opleiding BOA
Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: ¨ de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) ¨ Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (Besluit BOA) ¨ Gemeentewet ¨ Grondwet ¨ Provinciewet ¨ Politiewet ¨ Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) ¨ Wetboek van Strafrecht (WvSr) ¨ Wetboek van Strafvordering (WvSr) De BOA-opleiding is te omvangrijk voor de deelnemers aan de opleiding Medewerker Toezicht en Veiligheid (niveau 2, kortweg MTV2). De artikelen die wel van belang zijn, zijn dikgedrukt in dit oerzicht. In het onderstaande overzicht zijn de relevante artikelen per wet vermeld. Daar waar de eindtermen naar een specifiek aspect van het artikel verwijzen, staat dat vermeld. de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) ¨ art. 1, lid 1, lid 2 en lid 4 > legitimatieplicht ¨ art. 2, lid 1 en lid 3 > schriftelijke machtiging vereist ¨ art. 3, lid 1 en lid 2 > personen bevoegd tot het afgeven van een machtiging ¨ art. 8, lid 2 > vergezelling door derden ¨ art. 9 > toegang of doorgang verschaffen ¨ art. 10, lid 1 > schriftelijk verslag ¨ art. 11, lid 1, eerste volzin ¨ art. 11, lid 2, eerste volzin ¨ art. 12 > betreden beschermde plaatsen Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (Besluit BOA) ¨ art. 2 ¨ art. 3 ¨ art. 4 ¨ art. 8 ¨ art. 10 ¨ art. 16 lid 1 ¨ art. 17 ¨ art. 19 ¨ art. 25, lid 3 ¨ art. 28 vanaf: "tenzij art. 80, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, etc." t/m het einde van deze volzin. ¨ art. 29 ¨ art. 30 > samenwerking ¨ art. 31, lid 3 ¨ art. 32 > toezicht ¨ art. 35, lid 1 en lid 2 ¨ art. 36 lid 2 kenmerk: BOA.wetten.mtv2.doc
versie: 1.0b
© RBBA BV – Lelystad
blad 1 6 bladen
opleiding BOA
Wetgeving adhv eindtermen ¨ ¨ ¨ ¨
art. art. art. art.
37 38 39 42
lid 1 > (taken) toezichthouder > (taken) direct toezichthouder > klachten
Gemeentewet ¨ art. 7 > vertegenwoordigt 'de gehele bevolking der ¨ art. 9 > voorzitter gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders ¨ art. 34, lid 1 > samenstelling ¨ art. 34, lid 2 > voorzitter gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders ¨ art. 35, lid 1 > wethouders benoemd door gemeenteraad ¨ art. 36b, lid 1 sub L > wethouder niet tevens raadslid ¨ art. 61, lid 1 > benoemd bij koninklijk besluit Grondwet ¨ art. 11 ¨ art. 12 ¨ art. 15, lid 1 ¨ art. 16 ¨ art. 17 ¨ art. 18, lid 1 > een ieder kan zich in rechte doen bijstaan ¨ art. 42 > Koning en ministers ¨ art. 50 > vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk ¨ art. 51, lid 1 > samenstelling ¨ art. 52, lid 1 > zittingsduur Eerste en Tweede Kamer 4 jaar ¨ art. 54, lid 1 > leden Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen ¨ art. 55, eerste volzin > leden Eerste Kamer worden gekozen door leden provinciale staten ¨ art. 81 > regering en Staten-Generaal gezamenlijk ¨ art. 89, lid 1 > algemeen verbindende voorschriften van de regering ¨ art. 116, lid 1 en lid 2 > de wet wijst aan/regelt ¨ art. 117, lid 1 > voor het leven benoemd ¨ art. 117, lid 1 en lid 4 > benoeming voor het leven bij koninklijk besluit ¨ art. 119 > Hoge Raad ¨ art. 121 GrW > openbaarheid terechtzittingen ¨ art. 125, lid 1 > hoofd provincie ¨ art. 125, lid 2 > hoofd van de gemeente ¨ art. 125, lid 2 ¨ art. 125, lid 2 > College van B&W maakt deel uit van het bestuur van de gemeente ¨ art. 125, lid 2 > commissaris van de Koning maakt deel uit van het bestuur van de provincie ¨ art. 125, lid 2 > gedeputeerde staten maken deel uit van het bestuur van de provincie ¨ art. 125, lid 3 ¨ art. 125, lid 3 > voorzitter gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders ¨ art. 127 > bevoegdheid gemeenteraad tot vaststellen gemeentelijke verordeningen kenmerk: BOA.wetten.mtv2.doc
versie: 1.0b
© RBBA BV – Lelystad
blad 2 6 bladen
opleiding BOA
Wetgeving adhv eindtermen ¨ art. 127 > bevoegdheid provinciale staten tot vaststellen provinciale verordeningen ¨ art. 129, lid 1 en lid 4 > rechtstreeks gekozen ¨ art. 131 > benoeming bij Koninklijk besluit voor zes jaar Provinciewet ¨ art. 7 > 'de gehele bevolking der provincie' ¨ art. 9 > voorzitter provinciale staten en gedeputeerde staten ¨ art. 34, lid 1 > samenstelling ¨ art. 34, lid 2 > voorzitter provinciale staten en gedeputeerde staten ¨ art. 35, lid 1 > gedeputeerden door provinciale staten benoemd ¨ art. 35c, lid 1 sub h > Gedeputeerde mag geen lid provinciale staten zijn ¨ art. 61, lid 1 Politiewet ¨ art. 2 ¨ art. 3 ¨ art. 4 ¨ art. 7 ¨ art.8, lid 1, lid 3 en lid 7 (eerste volzin) > BOA moet zijn aangewezen ¨ art. 12 ¨ art. 13 ¨ art. 18, lid 1 > Commissaris van de Koning ¨ art. 19, lid 1 > College van procureurs-generaal ¨ art. 43, lid 1 Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) ¨ art. 2 > rechtbanken ¨ art. 5, lid 1 ¨ art. 40, lid 1 > rechters ¨ art. 41, lid 1 > arrondissement ¨ art. 45, lid 1 > alle strafzaken ¨ art. 46 > benoeming rechter-commissaris ¨ art. 46 > bestuur wijst rechter-commissaris aan ¨ art. 47, lid 1 ¨ art. 47, lid 1 > kantonzaken ¨ art. 48, lid 1 > sector kanton ¨ art. 51 > politierechter ¨ art. 53 > kinderrechter ¨ art. 58, lid 1 > raadsheren ¨ art. 59, lid 1 > ressort ¨ art. 60, lid 1 > hoger beroepszaken rechtbanken (w.o. de sector kanton) ¨ art. 72, lid 1 > begrip 'raadsheren' ¨ art. 75, lid 2 > meervoudige kamer (5 leden) ¨ art. 76, lid 1 > ambtsmisdrijven ¨ art. 78, lid 1 > cassatie ¨ art. 111, lid 1 ¨ art. 111, lid 2 sub a en c > taak ¨ art. 116 > geeft leiding aan parket Hoge Raad ¨ art. 124 > strafrechtelijke handhaving rechtsorde ¨ art. 125 > College van procureurs-generaal kenmerk: BOA.wetten.mtv2.doc
versie: 1.0b
© RBBA BV – Lelystad
blad 3 6 bladen
opleiding BOA
Wetgeving adhv eindtermen ¨ art. 127 ¨ art. 134 > begrip ‘parket’ Wetboek van Strafrecht (WvSr) ¨ art. 1 ¨ art. 2 > territorialiteitsbeginsel ¨ art. 3 > territorialiteitsbeginsel ¨ art. 39 > ontoerekenbaarheid ¨ art. 40 > overmacht ¨ art. 41 > noodweer (-exces) ¨ art. 42 > wettelijk voorschrift ¨ art. 43 > ambtelijk bevel ¨ art. 44 ¨ art. 45, lid 1 en lid 2 ¨ art. 46b > poging tot overtreding niet strafbaar, uitzonderingen daargelaten ¨ art. 47 > daders ¨ art. 48 ¨ art. 49, lid 1 > medeplichtigen ¨ art. 51, lid 1 ¨ art. 52 > medeplichtigheid aan overtreding is niet strafbaar ¨ art. 55 ¨ art. 67 > termijn intrekking klacht ¨ art. 70, onder sub 1° > verjaringstermijn overtreding ¨ art. 77a ¨ art. 138, lid 1 ¨ art. 177, lid 1 ¨ art. 177a, lid 1 ¨ art. 179 > ambtsdwang ¨ art. 180 > wederspannigheid ¨ art. 184, lid 1 > niet voldoen aan bevel of vordering ¨ art. 185 > opschudding veroorzaken of zich niet verwijderen na bevoegd gegeven bevel ¨ art. 188 > valse aangifte ¨ art. 188 > valse klacht ¨ art. 207, lid 1, lid 2 en lid 3 ¨ art. 225, lid 1 en 2 ¨ art. 266, lid 1 ¨ art. 267 sub 2° > belediging ¨ art. 269 > belediging ¨ art. 316, lid 1 en lid 2, > familiebetrekkingen ¨ art. 363, lid 1 ¨ art. 370, lid 1 ¨ art. 435 sub 4° > opgeven valse identiteitsgegevens ¨ art. 447e > niet op eerste vordering tonen Wetboek van Strafvordering (WvSv) ¨ art. 1 ¨ art. 2 ¨ art. 27, lid 1 en lid 2 > het begrip verdachte ¨ art. 28 > bijstand van een raadsman ¨ art. 29, lid 1 > verklaring in vrijheid afgelegd kenmerk: BOA.wetten.mtv2.doc
versie: 1.0b
© RBBA BV – Lelystad
blad 4 6 bladen
opleiding BOA
Wetgeving adhv eindtermen ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
art. 29, lid 2 > verdachte mededelen dat hij niet tot antwoorden is art. 29, lid 3 > mededeling zwijgrecht opnemen in proces-verbaal art. 30 art. 50, lid 1 > vrij verkeer tussen verdachte en raadsman art. 50, lid 2 > beperking vrij verkeer tussen verdachte en art. 52 > bevoegdheid art. 53, lid 1 > bevoegdheid art. 53, lid 2, 3, 4 art. 54, lid 1, 2, 3 > afgeleide bevoegdheid art. 54, lid 1, 2, 3 > bevoegdheid en verplichtingen na aanhouding art. 55 > betreden van plaatsen ter aanhouding art. 55 > burger art. 55a, lid 1 > ter aanhouding verdachte elke plaats doorzoeken art. 55a, lid 1 en 2 art. 55a, lid 2 > met machtiging van officier van justitie is bij binnentreden tegen de wil van de bewoner geen machtiging op grond van Awob vereist art. 55b > vragen naar sociaal fiscaal nummer art. 56, lid 1 en 3 > (hulp)officier van justitie art. 56, lid 2 en 3 > officier van justitie art. 56, lid 4 > overige opsporingsambtenaren art. 57, lid 1 > voor welke feiten art. 58, lid 1 en lid 2 > duur bevel inverzekeringstelling en mogelijkheid tot verlenging art. 61, lid 1 en 3 > duur verhoor art. 61, lid 2 t.m. lid 7 > termijn art. 61a, lid 1 sub a en sub b en lid 2 > fotografische opnamen art. 62a, lid 1 en 2 > bevoegdheid tot bevelen van maatregelen in het belang van het onderzoek art. 63, lid 1 > rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie art. 64, lid 1 en 2 > termijn art. 67 lid 1 sub a art. 94 > voorwerpen welke voor inbeslagneming vatbaar zijn art. 95 > bevoegdheid tot inbeslagneming art. 96 art. 96, lid 1 > het betreden van plaatsen ter inbeslagneming art. 96, lid 2 > het nemen van bevriezingsmaatregelen art. 96a, lid 1 en 2 > uitlevering bevelen van voorwerpen ter inbeslagneming art. 96b > het doorzoeken van vervoermiddelen art. 116, lid 1 en lid 2 > teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen art. 118, lid 1 en 2 > aangewezen bewaarders inbeslaggenomen voorwerpen art. 127 > begrip 'opsporingsambtenaren' art. 128 art. 132 > begrip 'voorbereidend onderzoek' art. 132A > begrip ‘opsporingsonderzoek’ art. 133 > begrip ‘voorlopige hechtenis’ art. 134, lid 1 > begrip inbeslagneming art. 140 > College van procureurs-generaal art. 141 > opsporingsambtenaren met algemene opsporingsbevoegdheid art. 142 art. 142 > opsporingsambtenaren met aangewezen opsporingsbevoegdheid art. 148, lid 1 > taak officier van justitie
kenmerk: BOA.wetten.mtv2.doc
versie: 1.0b
© RBBA BV – Lelystad
blad 5 6 bladen
opleiding BOA
Wetgeving adhv eindtermen ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
art. 148, lid 1 en lid 2 > officier van justitie art. 149 > instellen opsporingsonderzoek/vorderen G.V.O. art. 152 > discretionaire bevoegdheid (cf arrest HR 31-1-1950 art. 152 > zo spoedig mogelijk art. 153 > op ambtseed/ambtsbelofte art. 154 > hulpofficier van justitie art. 161 > bevoegdheid art. 163, lid 1, lid 2, lid 3 en lid 4 > vormvereisten art. 163, lid 5 > verplichting tot opnemen art. 164 > vormvereisten art. 165, lid 1 > bevoegdheid en verplichting art. 167, lid 1 en lid 2 art. 170 in samenhang met art. 177 > rechter-commissaris art. 177 > positie rechter-commissaris art. 181, lid 1 > vorderen gerechtelijk vooronderzoek art. 242, lid 1 > indien vervolging, dan zo spoedig mogelijk art. 242, lid 2 > seponeren art. 258, lid 1 art. 261, lid 1 en 2 > dagvaarding art. 268, lid 1 > meervoudige kamers (3 rechters) art. 338 art. 338 > bewijs en bewijsmiddelen art. 339 > bewijs en bewijsmiddelen art. 339, lid 1 sub 5° art. 344, lid 1 onder ten 2° art. 344, lid 1 sub 2° art. 368 > zaken van eenvoudige aard art. 369, lid 1 > maximaal een jaar gevangenisstraf art. 382, sub a art. 382, sub b > overtredingen de uitzonderingen als genoemd in art. 382, sub b art. 411, lid 1 > meervoudige kamer (3 raadsheren) art. 411, lid 2 > enkel- en meervoudige kamers art. 420, lid 1 en lid 2 (eerste volzin) > begrip ‘raadsheer-commissaris’ art. 458, eerste volzin > herziening art. 486 art. 553 > het doen uitvoeren van rechterlijke beslissingen
kenmerk: BOA.wetten.mtv2.doc
versie: 1.0b
© RBBA BV – Lelystad
blad 6 6 bladen