RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 02 | JAARGANG 18 | februari 2012
De Caramelzaak van NFIonderzoekster Jeanet Hendrikse Operatie Sneeuwvlok houdt Bossche oprolactie Nieuw bij het OM: de assistent-officier
ArenA vol kinderen Dertig jaar stadionverbod voor relschopper
Het klonk op donderdag 19 januari heel anders dan anders in de Amsterdamse ArenA. Waar normaal gesproken mannen in de meerderheid zijn, was het stadion nu tot de nok toe gevuld met kinderen. En een enkele begeleider. Dat was het gevolg van de beslissing van het bestuur van betaald voetbal, als straf voor het incident tijdens de bekerwedstrijd Ajax-AZ op 21 december jl. Op die dag stormde een man uit Almere opeens vanuit de tribune het veld op richting AZ-keeper Esteban. De 19-jarige man werd aangehouden en de wedstrijd werd direct stilgelegd. Het OM besloot de zaak via snelrecht af te doen. Op 29 december eiste de officier van justitie tien maanden cel waarvan vier voorwaardelijk voor poging zware mishandeling. De rechter legde hem zes maanden op, waarvan twee voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast mag hij van Ajax gedurende dertig jaar geen voetbalwedstrijd van Ajax in de ArenA bezoeken. Foto: ANP / Marco de Swart
2 | In Naam beeld artikel - Opportuun - Opportuun 2 - februari 2 -februari 20122012
|3
Deze puzzelaars pur sang
ontwikkelden een hele nieuwe onderzoeksmethode voor de Caramelzaak. Knap staaltje pionieren. Mét het risico op lege handen achteraf, omdat er maar weinig onderzoeksmateriaal was om mee te testen.
6
zo werkt het onderzoeksteam chemisch identificatieonderzoek van het NFI
Terwijl Nederland uitsliep, zat
Nieuwjaarsdag de werkspirit er alweer goed in op het OM. In Rotterdam, Utrecht en Den Haag kregen honderden daders een supersnelle lik-op-stuk. drie professionals over ‘the day after‘
10 18
Een mooie kans om officier te worden,
zeggen drie talentvolle OM'ers over hun deelname aan de pilot "assistent-officier van justitie". Assistent-officieren zijn parketsecretarissen met officiersbevoegdheden. De pilot past in een andere manier van opleiden binnen het OM waarbij maatwerk geboden wordt, weet PG Marc van Nimwegen. 'Afhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling en behoefte van de organisatie wordt bepaald welke officiersbevoegdheden kunnen worden ingezet.' drie assistent-officieren over hun eerste ervaringen
Warme zolders en hoge
energierekeningen, die combinatie zette 17 woningen in Den Bosch op de lijst voor huiszoeking. In één ochtend werden ze efficiënt afgewerkt. Niet alleen oprollen van hennepkwekerijen was het doel van de actie; OM en politie wil ook inzicht in de organisatie erachter.
22
een spannende dag op pad met het hennepteam
Inhoud
Unieke aanpak hennepcriminaliteit
De Task Force Brabant is een uniek concept in een integrale aanpak van de georganiseerde criminaliteit rondom de illegale hennepteelt. Uniek omdat het nog niet eerder is vertoond. Integraal omdat een samenwerking is gevonden tussen alle betrokken overheidsinstanties: Openbaar Ministerie, Gemeenten, Provincie, de Belastingdienst, het Ministerie van Veiligheid en Justitie, Koninklijke Marechaussee en Politie. Laat ik niet vergeten om onze burgers te benoemen. Burgers die het niet meer pikken dat hun leefomgeving wordt verziekt en beseffen dat ook hun medewerking van groot belang is. De aanpak heeft bewezen succesvol te zijn. U kunt ervan verzekerd zijn dat elk van de partijen ook in 2012 een substantiële bijdrage blijft geven aan de aanpak van de illegale en georganiseerde hennepcriminaliteit in de provincie Brabant, met een uitstraling tot over de provincie- en landsgrenzen. Een kritische lezer zal opmerken dat het hoog tijd werd om deze criminaliteit eens goed aan te pakken. Het levert immers niet alleen het gevaar op van ondermijning van de samenleving, maar ook het risico voor onze gezondheid, de criminele liquidaties met risico's voor de omgeving, en het beeld naar de omgeving dat misdaad loont zonder de kans opgepakt worden. Dat is zo. Maar die vraag is niet relevant meer. De aanpak is een feit en het succes staat. De Brabantse aanpak, gericht op het door alle partners aanpakken van (organisaties van) criminelen en het afromen van hun wederrechtelijk verkregen vermogen, is intussen bekend geworden in Nederland. Succes kent vele vaders en elk van deze vaders pronkt met deze boreling. Terecht en gelukkig maar; het is een manier van bestrijding die in Nederland navolging verdient. Frans Heeres (Enthousiast deelnemer Task Force Brabant, tevens kwartiermaker Nationale Politie in de nieuwe eenheid Oost-Brabant) Huub Schalken (Gemandateerd portefeuillehouder hennep)
En verder...
De zaak > 13 Kortom > 14 Column Joost > 17 De Stelling > 26 Jurisprudentie > 27 Gespot > 28
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 18 | NUMMER 02 | februari 2012 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 070 - 3399840 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Aan dit nummer werkten mee Miek Smilde, Henriette van Wermeskerken, Olga Hoekstra Foto omslag Joost Hoving Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 8800
Opportuun 2 - februari 2012 - Inhoudsopgave | 5
Had de moeder haar kind vermoord? De vondst van caramel in een vlekje azijnzuur moest het antwoord geven. In de rubriek Alles Afwegende dit keer geen aanklager, maar twee NFIonderzoekers die terugblikken op hun zaak. De Caramelzaak van René de
René de Bruijn en Jeanet Hendrikse:
‘We hadden nu een “verfroller” nodig’
Het flesje en de kinderkamer
NFI’ers over de Caramelzaak
6 | Naam artikel - Opportuun 2 -februari 2012
Bruijn en Jeanet Hendrikse.
'Het begon met het feit dat er een meisje was overleden', vertelt forensisch onderzoeker René de Bruijn. Samen met collega Jeanet Hendrikse, beiden van het onderzoeksteam chemisch identificatieonderzoek van het NFI, was hij betrokken bij de 'Caramelzaak'. De Bruijn moet even in zijn geheugen graven om zich het dossier voor de geest te halen. Net als Hendrikse werkte hij twee jaar geleden aan het forensisch onderzoek. De zaak was een trieste. Een moeder werd verdacht van het doden van haar zevenjarige dochtertje. De vrouw deed in verwarde toestand de deur open voor de politie, die door haar man in paniek was gebeld. Zijn vrouw had tegen hem gezegd dat ze haar dochter had gedood. De agenten roken de zurige lucht van azijn bij de moeder. Op de kinderkamer troffen zij het levenloze lichaam van het meisje aan. Haar truitje rook zuur, op haar hals waren sporen van wurging aanwezig en op de vloerbedekking troffen de agenten bruine vlekken aan; resten van azijnzuur bleek later. Naast het levenloze kind werd op de bovenverdieping een mes gevonden en een leeg flesje. 'De dop van dit flesje lag op de kinderkamer', weet Jeanet Hendrikse uit het dossier. 'En de patholoog heeft verklaard dat zij tekenen voor wurging zag.'
Opportuun 2 - februari 2012 - Alles afwegende | 7
De vraag waarvoor de rechtbank zich gesteld zag: ging het hier om moord of doodslag? En waaraan was het meisje gestorven? Het mes had de moeder niet gebruikt, maar ging het om wurging of was er sprake van dat de moeder haar kind eerst een chemisch goedje had laten drinken? Alle tekenen wezen op het laatste. Maar het bewijs was lastig. Een leeg flesje, een zure lucht en vlekken op een kussensloop en vloerbedekking. Meer sporen waren er niet. Het team van chemisch identificatieonderzoek kreeg de opdracht uit te zoeken wat er nu exact in het gevonden flesje had gezeten. Klopte het vermoeden en ging het hier om azijnzuur? Daarnaast werd gevraagd of er ook azijnzuur in de maag van het slachtoffer aanwezig was. Het flesje was leeg, maar rook nog zurig. Met een speciale techniek, gaschromatografie, werd de damp in het flesje onderzocht en werd er inderdaad nog een restant azijnzuur aangetoond. Met dezelfde techniek werd ook azijnzuur in de maaginhoud aangetroffen. Maar, omdat azijnzuur in het lichaam kan voorkomen, kon de toxicoloog hieruit niet afleiden dat het slachtoffer het had binnengekregen. De officier eiste op de zitting een veroordeling voor moord en een straf van tien jaar. 'De rechtbank achtte doodslag bewezen maar vond dat er onvoldoende bewijs was voor voorbedachte rade’, vertelt Hendrikse.
Bruine vlekken Het Openbaar Ministerie tekende hoger beroep aan en zo kwam de zaak opnieuw terecht bij het chemisch identificatieonderzoeksteam. 'De forensisch adviseur belde mij, gaf aan wat er speelde en vroeg of wij er wat mee konden', herinnert Hendrikse zich. De opdrachtgever van het onderzoek reikte zelf een belangrijk stukje van de puzzel aan: omdat er bruine vlekken werden aangetroffen aan de buitenkant van het flesje, op een kussensloop en in de vloerbedekking, werd aan de fabrikant gevraagd waarmee het product was gekleurd. 'Er bleek een kleurloze azijnzuur te zijn en een azijnzuur die werd gekleurd met een bepaald type caramel', verklaart Jeanet Hendrikse. Kon het team de kleurstof caramel aantonen uit de azijnzuur in de bemonsteringen van neus en mond van slachtoffer en de bruine vlekken uit de woning? Voordat het team aan de slag ging, doken de chemici eerst in de literatuur. De vondst was enerzijds teleurstellend. Alles wat er over caramel bekend was, ging voornamelijk over de kwaliteit als het gebruikt werd in levensmiddelen. 'Er waren geen analyses om caramel aan te tonen, te identificeren', verduidelijkt Hendrikse.
8 | Alles afwegende - Opportuun 2 - februari 2012
Wel werd één belangrijk aanknopingspunt gevonden. Hendrikse vertelt hierover: 'We kwamen erachter dat er vier typen caramel zijn. Door het referentiemateriaal van de leverancier wisten we met welk type we te maken hadden.' Maar er speelde nog een probleem. Het ging in de zaak niet om pure caramel, maar om caramel, opgenomen in azijnzuur. 'Tijdens het onderzoek kwamen we er achter dat die twee met elkaar reageren! Daar sta je van tevoren niet bij stil.'
Vloeistoffen jagen De bruine kleurstof moest geëxtraheerd worden; eerst uit het door de fabrikant aangeleverde referentiemateriaal van het bewuste carameltype. De onderzoekers maakten 'eigen' vlekken op het kussensloop en begonnen het onderzoek met dit 'proefmateriaal'. Om de kleurstof caramel aan te tonen, is een methode ontwikkeld die zo nog nooit eerder was gebruikt, met een vorm van vloeistofchromatografie; een methode waarbij stoffen met vloeistof door een lange buis – een kolom – met poreuze bolletjes worden gejaagd en in meer of mindere mate in de bolletjes blijven steken waardoor ze op grootte worden gescheiden, om ze vervolgens met meetinstrumenten te detecteren. 'Caramel bestaat uit heel grote moleculen. Dit onderzoek hebben we nog nooit hoeven doen met zulke grote moleculen', legt Hendrikse uit. René de
Onderzoeksteam chemisch identificatieonderzoek Het onderzoeksteam chemisch identificatie onderzoek waar Jeanet Hendrikse en René de Bruijn deel van uitmaken, bestaat in totaal uit acht forensisch onderzoekers. Zij doen breed chemisch onderzoek. Het team wordt ingezet bij vragen zoals: – Is deze vlek lippenstift en komt het overeen met de lippenstift van het slachtoffer? (zaak: doorrijden na aanrijding) – Bevat schoudertas sporen van wapenolie? (drugsdeal met dodelijke schietpartij) – Zitten er chemische stoffen uit de geldkoffer op de kleding? (overval op geldloper) – Wat zit er behalve bier of in plaats van bier in flesje (jongen verbrandt mond, slokdarm en maag) – Is glijmiddel aantoonbaar dat overeenkomt met glijmiddel aangetroffen bij ex? (zedenzaak)
Bruijn vult aan met een vergelijking: 'Wij werken hier normaal gesproken altijd met penselen en heel dunne kwasten. Maar een beroepsschilder die een enorme muur moet verven, pakt daarvoor ook geen mini-penseeltje. Hij kiest voor die klus voor een verfroller. Wij hadden voor dit onderzoek een roller nodig. En zo kwamen we op de keuze voor vloeistofchromatografie.' De bruine vlekken op de vloerbedekking, kussensloop en aan de buitenkant van het flesje werden geëxtraheerd en met de nieuwe methode op caramel onderzocht. Een dubbel proces, waarbij een extra uitdaging lag: het geringe materiaal waarmee gewerkt kon worden. 'Het is altijd een risico om te weinig te hebben,' geeft De Bruijn toe. 'De stelregel hier is: “Altijd overhouden en nooit al je materiaal opmaken”. In sommige onderzoeken moet je soms wel tien keer iets proberen. Soms vind je niets, soms vind je iets maar kun je het resultaat niet gebruiken. Als je geen materiaal meer hebt, dan houdt het op. Met dit soort neus- en mondmonsters, waarin je niet eens kunt zien dát er iets op het aangeleverde wattenstaafje zit, is het risico van te weinig er altijd.'
Vloerbedekking De twee onderzoekers chemisch identificatie en hun team toonden een aantal belangrijke dingen aan. Ten eerste bleek het materiaal dat in de vlek op de vloerbedekking zat hetzelfde materiaal te zijn als dat wat aan het lege flesje zat. Het type caramel kwam overeen. Op kussensloop en neus- en mondbemonsteringen vonden ze niets. Voor het hof was er voldoende bewijs dat het flesje in de kinderslaapkamer is geweest. 'Dat bij het onderzoek van de monsters van neus en mond geen aanwijzingen voor azijnzuur zijn aangetroffen, doet hieraan niet af', valt uit de overweging van het hof te lezen. Een veroordeling voor moord volgde, met een strafoplegging van zeven jaar. Op de vraag wat zo'n uitspraak met de onderzoekers doet, is het antwoord nuchter. Voor hen is er een groot verschil tussen de uitkomst van een zaak en de uitkomst van een onderzoek. Hun drive is wetenschappelijke nieuwsgierigheid, het willen oplossen van die ene, complexe puzzel en niet de mogelijke veroordeling in een concrete zaak. 'Daar doe je het voor', verduidelijkt René de Bruijn. 'Je onderzoekt iets en je kunt een antwoord geven. De puzzel is opgelost.' Tekst: Olga Hoekstra Foto: Joost Hoving
‘Geen gejuich bij een veroordeling’
Over Jeanet Hendrikse en René de Bruijn: De vergelijking met series als CSI, waarin forensische speurders dé helden van de opsporing zijn, horen ze liever niet. Jeanet Hendrikse en René de Bruijn, van het team chemisch identificatieonderzoek van het NFI hebben niets met sensatie. Anders dan in de tv-series, zitten ze niet in de rechtszaal als de rechter vonnist, juichen ze niet als met “hun” onderzoeksresultaten een verdachte wordt veroordeeld, en gaan ze niet langs bij een vermoedelijke, maar vrijgesproken dader. Bescheidenheid, dat is wat Hendrikse en De Bruijn uitstralen. ‘CSI-series hebben een verkeerd beeld gecreëerd van ons werk.' Want dat is het gewoon: werk. Ja, af en toe een glimlach, en de manier van praten verraadt hun enthousiasme over hun “puzzelen, meten en uitpluizen”. Maar hun werk is geen aaneenschakeling van successen. ‘Door CSI denkt iedereen maar dat je alles kunt oplossen en dat je binnen twee tellen een antwoord hebt. De praktijk is anders. We kunnen niet alles, maar wel steeds meer.’
Opportuun 1 - januari 2012 - Naam artikel | 9
Samen, Snel, Slim, Selectief en Simpel Politie, OM en ketenpartners pakken met ZSM veelvoorkomende misdrijven op daadkrachtige wijze aan. In de ZSM-werkwijze beslissen zij na aanhouding van de verdachte zo spoedig mogelijk over het afdoeningstraject. Waar mogelijk wordt direct een afdoenings-beslissing genomen. Het gaat hierbij om betekenisvolle interventies, waarbij verdachten een passende reactie krijgen, recht wordt gedaan aan de positie van het slachtoffer en de buurt merkt dat daders snel worden gecorrigeerd. Dat alles in een strafrechtketen waarin de partners samen één keten vormen en dus snel schakelen.
Drank, geweld en vuurwerk
ZSM in Maasstad, Domstad en Hofstad
Drie professionals aan het woord over de dag na Oud en Nieuw. Hoeveel strafzaken lagen er te wachten om snel af te doen? ‘We schudden handen en wensten elkaar goed Nieuwjaar. Er heerste spanning. Het leek wel of we op weg waren naar een sportwedstrijd.’ ‘ZSM staat nog in de kinderschoenen’, zegt proces-coördinator ZSM Kees Verseveldt van politie Haaglanden. Maar op 1 januari zijn er toch weer ontelbare relatief eenvoudige misdrijven direct, buiten de rechter om, afgedaan met een OM-transactie, taakstraf, strafbeschikking of met een dagvaarding. In Rotterdam hingen Excel-bestanden aan de wand om alle zaken inzichtelijk te maken en in Utrecht zaten verbalisanten nog te tikken terwijl andere zaken al werden besproken. Op meer ZSM-locaties in het land zijn Oud en Nieuwzaken onmiddellijk afgedaan. Beledigen van een politieambtenaar? Direct een straf beschikking. ZSM als lik-op-stuk: Snelle beoordelingen maken dat slachtoffer, verdachte en de samenleving meteen weten waar ze aan toe zijn. Opportuun sprak met medewerkers in Rotterdam, Utrecht en Den Haag.
10 | Actueel - Opportuun 2 - februari 2012
Barbara van Unnik:
Gekkenhuis in Rotterdam 1 Januari begon om kwart voor acht met koffie voor officier Barbara van Unnik. Op het politiebureau in Capelle aan de IJssel was een werkkamer ingericht met een aantal bureaus, een kast, wat computers en een printer. ‘We zaten in een rustige hoek op de werkvloer van de recherche, vlak naast de politieparketsecretarissen en iemand van de reclassering.’ ‘In een prachtig Excel-bestand stonden 99 zaken van de jaarwisseling. Dat hebben we uitgeprint, aan elkaar geplakt en opgehangen. Zo hadden we een mooi overzicht. De zaken die makkelijk binnen zes uur konden worden afgedaan beoordeelden we eerst. De politie verhoorde de verdachten die verspreid vast zaten in de regio en samen met de parketsecretaris of de politie parketsecretarissen bepaalden we hoe de zaak werd afgedaan.’
Twintig geweldszaken tegen personen en zes verbale belediging tegen personen in publieke functies: opvallend veel, vond Van Unnik, en meestal begaan in beschonken toestand. ‘Een verdachte kwam in aanmerking om dezelfde dag een taakstraf uit te voeren, maar bleek nog te dronken om die uit te voeren.’ Samen met de ZSM-locaties Zuidplein, Overkampweg in Dordrecht en collega's op het politiebureau Spijkenisse zijn alle zaken van de regio beoordeeld. ‘Het was een gekkenhuis. Want niet alleen de jaarwisselingszaken gingen via ZSM, maar ook de reguliere zaken zoals een steekpartij die dezelfde dag plaatsvond.’
Roland de Kruijk:
Utrechtse thuiswedstrijd ‘Stel voor dat je op nieuwjaarsdag om half acht door de stad rijdt en het is overal stil. Alle verkeerslichten staan op groen. De auto’s voor en achter mij gingen dezelfde kant op richting hoofdbureau van politie.’ Officier Roland de Kruijk kwam met een tiental anderen aan voor ZSM: waaronder collega’s officier Paul Morsch en plaatsvervangend hoofdofficier Roel Dona, algemeen juridisch medewerkers, secretarissen, hulpofficieren, en medewerkers van de raad voor de kinderbescherming, reclassering en slachtofferzorg. Volgens de Kruijk leek het wel een kleine
happening in de parkeergarage. ‘We schudden handen en wensten elkaar goed Nieuwjaar. Er heerste spanning. Het leek wel of we op weg waren naar een sportwedstrijd.’ De vaste ZSM-locatie bestaat uit een afdeling die onderverdeeld is in een stilteruimte, een ruimte voor videoconferencing en drie werkeilanden met zes bureaus. Een topdag bij ZSM is zestig zaken, nu lagen er 79 te wachten. ‘Verbalisanten zaten nog te tikken en om tien uur hielden we een briefing. We schetsten in het kort de casus: waren er complicaties, wat vindt de keten, is de verdachte bekend, zit er een slachtoffer in, is de schade eenvoudig vast te stellen, wie moet er gehoord worden? Iedereen had zijn eigen input. Dat verliep heel soepel.’ Van de 79 zaken zijn 51 afgedaan met een eindbeslissing. Zo kregen twaalf man een strafbeschikking voor belediging. De meeste verdachten hadden gedronken en zeventig procent daarvan heel veel. Iemand vertelde dat hij vijftien bacootjes, een longdrink van bacardi met cola, achterover had geslagen voordat hij de straat op ging. Een van de dronken verdachte bedreigde een portier. Daar moest de politie bijkomen. Ze hielden hem aan, maar de verdachte zag kans om de vier verbalisanten een bijtende vloeistof in het gezicht te spuiten. Ze moesten alle vier afgevoerd worden naar het ziekenhuis.’
| 11
Brielle
Officier De Kruijk deed voor de derde keer mee: ‘Wat ik leuk vind om dit jaar gezien te hebben is de vanzelfsprekendheid om snel met elkaar te communiceren, info te delen en een beslissing te nemen. Ook alle zaken met materiële en immateriële schade werden direct inzichtelijk gemaakt. Dat was allemaal in orde. Vorig jaar had de advocatuur nog kritiek. Dit jaar heb ik dat absoluut niet gehoord. Dat is een groot winstpunt.
Kees Verseveldt:
Minder dagvaardingen in Den Haag Ook politieparketsecretaris en procescoördinator ZSM Kees Verseveldt begon Nieuwjaarsdag vroeg. Om acht uur zat hij met twintig lunchpakketten, en voor iedereen appelflappen en oliebollen op bureau Zuiderpark waar vier vaste kamers beschikbaar zijn voor ZSM. Een zestal politie- en OM-parketsecretarissen, officieren van justitie, administratieve krachten en de fungerend hoofdofficier Kitty Nooy zaten al op het bureau. ‘De jeugdigen onder ons hadden duidelijk moeite met het vroege uur, maar aan de oudere knarren zag ik niks. Die lagen waarschijnlijk op tijd in bed.’ ‘Het was een gezellige happening. In korte tijd kwam veel hectiek op je af.’ Zelf ging Kees Verseveldt rond een uur of tien naar het rechercheappèl waar ook de hoofdofficier bij aanwezig was. In dat overleg vertelden opsporingschefs hoe Oud en Nieuw in Den Haag en omgeving was verlopen en hoeveel arrestanten er op elk bureau vastzaten. Het ZSM-team moest ruim zeventig zaken beoordelen. Het was niet veel drukker dan voorgaande jaren. ‘Opvallend veel cobra 6: verboden vuurwerk. Die werden doorgestuurd naar het Functioneel
12 | Actueel - Opportuun 2 - februari 2012
Parket. De zwaarste zaken, zoals een minderjarige die illegaal vuurwerk door de brievenbus van de buren gooide terwijl die thuis waren, zijn voorgeleidingen geworden. Minder schokkend was de zaak van iemand die zijn broek liet zakken voor de politie… dat is dan zogenaamd humor. Dat mocht hij wel mooi met €650 afkopen.’ Dit jaar werd er meer gekeken naar een andere manier van afdoen. In Den Haag hebben ze, waar het kan, zoveel mogelijk zaken direct afgedaan en zo min mogelijk gedagvaard. Ook bij recidive is gezocht naar alternatieven als taakstraf of geldboete. ‘We hebben relatief veel strafbeschikkingen opgelegd. Het verliep heel soepel in Den Haag. De ZSM-manier van werken na Oud en Nieuw is niet nieuw, dit wordt al jarenlang zo uitgevoerd. Maar vergeleken met vorig jaar was nu wel de reclassering aanwezig.’ Trouwens, die appelflappen van Kees Verseveldt vonden gretig aftrek, maar de oliebollen die over waren zijn de tweede dag stuiterend in de prullenbak beland. Tekst: Thea van der Geest Foto's: Lianne Bertens
Kleine zaken in het kantongerecht
De wachtkamer van het kantongerecht in Brielle, vrijdagochtend, half tien ‘s ochtends. Op de bankjes achter de zuilen zitten ouders met kinderen, vrienden met hun vriendin. Hun oproep hebben ze stuk voor stuk bij zich, ze lezen hem nog even voor de zekerheid, of ze niet kunnen geloven dat ze hier echt moeten zijn. Zwart gereden hebben ze, een boete gekregen wegens rondhangen. In de gang sjouwt kantonrechter Scheele langs met koffie, die ze juist bij de griffie heeft gehaald. Daar, op de eerste verdieping van de vroegere burgemeesterswoning, is het altijd óf te koud óf te warm. Het enkele glas mag niet worden vervangen - monumentenzorg. In de achtertuin aait het lage ochtendlicht een passerende ekster. ‘s Zomers kan de kantonrechter tijdens de zitting de deuren naar de tuin openzetten. Op de leestafel in de wachtruimte ligt het blad Mr., met een alarmerende kop. ‘Zonder advocaat ben je echt verloren’. Maar hier, op de strafzitting van de kantonrechter, zien ze nooit een advocaat. De bewoners van VoornePutten bepleiten hun zaak zelf. Mijnheer Van der K. heeft ‘s nachts, ergens in 2009, staan wildplassen in Spijkenisse. Dat zal hem nu niet meer gebeuren, legt hij omstandig uit. Hij heeft zijn leven weer op de rails, huisje boompje beestje, tweede kind op komst, een verantwoordelijk vader.
‘Ja ja’, zegt rechter Scheele, ‘dat is allemaal mooi’. Ze is kantonrechter-plaatsvervanger, gepensioneerd nu. Altijd gewend geweest om knopen door te hakken, daarom wil ze een straf tempo. ‘Ik had het niet moeten doen’, zegt mijnheer Van der K. ‘Ik kom hier mijn verantwoording nemen voor mijn boete. Ik begrijp dat u uw werk moet doen. Maar het gaat nu veel beter met mij. En ik wil hier zeggen: sorry voor die nacht.’ ‘U bent bekeurd om drie uur ‘s nachts’ zegt de rechter. ‘Kwam u uit het café?” ‘Ik weet het niet meer’, zegt Van der K. een beetje hulpeloos. ‘Ik leefde toen 24 uur op straat.’ Officier van justitie Van Prooijen eist een boete van 45 euro – de helft van de 90 euro die de politie uitschreef, vanwege het feit dat er meer dan twee jaar zijn verstreken sinds die nacht. ‘Het gaat nu beter met u, ik verklaar u schuldig zonder oplegging van straf’ , zegt de kantonrechter kordaat. ‘Dat is heel lief van u’, zegt de verdachte, opstaand van het bankje. ‘En nooit meer doen natuurlijk’, zegt rechter Scheele bemoedigend. De griffier loopt naar de wachtruimte. Niemand. ‘Even verstekken?’, stelt de rechter voor. Economisch is het geen beste dag voor de rechtsstaat. Bijna alle zaken zijn meer dan twee jaar oud, op de een of andere manier in vergetelheid geraakt in een hoekje van
GPS en er te laat weer uit komen rollen. Steeds eist de officier daarom de helft van de boete. Soms zijn er gekke verschillen. Zwartrijden, poortje open geduwd, de ene keer 90 euro boete, de volgende keer 220. ‘Dat wordt dus 90. Dat vind ik wel zorgelijk’, zegt de rechter, ‘als je dat niet checkt, krijgt iemand dus een boete van 220 euro thuis’. Over een paar jaar checkt de kantonrechter niks meer. De OM-beschikking rukt op, en volgens de nieuwe gerechtelijke kaart zijn er straks nog 32 locaties waar recht wordt gesproken. Brielle staat er niet bij. Wat zal er met de voormalige burgemeesterswoning gebeuren? Luxe appartementen? Accountantspraktijk? ‘Over tien jaar’, moppert rechter Scheele, ‘moeten we ineens weer allemaal recht in de buurt gaan doen.’ Tekst: Lars Kuipers Illustratie: Guusje Kaayk
Opportuun Opportuun 1 - januari 2 - februari 2012 2012 - Naam - De artikel Zaak | 13
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
‘Geef slachtoffer vaste plaats’
Mensenhandelzaken lastig
Het OM bepleit een eigen, vaste plaats in de zittingzaal voor het slachtoffer. Dit onderstreept de belangrijke positie die het slachtoffer de laatste jaren inneemt. De wet Versterking Positie Slachtoffer is een jaar geleden ingevoerd. Naast de wet heeft het OM een visie op slachtofferzorg ontwikkeld: het OM richt zich op de dader maar staat voor het slachtoffer. Het OM informeert slachtoffers over de uitspraak en het detentieverloop, parketten maken gebruik van een slachtoffer-brievenset; en officieren trekken tijd uit voor gesprekken met slachtoffers. Daarnaast zorgen de zaakscoördinatoren van het OM ervoor dat slachtoffers van ernstige delicten, zoals moord en verkrachting een VIP-behandeling krijgen. In het kader van kwaliteitsver betering moeten onderlinge visitaties in de OM-regio’s HaarlemAlkmaar, Breda-Middelburg en Amsterdam nu gaan uitwijzen hoe deze ervaringen het best kunnen worden benut. Bij de visitaties
Het blijft lastig om tot een veroordeling voor mensenhandel te komen. Slechts een krappe meerderheid van het aantal mensenhandelzaken eindigt in een veroordeling. Tot die conclusie komt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, Corine DettmeijerVermeulen, op basis van OM-cijfers over 2006-2010. Foto: Marijke Volkers
wordt gebruik gemaakt van er varingen van slachtoffers en hun advocaten. Een andere ontwikkeling binnen het OM is het programma ZSM. ZSM staat voor een gezamenlijke, snelle, simpele, slimme en selectieve afhandeling van zaken. ZSM wordt ingezet bij eenvoudige misdrijven waarbij een verdachte is aangehouden. In het ZSM-traject wordt liefst binnen drie uur een beslissing genomen over het afdoeningstraject en waar mogelijk
wordt ook direct een afdoeningsbeslissing genomen, passend bij de verdachte en met oog voor het slachtoffer. Op woensdag 22 februari is het de Europese dag van het Slachtoffer. Binnen en buiten het OM wordt er die dag stilgestaan bij de rechten van slachtoffers in het strafrechtsysteem. Slachtofferhulp Nederland organiseert een symposium voor vertegenwoordigers van de strafrechtketen.
Informatieplicht notarissen over transacties derdengeldenrekening Per 1 januari 2012 is de Wet op het Notarisambt (WNA) gewijzigd. Art. 25, lid 9 WNA voorziet er nu in dat OM en opsporingsdiensten informatie kunnen opvragen bij notarissen over geldtransacties die verlopen via hun derdengeldenrekening. Met deze beperking van de geheim houdingsplicht kunnen notarissen helpen fraude aan het licht te
14 | KortOM - Opportuun 2 - februari 2012
brengen. Het gaat om informatie rond de financiële afwikkeling van transacties zoals de namen en overige gegevens van de bij de transactie betrokken partijen. Ook kan gevraagd worden naar de aard van de transactie, de omvang van de betalingen en de gebruikte rekeningnummers. De gegevens zijn belangrijk voor controle van de
geldstromen voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Met name malversaties in de vastgoed branche en het witwassen van criminele gelden kunnen hiermee beter worden bestreden.
Door het OM worden jaarlijks gemiddeld ruim tweehonderd mensenhandelzaken afgehandeld. In ongeveer driekwart van de zaken leidt dat tot een dagvaarding van de verdachte. In de overige zaken wordt om verschillende redenen, bijvoorbeeld wegens gebrek aan bewijs, van vervolging afgezien. Uiteindelijk komen per jaar gemiddeld bijna honderddertig
verdachten voor de rechter. In de zaken die in eerste aanleg worden berecht, komt de rechter in iets meer dan de helft (58%) van de gevallen tot een veroordeling voor mensenhandel. Na een afname in het percentage veroordelingen van 25% over de periode 2004-2009 is dit in 2010 weer gestegen (naar 59%) - wat ongeveer gelijk is aan het gemiddelde over vijf jaar. In bijna alle (91%) veroordelingen voor mensenhandel legt de rechter een onvoorwaardelijke of deels voorwaardelijke vrijheidsstraf op. De afhandeling van mensenhandelzaken door het OM is zeer ongelijk verdeeld over de verschillende parketten, constateert de Nationaal Rapporteur (en voor malig officier van justitie) Dettmeijer. Sommige rechtbanken behandelen slechts zelden een mensenhandelzaak, met als gevolg
dat zij hiermee weinig ervaring opdoen. Met de voorgestelde herziening van de gerechtelijke kaart, waarbij mensenhandelzaken door tien rechtbanken zullen worden afgedaan, kan de expertise groter worden, denkt de Rapporteur. Zie ook: www.bnrm.nl.
Foto: ANP / Rut
Malafide uitzendbureaus speerpunt inspectie SZW Malafide uitzendbureaus zijn een hardnekkig kwaad. Het streven is hun aantal in twee jaar tot nul terug te brengen. Middelen daarvoor zijn onder meer zeer hoge boetes en desnoods sluiting van uitzendbureaus. Dit zei minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 11 januari bij de startbijeenkomst van de Inspectie SZW. Hierin zijn samengegaan: de Arbeidsinspectie, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) en de inspectie Werk en Inkomen (IWI).
Een van de speerpunten voor de Inspectie SZW is een keiharde aanpak van malafide uitzendbureaus. ‘Frauderende bedrijven’, aldus de minister, ‘moeten de opbrengsten van hun gesjoemel voor honderd procent terugbetalen. En de al hoge boetes worden fors verhoogd. We gaan zonodig dwangsommen opleggen en bedrijven sluiten.’ De inspectie heeft als doel opsporing van uitbuiting, mensensmokkel en illegale arbeid. Verder streeft de dienst naar veilige en gezonde werkplekken voor werknemers. Daarnaast houden inspecteurs
toezicht op het stelsel van werk en inkomen. De nieuwe inspectie valt onder de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, maar stelt zelf haar programma vast. Ook rapporteert ze rechtstreeks aan de Tweede Kamer. Het samengaan van de drie oude diensten betekent dat misstanden op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid slimmer en beter kunnen worden aangepakt. Door een brede risicoanalyse zijn mensen in te zetten waar ze het hardst nodig zijn. Zie ook: www.inspectieszw.nl.
Opportuun 2 - februari 2012 - Omgeslagen | 15
‘Door met harde aanpak’ Minister Opstelten wil de harde aanpak van geweld en misdragingen tijdens de jaarwisseling voortzetten en waar nodig uitbreiden. Dankzij de inzet van politie, brandweer en ambulancepersoneel verliep de jaarwisseling relatief beheersbaar, maar hoeveelheid en aard van de incidenten is nog steeds onacceptabel. Dat geldt ook voor het letsel, de schade en de
maatschappelijke kosten. Dat schreef de bewindsman van Veiligheid en Justitie op 11 januari in een brief aan de Tweede Kamer. Uit de definitieve rapportage van de politie over het verloop van de jaarwisseling 2011-2012 blijkt dat het aantal meldingen is afgenomen. Het geweld tegen politie, brandweer en ambulancepersoneel is echter toegenomen. In totaal werden 186 incidenten tegen
politieagenten, brandweermensen en ambulancepersoneel gemeld. Een jaar eerder lag dat aantal op 173. Dit betreft met name geweld tegen politieambtenaren. Zo steeg het aantal gevallen van openlijke geweldpleging tegen agenten van 23 naar 51. Ook mishandeling (21 gevallen) en zware mishandeling (10 gevallen) kwam vaker voor.
Omgeslagen Bureacratie nodig ‘Ondertussen heeft de minister de strijd tegen de bureaucratie geopend. Maar als je een politieorganisatie van bijna vijftig duizend mensen vanuit de top goed wilt leiden, heb je een stevige bureaucratie en een rigide inrichtingsmodel gebaseerd op een operationeel concept nodig. Niemand vindt dat leuk, maar als je dat niet oplegt, zijn de interne problemen niet te overzien.’
Echtscheiding ‘Ik vond kerkelijke antwoorden op grote vragen onbevredigend. Tijdens mijn opleiding liep ik stage bij de echtscheidingskamer. Vaak dacht ik na afloop van zo'n zaak : hadden deze mensen echt samen moeten blijven?’ Officier Koos Plooij NRC Handelsblad, 7 januari 2011.
Guus Meershoek, lector Politiegeschiedenis aan de Politieacademie, Tijdschrift voor de Politie, nr 10, 2011.
Top-600 veelplegers ‘We wisselen tussen deze partijen alle informatie uit over een persoon. Zo krijgt het basisdossier een omvang en inhoud waar je je vingers bij aflikt.’ Ruud IJzelendoorn, programmamanager gemeente Amsterdam Blauw, nr. 1, 2012
Verhoor ‘Thuis in de instelling gebruikte hij symbolisch elke avond een emmertje om zijn hoofd leeg te maken voordat hij kon slapen. Tijdens het verhoor raakte zijn hoofd vol en verward. De verhoorder liet hem toen ook zijn hoofd leegmaken met behulp van een prullenbak.’ Imke Rispens, gedragswetenschapper en docent Politieacademie Blauw, nr. 1, 2012
Joost de actievoerder
Op de bres voor Zutphen Aangezien ik nog steeds zo nu en dan word opgetrommeld om een strafzaakje te beoordelen, wordt het op prijs gesteld dat ik mijn kennis daaromtrent op peil houd. Dus ga ik af en toe een dagje naar het SSR-gebouw in Utrecht. Alle voorzieningen voor een productief dagje cursussen zijn daar aanwezig: voldoende zaaltjes, een prima kantine en een uitstekende bereikbaarheid vanuit het hele land. Er is eigenlijk maar één groot nadeel te noemen van de Utrechtse SSR-locatie: het heeft de allure en uitstraling van een soortgelijke bak beton op een willekeurig bedrijventerrein elders in Nederland. Nee, veel liever ga ik voor een SSR-cursus naar het fraaie Zutphen. Voor stadsmensen zoals ik is de verre treinreis door de schitterende Nederlandse natuur al een belevenis op zich. Eenmaal aangekomen in het pittoreske Zutphen is het slechts een korte wandeling naar het fraaie SSR-hotel. Ik neem maar aan dat het hotel van de SSR is, aangezien ik er nog nooit andere gasten dan cursisten heb gezien. Maar dan komt het pièce de résistance: de cursuslocatie in het voormalige nonnenklooster van Zutphen. Grandeur, allure, luxe en uitstraling: zomaar wat termen die me te binnen schieten bij het denken aan de cursuslocatie. Dé ideale locatie voor een cursus. Oké, dat het ‘afvinkgedrag’ nog altijd hoogtij viert, de meeste cursisten primair gekomen zijn om twee dagen te luisteren, in ieder geval niets hebben voorbereid en al helemaal niet de moeite hebben genomen om het uitgedeelde lesmateriaal überhaupt mee te nemen, dat mag de pret natuurlijk niet drukken. De copieuze maaltijden die het hotel voorschotelt zijn namelijk heerlijk. En zelfs in het kleine Zutphen is er genoeg gelegenheid om met alle cursisten ’s avonds lekker te drinken de cursusdag nog eens door te nemen. Ondergetekende heeft zelfs de eer gehad om met cursusleider de heer prof. mr. Hans Nijboer – inderdaad, dé Nijboer van dat rode boekje – nog een drankje te doen in een lokaal café. Dat kan alleen in – u raadt het al – Zutphen. Verbaasd en teleurgesteld hoorde ik dan ook het bericht dat de SSR-locatie in Zutphen ophoudt te bestaan, omdat cursisten (te) ver moeten reizen, de uitstraling van ‘Zutphen’ overdadig en te luxe zou zijn en het zal ook wel met geld te maken hebben. Ik ben natuurlijk maar een simpele columnist, maar één ding weet ik wel: niets verbindt de verschillende medewerkers van het OM uit den lande meer dan een cursus in Zutphen. Op de bres dus voor het openhouden van Zutphen! Joost Vliegenthart Illustratie: Sanne Paul
16 | OMgeslagen - Opportuun 2 - februari 2012
Opportuun 2 - februari 2012 - Column | 17
de komst van de assistent-officier ‘Een prachtige opstap naar de mooiste OM-baan’
De weg naar het officiersschap kent mogelijk een nieuwe invoegstrook. Momenteel wordt in pilots onderzocht wat de
Anneloes Lobregt, sinds november 2010 assistent-officier bij arrondissements parket Amsterdam
mogelijkheden zijn voor de assistent-officier. De ”assistent-officier” is een werktitel, in het land heet hij ook wel de officier-in-opleiding of junior officier. Juridische (top-) talenten, intern of extern, met of zonder juridische werkervaring, kunnen mogelijk in de nabije toekomst assistent-officier van justitie worden. Drie assistentofficieren over hun eerste ervaringen.
Waarom wilde je assistent-officier worden? Ik heb bijna tien jaar als “hopper” op het politiebureau en in het Veiligheidshuis in Hilversum gewerkt. Het werd de hoogste tijd om een nieuwe uitdaging aan te gaan en op het parket zelf te gaan werken. De pilot was daartoe een prachtige gelegenheid.
Wat houdt je werk in? Het eerste jaar heb ik voor vijftig procent gehopperd (oude functie) en voor vijftig procent officierswerkzaamheden gedaan. Daarnaast heb ik de SSR-leergang gevolgd. Momenteel houd ik mij bezig met het doen van enkelvoudige zittingen, het beoordelen van verzetten, 12 SV klachten en ZSM. In februari 2012 ga ik naar een maatwerkteam om ervaring op te doen met het draaien van opvang en het doen van MK-zittingen.
Hoe kijk je naar je nieuwe functie? Wat ik goed vind aan de functie van assistent-ovj is dat deze openstaat voor zowel jong talent als seniorparketsecretarissen en beleidsmedewerkers. Ook goed is dat er wordt gekeken naar het individu. Iedereen heeft een eigen opleidingsplan waarin de nadruk ligt op het ontwikkelen van die kennis en ervaring die iemand nog niet of onvoldoende heeft. Maatwerk dus.
Hoe beoordeel je deze route, in vergelijking met het traject om enkelvoudig officier te worden? Beide trajecten zijn een mooie kans om officier van justitie te worden. Het nieuwe “assistent-traject” is flexibeler en geeft meer ruimte om jezelf te ontwikkelen. Het is meer afgestemd op individuele leerdoelen en kan voor een ieder verschillend zijn. In dat opzicht is deze opleiding beter.
Doe je ook ZSM-werk? Zowel in mijn vorige functie van hopper als in mijn huidige functie houd ik mij bezig met ZSM. Ik heb een
18 | Naam artikel - Opportuun 2 -februari 2012
dag als ZSM-officier op het politiebureau Beursstraat in Amsterdam gewerkt waar de ZSM-proeftuin momenteel draait, en ik doe regelmatig supersnelrechtzittingen.
Hoe heb je de procedure om assistentOvJ te worden, ervaren? Na een interne sollicitatieprocedure bij het parket Amsterdam heb ik een ontwikkelassessment gedaan. Gelet op het feit dat de pilot snel van start moest gaan, heeft de procedure slechts enkele weken in beslag genomen. Binnen de kortste keren had ik een duobaan. Heel ZSM!
Wat vind je van deze kans? Wat mij betreft is het een unieke kans. Ondanks de beperkte financiële mogelijkheden wordt er toch geïnvesteerd in het opleiden en ontwikkelen van OM’ers. Tijdens het eerste jaar van de pilot zijn er diverse evaluatiemomenten geweest met Lida de Jonge en Menno Braams van het Parket-Generaal. Zij volgen alle deelnemers van de pilot op de voet. Het is heel leuk om jezelf verder te ontwikkelen en om mee te mogen praten over een nieuw te ontwikkelen functie.
Hoe reageren je collega's? Door collega’s ben ik veel aangesproken met de zin “jij doet die pilot hè”! De reacties waren in het algemeen zeer positief. Wel zetten veel collega’s vraagtekens bij de fiftyfifty-ver deling: of dat niet wat zwaar was? Maar voor mij is dat sinds 1 oktober 2011 verleden tijd. Ik kan mij nu voor de volle honderd procent op “de pilot” richten.
Rolan van Dongen, sinds mei 2011 assistent-ovj bij arrondissementsparket Rotterdam.
Waarom wilde je dit? Na het afstuderen in 1999 was mijn eerste baan in 2000 die van juridisch medewerker bij het ressortsparket in Amsterdam. Ik leerde daar het strafrecht en het OM goed kennen. Het was toen al mijn ambitie officier te
Opportuun 2 - februari 2012 - Organisatie | 19
worden; zelf onderzoeken doen en zaken op een zitting afdoen. Sinds 2005 werkte ik als parketsecretaris in Rotterdam aan mooie zwacri- en cold-caseonderzoeken. Op de ZwaCri-afdeling werd zo intensief samengewerkt met de officier, dat de secretaris zich daar oprecht een “assistent-officier” mocht voelen. Toen plotseling in maart 2011 Rotterdam besloot mee te doen aan de pilot heb ik de kans aan de selectie deel te nemen aange grepen. Dat de deelnemers ook de opleiding leergang OvJ werd aangeboden, vond ik ook belangrijk.
Wat houdt je werk in? Vanaf het begin is er in Rotterdam voor gekozen de assistent-officieren voor honderd procent in te zetten als officier van justitie en niet ook gedeeltelijk als parket secretaris. Ik doe naast de cursussen van de SSR in het kader van de leergang OvJ met name zittingen. Dat zijn OM-hoorzittingen met verkeerszaken (rijden onder invloed en snelheidsovertredingen), kanton- en PR-zittingen in Rotterdam en sinds kort ook in Dordrecht. Daarnaast beoordeel ik voor het parket Rotterdam verzet tegen strafbeschikkingen die door secretarissen zijn opgelegd.
Hoe kijk je naar je nieuwe functie? Het is een goede manier voor secretarissen om officier van justitie te worden. De functie biedt de mogelijkheid op een meer flexibele wijze dan indertijd met de enkelvoudig-OvJ’s het geval was, de opleiding af te stemmen op de kandidaat. De “50%-secretaris” taak is volgens mij echter moeilijk uitvoorbaar. Ik denk dat die verplichting - zeker voor meer ervaren secretarissen - geschrapt zou moeten worden. De assistent-OvJ moet wat mij betreft met name officierstaken aangeleerd worden en daar voldoende tijd voor krijgen. Het is dan lastig wanneer de assistent-OvJ nog de helft van de week met secretariswerkzaamheden bezig is.
Hoe beoordeel je deze mogelijkheid, in vergelijking met het “enkelvoudige traject”? De pilot biedt meer flexibiliteit dan het enkelvoudig officierschap. Deelnemers die zich snel ontwikkelen, kunnen bijvoorbeeld al meervoudige zittingen of onderzoeken gaan doen. Een ander flexibel punt is dat de assistent-officier rijksambtenaar blijft; hoewel een magistratensalaris natuurlijk niet verkeerd zou zijn. Mocht het officierschap niet bevallen of niet uitkomen, dan kan men weer terugvallen op de oude functie, omdat er geen ontslag wordt genomen als secretaris.
Doe je ook ZSM-werk? Nee, Rotterdam koos ervoor erváren officieren op de ZSM aan de slag te laten gaan en niet de beginners. Het parket wil ons vlieguren laten maken op officiersniveau, dat betekent veel zittingen doen, eventueel zoekingen doen en R-C verhoren bijwonen wanneer de zaaks officier niet kan. Na enige tijd is het de bedoeling ook als officier in de weekdienst te zitten.
Hoe is de procedure gegaan? Maart 2011 verbleef ik bijna vier weken in Londen voor het bijwonen van de berechting van een Brit die in Rotterdam (1990) en Londen (2001) zijn vriendinnen had vermoord en gedumpt. In de laatste week van het proces sms’te mijn teamleider dat ze mij had voorgedragen voor de selectie van de pilot. Het selectiegesprek vond al de week erop plaats en alle grote kanshebbers hadden zich aangemeld; we waren met acht ervaren secretarissen uit Rotterdam en Dordrecht. We kregen een half uur de tijd om een casus door te lezen, waar we maximaal een kwartier een requisitoir over moesten houden. Daarna werden nog enkele juridische casus voorgelegd en gevraagd naar de motivatie. De Selectiecommissie heeft toen voor mijn collega Esther Loppé en mij gekozen. Esther en ik mochten vervolgens weer snel de oefenboekjes induiken voor het ontwikkelassessment bij het LTP en vervolgens was het intern verhuizen naar de nieuwe afdeling “Maatwerk Algemeen”: het opleidingsteam van het Parket Rotterdam. We kregen er Stan Bröcheler - via de selectie van de ressortsparketten als derde pilotdeelnemer bij.
Wat vind je van deze kans? Dit was op het moment de enig manier om officier te worden omdat andere routes voor onbekende tijd waren afgesloten. In het begin heb ik twijfels gehad, maar uiteindelijk is alles mooi op zijn plaats gevallen omdat we vanaf dag één voor honderd procent als officier zijn ingezet. Ik leer steeds nieuwe dingen waardoor het werk leuk blijft. Ik werk rustig toe naar elke volgende fase die op mij afkomt.
Hoe reageren je collega's? Zij kijken er niet vreemd tegen aan en gunnen ons de promotie. Ter illustratie: ik heb bijvoorbeeld nog één dag - de bedoeling was als secretaris - in de weekdienst gezeten en daar een tapaanvraag beoordeeld. Toen de vordering machtiging opname telecommunicatie getekend moest worden stelde de weekdienstofficier voor dat ik die zelf zou tekenen: “je bent toch immers zelf bevoegd?!”
Astrid Dingley, sinds 1 oktober 2011 assistentofficier in Den Bosch
Waarom wilde je dit? Omdat ik heel graag wilde kijken of het vak van officier van justitie iets voor mij is.
Wat houdt je werk in? Ik doe voor de helft van mijn tijd zittingen (politierechteren kantonzittingen) bij het arrondissementsparket
Den Bosch en voor de andere helft officierswerkzaamheden bij het Landelijk Parket (eenheid Den Bosch). Tot nu toe heb ik voor het LP doorzoekingen gedaan, raadkamers (gevangenhouding en bezwaarschrift onthouding stukken), en heb ik sinds kort als zogenaamde 'eerste officier' een eigen onderzoek naar grootschalige handel in hennep. Dat laatste uiteraard onder begeleiding van een ervaren LP-officier.
Hoe kijk je naar je nieuwe functie? Ik zie het als een heel mooie kans. Op deze manier kunnen secretarissen en beleidsmedewerkers ervaring opdoen als officier van justitie. Wat mij betreft de mooiste functie binnen het Openbaar Ministerie.
Hoe beoordeel je deze mogelijkheid, in vergelijking met het enkelvoudige traject? Als enkelvoudig officier van justitie ben je voornamelijk bezig met het doen van politierechter- en kantonzittingen. Als assistent-officier van justitie zijn je werkzaamheden heel erg divers en is de opleiding echt maatwerk. Voor iedere assistent-officier wordt een opleidingsplan op maat gemaakt.
Nee, nog niet. Maar wellicht wel in de toekomst bij het AP Den Bosch.
Hoe is de procedure om assistent-OvJ te worden gegaan? Alle geïnteresseerden konden solliciteren door een brief te sturen aan de hoofdofficier van het Landelijk Parket. Vereist om te kunnen solliciteren was wel dat je teamleider de sollicitatie ondersteunde. Vervolgens hebben sollicitatiegesprekken plaatsgevonden; onderdeel daarvan was ook het houden van een requisitoir voor de sollicitatiecommissie. Ik heb de procedure als heel erg prettig ervaren.
Hoe reageren je collega's? Goed! Ik heb tot nu toe alleen maar positieve reacties gehad. Ik ben vooral heel erg blij met alle support en begeleiding van de collega's bij zowel het arrondissementsparket als het Landelijk Parket. Tekst: Pieter Vermaas Foto's: Frank Poppelaars, Marijke Volkers, Jan Zandee
Procureur-generaal Marc van Nimwegen
‘Opleiden binnen het OM wordt anders’ ‘Er is veel in beweging binnen het OM en ook op het gebied van opleiden. In samenspraak met de Rechtspraak hebben we besloten om de raio-opleiding te herzien. Daarmee wordt opleiden binnen het OM anders en ontwikkelen we nu een vorm van initieel opleiden. Vooruitlopend daarop zijn we op verschillende plekken in het land begonnen met de pilot “assistent-officier”. Assistent-officieren zijn parketsecretarissen met officiersbevoegdheden. De assistent-officieren die nu in de pilot werken, verschillen in niveau en achtergrond. Afhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling en behoefte van de organisatie wordt bepaald welke officiers bevoegdheden kunnen worden ingezet. Het algemene uitgangspunt is daarbij in ieder geval het verkrijgen van zittingservaring door het doen van enkelvoudige zittingen. Daarnaast is ZSM één van de plaatsen waar de assistent-officieren ingezet kunnen worden. Werken binnen ZSM is een belangrijk uitgangspunt in de programma’s van het OM waarbij de professional naar de voorkant moet. Dit vraagt om meer officierscapaciteit maar het is niet nodig en ook onbetaalbaar om deze uitbreiding alleen met arrondissementsofficieren te realiseren. We moeten daarbij ook kijken naar andere mogelijkheden die efficiënt en effectief zijn zoals het inzetten van de assistent-officieren. De assistent-officier biedt een mooie kans voor veel van onze secretarissen en young professionals die net van de universiteit komen om in een uitdagende functie ervaring te krijgen in (een deel van) het officierswerk. We zien in de pilot dat vooral ervaren parketsecretarissen worden ingezet als assistent-officier. Omdat we ook net afgestudeerde, juridische talenten willen binnenhalen bij het OM, is recent gestart met een pilotgroep die bestaat uit drie onlangs afgestudeerde juristen die ook ingezet worden als assistent-officier. Op dit moment wordt de pilot geëvalueerd. Het streven is dat eind maart 2012 het College een advies ontvangt op basis waarvan we een besluit kunnen nemen over deze nieuwe functie binnen het OM.’ Foto: Peter van der Struijs
20 | Organisatie - Opportuun 2 -februari 2012
Doe je ook ZSM-zaken?
Samen met medewerkers van politie, Belastingdienst en energiebedrijf stappen een officier en twee partketsecretarissen door een Bossche wijk. Actiedag tegen hennepcriminelen. 'Kijk, kalkaanslag op de potten.'
Operatie Sneeuwvlok
‘Kwekerijen oprollen en inzicht krijgen in de georganiseerde criminaliteit’
Willem Bos, officier van justitie in Den Bosch, stapt over wat kinderspeelgoed op de overloop van eerste verdieping van de woning. Dan klimt hij de trap naar de tweede verdieping op, voorafgegaan door een ervaren lid van het hennepteam van de politie. De tussenwoning in de Bossche achterstandswijk is krap, en het trappenhuis navenant. De politieman en de officier lopen voorzichtig naar boven, zonder veel aan te raken om eventuele sporen niet te verstoren. Er hangt een zware, weeë lucht: onmiskenbaar hennep. De stijgende temperatuur duidt daar ook op. Op de smalle overloop in de kapverdieping van de woning staan een was machine en een droger. De rest van de zolderruimte is afgeschermd met een dik plastic gordijn. Willem Bos schuift het opzij en onthult een professioneel opgezette hennepkwekerij op een oppervlakte van zo’n kleine vijf bij vier meter. De toppen van de planten naderen de warme lampen die erboven hangen. De hennepplanten staan dicht op elkaar en zien er gezond uit. De felle kleur groen van de bladeren en de hoge temperatuur geven een tropische sfeer. 'Kijk, kalkaanslag op de potten', wijst de politieman. In een nis tegenover de wasmachine liggen zakken oude potgrond met wortelresten. 'Ja, dat duidt op eerdere oogsten', beaamt Bos. 'Jammer dat er geen lege jerrycans van voedingsstof staan', vindt de politieman. 'Dat is de mooiste aanwij-
22 | Expertise - Opportuun 2 - februari 2012
zing voor eerdere oogsten. Eén lege jerrycan staat voor 121 tot 152 gevoede planten.”
Probleemwijken De woning is een van de zeventien woningen in de wijk in Den Bosch waar op een koude dag in december 2011 een grote actie plaats vindt tegen de georganiseerde hennepteelt. De actie, “Operatie Sneeuwvlok” genoemd, wordt geregisseerd door de Brabantse Taskforce B5, een samenwerkingsverband van gemeenten, politie en justitie (zie kader). Er doen 165 personen aan mee: zes operationele teams en een flexteam om de woningen in te gaan, verkeerspolitie, wijkagenten, hondengeleiders, een aanhoudingseenheid, drie verhoorteams, en de officier van justitie met twee parketsecretarissen. 'Bij het ontmantelen van hennepkwekerijen proberen we bepaalde patronen te ontdekken', vertelt officier Willem Bos. 'Onze ervaring is dat in vergelijkbare probleem wijken als deze regelmatig hennepkwekerijen worden aangetroffen, en dat we van het bestaan daarvan vaak via meldingen van burgers op de hoogte raken. Opvallend is dat in dit jaar in deze wijk maar één kwekerij is opgerold. Er zijn nauwelijks meldingen. Dan zijn er twee scenario’s: er zijn hier gewoon niet of nauwelijks kwekerijen. Of ze zijn er wel, maar men is hier niet meldingsbereid. Men verlinkt elkaar niet en is
solidair met elkaar.' Omdat uit nader onderzoek bleek dat uitkeringsinstanties, de belastingdienst, leerplichtambtenaren, bouw- en woningtoezicht en andere gemeentelijke diensten in de betrokken achterstandswijk actief waren werd besloten de Taskforce B5 in te schakelen en gezamenlijk op te treden. Om eventuele hennepkwekerijen op het spoor te komen riep het openbaar ministerie de hulp van Defensie in. Onbemande verkenningsvliegtuigjes, Ravens genaamd, uitgerust met speciale warmtebeeldcamera’s, legden vast in welke woningen de temperatuur hoger dan in andere was. Een letterlijke hotspot-meting. Gecombineerd met informatie over ongebruikelijk elektriciteitsverbruik van netbeheerder Enexis leverde dat 17 adressen op waar wel eens een hennepkwekerij zou kunnen zijn.
‘Let’s rock ’n roll’ De algemeen commandant van de actie start de briefing om acht uur ’s ochtends op het hoofdbureau in Den Bosch. 'Dit soort acties vindt tot nu toe vaak plaats op woonwagencentra. Die zetten we af zodat we geen pottenkijkers hebben. Vandaag wordt het anders, want we opereren in een gewone wijk, een gebied dat vrij toegankelijk is en blijft, ook voor de pers.' Verschillende journalisten en cameralieden zouden in
‘De vliegtuigen hebben duidelijk warmtebronnen aangetroffen; dat middel werkt uitstekend’ de loop van de dag dan ook een kijkje komen nemen. De projectleider van de Taskforce benadrukt dat het niet alleen gaat om het oprollen van hennepkwekerijen, maar ook, en zelfs vooral om inzicht te krijgen in de georganiseerde criminaliteit die daar achter zit. Hij vraagt de deelnemers aan de actie om dat in het achterhoofd te houden. 'Dan worden wij effectiever en daadkrachtiger bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit.' De algemeen commandant besluit de briefing met een uitnodigend 'Let’s rock ’n roll!' Hierop gaan de zes teams de wijk in, die voor de gelegenheid in vier
| 23
‘Als er brand uitbreekt kun je blussen wat je wilt, maar de kabels blijven vonken’
sectoren is verdeeld. Elk van de zes teams beschikt over een of meer leden van het hennepteam van de politie, die veel ervaring hebben. 'We verwachten fase rust, maar het zou fase onrust kunnen worden', zegt de verantwoordelijke man van het hennepteam. 'En mocht het tot fase escalatie komen, dan zijn er ME’ers paraat. Maar we hopen en verwachten dat dat niet nodig is.' De officier van justitie is er bij om vragen te beantwoorden van de politie, de nodige beslissingen te nemen en te kijken wat er eventueel nog meer aan de hand is in de panden waarvan de aanwezigheid van een hennepkwekerij wordt vermoed. 'Het is de eerste keer dat we op deze schaal op basis van gesignaleerde warmte en buitengewoon stroomverbruik zo’n actie doen en panden binnentreden. Het bijzondere van het gemeten stroomverbruik is dat de geconstateerde pieken overeenkomen met de stroom die nodig is voor een hennepkwekerij: twaalf uur licht per etmaal om het groeiseizoen na te bootsen. Wij vinden dat die twee factoren, warmte en stroomverbruik, voldoende verdenking voor overtreding van de Opiumwet opleveren,' zegt Willem Bos.
Kwekerijen Zeventien adressen voldoen aan de twee criteria: meer warmte dan gebruikelijk gemeten door de vliegtuigjes
24 | Expertise - Opportuun 2 - februari 2012
én een ongebruikelijk hoog elektriciteitsgebruik. Afgesproken is dat de politie bij het aantreffen van een hennepkwekerij de bewoners aanhouden, tenzij er redenen zijn om dat niet direct te doen, bijvoorbeeld als er een kind thuis is en geen opvang geregeld kan worden. Verder wordt het energiebedrijf en het vernietigingsbedrijf gewaarschuwd. Sporen worden veilig gesteld en er wordt gekeken naar aanwijzingen voor eerdere oogsten. Bij het ontdekken van andere strafbare feiten moeten de politiemensen overleggen met het regionaal commandoteam, dat op het politiebureau aanwezig is, en vervolgens met officier van justitie Bos, die zelf ook mee op pad gaat in een auto van het parket, vergezeld door twee parketsecretarissen. In de eerste twee woningen is het direct al raak: een ontmantelde kwekerij en een kwekerij die nog in gebruik is. Op de zolder waar de kwekerij inmiddels is verdwenen ligt nog een grondzeil van 4.75 bij 3.75, zo meet een politieman op. 'Er staan ongeveer vijftien planten per vierkante meter', zegt hij. 'Uit het grond oppervlak leiden we af wat er vermoedelijk heeft gestaan. Ook lampen, als die er nog hangen, geven een aanwijzing: gemiddeld staan er zestien planten onder een lamp. Veertig planten geven gemiddeld een kilo oogst. Volgens de norm van Bureau Ontneming Openbaar Ministerie, BOOM, is de opbrengst per kilo
€ 3.280.' Gemiddeld zijn er vijf oogsten per jaar. Een rekensom leert dat een kweker met 200 planten vijf kilo oogst per keer hebben, en dat vijf keer per jaar: 25 kilo in totaal. Dat staat voor een waarde van € 82.000 per jaar. 'Minus de investering en een eventuele afdracht aan anderen, want het gaat vaak om georganiseerde criminaliteit', merkt een politieman op. In het pand waar de kwekerij nog intact is, is een van de bewoners thuis. Zij belt haar vader om haar kind op te vangen en gaat dan mee naar het bureau. 'Ach, ze moeten toch wát', bromt de vader als hij bij de woning is gearriveerd. 'Je wilt toch een extraatje voor de kinderen.' In een pand dat positief (op de aanwezigheid van een hennepkwekerij) wordt bevonden inspecteert een medewerker van het energiebedrijf de meterkast. 'Linke soep', zegt hij. 'Dit is een extreem gevaarlijke situatie. Hier zijn twee kabels om de zekering heen doorgetrokken. Een normale zekering in een stoppenkast is 25 Ampère; gaat het mis, dan slaat de stop door. Maar nu de kabels buiten de zekering om gaan heb je alleen de zekeringen op straat, die zijn 160 Ampère. Als er boven brand uitbreekt kun je blussen wat je wilt, maar de kabels blijven vonken, die krijg je niet uit. Gelukkig zie je zo’n situatie als in deze meterkast niet vaak.' Brandgevaar is levensgroot aanwezig, want volwassen planten groeien tot aan de warme lampen. Zijn de planten groot genoeg, dan treedt het stadium van droging in, nog aan de planten, dus voordat de toppen van de planten worden geknipt.
Resultaten Aan het einde van de dag maakt de officier de balans op: er zijn in zeven woningen hennepkwekerijen of restanten van kwekerijen aangetroffen, tien aanhoudingen verricht en vier auto’s in beslag genomen. Er zijn negen eerdere oogsten geconstateerd. De Belastingdienst heeft beslag gelegd op twee bank rekeningen en drie bedrijfsbezoeken ingesteld. De kwekerijen zijn ter plaatse ontmanteld en vernietigd.
In een van de panden werden vuurwapens aangetroffen, die in beslag zijn genomen. Goede resultaten, hoewel het vreemd is dat in tien van de zeventien woningen niets is aangetroffen. Een van de parketsecretarissen: 'In sommige van die woningen was wel een verklaring voor de warmte die gesignaleerd is, bijvoorbeeld een atelier of werkkamer op zolder waar veel en laat werd gewerkt.' Officier van justitie Bos: 'De vliegtuigen hebben duidelijk warmtebronnen aangetroffen en in die zin heeft dit middel uitstekend gewerkt. De moeilijkheid is nu nog de interpretatie van de warmtebron en het verhoogde energiegebruik. We willen een verdiepingsslag aanbrengen in de interpretatie van de warmtebeelden en van het verhoogde energieverbruik, zodat dat we meer resultaten behalen bij een dergelijke actie.' Tekst: Henriette van Wermeskerken Foto’s: ANP / Pierre Crom , ANP / Jurriaan Brobbel
Taskforce B5 De Taskforce B5, een samenwerkingsverband van de vijf grote Brabantse steden: Helmond, Den Bosch, Tilburg, Breda en Eindhoven, het ministerie van Veiligheid en Justitie, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst en de drie Brabantse politiekorpsen, wil de georganiseerde criminaliteit in Brabant terug dringen door een geïntegreerde aanpak. Door een georganiseerde overheid tegenover de georganiseerde criminaliteit te stellen zal de bestrijding effectiever zijn, zo is de verwachting. In december 2011 waren de resultaten van de Taskforce B5 als volgt: 1.265 verdachten aangehouden, 800 hennepkwekerijen ontruimd, 7 vrijplaatsen aangepakt, beslag gelegd op 4 miljoen euro. Verder zijn er 4 criminele samenwerkingsverbanden aangepakt, 7 onderzoeken zijn operationeel en 3 zijn in voorbereiding. In december zei minister Opstelten tijdens een overleg in de Tweede Kamer dat de manier waarop de Taskforce sinds een jaar de criminele hennepteelt in Brabant bestrijdt een voorbeeld moet zijn voor de rest van Nederland.
| 25
De Stelling
BUITENWETTELIJKE
Een woninginbraak oplossen is beter dan twintig fietsendiefstallen
Recente rechtspraak over pseudoverkoop
BIJZONDERE OPSPORING Iemand bestelt enkele honderden kilo’s paracetamol en cafeïne bij een groothandel in farmaceutische grondstoffen. Omdat het bedrijf weet dat deze stoffen vaak worden gebruikt om heroïne te versnijden, weigert het aanvankelijk. Door een foutje worden de goederen toch geleverd. De klant is blijkbaar tevreden en plaatst een nieuwe bestelling. De groothandel tipt de politie. Op verzoek van het OM zet het bedrijf de transactie door. De klant wordt benaderd en hij krijgt de bestelde 800 kilo paracetamol en 400 kilo cafeïne geleverd. Wat het OM betreft is deze gang van zaken aan te merken als ‘burgerpseudodienstverlening’ (art. 126ij Sv). De door het bedrijf te leveren bijstand wordt daarom vastgelegd in een overeenkomst met de officier van justitie.
Foto's: Frank Poppelaars
Je huis is je veiligheid
Het komt te dichtbij
‘Je went eraan als je fiets voor een derde (of twintigste) keer wordt gestolen. Een fiets is vervangbaar. Die koop je ook sneller dan een huis. Iedereen weet dat je fiets gestolen kan worden en daar houdt iedereen ook rekening mee. Het is veel voorkomende criminaliteit. Het is niet goed en dat weet ook iedereen. Maar op zo’n manier als we over fietsendiefstal denken, denkt niemand over een woninginbraak. Als er voor een derde keer is ingebroken, dan blijf je er niet meer wonen. Dan neem je andere maatregelen. Dan ga je verhuizen. Want een woning moet je veiligheid geven. Huisinbraken lijken me niet makkelijk op te lossen. Dat moet ook gecommuniceerd worden met slachtoffers. Inbraken zijn moeilijk te bewijzen en het opsporen is een langdurige kwestie. Er moet een terugkoppeling zijn. Dat geeft mensen een gevoel van veiligheid. Eigenlijk moet het OM meer laten zien wat het doet: wat ze opsporen en welke zaken er zijn opgelost. Dan weet de buitenwacht dat er hard gewerkt wordt. Die buitenwacht gaat namelijk af op cijfers. En het OM zou inventiever moeten zoeken naar het oplossen van inbraken. Door een krantenartikel over weer een opgeloste woninginbraak denken mensen toch: gelukkig, er wordt wat aan gedaan! Zo’n bericht levert ze informatie, maar meer nog een gevoel van veiligheid op.’
‘Afgelopen zomer bezocht ik mijn dochter in de Verenigde Staten. De vriendin van mijn dochter is getrouwd met een sheriff. Ik heb hem ook de stelling voorgelegd. Zijn reactie kwam overeen met de mijne. Als je een fiets wegzet dan kan iedereen hem meenemen. Dat geeft financiële ergernis, maar hakt er privé niet in. Een woninginbraak is veel heftiger. Dat grijpt in op je persoonlijk leven. Want vreemdelingen doorzoeken je huis met mooie spulletjes. Ze gooien alles overhoop, snijden alles open, maken een ravage van je woning. Geld komt op de tweede plaats. In Amsterdam schijnen ze een andere fiets te pakken als de jouwe gestolen is! Ik heb het idee dat de politie in Amerika meer doet aan woninginbraken. In Californië komt de politie direct in actie als je een melding doet. Ze vragen om foto’s en informatie van de gestolen goederen en adviseren wat je verder moet doen. We moeten weten of inbrekers gezocht en vervolgd worden. Persoonlijk vind ik dat daar weinig aan gedaan wordt. Ik ontmoet via mijn werk veel mensen. Iemand vertelde me dat er voor de tweede keer was ingebroken, maar geen aangifte meer deed. Het gebeurt steeds meer. Het komt steeds dichterbij. Alleen daarom ben ik van mijn bungalow, naar een penthouse verhuisd.’
Coby Kool (64), deelneemster OM-burgerforum
26 | De Stelling - Opportuun 2 -februari 2012
Twee dagen nadat de stoffen zijn bezorgd, wordt de verdachte aangehouden op het moment dat hij in een loods bezig is om paracetamol, cafeïne en een bruine kleurstof te mengen. Hij wordt vervolgd voor het voorbereiden van opiumwetdelicten. Bij de behandeling van de zaak door de rechtbank Rotterdam stelt de raadsman van de verdachte dat hier sprake was van pseudoverkoop: de overheid verkoopt onder dekmantel aan een verdachte (LJN BE7078). Die opsporingsmethode is door de wetgever bewust uitgesloten omdat bij pseudoverkoop slecht is te controleren of de verdachte door de overheid wordt uitgelokt. De rechtbank volgt de redenering van de raadsman. Het door de levering van de paracetamol en cafeïne verkregen bewijs wordt uitgesloten, met als gevolg dat de verdachte vrijuit gaat. Het OM gaat in hoger beroep bij het hof Den Haag. Het hof stelt vast dat misschien wel sprake was van pseudoverkoop, maar niet van het soort dat de wetgever bewust niet heeft willen toelaten (LJN BJ6385). De huiver van de wetgever had betrekking op de verkoop van illegale zaken, zoals wapens en drugs. Cruciaal voor het hof is dat de verhandelde goederen – paracetamol en cafeïne – op zichzelf legaal kunnen worden verkocht. Daarom kon hoe dan ook geen sprake zijn geweest van het uitlokken van een strafbaar feit. Het als gevolg van de transactie verkregen bewijs mag gebruikt worden en verdachte wordt veroordeeld. In cassatie stelt de raadsman opnieuw dat OM en politie zich hebben bezondigd aan de ‘door de wet uitdrukkelijk verboden opsporingsmethode pseudoverkoop’. De Hoge Raad oordeelt dat dat niet het geval is geweest. De levering van legale stoffen door het betreffende bedrijf aan de verdachte is een wijze van bijstand aan de opsporing die geen specifieke wettelijke grondslag heeft (LJN BP0199). Dat is op zich toelaatbaar mits de ingezette bevoegdheid geen disproportionele inbreuk maakt op grondrechten van burgers en de levering van goederen niet zeer risicovol is voor de integriteit en de beheersbaarheid van de opsporing. De Raad merkt hierbij op dat bij de levering van niet-illegale goederen zich in veel mindere mate het gevaar voordoet dat niet kan worden aangetoond dat het Tallon-criterium is geschonden; dat wil zeggen, dat de verdachte niet is uitgelokt tot het plegen van een strafbaar feit. Omwille van de toetsbaarheid is het van belang dat in een overeenkomst tussen OM en de burger duidelijk wordt gemaakt welke handelingen ten behoeve van de opsporing worden verricht. In de zaak van de paracetamol en de cafeïne is dat gebeurd. Mede daarom kan, ook wat de Hoge Raad betreft, de verkoop door de beugel. Tekst: Juriaan Simonis (WBOM) en Miranda van Turennout (regioparket HaarlemAlkmaar)
Peter Struijk (70), landelijk deskundigheidsmakelaar (automotive) voor justitie en deelnemer OM-burgerforum
Opportuun 2 - februari 2012 - Jurisprudentie | 27
Met zorg en respect iemand vloeren
GESPOT: Op de mat van Instituut Schreuder, onderdeel van Judo Academie Amsterdam Naam : Chris Wetjens Leeftijd: 49 jaar Functie: Coördinator integriteitszaken bij parket Amsterdam Foto: Eran Oppenheimer
Chris Wetjens traint judotalenten
‘Mijn ouders hadden geen zin om te blauwbekken langs een voetbalveldje. Dus ging ik op judo. Chris Wetjens was zes toen hij voor het eerst op de mat stond. ‘Mijn vader zat bij de politie en vond het belangrijk dat ik voor mezelf kon opkomen.’ Heel veel kinderen stoppen ermee als ze in de puberteit terecht komen. Maar toen Chris zestien was nam hij de jeugdafdeling – waar zijn negen jaar jongere broer sportte – van het noodlijdende judoclubje over. ‘Dat was mijn eerste kennismaking met lesgeven.’ ‘Tegenwoordig wordt judo enorm gepromoot, omdat het gebaseerd is op waarden en normen. Je moet je partner altijd met zorg en respect benaderen al is die groter, kleiner, dikker of dunner.’ Jarenlang geeft Chris judolessen. Naast zijn fulltime baan bij parket Amsterdam startte hij een eigen judoschool. Die groeide uit tot de grootste van Amsterdam en behoort tot de tien grootste van Nederland. ‘Een uit de krachten gegroeide hobby. Er ontstonden verplichtingen. In 2000, na een burn out, heb ik gekozen om minder te gaan werken op het parket. Op het moment zijn hobby en werk redelijk in balans.’ Dus verzint Chris wat nieuws: Top Judo Amsterdam. ‘Daarin brengen we toppers van Amsterdamse judoscholen bij elkaar om centraal te trainen. Uit die groep moeten deelnemers voor de Olympische Spelen van 2028 komen.’ En bij justitie? Daar werkt Chris aan integriteitzaken: ‘Agenten gebruiken soms verkeerd of teveel geweld met de bedoeling om burgers onder controle te brengen. Maar juist met judo kan je dat bereiken zonder met de vuist op iemand in te slaan.’