Opleiding CIW: Regels voor de titelbeschrijving 1 De beschrijving van de gegevens van de auteur De standaardtitelbeschrijving begint met de naam van de auteur. De auteursnaam wordt dan ook wel het hoofdwoord van de titelbeschrijving genoemd, het woord waarop de alfabetische ordening gebaseerd is. De volgende regels gelden: Bij een publicatie geschreven door één auteur • geef eerst de familienaam, dan de initialen, vervolgens eventuele voorvoegsels: (1) (2)
Voogt, L. [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden] Dis, L.M. van [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden]
Het is binnen de APA-conventies de gewoonte om in de titelbeschrijving alleen de initialen van de auteur op te nemen, ook als de volledige voornaam bekend is. Uitzondering hierop vormen de literaire auteurs, bij wie je de naam eerbiedigt zoals ze die zelf verkozen hebben te hanteren: (3) (4)
Woolf, Virginia [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden] Haasse, Hella S. [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden]
Bij een publicatie geschreven door twee of meer auteurs • geef de familienaam van de op de titelpagina als eerste genoemde auteur, dan de initialen van de eerste auteur, dan een komma, vervolgens eerst de familienaam en dan de initialen van de tweede auteur etc.; zet voor de laatste auteur een ampersand (“&”). (5) (6)
Triak, J.F., & Finley, D.D. [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden] Dupont, J., Gnudi, C., & Grodecki, L. [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden]
Noem tot maximaal zes auteurs. Bij meer dan zes auteurs zet je na de zesde auteur in plaats van de naam van de zevende auteur et al. (et alii ofwel “en anderen”), zoals in voorbeeld (7): (7)
Roeder, K., Howdeshell, J., Fulton, L., Lochhead, M., Craig, K., Peterson, R., et al. [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden]
Bij een publicatie geschreven door een anonieme auteur of een veelhoofdige of niet met name genoemde redactie • begin de titelbeschrijving met de titel (10)
Experimental psychology. [jaar] [publicatiebijzonderheden]
Bij een publicatie geschreven door een instantie (commissie, departement e.d.) begin de titelbeschrijving met de naam van de instantie. (11)
Institute of Financial Education. [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden]
Bij een publicatie niet geschreven maar geredigeerd door één of meer auteurs volg de regels bij één of meer ‘gewone’ auteurs, maar plaats na de naam/namen van de auteur(s) en voor het jaartal de toevoeging (Red.) (van Redacteur(en)) of (Ed.)/(Eds.) (van
Editor(s); in het geval van een Engelstalige tekst) of (Éd.)/(Éds.) (van Éditeur(s); in het geval van een Franstalige tekst: of
(12)
Higgins, J. (Ed.). [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden]
(13)
Grice, H. P., & Gregory, R. L. (Eds.). [jaar] [titel] [publicatiebijzonderheden]
2 De informatie over het jaar van publicatie Het jaartal van publicatie geef je na de auteur(s), tussen ronde haken, gevolgd door een punt. (14)
Simon, A. (2000). [titel] [publicatiebijzonderheden]
Als van een publicatie het jaartal ontbreekt, gebruik je de aanduidingen (s.a.) (sine anno, d.i. “zonder jaar”) of (z.j.) (zonder jaar). (15)
Laplace, P. S. (s.a.). [titel] [publicatiebijzonderheden]
Het jaar van uitgave geef je altijd in Arabische en nooit in Romeinse cijfers. 3 De beschrijving van de titel van een publicatie Bij de beschrijving van de titel van een publicatie is het van belang onderscheid te maken tussen de titel van een zelfstandige publicatie (boeken, catalogi, teksten op internet) en de titel van publicaties die zelf weer onderdeel van een grotere publicatie zijn (tijdschriftartikel, hoofdstuk in een geredigeerd boek etc.) De beschrijving van de titel van zelfstandige publicaties Bij de beschrijving van de titel van een boek of catalogus neem je de ‘naam’ van het werk over zoals die op de titelpagina vermeld staat. De titel kan bestaan uit een hoofdtitel en een ondertitel. Je mag de ondertitel nooit weglaten. In alle gevallen wordt de gehele titel (dus inclusief de eventuele ondertitel) gecursiveerd, erna volgt een punt. [Merk op dat in voorbeeld (16) gegevens over de editie tussen haakjes, na de titel, niet gecursiveerd en voor de punt zijn geplaatst.] (16)
Struck, W., Jr., & White, E. B. (1979). The elements of style (3rd ed.). [publicatiebijzonderheden]
(17)
Letheridge, S., & Cannon, C. R. (Eds.). (1980). Bilingual education. [publicatiebijzonderheden]
Bij een boek in een andere taal dan het Nederlands geef je de titel in die taal. Daarbij eerbiedig je uiteraard de spellingconventies van die taal, ook in bibliografische zin. Het is bijvoorbeeld de gewoonte om bij Duitse titels alle zelfstandige naamwoorden met hoofdletters te spellen. Heb je te maken met andere dan de drie moderne vreemde talen, dan lever je tussen haakjes de vertaling van de titel. (18)
Davidovic, A.M. (1981). Samoderzavie v epochu imperializma (De autocratie in het tijdperk van het imperialisme). [publicatiebijzonderheden]
De titel van niet officieel gepubliceerde werken (zoals scripties en ongepubliceerde dissertaties) geef je juist niet cursief weer. Het karakter van deze publicaties geef je dan in de publicatiebijzonderheden weer: (19)
Pinkelman, P.H.J. (1996). Het Sovjet-Joegoslavisch conflict. [Scriptie Algemene Geschiedenis RUL, verdere publicatiebijzonderheden]
De beschrijving van niet-zelfstandige publicaties Bij de beschrijving van niet-zelfstandige publicaties (in tijdschriften, bundels, e.d.) neem je uiteraard ook de hoofdtitel en de eventuele ondertitel van het grotere werk over. De titel van de publicatie wordt niet gecursiveerd en wordt afgesloten met een punt. Daarna volgt (bij publicatie in tijdschriften, voorbeeld (20)) de naam van het tijdschrift of (bij publicatie in een bundel e.d., voorbeeld (21)) het woord In gevolgd door initialen en naam van de redacteur(s), de (cursieve) titel van de publicatie gevolgd door de paginanummers (aangeduid met pp.) tussen haakjes. (20)
Becker, M. B., & Rozek, S. J. (1995). Welcome to the energy crisis. Journal of Social Issues [publicatiebijzonderheden]
(21)
Rubenstein, J.P. (1967). The effect of television violence on small children. In B.F. Kane (Ed.), Television and juvenile psychological development (pp. 112134). [publicatiebijzonderheden]
Artikelen in een dag- of weekblad beschouw je als een publicatie in een tijdschrift (voorbeeld 22). Als de auteur van het artikel niet gegeven is, dan begin je de titelbeschrijving met de titel van het artikel (23). (22)
Martis, B. van (1998). Bizarre taalkruising. Mischif heeft Franse substantiva en Cree-werkwoorden. NRC Handelsblad [publicatiebijzonderheden]
(23)
Literaire microkosmos. De Groene Amsterdammer [publicatiebijzonderheden]
Bij de beschrijving van films, televisieprogramma’s, computerprogramma’s en CD-Roms begint de titelbeschrijving met de naam van de producer en regisseurs (indien bekend/aanwezig). Ook wordt de aard van het medium tussen vierkante haken (niet cursief) na de titel toegevoegd. (24)
Weir, P.B. (Producer), & Harrison, B.F. (Regisseur). (1992). Levels of consciousness [Film]. [publicatiebijzonderheden]
4. De beschrijving van de publicatiebijzonderheden Naast de beschrijving van auteur(s), jaartal en titel van een publicatie moet je voor het maken van een correcte titelbeschrijving ook nog een aantal gegevens leveren die te maken hebben met de uitgave van de publicatie. Onder deze noemer van publicatiebijzonderheden vallen diverse elementen die bij boeken en niet-zelfstandige publicaties (par. 4.1) vaak iets anders zijn dan bij computerprogramma’s of internetteksten (4.2). 4.1
De beschrijving van publicatiebijzonderheden bij zelfstandige en nietzelfstandige publicaties
De volgende elementen zijn van belang: A. B. C. D. E. F. G. H.
eventuele editeur(s) (tekstbezorger(s), commentator(en), vertaler(s), inleider(s), bloemlezer(s) etc.) de aanduiding van de druk de aanduiding van de jaargang en evt. het nummer van de aflevering (bij een tijdschrift) het impressum, bestaande uit uitgever en plaats van uitgave (bij een boek) de collatie (aanduiding van het aantal delen waaruit het werk bestaat) de reeksvermelding (aanduiding van de reeks of serie waarin de publicatie verschijnt, met, indien aanwezig, aanduiding van het reeksnummer) de annotatie (de vermelding dat het boek een dissertatie is, een reprint of fotomechanische herdruk etc.) de paginanummers (de aanduiding van de pagina’s die de publicatie inneemt in een grotere publicatie; dit is alleen van toepassing bij publicaties in tijdschriften, bundels etc.).
Er bestaan strikte conventies over de volgorde waarin deze elementen moeten worden beschreven. Uiteraard hoeven al deze elementen niet per se iedere keer beschreven te worden (niet iedere publicatie bestaat uit een aantal delen, etc.), en bovendien kunnen ze per type publicatie (boek, tijdschriftartikel) iets verschillen. Hieronder volgen per element de bijzonderheden. Ad A. eventuele editeurs Na de titel volgt tussen ronde haken de naam van de vertaler, tekstbezorger etc., met de toevoeging van de rol van de medewerker. Nogmaals: het is belangrijk om in de gaten te houden dat deze editeurs geen auteurs zijn; dit is ook precies de reden waarom ze volgen op de titel, met de speciale aanduiding van hun rol. Met andere woorden: fout (#) is: #(25) Strachey, J. (1970). S. Freuds’ An outline of psychoanalysis. [publicatiebijzonderheden] De juiste beschrijving is: (26)
Freud, S. (1970). An outline of psychoanalysis (J. Strachey, Vert.). [publicatiebijzonderheden]
Ad B. De aanduiding van de druk De aanduiding van de druk wordt in een titelbeschrijving alleen vermeld als het niet om de eerste druk gaat. Nadere aanduidingen over de druk worden eveneens overgenomen, b.v.: herzien, vermeerderd, verbessert, completely revised, augmentée, etc. De aanduiding van de druk wordt altijd overgenomen in de taal van de titelpagina. Meestal zul je gebruik maken van afkortingen. De plaats van de aanduiding is na de cursieve titel en voor de punt. (27) (28)
Let op:
Struck, W., Jr., & White, E. B. (1979). The elements of style (3rd ed.). [verdere publicatiebijzonderheden] Atonaal, bloemlezing uit de gedichten van Hans Andreus, Remco Campert, Hugo Claus [et al.] (S. Vinkenoog, Samenst., 3e uitgebr. dr.). [verdere publicatiebijzonderheden]
Als een editeur, vertaler of inleider niet aan alle drukken heeft meegewerkt, dan noem je eerst de druk en daarna pas de naam van deze editeur. Bijvoorbeeld: het Groot woordenboek der Nederlandse taal van Van Dale is bij de tiende druk ingrijpend bewerkt door C. Kruyskamp; omdat Kruyskamps bemoeienissen pas vanaf deze tiende druk aan de orde zijn, is de correcte titelbeschrijving: (29)
Dale, [J.H.] van (1976). Groot woordenboek der Nederlandse taal (10e, geh. opnieuw bew. en zeer verm. dr., C. Kruyskamp, Red.). [verdere publicatiebijzonderheden]
Ad C. De aanduiding van jaargang en evt. afleveringnummer Als het om een publicatie in een tijdschrift gaat, vermeld je na de (cursieve) naam van het tijdschrift een komma, gevolgd door (cursief) de jaargang en (evt.) tussen haakjes en niet cursief het afleveringnummer. Het afleveringnummer is vooral belangrijk bij tijdschriften die niet voorzien zijn van doorlopende paginering binnen een jaargang. (30) (31)
Passons, W. (1967). Predictive validities of the ACT, SAT, and high school grades for first semester GPA and freshman courses. Educational and Psychological Measurement, 27 [verdere publicatiegegevens]. Oversteegen, J.J. (1963). De optiek van een grensganger. Merlyn, 2 (4) [overige publicatiegegevens]
Ad D. Het impressum Plaats van uitgave en uitgever vormen samen het impressum. Plaats van uitgave Het is de gewoonte om maximaal één plaats van uitgave te vermelden. Bij meer plaatsen plaats je na de eerste naam etc. Hanteer de spelling/taal die je op de titelpagina vindt (dus: London als er London staat en niet Londen). Na de plaatsnaam (evt. na etc.) volgt een dubbele punt. (30)
Arnheim, R. (1971). Art and visual perception. Berkeley etc.: [verder publicatiegegevens]
Wordt de plaats van uitgave niet vermeld, dan geef je dat aan met [z.p.] (‘zonder plaats’) of [s.l.] (‘sine loco’). Is ondertussen de plaats van tuitgave wel bekend geworden, dan zet je vaak nog altijd z.p. of s.l., want dat is het gegeven dat je van de titelpagina haalt. Daarna, of in plaats daarvan, tussen haakjes de plaats van uitgave zoals die ondertussen bekend is. Uitgever Na de plaatsnaam en de dubbele punt volgt, in verkorte vorm, de naam van de uitgever. (31)
Festinger, L., Riecken, H., & Schachter, S. (1956). When prophecy fails. Minneapolis: University of Minnesota Press.
Bij tijdschriften geef je geen impressum. Ad E. De collatie In de collatie wordt vermeld uit hoeveel delen een werk bestaat.:
(32)
Jonassen, D.H. (Red.) (1982-1985). The technology of text: Principles for structuring, designing, and displaying text. Englewood Cliffs, N.J.: Educational Technology Publications. (2 delen). [overige publicatiegegevens]
Ad F. De reeksvermelding Als je de titelbeschrijving geeft van een publicatie die in een reeks is opgenomen, dan doe je dat in de reeksvermelding: je vermeldt de naam van de reeks, gevolgd door het nummer in die reeks. (33)
Sanders, T., Schilperoord, J., & Spooren, W. (Red.) (2001). Text representation: Linguistic and psycholinguistic aspects. Amsterdam etc.: Benjamins. Human cognitive processing 8.
De redacteur(en) van zo’n reeks wordt/worden niet in de reeksvermelding opgenomen, ook al staat/staan op de titelpagina de redacteur(en) wel vermeld. Ad G. De annotatie Onder de noemer annotatie vallen allerlei extra opmerkingen over de uitgave die niet thuishoren bij de elementen A t/m F. Als een boek bijvoorbeeld als proefschrift is verschenen, dan geef je dat in de annotatie aan d.m.v. Diss. of Proefschrift met daarachter de naam van de stad waar de auteur is gepromoveerd. Inaugurele redes beschrijf je op een soortgelijke manier: in de annotatie vermeld je dan Oratie of Inaug. rede met daarachter de naam van de stad waar de oratie is uitgesproken. Bij Amsterdamse proefschriften en oraties moet je uiteraard onderschei maken tussen UvA en VU. (34)
Kleinnijenhuis, J. (1999). Strategische communicatie. Amsterdam: Vrije Universiteit. Inaug. rede VU Amsterdam.
Wees erop bedacht dat de plaats van promotie niet dezelfde hoeft te zijn als de plaats van uitgave. Dat is zeker zo als je te maken hebt met de handelsuitgave van een proefschrift. (35)
Levelt, P.B.M. (1981). Voor beeld. Over wat kinderen van tv leren kunnen. ’sGravenhage: Staatsuitgeverij. Diss. Leiden.
Ad H. De paginanummers Bij publicaties in tijdschriften en verzamelbundels is het van belang voor de terugvindbaarheid van de publicatie dat je de paginanummers geeft. Voor tijdschriftpublicaties geldt dat je de paginanummers geeft na de jaargang (evt. na het afleveringnummer), voorafgegaan door een komma en gevolgd door een punt. (36)
Spitch, M. L., Verzy, H. N., & Wilkie, D. M. (1993). Subjective shortening: A model of pigeons’ memory for event duration. Journal of Experimental Psychology: Animal Behavior Processes, 9, 14-30.
Voor boekbijdragen geldt dat de paginanummers gegeven worden na de titel, tussen haakjes, niet cursief en voorafgegaan door pp.: (37)
Pepin, R. E. (1998). Uses of time in the political novels of Joseph Conrad. In C. W. Darling, Jr., J. Shields, & V. B. Villa (Red.), Chronological looping in political novels (pp. 99-135). Hartford: Capital Press.
4.2.
De
beschrijving van publicatiebijzonderheden van digitale publicaties (computerprogramma’s, CD-Roms, internetadressen, digitaal gepubliceerde werken e.d.)
Bij computerprogramma’s en CD-Roms zijn de volgende gegevens van belang: A. B. C. D.
karakter van het werk het versienummer van het programma de copyrighthouder het jaar van uitbrengen
Deze gegevens moet je altijd in de hierboven gegeven volgorde geven, maar weer niet noodzakelijkerwijs bij elk werk allemaal. Zo is het aangeven van het karakter van het werk (A.) alleen nodig bij CD-programma’s: daar hoort altijd aangegeven te worden of het om een CD-Rom of om een CD-i gaat. Twee voorbeelden, één van een computerprogramma (38) en één van een CD-Rom (39). (38) (39)
Mediaworks 01. (1995). Instinct Crescendo Media. Kreitner, R., & Kinicki, A. (1997). Organizational behavior [CD-ROM, Multimedia Business Library, Comprehensive Edition]. Burr Ridge, IL: Irwin/McGraw-Hill.
Bij elektronische publicaties en Webpagina’s zijn de volgende gegevens van belang: A. B.
het URL-adres (URL= ‘uniform resource locator’) dag, maand en jaar waarop dit adres is geraadpleegd
In het algemeen hebben deze verwijzingen de volgende vorm: Online tijdschrift: Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (jaar). Titel van artikel. Titel van Tijdschrift, jaargang. Geraadpleegd op dag-maand-jaar, van bron. Webpagina: Auteur, A. A. (jaar). Titel van werk. Geraadpleegd op dag-maand-jaar, van bron. of (bij anonieme pagina) Titel van werk. (z.d.). Geraadpleegd op dag-maand-jaar, van bron. Voorbeelden: Online tijdschrift Glueckauf, R. L., Whitton, J., Baxter, J., Kain, J., Vogelgesang, S., Hudson, M., et al. (juli 1998). Videocounseling for families of rural teens with epilepsy -- Project update. Telehealth News, 2 (2). Geraadpleegd op 21 juli 2002, van http://www.telehealth.net/subscribe/newslettr4a.html1 Webpagina
GVU’s 8th WWW user survey. (z.d.). Geraadpleegd op 8 augustus 2000, van http://www.cc.gatech.edu/gvu/usersurveys/survey1997-10/ 5 De vormgeving van de lijst van geraadpleegde literatuur De lijst van geraadpleegde literatuur is alfabetisch-chronologisch geordend (d.w.z. eerst op achternaam van de auteur en bij meer publicaties van één auteur op jaartal). Omwille van de overzichtelijkheid wordt hij vormgegeven door gebruik van ‘omgekeerd inspringen’ (hanging indent): de eerste regel begint bij de linkermarge, de tweede en volgende regels springen een tab-positie in, op de volgende manier: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxx Tussen de items op de lijst staan geen witregels, opsommingtekens, afbreekstreepjes e.d. Een ‘omgekeerd inspringen’-opmaak is in Word 2000 relatief eenvoudig te maken m.b.v. een zogenaamd opmaakprofiel: kies “Opmaak > Opmaakprofiel > Nieuw Opmaakprofiel”. Je wordt nu gevraagd een naam voor het nieuwe opmaakprofiel op te geven (bv. ‘hanging indent’) en de naam van een opmaakprofiel waarop het nieuwe profiel gebaseerd is (kies hiervoor ‘Standaard’). Nu geef je de eigenschappen van het nieuwe profiel op: kies “opmaak” > “alinea” > “speciaal” > “verkeerd om”. Bewaar je wijzigingen (door op OK > OK > Sluiten te klikken). Als je dit profiel wilt toepassen op één of meer alinea’s, selecteer je die alinea’s en selecteer je in het vakje linksboven (waar de lijst van opmaakprofielen staat en doorgaans ‘Standaard’ is ingevuld) het profiel ‘Omgekeerd inspringen’. De vormgeving van de drie meest voorkomende publicatievormen is als volgt: Boek: Auteur1, A.A., Auteur2, B.B., & Auteur3, C.C. (jaar). Titel. Plaats: uitgever. Lentz, L., & Pander Maat, H. (1993). Wat mankeert er aan die tekst? De evaluatie van voolichtingsteksten over subsidieregelingen. Amsterdam: Thesis. Hoofdstuk in boek: Auteur1, A.A., & Auteur2, B.B. (jaar). Titel bijdrage. In C.C. Redacteur1, & D.D. Redacteur2 (Red.), Titel boek (pp. xxx-xxx). Plaats: uitgever. Geest, Th. van der, (1994). Hypertekst: schrijven en lezen in een niet-lineair medium. In PlJ. Schellens & E.R. Seydel (Red.), Communicatie in onderzoek, Twentse bijdragen aan het communicatiewetenschappelijk onderzoek, 1992-1993 (pp. 33-48). Delft: Obéron. Tijdschriftartikel: Auteur1, A.A., & Auteur2, B.B. (jaar). Titel. Naam Tijdschrift, jaargang (afleveringnummer), xxx-xxx. Dautzenberg, J.A. (1978). Geschiedenis en tegengeschiedenis bij Harry Mulisch. Spektator, 8, 423-432.