In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
2. 3.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang
4.
Behandelschema:
Beleidsplan leerplicht 2013-2014 Efficiencytaak Door de uitvoering van de leerplichtwet op regionaal niveau te organiseren worden behalve schaalvoordelen ook kwalitatieve doelen gediend. Belangrijkste zijn aansluiting op het regionale jeugdbeleid en voorbereiding op de transitie jeugdzorg, en de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten. Datum: Datum: Datum: Informerend Adviserend Besluitvormend
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad
25-10-2012 14-11-2012
19-12-2012
5.
Advies PHO
Het beleidsplan leerplicht 2013-2014 vast te stellen.
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
-
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
Het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL) voert de leerplichtfunctie voor 12 gemeenten uit. Het beleidsplan leerplicht vormt hiervoor de grondslag. Het huidige beleidsplan loopt af in 2012. Voor 2013-2014 is een nieuw beleidsplan opgesteld. Rode draden zijn: verscherping controle verzuimbeleid onderwijsinstellingen, heldere uitgangspunten voor wijze van verzuimopvolging en meetbaar maken van prestaties en effecten van uitvoering van de leerplichtfunctie.
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
8.
Inspraak
9.
Financiële gevolgen
10.
Bestaand Kader
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
Nee
Uitvoering leerplichtfunctie binnen begroting Holland Rijnland. Structureel Uitvoering verzuimopvolging 18+ in 2013 en 2014: € 70.000,- per jaar. Dekking uit subsidie regiomiddelen VSV die is beschikt aan RMCcontactschool ROC Leiden. Uitbetaling op basis van indiening factuur per kwartaal door Holland Rijnland. Relevante regelgeving: Het beleidsplan valt binnen de kaders van de Leerplichtwet 1969 en de onderwijswetgeving. De uitvoering van de leerplichttaak is opgenomen in artikel 5.7 lid b van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland. Eerdere besluitvorming: Beleidsplan leerplicht 2009-2012 is op 25 juni 2099 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland.
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota AB Vergadering:
Algemeen Bestuur
Datum: Locatie:
19 december 2012 Stadhuis Alphen aan den Rijn
Agendapunt:
08
Onderwerp: Beleidsplan Leerplicht 2013-2014
Beslispunten: Het beleidsplan leerplicht 2013-2014 vast te stellen. Inleiding: Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) voert voor 12 gemeenten 1 in Holland Rijnland de leerplichtwet uit. Het RBL is sinds 2007 ondergebracht bij de Sociale Agenda van samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. De uitvoering van de leerplichttaak is opgenomen in artikel 5.7 lid b van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland. Wij vragen u in te stemmen met de in het beleidsplan geformuleerde inhoudelijke keuzes, en het beleidsplan leerplicht 2013-2014 vast te stellen. Er is gekozen voor een korte looptijd van het beleidsplan om twee redenen. Ten eerste wil het RBL een overkoepelend beleidsplan opstellen voor zowel de leerplicht- als RMC-functie. Het huidige beleidsplan RMC loopt tot en met 2014. Door te kiezen voor een korte looptijd voor het beleidsplan leerplicht kan er vanaf 2015 een gezamenlijk beleidsplan worden vastgesteld. De tweede reden is van inhoudelijke aard. Er worden in het werkveld van leerplicht (onderwijs en jeugdbeleid) de komende jaren veel wijzigende omstandigheden verwacht. De transitie jeugdzorg naar gemeente is daar één van. Een korte looptijd van het beleidsplan biedt de mogelijkheid om op deze wijzigende omstandigheden te kunnen reageren, en eventuele gevolgen voor inrichting van de leerplichtfunctie te verankeren in een nieuw beleidsplan vanaf 2015. Het beleidsplan valt binnen de kaders van de Leerplichtwet 1969 en de onderwijswetgeving. Beoogd effect: Het beleidsplan beoogt duidelijkheid (zowel voor de eigen medewerkers als de ketenpartners) over missie, visie, uitgangspunten en speerpunten van het RBL bij de uitvoering van de leerplichtfunctie. Dit moet leiden tot het waarborgen van het recht op onderwijs van alle kinderen van 5-18 jaar in het werkgebied van het RBL en bijdragen aan de invulling van het lokale jeugdbeleid van gemeenten. Argumenten: 1. Samenwerking met onderwijsinspectie vraagt om stringente handhaving verzuimbeleid. Per 2012 heeft de onderwijsinspectie de taak om het verzuimbeleid van onderwijsinstellingen te handhaven. Zij biedt uivoerders van de leerplichtwet de mogelijkheid een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan waardoor de controlefunctie bij het RBL wordt belegd. Dit biedt het RBL de mogelijkheid stringenter te handhaven: controle vindt plaats volgens het format van de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie is verantwoordelijk voor sanctionering. Het RBL kiest voor 1
RBL Holland Rijnland voert de leerplichttaak uit voor de gemeenten Hillegom, Kaag & Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoetwoude.
3
strengere handhaving omdat een sluitend verzuimbeleid de basis vormt voor het functioneren van de leerplichtfunctie. Bovendien is verzuim de beste indicator voor voortijdig schooluitval. 2. Heldere uitgangspunten voor handhaving en zorg. Het RBL kiest in het nieuwe beleidsplan voor heldere uitgangspunten voor handhaving en zorg: bij spijbel en luxe verzuim lik-op-stukbeleid, bij verzuim waar achterliggende problematiek speelt wordt de methodiek één leerling één gezin één plan gehanteerd. 3. Aanbevelingen Rekenkamerrapport over uitvoering leerplichtfunctie zijn verwerkt. Het rapport uit 2011 van de gezamenlijke rekenkamers in Holland Rijnland over de uitvoering van de leerplichtfunctie door het RBL heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd. Deze zijn besproken in het portefeuillehouderoverleg van 15 februari 2012. Hierin hebben de portefeuillehouders aangegeven de aanbevelingen voor wat betreft de uitvoering van de leerplichtfunctie door het RBL verwerkt te willen zien in het nieuwe beleidsplan leerplicht. Dit is gebeurd. De Mate van doelgerichtheid en doelmatigheid van de uitvoering van de leerplichttaken diende meetbaar te worden. Hiertoe zijn prestatie- en effectindicatoren opgesteld en opgenomen in het beleidsplan. Hiermee kan de bijdrage van leerplicht aan het lokale jeugdbeleid beter in beeld gebracht worden. Het portefeuillehouderoverleg van 15 februari 2012 heeft gesteld dat het aan de gemeenteraden zelf is om de kaderstellende rol van de gemeenten in te vullen ten aanzien van de uitvoering van de leerplichtfunctie. Kanttekeningen/risico’s: 1. Samenwerking met onderwijsinspectie kan relatie met onderwijs onder druk zetten. In de afgelopen periode heeft het RBL veel geïnvesteerd in de relatie met het onderwijs. Schoolbezoeken hadden naast controle vooral een adviserende functie m.b.t. het verzuimbeleid van de onderwijsinstellingen. De ontstane relatie had als positief gevolgd dat op casuïstiek niveau de samenwerking tussen leerplicht en onderwijs steeds beter werd. Door te kiezen voor een stringenter handhavingsbeleid door samenwerking met de onderwijsinspectie kan de relatie met het onderwijs onder druk komen te staan. Het wordt een uitdaging om het onderwijs van het nut van strenge handhaving te overtuigen zonder dat de samenwerking tussen leerplicht en onderwijs verslechterd. 2. Komende maatschappelijke veranderingen maken toekomstig werkveld leerplicht onduidelijk. De uitvoering van de leerplichtwet vindt de komende jaren plaats in een sterk veranderende omgeving. Binnen het onderwijs staan een aantal grote veranderingen op stapel waarvan de effecten voor leerlingen en de rol en positie van het RBL nog moeilijk te voorspellen zijn. De invoering van passend onderwijs en Focus op vakmanschap springen hierbij het meest in het oog. Daarnaast bereiden gemeenten zich voor op de transitie van de jeugdzorg van Provincie naar gemeenten. Ook zal er met de komst Wet Werken naar Vermogen de komende jaren in de sociale zekerheid het nodige veranderen voor jongeren. De effecten van deze transities op het gemeentelijk beleid en de rol en positie van de leerplichtfunctie hierin is nog ongewis. Financiën: De uitvoering van de leerplichtfunctie door RBL Holland Rijnland maakt onderdeel uit van de begroting van Holland Rijnland. Vaststelling van dit beleidsplan levert geen wijzigingen op voor deze begroting. De verzuimaanpak 18+ wordt in 2013 en 2014 in het kader van het convenant Voortijdig Schoolverlaten gefinancierd door het Rijk vanuit de regiomiddelen VSV. Hiervoor is per jaar € 70.000,- beschikbaar. RMC-contactschool ROC Leiden is budgethouder en maakt de middelen na factuur van Holland Rijnland hiertoe over. Communicatie:
4
Het onderwijs en ketenpartners dienen in kennis te worden gesteld over de inhoud van het nieuwe beleidsplan leerplicht. Met de afdeling communicatie van Holland Rijnland zal geregeld worden dat er een publieksversie van het beleidsplan wordt uitgegeven. Deze zal met een begeleidend schrijven van de verantwoordelijk portefeuillehouder aan onderwijs- en ketenpartners worden aangeboden. In het werkplan leerplicht 2013-2014 zal een communicatieparagraaf worden opgenomen. Met name de rol van het RBL bij de controle van het verzuimbeleid van onderwijsinstellingen vraagt om een heldere communicatiestrategie. Door de samenwerking met de onderwijsinspectie krijgt het RBL een andere rol hierin. Deze mag niet ten koste gaan van de opgebouwde samenwerking met het onderwijs op casuïstiek niveau. Evaluatie: Het RBL brengt jaarlijks een jaarverslag uit. In het jaarverslag wordt op basis van monitor-, prestatie- en effectindicatoren verslag gedaan van de uitvoering van de leerplichtfunctie. In het jaarverslag wordt tevens een ‘beleids’hoofdstuk opgenomen waarin verslag wordt gedaan van de effecten van het ingezette beleid en aanbevelingen worden gedaan voor toekomstig beleid. Het jaarverslag wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Hiermee kunnen gemeenteraden van de opdrachtgevende gemeenten –die in het Algemeen Bestuur zijn vertegenwoordigd- een oordeel uitspreken over de uitvoering van de leerplichtwet en moties indienen t.b.v. wijzigingen in beleid en/of uitvoering van de leerplichtfunctie. De uitvoering van de leerplichtfunctie wordt jaarlijks geëvalueerd in het tevredenheidonderzoek dat in het kader van de ISO-certificering wordt gehouden onder onderwijsinstellingen, gemeenten, ouders en leerlingen. Het RBL voert jaarlijks een ‘service’-gesprek met de wethouders onderwijs en hun beleidsmedewerkers van de opdrachtgevende gemeenten om de uitvoering van de leerplichtwet (en de aanpak van voortijdig schoolverlaten) te bespreken. Het beleidsplan wordt aan het eind van de looptijd geëvalueerd door de uitvoerders van de leerplichtwet: de leerplichtambtenaren. In het werkplan leerplicht worden opgenomen een uitvoeringsbegroting en het voornemen dat het RBL gaat benchmarken met andere bureaus leerplicht of
Ingrado-normen. Bijlagen: 1. beleidsplan leerplicht 2013-2014
5