Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013.
Dames en heren,
Wat fijn dat u vandaag bij ons bent. Ik heet u hartelijk welkom op deze bijeenkomst in het kader van de Kracht van de Overijsselse Burgerinitiatieven. U bent hier met vertegenwoordigers van burgerinitiatieven, gemeenten, provincies en van het ministerie van BZK.
Samen met u wil ik me vandaag verdiepen in de manier waarop inwoners en overheid náást elkaar kunnen samenwerken aan een duurzame en vitale samenleving. We hebben de Universiteit Twente gevraagd om een onderzoek te doen naar de burgerinitiatieven van Overijssel.
1
Een aantal van u heeft meegewerkt aan dit onderzoek. Dank daarvoor! Het onderzoek staat vandaag centraal, en we gaan dadelijk aan de slag met de uitkomst ervan.
Dames en heren, Onze samenleving verandert snel. Er zijn drie grote bewegingen gaande waar we echt niet omheen kunnen. Ten eerste: de samenleving wordt meer horizontaal. Daarmee wil ik zeggen dat inwoners meer op voet van gelijkwaardigheid met de overheid willen staan. Kortere lijnen en meer directe inbreng. Ten tweede: de traditionele koepels, belangenvereniging maar ook politieke partijen zijn steeds minder de spreekbuis van de man of vrouw op straat. En ten derde: de enorm toegenomen complexiteit van de vraagstukken in onze samenleving. 2
Vraagstukken die alleen nog maar op te lossen zijn door een brede samenwerking tussen vele partijen.
Tegelijkertijd is er iets vreemds aan de hand. Want terwijl de samenleving snel verandert, is de overheid door de afgelopen jaren heen grotendeels hetzelfde gebleven. We hebben de democratie nog goed geregeld in Nederland. Maar wel op een manier die grotendeels voorbijgaat aan de inbreng en betrokkenheid van inwoners. En dat past niet meer bij deze tijd. Af en toe wordt er voor de vorm een ‘participatief proces’ ingezet. Maar dat durven de meeste overheden alleen als de kaders, het tijdsbestek en vooral het vooraf ter beschikking gestelde budget niet wordt overschreden. Is dat participatie? Henry Ford wilde elke kleur auto verkopen, zolang hij maar zwart was. 3
Wij als provincie Overijssel vinden dat we moeten meeveranderen met de samenleving. Er zijn meer kleuren dan alleen zwart, meer merken dan alleen Ford en veel meer manieren om je te verplaatsen dan met een auto. Onder het thema ‘Andere overheid, grote burger’ willen wij ons vernieuwen, zodat we kunnen voldoen aan de eisen van de samenleving en van de tijd. Hoe moeten we nu handelen om in de toekomst, laten we zeggen het jaar 20XX het bestuur van die tijd te zijn?
Koning Willem Alexander noemde in zijn eerste Troonrede het woord Participatiemaatschappij. We beseffen ons terdege dat de grenzen van de verzorgingsstaat zijn bereikt. Wij als overheid kunnen en willen ons niet langer opstellen als de dominante partij die over de ruimte en de publieke voorzieningen beschikt. 4
Op één na heb ik de afgelopen tweeëneenhalf jaar alle gemeenten in Overijssel bezocht. Zò vaak hoor ik daar van geweldige plannen, die stranden op allerlei regeltjes en andere belemmeringen. Belemmeringen waar de normale inwoner echt geen bal van begrijpt. Vele betrokken mensen die zelf een plan ontwikkelden en met de blauwdruk onder de arm het gemeente- of provinciehuis binnenliepen hebben we voor eens en voor altijd van ons afgejaagd. Gewoon omdat hun prachtige idee even wat minder uitkwam en niet paste bij ons eigen plan. We kunnen communiceren met deze inwoners tot we een ons wegen. Maar zij zullen het nooit begrijpen als we enerzijds een compliment uitdelen voor hun prachtige idee, maar het vervolgens doodleuk ‘niet ontvankelijk’ verklaren.
5
Wat zijn we dan voor overheid, en welke samenleving dienen we dan? Ondanks alles gaan er ook dingen goed.
Tijdens diezelfde zogenaamde ambtsbezoeken word ik elke keer getroffen door de kracht van onze Overijsselse samenleving. Als het niet linksom gaat, dan doen we het toch gewoon rechtsom? Als de dingen wel lukken is de sky the limit. De power die we dan samen kunnen ontwikkelen om zaken van de grond te krijgen is werkelijk enorm. Mits... het echt samen gebeurt, overheid en inwoner. Naast elkaar. Zònder vooraf volgeschreven agenda. Mét aandacht voor de noden en behoeften van de samenleving. In co-creatie, en niet binnen vooraf door bestuur en raad vastgestelde kaders en budgetten. 6
Wist u dat bijna de helft van de burgerinitiatieven in Overijssel vindt dat het veel te lang duurde voordat de betrokken overheid uit haar schulp kwam? Tegelijkertijd vindt méér dan de helft van de mensen dat de overheid een belangrijke rol speelt bij burgerinitiatieven.
Dames en heren, Vanaf 30 november aanstaande vieren en herdenken we 200 jaar Koninkrijk. Ik ben daar nauw bij betrokken, zoals u misschien weet. Eén van de verworvenheden van die twee eeuwen waar we landelijk nadrukkelijk bij stil willen staan is de ruimte voor actief burgerschap in Nederland. Het heeft ons veel goeds gebracht. Maar 200 jaar Koninkrijk leert ons ook dat je samenleving, bestuur en democratie constant moet onderhouden, wil het goed bij de tijd passen en de gedragenheid hebben die nodig is voor een goed bestuurd vrij land. 7
Het onderhoud op het gebied van het burgerinitiatief is een tikje achterstallig, maar we zijn nog niet te laat. Laten we eerst een kijken hoe onze provincie er op dit moment bij ligt op het gebied van burgerinitiatieven. Zodat we kunnen kijken wat ons te doen staat.
Ik stel u voor aan Judith Bakker van de Universiteit Twente. Samen met onder andere professor Bas Denters deed zij onderzoek naar burgerinitiatieven in Overijssel. Wat is er allemaal gebeurd, welke waren succesvol en welke faalden? En wat kunnen wij als overheid daarvan leren? Zij zal haar onderzoeksresultaten nu aan ons presenteren, en daarna maken we per thema een verdiepingsslag. U heeft zojuist uw kleur badge gekozen.
8
Daarmee heeft u zichzelf in een van de groepjes ingedeeld. U hoort daar straks meer over van onze spreekstalmeester. Ik geef graag het woord aan Judith Bakker om de uitkomsten van haar onderzoek met ons te delen.
Ik dank u wel. (slot)
9