Marijn Backer
Het jaar van de leugen
Leopold / Amsterdam
het jaar vd leugen.indd 1
21-07-11 17:21
Van dezelfde auteur Kijk niet om bekroond met een Eervolle Vermelding van de Gouden Zoen-jury 2007 Ik ben van niemand
Met dank aan Sanne, Elske, Annabel
Copyright © Marijn Backer 2011 Omslagfoto Getty Images Omslagontwerp Annemieke Groenhuijzen Uitgeverij Leopold, Amsterdam / www.leopold.nl nur 284 / isbn 978 90 258 5652 6
Uitgeverij Leopold drukt haar boeken op papier met het FSC-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden. www.marijnbacker.nl
het jaar vd leugen.indd 2
21-07-11 17:21
1 Ik werd wakker en wist alleen: hoofdpijn, hoofdpijn, hoofdpijn. Ik ging naar beneden, drukte twee paracetamolpillen uit het stripje in de keukenla en dronk op de bank een glas fruitsap. De grote klok tikte, het raam werd licht. Op de tafel in de voorkamer stond een vaas met slappe rozen. Ik ging op mijn tenen de trap weer op, schoof mijn gordijn een stukje open en luisterde naar de vogels. Ik dommelde weg en droomde dat mijn broer Sander kabouters had ontdekt in onze achtertuin. Hij liet me een paadje zien waar de kabouters ’s nachts langskwamen. Hij had het bestaan van kabouters bewezen. Hij had ze gefilmd met zijn telefoon. Toen ik naar zijn filmpje wilde kijken, ging een bel. Ik was direct wakker. Ik hoorde aan de manier van bellen dat het belangrijk was. Ik opende de deur van mijn kamer. Mamma stond met een man in de hal te praten. Ik hoorde het woord ‘politie’. Dus toch. Politie. Ze gingen de woonkamer in. Ik schoot mijn kleren aan, poetste mijn tanden en sneakte naar buiten. Dat krijg je ervan, Daantje, dacht ik. Dat krijg je ervan. Het was pauze toen ik het schoolplein op fietste. Ik had nog steeds hoofdpijn. Mijn vriendin Eefje vermaakte zich om mijn duffe kop. ‘Had je het leuk met Michiel?’ vroeg ze. Michiel? Ik wist het niet. Michiel de Tukker? ‘Of vond je die neef van Lex leuker?’ Lex is de vriend van mijn zus Iris. ‘Het is ingewikkeld,’ zei ik. ‘Ik weet het niet meer.’
3
het jaar vd leugen.indd 3
21-07-11 17:21
Het werd druk in de gang. Het zonnige weer van de laatste dagen was veranderd in een druilregendag. Eef stond met een sfinxlachje poppetjes te tekenen op het beslagen raam. Mees, de vriend van Eef, tevens klasgenoot, stootte me aan. Mees draagt dag en nacht, zomer en winter een wollen muts. Zijn ogen stonden waterig. ‘Wat hebben we?’ vroeg ik. Mees dacht Engels, Eef dacht Nederlands. De gang glibberde van de natte bruggers. Voor het lokaal ontstond een opstopping. Terwijl we daar stonden, Mees, ik, Eef en anderen, wachtend op de leraar die niet kwam en terwijl het stonk naar natte jassen en naar brood met kaas, en het gewicht van mijn tas in mijn schouder sneed, al die tijd dat ik daar stond, dacht ik: ik wil weg, ik wil weg. Ik wil opnieuw beginnen. Maar dan ook voorgoed, met alles. Maar hoe kun je opnieuw beginnen met alles als je klem zit? Beslissen dat je dit of dat gaat doen geeft een goed gevoel. Je kunt denken: morgen ga ik het doen. En morgen denk je weer: ik ga het morgen doen. En dan vergeet je het. Maar dit was anders. Morgen zou mamma met mij naar de politie willen. We drongen het stinkende lokaal in. Mijnheer Jacobse, een man met een buikje, had een vetvlek op zijn broek. Ik ontweek zijn blik. Ik rommelde in mijn tas, vond een pen en deed of ik luisterde. In mijn schrift schreef ik: The morning after Een auto parkeerde voor de school, een man stapte uit. Was het Wout? Opnieuw beginnen. 4
het jaar vd leugen.indd 4
21-07-11 17:21
Wout was langer. Wout had een zeehondenpostuur. Opnieuw beginnen begint niet met liegen, dacht ik. Opnieuw beginnen begint met woorden vinden die precies zeggen wat ik voel. Lieve allemaal, Ik heb een probleem. Jullie zullen wel boos worden, maar ik kan niet anders. ‘En wat is er met jou aan de hand?’ Boven mij hing het gezicht van Jacobse. ‘Ben je ziek? Meisjesproblemen?’ Ik werd kwaad. Er was niets. En als er wel iets was dan zou hij dat niet te weten komen. ‘Wil je een slok water?’ Een slok water, een plens water, frisse lucht, graag! En vijf paracetamollen! Ik ging naar de gang. Daar werd ik zo duizelig dat ik me langs de muur omlaag liet glijden. Ik legde mijn hoofd op mijn armen. Even later zat Eef naast me. ‘Luister maar,’ zei ze en duwde een oortje in mijn oor. Het was natuurlijk Eefmuziek, lief en zwevend, alsof je op de rug van een vriendelijke draak door een wereld van bloemen, bergen en kleurige vlaktes zweeft. Ze sloeg een arm om me heen en leunde met haar hoofd tegen mijn hoofd. Het was fijn een tijdje te zitten zo, samen met dezelfde muziek. We gingen naar de wc en stonden voor de spiegel. Eef toverde doekjes uit haar tas. Ik kon weer lachen. Ik omhelsde haar en keek via de spiegel in haar ogen.
5
het jaar vd leugen.indd 5
21-07-11 17:21
2 Je moet niet denken dat ik een probleemtype ben of graag moeilijk doe om aandacht te krijgen. Ik ben juist makkelijk. Het liefst woonde ik onopvallend met mijn vader Paul en mijn moeder Linda en met Sander en Iris aan de rand van Utrecht in een huisje met een weiland ernaast en een pony. Ik houd van shoppen, van nieuwe kleren, van bladeren in chille tijdschriften en met vriendinnen in de zon liggen. Ik houd van bellen blazen en waterballonnen gooien. Ik wil op de rug van een jongen klimmen in de branding en samen omvallen in een hoge golf. Ik wil roze schelpjes zoeken langs het water. Ik wil een vriend met lange benen die keihard kan rennen en een groot hart tekent in het zand en daar onze namen onder schrijft. Ik houd ervan om op mijn rug in het gras naar lieve kleine wolkjes te kijken. Ik wil op een wit paard in de duinen rijden en over het lege strand naar Nangijala galopperen. Ik houd helemaal niet van ruzie. Maar wat ik nu ook deed: ik zou ruzie krijgen. Vroeger voelde ik ruzie aankomen. Eerst werd het stil in de kamer. Mamma begon te ijsberen of naar buiten te staren. Pappa zuchtte overdreven en ritselde met zijn krant. Als je op zo’n moment een buienradarbeeld van ons huis had gemaakt dan had ik het zo kunnen aanwijzen. Kijk daar, die grijze wolk met die groter wordende rode plek in het midden: daar komt het, dat is ruzie-onweer. Erger was het nog als het ruzie-onweer niet uitbarstte, maar de sfeer als een vieze kooklucht in de kamer bleef hangen. Pappa liep de kamer uit, een brokje muur kwam omlaag omdat hij de deur dichtsloeg. Er werd niet meer gepraat. 6
het jaar vd leugen.indd 6
21-07-11 17:21
Sander en Iris trekken dat beter. Zij kunnen zwijgend eten, zwijgend afruimen, een paar bitse opmerkingen maken en dan naar hun kamer gaan. Vroeger was ik bang van ruzie. Zoals je soms in een stil bos ineens een bevend varenblad ziet, zo’n bevend varenblad, dat was ik dan, Daantje. Ik kroop weg achter een Donald Duck. Ik verstopte me in een hoekje van mezelf en wachtte tot het voorbij was. En wanneer iedereen opgelucht praatte en lachte, dan rende ik als een hond rond om iedereen een blije lik te geven. Bijgelegde ruzie is fijn. Bijgelegde ruzie maakt blij. Ruzie die blijft is een zweer die je langzaam ziek maakt. Maar vandaag moest het. Vandaag wist ik: dan maar ruzie. Ik ga het toch zeggen. Vanmiddag, als ik geen hoofdpijn meer heb, ga ik Sander vertellen dat ik me heb vergist. Ik ga zeggen dat ik soms báng was dat het zou gebeuren. Ik wil niet dat Wouts leven wordt verwoest. Ik wil niet dat Wout de schuld krijgt van mijn lafheid. En dat zou het gevolg zijn, dat zou onvermijdelijk het gevolg zijn.
7
het jaar vd leugen.indd 7
21-07-11 17:21
3 Ongeveer twee jaar geleden, we waren twaalf en dertien jaar, logeerden Iris en ik bij oma in Amsterdam. We lagen in een tweepersoonsbed op zolder. Aan de waslijn achter het trapgat hingen lakens te drogen. Beneden speelde oma op haar piano een liedje dat me aan Nangijala deed denken. ‘Weet jij waar Nangijala ligt?’ vroeg ik aan Iris. Ergens in de bergen, dacht ze. Ze had op school wel eens van Nangijala gehoord. Ik legde uit dat Nangijala in het Uiterste Westen ligt, net achter de plaats waar de zon op 21 juni ondergaat. Ik vertelde dat Jonathan Leeuwenhart bij een brand uit het zolderraam van zijn huis was gesprongen met zijn zieke broertje Karel Leeuwenhart in zijn armen en toen in Nangijala was terechtgekomen. Iris is nogal nuchter. Ze houdt niet erg van fantasieverhalen. ‘Luister,’ zei ik. ‘Zal ik je over Jonathan vertellen? Zeg geen nee. Hij is superknap.’ ‘Oké,’ zei Iris. ‘Maar je moet wel spannend vertellen.’ ‘Het wordt héél erg spannend,’ zei ik. Die avond op zolder, in het logeerbed van mijn oma, vertelde ik over onze tocht naar Nangijala. We moesten oppassen voor de man van het Nachtwoud, die meisjes ontvoert. En er konden vleesetende vogels zijn. Maar we waren sterk en dapper en we wilden allebei naar Nangijala achter de bergen naar het Kersendal. Daar was het huisje waar wij, Iris en Daantje, gingen wonen met Jonathan en Karel. We zijn nooit samen in Nangijala aangekomen. Iris viel in slaap en later boeide het verhaal haar niet meer. Ons leven veranderde namelijk totaal. 8
het jaar vd leugen.indd 8
21-07-11 17:21
Eén februari was het, tien dagen na onze verjaardag. Iris en ik schelen één jaar en zijn op dezelfde dag jarig. ‘Houd je mijn jas even vast?’ vroeg pappa. Ik was net uit school, ik wist wat er ging gebeuren. Hij bracht zijn koffers naar de taxi, kwam terug, knipoogde, pakte zijn jas aan en kuste me op mijn voorhoofd. Toen stapte hij in, opende het raampje en zwaaide. Ik stond als een ijskonijn op de stoep. De taxi reed langzaam de straat uit. Zijn auto, onze auto, de witte Toyota, stond voor ons huis. Sander was niet thuis, Iris zat met mamma in de huiskamer. Ik sloot de voordeur en sloop op mijn tenen naar mijn kamer. Ik was ontzettend rustig. Ik draaide mijn deur op slot, ging op mijn bed liggen en luisterde naar een vogel buiten. Toen ik wakker werd, scheen de maan mijn kamer binnen. Ik lag een poosje met een lam gevoel in bed, stond toen toch op en ging naar beneden. In de woonkamer zat mamma. Alleen. Ik wilde niet naar binnen gaan. Ik wilde niet voelen dat het waar was. Veertien jaar, Daantje, zonder pappa. Er zijn kinderen die hun pappa niet kennen. Er zijn kinderen van wie de pappa dood is voor ze weten dat ze een pappa hebben. Ieder kind heeft maar één pappa. En hoe oud je ook bent, als die er niet is, heb je verdriet. Ik stond voor de grote spiegel naast het kabinet in de gang. Ik heb een hondenhart, ik wil dat iedereen bij elkaar blijft. Ik streek mijn haar uit mijn gezicht, ik zuchtte en vertrok geen spier. Ik wist het al eerder, maar het was raar, ik wist het en ik geloofde het niet. De dag daarvoor namelijk, op de middag van die verschrikke9
het jaar vd leugen.indd 9
21-07-11 17:21
lijke dag 31 januari, had pappa me met de auto van school opgehaald. Het werd donker, zijn hand lag op mijn knie. Ik had mijn stoelleuning een stukje achterover gezet. Bos, weiland, huizen en boerderijen, alles vloog voorbij, alleen de maan reed mee. ‘Ik moet je wat vertellen,’ begon hij. Ik voelde mijn maag als een zandkasteel instorten. ‘Ik ben niet trots op mezelf,’ zei hij. Scheiden, dacht ik. Mijn ouders dus ook. Ze gaan scheiden. Mijn oren ruisten. Het stormde in mijn hoofd. ‘Mamma vertelt het op dit moment aan Iris en Sander,’ hoorde ik hem zeggen. Het was woensdag, ik had dramales gehad. Ik had de rol gespeeld van een meisje dat het met iedereen eens is en alles goed vindt. ‘Ze houdt niet meer van me.’ Dat wist ik al. Vorige zomer vroeg ik hem: ‘Waarom slaap je eigenlijk niet meer bij mamma?’ Mamma had mij verteld dat hij snurkte, maar ik wilde het uit zijn eigen mond horen. Ik geloofde haar niet. ‘Ik kom vaak zo laat thuis, Daan, mamma wil niet altijd wakker worden omdat ik in bed stap.’ Dat zei hij toen en ik wilde dat dat antwoord waar was, dat hij inderdaad snurkte, dat hij af en toe te laat thuiskwam en er niets mis was. Als je ouders dit soort praatjes vertellen, zelfs als ze het zelf geloven, geloof ze niet. Toen had ik naar mamma moeten gaan en zeggen: Pappa is ongelukkig. Misschien was alles anders gegaan dan. Scheiden dus. De avondlucht verloor zijn kleur. Ik voelde pappa’s hand op mijn knie. Ik zag door mijn tranen de aanstormende weg en wilde dat het niet waar was. Dat het nooit waar zou worden. Dat we nog uren en uren zo over de snelweg reden, achter onze koplampen aan, de grote donkere nacht in. Ik wilde samen met pappa naar Nangijala verdwijnen. 10
het jaar vd leugen.indd 10
21-07-11 17:21
Die laatste avond bakte hij ei met spek en smeerde broodjes voor de volgende dag. Wij zaten aan de keukentafel, mamma stond met haar armen over elkaar toe te kijken. ‘Waarom ga je niet bij je moeder wonen?’ zei ze. ‘Waarom moet je meteen zo drastisch naar het buitenland? Waarom naar Griekenland? Wat is dat voor een puberale waanzin?’ Hij had onze kampeerboel uit de kelder gehaald en had zijn oude zakmes gevonden. ‘Even voor alle duidelijkheid: als jij niet meer thuis woont, ben je mijn vader niet meer,’ zei Sander. ‘Ik vind dat je dit niet kan maken, hoor,’ probeerde Iris. ‘Ik vind dit ásociaal.’ Ik hoorde haar stem trillen. Ze stond op en zette haar handen in haar zij. Toen pappa niet reageerde, liep ze de keuken uit, naar boven. Ik keek naar een knikker in de fruitmand. Er waren scherfjes af. Het zandkasteel in mijn buik bleef maar instorten. Sander gaf pappa een klap op zijn schouder en zei: ‘Nou gast, ga maar fijn weg dan, doei!’ Ik wilde Sander tegenhouden, ik wilde Iris terugroepen, ik wilde dat het niet waar was, maar ik zat machteloos op mijn stoel. De voordeur sloeg dicht. Mamma stond op de drempel, huilend. Ze zei: ‘Paul, je kan beter hier op dit moment doodvallen dan weggaan.’ Pappa keerde zich niet eens om. Hij draaide het vuur onder de bakpan uit en zei: ‘Zoals je wenst, Linda. Ik sterf voor jou. Ik verdwijn uit je leven. Na morgen zul je me nooit meer terugzien.’ Ik hoorde mijn adem piepen. Ik was ongelooflijk bang. Beter doodvallen. Ik verdwijn uit je leven. Je zult me nooit meer terugzien. Ik bleef die zinnen horen. Ik wilde ook dat hij ging toen, dat hij direct wegging, weg, moven, pak je koffers en rot op. Ik wilde boos zijn maar ik kon niet boos zijn. 11
het jaar vd leugen.indd 11
21-07-11 17:21
De eerste dagen en weken zonder pappa hadden we het voortdurend koud. Alsof de wind door ons heen woei, alsof ons huis geen muren en geen dak had. Iedere dag lag er nieuwe sneeuw op mamma’s schoongeveegde paadje. Het sneeuwde hele dagen. Er werd niet meer gestrooid. Het sneeuwde en sneeuwde en toen begon het te vriezen. De ochtenden waren mistig en koud, de meren bevroren. We schaatsten, kregen gezonde wangen en werden weer warm. Eerst dacht ik: prima, blijf maar weg. Toen dacht ik: waarom bel je niet? En uiteindelijk: houd nou maar op met die onzin. En op een wanhopige middag vroeg ik me af: wanneer is deze film afgelopen? Je kan beter doodvallen dan weggaan. Ik dacht: deze film is mijn leven. Het was shit en toch, ik kon het hebben. Ik wilde er iets van maken. Ik vond het fijn dat het vroor. Ik werd er sterk van. Ik was sterk en Iris was sterk. We deden boodschappen, kookten, stofzuigden onze eigen kamer en sliepen in één bed. Alleen Sander was het zwaar kwijt. Hij spijbelde, bouwde een bar met flipperkast en beertender op zijn kamer, deed geen bal meer aan school en maakte ruzie met oom Wout, de broer van mamma die een sleutel had van ons huis en zowat iedere middag of avond langskwam. Het werd zomer, winter. Pappa vergat onze verjaardagen. Het werd voorjaar. Hij belde niet, schreef niet, mailde niet. We praatten niet meer over hem.
12
het jaar vd leugen.indd 12
21-07-11 17:21
4 Op de dag van het schoolfeest was er ineens die envelop. Ik stond bij het aanrecht en peuterde aan het lipje van een nieuw kuipje margarine. ‘Wat trek jij aan vanavond?’ vroeg Iris. Iris had plannen met een jongen, dat wist ik, maar ik was chagrijnig. Ze pakte het margarinekuipje van me af en prikte een mes door het folie. ‘Jam of kaas, wat wil je op je boterham?’ Ik antwoordde niet. Tussen de post zag ik een lichtblauwe envelop met een handschrift dat alleen maar van pappa kon zijn. ‘Weet jij wie er vanavond komen?’ Iris hield haar mes omhoog en kauwde op een stuk brood. Ze had de brief nog niet gezien. Ik dacht: die brief moet weg. Ik wil geen gezeik en gedoe alsjeblieft. Ik wil een leuk feest vanavond. Ik ging aan tafel zitten. Op de envelop zag ik bekende hakige letters. ‘Ik denk Michiel de Tukker, Doortje Pis, Kootje, Mees. Wie denk jij?’ Ik bleef maar kijken naar die envelop daar op tafel. Ik werd er bang van. ‘Ik ga vragen aan Lena of ik haar pumps mag lenen,’ babbelde Iris. ‘Ken je de broer van Eva?’ ‘Eva Sproetje?’ ‘Nee, Eva Naaktloper. Haar broer heeft zulke mooie ogen. Hij is een vriend van Sander.’ Mijn hand lag een klein stukje van de brief vandaan. ‘Hij heet Lex. Ken je hem?’ Ik kende Eva Naaktloper natuurlijk. Haar ouders kamperen naakt en dat vindt iedereen grappig. Behalve Eva natuurlijk, die 13
het jaar vd leugen.indd 13
21-07-11 17:21
schaamt zich kapot. Maar dat Lex haar broer was, wist ik niet. En Iris had gelijk, hij was leuk. ‘Ga je mee naar H&M? Ik wil iets om aan te trekken vanavond.’ ‘Ja, goed,’ zei ik. ‘Maar ik heb geen geld.’ Ik hoorde de kerkklok slaan. ‘O jee,’ zei Iris. Ik zag haar ogen groot en rond worden. Ik dacht: ze ziet de brief, ze herkent het handschrift, ze schrikt net als ik. Maar ze zei: ‘Ik zit alleen te eten. Waar ben ik met mijn hoofd?’ ‘Je bent een aso of niet,’ zei ik lachend. ‘Ik wil jam.’ Terwijl Iris naar het aanrecht liep, schoof ik de envelop onder mijn broekriem en het elastiek van mijn onderbroek. ‘Heb je het gehoord van Anders en Sara?’ kwekte Iris. ‘Wie niet?’ zei ik. ‘Weet je wat hij zei? “Wat is het verschil? Mijn gevoel was toch al weg.” Dat zeg je toch niet na zestien maanden verkering? Echt, ik had hem verrot geslagen. Jij?’ Ik voelde de punt van de envelop in mijn kruis prikken en vroeg me af of het verstoppen van een brief die ook voor je zus is bestemd net zo erg is als vreemdgaan. ‘Sara is er kapot van. Ze voelt zich gebruikt. En iedereen wist het eerder dan zij!’ ‘Dat kon ze weten met Anders,’ zei ik. Iris was het niet met me eens. Volgens mij ziet ze Anders zelf wel zitten. Hij is lang, heeft kringen onder zijn ogen en hij loopt sluipend, dreigend, als een hyena ongeveer. Mijn boterham was op, we hoorden de voordeur. ‘Mam, heb je geld voor ons?’ vroeg Iris. Mamma stond in de kamer, een tas over haar schouder, een Hemazak in haar ene hand, de huissleutel in haar andere hand. ‘We hebben schoolfeest, weet je nog? We willen iets aantrekken maar we hebben geen geld.’ Mamma zette haar tassen weg en legde een hand op mijn hoofd. 14
het jaar vd leugen.indd 14
21-07-11 17:21
‘Wat heb jij lekker zitten knoeien.’ Ze veegde een klodder jam van tafel. ‘Niet zeggen dat het aanrecht een zooi is want dat weet ik en dat ruimt Daantje zo op,’ zei Iris. ‘Toch, Daan? Schiet je op?’ We kregen elk vijftig euro mee. Mamma vindt het leuk als Iris en ik samen naar de stad gaan. Zonder mij kan Iris geen kleren uitzoeken. Ze ziet bij anderen of iets goed staat maar bij zichzelf ziet ze het niet. We gingen in een pashokje en maakten stapeltjes. Eén ‘nee’-stapel en één twijfelstapel. De twijfelstapel paste ze nog een keer. Iris is redelijk eigenwijs. Dit keer wilde ze een jurkje met rood en zwart, niet erg goed maar het kon. Een vriendin belde of ze een shirtje mocht lenen, een andere vriendin wilde komen slapen maar had geen luchtbed en nog een andere vriendin, Lena, wilde schoenen lenen. ‘Alleen als ik jouw rode pumps mag,’ zei Iris. Ik stond gebukt. Ik paste een witte broek. ‘Wat heb je daar in je onderbroek?’ vroeg ze. ‘Wat zeg je nou?’ hoorde ik Lena vragen. ‘Heb jij een brief in je onderbroek? Van wie?’ Iris drukte Lena weg. Ik bloosde. ‘Kom op Daantje, van wie stop jij een brief in je onderbroek?’ Iris wilde mijn onderbroek naar beneden trekken maar ik was sneller. ‘Het is geheim,’ zei ik. ‘Ik vertel het je straks.’ ‘Wow zusje, jij hebt het te pakken,’ zei Iris. ‘Van Michiel de Tukker zeker. Heb ik het goed? Ik wil het weten, oké? Staat dit?’ Ze had een zwarte legging aan, wel goed gekozen. Onderweg naar huis zeurde Iris onafgebroken over de brief. Ik speelde het spel mee. Ik had zin om te liegen. Ik wilde geen brief van pappa meer krijgen. Eindelijk was het rustig in huis. Iris 15
het jaar vd leugen.indd 15
21-07-11 17:21
deed normaal tegen mamma, Sander spijbelde niet meer zo veel, mamma zelf werkte weer. ‘Is het een brief van Michiel?’ ‘Je kent hem niet, Iris. Geloof me.’ We waren op één fiets, ik achterop. Iris slingerde. ‘Maar waarom stop je zijn brief in je onderbroek? Is dat niet op zijn minst een rare plek? Mag ik hem lezen?’ ‘Morgen,’ zei ik. ‘Misschien.’ Dat antwoord was genoeg, want we reden langs de supermarkt en Iris had met Lena en andere vriendinnen afgesproken. Ze wilde Safari kopen. Niet veel, een paar flessen om samen te drinken bij het aankleden. In de supermarkt waren de anderen al. Iris vergat de brief. We fietsten naar huis. De vriendinnen hadden een tas vol shirtjes, leggings, jurkjes, schoenen, topjes en make-up bij zich. Mamma stak telkens haar neus om de hoek. ‘Zal ik pizza voor jullie halen?’ vroeg ze. Pizza? Prima, mamma, haal maar pizza! Iris pikte mamma’s haarlak en krultang uit de kast, voor mij had ze de föhn gepakt. We aten in joggingpak. ‘Het lijkt wel of jullie leven alleen uit feesten bestaat.’ ‘Feesten en jongens, mam. Wij zijn jong.’ Mamma deed een beetje populair. Ze was ook jong geweest, zei ze. Ze wilde alles weten van Iris’ vriendinnen. Ze wilde er graag bij horen. Ze hoorde er ook bij, het was gezellig. Na het eten moest ik steeds zeggen of iets leuk stond, welke schoenen erbij moesten, of het niet te hoerig was et cetera, et cetera. We dronken twee flessen Safari. Maar ineens zei Iris: ‘Weten jullie wat Daantje in haar onderbroek heeft verstopt?’ Ik schudde mijn hoofd. 16
het jaar vd leugen.indd 16
21-07-11 17:21
‘Mag ik het zeggen, Daantje?’ Ik zag de rode pumps van Lena liggen en riep: ‘Gaaf ! Die trek ik aan.’ Het lukte. Iris werd boos. Die pumps had Lena speciaal voor haar meegenomen. Ik kon toch die zwarte aan? ‘Nee,’ zei ik rustig. ‘Die rode zijn gewoon perfect! Dat zie je toch zelf wel? Jij kan toch net zo goed die zwarte pumps aan, die staan er ook bij hoor. En die zwarte zijn voor mij net een beetje te krap.’ Iris zweeg. Ze ging haar make-up doen. ‘Daantje bewaart een liefdesbrief van Michiel de Tukker in haar onderbroek!’ schreeuwde ze uit de badkamer. Het kwam door de Safari, haar stem sloeg over. Ik rende naar mijn kamer, pakte oorbellen, deed ze in een envelop en likte hem dicht. Voor mijn kast stonden mijn nieuwe grijze Nikes. Iris kwam mijn kamer in, ze had haar kleren weer uitgetrokken. ‘Hier,’ bood ik aan. ‘Je mag mijn Nikes. En dit is die zogenaamde liefdesbrief van Michiel. Wil je hem lezen? Hier.’ ‘Mag ik die Nikes?’ Ik maakte haar blij, mijn Nikes vond ze mooi. Ze scheurde de envelop open. ‘Krijg jij oorbellen van Michiel?’ vroeg ze. ‘Ze zijn van mezelf,’ zei ik. ‘Ik had ze uitgeleend aan een vriendin, maar jij bent een beetje dronken, denk ik. Toch, Iris?’
17
het jaar vd leugen.indd 17
21-07-11 17:21
5 ‘Wow, check die rij dan!’ riep Iris. We hadden als gekken gefietst om niet te laat te komen, maar we hadden ons niet hoeven haasten. Voor de club stond een vet lange rij. ‘Oh, my god, check die lekkere jongen daar!’ Iris was aangeschoten. Ze praatte ontzettend druk en gooide haar pasje op straat in de hoop dat de jongen het opraapte en haar naam zag. En dat ze dan kon zeggen: dank je wel. Zie ik je straks? Ik liep een andere kant op en had oogcontact met Sanne, een vriendin die vooraan in de rij stond. ‘Kom!’ wenkte ze. Uit de deuropening kwam een walm van hitte en zweet. We werden gefouilleerd, gaven onze jassen af aan de garderobe en liepen naar de dansruimtes. ‘Wow, kijk hoe dronken die jongen is!’ zei iemand. Die jongen? Ik wilde even niet de zus van Sander zijn. Er stond een leraar bij hem. Ik wilde dansen, ik wilde niet mijn dronken broer naar huis moeten brengen. Ik zag Iris binnenkomen. Haar blik gleed over mij heen, alsof ze me niet kende. Dat is meestal onze afspraak op feesten. Ik wilde dansen. Maar ik was niet relaxed. Ik dacht aan de brief. Ik was bang dat er zou staan: ik kom weer in Nederland wonen. Ik wil jullie zien. Of: ik heb een vriendin, we gaan trouwen, ik wil dat jullie erbij zijn. Of: lieve kinderen, jullie hebben een tijd lang niets meer van me gehoord, maar ik moet jullie iets vertellen, ik ben ziek. Ik zal niet lang meer leven. 18
het jaar vd leugen.indd 18
21-07-11 17:21
Die gedachte was niet cool. Sander zat in de hoek op de grond. De leraar probeerde hem overeind te trekken. Sanne legde haar handen op mijn schouders en wiegde me op de maat van de muziek. ‘Hey, kutjes!’ Het was Marianne, een meid met konijnentanden en een aanstellerig tasje. En een flesje. ‘Slokje?’ Sanne nam een slok uit het flesje van Marianne, dus deed ik dat ook, ik wilde me relaxed voelen. ‘O, daar is je zus!’ gilde Marianne. Ze rende weg want ze adoreerde Iris. Ik wilde naar een andere ruimte gaan. Sanne had een jongen gespot en wilde blijven. Maar toen draaide de dj ons lievelingsliedje, dus we bleven toch en gelukkig, het was zó fijn, iedereen zong mee, iedereen danste mee, het was zó gaaf, we gingen helemaal los. Toen het liedje afgelopen was, stond Iris naast me. ‘Zie je Lex? Hij is écht leuk toch?’ ‘Hij is perfect voor jou!’ zei ik. ‘Ga je met hem dansen? Hij is best knap.’ ‘Aaaah!’ gilde Iris. ‘Vind je hem leuk? Jaaa! Je vindt hem leuk, hè? Hij is wel een schatje, hoor!’ ‘Nee, ik weet het niet, ik ken hem niet,’ zei ik, maar toen zag ik hem op ons afkomen. ‘Hij wil met je dansen!’ zei ik snel. Maar hij liep Iris voorbij en begon met mij te dansen. Met mij, Daantje, hahaha, hij pakte me gewoon vast. Wat een grap. Iris keek boos naar me en liep weg. Ik gebaarde dat ik er niks aan kon doen, maar Lex trok me mee, keek me aan en opeens begon hij me te zoenen. Ik dacht: Oh my god! Waar ben ik mee bezig? Ik zoen een jongen die Iris wil. Heel lang duurde het niet, we dansten weer en echt, hij bewoog leuk, hij was leuk, hij rook lekker. We zoenden, ik deed mee, ik wilde hem graag zoenen, ik werd er warm van. 19
het jaar vd leugen.indd 19
21-07-11 17:21
Wat later zag ik Iris weer. Lex was naar zijn vrienden. ‘Wat deed je nou?’ schreeuwde Iris. ‘Ik zeg dat ik hem leuk vind, ga jij met hem dansen!’ ‘Ja, sorry,’ zei ik. ‘Ik kon er niks aan doen. Hij ging gewoon met me dansen.’ ‘Is er niks gebeurd?’ ‘Nee, tuurlijk niet!’ schreeuwde ik terug. ‘Hij is van jou!’ Iris keek me vreemd aan. Ik ging dansen. Eva Sproetje legde haar hoofd op mijn schouder. Ik zweette, ik zag steeds meer zoenende paartjes, maar Lex zag ik niet meer. Waar was hij? Ik duwde mezelf door de dansende massa, iemand kneep me, ik werd duizelig, maar ik vond Lex. Auw. Hij stond in een hoek met Marianne. Ik begreep het al. Hij had een weddenschap. Ja, Daan, je bent de lul, je bent de sjaak. Lex en zijn vrienden hadden gewed. Ik voelde me zwaar en moe, in mijn benen en voeten vooral. Dat zo’n mooie jongen mij kwam zoenen, dat was al vreemd. Hij wist dat hij mij kon hebben. En Iris dacht dat hij op haar viel. Mispoes. Ik dacht: wedden dat zij ook gezoend hebben? Die nacht sliepen we met z’n allen op matrassen op de vloer. Mijn oren tuitten, ik plakte en ik had honger. De maan scheen door het dakraam. Naast mij lag een snurkende Lena, Iris lag op een andere matras, Sanne sliep in mijn bed. De maan maakte haar gezicht bleek, ze ademde bijna niet. Ik houd van de maan, de maan en ik lijken een beetje op elkaar. We hebben een zon nodig om zelf te kunnen bestaan. Iris is mijn zon, dat weet ik, zonder Iris kan ik niet. Iris is slimmer, knapper. Ik ben rustiger. Van mij weet je niet wat ik denk; dat komt omdat ik het vaak zelf niet weet. Ik wil best graag goed zijn in iets, maar dat vind ik niet zó belangrijk. Want ik kan alles wel een beetje goed. Iris wordt boos om dingen die mij niets kunnen schelen, om 20
het jaar vd leugen.indd 20
21-07-11 17:21
Anders bijvoorbeeld die met een ander zoent of om Wout als hij Sander dom noemt. Vroeger wilde ik net als Iris zijn. Zij is altijd serieus, ze wil het hoogste cijfer. Ik haal geen hoge en geen lage cijfers. Ik voel me soms een rups die heel veel pootjes nodig heeft om ergens te komen, maar ik vind mezelf oké. Ik houd niet van gezeik en wel van gezelligheid. Als alles vanzelf gaat en iedereen doet wat hij wil en niet beledigd is of depri of gekwetst, ben ik tevreden. Ik kan geen ruziemaken. Ruzie vind ik overbodig en onnodig. De ene dag ben je boos, de andere dag weet je niet meer waarom je boos was, dus wat heb je eraan? Pappa lijkt meer op Iris. Dingen moeten precies zijn zoals zij het willen. Sander en ik zijn anders. Sander vooral. Hij is altijd beleefd en vriendelijk. Onze vriendinnen vinden hem een lekker ding. Hij is een te gekke broer. Hij regelt dingen. ‘Ik fiks het voor je.’ Dat zegt hij vaak. Vraag niet hoe, maar iedereen kent Sander en Sander kent iedereen. Maar o wee als iemand kritiek op hem heeft. Dan wordt hij bleek en driftig. Die nacht na het feest had ik geen slaap. Ik dacht aan de bacteriën van Lex en van alle meisjes die hij had gezoend. Die bacteriën zaten ook in mijn mond. Zou hij eerst Iris of eerst mij gezoend hebben? Ik draaide en draaide. Mijn kussen lag beroerd, ik had overal jeuk, ik kreeg koppijn. En ik wilde pappa’s brief lezen. Ik liep de trap af, de krakende treden vermeed ik. Ik ritste de envelop met een broodmes open en maakte thee. Toen pakte ik een dekentje, legde de kussens van de bank goed en deed de tv aan. Ik ging wel vaker naar beneden ’s nachts. Ik houd van een donker, stil huis. Ik ben niet bang. En ik houd van lezen met mtvzacht aan. Dit was de brief. Ik las hem twee keer.
21
het jaar vd leugen.indd 21
21-07-11 17:21
Meiden, Sander, lieve kinderen, Hoe is het ermee? Ik zat vannacht bij mijn houtvuurtje en voelde dat het moment is gekomen om elkaar te zien. Mijn schuldgevoel weerhield me er tot nu toe steeds van om contact met jullie te zoeken. Waarom zou ik van jullie vragen om mij te begrijpen? Ik heb jullie leven op zijn kop gezet. Ik ben weggegaan omdat ik een vriendin had, Alma, dat zullen jullie wel weten. Maar schuld of niet, ik voelde vannacht plotseling dat ik geen begrip van jullie nodig heb. Waar ben ik schuldig aan? Dat ik leef ? Ik verlang naar jullie. Vannacht voelde ik heel scherp: ik wil jullie bij me hebben. Ik wil met jullie praten. Ik wil weten wat jullie doen, hoe jullie eruitzien. Ik wil dat jullie weten waar ik woon, hoe ik leef. Daarom vraag ik: komen jullie deze vakantie een weekje bij mij? Ik betaal alles natuurlijk. Ik zal Linda vragen of ze jullie een vlucht helpt boeken. Het is hier zo mooi, zo heerlijk, ik hoor de bellen van de geiten en de tijd staat stil. Wonen in moeder natuur, slapen in moeder natuur. Mijn kinderen, ik wil jullie graag laten kennismaken met mijn nieuwe leven. Lieve kinderen, ik hoop tot snel. Dag, jullie vader
22
het jaar vd leugen.indd 22
21-07-11 17:21
6 Zou ik Lex hebben gezoend als ik geen Safari had gedronken? De volgende morgen, toen we in de badkamer waren, had ik het direct tegen Iris moeten zeggen. Ik durfde het niet. Toegegeven, ik zeg soms dingen die iemand graag wil horen om van het gezeur af te zijn. Als mamma vraagt of ik dit of dat gedaan heb, dan zeg ik altijd ja. Ze gaat het toch niet controleren, en als ik nee zeg moet ik aanhoren waarom ik het wel had moeten doen. Is dat liegen? Nee. Wat waar is, is maar net wat je waar vindt. Toch? Nou ja, ik had Lex natuurlijk gezoend. De foto bewees het. Dezelfde morgen stond hij op internet. We waren nog geen uur op school of Iris wachtte me op bij de deur van het lokaal. We waren allebei brak en humeurig. Ze zei: ‘Waarom lieg jij?’ En ik: ‘Lieg ik? Hoezo dan?’ Haar ogen waren klein en donker, ze was héél boos. ‘Ik word door mijn kleine zusje voor schut gezet. Mijn vriendinnen lachen me allemaal uit. Snap je dat?’ Ja, ik denk dat dat het was. Voor de ogen van je vriendinnen door je zusje worden vernederd, dat moest het wel zijn. En dat hij was begonnen met zoenen was geen reden. ‘Ik wilde dat ik van je verlost was, weet je? Overal waar ik kom, ben jij ook. Je lijkt op een vlieg die voortdurend om mijn hoofd zoemt, nee, nog erger: je lijkt mijn schaduw wel, maar dan een totaal mislukte schaduw.’ Wie schuldig is, kan weinig terugzeggen. Je kunt doen alsof je zelf gelijk hebt en ruziemaken, en je kunt voor de duizendste keer ‘sorry’ zeggen. Ik ging een paracetamol halen bij de telefoniste, Iris liep boos weg. 23
het jaar vd leugen.indd 23
21-07-11 17:21
Ik dacht: dom dom dom. In de klas begon ik aan een brief voor haar. Ik was bang. Ik dacht: ze killt me als ze ontdekt dat ik pappa’s brief geopend heb zonder dat zij het weet. ’s Avonds thuis maakte ik er een toneelstukje van. Ik nam de krant en de vpro-gids en een paar brieven in mijn hand. Mamma stond bij het aanrecht en schepte juist de borden op. Iris en Sander zaten aan tafel. Ik zei heel nep: ‘O kijk, er is een brief voor ons,’ en trok uit het messenblok het mes dat ik ’s nachts had gebruikt. ‘Wat? Is de brief van Paul er eindelijk?’ vroeg mamma. ‘Ik had de post toch uit de brievenbus gehaald. Waar vond je die?’ ‘In haar onderbroek natuurlijk. Daar bewaart ze alle brieven,’ smaalde Iris. Ik deed of ik niets hoorde en begon voor te lezen. ‘Meiden, Sander, lieve kinderen,’ Sander werd direct boos en stond op van tafel. Iris wilde de brief zelf lezen dus ik zweeg en deed of ik in stilte verder las. De spanning was te snijden. ‘Sander, ga je zitten?’ vroeg mamma. ‘Het eten wordt koud.’ ‘Oké,’ zei ik en legde de brief op tafel. ‘Dan wil ik hem ook niet lezen.’ We aten aardappels en sla met spekjes, zwijgend. Na meer dan een jaar totale stilte een brief schrijven, op een toon alsof je zo thuiskomt om te horen wat je ervan vindt, dat werkt niet. Iris pakte de brief, rook aan de envelop en vouwde het vel open. ‘Waarom laat hij ons verdomme niet met rust?’ zei Sander. ‘Wil je niet vloeken, Sander Biemans, en eindelijk aan tafel komen zitten?’ vroeg mamma. ‘Hij wil dat wij naar hem toe komen,’ zei Iris droog. ‘Jij ook, Sander. In de grote vakantie.’ 24
het jaar vd leugen.indd 24
21-07-11 17:21