Bent u geslaagd voor het theorie-examen ? Het examen omvat 50 vragen. Elke vraag is 1 punt waard. Om te slagen moet u minimum 41 punten op 50 behalen.
Het theorie-examen blijft 3 jaar geldig.
Dan kan u kiezen uit volgende rijopleidingen...
Cat. C-C1
De minimumleeftijd voor het behalen van een rijbewijs categorie C1 is 18 jaar. Voor een rijbewijs categorie C is dit 21 jaar.
Indien u de erkende rijschool kiest De meest doeltreffende methode bestaat erin het praktijkonderricht te volgen in een erkende rijschool. Deze lessen worden inderdaad gegeven door gebrevetteerde beroepsinstructeurs, die bekwaam zijn u de gepaste opleiding en raad te geven. Als voorbereiding op het praktijkexamen geeft de erkende rijschool een minimum van 8 uur praktijkonderricht. U kan uw praktijkexamen afleggen in het examencentrum van uw keuze.
Indien u de scholing volgt onder dekking van een voorlopig rijbewijs model 3 Deze scholingswijze kan alleen gevolgd worden door de kandidaten die niet vervallen zijn van het recht tot sturen of die hersteld zijn in het recht tot sturen. Met het behoorlijk ingevuld formulier "Aanvraag om een voorlopig rijbewijs" en tegen voorlegging van uw huidig rijbewijs dat geldig verklaard is voor ten minste de categorie B van de motorvoertuigen en van een geldig geneeskundig attest, dient u bij het gemeentebestuur een voorlopig rijbewijs af te halen. Een bedrag van €9 zal u aangerekend worden (contanten, overschrijving, bancontact, ...). Gelieve vooraf contact op te nemen met uw gemeentebestuur. Het is 12 maanden geldig en kan in géén geval verlengd worden. U kan slechts een nieuw voorlopig rijbewijs voor dezelfde categorie van voertuigen bekomen na een verloop van 3 jaar. Opgepast: De aanvraag om een voorlopig rijbewijs laat niet toe te rijden. U moet houder en drager zijn van een voorlopig rijbewijs. U moet vergezeld zijn van een begeleider, die vermeld staat op uw voorlopig rijbewijs. Er mogen twee begeleiders voorzien worden. U mag buiten één van uw begeleiders slechts één enkele passagier vervoeren, m.a.w. maximum 2 personen, ofwel 1 begeleider + 1 passagier ofwel 2 begeleiders. U kan uw praktijkexamen afleggen in het examencentrum van uw keuze.
Opgelet: u kan slechts praktijkexamens afleggen tijdens de geldigheidsduur van het theorie-examen (3 jaar).
• U mag niet rijden in het buitenland onder dekking van een voorlopig rijbewijs. • Hou er rekening mee dat de geldigheid van uw voorlopig rijbewijs beperkt is! (12 maanden) Het kan in geen geval verlengd worden. • U kan slechts een nieuw voorlopig rijbewijs voor dezelfde categorie van voertuigen bekomen na een verloop van 3 jaar. (Uitzondering: opheffing vermelding “automatisch” of “code 78”).
DOC. 134
• Maak tijdig een afspraak voor het praktijkexamen (tenminste 6 weken op voorhand).
© GOCA-01-01-06-DOC.134- B-N
MEER INLICHTINGEN OVER DE STAGEPERIODE EN HET PRAKTIJKEXAMEN OP DE VOLGENDE BLADZIJDEN. LEES ZE AANDACHTIG. RAADPLEEG EVENEENS ONZE WEBSITE OP WWW.GOCA.BE
Tijdens uw opleiding Uw begeleider moet aan de volgende voorwaarden voldoen: - moet minimum 24 jaar oud zijn; - moet sedert ten minste 6 jaar houder en drager zijn van een Belgisch rijbewijs of een rijbewijs uitgereikt door een Lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische ruimte en geldig voor de categorie C of C1 volgens het geval; - mag niet vervallen zijn of geweest zijn van het recht tot sturen binnen de 3 jaar vóór de afgifte van het voorlopig rijbewijs en moet voldaan hebben aan de onderzoeken die hem eventueel door de rechter zijn opgelegd;
- mag, behalve voor dezelfde kandidaat, niet op een ander voorlopig rijbewijs of op een andere leervergunning als begeleider vermeld geweest zijn binnen het jaar vóór de afgifte van het voorlopig rijbewijs; - Dit verbod geldt niet: - ten aanzien van zijn eigen kinderen of pleegkinderen of die van zijn echtgenoot; - wanneer de begeleider en de kandidaat ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid als personeelsleden van dezelfde onderneming die haar bestuurders zelf opleidt; - wanneer de begeleider en de kandidaat een medewerking verlenen aan een brandweerdienst.
Examenvoertuig, documenten en afspraak maken
Het praktijkexamen De minimumleeftijd voor het bekomen van een rijbewijs categorie C is 21 jaar. Nochtans kan het rijbewijs categorie C bekomen worden door de kandidaat vanaf 18 jaar die in het bezit is van een Getuigschrift van Vakbekwaamheid. De kandidaat van ten minste 18 jaar kan evenwel de opleiding en het examen voor een rijbewijs categorie C afleggen, hij ontvangt een rijbewijs geldig verklaard voor het besturen van de sub-categorie C1. Als de kandidaat de leeftijd van 21 jaar bereikt kan er een rijbewijs geldig verklaard voor het besturen van voertuigen van de categorie C afgeleverd worden zonder nieuw examen.
Afspraak maken Voor het afleggen van het praktijkexamen dient u voorafgaandelijk een afspraak te maken. U kan hieromtrent inlichtingen inwinnen bij het examencentrum. Het examencentrum mag de voorafbetaling van de retributie vragen vooraleer de afspraak vast te leggen. In uw eigen belang wordt u verzocht TIJDIG een afspraak te maken voor het praktijkexamen en dit in elk geval ten minste zes weken op voorhand. Hou er rekening mee dat eventuele andere afspraken mogelijk moeten zijn binnen de geldigheid van uw voorlopig rijbewijs.
Wanneer uw voertuig technisch en/of administratief niet in orde is, zal u voor een volgende afspraak een toeslag aangerekend worden. Wanneer u zich niet heeft aangemeld voor het praktijkexamen waarvoor u bent ingeschreven en het examencentrum niet heeft verwittigd ten minste twee werkdagen voor de dag van het examen, de zaterdag niet inbegrepen, zal u voor een volgende afspraak een toeslag aangerekend worden. In geval van overmacht kan de toelating tot terugbetaling van de toeslag verleend worden door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - “City Atrium” Vooruitgangstraat 56 -1210 Brussel. Opgelet: Om toegelaten te worden tot het praktijkexamen moet het voertuig TECHNISCH en ADMINISTRATIEF in orde zijn. Het examenvoertuig moet de uitvoering van de manoeuvres toelaten volgens de afmetingen vermeld in het schema.
Voor te leggen documenten op het ogenblik van het examen: Opgelet: fotokopieën worden niet aanvaard.
Indien u de scholing volgt onder dekking van een voorlopig rijbewijs model 3 -
© GOCA-01-01-06-DOC.134- B-N
Indien op de afgesproken dag de weersomstandigheden slecht zijn (mist of sneeuwval die de zichtbaarheid tot minder dan 100 m verminderen) of de wegen niet berijdbaar zijn (sneeuw, ijzel), neem dan, voor u thuis vertrekt, contact op met het examencentrum. Zo verneemt u of de praktijkexamens al dan niet volledig doorgaan en kunnen de nodige maatregelen genomen worden.
-
uw geldig identiteitsdocument; het geldig rijbewijs van de begeleider; het geldig identiteitsdocument van de begeleider; het inschrijvingsbewijs van het voertuig waarmee u zich aanmeldt; het groene nog geldige keuringsbewijs van de autokeuring, de technische fiche of het identificatierapport; het verzekeringsbewijs "Burgerlijke aansprakelijkheid" (groene kaart Internationaal verzekeringsbewijs) van het voertuig; het Belgisch of Europees rijbewijs waarvan u houder bent ten minste geldig voor cat. B of voor een gelijkwaardige categorie; het bewijs dat de retributie betaald werd; het geldig voorlopig rijbewijs (uitgereikt sedert meer dan één maand); u moet voor het theorie-examen geslaagd zijn sinds minder dan 3 jaar; C.M.R. of VRACHTBRIEF of WEEGBON. Indien, conform aan de reglementering voor het goederenvervoer, een CMR of een VRACHTBRIEF niet verplicht is, moet een WEEGBON, ten vroegste afgeleverd de dag voor het praktijkexamen, voorgelegd worden. De weegbon moet volgende gegevens bevatten: identificatie van de weegschaal, datum van de weging, het inschrijvingsnummer van het voertuig, het gewicht in beladen toestand.
Het praktijkexamen Cat.C-C1
Voor het praktijkexamen moeten de begeleider en de kandidaat een ATTEST invullen m.b.t. de aard van de lading en het reëel gewicht van het voertuig, lading inbegrepen; De niet-professionele begeleider moet aanwezig zijn en zal tijdens de proef op de openbare weg in het voertuig plaatsnemen. Voor zover het voertuig over voldoende plaatsen beschikt. U kan slechts een nieuw voorlopig rijbewijs voor dezelfde categorie van voertuigen bekomen na een verloop van 3 jaar. Nochtans kan de kandidaat, die reeds houder is van een rijbewijs met de vermelding "automatisch" of "code 78", d.w.z. beperkt tot het besturen van motorvoertuigen met automatische schakeling, onmiddellijk een tweede voorlopig rijbewijs bekomen geldig voor dezelfde categorie van voertuigen met handbediende schakeling. Het eerste praktijkexamen kan ten vroegste plaatshebben één maand na de datum van afgifte van het voorlopig rijbewijs. Zorg ervoor dat de geldigheidsduur van het voorlopig rijbewijs niet wordt overschreden. Na tweemaal niet slagen voor het praktijkexamen, moet u minimum vier uur praktijkonderricht volgen in een erkende rijschool. Het voertuig van de erkende rijschool is verplicht vanaf het derde examen. U kan verder scholing volgen onder dekking van uw geldig voorlopig rijbewijs.
Wij kunnen het belang van de keuze van begeleider niet genoeg benadrukken. Deze persoon, die van u een goede en veilige bestuurder zal maken, dient naast een uitstekende kennis van het verkeersreglement ook over een ruime rijervaring te beschikken. Een goede meester vormt een goede leerling; een ernstige opleiding geeft u maximum waarborgen voor een succesvol resultaat.
Op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van wettelijke feestdagen en op de wettelijke feestdagen is het u niet toegestaan het voertuig te besturen van 22 uur tot 6 uur 's anderendaags. Dit verbod is niet van toepassing op de kandidaat die de leeftijd van 24 jaar bereikt heeft.
U mag veranderen van begeleider tijdens de stageperiode voor zover de wijziging vermeld wordt op het voorlopig rijbewijs door uw gemeentebestuur.
Het voertuig - het reglementair L-kenteken moet achteraan op het voertuig zijn aangebracht; - het voertuig mag tijdens de scholing commerciële goederen vervoeren; - het voertuig moet uitgerust zijn met een rechtse buitenspiegel voor de begeleider.
Opleiding
Het examenvoertuig A. Voertuigen voor de eerste maal ingeschreven vóór 05/09/2005 Voor het examen rijbewijs categorie C1 moet de maximaal toegelaten massa (MTM*) van het voertuig minstens 5.500 kg en maximum 7.500 kg bedragen en de lengte ten minste 5,5 m bedragen. Het voertuig moet een snelheid van ten minste 80 km/u bereiken op de horizontale weg. Voor het examen rijbewijs categorie C moet de maximaal toegelaten massa (MTM*) van het voertuig minstens 12.000 kg en de lengte ten minste 9 m bedragen. Het voertuig moet een snelheid van ten minste 80 km/u bereiken op de horizontale weg. Het examenvoertuig categorie C1 en C moet beschikken over een gesloten laadruimte met afmetingen in de hoogte en in de breedte, die respectievelijk minstens gelijk of groter zijn dan de hoogte en de breedte van de bestuurderscabine (achteruitkijkspiegels niet inbegrepen) en dit over de volledige lengte van het laadvlak. De werkelijke breedte van het voertuig mag 2,55m (2,60m voor koelwagens) niet overschrijden. Het voertuig moet een lading hebben waarvan het gewicht ten minste gelijk is aan de helft van het nuttig laadvermogen**.
De laadruimte moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als de bestuurderscabine en dit over de volledige lengte van het laadvlak. Het voertuig moet uitgerust zijn met ABS en een tachograaf. De kandidaat voor het rijbewijs geldig voor de categorie C legt het praktijkexamen af met een voertuig behorend tot de categorie C, waarvan de MTM ten minste 12 000 kg, de lengte ten minste 9 m en de breedte ten minste 2,40 m bedraagt en dat op een horizontale weg een snelheid van ten minste 80 km/u bereikt. Het voertuig moet uitgerust zijn met ABS, met een versnellingsbak met ten minste acht voorwaartse versnellingen en met een tachograaf. De laadruimte moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als de bestuurderscabine en dit over de volledige lengte van het laadvlak. De feitelijke totale massa van het voertuig moet minimaal 10 000 kg bedragen. Het voertuig categorieën C en C1 moet een lading hebben met een gewicht dat minstens gelijk is aan de helft van het nuttig laadvermogen van het voertuig. De lading mag niet bestaan uit ADR-producten, noch uit levende dieren of uit producten die misselijkheid veroorzaken. De lading moet degelijk vastgemaakt zijn.
B. Voertuigen voor de eerste maal ingeschreven na 04/09/2005 De kandidaat voor het rijbewijs geldig voor de categorie C1 legt het praktijkexamen af met een voertuig behorend tot de subcategorie C1, waarvan de MTM ten minste 5 500 kg en de lengte ten minste 5,5 m bedraagt en dat op een horizontale weg een snelheid van ten minste 80 km/u bereikt.
C. Algemene voorwaarden De lading mag niet bestaan uit ADR-producten noch uit levende dieren of uit producten die misselijkheid veroorzaken. De lading moet degelijk vastgemaakt zijn. De tankwagens en de compartimenten moeten geladen worden volgens de regels van de kunst. De tankwagens met een inhoud van meer dan 7.500 liter moeten voor ten minste 80% gevuld zijn. Het examenvoertuig categorie C en C1 moet uitgerust zijn met een L-kenteken. Het examenvoertuig moet uitgerust zijn met een tachograaf in goede staat van werking, zelfs al is het voertuig niet onderworpen aan deze verplichting. Het installatieplaatje van de tachograaf moet een goedkeuringsdatum dragen van een erkende firma van minder dan zes jaar oud. Opgepast: op het keuringsbewijs hoeft niet noodzakelijk te staan dat de tachograaf gekeurd werd. U moet kunnen aantonen waar het installatieplaatje zich op het voertuig bevindt en indien het voertuig uitgerust is met een analoge tachograaf dient u een lege schijf mee te hebben op het examen. Het examenvoertuig categorie C en C1 moet uitgerust zijn met rechtse buitenspiegels, (één voor de kandidaat en één voor de begeleider). Een voertuig uitgerust met een slaapcabine met daarin een zitplaats voor de examinator moet in het gedeelte van de slaapcabine voorzien zijn van zijruiten. Het examen mag niet afgenomen worden met een voertuig met handelaarsplaat, proefrittenplaat of transitplaat of met een ADR-voertuig. De transitplaten van Shape en NAVO zijn wel toegelaten. Buitenlandse nummerplaten zijn in sommige gevallen wel toegelaten. Indien u praktijkexamen wenst af te leggen met dergelijk voertuig, gelieve dan het examencentrum hiervan op de hoogte te brengen bij het maken van de afspraak voor het praktijkexamen. Parkeerhulpsystemen, camera’s en prisma’s bedoeld om de kandidaat te helpen bij de manoeuvres zijn toegelaten. De hulpsystemen moeten wezenlijk deel uitmaken van het voertuig.
Indien u beroep heeft gedaan op een erkende rijschool - Uw geldig identiteitsdocument; - het Belgisch of Europees rijbewijs waarvan u houder bent ten minste geldig voor de categorie B of voor een gelijkwaardige categorie; - het bewijs dat de retributie betaald werd; - het formulier "Aanvraag om een rijbewijs" waarop het attest van welslagen of van vrijstelling voor het theorie-examen is aangebracht; - een geldig geneeskundig attest of uw geldig rijbewijs waarvoor reeds een geneeskundig attest voorgelegd werd; - getuigschrift van praktijkonderricht afgegeven door een erkende rijschool; - u moet voor het theorie-examen geslaagd zijn sinds minder dan 3 jaar.
*MTM = maximaal toegelaten massa. **Berekening van de helft van het nuttig laadvermogen: MTM van het voertuig - tarra van het voertuig
Documenten
2 Deze gegevens vind je terug op de technische fiche of het identificatierapport van het voertuig.
© GOCA-01-01-06-DOC.134- B-N
Tijdens de stage moet de kandidaat: - houder zijn van een geldig identiteitsdocument, afgegeven in België en houder zijn van een geldig voorlopig rijbewijs;
Hoe verloopt het examen? Tijdens het praktijkexamen zal worden nagegaan of u werkelijk uw voertuig beheerst en of u het verkeersreglement in de praktijk toepast. Tijdens de beoordeling van het examen zal de examinator in het bijzonder aandacht schenken aan een respectvolle houding tegenover het materieel en in overeenstemming voor een goede uitoefening van het beroep. Tijdens het praktijkexamen moeten draagbare telefoons uitgezet worden. PRIVÉ-TERREIN
Daarna voert u, op het privé-terrein, vier basismanoeuvres uit: 1. Voorafgaande controles a. voorzorgen alvorens in en uit het voertuig te stappen b. noodzakelijke controles c. bijkomende controles d. instellingen. 2. In rechte lijn achteruit rijden 3. Achteruit rijden tot tegen een laadkaai 4. Achteruit in een garage rijden De buitenachteruitkijkspiegels moeten in hun normale gebruiksstand behouden blijven. Ze mogen dus niet dichtgeklapt worden. Om toegelaten te worden tot de proef op de openbare weg moet u geslaagd zijn voor de proef op het privé-terrein. Het slagen voor de proef op privé-terrein blijft 1 jaar geldig. Het examenvoertuig voor de proef op de openbare weg moet wel van hetzelfde type zijn als dat waarmee de proef op het privé-terrein afgelegd werd.
BELANGRIJKE PUNTEN
. . . . . . . . . . .
. . . . .
.
OPENBARE WEG
Na een geslaagd examen op het privé-terrein wordt u tot het examen op de openbare weg toegelaten waar de examinator uw rijvaardigheid in het verkeer zal beoordelen. Vooraleer te vertrekken voor het examen op de openbare weg, zal u de schijf invullen, in de tachograaf plaatsen en deze correct instellen. Op het einde van het examen op de openbare weg zal u de schijf uit de tachograaf nemen en verder invullen. Ook zal de examinator enkele vragen stellen over het gebruik van de tachograaf.
. .
Bedient u uw voertuig, uw tachograaf correct? Veiligheidsgordel, gebruik van lichten, enz... Rijdt u defensief ? Neemt u op de weg de juiste plaats in met uw voertuig? Zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan, doorlopende strepen, voorsorteringspijlen, enz... Neemt u de bochten zoals het hoort? Aangepaste snelheid, neemt u de bochten niet te breed? Is uw techniek goed? Houdt u rekening met de lengte van uw voertuig? Inhalen en kruisen van andere voertuigen. Doet u dit correct? Neemt u afstand? Maakt u uw voornemens tijdig kenbaar? Richtingsveranderingen. Denkt u eraan alle nodige voorzorgen te nemen, uit te wijken zoals vereist zonder de andere weggebruikers te hinderen, het kruispunt vrij te maken wanneer dat vereist is? Past u de voorrangsregels toe? Voorrang verlenen zo vereist, maar niet onnodig, gedrag tegenover trams, enz... Gehoorzaamt u nauwkeurig aan de verkeerslichten en aan de bevelen van bevoegde personen? Rood licht, oranje licht, groene pijl, oranje knipperlicht, enz... Hoe past u uw snelheid aan? Heeft u inzicht in het verkeer? Aanpassen van de snelheid aan de verkeersomstandigheden, naleven van de snelheidsbeperkingen, naderen van een hindernis, enz ... Hoe gedraagt u zich tegenover de andere weggebruikers? Voorzichtigheid tegenover voetgangers en kinderen, gedrag tegenover de prioritaire voertuigen, enz... Zuinig en milieuvriendelijk rijden Controle van de laaddeuren, manier van laden, vastztetten lading.
De examinator geeft aanduidingen omtrent de te volgen weg. Zolang hij niets zegt, volgt u de rijbaan waarop u zich bevindt.
De examinator zal u nooit in een valstrik lokken. Uw instructeur of uw begeleider mag in geen geval aanduidingen of richtlijnen geven. Indien hij tijdens de proef tussenkomt, is de examinator verplicht het examen stop te zetten. Tevens mag hij, op straffe van stopzetting van het examen, de aanduidingen van de examinator niet herhalen of er commentaar bij geven. Tijdens de proef mag u, om uw zichtbaarheid (voor u, achter u of opzij) te verbeteren, steeds op reglementaire wijze stoppen en bijvoorbeeld uw ruiten proper maken of de achteruitkijkspiegels beter richten. Teneinde u vertrouwd te maken met het examengebeuren, zal de examinator geen rekening houden met de lichte fouten die u zou kunnen maken tijdens het begin van het examen. Indien u niet voldoende deelneemt aan het verkeer, kan de examinator uw examen niet beoordelen.
© GOCA-01-01-06-DOC.134- B-N
Wanneer u van richting moet veranderen, naar links of naar rechts, zal de examinator dit tijdig melden op de volgende wijze: "aan het volgende kruispunt links afslaan (rechts afslaan)".
Gedetailleerde beschrijving van het manoeuvre “Voorafgaande controles” A. SITUATIE De kandidaat start met de voorafgaande controles. Het gaat hier om een goede gewoonte die elke bestuurder moet aannemen: kennis maken met het voertuig en de voorafgaande controles uitvoeren alvorens te starten. Men zal beginnen met aan de kandidaat te vragen zijn voertuig op het privéterrein op te stellen en zijn zitplaats volledig naar achteren te verschuiven en zijn achteruitkijkspiegel te ontregelen. Vervolgens zal men de kandidaat in een situatie plaatsen door te melden dat het om het einde van de werkdag gaat en dat hij het voertuig moet verlaten zoals hij dit zou doen nadat hij het voertuig op het terrein van de firma opgesteld heeft. Daar zal de
B. GEVRAAGDE PUNTEN 1. Voorzorgen alvorens in en uit het voertuig te stappen
examinator beoordelen hoe de kandidaat zijn voertuig verlaat en of hij de nodige voorzorgen neemt. Daarna stelt men de kandidaat in een tegenovergestelde situatie: het begin van de werkdag. Men vraagt de kandidaat met het voertuig te vertrekken en de nodige controles uit te voeren. De kandidaat moet de uit te voeren controles kennen alvorens met een voertuig te vertrekken. De kandidaat voert de controles in een willekeurige volgorde uit. De examinator gaat eerst en vooral na of de kandidaat geen controle vergeet en kijkt daarna of deze correct uitgevoerd worden. Vervolgens begeleidt de examinator de kandidaat door punt per punt de bijkomende controles te vragen.
3. Het product van de ruitenwissers bevindt zich niet altijd onder de motorkap, bovendien is er niet altijd een niveaumeter aanwezig. De kandidaat moet enkel in staat zijn om aan te tonen waar het reservoir zich bevindt, zodat hij indien nodig weet waar hij moet bijvullen.
De examinator vraagt aan de kandidaat om het voertuig stop te zetten zoals op de openbare weg en om het voertuig te verlaten door de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen.
4. Indien het voertuig uitgerust is met elektrische meters, verwacht men van de kandidaat dat hij elk gevraagd element kan aanduiden. In dit geval zal het openen van de motorkap niet vereist worden.
Men verwacht van de kandidaat: - dat hij de handrem optrekt alvorens het voertuig te verlaten - dat hij de versnellingsbak in neutrale stand plaatst, indien er een luchtlek is en de versnellingsbak stond niet in neutraal, kan men om te starten de versnellingen inderdaad niet meer schakelen zonder abnormaal kracht uit te oefenen op de versnellingsbak - dat hij de motor stillegt - dat hij in zijn achteruitkijkspiegel kijkt alvorens het voertuig te verlaten - het voertuig correct verlaten: . het aangezicht naar de vrachtwagen gericht door gebruik te maken van de handvaten - dat hij de deur op slot doet - nagaan of de deur van de passagier goed gesloten is; in de mate waarin het voertuig uitgerust is met centrale vergrendeling, is het nazicht van de deur van de passagier niet vereist.
5. Er zal geen enkele bijkomende vraag gesteld worden.
Daarna vraagt de examinator aan de kandidaat om opnieuw plaats te nemen in het voertuig. Men verwacht van de kandidaat: - dat hij correct in het voertuig stapt, met het aangezicht naar het voertuig gericht en door gebruik te maken van de handvaten - dat hij de deur goed sluit.
2. Noodzakelijke controles De kandidaat moet de controles uit onderstaande lijst van buiten kennen en deze kunnen uitvoeren. Deze elementen worden verondersteld gekend te zijn door de kandidaat. Deze lijst staat ter uwer beschikking op de website (www.goca.be). Enerzijds zal de examinator nagaan of alle controles uitgevoerd worden en anderzijds of deze correct uitgevoerd worden. Men verwacht van de kandidaat dat hij bij elk punt vermeld wat hij nakijkt. - vloeistoffen - banden - algemene staat: vensters - voorruit en ruitenwissers - koetswerk - plaatwerk of zeil - manier van laden - vastmaken van de lading - laaddeuren - eventueel laadmechanisme. In het voertuig stappen - Lichten (starten van de motor) Vloeistoffen:
Staat van de banden: 1. De kandidaat gaat de staat van één van de achterwielen van het voertuig na. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de slijtage van de hoofdgroeven van de banden nagaat. Hier moet hij aantonen dat hij de groeven bekijkt en dat hij nagaat of ze nog voldoende diep zijn. 3. Men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of hij geen lekke band heeft. Dit is een visuele controle behalve bij de dubbele banden; daar moet met de voet een stamp of met een hamer een slag gegeven worden op de band. Deze controle dient op de twee banden uitgevoerd te worden. Sommige voertuigen zijn uitgerust met een elektronisch verklikkerlichtje dat aangeeft wanneer de bandenspanning onvoldoende is. Dit verklikkerlichtje kunnen aantonen wordt gelijkgesteld met deze controle. Algemene staat: 1. De vensters: a. de kandidaat controleert zijn ruiten b. men verwacht van de kandidaat dat hij visueel nagaat of zijn ruiten geen barst of ster vertonen c. men verwacht van de kandidaat dat hij de netheid van zijn ruiten nagaat. 2. De voorruit en de ruitenwissers: a. de kandidaat controleert zijn voorruit b. men verwacht van de kandidaat dat hij visueel nagaat of zijn voorruit geen barst of ster vertoont. c. men verwacht eveneens van de kandidaat dat hij de netheid van zijn ruiten nagaat d. men verwacht van de kandidaat dat hij de goede staat van zijn ruitenwissers nagaat. 3. Koets- en plaatwerk: a. de kandidaat stapt rond het voertuig en kijkt het koetswerk na b. men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of er geen deel van het koetswerk of zeil beschadigd is. 4. Manier van laden: a. de kandidaat opent de laaddeuren of hij heft het zeil voldoende omhoog en gaat de manier van laden na b. men verwacht van de kandidaat dat hij in het voertuig stapt en dat hij nagaat of er geen lege ruimtes zijn en of de lading goed verdeeld is.
1. De kandidaat gaat het niveaupeil na: a. van de koelvloeistof b. van de motorolie c. van het product van de ruitenwissers.
5. Vastmaken van de lading: a. de kandidaat gaat het vastmaken van de lading na b. men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de lading goed vastgemaakt is, bvb. met riemen.
2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motorkap opent en dat hij per vloeistof de goede plaats aanduidt.
6. Laaddeuren: a. de kandidaat gaat de laaddeuren na
Eenmaal alle externe controles uitgevoerd zal de examinator aan de kandidaat vragen om opnieuw in het voertuig te stappen, de examinator zal beoordelen hoe hij dit doet en nagaan of hij de nodige voorzorgsmaatregelen neemt. Vervolgens vraagt de examinator aan de kandidaat om een correcte zithouding aan te nemen en om de noodzakelijke instellingen uit te voeren. De kandidaat beschikt over maximum 15 minuten voor het uitvoeren van dit manoeuvre.
b. men verwacht van de kandidaat dat hij de laaddeuren of het zeil correct sluit. c. de deuren moeten goed gesloten worden met het veiligheidsmechanisme, de riemen moeten door elke ring getrokken worden en het TIR touw moet goed vastgemaakt zijn. 7. Laadmechanisme: a. de kandidaat kijkt het laadmechanisme na, indien aanwezig b. men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of het laadmechanisme goed afgesloten is. De lichten: 1. Deze controle moet plaatsvinden met de examinator. De kandidaat zet zijn lichten aan en vraagt aan de examinator om de controle van de lichten na te gaan. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de goede werking van de volgende lichten nagaat: a. stoplicht b. dimlichten c. groot lichten d. mistlicht. De hierboven vermelde controles mogen in een willekeurige volgorde uitgevoerd worden. Indien de kandidaat andere controles uitvoert dan vermeld in de lijst, zal dit nooit als fout beschouwd worden.
De kandidaat zal alle bijkomende controles uitvoeren op duidelijke vraag van de examinator. Hij herneemt punt per punt alle elementen van de lijst en vraagt aan de kandidaat om de vermelde controles uit te voeren. De examinator is niet verplicht om de volgorde van de lijst te volgen, maar kan deze aanpassen in functie van het voertuig en van de situatie. Men verwacht van de kandidaat dat hij bij elk punt vermeld wat hij nakijkt: - de richtingaanwijzers - het geluidstoestel - de ruitenwissers en de sproeikoppen - controle en gebruik van het dashboard: de toerenteller - de snelheidsmeter - de luchtdrukmeter - de verlichte verklikkerlichtjes - de vier richtingaanwijzers - de ontwaseming - afsluiten van de cabine - controle van de luchtdruk - testen van de remmen. Uit het voertuig stappen - Staat van de reflectoren (van de nummerplaat) - de wielmoeren - de spatborden - de luchttanks - vergrendeling van de cabine - de ophanging. De richtingaanwijzers: 1. Deze controle moet met de examinator plaatsvinden. De examinator vraagt aan de kandidaat om zijn richtingaanwijzers aan te zetten en gaat voor- en achteraan hun goede werking na.
© GOCA-01-01-06-DOC.134- B-N
3. Bijkomende controles
Gedetailleerde beschrijving van het manoeuvre “Voorafgaande controles” (vervolg)
Het geluidstoestel: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om het geluidstoestel te doen werken. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij het geluidstoestel kan doen werken. De ruitenwissers en de sproeikoppen: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om de ruitenwissers na te gaan. 2. Men vraagt aan de kandidaat de ruitenwissers en de sproeikoppen te gebruiken en na te gaan of de ruitenwissers niet beschadigd zijn en dat het product komende uit de sproeikoppen tot op de voorruit komt (verstopte sproeikoppen). Controle en gebruik van het dashboard: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om met zijn eigen woorden te vertellen wat er op het dashboard verschijnt. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij volgende elementen kan aanduiden: a. de toerenteller b. de snelheidsmeter c. de luchtdrukmeter d. de verlichte verklikkerlichtjes e. de 4 richtingaanwijzers f. de ontwaseming g. Het vergrendelen van de cabine. De examinator vraagt aan de kandidaat of hij over een verklikkerlichtje in het dashboard beschikt hetgeen aangeeft indien de cabine slecht is vergrendeld. Indien het antwoord ja is, vraagt hij aan de kandidaat om dit verklikkerlichtje aan te tonen. Indien het antwoord neen is, zal de examinator aan de kandidaat vragen om het afsluitingsmechanisme effectief aan te tonen wanneer het zich buiten het voertuig bevindt. Luchtdruk: 1. De examinator vraagt de kandidaat aan te duiden hoe hij de luchtdruk nakijkt. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motor doet draaien (indien dit nog niet het geval is) en dat hij nagaat of de tanks zich vullen of reeds gevuld zijn. Test van de remmen: 1. De examinator vraagt de kandidaat om een remtest uit te voeren. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij aan een lage snelheid rijdt om vervolgens hard te remmen om zodoende te kunnen nagaan of het voertuig reageert. De examinator vraagt de kandidaat om het voertuig te verlaten De reflectoren:
4. Men verwacht van de kandidaat dat hij het ventiel voor het aflaten van het condenswater opent tot er enkel lucht uit de tanks komt. 5. In sommige gevallen bestaat er een systeem dat alle ontwateringskleppen met elkaar verbindt en waar men eenmaal hoeft aan te trekken om alle ontwateringskleppen samen te openen. Afsluiten van de stuurcabine: 1. Indien het afsluiten van de stuurcabine niet gecontroleerd kon worden via het dashboard, zal de examinator aan de kandidaat vragen waar het vergrendelingsmechanisme zich bevindt. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de beveiliging goed geplaatst is. De ophanging: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om de ophanging na te gaan. 2. Niet alle voertuigen zijn met hetzelfde ophangingssysteem uitgerust: er bestaat: a. de luchtvering: men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de veerbalgen niet beschadigd zijn en goed opgepompt zijn (rijstand) b. de bladvering: men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de bladen niet gebroken zijn. 3. Deze controle bestaat uit een gewone visuele controle. Men verwacht van de kandidaat dat hij in de richting van de kussens ofwel van de veerbalgen kijkt, indien zij zichtbaar zijn.
4. Instellingen De examinator vraagt aan de kandidaat een correcte zithouding aan te nemen en om de nodige instellingen uit te voeren. De kandidaat mag op elk moment de nodige instellingen uitvoeren. De zitplaats regelen om een correcte zithouding te bekomen: De examinator vraagt aan de kandidaat om een zithouding aan te nemen door het nodige te onderzoeken. 1. Men verwacht van de kandidaat dat hij zijn zitplaats zowel in de hoogte (indien nodig), in verhouding met de afstand tot de pedalen, als ter hoogte van de rugleuning instelt. 2. De kandidaat moet zijn knieën voor de stuurkolom kunnen plaatsen (indien nodig) moeten de hoogte en de diepte van het stuur aangepast worden. 3. De kandidaat moet het koppelingspedaal kunnen indrukken zonder zijn been te strekken.
1. De examinator vraagt aan de kandidaat om de reflectoren na te kijken.
4. Hij moet het gaspedaal kunnen indrukken waarbij de hiel op de grond blijft.
2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de toer van zijn voertuig doet en dat hij aanduidt waar de reflectoren (achteraan en zijdelings) zich bevinden en dat hij telkens kijkt of zij niet beschadigd zijn.
5. De kandidaat moet de armen lichtjes gebogen hebben op 9u15, 9u15 is in feite de ideale houding voor een goede hantering van het stuur.
3. Indien het voertuig niet is uitgerust met reglementaire reflectoren, zal het examen op de openbare weg niet plaatsvinden omwille van technische redenen. De wielmoeren: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat hoe hij nagaat of de wielmoeren van een wiel correct zijn aangespannen en hoe hij deze zou aanspannen na het vervangen van een wiel. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de wielmoeren van een wiel aanduidt. 3. Men verwacht van de kandidaat dat hij ons toont in welke volgorde hij de wielmoeren aanspant in de vorm van een kruis. De kandidaat moet uiteraard niet alle wielmoeren aanspannen. De spatborden: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om zijn spatborden na te gaan. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de toer van het voertuig doet en dat hij visueel nagaat of de spatborden aanwezig zijn en niet beschadigd zijn. 3. Indien het voertuig niet uitgerust is met de reglementaire spatborden, zal het examen op de openbare weg niet kunnen doorgaan omwille van technische redenen. De luchttanks: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat aan te duiden waar de luchttanks zich bevinden. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij kan aanduiden waar de luchttanks zich bevinden. 3. De examinator vraagt aan de kandidaat om van één van de luchttanks het condenswater af te laten.
6. De kandidaat moet zijn stuur kunnen draaien zonder dat zijn lichaam uit de rugleuning komt, om dit te kunnen doen moet hij eventueel de helling van de rugleuning of de stuurkolom aanpassen. De examinator zal uiteraard letten op de lichaamsbouw van de kandidaat en hij zal zijn eisen aanpassen indien de kandidaat te klein of te struis is om de hieronder vermelde controles uit te voeren. Afstellen van de achteruitkijkspiegels: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om zijn achteruitkijkspiegels correct in te stellen. 2. Voor het instellen van sommige achteruitkijkspiegels is er een sleutel nodig. De kandidaat zal het nodige gereedschap moeten hebben voor het correct afstellen. Indien dit niet het geval is zal het examen stopgezet worden omwille van technische redenen. De veiligheidsgordels instellen: 1. Wanneer de examinator aan de kandidaat vraagt om zich in de juiste zithouding te plaatsen, zal hij aan de kandidaat eveneens vragen om de veiligheidsgordel aan te doen. 2. De examinator zal nagaan of deze correct geplaatst is. 3. Indien het gaat om een oude veiligheidsgordel zonder oprolmechanisme, zal de examinator nagaan of de lengte goed ingesteld is. De hoofdsteunen afstellen: De examinator vraagt aan de kandidaat om zich in de juiste zithouding te plaatsen, hij zal erop letten of de hoofdsteun goed ingesteld is.
© GOCA-01-01-06-DOC.134- B-N
Algemene staat (vervolg):
Uitslag van het praktijkexamen U BENT GESLAAGD VOOR HET PRAKTIJKEXAMEN De examinator geeft u een "Aanvraag om een rijbewijs". Met dit document gaat u bij uw gemeentebestuur uw rijbewijs afhalen. Een bedrag van €11 zal u aangerekend worden (contanten, overschrijving, bancontact, ...). Gelieve vooraf contact op te nemen met uw gemeentebestuur. Tevens moeten 2 pasfoto’s afgegeven worden. Opgepast: De aanvraag om een rijbewijs laat niet toe te rijden. U moet houder en drager zijn van een rijbewijs. De aanvraag om een rijbewijs moet binnen de 3 jaar na het geslaagd praktijkexamen ingediend worden. Zoniet moet u opnieuw scholing volgen en slagen voor een nieuw theorie- en praktijkexamen.
INDIEN ER ZICH PROBLEMEN ZOUDEN VOORDOEN
Indien u klachten hebt wendt u zich onmiddellijk tot de hoofdexaminator. Dit is de eenvoudigste en snelste methode omdat u zich ter plaatse bevindt en het geschil onmiddellijk kan worden behandeld. Zo u niet tevreden bent met het gegeven gevolg wendt u zich zonder verwijl tot de directie van de instelling waarvan het examencentrum afhangt (het liefst per telefoon). Een geschil kan tenslotte ook steeds aanhangig worden gemaakt bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - “City Atrium” Vooruitgangstraat 56 -1210 Brussel. Bovendien zijn in elk centrum speciale brievenbussen voorzien, waarin u zowel klachten als suggesties kunt deponeren. De inhoud van deze brievenbussen wordt regelmatig nagezien om passende regelingen te kunnen treffen.
Geldigheid rijbewijs Indien het voertuig waarmee u voor het praktijkexamen slaagde uitgerust was met een automatische schakeling zal de geldigheid van uw rijbewijs beperkt worden tot het besturen van gelijkaardige voertuigen door de vermelding "code 78". Bij het slagen voor één van de twee proeven met een voertuig uitgerust met een automatische schakeling, wordt het volledig examen geacht afgelegd te zijn met dit type voertuig. Worden eveneens beschouwd als voertuigen met automatische schakeling de voertuigen met een elektrische motor en voertuigen die uitgerust zijn met een koppeling die functioneert zonder dat de bestuurder hoeft in te grijpen, meer bepaald de voertuigen met een half-automatische schakeling. Indien u de opheffing van deze vermelding wenst te bekomen moet u een nieuw praktijkexamen afleggen met een voertuig uitgerust met een handbediende schakeling na bijkomende praktijklessen (min. 2 u) in een erkende rijschool of onder dekking van een voorlopig rijbewijs.
U BENT NIET GESLAAGD VOOR HET PRAKTIJKEXAMEN
VERHAALPROCEDURE
Op te merken valt dat u na tweemaal niet slagen voor het praktijkexamen tegen de genomen beslissing in beroep mag gaan door binnen de 15 dagen na het examen een aangetekend verzoekschrift te richten aan de Voorzitter van de "Beroepscommissie", Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer “City Atrium” - Vooruitgangstraat 56 -1210 Brussel. De leden van deze commissie zijn rechters. Voor hogervermeld verzoekschrift dient, via overschrijving op het rekeningnummer 679-2006010-50, een bedrag van €12,5 betaald te worden. Het verzoekschrift moet de naam, voornaam en geboortedatum van de kandidaat vermelden, alsmede het examencentrum waar het examen werd afgenomen en de datum daarvan. Het moet door de kandidaat ondertekend worden. Het verzoekschrift moet met redenen omkleed zijn door feiten die alleen betrekking hebben op de personen en de omstandigheden van plaats, tijd en procedure waaronder het examen werd afgelegd.
Wanneer u uitgesteld bent voor het praktijkexamen mag u zich niet aanbieden voor een nieuw examen, de dag zelf van het uitstel. N.B.: Wanneer u niet geslaagd bent voor het examengedeelte op de openbare weg zal het examengedeelte op het prive-terrein, waarvoor u geslaagd bent, niet meer herbegonnen moeten worden, indien u een nieuw praktijkexamen aflegt met een voertuig van dezelfde categorie, binnen een termijn van maximum 1 jaar, die ingaat de dag waarop u voor het examengedeelte op privé-terrein bent geslaagd en indien uw geslaagd theorie-examen op dat ogenblik nog geldig is (minder dan 3 jaar oud).
GOEDE REIS EN BLIJF VOORZICHTIG!
Slechts nadat u zich goed voorbereid heeft, zal u met vertrouwen aan de examens kunnen beginnen. Dit zelfvertrouwen tesamen met uw kennis en ondervinding, zal u toelaten te slagen voor de examens, wat wij u dan ook toewensen.
Nog één raad voor het examen: ontspan u de avond voordien, ga niet te laat naar bed en neem geen kalmeer- noch slaapmiddelen. En vooral: drink geen alcohol om u moed te geven.
De gegevens vermeld in deze brochure kunnen onderhevig zijn aan de wijzigingen in de reglementering. Om de laatste versie in te kijken: raadpleeg onze website op www.GOCA.be
© GOCA-01-01-06-DOC.134- B-N
Besluit
"Goed rijden betekent ook aan de anderen denken!"
Symbolen BOORDSTENEN BOORDSTENEN
C C1Manoeuvres
Alle manoeuvres moeten uitgevoerd worden met de achteruitkijkspiegels in normale gebruiksstand. De overbouw van het voertuig mag bij het manoeuvreren de straatbegrenzing overschrijden. Het manoeuvre is beëindigd als het voertuig zich op de eindpositie bevindt. Het aanbrengen van speciale tekens om het parkeren te vereenvoudigen is verboden. De omtrekverlichting wordt niet in rekening gebracht voor het berekenen van de breedte van het voertuig. Nochtans zal het raken van de bakens met één van deze lichten als fout beschouwd worden. (*) één rij bakens mag vervangen worden door een boordsteen of een witte lijn (**) opgepast: spiegels geplaatst boven de hoogte van de bakens worden niet mee-gerekend voor het bepalen van de tussen-afstand van de bakens (hoogte van de bakens bij de ingang ± 1.20 m)
BAKENS
1. Voorafgaande controles WITTE LIJN
Zie gedetailleerde beschrijving van het manoeuvre “Voorafgaande controles”.
2+3. In rechte lijn achteruit rijden en achteruit rijden tot tegen een laadkaai
LAADKAAI
Maximale duur van het dubbel manoeuvre: 5 minuten (vanaf 4 minuten en 30 seconden komt de tijd in aanmerking voor een beoordeling)
VERHOOGDE BAKEN
1
Breedte doorgang: breedte van het voertuig, achteruitkijkspiegels inbegrepen (**) + 50 cm
10 m
2
AANVANG
3
1
Afstand tussen de lengte van het voertuig en 15m.
Plaats uw voertuig voor deze smalle gang. Rijd achterwaarts door deze doorgang zonder de bakens te raken(*). Indien u afwijkt in de doorgang, mag u opnieuw vooruitrijden om de juiste richting terug te vinden. Eenmaal herbeginnen wordt niet als fout aangerekend. Het manoeuvre is beëindigd, wanneer het voertuig zich op de eindpositie bevindt. De achteruitkijkspiegels die boven de hoogte van de bakens geplaatst zijn komen niet in aanmerking. Stel het voertuig fatsoenlijk op en zo dicht mogelijk tegen de laadkaai (op minder dan 20 cm) om te lossen of te laden (er wordt verondersteld dat de laadbrug van het voertuig open is).
TUSSENFASE 2-3
EINDPOSITIE
4. Achteruit in een garage rijden Maximale duur van het manoeuvre: 3 minuten en 30 seconden (vanaf 3 minuten komt de tijd in aanmerking voor een beoordeling)
Verantwoordelijke uitgever: vzw GOCA, Technologiestraat 21-25, 1082 BRUSSEL © GOCA-01-01-06-DOC.134-B-N
Copyright GOCA. Elke, zelfs gedeeltelijke, reproductie van deze publicatie, onder welke vorm ook, inbegrepen fotokopie, fotografie, microfilm, magneetband of elk ander elektronisch middel, is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toelating van GOCA.
4
Rijd het voertuig achteruit in deze garage en rijd er vooruit in de andere richting terug uit. Het manoeuvre moet vooruitrijdend aangevangen worden. Bij het manoeuvreren mag u de begrenzing niet overschrijden. U moet het voertuig volledig in de garage opstellen. Wanneer u het voertuig volledig in de garage hebt opgesteld, geef dan een teken (claxon...). Rijd het voertuig uit de garage in de tegenovergestelde richting. Het manoeuvre is beëindigd, wanneer het voertuig zich op de eindpositie bevindt.
4 1
Breedte straat: voertuigen tot 7 m = 7 m voertuigen meer dan 7 m = lengte van het voertuig
3
Breedte garage:
2m
breedte van het voertuig, achteruitkijkspiegels inbegrepen (**) + 10% van zijn lengte met een minimum van 70 cm Diepte garage: lengte voertuig + 60 cm.
2