBO5-opleiding Informatica: -
Waar kan je die studeren? Kies een instelling (school) dicht bij jouw huis. ……………………………………………………………………………………………………………………………………
-
Wat is het webadres van die instelling? …………………………………………………………………………………………………………………………………
-
Welke vakken krijg je? Geef 4 voorbeelden. 1) ………………………………………………………………………………………………………………… … 2) ………………………………………………………………………………………………………………… … 3) ………………………………………………………………………………………………………………… …
38
4) ………………………………………………………………………………………………………………… …
-
Welke vak lijkt je erg interessant?
……………………………………………………………………………………………………………………………………
39
6. Je keuze Je hebt al veel informatie gekregen en opdrachten gemaakt over jouw kwaliteiten, de structuur van het onderwijs, de randvoorwaarden en het aanbod van opleidingen. Het is een goed moment om jouw studiekeuze voor te bereiden. Een studie of opleiding kiezen doe je immers niet snel. Je moet over veel dingen nadenken. Om je daarbij te helpen, zullen we nog 2 opdrachten maken.
40
Opdracht 1 Waarover heb je nog niet veel nagedacht bij het maken van jouw studiekeuze? Zet een kruisje voor 3 vragen uit de onderstaande lijst, waar je nog niet of weinig aan gedacht hebt als het gaat over jouw studiekeuze.
o
Wat wil ik het allerliefst studeren?
o
Wat zijn de gevolgen voor mijn gezin?
o
Zal ik mijn studie kunnen betalen?
o
Heb ik ’s avonds of in het weekend genoeg tijd om thuis te studeren?
o
Wat kies ik als alle studies mogelijk zijn?
o
Wat zijn de nadelen van mijn studiekeuze?
o
Wat zijn de gevolgen van mijn studiekeuze?
o
Welke keuze is het beste voor de toekomst?
o
Wat zeggen anderen dat ik moet kiezen?
o
Wanneer moet ik definitief kiezen?
o
Wat is het doel van mijn studies?
o
Waarom wil ik studeren?
o
Heb ik genoeg informatie om een goede keuze te kunnen maken?
o
Heb ik hulp nodig bij het maken van mijn studiekeuze?
o
Wat zal ik niet meer kunnen doen als ik ga studeren?
o
Wat zal ik moeten veranderen in mijn leven als ik ga studeren?
o
Welk beroep zal ik kunnen uitoefenen na mijn studie?
o
Vind ik gemakkelijk werk na mijn studie?
o
Hoeveel kost mijn studie?
o
Hoe ga ik naar de school?
o
Heb ik kinderopvang nodig tijdens mijn studies?
41
Opdracht 2 Wat is voor jou het belangrijkste bij het maken van een studiekeuze? Wat is jouw motivatie? Kies uit de onderstaande zinnen vijf zinnen (factoren) die voor jou heel belangrijk zijn bij het maken van jouw studiekeuze. Zet de getallen 1 tot 5: ‘1’ voor de meest belangrijke factor, ‘2’ voor de tweede belangrijkste, ‘3’ voor de derde, enzovoort.
̲
De studierichting interesseert mij.
̲
Na mijn studie wil ik een job waarbij ik veel geld kan verdienen.
̲
Mijn familie of mijn partner gaat akkoord met wat ik studeer.
̲
Tijdens mijn studie heb ik nog genoeg tijd voor mijn gezin of mijn familie.
̲
Ik wil alleen overdag of alleen ’s avonds naar de les gaan.
̲
Mijn studie is niet te duur of ik heb recht op een studiebeurs.
̲
Ik wil een universitair diploma behalen.
̲
Mijn studie mag niet langer duren dan ………jaar.
̲
Na mijn studie vind ik gemakkelijk werk.
̲
Na mijn studie kan ik de job doen die ik het liefst wil doen.
̲
Iets anders, namelijk:……………………………………………………….
Opdracht 3 Jouw conclusie: het is tijd om een studiekeuze te maken. Op dit moment kies ik voor de studie: …………………………………………………………………………… Ga naar de website www.onderwijskiezer.be. Zoek de studie van je keuze op en los de vragen op. De studie is op het niveau van:
o o o o o
Het secundair volwassenenonderwijs of het tweedekansonderwijs (TKO) Het hoger beroepsonderwijs (HBO) Professionele bachelor Academische bachelor Master
42
en kan je eventueel ook op dit niveau studeren: ………………………………………………………………. Je kan de studie in de volgende instellingen/scholen volgen: (naam school en stad) ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… Opdracht 4 Nadenken over de voorwaarden en andere factoren Dit zijn de voorwaarden om met de studie te starten: -
Niveau Nederlands:
………………………………………………………….
-
Diploma:
………………………………………………………….
-
Verblijfsstatuut:
………………………………………………………….
Welke voorwaarden zijn er bij jou nog niet in orde? ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… Kan je die voorwaarden in de toekomst in orde maken? ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… Hoe kan ik die voorwaarden in orde maken? ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… a) Andere voorwaarden/factoren: 43
-
Je krijgt een sociale uitkering (werkloosheidsuitkering, leefloon, …). Heb je toestemming van de RVA of het OCMW om te studeren?
……………………………………………………………………………………………………………….……………………………
Je werkt. Kan je de studie combineren met jouw job? ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… -
……………………………………………………………………………………………………………….……………………………
Hoeveel kost de opleiding (het inschrijvingsgeld en het cursusgeld) ongeveer? Heb je recht op vermindering van inschrijvingsgeld of een studiebeurs? ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… -
……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… -
Wanneer zijn de lessen? (Kruis aan wat juist is) o overdag o ’s avonds o in het weekend Heb je dan kinderopvang nodig?
……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… Waar zijn de lessen? ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….……………………………
Hoe ga ik naar de les? Moet ik het openbaar vervoer gebruiken? ……………………………………………………………………………………………………………….…………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….……………………………
-
Is de school gemakkelijk bereikbaar? (Ga voor de expliciete route naar de website www.delijn.be. Met de routeplanner kan je de route van jouw adres naar het adres van de school zoeken.)
……………………………………………………………………………………………………………….……………………………
44
……………………………………………………………………………………………………………….……………………………
Zijn er nog andere problemen waarvoor ik een oplossing moet vinden? .....……………………………………………………………………………………………………………….………………….… .....……………………………………………………………………………………………………………..……….………….
45