Aangetekend verstuurd met bericht van ontvangst
Openbare versie Klaassen & Retz By. de directie Umbriëllaan 4 1702 AJ HEERHUGOWAARD
Pagina
9 april 2009 JZ-0903 0988 1 van 12
Telefoon
020
Datum Ons kenmerk
-
@a.nl
E-mail
Besluit tot oplegging bestuurlijke boete voor overtreding van artikel 53 BGfo
Betreft
Geachte directie, 1.
Inleiding
De Stichting Autoriteit Financiële Markten (‘AFM’) heeft besloten aan Klaassen & Retz B.V. (‘K&R’) een bestuurlijke boete op te leggen wegens overtreding van artikel 53 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (‘BGfo’)jo. artikel 4:22, lid 1, van de Wet op bet financieel toezicht (‘Wft’). De grondsiag voor bet opleggen van de bestuurlijke boete is gelegen in artikel 1:80 Wft. Het besluit is gebaseerd op bet feit dat K&R op I juni 2007 en in maart 2008 heeft nagelaten om de wettelijk vereiste informatie op te nemen in haar reclame uiting inzake krediet. Het onderhavige besluit is als volgt opgebouwd. In paragraaf 2 zijn de feiten weergegeven die tot het besluit aanleiding hebben gegeven. De betreffende feiten worden beoordeeld in paragraaf 3. waarbij tevens de zienswijze van K&R wordt besproken. Paragraaf 4 bevat het besluit. De rechtsgangverwijzing is opgenomen in paragraaf 5. Ret relevante wettelijk kader treft u aan in bijiage I bij dit besluit. Artikel 4:22. lid I, Wft is aangepast per 1 november 2007 en artikel 53, lid 7, BGfo is aangepast per I januari 2008. Deze aanpassingen hebben geen invloed op de vastgestelde overtredingen. De AFM verwijst in dat kader naar de tekst van de artikelleden als opgenomen inbijiage 1. 2.
Feiten
Verloop procedure Bij brief van 3 december 2008 heeft de AFM aan K& R het voornemen kenbaar gernaakt tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens overtreding van artikel 53 BGfojo. artikel 4:22, lid 1, Wft. Naar aanleiding van dat
Snchting Autoriteit Financi1e Markten Kamer van Koophandel Amsterdam, nr 41207759 JZ 09030988 Kenmerk van deze brief
Bezoekadres Vijzelgracht 50 Postbus 11723 • 1001 GS Amsterdam Telefoon 020 797 20 00 • Fax 020 797 38 00 -
-
www afrnnl
Datum
9 april 2009
Ons kenmerk
JZ-0903 0988 2 van 12
Pagina
voornemen heeft op 22 december 2008 ten kantore van de AFM een hoorzitting plaatsgevonden. Tij dens de hoorzitting heeft de AFM aan K&R een termijn geboden tot 15 januari 2009 voor onderbouwing van de inkomens en vermogenspositie van K&R. Bij brief van 30 december 2008 heeft K&R nadere informatie verstrekt. Het reclamebureau van K&R IAI heeft haar betrokkenheid bij de plaatsing van de reclame-uiting in maart 2008 toegelicht in een brief van 3 januari 2009. De AFM heeft aan K&R bij brief van 9januari 2009 een passage voorgelegd uit het versiag van de hoorzitting, met het verzoek om uiterlijk vrijdag 26 januari 2009 scbriftelijk te bevestigen dat de feitelijke gang van zaken als beschreven in de betreffende passage juist en volledig is, of om feitelijke opmerkingen of aanvullingen voor die datum schriftelijk aan de AFM kenbaar te maken. Bij brief van 14 januari 2009 heeft K&R een reactie gegeven. Au,, de boete ten grondsiag liggendefeiten De AFM heeft K&R bij brief van 24 september 2007 bericht dat zij een reclame-uiting van K&R heeft beoordeeld die was opgenomen in de “Feestkrant’ van 1 juni 2007. In de brief constateert de AFM dat de reclame-uiting niet voldoet aan de op grond van bet BGfo daaraan te stellen eisen. De informatie die blijkens de brief in de reclame uiting ontbreekt betreft: • • • • •
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
53, 53, 53, 53, 53,
lid 1, lid 1. lid 2, lid 4, lid 8,
onder b, BGfo: informatie over de gehanteerde / theoretische looptijd ontbreekt; onder c. BGfo: informatie over de gehanteerde totale prijs van bet krediet ontbreekt; onder a, BGfo: informatie over de gehanteerde totale prijs van bet krediet ontbreekt; BGfo: de tabel ontbreekt; en BGfo: informatie over bet effectiefkredietvergoedingspercentage ontbreekt.
In debrief is aangegeven dat de AFM doorgaans eerst attendeert op een overtreding ter zake van eisen aan reclame-uitingen, voordat zij overgaat tot bet treffen van maatregelen. Voorts wordt daar opgemerkt dat de brief moet worden aangemerkt als een dergelijke attendering. De brief vermeldt dat bij een volgende vastgestelde overtreding de AFM kan besluiten tot bet treffen van toezichtsmaatregelen, zoals bet geven van een aanwijzing, het opleggen van een last onder dwangsom en/of een bestuurlijke boete met publicatie daarvan. Naar aanleiding van de brief heeft K&R telefoniscb contact opgenomen met de AFM. Daarbij heeft K&R aangegeven dat kennis is genomen van de reclameregels die in de brief van 24 september 2007 zijn opgesomd en dat hieraan zal worden voldaan. De AFM heeft aan K&R bij brief van 16 april 2008 haar voomemen kenbaar gemaakt tot bet geven van een aanwijzing uit hoofde van artikel 1:75 Wft. Aanleiding tot dit voomemen vormde een reclame-uiting van K&R in een regionale zondagskrant, gepubliceerd in maart 2008. In de betreffende reclame-uiting, met als kop Verbouwing!” wordt melding gemaakt van een bypotbeekrente vanaf 3,6%. In bet voornemen is vastgesteld dat de reclame-uiting niet voldoet aan de volgende bepalingen van bet BGfo: • •
Artikel 53, lid 1, aanhef: er wordt wel een kredietvergoedingspercentage genoemd, maar informatie over de maandlast ontbreekt; Artikel 53. lid 1, onder a, BGfo: informatie over de gehanteerde kredietsom ontbreekt;
Datum Ons kenmerk Pagina
• • • •
Artikel 53, lid I, onder b, BGfo: informatie over de gehanteerde looptijd ontbreekt; Artikel 53, lid I, onder c, BGfo: informatie over de gehanteerde totale prijs van het krediet ontbreekt; Artikel 53, lid 1, onder d, BGfo: informatie over bet feit dat het een doorlopend of niet-doorlopend krediet betreft ontbreekt; Artikel 53, lid 1, onder e, BGfo: indien van toepassing op het krediet in de reclame-uiting: ontbreekt informatie over de om in aanmerking te komen voor bet krediet afte sluiten verzekeringen; Artikel 53, lid 4, BGfo: de tabel met voorgeschreven informatie ontbreekt, en Artikel 53, lid 8, BGfo: informatie over bet effectiefkredietvergoedingspercentage ontbreekt. -
-
• •
9 april 2009 JZ-0903 0988 3 van 12
Met betrekking tot artikel 53, lid 1, onder e, BGfo vermeldt bet voomemen dat de AFM op basis van de informatie op de website niet kan beoordelen of deze informatie ten onrechte ontbreekt. De voorgenomen aanwijzing strekt ertoe dat K&R binnen twee weken na dagtekening van de brief, de reclame uiting waar bet voornemen tot aanwijzing op ziet, aanpast. Dit kan zo vermeldt de brief— door in de reclame uiting voornoemde ontbrekende informatie op te nemen, door in de reclame-uiting geen in artikel 53 BGfo genoemde elementen te noemen die verplichten tot het opnemen van aanvullende informatie, of door de publicatie van de reclame-uiting te staken. In de brief wordt K&R in de gelegenbeid gesteld om schriftelijk of mondeling haar zienswijze omtrent bet voornemen naar voren te brengen. —
K&R heeft de AFM bij brief van 16 april 2008 bericht dat zij niet op de hoogte was van de diverse artikelen in de wet- en regelgeving die erop wijzen dat dergelijke reclame-uitingen niet zijn toegestaan. Voorts bericht K&R dat zij ervoor zal zorgen dat dezelfde fout niet nog een keer voorkomt. Bij haar brief heeft K&R een voorbeeld van een advertentie meegestuurd, en geeft zij aan dat zij graag zou vernemen of het op deze manier wel is toegestaan. De AFM bericht K&R bij brief van 18 april 2008 dat bet haar verbaast, dat K&R aangeeft niet op de hoogte te zijn geweest van de diverse artikelen in de wet- en regelgeving die erop wijzen dat dergelijke reclame-uitingen niet zijn toegestaan. De AFM is verbaasd, aangezien zij K&R eerder heeft aangeschreven over de toepasselijke wet- en regelgeving inzake reclame-uitingen. De brief van 24 september 2007 heeft de AFM in kopie bij de betreffende brief gevoegd. In reactie op bet verzoek met betrekking tot de meegestuurde advertentie, wijst de AFM erop dat bet de verantwoordelijkheid van marktpartijen zeif is om te toetsen of wordt voldaan aan wet- en regelgeving. De AFM adviseert om de advertentie zelfte toetsen aan de betreffende wet- en regelgeving, dan wel om een exteme adviseur te betrekken. In de brief stelt de AFM aan K&R de volgende vragen: • •
Mogen wij uw reactie zo interpreteren dat u er voor gaat zorgen dat dergelijke overtreding van wet- en regelgeving in de toekomst niet meer zal voorkomen? Kunt u aangeven of er op dit moment reclames worden gepubliceerd waarbij mogelijk sprake is van het niet vermelden van verplichte informatie? Zoja: wat bent u van plan hieraan te gaan doen?
In de brief venneldt de AFM dat zij ervan uitgaat dat de huidige en toekomstige reclame-uitingen en overige precontractuele informatie van K&R aan de wet- en regelgeving zal voldoen.
Datum Ons kenmerk Pagina
9 april 2009 JZ-09030988 4 van 12
Op de eerste vraag of een dergelijke overtreding in de toekomst niet meer zal voorkomen, geeft K&R in een brief van 5 mei 2008 aan dat zij dit helaas niet kan garanderen. K&R geeft aan dat er altijd, bijvoorbeeld door exteme factoren, zaken verkeerd kunnen gaan. Als voorbeeld noemt K&R dat een publicerende krant in principe ook een foutieve advertentie zou kunnen opmaken. K&R geeft aan dat zij uiteraard rekening zal houden met de aanwijzing en er zorg voor zal dragen dat er vanuit K&R geen onvolledige advertenties worden opgegeven. Met betrekking tot de tweede vraag, of K&R momenteel reclames publiceert waarin verplichte informatie niet wordt vermeld, meldt K&R in de brief van 5 mei 2008 dat dergelijke reclame-uitingen momenteel niet worden gepubliceerd. 3.
Beoordeling feiten
Standpunt A FM In artikel 4:22, lid 1, Wft is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld kunnen worden met betrekking tot de informatievoorziening door een financiële onderneming over een financieel product. Die regels zijn onder meer gesteld in artikel 53 BGfo. Het doel van de regels is om de consument ook in de fase van werving al een behoorlijk beeld te geven van bet product. Dit geeft hem de mogelijkheid aanbiedingen van verschillende financiële ondememingen met elkaar te vergelijken en de financiele ondememing uit te kiezen die voor hem de meest gunstige aanbieding heeft . 1 De AFM constateert dat K&R twee maal heeft nagelaten om in een reclame-uiting inzake krediet de wettelijk vereiste informatie op te nemen. Dit betrofde volgende rec!ame-uitingen: Feestkrant I juni 2007 In deze feestkrant is een reclame-uiting inzake krediet geplaatst waarin een kredietvergoeding van 4,45% wordt genoemd. Indien dit percentage niet bet effectiefkredietvergoedingspercentage 2 betreft, had tevens het effectief kredietvergoedingspercentage moeten zijn opgenomen (artikel 53, lid 8, BGfo). Het effectief kredietvergoedingspercentage dient te worden aangeduid als <<effectieve rente opjaarbasis>> (artikel 53, lid 10, BGfo). In de reclame-uiting ontbreekt overigens: de maandlast (artikel 53, lid 1, aanhef, BGfo); de gehanteerde kredietsom of kredietlimiet (artikel 53, lid 1, onder a, BGfo); de gehanteerde looptijd of theoretische looptijd (artikel 53, lid 1, onder b, BGfo); en de gehanteerde totale prijs van het krediet (artikel 53, lid 1, onder c, BGfo). Voomoemde ontbrekende gegevens hadden in een tabel moeten zijn opgenomen (artikel 53, lid 4, BGfo). Uit de reclame-uiting blijkt evenmin of era! dan niet sprake is van een doorlopend krediet (artikel 53, lid 1, onder d, BGfo). -
-
-
-
Nota van toelichting bij BGfo, Staatsblad 2006, 520, p. 200. Bij de berekening van de effectieve rente wordt naast de nominale rente ook rekening gehouden met de eventuele afsluitkosten. het tijdstip van betalen (aan het begin of aan het einde van de maand) en bet aantal betalingen per jaar (bijvoorbeeld elke maand, elk kwartaal).
2
Datum Ons kenmerk Pagina
9 april 2009 JZ-09030988 5 van 12
Regionale zondagskrant maart 2008 In de zondagskrant is een reclame-uiting inzake krediet geplaatst waarin een kredietvergoedingspercentage van 3,6% is genoemd. In deze advertentie ontbreken dezelfde gegevens als hiervoor genoemd met betrekking tot de advertentie van I juni 2007. Zienswijze K&R K&R heeft tijdens de hoorzitting op 22 december 2008 zakelijk weergegeven de volgende punten naar voren gebracht. 1.
K&R licht toe dat zij een advertentiecontract heeft met een krant, waarin zij met enige regelmaat adverteert. In dat contract is een millimeterprijs (prijs per millimeter advertentieruimte) opgenomen, die is gebaseerd op een bepaalde periodieke afname aan advertentieruimte. In maar( 2008 belde het reclamebureau op. en moest op stel en sprong geadverteerd worden om te voorkomen dat in de betreffende periode te weinig zou worden geadverteerd, hetgeen zou leiden tot herrekening van de millimeterprijs over de gehele periode. Op dat moment heeft K&R met het reclamebureau besproken dat wegens tijdgebrek niet een nieuwe advertentie zou worden gemaakt, maar een reeds bestaande advertentie zou worden gebruikt. Daarbij is besproken dat een eerdere advertentie met bet thema ‘verbouwen’ zou worden gebruikt. Met bet reclamebureau is op dat moment het thema van de advertentie besproken, maar niet de lay-out en de totale inhoud van de advertentie. K&R heeft de advertentie niet meer gezien voordat die is geplaatst. K&R gaftijdens de hoorzitting aan dat dit tegenwoordig anders gaat. Nu wordt elke advertentie eerst langs K&R geleid voordat die wordt geplaatst. K&R erkent dat er sprake is van een fout, een ‘slip of the pen’.
2.
K&R geeft aan dat debrief van de AFM van 24 september 2007 wel degelijk heeft geleid tot een wijziging in het advertentiebeleid. K&R heeft op enig moment daama, mede ook naar aanleiding van een lezing van de heer Zaim die K&R bijwoonde, besloten om niets meer in de sfeer van advertenties te doen dat een overtreding kan vornien. Dit doet zij door in de advertenties geen elementen meer te noemen die verplichten tot het opnemen van aanvullende informatie. K&R geefi aan dat de advertentie van maart 2008 er ‘tussendoor is geglipt. Volgens K&R is er in de periode tot de advertentie van maart 2008 niets gepubliceerd waar ook maar enige twijfel over kan bestaan.
3.
Op de vraag van de AFM of bet klopt dat de advertentie die heeft geleid tot de brief van de AFM van 16 april 2008, in maart 2008 is gepubliceerd, geeft K&R aan dat de advertentie op 23 maart 2008 is gepubliceerd.
4.
In de brief van de AFM van 3 december 2008 wordt verzocht om een opgave van het aantal fte’s dat klantencontact heeft. K&R geeft aan dat dit aantal 7,8 fte’s betreft.
Datum Ons kenmerk Pagina
9 april 2009 JZ-0903 0988 6 van 12
5.
K&R merkt op dat ook zij wordt getroffen door de hypothekencrisis, en dat zij een boete van € 6.000 niet kan betalen. leder maand moet K&R de liquiditeit in de gaten houden. K&R geeft aan dat er continuiteitsproblemen zijn. K&R zit boven de rekeningcourantlimiet. De AFM heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat bet op de weg van K&R ligt om aan te tonen dat zij een eventuele boete niet kan betalen, door haar inkomens- en vermogenspositie te onderbouwen. Tijdens de hoorzitting is K&R een termijn geboden tot 15 januari 2009 om stukken aan te leveren ter onderbouwing van haar inkomens en vermogenspositie.
6.
Op de vraag van de AFM of K&R opmerkingen heeft naar aanleiding van de weergave van de feiten als vermeld in het voomemen van de AFM van 3 december 2008. geeft K&R geeft aan dat zij niet alle data is nagegaan. maar dat overigens de feiten kioppen.
K&R heeft aan de AFM bij brief van 30 december 2008 een verkiaring toegezonden van haar accountant IBI van 29 december 2008. De verklaring is gericht aan K&R. In de verkiaring meldt drs. IC] RA namens IBI onder meer bet volgende: “Gedurende het boekjaar 2008 heefi u ons over de ontwikkelingen van de Oosterpoort Beheer Groep (waarvan Klaassen & Retz B. V dee! uitmaakt) gemnformeerd. Het bovenstaande heeji ertoe geleid dat u in de eerste rnaanden van 2008 tot een reorganisatie van de Oosterpoort Beheer Groep heeft besloten o,n de continulteit en toekornstige winstgevendheid veilig te stellen. U heeft [D] en ons als accountants bU uw plannen betrokken en goedgeinformeerd.
U heeji reeds in het begin van 2008 aangegeven dat definanciele ondersteuning bU de reorganisatie door ID] noodzakelUk was mede veroorzaakt door het felt dat de operationele activiteiten onvoidoende liquiditeiten zouden genereren om de reorganisatie tefinancieren. Uit de periodieke bUeenkoinsten van directie, jD] en accountants is gebleken dat de reorganisatie inmiddels nagenoeg is afgerond. Echter, de liquid/tell bevindt rich op een minimum niveau als gevoig van hoger dan begrote reorganisatiekosten. IDI heeji medegedeeld dat zU een continue bedrfsvoering haalbaar acht en is bereid te bljvenfinancieren, mits kosten en opbrengsten rich conform liquiditeitsprognose verder ontvikke1en. Op grond van onze tussent/dse resultaten prognoses blUkt dat de Oosterpoort Beheer Groep over de periode januari tot en met november 2008 een yen/es van ru/rn EUR heeji behaald en het eigen vermogen ultimo november 2008 ruim EUR negatief is. In dit verband heeji u gemeld dat een boete van de AFM van ongeveer EUR 6.000 heeft ontuangen. hid/en de boete onherroepeljk is, kan de betalingsveiplichting de continulteit van de Groep in gevaar kunnen brengen.”. Horwath heeft bij haar verklaring een bijiage gevoegd met de aanduiding geconsolideerde balans Oosterpoort Beheer Groep per 30 november 2008 alsmede winsi- en verliesrekening over de periode januani tot en met november 2008.”. De bijiage bevat de volgende gegevens:
Datum Ons kenmerk Pagina
9 april 2009 JZ-0903 0988 7 van 12
Oosterpoort Beheer B.V. Geconsolideerde cijfers per 30 november 2008 (in €) Vermogen I januari 2008 Resultaat I januari tot en met 30 november Vermogen 30 november 2008 Geconsolideerde winst & verliesrekening 1 januari 2008 tIm 30 november 2008 Netto-omzet Personeelskosten Overige bedrijfskosten Nettoresultaat In de brief van 30 december 2008 vermeldt K&R voorts dat zij haar huisbankier DI heeft verzocht een verkiaring op te stellen met betrekking tot haar Iiquiditeitspositie, en om die aan de AFM te doen toekomen. een brief van 3 januari 2009 ontvangen. In de brief wordt De AFM heeft van bet reclamebureau IAI uit geen blaam omdat treft, gesteld dat K&R wi, reciame bureau IAI per ongeluk in maart 2008 een advertentie hebben geplaatst van een jaar daarvoor (datum van 21 maart 2007) Deze advertentie was derhalve ook niet voorien van de inmiddels benodigde toelichting voor de leers. “...
Wij plaatsen reeds 7jaar advertenties voor Klaassen & Ret: en het is de eersle keer dat een dergelkefout met zulke desastreuze gevolgen is gemaakt.”. Beoordeling I.
Algemeen De AFM merkt op dat K&R niet betwist dat de hiervoor onder “Standpunt AFM” genoemde informatie ontbrak in de reclame-uiting van I juni 2007 en in de reclame-uiting van maart 2008.
2.
VerwUtbaarheid K&R heeft in haar zienswijze argumenten aangevoerd die leiden tot de vraag in hoeverre aan K&R de overtreding in de reclame-uiting in maart 2008 kan worden verweten. K&R stelt dat de brief van de AFM van 24 september 2007 heeft geleid tot een wijziging in het advertentiebeleid van K&R. Op enig moment na die brief, en mede naar aanleiding van een lezing van de heer Zaim die K&R bijwoonde. heeft K&R besloten om niets meer in de sfeer van advertenties te doen dat een overtreding kan vormen. Dit heeft zij gedaan door in de reclame-uitingen geen elementen meer op te nemen die verplichten tot bet opnemen van aanvullende informatie. In maart 2008 is het misgegaan omdat op stel en sprong geadverteerd moest worden. Met bet reclamebureau is toen besproken dat een eerdere advertentie met bet thema ‘verbouwen’
Datum Ons kenmerk Pagina
9 april 2009 JZ-0903 0988 8 van 12
zou worden gebruikt. 3.
Naar bet oordeel van de AFM ligt bet op de weg van K&R om er zorg voor te dragen dat haar reclame uitingen voldoen aan de wettelijke voorscbriften. Dit gold reeds voor de reclame-uiting van 1 juni 2007. In die reclame-uiting ontbrak wettelijk vereiste informatie. De AFM heeft voor die overtreding een waarschuwing gegeven. Omdat K&R ook zonder waarschuwing erop bedacht dient te zijn dat zij de reclameregels dient toe te passen, en de AFM K&R in dit geval ook nog heeft gewaarschuwd, ziet de AFM geen aanleiding om de overtreding in maart 2008 minder verwijtbaar te achten. De spoed waar K&R naar verwijst maakt dit niet anders. De vereiste alertheid van K&R met betrekking tot de toepassing van wettelijke regels, en de verantwoordelijkheid van K&R op dat gebied, uiten zich ook op momenten waarop op korte termijn beslissingen moeten worden genomen.
4.
Het reclamebureau IAI heeft een verklaring toegestuurd waarin zij stelt dat K&R geen blaam treft omdat bet reclamebureau per ongeluk in maart 2008 een advertentie heefi geplaatst van eenjaar daarvoor. De verkiaring van bet reclamebureau Ieidt niet tot een ander oordeel omtrent de verwijtbaarheid. K&R heeft naar eigen zeggen destijds met het reclamebureau besproken dat wegens tijdsgebrek een eerdere advertentie met bet thema ‘verbouwen’ zou worden gebruikt. Het reclamebureau heeft die opdracht uitgevoerd. Van het ‘per ongeluk’ plaatsen van een eerdere advertentie is geen sprake geweest. K&R heeft er niet op toegezien dat de te plaatsen advertentie voldeed aan de wettelijke eisen. K&R heeft de advertentie ook niet meer gezien voordat die is geplaatst.
5.
Matiging In baar zienswijze stelt K&R dat er continuIteitsproblemen zijn, en dat zij een boete van € 6.000,- niet kan betalen. Op grond van bet matigingsbeleid van de AFM kan de inkomens- en vermogenspositie van een financiele ondememing aanleiding vormen om een op te leggen boete te matigen. Naar bet oordeel van de AFM heeft K&R met de door haar verstrekte informatie onvoldoende aangetoond dat zij niet in staat is om een boete van € 6.000,- te voldoen.
6.
Als onderbouwing van de stelling dat K&R een boete van € 6.000,- niet kan betalen, wijst zij op een brief van IB] van 29 december 2008. De verklaring in de brief ziet niet specifiek op K&R maar op de ‘Oosterpoort Bebeer Groep’. In de brief verklaart jBj dat K&R deel uitmaakt van de Oosterpoort Beheer Groep, en: “Indien de boete onherroepelk is, kan de betalingsverplichting de continuiteit van de Groep in gevaar kunnen brengen.”. De brief bevat een zeer beperkt financieel overzicht met betrekking tot Qosterpoort Beheer B.V., waarbij niet blijkt welke plaats deze vennootschap inneemt in de Oosterpoort Beheer Groep. In bet overzicht wordt als vermogen van Oosterpoort Beheer B.V. per 30 november 2008 vermeld € en als nettoresultaat in de periode van I januari 2008 tot en met 30 november 2008 €
7.
De AFM kan op basis van bovenstaande gegevens niet tot de conclusie komen dat K&R een op te leggen boete van € 6.000,- niet kan voldoen. De door Horwath verstrekte verkiaring ziet op de Oosterpoort Beheer Groep en de verstrekte financiële gegevens zien op Oosterpoort Beheer B.V.. Ten aanzien van K&R zijn geen financiele gegevens overgelegd. K&R heeft geen verband aangebracht tussen de
Datum Ons kenmerk Pagina
9 april 2009 JZ-09030988 9 van 12
verkiaring met betrekking tot de Oosterpoort Beheer Groep (“kan de betalingsverplichting de continuiteit van de Groep in gevaar kunnen brengen”) en de financiële gegevens die zien op Oosterpoort Beheer B.V. enerzijds, en K&R anderzijds. Met betrekking tot de verstrekte financiele gegevens van Oosterpoort Beheer B.V., die negatiefzijn, is niet aangegeven welke rol de reorganisatie in dat kader speelt.
4.
8.
In debrief van 30 december 2008 kondigt K&R een verkiaring aan van [Dj met betrekking tot de liquiditeitspositie van K&R. De AFM heeft die verkiaring niet ontvangen. IBI vermeldt in de door haar verstrekte verklaring: “ID] heeJi medegedeeld dat z(/ een continue bedrjfsvoering haalbaar acht en is bereid te bljvenfinancieren, mEts kosten en opbrengsten zich conform liquiditeitsprognose verder ontwikkelen.”. Deze mededeling van ID] vormt geen onderbouwing van het bestaan van een continuIteitsprobleem.
9.
In het kader van de mondelinge zienswijze heeft de AFM uitdrukkelijk onder de aandacht van K&R gebracht dat het op de weg van K&R ligt om haar stelling te onderbouwen dat zij een op te leggen boete van € 6.000,- niet kan voldoen. Met de hiervoor besproken informatie heeft K&R haar stelling onvoldoende onderbouwd. De AFM ziet dan ook geen aanleiding om tot matiging over te gaan. Besluit
Op grond van het vorenstaande heeft de AFM besloten om aan K&R op grond van artikel 1:80, eerste lid, Wft een boete op te leggen wegens de geconstateerde overtredingen van artikel 53 BGfojo. artikel 4:22, lid 1, Wft, door na te laten om in een reclame-uiting op 1 juni 2007 en in een reclame-uiting in maart 2008 de wettelijk vereiste informatie op te nemen. Ingevolge artikel 1:81, eerste lid, Wft jo. artikel 3 en artikel 2 van het Besluit boetes Wft, geldt voor een overtreding van artikel 53, eerste tot en met het dertiende lid, Wft, bij toepassing van draagkrachtfactor I, een boetebedrag van € 6.000,- (tariefnummer 3). In artikel 6, lid 1, Besluit boetes Wft is bepaald dat de hoogte van een boete die wordt opgelegd aan een persoon die behoort tot een van de in dat artikellid genoemde categorieën, mede afhankelijk is van diens draagkracht. K & R kan worden aangemerkt als financiële ondememing als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a, Besluit boetes Wft. Artikel 6, tweede lid, Besluit boetes Wft bepaalt dat draagkracht in de hoogte van de boete tot uiting komt door bet boetebedrag te vermenigvuldigen met de op grond van artikel 7 Besluit boetes Wft toepasselijke draagkrachtfactor (factor 1 5). Blijkens artikel 7 Besluit boetes Wft wordt de draagkracht van financieledienstverleners (niet zijnde financiele ondernemingen als bedoeld onder 1° tot en met 40 van het betreffende artikelonderdeel van artikel 7), bepaald op basis van bet aantal werknemers, gemeten naar voltijdsequivalent, dat zich rechtstreeks bezighoudt met financiële dienstverlening. Werknemers die zich rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening betreffen de personen die het contact met de klant hebben. K&R heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat zij beschikt over 7,8 werknemers, gemeten naar voltijdsequivalent, die zich rechtstreeks bezighouden met financiele dienstverlening. Op grond van artikel 7, aanhef en onder a, onder 10 Besluit boetes Wif is in dat geval de draagkrachtfactor I. De hoogte van de boete bedraagt op grond van het vorenstaande € 6.000,-. -
Datum
9 april 2009
Ons kenmerk
JZ-09030988 10 van 12
Pagina
Het bedrag van de boete, € 6.000,-, dient onder vermelding van factuumummer bij te AFM door overschrijving op bankrekeningnummer
te worden betaald aan de
Op grond van artikel 1:85, eerste lid, Wft dient de boete te worden betaald binnen zes weken na de inwerkingtreding van deze beschikking. De beschikking treedt op grond van artikel 3:4Ojo. 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht in werking op de dag van toezending daarvan. Ingevolge artikel 1:85, tweede lid, Wft wordt door het aantekenen van bezwaar of beroep tegen de beschikking, de verplichting tot betaling van de boete geschorst. De schorsing geldt totdat de beroepstermijn is verstreken of indien beroep is ingesteld, op het beroep is besl ist. Beslissing tot publicatie van de boete
Artikel 1:98 Wft verplicht de AFM om een besluit tot het opleggen van een boete te openbaren nadat deze in rechte onaantastbaar is geworden. Daarenboven verplicht artikel 1:97, eerste lid. Wft om dit besluit ook openbaar te maken nadat dit aan K&R is toegezonden. Op grond van het bepaalde in artikel 1:97, tweede lid, Wft geschiedt openbaarmaking van het besluit niet eerder dan nadat vijfwerkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit aan de betrokken persoon bekend is gemaakt. Met de verplichting tot openbaarmaking van bestuurlijke boetes door de AFM beoogt de wetgever de deelnemers op de financiele markten te waarschuwen in bet belang van de ordelijke en transparante financielemarktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en de zorgvuldige behandeling van clienten (vergelijk PG 29708, nr. 19. p. 301-303, P. 420-421, nr. 20. p. 30 en nr. 39, p. 8-10). Dit is in lijn met de doelen die de inmiddels vervallen sectorale toezichtvetten beoogden te dienen. De AFM kan slechts van openbaarmaking afzien indien op grond van artikel 1:98. respectievelijk 1:97. vierde lid, Wft. openbaarmaking van bet besluit in strijd is of zou kunnen komen met bet doel van bet door de AFM uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet. Van dat laatste is naar bet oordeel van AFM geen sprake, zodat niet van openbaarmaking kan worden afgezien. Het belang van K&R kan in dit verband niet tot een andere uitkomst leiden. Immers, die argumenten hebben geen betrekking op de vraag of openbaarmaking van bet besluit in strijd is of zou kunnen komen met bet doel van bet door de AFM uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet. De openbaarmaking van de boete zal plaatsvinden door publicatie van bet onderhavige besluit op de website van de AFM en door middel van een persbericht en/of advertentie. De tekst van bet besluit, geschoond van vertrouwelijke, concurrentie- en privacygevoelige informatie zoals die op de website van de AFM zal worden gepubliceerd, trefi u aan als biilage 2 bij dit besluit. -
-
De basis van de tekst die in het te publiceren persbericht enlofde advertentie zal worden opgenomen, is de volgende:
Datum
9 april 2009
Ons kenmerk
JZ-09030988 11 van 12
Pagina
“AFM Iegt bestuurlijke boete op aan Klaassen & Retz B.V. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 9 april 2009 een bestuurlijke boete van € 6.000 opgelegd aan Klaassen & Retz By.. Deze boete is opgelegd omdat Klaassen & Retz By, in een reclame-uiting in juni 2007 en in maart 2008 een kredietvergoedingspercentage heeft gepubliceerd, zonder daarbij de wettelijk vereiste aanvullende informatie op te nemen. Klaassen & Retz B.V. is een financieel adviesbureau met kantoren in Heerhugowaard, Bovenkarspel en Den Helder. Klaassen & Retz B.V. had behalve het kredietvergoedingspercentage aanvullende informatie moeten geven over de maandlast, de voor de berekening gehanteerde kredietsom of kredietlimiet, de voor de berekening gehanteerde looptijd of theoretische looptijd en de voor de berekening gehanteerde totale prijs van het krediet. Als het vermelde kredietvergoedingspercentage niet het effectief kredietvergoedingspercentage was, had ook het effectief percentage moeten zijn opgenomen. Deze gegevens hadden in een tabel moeten zijn weergegeven. Uit de reclame-uitingen blijkt evenmin of er al dan niet sprake is van een doorlopend krediet. Hiermee heeft Klaassen & Retz B.V. artikel 53, eerste, vierde en achtste lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen overtreden. Dit besluit verplicht financiële ondernemingen de genoemde aanvullende informatie te verstrekken, wanneer zij in een reclame-uiting over krediet informatie verstrekken over de hoogte van de kredietvergoeding. Het doel is om de consument ook in de fase van werving al een behoorlijk beeld te geven van het product. Zo kan de consument de aanbiedingen van verschillende financiële ondernemingen met elkaar vergelijken en de meest gunstige kiezen. Het besluit van de AFM kan door belanghebbende(n) ter toetsing aan de rechter worden voorgelegd. Het volledige besluit is te vinden op www.afm.nI
. Bij vragen of klachten kunt u contact opnemen met het Meldpunt Financiele Markten van de AFM: 0900-5400 540 (0,05 euro per minuut). De AFM bevordert eerlijke en transparante financiele markten. W/ zqn de onafhanke!ke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren. De AFM bevordert zorgvuldige fInanciele dienstverlening aan consumenten en ziet toe op een eerIke en efficiente werking van kapitaalmarkten. Ons streven is het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de fInanciële markten te versterken, 00k internationaal. Op deze manier draagt de AFM bq aan de welvaart en de economische reputatie van Nederland.”. Let op: De AFM kan, al naargelang de omstandigheden op bet moment van publicatie. bovengenoemde publicatietekst wijzigen of aanvullen. Indien K&R een verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht heeft gedaan, verzoekt de AFM dit aan haar per e-mail ( @afrn.nl) door te geven. Bij gebreke daarvan zal de AFM de boete openbaar maken op de wijze als bovengenoemd. Tevens vraagt de AFM aan K&R orn het verzoek om de voorlopige voorziening per fax aan de AFM toe te sturen (faxnummer 020-).
Datum Ons kenmerk Pagina
5.
9 april 2009 JZ-0903 0988 12 van 12
Rechtsgangverwijzing
ledere belanghebbende kan tegen deze beschikking bezwaar aantekenen door binnen zes weken na bekendmaking daarvan een bezwaarschrift in te dienen bij de AFM, t.a.v. Juridische Zaken, Postbus 11723, 1001 GS, Amsterdam. Hoogachtend, Autoriteit Financiële Markten [was getekend]
[was getekend]
Bijlage 1 Wettelijk kader
Wettelijk kader Wet op het financieel toezicht Artikel 1:75, lid 1, onder a 1. De toezichthouder kan een hiema bedoelde persoon die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald, door middel van het geven van een aanwijzing verplichten om binnen een door de toezichthouder gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven punten een bepaalde gedragslijn te volgen: a. een financiele ondememing;
(...). Artikel 1:80 WJi 1. De toezichthouder kan een bestuurlijke boete opleggen terzake van overtreding van voorschriften, gesteld ingevolge de in de bijiage bij dit artikel genoemde artikelen en de prospectusverordening aismede terzake van overtreding van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. 2. De bestuurlijke boete komt toe aan de toezichthouder die de boete heeft opgelegd. 3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid. Artikell:81 Wft 1. Ret bedrag van de bestuurlijke boete wordt bepaald bij algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste € 900.000 bedraagt. 2. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, bepaalt bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen bestuurlijke boete. 3. De toezichthouder kan het bedrag van de bestuurlijke boete lager stellen dan in de algemene maatregel van bestuur is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval onevenredig hoog is. Artikel 1:97 lid I, onder c, en lid 4 1. De toezichthouder maakt een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete ingevolge deze wet na bekendmaking openbaar, indien de bestuurlijke boete is opgelegd terzake overtreding van:
(...); c. artikel 4:19, 4:20, 4:22, 4:23, 4:24, 4:42 of4:87.
(...) 4. Indien de openbaannaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet blijft deze achterwege. Artikel 1:98 WJi Onverminderd artikel 1:97 maakt de toezichthouder een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete ingevolge deze wet openbaar, nadat het rechtens onaantastbaar is geworden, tenzij de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kurmen komen met bet doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet.
Artikel 4:22, lid I (tekst geldend op ljuni 2007) 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de informatievoorziening door een financiele onderneming over een financieel product of financiele dienst. Artikel 4:22, lid I (ekst geldend per 1 november 2007,) 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de informatieverstrekking door een financiele onderneming over een financieel product, financiële dienst of nevendienst. Besluit Gedragstoezicht financiele ondernemingen Ariikel53, leden 1, 2, 4, 7, 8en 10 (tekstgeldendop Ijuni 2007) 1. Indien een financiele onderneming in een reclame-uiting over krediet, anders dan via de televisie of de radio, informatie verstrekt over een effectiefkredietvergoedingspercentage of een maandlast van een krediet, verstrekt zij daarbij, naast het effectiefkredietvergoedingspercentage en de maandlast, tevens informatie over: a. de voor de berekening van dat percentage of die maandlast gehanteerde kredietsom of kredietlimiet; b. de voor de berekening van dat percentage of die maandlast gehanteerde looptijd of theoretische looptijd; c. de voor de berekening van dat percentage of die maandlast gehanteerde totale prijs van bet krediet; d. het feit dat bet een krediet, niet zijnde een doorlopend krediet, of een doorlopend krediet betreft; en e. indien van toepassing, de om in aanmerking te komen voor bet krediet afte sluiten verzekeringen en ten behoeve van de aanbieder te vestigen zekerheidsrechten. 2. Indien een flnancile onderneming in een reclame-uiting over krediet via de televisie of radio informatie verstrekt over een effectiefkredietvergoedingspercentage dan wel een maandlast van een krediet in combinatie met een kredietsom of kredietlimiet, verstrekt zij:
(...). 4. Een financiele onderneming geeft de informatie, bedoeld in het eerste lid, aanhef en de onderdelen a tot en met c, het tweede lid, onderdeel b. aanhef en onder 10, en, indien van toepassing, het zesde en zevende lid, indien deze wordt verstrekt in een reclame-uiting over krediet, anders dan via de televisie of radio, gecombineerd weer in een tabel waarin geen andere informatie wordt opgenomen. 7. Als maandlast als bedoeld in dit artikel wordt in de reclame-uiting de gewogen gemiddelde maandlast die op bet krediet van toepassing is of, indien het krediet aflossingsvrij is of een aflossingsvrije periode kent, de aflossingsvrije maandlast en de bij de aflossing te betalen maandlast genoemd. 8. Indien een financiële ondememing in een reclame-uiting over krediet informatie verstrekt over de hoogte van de kredietvergoeding, verstrekt zij daarbij informatie over het effectiefkredietvergoedingspercentage. 10. Indien een financiele ondememing in een reclame-uiting over krediet informatie verstrekt over bet effectief kredietvergoedingspercentage, duidt zij deze aan als effectieve rente op jaarbasis>.
Artikel 53, lid 7 Oekst geldend per I januari 2008,, 7. Als maandlast als bedoeld in dit artikel wordt in de reclame-uiting de gewogen gemiddelde maandlast die op bet krediet van toepassing is genoemd. Indien bet krediet geheel of gedeeltelijk aflossingsvrij is, worden, onverminderd bet zesde lid. de gewogen gemiddelde maandlast in de aflossingsvrije periode en de bij de aflossing te betalen gewogen gemiddelde maandlast genoemd.
Bijlage 2 Openbare versie besluit