Opleidingen en beroepen
Beroepsonderwijs op uw werkvloer
Weet u welke mbo-opleidingen er zijn in de economischadministratieve, ICT- en veiligheidsrichtingen? In deze folder vindt u per opleiding een korte beroepsbeschrijving. Per opleiding kunt u ook zien om welk mbo-niveau het gaat.
Beroepsonderwijs en bedrijfsleven: dat werkt!
Opleidingen en
beroepen
■ Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (niveau 1, oriënterende assistentopleiding) De opleiding arbeidsmarktgekwalificeerd assistent is breed en bedoeld ter oriëntatie. De assistent doet werkervaring op en kan zo gericht voor een vervolgopleiding kiezen. Hij werkt in allerlei typen bedrijven en instellingen. Onder begeleiding van een ervaren collega doet hij eenvoudig, routinematig en ondersteunend werk op het gebied van administratie, receptie, facilitaire en commerciële dienstverlening of productie.
2
Commercieel ■ Contactcenter medewerker (niveau 3) De contactcenter medewerker werkt binnen een facilitair of inhouse contactcenter. Veel werk heeft een ‘multitasking’-karakter en wordt sterk gekleurd door de procedures en criteria binnen de organisatie. De medewerker heeft een gevarieerd takenpakket. Hij is bezig met klantenservice of verkoop en met het onderzoeken en verzamelen van informatie. Binnen het werkgebied ‘klantenservice’ opereert de contactcenter medewerker bijvoorbeeld als helpdeskmedewerker of medewerker infodesk. Hij beantwoordt vragen, neemt opdrachten in ontvangst en handelt klachten af. Binnen het werkgebied ‘verkoop’ informeert en adviseert hij klanten telefonisch, schriftelijk of anders over producten en diensten: daarbij is verkoop het doel.
Uit de gesprekken en uit correspondentie haalt hij specifieke klantbehoeften en zo nodig doet hij voorstellen aan zijn leidinggevende om het productenpakket en de serviceverlening te verbeteren.
■ Commercieel medewerker binnendienst (niveau 3) De commercieel medewerker binnendienst kan zowel in het midden- en kleinbedrijf (MKB) als in het grootbedrijf werken op een afdeling verkoop. De commercieel medewerker binnendienst van ECABO houdt zich vooral bezig met (zakelijke) dienstverlening. Hij verzorgt de commerciële activiteiten uit het verkoopplan van zijn bedrijf. Hij voert verkoopgesprekken met bestaande en potentiële klanten en adviseert en informeert hen over de producten en diensten van zijn bedrijf. Hij verwerft zijn orders vooral telefonisch en digitaal. De commercieel medewerker binnendienst heeft met name
telefonisch contact met klanten en vervult vanuit die context vaak een vraagbaakfunctie voor klant en collega’s. Hij stelt offertes en orderbevestigingen op, informeert zijn klanten over eventuele vertragingen en productwijzigingen en handelt klachten af. Op verzoek van zijn collega’s van de buitendienst werkt hij offertes uit, zodat deze inhoudelijk kloppen, er goed verzorgd uitzien en te realiseren zijn. Daarnaast voert de commercieel medewerker binnendienst promotieactiviteiten uit; hij stelt mailings op, helpt bij de voorbereidingen voor verkoopbeurzen en verzorgt soms een presentatie of demonstratie, bijvoorbeeld om nieuwe producten/ diensten te introduceren. Hij houdt het verkoopinformatiesysteem actueel en zorgt dat relevante informatie ook voor de rest van de organisatie toegankelijk is.
3
Opleidingen en
beroepen
■ (Junior) accountmanager (niveau 4) (Junior) accountmanagers zijn werkzaam bij uiteenlopende organisaties in allerlei economische sectoren. De (junior) accountmanager onderhoudt voor zijn bedrijf de contacten met grote, belangrijke klanten (de accounts). Hij heeft regelmatig telefonisch én persoonlijk contact. Hij bezoekt zijn accounts en informeert hen over relevante ontwikkelingen. Hij verzorgt productpresentaties en onderzoekt welke producten of diensten goed bij een account passen. Hij denkt in verkooptrajecten mee over totaaloplossingen en probeert zo veel mogelijk maatwerk te leveren. Hij stelt offertes op en onderhandelt hierover. Is een product of dienst geleverd, dan houdt hij in de gaten of de klant tevreden is. Hij heeft een ware schakelfunctie tussen de accounts en zijn eigen organisatie en houdt beide partijen op de hoogte van afspraken en ontwikkelingen. De (junior) accountmanager werkt in een team plannen uit voor het verder bewerken van de accounts zodat zijn bedrijf meer omzet en marktaandeel krijgt. Hij verzamelt informatie vanachter zijn bureau of buiten de deur en doet marktverkenningen. Hij komt met voorstellen voor het algemene verkoopplan en voor de accountplannen.
■ Contactcenter teamleider (niveau 4) De contactcenter teamleider werkt binnen een facilitair of inhouse contactcenter en stuurt een team van zo’n tien à twintig contactcenter medewerkers aan. De contactcenter teamleider bespreekt nieuwe projecten met de opdrachtgever en zorgt ervoor dat de medewerkers op het juiste moment kunnen starten. Hij informeert het team over het werk dat gedaan moet worden en geeft soms een groepsinstructie. Hij bewaakt ook of de doelen behaald worden. Bij onder- of overbezetting zoekt hij een oplossing. Hij werkt nieuwe medewerkers in, stuurt de medewerkers aan, coacht hen en houdt
4
functionerings- en beoordelingsgesprekken. Ook informeert hij zijn team over het organisatie-, afdelings- en personeelsbeleid en bewaakt en bevordert hij het teamwork.
■ Marketing medewerker (niveau 4) Een marketing medewerker werkt op een verkoopafdeling of op een marketing(communicatie-) afdeling van een organisatie. Het kan gaan om bedrijven binnen de meest uiteenlopende sectoren. Hij kan ook werken bij een marketingadviesbureau of een marktonderzoekbureau: dan wordt hij ingezet voor opdrachten van klanten. Bij grotere organisaties werkt hij op een speciale marketingafdeling, waar hij zich ook bezig houdt met marktverkenningen en marktonderzoek. Hij doet deze zelf of hij besteedt ze uit en begeleidt de onderzoekers. Hij ondersteunt het management bovendien bij het ontwikkelen van het marketingbeleid en van bijvoorbeeld product-, prijs- en distributieplannen. Hij onderzoekt een marketingvraagstuk, bedenkt oplossingen, bespreekt zijn ideeën met zijn leidinggevende of met de opdrachtgever, maakt vervolgens een projectplan en voert dit alleen of samen met anderen uit. Ook ontwikkelt hij voorlichtingsen promotiemateriaal voor zijn eigen organisatie of voor derden. In kleine organisaties worden de werkzaamheden van de marketing medewerker meestal gecombineerd met die van de assistent communicatiemedewerker.
■ Assistent communicatiemedewerker (niveau 4) De assistent communicatiemedewerker werkt bij een communicatieadvies- of reclamebureau of op een afdeling communicatie, public relations en/of voorlichting. In een grote organisatie houdt hij zich alleen bezig met communicatie. In het midden- en kleinbedrijf is communicatie vaak een deeltaak en gekoppeld aan andere vakgebieden en afdelingen zoals marketing.
De assistent communicatiemedewerker helpt communicatieadviseurs bij het ontwikkelen van het (corporate) communicatie- en pr-beleid en voert de bijbehorende werkzaamheden en communicatieacties uit. Hij assisteert bij het bedenken, uitwerken en uitvoeren van pr-campagnes. Zo zoekt hij bijvoorbeeld informatie op, vat deze samen en werkt (een deel van) een plan uit. Ook brengt hij een communicatievraagstuk in kaart, bedenkt een plan of een concreet product om het probleem op te lossen en werkt dit verder uit. De assistent communicatiemedewerker assisteert ook bij het schrijven en redigeren van teksten en artikelen. Hij schrijft eenvoudige teksten zowel voor de interne (bijvoorbeeld het personeelsblad) als externe communicatie (bijvoorbeeld voor de website). Ook plant en regelt hij in overleg de activiteiten voor de voorlichting aan de media.
■ Medewerker evenementenorganisatie (niveau 4) Een medewerker evenementenorganisatie werkt voornamelijk bij bedrijven die zich bezighouden met de organisatie van evenementen zoals concerten, festivals, tournees, congressen, beurzen en bedrijfsuitjes. De medewerker evenementenorganisatie bereidt de evenementen voor vanachter zijn bureau. Zo stelt hij bijvoorbeeld draaiboeken op en bespreekt die met de relevante personen. Hij overlegt met de opdrachtgever en met faciliterende organisaties. Hij heeft intensief contact met bijvoorbeeld cateringbedrijven, beveiligers, technici, gastsprekers en artiesten. Tijdens de voorbereiding van een evenement bewaakt hij de uitvoering van het draaiboek en bedenkt oplossingen bij eventuele organisatorische knelpunten. Op de dag van het evenement is hij ‘op de werkvloer’ aanwezig om daar allerlei hand- en spandiensten te verrichten. Hij werkt vaak buiten kantoortijden. Daarnaast ondersteunt de medewerker de event- en/of productmanager bijvoorbeeld bij het opstellen van het marketing- en/of communicatieplan en bij de ontwikkeling van promotiemateriaal.
Bank- en verzekeringswezen ■ Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (niveau 4) De commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen werkt in de frontoffice, bijvoorbeeld bij een bank als host of als kas-/baliemedewerker, bij een verzekeraar of intermediair achter de receptie, of in een service-/callcenter aan de telefoon. Hij informeert cliënten over lopende acties of het wisselen van vreemde valuta en hij adviseert over het afsluiten van financiële simple-risk producten (zoals betaal- en spaarrekeningen) of verzekeringen (zoals een reis- en bromfietsverzekering). De commercieel medewerker voert bovendien zelfstandig complete adviesprocessen uit: hij voert een intakegesprek, maakt een risicoanalyse en presenteert financiële producten. Dan gaat het bijvoorbeeld om het afsluiten van een consumptief krediet of een schadeverzekering. Hij is daarvoor gediplomeerd in het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De commercieel medewerker banken verzekeringswezen bouwt een relatie op met de klanten van zijn bedrijf en signaleert commerciële kansen. De medewerker maakt ook polissen en cliëntdossiers op, beoordeelt offerteaanvragen en mutatieverzoeken en handelt schadeclaims af.
5
Opleidingen en
beroepen
Financiële beroepen ■ Bedrijfsadministratief medewerker (niveau 2) De bedrijfsadministratief medewerker werkt op de administratie van een organisatie maar kan ook administratieve taken verrichten binnen een ondersteunende afdeling zoals een facilitaire dienst. Hij handelt telefoontjes af en geeft informatie aan de klanten en zijn eigen collega’s. De bedrijfsadministratief medewerker voert lichte administratieve taken uit. Hij verzamelt en verwerkt gegevens en voert die in in een computersysteem. Het gaat dan meestal om alfanumerieke en numerieke gegevens als naw-gegevens van klanten, cijfers van magazijnvoorraden en artikel- of bestelnummers. Als er goederen zijn binnengekomen, controleert de bedrijfsadministratief medewerker of de bestelling het juiste aantal van de bestelde artikelen bevat en of de rekening klopt. Deze gegevens verwerkt hij weer in het computersysteem.
■ Financieel administratief medewerker (niveau 3) De financieel administratief medewerker werkt op de administratie van een bedrijf of instelling. De werkzaamheden zijn vooral gericht op het bijwerken en controleren van de dagboeken, de subadministraties en kwantiteitenregistraties. Daarnaast is de financieel administratief medewerker betrokken bij het creditmanagement en verricht hij ook administratieve taken die niet per se financieel van aard zijn zoals de urenadministratie.
■ Assistent-accountant (niveau 4) De assistent-accountant werkt bij een accountantskantoor of een administratiekantoor. Hij verricht zijn werkzaamheden voor klanten, te weten bedrijven en ondernemers. Hij controleert of klanten de financiële administratie goed hebben uitgevoerd, biedt indien gewenst financieel-administratieve ondersteuning en geeft eenvoudig advies. Zijn werk
6
is gericht op het voorbereiden van de periodeafsluitingen en het jaarverslag en het opstellen van belastingaangiften. Bij het opstellen van de belastingaangiften is het van belang dat de klant voldoet aan alle wettelijke verplichtingen en niet meer belasting betaalt dan nodig is. De assistentaccountant werkt voor verschillende klanten en moet zich kunnen inleven in hun situatie. Hij doet zijn werk meestal op het accountants- of administratiekantoor en zit sporadisch bij de klant. Kenmerk van het beroep is dat de assistentaccountant regelmatig contact heeft met klanten. Hij belt ze om informatie op te vragen, of de klanten bellen hem met vragen of opdrachten. De assistentaccountant heeft een goed inzicht in boekhouden en is op de hoogte van relevante fiscale regels en wetten.
■ Bedrijfsadministrateur (niveau 4) De bedrijfsadministrateur werkt op de financiële administratie van een bedrijf of instelling. Het inzichtelijk maken van financiële informatie is een belangrijk doel van zijn werk: het management en externe belanghebbenden moeten weten hoe de organisatie er financieel voor staat. De bedrijfsadministrateur controleert, bewerkt en muteert financiële gegevens in de boekhouding. Hij genereert periodieke rapportages t.b.v. de winst- en verliesrekening en de balans en hij verzorgt de aangifte Omzetbelasting. Daarnaast heeft de bedrijfsadministrateur administratieve taken die niet per se financieel van aard zijn zoals debiteuren- en crediteurenbeheer en projectadministratie. Vanwege verdergaande digitalisering wordt er minder informatie ingevoerd en gemuteerd en verschuift het belang van de functie naar controleren, rapporteren, financieel vooruitkijken en meedenken. Dit betekent dat de bedrijfsadministrateur zich regelmatig goed mondeling en schriftelijk moet kunnen uitdrukken in toelichtingen, rapportages en in gesprekken met interne en externe contacten.
■ Salarisadministrateur (niveau 4) De salarisadministrateur heeft als taak om de salarissen en de daarbij horende belastingen en afdrachten correct en tijdig uit te laten betalen. Hij beantwoordt vragen van medewerkers over hun salaris en corrigeert verwerkingsfouten. Hij heeft een goed inzicht in de salarisverwerking en de gevolgen die fouten of vertragingen kunnen hebben voor het bedrijf en medewerkers. Steeds vaker werkt de salarisadministrateur voor dienstverleners zoals salarisadministratie- en accountantskantoren. In dat geval moet hij zich een beeld kunnen vormen van de klanten voor wie hij werkt. Door de automatisering ligt de nadruk steeds minder op het invoeren en muteren van gegevens en worden controle, informatievoorziening en eenvoudige advisering belangrijker. De salarisadministrateur moet zich regelmatig bijscholen om alle veranderingen in wetgeving, belastingen en sociale zekerheid bij te houden.
ICT ■ Medewerker ICT (niveau 2) De medewerker ICT doet ondersteunend werk op de ICT-afdeling van een bedrijf of bij een ICTdienstverlener. Hij assembleert en demonteert computersystemen en installeert en onderhoudt hard- en software. Aan de hand van voorschriften en instructies legt hij standaard pc-, telefonie- en netwerkbekabeling en -bedrading aan. Hij test en controleert alles wat hij installeert en gaat na waar mogelijke storingen kunnen zitten. De medewerker ICT houdt zich alleen bezig met storingen die met een standaardoplossing te verhelpen zijn. Bij complexere storingen meldt de medewerker die aan zijn leidinggevende. De medewerker ICT beantwoordt ook eenvoudige gebruikersvragen en helpt mensen bij het gebruik van de informatiesystemen. Als hij iets voor een gebruiker heeft gedaan, test hij of de apparatuur werkt en gaat na of de gebruiker tevreden is. Uiteraard houdt hij een administratie bij van wat hij gedaan heeft.
■ Medewerker beheer ICT (niveau 3) De medewerker beheer ICT werkt op de ICT-afdeling van een bedrijf of bij een ICT-dienstverlener. Hij assembleert, installeert en configureert informatie- en communicatiesystemen in stand-alone situaties en binnen een netwerkomgeving. Ook
7
Opleidingen en
beroepen
zorgt hij voor de complete bekabelingsinfrastructuur en sluit hij alles aan. Hij weet hoe hij de bekabeling in een patchkast moet afmonteren. Hij is medeverantwoordelijk voor de continuïteit van het ICT-systeem of delen daarvan. Hij onderhoudt en test daarom alle onderdelen om (ver)storingen te voorkomen. Zijn er toch verstoringen, dan lokaliseert hij die zo snel mogelijk, achterhaalt de oorzaak en lost ze op. Zo nodig demonteert en test hij systemen of componenten. Hij administreert storingen en gevonden oplossingen. Daarnaast ondersteunt hij de gebruikers van het ICT-systeem. Hij licht de mogelijkheden en de werking mondeling toe en schrijft gebruikersvriendelijke instructies en handleidingen. Hij behandelt incidentmeldingen en zorgt voor de correcte registratie, analyse en oplossing. Hij voert de werkzaamheden zelfstandig uit.
■ ICT-beheerder (niveau 4) De ICT-beheerder is een ICT-generalist die fungeert als spil binnen de afdeling ICT. Hij werkt op de ICTafdeling van een bedrijf of bij een ICT-dienstverlener. Hij houdt zich hier primair bezig met het beheer, de beveiliging en het onderhoud van het informatiesysteem. Van netwerken, computers en printers tot faxen en telefoons: hij zorgt ervoor dat deze werken. Hij beheert, beveiligt en test het informatiesysteem en stelt beheer- en gebruiksprocedures op. Als er toch een verstoring is, lokaliseert hij deze, achterhaalt de oorzaak en lost de problemen op. Verder behandelt hij incidentmeldingen van gebruikers. De ICT-beheerder inventariseert ook behoeften binnen (een afdeling van) een organisatie. Hij stelt vast hoe in de behoeften kan worden voorzien met behulp van ICT en werkt dit uit in een functioneel en een technisch ontwerp. Ook werkt hij aan het implementeren van (onderdelen van) informatiesystemen. Hij zorgt voor de globale planning en een kostenoverzicht. Hij stelt een implementatieplan op en voert dat uit. Ook het opstellen van (gebruikers)handleidingen en het geven van instructies aan gebruikers behoort tot zijn takenpakket. Verder
8
voert hij de dagelijkse werkzaamheden m.b.t. de servicedesk uit. Hij draagt verantwoordelijkheid voor de juiste afhandeling en interpretatie van de bij de servicedesk binnenkomende informatieverzoeken en hulpvragen en stelt servicedeskrapportages op voor het management van de organisatie.
■ Netwerkbeheerder (niveau 4) De netwerkbeheerder werkt op de ICT-afdeling van een bedrijf of bij een ICT-dienstverlener. Hij ontwikkelt, realiseert, implementeert en beheert informatiesystemen of onderdelen daarvan. Hij stelt de informatiebehoeften vast binnen een organisatie of een afdeling en kijkt hoe ICT in die behoeften kan voorzien. Hij werkt dit uit in een functioneel en een technisch ontwerp en zorgt daarbij voor een globale planning en een kostenoverzicht. Vervolgens implementeert en test de netwerkbeheerder de netwerkinfrastructuur. Hij zorgt er ook voor dat de verschillende soorten documentatie zoals handleidingen, systeemdocumentatie en licenties goed gearchiveerd worden. Hij handelt de implementatie volledig af en evalueert deze. Bovendien houdt de netwerkbeheerder zich bezig met het beheren van de netwerkinfrastructuur. Hij voorkomt zo veel mogelijk (ver)storingen. Als die zich toch voordoen, lokaliseert hij deze (ver)storingen, achterhaalt de oorzaak en verhelpt ze. Om storingen te voorkomen, beheert, beveiligt en test de netwerkbeheerder de infrastructuur en stelt hij beheer- en gebruiksprocedures op. Hij onderhoudt deze en let op de naleving ervan.
■ Applicatieontwikkelaar (niveau 4) De hoofdtaak van de applicatieontwikkelaar is het ontwikkelen en realiseren van (delen van) software en/of ICTproducten voor de kantoor- en industriële automatisering. Te denken valt aan besturingsprogrammatuur, toepassingsprogrammatuur, netwerkprogrammatuur, webbased applicaties, games en interactieve informatiedragers
zoals dvd’s en websites met bijvoorbeeld juridische teksten, cursusmateriaal en televisiebeelden. Ook is de ontwikkelaar betrokken bij de implementatie van een applicatie en voert hij onderhoudsactiviteiten uit t.b.v. bestaande applicaties. De applicatieontwikkelaar werkt in de sector ICT bij grote en kleine bedrijven die besturingsoftware, toepassingssoftware, entertainmentsoftware en/of IT-mediaproducten ontwikkelen. De applicatieontwikkelaar inventariseert (onderdelen van) de informatiebehoefte en wensen van klanten en ontwerpt een passende applicatie. Hij maakt een plan van aanpak en richt in overleg met zijn leidinggevende de ontwikkelomgeving in. Hij brengt in kaart welke gegevens in de gegevensverzameling/database moeten komen en gaat na hoe deze aangeleverd en gebruikt zullen worden. Verder stelt hij de structuur en specificaties voor een eenvoudige gegevensverzameling/database vast en bekijkt wat er nodig is aan software, modules en uitbreidingen. De applicatieontwikkelaar realiseert (onderdelen van) de applicatie en/of voegt met collega’s onderdelen van (bestaande) applicaties samen. Hij documenteert, test en verbetert de gerealiseerde applicaties en interfaces. Hij schrijft een implementatieplan en voert acceptatietests uit. Hij legt alles vast, overlegt en zorgt voor het beheer en onderhoud. Hij werkt vaak projectmatig en daarom is een goede planning van het werk en samenwerking met collega’s van groot belang. De applicatieontwikkelaar moet ook goed zelfstandig kunnen werken.
■ Particulier digitaal onderzoeker (niveau 4) De particulier digitaal onderzoeker is een detective achter de computer. Hij werkt in een arbeidsorganisatie waar gebruik wordt gemaakt van geautomatiseerde systemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om internetserviceproviders, telecomoperators, banken en verzekeraars, maar ook om particuliere recherchebureaus, IT-dienstverleners en consultancybureaus. De particulier digitaal onderzoeker monitort informatiesystemen en richt zich op het signaleren van onregelmatigheden. Hij bekijkt wat er onderzocht moet worden en adviseert zijn opdrachtgever of leidinggevende of verder onderzoek noodzakelijk is. In dat geval inventariseert hij digitale sporen en zorgt ervoor dat het digitale bewijsmateriaal veiliggesteld wordt en doorzoekbaar wordt gemaakt. Hij analyseert de veilig gestelde digitale sporen. De resultaten van het onderzoek legt hij vast in een rapport dat hij bespreekt met zijn opdrachtgever. De particulier digitaal onderzoeker kan optreden als getuigedeskundige. Ook het inzetten van opsporingsmethoden en technieken om schade te voorkomen of te beperken en daders en veroorzakers op te sporen, behoort tot zijn taken.
9
Opleidingen en
beroepen
Informatiedienstverlening
Juridisch
■ Bibliotheekmedewerker (niveau 4)
■ Juridisch medewerker openbaar bestuur (niveau 4)
De bibliotheekmedewerker werkt in een bibliotheek of in een mediatheek. Dit kunnen zelfstandige bibliotheken zijn, maar ook bibliotheken die onderdeel zijn van een organisatie. Voorbeelden zijn: openbare bibliotheken, schoolmediatheken, bedrijfsbibliotheken, universiteitsbibliotheken en ziekenhuisbibliotheken. Of het nu gaat om boeken, informatie op internet of in databanken of om moderne media: de bibliotheekmedewerker stemt vraag en aanbod op elkaar af. Hij legt de klant uit hoe hij het beste iets op internet kan vinden en hoe zoeksystemen en moderne media werken. Daarnaast spoort hij informatie voor de klant op of verwijst hij naar andere bronnen. Hij werkt mee aan projecten en activiteiten die in het beleidsplan van de bibliotheek staan. In dit kader heeft hij veel contacten met plaatselijke instellingen. Een andere taak is het opbouwen van de bibliotheekcollectie. De bibliotheekmedewerker zorgt ervoor dat informatie snel te vinden is voor de klant en zo aantrekkelijk mogelijk wordt gepresenteerd. Hij plaatst informatie op de website van de bibliotheek of in het bibliotheeksysteem.
De juridisch medewerker openbaar bestuur werkt in functies in zowel de front- als backoffice binnen het openbaar bestuur. Zijn werkgever kan bijvoorbeeld een gemeente of ministerie zijn maar ook een rechterlijke instantie, de Belastingdienst of een andere (semi-)overheidsinstelling. Hij ondersteunt de ontwikkeling van regels en helpt bij het toezicht op de naleving hiervan. Zijn werk heeft alles te maken met het uitvoeren van het beleid. Zijn taken zijn voornamelijk gerelateerd aan het publiekrecht (met name het bestuursrecht) dat gaat over de verhouding tussen burgers en de overheid of tussen overheidsinstanties onderling. De juridisch medewerker informeert en adviseert, wint informatie in en weet klanten zo nodig juist door te verwijzen. Hij beheert dossiers, is op de hoogte van de wet- en regelgeving en weet hoe belangrijk zorgvuldigheid, privacy en wettelijke termijnen zijn. Handhaving en controle behoren ook tot zijn takenpakket. De juridisch medewerker openbaar bestuur kan bovendien ondersteunen bij het uitvoeren van onderzoek. Bestuurlijke integriteit is heel belangrijk in zijn werk: de medewerker moet zich altijd bewust zijn van zijn positie binnen een bestuursorgaan en de verantwoordelijkheid die zijn functie met zich meebrengt.
■ Informatiebeheerder (niveau 4) De informatiebeheerder werkt in een organisatie of afdeling waar sprake is van documentaire informatievoorziening (DIV/DIM), in de publieke (overheids-)sector of de private sector. De informatiebeheerder richt zich op (documentaire) informatie die binnen komt in de organisatie of die door de organisatie wordt geproduceerd. Hij digitaliseert deze en plaatst deze in het systeem. Hij controleert informatie en kent metadata toe. Hij beantwoordt vragen en leidt gebruikers door het systeem. Hij houdt in de gaten waar hij informatie kan vinden en blijft alert op nieuwe informatie, zodat hij collega’s kan attenderen. Hij beheert de archiefruimte.
10
■ Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening (niveau 4) De juridisch medewerker zakelijke dienstverlening doet ondersteunend werk in de juridische dienstverlening. Hij werkt bijvoorbeeld op een notaris- of advocatenkantoor of bij een deurwaarderspraktijk. Hij informeert en adviseert klanten en weet de weg in de juridische wereld zodat hij correct kan doorverwijzen. Hij beheert dossiers, is op de hoogte van wet- en regelgeving en kent het belang van zorgvuldigheid, privacy en wettelijke termijnen. Zijn taken zijn voornamelijk gerelateerd aan het privaatrecht (onder andere personen- en familierecht, erfrecht, verbintenissenrecht, goederenrecht, consumentenrecht, faillissementsrecht en burgerlijk procesrecht) dat gaat over regels met betrekking tot onderlinge verhoudingen van burgers en/of bedrijven. Hij heeft veel kennis van onder meer het burgerlijk recht, het procesrecht en het faillissementsrecht. De juridisch medewerker kan - binnen de juridische dienstverlening - ook ingezet worden voor het verwerken van marktgegevens en het uitvoeren van promotieactiviteiten.
■ Medewerker personeel en arbeid (niveau 4)
wel hr- of p&o-afdeling) van een organisatie. De allround medewerker kent de vele procedures rondom in-, door- en uitstroom van personeel en weet deze in de praktijk toe te passen. Hij is op de hoogte van de relevante wet- en regelgeving, zodat hij medewerkers, opdrachtgevers of uitzendkrachten op maat kan informeren. Bij een uitzendbureau richt zijn werk zich specifiek op het werven, selecteren en bemiddelen van mensen (instroom). Hij begeleidt medewerkers, ondersteunt en informeert zijn leidinggevende of klanten en verwerft opdrachten. Op een uitzendbureau behoren ook acquisitieactiviteiten tot het takenpakket en worden hoge eisen gesteld aan de commerciële vaardigheden. De medewerker is zich bewust van de concurrentiepositie van zijn organisatie. Op een personeelsafdeling ligt het accent op het uitvoeren van verschillende p&o-regelingen en gaat het vooral om administratieve ondersteuning van de personeelsadviseurs en het informeren van de medewerkers over p&o-gerelateerde zaken. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het bijhouden van verlof- en verzuimadministratie, het informeren van (nieuwe) medewerkers over de cao en arbeidsvoorwaarden, het opstellen van arbeidsovereenkomsten en het bijhouden van spaar- en levensloopregelingen.
De medewerker personeel en arbeid werkt bij een uitzendbureau of op een personeelsafdeling (ook
11
Opleidingen en
beroepen
■ Medewerker sociale zekerheid (niveau 4) De medewerker sociale zekerheid heeft een sleutelpositie binnen de ketendienstverlening van werk, zorg en inkomen van de overheid. Hij werkt mee aan de totstandkoming van (publiekrechtelijke) besluiten die grote gevolgen kunnen hebben voor de (financiële) situatie van een cliënt. Hij weet hoe hij klanten moet informeren, welke informatie hij nodig heeft om een klantvraag in behandeling te kunnen nemen en wanneer en naar wie hij iemand actief kan doorverwijzen. Hij legt dus verbindingen tussen de verschillende schakels in de keten.De medewerker sociale zekerheid is nauwkeurig en heeft een goed analytisch vermogen om de vele gegevens te kunnen interpreteren en ordenen. Ook moet hij alert zijn op fraude. Hij beschikt over de kennis van juridische procedures die noodzakelijk is om wettelijke termijnen te bewaken en juridische documenten te kunnen opstellen. Hij speelt steeds weer in op nieuwe ontwikkelingen in de sociale zekerheid als het gaat om re-integratie, schuldhulpverlening en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De dienstverlening kenmerkt zich door een zakelijke benadering waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt voorop staat.
Kunst
(i.s.m. collega-kenniscentra GOC en Calibris) ■ Artiest (niveau 4) De artiest vermaakt en boeit een publiek met muziek, drama, dans of een combinatie daarvan. Het gaat meer om ‘entertainen’ dan om de ‘hogere kunsten’. Hij werkt op de culturele (commerciële) arbeidsmarkt en zet zichzelf in die markt. Hij doet vaak ook allerlei (verwante) nevenactiviteiten om zijn brood te verdienen. De artiest is voortdurend bezig met het onderhouden en organiseren van zijn eigen werkterrein. Hij doet bijvoorbeeld audities of verstuurt demo’s om nieuwe opdrachten te krijgen en bouwt aan een goed contactennetwerk. Het werk vraagt om artistieke vermogens, maar ook om ondernemersvaardigheden. Er zijn vijf uitstroomrichtingen: 1 Drama De acteur is uitvoerend en vaak ook docerend actief. Hij is te vinden op podia van theater tot buurthuis of speelt zonder podium op straat of op de achtergrond bij een particuliere, commerciële of recreatieve bijeenkomst. Ook studiowerk maakt onderdeel uit van het werkterrein. Hij is een allrounder en breed inzetbaar.
12
2 Dans De danser is uitvoerend actief in de theaterwereld, bij de tv, commercie en educatie. Hij doet mee aan dansproducties bij grote en kleine gezelschappen, commercieel of gesubsidieerd. Uitstraling, talent, bouw en gedrevenheid staan voorop. Hij is in de eerste plaats danser, maar beschikt daarnaast over vaardigheden in zang en acteren. Hij is een allrounder en breed inzetbaar.
4 Muziek De uitvoerend muzikant is actief op podia, van poppodium tot theater tot buurthuis, speelt op straat of op de achtergrond bij een particuliere, commerciële of recreatieve bijeenkomst. Ook studio sessiewerk kan onderdeel uitmaken van het werkterrein. De producerend muzikant is voornamelijk actief in de studio, als producer, sounddesigner, maker van opdrachtmuziek of als artiest in de elektronische muziek
3 Musical De musicalartiest is uitvoerend actief in de musicaltheaterwereld en werkt mee aan musicalproducties. Het gaat om commerciële maar soms ook gesubsidieerde producties, in grote en kleine gezelschappen. Uitstraling, talent, bouw en gedrevenheid staan voorop. Hij is specialist in zang, dans of spel, maar is ook vaardig in beide andere disciplines. Hij is een allrounder en combineert vakintelligentie met een goede techniek en goede sociale vaardigheiden.
13
Opleidingen en
beroepen
Orde en Veiligheid; Publieke veiligheid ■ Assistent toezicht en veiligheid (niveau 1) De assistent toezicht en veiligheid draagt bij aan de orde en veiligheid in onze samenleving en is vooral op straat te vinden. Hij werkt altijd samen met een ervaren medewerker die hem kan begeleiden. Het gaat vooral om preventief toezicht: de assistent signaleert afwijkende en ongewenste zaken en meldt die. Zeker in riskante situaties grijpt hij niet zelf in, maar roept hulp in. De assistent kan wel eerste hulp verlenen. Hij is veel bezig met het informeren en verwijzen van mensen.
■ Medewerker toezicht en veiligheid (niveau 2) De medewerker toezicht en veiligheid is de eerste schakel in de keten van publieke veiligheid. Hij werkt bijvoorbeeld bij een stadswachtorganisatie. Hij is vooral op straat te vinden en treedt waar nodig corrigerend op. Ook verleent hij service aan het publiek en staat klaar om mensen te helpen. Bij ongevallen schakelt de medewerker hulpdiensten in en verleent eerste hulp. Hij weet lastige en agressieve personen te kalmeren en escalaties te voorkomen. Integriteit en stressbestendigheid zijn erg belangrijk in dit beroep.
14
■ Handhaver toezicht en veiligheid (niveau 3) De handhaver toezicht en veiligheid speelt een belangrijke rol in de publieke veiligheid. Hij werkt meestal bij een gemeente of een door de gemeente ingestelde organisatie voor toezicht en veiligheid en kan bijvoorbeeld werkzaam zijn als reinigingsagent, parkeercontroleur of milieucontroleur. Hij surveilleert in uniform op straat en treedt op bij incidenten en calamiteiten. Ook verleent hij service aan het publiek en staat klaar om mensen te helpen. Het gaat om alle mogelijke locaties waar (veel) mensen aanwezig zijn. De handhaver is Buitengewoon Opsporings Ambtenaar en heeft de bijbehorende bevoegdheden, zoals het staande houden van mensen en het inbeslag nemen van goederen. Ook kan hij afhankelijk van de afspraken en bevoegdheden sancties opleggen. Hij is verantwoordelijk voor de administratieve afhandeling van gegeven processen-verbaal. De handhaver toezicht en veiligheid kan ook betrokken zijn bij buurtpreventieprojecten en voorlichting geven aan bewonersgroepen. Hij weet lastige en agressieve personen te kalmeren en scalaties te voorkomen. Integriteit, sociale vaardigheden en stressbestendigheid zijn heel belangrijk in dit beroep.
Orde en Veiligheid; Particuliere beveiliging ■ Beveiliger (niveau 2) Een beveiliger werkt in de particuliere beveiligingsbranche en kan bij allerlei soorten bedrijven en organisaties terechtkomen, van olieraffinaderijen en warenhuizen tot pretparken en ministeries. Hij kan werken als algemeen beveiliger (objectbeveiliger), maar bijvoorbeeld ook als winkelsurveillant, luchthavenbeveiliger, mobiel surveillant, detentietoezichthouder of geld- en waardetransporteur. Hij is in dienst van een bedrijfsbeveiligingsdienst of van een particuliere beveiligingsorganisatie die hem bij een opdrachtgever plaatst. De beveiliger houdt zich vooral bezig met preventief toezicht, zoals rondes lopen of bagage controleren. Soms is het nodig om repressief op te treden, bijvoorbeeld bij een ongeval, brand of bij kleine criminaliteit. Hij signaleert gevaarlijke of ongewenste situaties en neemt de juiste maatregelen. De beveiliger probeert de schade te beperken en roept hulp van anderen in als dat nodig is. De beveiliger is daarnaast ook dienstverlener: hij staat bezoekers te woord, wijst de weg, geeft informatie en biedt hulp. De beveiliger is meestal herkenbaar aan een uniform voorzien van V-teken. Hij werkt alleen of in teamverband, zowel overdag als ’s nachts. Hij moet het diploma Beveiliger hebben. Dit is geregeld in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Voor verschillende richtingen gelden extra opleidingseisen.
Hij is verantwoordelijk voor de veiligheid van een specifiek object of van meerdere objecten. Hij stuurt een team van beveiligers aan en is verantwoordelijk voor hun handelen. Zo nodig werkt hij zelf ook mee in de uitvoering. Hij zorgt ervoor dat de beveiligingsdiensten zo goed mogelijk worden uitgevoerd, in lijn met de afspraken en het beveiligingsplan. Hij werkt nauw samen met de opdrachtgever en met andere afdelingen in het object dat beveiligd wordt. Bij incidenten en calamiteiten heeft hij een coördinerende rol. De coördinator beveiliging schrijft werkinstructies en draagt bij aan beveiligingsplannen en managementrapportages. Omdat een coördinator ook uitvoerend werk doet, moet hij beschikken over het diploma Beveiliger of over een in de wet gelijkwaardig gesteld diploma. Dit is geregeld in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
■ Coördinator beveiliging (niveau 3) De coördinator beveiliging werkt in de particuliere beveiligingsbranche en kan bij allerlei soorten bedrijven en organisaties terechtkomen, van olieraffinaderijen en warenhuizen tot pretparken en ministeries. Hij is in dienst van een bedrijfsbeveiligingsdienst of van een particuliere beveiligingsorganisatie die hem bij een opdrachtgever plaatst.
15
Opleidingen en
beroepen
Orde en Veiligheid; Defensie ■ Aankomend medewerker grondoptreden (niveau 2) De aankomend medewerker grondoptreden werkt bij de krijgsmacht en heeft specifieke taken op het terrein van grondoptreden: hij verkent bijvoorbeeld een gebied en doet het basisonderhoud aan voertuigen, communicatiemiddelen en uitrusting. Hij werkt in een team en voert ook individueel taken uit. Hij krijgt zijn opdrachten van zijn leidinggevende aan wie hij ook verantwoording aflegt. Daarnaast heeft hij een coördinerende rol op laag niveau. Op verzoek geeft hij zijn groep instructies of ondersteunt de leidinggevende. Hij moet goed kunnen samenwerken en vanzelfsprekend de regels, waarden en normen van de krijgsmacht naleven in zijn gedrag en houding.
■ Aankomend medewerker maritiem (niveau 2) De aankomend medewerker maritiem werkt bij de krijgsmacht en heeft specifieke maritieme taken: hij voert bijvoorbeeld radarwaarnemingen uit, doet onderhoudswerk aan boord van schepen of assisteert bij het laden en lossen. Hij werkt in een team en voert ook individueel taken uit. Hij krijgt zijn opdrachten van zijn leidinggevende aan wie hij ook verantwoording aflegt. Daarnaast heeft hij een coördinerende rol op laag niveau. Op verzoek geeft hij zijn groep instructies of ondersteunt zijn leidinggevende. Hij moet goed kunnen samenwerken en vanzelfsprekend de regels, waarden en normen van de krijgsmacht naleven in zijn gedrag en houding.
■ Aankomend onderofficier grondoptreden (niveau 3) De aankomend onderofficier grondoptreden werkt bij de krijgsmacht. Hij voert een aantal specifieke werkzaamheden op het vlak van grondoptreden uit, zoals het verkennen van een gebied en het
16
uitvoeren van basisonderhoud aan voertuigen, communicatiemiddelen en uitrusting. Hij werkt in een team en voert ook individueel taken uit. Hij krijgt zijn opdrachten van zijn leidinggevende aan wie hij ook verantwoording aflegt. Daarnaast heeft hij een rol als leidinggevende en als trainer/instructeur. Hij geeft zelfstandig leiding en instrueert en traint zijn groep. Hij moet goed kunnen samenwerken en vanzelfsprekend de regels, waarden en normen van de krijgsmacht naleven in zijn gedrag en houding.
■ Aankomend onderofficier maritiem (niveau 3) De aankomend onderofficier maritiem werkt bij de krijgsmacht en heeft specifieke maritieme taken: hij voert bijvoorbeeld radarwaarnemingen uit, doet onderhoudswerk aan boord van schepen of assisteert bij het laden en lossen. Hij werkt in een team en voert ook individueel taken uit. Hij krijgt zijn opdrachten van zijn leidinggevende aan wie hij ook verantwoording aflegt. Daarnaast heeft hij een rol als leidinggevende en als trainer/instructeur. Hij geeft zelfstandig leiding en instrueert en traint zijn groep. Hij moet goed kunnen samenwerken en vanzelfsprekend de regels, waarden en normen van de krijgsmacht naleven in zijn gedrag en houding.
Secretarieel ■ Telefonist/receptionist (niveau 2) Een telefonist/receptionist kan werkzaam zijn in de meest uiteenlopende arbeidsorganisaties. Hij behandelt binnenkomende en uitgaande telefoongesprekken en verbindt gesprekken door. Hij ontvangt bezoekers, klanten en medewerkers, meldt ze aan en verwijst ze door. Vaak horen ook werkzaamheden als het in- en uitschrijven van bezoekers, het verstrekken van bezoekerspassen en het in ontvangst nemen van poststukken en goederen tot de vaste taken. Daarnaast heeft de telefonist/receptionist meestal diverse ondersteunende administratieve taken zoals het bijhouden van (zaal)reserveringen in een digitale agenda, het registreren en intern verspreiden van post en het verwerken van facturen en mailings. Hij heeft dan ook een dienstverlenende en servicegerichte instelling. De telefonist/receptionist is het visitekaartje van de organisatie, zowel aan de balie als aan de telefoon.
■ Secretarieel medewerker (niveau 2) De secretarieel medewerker kan werkzaam zijn in de meest uiteenlopende arbeidsorganisaties. Het takenpakket is voornamelijk uitvoerend van aard. De medewerker houdt zich onder meer bezig met (standaard-)correspondentie, stelt eenvoudige mededelingen op en voert kopieeropdrachten uit. Ook beantwoordt hij de telefoon, ontvangt bezoe-
kers, assisteert hij bij mailingen en verwerkt hij de urenregistratie. Daarnaast ondersteunt hij bij het verwerken van de post en bij het actueel houden van het archief. Vaak horen ook werkzaamheden als beheer van voorraden en het in ontvangst nemen van goederen tot het takenpakket.
■ Secretaresse (niveau 3) De secretaresse kan werkzaam zijn in de meest uiteenlopende arbeidsorganisaties. Ze voert routinematige secretariële en administratieve taken uit, zoals het opstellen van concepten voor correspondentie per post en mail en het maken van afspraken in de (elektronische) agenda. Ze zorgt voor een actueel (papieren en elektronisch) archief en verwerkt en verzorgt de (elektronische) post. Ze ontvangt bezoekers en levert, al dan niet vertrouwelijke, informatie aan bellers en bezoekers. Daarnaast ondersteunt ze de leidinggevende(n) bij de planning en organisatie van activiteiten. Het gaat daarbij om het bewaken van deadlines en de voortgang van genomen besluiten, het plannen en organiseren van kleine bijeenkomsten (vergaderingen, open dagen, jubilea) en het voorbereiden van presentaties. Ze vervult een communicatieve spilfunctie binnen een afdeling of organisatie. Daarom moet ze moet sociaal vaardig, zelfstandig en proactief zijn en snel begrijpen welke zaken van belang zijn. Ze stelt prioriteiten, neemt waar nodig een beslissing en is flexibel, discreet en stressbestendig.
17
Opleidingen en
beroepen
■ Juridisch secretaresse (niveau 4)
■ Medisch secretaresse (niveau 4)
De juridisch secretaresse werkt bijvoorbeeld bij een advocatenkantoor, notariskantoor, een afdeling juridische zaken van een groot bedrijf, een vastgoedonderneming, een rechtbank of een overheidsinstantie. Ze heeft secretariële en administratieve taken. Zij bereidt juridische documenten en correspondentie voor: dat kan gaan om dagvaardingen, klachten en gerechtelijke verzoeken. Ze prepareert en verwerkt juridische documenten en geschriften zoals aktes, testamenten, beëdigde verklaringen, contracten, hoger beroep en gerechtelijke verzoeken. Vaak gebeurt dit aan de hand van gedicteerde aantekeningen. Ze mailt, faxt of regelt de aflevering van juridische correspondentie aan cliënten, getuigen, rechtbankmedewerkers en andere partijen. Daarnaast beantwoordt ze de telefoon, plant en maakt afspraken, stelt memo’s op en kopieert correspondentie en documenten. Ook assisteert ze advocaten en notarissen bij het verzamelen van informatie en bij het voorbereiden van juridische documenten. Ze bekijkt gerechtelijke publicaties en zoekt in gegevensbestanden naar relevante uitspraken voor lopende zaken. De juridisch secretaresse gebruikt bij haar werkzaamheden de juiste juridische terminologie en weet specifieke kennis toe te passen. Ze heeft een communicatieve spilfunctie binnen een afdeling of organisatie.
Een medisch secretaresse kan werkzaam zijn in ziekenhuizen, huisartsenpraktijken, rusthuizen, revalidatiecentra en andere medische organisaties. Ze is de rechtstreekse medewerker van de medisch specialist(en) in het administratief beheer van de praktijk. Haar taken zijn zeer uiteenlopend. Zo organiseert zij het spreekuur, beheert de planning van de arts(en), houdt de afspraken bij en beantwoordt de telefoon. Een belangrijke taak is het ontvangen van de patiënten voor zij de spreekkamer van de arts ingaan: hierdoor is haar rol sterk sociaal gericht. Ze informeert de patiënten over de verschillende administratieve stappen die ze moeten nemen en maakt administratieve en medische dossiers op. Ook archiveert ze medische (elektronische) dossiers. Ze werkt onder meer brieven, memo’s, e-mails, faxen, (onderzoeks-)verslagen en rapporten uit, veelal met gebruik van een dictafoon. Ze werkt ook mee aan de organisatie van bijeenkomsten. De medisch secretaresse vervult een communicatieve spilfunctie binnen een afdeling. De medisch secretaresse gebruikt bij haar werkzaamheden de juiste medische terminologie en weet specifieke kennis toe te passen.
■ Directiesecretaresse/Managementassistent (niveau 4) De Directiesecretaresse/Managementassistent werkt voor de directie en het management binnen de meest uiteenlopende bedrijven. Zij biedt organisatorische, administratieve en secretariële
18
ondersteuning en heeft coördinerende taken. Ze verzorgt correspondentie, onderhoudt de elektronische agenda, houdt een actueel (elektronisch) archief bij en verwerkt de (elektronische) post. Ze organiseert, coördineert en plant bijeenkomsten en vergaderingen. Ze moet snel kunnen schakelen en ze let erop dat taken tijdig worden afgerond. De directiesecretaresse/managementassistent zorgt ervoor dat de directie, de manager of het managementteam voortdurend beschikt over actuele informatie. Ze adviseert en ondersteunt de directie, de manager of het managementteam door het aandragen van oplossingen voor problemen die gerelateerd zijn aan haar taken. Binnen de organisatie werkt zij met verschillende afdelingen en medewerkers samen. Extern is ze een schakel en aanspreekpunt voor relaties. Ze kent de organisatie waarvoor ze werkt goed en is een vraagbaak voor velen. De directiesecretaresse/managementassistent vormt een spin in het web van de organisatie.
19
Heeft u vragen? Neemt u dan contact op met uw adviseur of met het Bedrijfsbureau BPV, tel 033 450 46 20, of mail:
[email protected].
Beroepsonderwijs en bedrijfsleven: dat werkt!
Kenniscentrum beroepsonderwijs en bedrijfsleven Disketteweg 6 Postbus 1230 3800 BE Amersfoort Telefoon 033 450 46 46 Fax 033 450 46 66
[email protected] www.ecabo.nl bpv014.04