Openbaring serie - een oproep tot aanbidding
1. Introductie Auteur: Johannes. Johannes was verbannen naar Patmos door Domitian. Zijn opvolger Nerva heeft Johannes na de dood van Domitian in 96 NC weer teruggestuurd naar Efeze. Johannes was tewerkgesteld op het eiland patmos en volgens Victorinus, die de eerste commentaar op het Bijbelboek openbaring schreef, werkte hij in een kolenmijn op dit eiland. Geschreven: rond 96 NC Hoofdstuk 1 geeft al een 'outline', een raamwerk, van de onderwerpen van het Bijbelboek (Openbaring 1:19,20). Eerst krijgt Johannes een ontmoeting met Jezus en moet hij opschrijven wat hij heeft ervaren in hoofdstuk 1 (verleden), wat hij nu ziet en de huidige boodschap naar de zeven gemeenten in hoofdstuk 2 en3 en wat komen gaat tot de glorieuze komst van Jezus (hoofdstuk 4 t/m 22). Johannes heeft een ontmoeting met Jezus. Hier gaat het om! Obama: "de wereld staat in brand"
Sinds de tweede wereldoorlog zijn er nog nooit zoveel mensen op de vlucht geweest als nu. Er zijn nu 51,2 miljoen mensen op de vlucht wereldwijd. In meer dan 80 van de 162 landen van de wereld is het onrustig. Vorig jaar waren er meer dan 20 oorlogen in de wereld. De wereldorde wankelt concluderen de deskundigen. Zie rapport van Clingendael: 'De clingendael strategische monitor 2014'. De spanningen tussen de grote mogendheden nemen toe, zowel in Azië als in het Oosten van Europa. Zo lijkt de crisis in Oekraïne voor een tweedeling in het internationale systeem tussen het Westen en Rusland te hebben gezorgd. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is, zoals de huidige opmars van ISIS in Irak laat zien, sprake van toenemende onrust. Intrastatelijke conflicten nemen toe in aantal en intensiteit. De internationale gemeenschap lijkt bij gebrek aan overeenstemming tussen de grote mogendheden geen antwoord te hebben op de groeiende instabiliteit.
De onrust gist wereldwijd. In Oekraïne, Syrië en Irak, van Somalië tot Mali, langs de grenzen van Israël en Pakistan, tot in Mexico, Vietnam en de Filipijnen – overal broeit het of slaat de vlam in de pan. Volgens de global peace index werd de wereld tussen 2008 en 2014 minder vredig. Landen waar het onrustig is zijn onder meer Oekraïne, Congo, Soedan, Irak, Somalië, Afghanistan en Syrië.
2. Samenvatting van Openbaring I.
Introductie
1:1-8
II.
Openbaring van Christus
1:9-20
Deel twee: "De dingen die zijn" (2:1—3:22) I.
Boodschap voor Efeze
2:1-7
II.
Boodschap voor Smyrna
2:8-11
III.
Boodschap voor Pergamo
2:12-17
IV.
Boodschap aan Thyatria
2:18-29
V.
Boodschap aan Sardis
VI.
Boodschap aan Filadelfia
VII.
Boodschap aan Laodicea
3:1-6 3:7-13 3:14-22
Deel drie: "De dingen die gaan gebeuren" (4:1—22:21) I.
II.
De rechter
4:1—5:14
A. De troon van God
4
B. Het gesloten boek
5
Profetieën van verdrukkingen
6:1—19:6
A. Zeven zegels van oordelen
6:1—8:5
B. Zeven trompetten van oordelen
III.
8:6-11:19
C. De profetieën uitgelegd
12:1—14:20
D. Zeven schalen van oordelen
15:1—19:6
Profetieën van de wederkomst
19:7-21
A. Huwelijksmaaltijd met het lam B. De tweede komst van Christus
IV.
19:7-10 19:11-21
Profetieën over het millenium 20 A. Satan is 1000 jaar gebonden
20:1-3
B. Heiligen regeren 1000 jaar
20:4-6
C. Satan wordt vrijgelaten en leidt een rebellie
20:7-9
D. Satan wordt eeuwig gepijnigd
20:10
E. Het oordeel van de grote witte troon
20:11-15
V.
Profetieën over de eeuwigheid 21:1—22:5
3.
Openbaring en Matteüs 24
Jezus zelf heeft ook veel gesproken over de eindtijd. Bijvoorbeeld in Matteüs 24. Wat opvalt is dat Hij ons oproept om niet verontrust te zijn (vers 6) en waakzaam te blijven (vers 43). Jezus geeft ons zelfs een grote verantwoordelijkheid mee om het evangelie te prediken tot een getuigenis voor alle volken, dan zal het einde gekomen zijn. Er is dus een relatie tussen de verkondiging van het evangelie
en de wederkomst van Jezus. We moeten dus niet op onze luie stoelen blijven zitten en speculeren en debateren over Zijn wederkomst. We moeten in actie komen. Wat steeds opvalt in Openbaring is dat het gaat om de persoonlijke ontmoeting met Jezus (hoofdstuk 1) en de lokale gemeente (hoofdstuk 2,3 en 22). Openbaring is een oproep tot aanbidding. Het lam verslaat de draak! Lezen: Mattheüs 24 (zie ook 2 Tessalonicenzen 2) Tekst: De tekenen van het einde van de wereld 1 En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. 2 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden. 3 Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld? 4 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt. 5 Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden. 6 U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. 7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. 8 Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën. 9 Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. 10 En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten. 11 En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden. 12 En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen. 13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. 14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen. De grote verdrukking 15 Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – 16 laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. 17 Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, 18 en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen. 19 Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! 20 En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat. 21 Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. 22 En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden. De wederkomst van Christus 23 Als iemand dan tegen u zegt: Zie, hier is de Christus of daar, geloof het niet; 24 want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zó dat zij – als het mogelijk zou zijn – ook de uitverkorenen zouden misleiden.
25 Zie, Ik heb het u van tevoren gezegd! 26 Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet opuit; zie, Hij is in de binnenkamers, geloof het niet, 27 want zoals de bliksem vanuit het oosten komt en zichtbaar is tot in het westen, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. 28 Want waar het dode lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen. 29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. 30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. De uitspruitende vijgenboom 32 Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. 33 Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. 34 Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn. 35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. Aansporing tot waakzaamheid 36 Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader. 37 Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. 38 Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, 39 en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. 40 Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. 41 Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. 42 Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. 43 Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. 44 Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen. 45 Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, die zijn heer over zijn personeel aangesteld heeft om hun het voedsel op de juiste tijd te geven? 46 Zalig die slaaf die door zijn heer bij zijn komst zo handelend aangetroffen zal worden. 47 Voorwaar, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen. 48 Maar als die slechte slaaf in zijn hart zou zeggen: Mijn heer blijft nog lang weg, 49 en zou beginnen zijn medeslaven te slaan en te eten en te drinken met de dronkaards, 50 dan zal de heer van deze slaaf komen op een dag waarop hij hem niet verwacht en op een uur dat hij niet weet; 51 en hij zal hem in stukken houwen en hem doen delen in het lot van de huichelaars; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.
Thema: Wees waakzaam, de wederkomst van Jezus staat voor de deur. Inleiding: De discipelen begonnen Jezus op de gebouwen van de tempel te wijzen. De gebouwen verwijzen naar onze aardse zekerheden. Terwijl Jezus op de Olijfberg zit beantwoordt Hij de vraag van de discipelen over het wanneer en het hoe van Zijn wederkomst. I. Hoofdpunt 1: Wanneer? a. Vers 32. Leer deze les: vijgeboom-bladeren-zomer naderbij. b. Geen tijdstip (vers 36). Dus wel de tijd onderkennen (de zomer komt eraan), maar geen tijdstip bepalen. II. Hoofdpunt 2: Hoe? a. Vers 27. Zoals bliksem… het oosten… het westen. b. Als weeën: “Dit is het begin der weeën (vers 8). Na weeën wordt er iets nieuws geboren. God gaat opnieuw Zijn voeten op aarde zetten. De Olijfberg waar Jezus zit zal middendoor splijten bij Zijn wederkomst. III. Hoofdpunt 3: De woorden van Jezus zijn letterlijk. a. Er is sprake van een echte tempel, die in het jaar 70 na Chr. ook echt verwoest is, waarde antichrist zich echt zal zetten. b. Er wordt hier over echte oorlogen en echte aardbevingen gesproken. c. In vers 16 gaat het over een echte Judea (het volk en land Israël zullen volgens Jezus centraal staan). d. De zon zal verduisterd worden, dat is een echte zon. IV. Hoofdpunt 4: Kenmerken van Jezus wederkomst. a. Het zal plotseling gebeuren. b. De antichrist keert zich tegen de Christenen. Christenvervolging. c. De antichrist keert zich tegen het Joodse volk. In vers 15 citeert Jezus Daniël (Daniël 9:27). Het offer in de tempel. d. Dwaalleer-geestlijk verval. e. Verval in de natuur (milieuvervuiling). f. Een moreel verval (vers 12, wetsverachting). g. Economisch verval (vers 7, hongersnoden). h. Oorlogen. Volk tegen volk (denk aan het nationalisme in Europa). i. Valse profeten, die “grote tekenen en wonderen doen”. Zo bedrieglijk dat zelfs de uitverkorenen worden misleid (vers 25). Gelovigen tuinen erin. Ze zeggen misschien: ”Er zijn toch tekenen en wonderen?” Maar de bron is niet van God. j. De liefde zal verkillen. M.a.w. in de gemeente moet er plaats zijn voor de echte liefde van God. V. Hoofdpunt 5: Onze houding. a. Wees niet verontrust (vers 6). b. Wees waakzaam (vers 43).
VI Hoofdpunt 6: Onze verantwoordelijkheid. Het Evangelie te verkondigen (vers 14: “Aan de gehele wereld het Evangelie te prediken tot een getuigenis voor alle volken, dan zal het einde gekomen zijn”). Er is dus zelfs een relatie tussen verkondiging en wederkomst. Tenslotte: Gods slotakkoord. a. Vers 29. De zon wordt verduisterd. God doet het licht uit. b. “De sterren zullen van de hemel vallen”. c. De maan geen glans. d. Machten van de hemelen zullen wankelen. e. Alle stammen der aarde zullen de Zoon des mensen ZIEN KOMEN. De term Zoon des mensen is een begrip uit Daniël 7:13! Jezus maakt duidelijk dat Hij Zelf die “Zoon des mensen” is, die op de wolken zal komen, gestuurd door God de Vader. f. Luid bazuingeschal. Jezus voeten zullen opnieuw staan op de Olijfberg (Zacharia 14). Jezus zegt in vers 25: “Zie, Ik heb het u voorgezegd”. Ben je waakzaam? Ben je bereid je verantwoordelijkheid te nemen in de verkondiging van het Evangelie?