Bijlage D: Praktische regels van de opleiding In geval van strijdigheden tussen het bepaalde in de hoofdstukken 1 tot en met 8 van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en deze praktische regels gaat de OER altijd voor. Het doel van deze bijlage is het regelen van de praktische gang van zaken betreffende de opleiding Media en Entertainment Management. De aangegeven hoofdstukken verwijzen naar de hoofdstukken in de OER, tevens worden de betreffende artikelen aangegeven waarbij de aanvulling aansluit. H3
Onderwijsprogramma
Artikel 6 en 7 Samenstelling van de propedeutische fase en de postpropedeutische fase Indeling van studenten in de te volgen modulen 1. De opleiding deelt aankomende eerstejaars studenten automatisch in voor de regulier te volgen modulen. 2. Iedere student wordt jaarlijks in de gelegenheid gesteld zijn jaarplanning van te volgen modulen in het tweede en derde jaar kenbaar te maken aan de opleiding via Progress. 3. Progress wordt ieder jaar tijdelijk open gezet voor de intekening van de reguliere modulen van jaar 2 en 3 en voor de minoren. De student dient zich tijdens deze periode in te schrijven voor de modulen/minors die hij het komende studiejaar wil volgen. 4. Indien de student zich niet of niet geheel voldoet aan het gestelde in lid 3, zal de opleiding een planning voor deze student maken. Tegen deze planning is geen beroep mogelijk. 5. De periode waarin de student zijn planning kenbaar kan maken wordt van tevoren medegedeeld op het interne netwerk. 6. De opleiding behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen in de jaarplanning van studenten als daar dringende organisatorische redenen voor zijn. Daarbij houdt de opleiding rekening met het belang van de indeling in de praktijkmodulen. 7. Indien de student zich via Progress tijdig heeft ingeschreven voor de modulen, kan hij aan het begin van het studiejaar zijn jaarplanning vernemen via het interne netwerk (Progress). 8. Een student kan een bepaalde module niet tweemaal in eenzelfde studiejaar volgen. Mocht een student de module, al dan niet na herkansing, niet gehaald hebben, dan kan de student het module nogmaals volgen in het daaropvolgende studiejaar met inachtneming van punt 10. 9. Per moduleperiode kan een student maximaal in één module worden ingedeeld. 10. Gedurende zijn studie kan de student maximaal twee keer een bepaald module volgen. Als de student daarna, met eventueel gebruikmaking van herkansingen of herkansingstoetsen, een bepaald module nog niet heeft behaald, beslist de Examencommissie of er sprake is van overmacht of bijzondere omstandigheden en de eventuele te nemen maatregel. H4
Examens en getuigschriften
Artikel 4 Toekenning getuigschriften
1. Voor studenten die ingeschreven staan in de Propedeutische fase, die de Propedeuse hebben afgerond en die een propedeusegetuigschrift wensen te ontvangen, worden de studiepunten gecontroleerd door een lid van het MT. Vervolgens zal de Examencommissie, na controle van de punten, een propedeusegetuigschrift afgeven. 2. Studenten die willen afstuderen moeten daartoe een verzoek indienen bij de secretaris van de Examencommissie, in ieder geval 14 dagen voor de gewenste afstudeerdatum. Het verzoek zal worden beoordeeld door de Examencommissie. Het format voor het verzoek kan gevonden worden op het interne netwerk (Blackboard, onder Examencommissie). H5
Tentamens, toetsen en beoordelen
Artikel 3 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen Het Moduletentamen 1. Onder moduletentamen wordt verstaan alle toetsen van de onderdelen uit een module (participatie, moduleopdracht, presentaties, enz..) 2. In elk moduleboek wordt in ieder geval opgenomen: a. het maximaal aantal punten, het cijfer en de weging die voor de diverse onderdelen van het moduletentamen gelden; b. aan welke eisen voldaan moet zijn willen onderdelen binnen de module en de module als geheel met een voldoende beoordeeld worden; 3. Bij overlopen van een module vervallen alle eerder behaalde resultaten voor het moduletentamen van dat module. 4. Mededelingen betreffende het moduletentamen en de voortgangstoets worden gepubliceerd op het interne netwerk. 5. Een module waar een onvoldoende voor is gescoord kan eenmaal herkanst worden. Deze herkansingsmogelijkheid bestaat voor maximaal twee modulen gedurende een opleidingsjaar, met inachtneming van onderstaande punten 6 tot met 9. 6. De herkansing van een module bestaat uit het herkansen van maximaal twee onvoldoende gescoorde moduleonderdelen in geval van een module van 12 of 15 EC of maximaal 1 moduleonderdeel voor een module van 3 EC. 7. Indien het uitgesloten is om met het herkansen van 2 moduleonderdelen voor een module van 12 of 15 EC, respectievelijk 1 moduleonderdeel voor een module van 3 EC, alsnog een voldoende moduleresultaat te halen, vervalt de mogelijkheid van herkansen van de betreffende module. 8. Een herkansing van een moduleonderdeel omvat altijd het gehele moduleonderdeel. 9. De herkansing wordt verleend door de modulecoördinator. De student vraagt binnen 2 weken na publicatie van de uitslag, schriftelijk, een herkansing aan bij de modulecoördinator. Vervolgens verleent de modulecoördinator binnen 2 weken na aanvraag van de student, de herkansing. Verzoeken ontvangen na deze periode van 2 weken worden niet in behandeling genomen, noch door de modulecoördinator, noch door de Examencommissie. 10. De te herkansen opdracht dient binnen uiterlijk 6 weken na verstrekking ingeleverd te worden. De opdrachten die later worden ingediend, worden niet meer beoordeeld. Artikel 6a
Praktische gang van zaken bij tentamens en toetsen
Voortgangstoetsen 1 a. De datum, het aanvangstijdstip, de duur en de plaats van een toets worden uiterlijk één week voor de toets bekend gemaakt via het interne netwerk (Intranet). b. Behoudens overmacht zijn de gepubliceerde toetsdata, duur en aanvangstijden van de toets bindend. 2. De voortgangstoets wordt jaarlijks op 4 verschillende momenten aangeboden. 3. De voortgangstoets is een schriftelijke multiple choice toets.
4. Voor deelname aan een toetsmoment, dient de student zich in te schrijven via Progress. Van deze inschrijving dient de student een afdruk te printen. Zonder dit bewijs kan de student geen rechten ontlenen aan de inschrijving. 5. De student die bij deelname aan een toets geen Multifunctionele kaart (MFK) kan tonen maar wel een ander geldig legitimatiebewijs, mag deelnemen aan de toets. Voor deze student geldt echter wel, dat hij binnen 5 schooldagen na aanvang van de toets zijn geldige Multi Functionele Kaart (MFK) in persoon moet tonen aan de secretaris van de Examencommissie en bij diens afwezigheid bij een van de andere leden van de Examencommissie of bij de secretaresse van de Examencommissie. Er moet daarnaast een kopie van de kaart, met vermelding van datum en naam van de toets bij het secretariaat of in het postvak van de secretaris worden ingeleverd. Pas dan wordt aan deze student de toetsscore toegekend. Deze procedure kan tot vertraging van de bekendmaking van de uitslag leiden. 6. Een student die zich op generlei wijze kan legitimeren wordt de toegang tot de toetsruimte ontzegd. 7. Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier mag er zich op tafel waaraan de student zit tijdens de toets niets anders bevinden dan de uitgereikte toets, de Multi Functionele Kaart, de schrapkaart en pen. 8. Aan het gebruik van rekenmachines bij toetsen worden de volgende eisen gesteld: de rekenmachine mag op de display geen tekst kunnen produceren, maar alleen cijfers de rekenmachine mag niet op het lichtnet/of on-line worden aangesloten de rekenmachine mag niet voorzien zijn van geluidsapparatuur, schrijfrollen, een alarminstallatie en zend- of ontvangstmogelijkheden de rekenmachine mag niet werken volgens een andere dan de hiërarchisch algebraïsche methode de rekenmachine mag niet groter zijn dan zakformaat 9. Antwoorden op de door de student ingeleverde schrapkaarten zijn bepalend voor de vaststelling van de toetsscore. 10. Uitgereikte toetsopgaven van de voortgangstoets mogen door de student niet worden meegenomen. 11. Het inkijken van de toets wordt ingeroosterd. De student moet zelf van te voren een kopie van zijn of haar schrapkaart bij I study ophalen. Dit doet de student door een mailtje te sturen naar
[email protected] met het verzoek voor een kopie van de schrapkaart. Vervolgens kan deze opgehaald worden bij I-study. Bezwarenprocedure voortgangstoets 1. Bezwaren tegen toetsitems dienen meteen na de toets bij de Service Balie bij de tentamenhal digitaal ingevoerd te worden door studenten. 2. Als voor een toets een afwijkend tijdschema voor de bezwarenprocedure geldt, wordt dat uiterlijk 1 schoolweek vóór de toets bekend gemaakt. 3. Na het indienen van bezwaren, beoordelen de desbetreffende docenten de bezwaren en kunnen zij een bezwaar al dan niet gegrond verklaren. De beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond verklaren van de bezwaren dient door de betreffende docenten plaats te vinden uiterlijk 4 werkdagen na de laatste voortgangstoets in week 9 van het module. De Examencommissie draagt de eindverantwoordelijkheid voor de beslissing of een toetsitem vervalt c.q. wordt omgescored. 4. Indien een toetsvraag die van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar van een docent, zal de toetscommissie binnen één schooldag na het verstrijken van deze onder punt 3 bedoelde termijn besluiten of het bezwaar al dan niet gegrond wordt verklaard. Mocht de toetscommissie in gebreke blijven, dan zal de Examencommissie binnen twee schooldagen na het verstrijken van de onder punt 3 bedoelde termijn hierover een besluit nemen. 5. Indien een toetsitem dat van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar, zal het betreffende toetsitem in principe vervallen worden verklaard.
6. De toetscommissie communiceert, via het interne netwerk (Blackboard), na de termijn die geldt voor de beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond verklaren van die bezwaren, onverwijld over de uitkomst. Opdrachten 1.Een opdracht is een verplichte uitvoering van een zelfstandig onderwijsonderdeel binnen een module niet behorende tot een voortgangstoets of participatie. 2.Een opdracht kan individueel of groepsgewijs uitgevoerd worden, afhankelijk van de opdracht. 3. Een groep die aan een opdracht werkt, dient bij samenwerkingsproblemen, hiervan onverwijld melding te maken bij de tutor. In het geval er sprake is van aanhoudende problemen kan de modulecoördinator na overleg met de tutor besluiten de groep te ontbinden en één of enkele leden van de groep verplichten de opdracht individueel of in kleinere samenstelling af te ronden. 4. Opdrachten dienen zowel digitaal (op Blackboard) als in hardcopy ingeleverd te worden voor de daartoe vastgestelde deadline. 5. Tenzij anders in het moduleboek staat aangeven dient de harcopy versie van opdrachten volgens de volgende regeling ingeleverd te worden. a. Inleveren bij frontdesk op ...dag (zie moduleboek) b. tussen ... uur en ...uur ( zie moduleboek) Indien een opdracht te laat wordt ingeleverd, wordt de opdracht als onvoldoende beoordeeld met het cijfer 1. De student behoudt het recht om een herkansing te mogen doen. In geval van overmacht kan een brief naar de Examencommissie worden toegestuurd. 6. Indien de hardcopy versie van de opdracht wel op tijd is ingeleverd en de digitale versie van diezelfde opdracht niet op tijd is ingeleverd, of andersom, wordt een aftrek toegepast van 10% van het maximaal te behalen punten voor die opdracht. 7. Punt 6 is alleen van toepassing, indien de ontbrekende versie binnen 5 werkdagen alsnog wordt ingeleverd. Indien dit niet het geval is, wordt er een onvoldoende toegekend aan de opdracht, dit betekent dat het cijfer 1 wordt gegeven. Ook in dit geval behoudt de student het recht op een herkansing. 8. De student is verplicht om van iedere opdracht die op schrift dan wel digitaal ingeleverd wordt zelf een digitale kopie te bewaren. Huiswerkregeling PGO 1. Bij PGO leveren studenten vooraf aan elke PGO-sessie het huiswerk in bij de betreffende tutor. 2. Studenten ontvangen vervolgens voor zowel het maken van het huiswerk als voor de participatie tijdens de sessie punten, dit wordt beoordeeld door de tutor. 3. Als een student het huiswerk heeft gemaakt, maar niet aanwezig is tijdens de sessie, dan ontvangt de student 0 punten voor het huiswerk en 0 punten voor de participatie. Bezwarenprocedure moduleopdrachten 1. De student die het niet eens is met de beoordeling van zijn/haar opdracht dient de volgende procedure te volgen. Binnen een schoolweek na de bekendmaking van de definitieve score dient de student eerst de beoordelaar om een mondelinge uitleg te vragen. Is de student het niet eens met de uitleg van de beoordelaar kan hij binnen twee schoolweken na de bekendmaking van de definitieve score schriftelijke bezwaar indienen bij de examencommissie. 2.a. Studenten die in aanmerking willen komen voor een tweede beoordeling (second opinion) van een opdracht moeten dit verzoek schriftelijk indienen bij de secretaris van de Examencommissie. De aanvraag dient individueel ingediend te worden door de student. b. Het verzoek, genoemd onder punt 2a, moet uiterlijk binnen 4 schoolweken na de publicatie van de definitieve moduletentamen uitslag en in elk geval voordat de student voor de eerste keer de module herkanst in bezit te zijn van de secretaris. Verzoeken die
pas worden ingediend nadat de student voor de eerste keer de module heeft herkanst, worden niet in behandeling genomen. c. Een tweede beoordeling staat open voor alle opdrachten binnen een module. Met uitzondering van PGO- participatie, aangezien PGO geen opdracht betreft. d. De secretaris wijst in overleg met het MT van de opleiding een tweede beoordelaar aan wiens beoordeling bindend is. Het resultaat van deze tweede beoordeling dient daarna binnen 15 werkdagen bij de secretaris bekend te zijn. Modulevervangende opdracht 1. De student kan onder de volgende voorwaarden (éénmalig) in aanmerking komen voor een modulevervangende opdracht: a. Het gaat om het laatste nog te behalen module; b. het module behoort tot het verplichte postpropedeutische onderwijs programma en is niet een praktijkmodule, noch een minor; c. de student moet op de reguliere manier hebben deelgenomen aan het module. 2. Het onderwerp van de modulevervangende opdracht moet gebaseerd zijn op het behalen van de eindkwalificaties en de studiebelasting van het betreffende module. De opdracht wordt uitgegeven door de betreffende modulecoördinator. De beoordelaar wordt vastgesteld door het MT. 3.a. Om in aanmerking te komen voor een modulevervangende opdracht dient een schriftelijk verzoek daartoe gericht te worden aan de Examencommissie. b. Indien de Examencommissie positief op het verzoek besluit, wordt er door de modulecoördinator van het betreffende module een modulevervangende opdracht verstrekt. 4. De student heeft recht op maximaal 3 feedbackmomenten gedurende de periode dat hij/zij aan de opdracht werkt. De student heeft uitsluitend recht op begeleiding gedurende de schoolweken. 5.a. Beoordeling vindt plaats aan de hand van beoordelingscriteria, opgesteld door de modulecoördinator. b. In geval van voldoende beoordeling ontvangt de student maximaal 15 credits voor het betreffende module. c. De uitslag van de beoordeling wordt uiterlijk 15 werkdagen na inlevering van de opdracht bekend gemaakt. Als dit niet gebeurt, kan de student zich wenden tot de Examencommissie, de Examencommissie zal een besluit nemen over de verder te volgen procedure. d. Beoordeling vindt uitsluitend plaats gedurende de schoolweken. e. De beoordelaar geeft de uitslag door aan de modulecoördinator van het betreffende module, deze verwerkt de punten in Progress. 7. Herkansing vindt plaats analoog aan de herkansingsregeling beschreven in de OER. Toetsing en toetsherkansing 1. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de student om zich op de hoogte te stellen van het toetsrooster en de procedure van inschrijving voor een toetsmoment. 2. In het geval een student deelneemt aan een toets als herkansing, valt het onder de eigen verantwoordelijkheid van de student om na te gaan in hoeverre de leerstof en/of puntenstructuur van het module is gewijzigd. De wijzigingen worden door modulecoördinatoren op de eerste pagina van het moduleboek vermeld. Herkansingsregeling Scriptie Voor de scriptie geldt als eerste kans de definitieve, met een cijfer te beoordelen versie. Vervolgens heeft de student, in geval van een onvoldoende, het recht om de scriptie eenmaal te herkansen in het desbetreffende studiejaar. De student ontvang minimaal eenmaal feedback op zijn scriptie na een onvoldoende op zijn definitieve eerste beoordeling. Mocht de student een onvoldoende halen op zijn herkansing, dan heeft de student nog 1 herkansing in het daaropvolgende studiejaar. Mocht de student deze herkansing niet halen, dan zal de student een geheel nieuwe scriptie moeten schrijven.
In alle gevallen betekent dit dat de student zich voor het nieuwe studiejaar zal moeten herinschrijven. Artikel 12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De voorlopige scores voor moduletentamenonderdelen kunnen op een eerder moment dan de definitieve moduletentamenuitslag door de modulecoördinatoren bekend gemaakt worden. 2. Aan voorlopige scores kunnen geen rechten worden ontleend. Overige praktische regels Overgangsregeling Verwerken punten/cijfers Voor en in studiejaar 2010-2011 geldt dat de punten verwerkt worden als beschreven in de studiegidsen van de betreffende studiejaren. In en na studiejaar 2011-2012 en geldt dat de punten verwerkt worden in de vorm van een cijfer van 1 t/ 10. Overgangsregeling Voortgangstoets Het MT van de opleiding besluit om in het OER 2013-2012 alsnog de overgangsregeling op te nemen, zoals zij deze oorspronkelijk in 2008 voorzag. Dus in die zin dat de februari-instroom deelneemt aan de VGT terwijl voor de studenten van cohort 20072008 en eerder geldt dat zij in geval van studievertraging de nieuwe stijl modulen kunnen volgen en het resultaat (cijfer en EC’s) van het nieuwe module in de plaats treedt van het resultaat voor het overeenkomende module oude stijl. Overgangsregeling registratie punten stage Voor en in studiejaar 2011-2012 geldt dat er 43 ec geregistreerd worden voor stage en 17 ec voor de scriptie. In en na studiejaar 2012-2013 geldt dat er 42 ec geregistreerd worden voor stage en 18 ec voor scriptie. Toelating tot de stage Een student moet de eerste twee studiejaren hebben afgerond om op stage te mogen. Daarnaast moeten ze 3 derdejaarsmodulen, waaronder in ieder geval Media Productie, hebben afgerond. Het is toegestaan om op stage te gaan zonder de derdejaars voortgangstoets te hebben behaald. Zie voor verdere details de afstudeerhandleiding. Algemeen De opleiding behoudt zich het recht voor om onderwijspilots in te voeren ten behoeve van de ontwikkeling en verbetering van de de kwaliteit binnen het onderwijs. Overgangsregeling februari-instroom 2012 Voor de februari-instroom geldt dat zij in het studiejaar 2013-2014 in module 1 Media & Relaties volgen, vervolgens volgen zij in module 2 Media & Cultuur en Engels 2. In module 3 en 4 volgen zij derdejaarsmodulen. Praktische zaken voor wat betreft het volgen van minoren Een student mag kiezen voor 1 minor van 30 ec of voor 2 minoren van 15 ec.