Manuel de Sola Morales
Dit artikel is in maart 1992 gepubliceerd in de cultuurbijlage van de krant La Vanguardia.
Openbare en collectieve ruimte De verstedelijking van het privé-domein als nieuwe uitdaging Sinds het eind van de negentiende e e u w is het o n d e r s c h e i d t u s s e n openbare ruimte en privé-ruimte een hoofdthema geweest in het w e s t e r s e s t e d e b o u w k u n d i g e denken. De u i t b r e i d i n g s p l a n n e n , de o n t e i g e n i n g s w e t t e n , de grootstedelijke parken en de grote civiele werken uit die t i j d zijn fraaie voorbeelden van d i t onderscheid. H e t w a s gewenst d i t o n d e r s c h e i d te versterken zolang het hierdoor mogelijk werd om het openbare domein van groter belang dan het privé-domein - te vergroten en te verbeteren. Deze w a a r d e r i n g van de openbare ruimte vond haar w o r t e l s in het utopische denken van de vorige eeuw, waar het ideaalmodel van de evenwichtige stad (als doel) en de v o r m i n g van een gemeentelijk apparaat (als instrument) de i d e o l o g i s c h e pilaren waren van elke progressiev e stadspolitiek. T o t op de dag van vandaag verdedigen ambtenaren en betrokken t e c h n i c i het openbare groen, de reserveringen voor i n f r a s t r u c t u u r en voorzieningen en de open stedelijke ruimte als het v o o r n a a m s t e s t e d e b o u w kundige doel. En de politici en b e w o n e r s o r g a n i s a t i e s handhaven, volgens hetzelfde idee, de eis van 'de openbare vierkante meter' als de beste manier om te zorgen dat de stad meer ter b e s c h i k k i n g van haar inwoners staat. Sinds de belangrijke t h e o r i e v o r m i n g over de stad in de jaren zeventig ontwikkelde het o n d e r s c h e i d t u s s e n openbare en privé-ruimte zich langs twee hoofdlijnen. De eerste, g e b a s e e r d op de m o n o g r a f i s c h e s t u d i es van steden, pakte de w a a r d e van de strenge rooilijn weer op als het i n s t r u m e n t om de v o o r n a a m s t e t y p o l o g i s c h e elementen van de stedelijke vorm te definiëren (straten, parken, u i t b r e i d i n g s g e b i e d e n , centra). Deze benadering verenigde zich met de tweed e die, u i t g a a n d van het v e r t r o u w e n in de ' a r c h i t e c t u u r van de stad', de hoofdrol van de grote a r c h i t e c t o n i s c h e objecten benadrukte in het s y m b o l i s c h en figuratie f definiëren van de stad en haar geheugen. De derde, m i s s c h i e n meest triviale benadering van het c o n c e pt van de openbare ruimte (en daardoor het meest eenvoudig te accepteren), wil de openbare ruimte als systeem vormgeven: als een reeks opeenvolgende open ruimtes die zo een uniform geheel vormen. Zoals het systeem van parken van Olmsted in Boston, het w e g e n s y s t e em van Henard in Parijs of het
scholensysteem van de Engelse naoorlogs e ' n e i g h b o u r h o o d p l a n n i n g ' . Het is deze laatste benadering die zich, opgenomen in de zogenaamde 'algemene systemen' van onze s t e d e b o u w k u n d i g e regelgeving, o n t w i k k e l d heeft tot een van de meest rigide en verstarde concepten van de openbare ruimte. De andere benaderingen - die van de w a a r d e van de stad als a r c h i t e c tuur en die van het stedelijk weefsel als o n t w e r p o p g a v e - leidden tot de 'getekende s t e d e b o u w ' en de 'stedelijke s t e d e b o u w ' als m e t h o d o l o g i s c h e hypotheses die de f u n c t i o n a l i s t i s c h e abstractie van de vlekken- en zoneringsplannen moesten overstijgen en o p n i e u w de a a n d a c ht opeiste n voor de vorm van de stad als concrete ruimtelijke c o n s t r u c t i e . De C a t a l a a n s e s t e d e b o u w in het begin van de jaren t a c h t i g vormt het voorbeeld bij uitstek van deze benadering. Veel van de betere huidige s t e d e b o u w k u n d i g e p r o g r a m m a ' s zijn geworteld in deze t h e o r e t i s c h e 'versnelling' die in de jaren zeventig de stad tot het gekoesterde en stralende m i d d e l p u nt maakte van de s t e d e b o u w k u n d i g e , politieke en s o c i o l o g i s c h e aandacht. In de afgelopen jaren heeft de opzienbarende realisatie van openbare ruimtes en openbare g e b o u w e n in verschillend e Europese steden - deze principes deels op afstand volgend, deels vergetend - een aantal s c h i t t e rende e t a l a g e s vol e s t h e t i s c h c o n s u m p t i e g o e d opgeleverd. Beelden die c o n c u r r e r e n d zijn binnen de m a s s a c o m m u n i c a t i e maar die geen s t e d e b o u w kundige argumenten leveren die op langere t e r m i j n van betekenis zijn. In Barcelona, na de installatie van de d e m o c r a t i s c h e regering, w a s de ' o n t s n a p p i n g ' naar de openbare ruimte spectaculair. Het leek alsof alles erom draaide de openbare ruimte te veroveren en te vieren. De harde pleinen verschenen, en de minder harde. Elk gat vullend dat t u s s e n de b e b o u w i n g openbleef. T u s s e n 1978 en 1982 heeft men zich vol energie g e s t o r t op het u i t b u i t e n van deze gaten en gaatjes om een n i e u w gezicht aan de stad te geven (een andere stijl en een andere logica) en daar is men met opmerkelijk succes in g e s l a a g d. Niet zozeer omdat de o n t w e r p en altijd even g e s l a a g d waren, maar eerder omdat het zien veranderen van het stedelijk l a n d s c h a p v a n u i t zijn leegtes sowieso een n i e u w e en vernieuwende ervaring was. In Barcelona wilde niet iedereen dat erkennen, maar van buitenaf was er alom bewondering. Na 1982 verschenen de parken. Een stroo m van grote openbare ruimtes kon worden toegevoegd aan de stad door de o n t m a n t e l i n g van l a n d g o e d e r e n of industrieterreinen. De maat en l o c a t i e van de parken waren hierdoor vrij willekeurig; net als de pleinen verschenen ze overal waar dat mogelijk was. Namelijk daar waar de gemeente relatief eenvoudig kon ingrijpen; door een al eerder g e s t a r t e s a n e r i n g s i n g r e e p om te buigen (la Mercè, Raval), op verlaten i n d u s t r i e t e r r e i n en (Espanya Industrial, Pegaso), op reeds openbare
maar niet g e b r u i k t e plaatsen (Sants, Excorxador, Moll de la Fusta) of simpelweg door het herinrichten van openbare pleinen (Plaza Reial, plazas de Gracia). Hoewel men achteraf zou willen zoeken naar de ruimtelijke samenhang van deze ingrepen zal het duidelijk zijn dat de gelegenheid het voornaamste c r i t e r i um was voor de locatiekeuze. De gelegenhei d voor een gemeentelijk apparaat om te kunnen handelen - op t e r r e in dat niet in parti culiere handen is - om zo de hoeveelheid ruimtes w a a r v a n het beheer, eigendom en o n t w e r p in handen zijn van de gemeente te vergroten en te verbeteren. Imago en eigendo m van de stad identificeerden zich meer en meer met elkaar, op een zodanige manier dat het Barcelona van deze jaren heeft laten zien hoe 'het moderne' door een ambtelijk apparaat gemaakt kan worden en hoe men, als c o n s e q u e n t i e daarvan, aan stedelijke openbare ruimtes een sterk beeld en zelfs een hoofdrol kan geven. Maar het zou gevaarlijk zijn als we ons alleen zorgen zouden maken over de vorm van de stad daar waar die stad in beheer is van het gemeentelijk apparaat. In de laatste jaren hebben w e i n i g betekenisvolle en ingrijpende o n t w i k k e l i n g e n in het particulier e domein plaatsgevonde n die v e r n i e u w e n d genoemd kunnen worden (bijvoorbeeld op het gebied van w o n i n g e n of kantoren). En juist daar zou, naast de s c h i t t e r e n d e meerwaarde en vlekkeloze verdienste van het verrijken van de stad met boulevards, parken, pleinen, ringwegen, stadions, musea en theaters, een s p e c t r u m v e r b r e d i n g van de gemeenschappelijk e stad g e p r o d u c e e rd kunnen worden die bijdraagt aan de hypertrofie van de openbare ruimte zelf. Het belang van de openbare ruimte ligt niet in de mate van u i t g e s t r e k t heid, het k w a n t i t a t i e v e o v e r w i c h t of de symbolisch e hoofdrol daarvan, maar in het onderling in verband brengen van particuliere, besloten ruimtes, w a a r d o o r ook die ruimtes tot collectief erfgoed gemaakt worden. Een stedelijk, openbaar karakter geven aan die g e b o u w e n die anders u i t s l u i t e n d besloten zouden zijn - de verstedelijking van het privé-domein - dat is het concept. Dat wil zeggen: het particulier e opnemen in de invloedssfeer van het openbare. Neem bijvoorbeeld de oude binnenstad. De doorbraken in de Raval zijn grotendeels de erfenis van een p l a n n i n g met een lange geschiedenis. Het merendeel is gerealiseer d op t e r r e i n dat beschikbaa r w a s voor openbare ingrepen. In andere delen van de wijk zijn de open ruimtes gedefinieerd door de kavelgrenzen van g e s l o o p t e huizen of huizenblokken, meer niet. Daar waar vervangende n i e u w b o u w verschenen is, w o r d t de t e g e n s t r i j d i g h e i d duidelijk van moderne c o n s t r u c t i e t e c h n i e k en die zich in het oude weefsel proberen in te passen, en de middenklasse moderne w o n i n g e n blijken paradoxaal genoeg - b o m b a s t i s c h en w e i n i g f u n c t i o n e e l. De ingrepen bestaan grotendeels uit n i e u w e w o n i n g e n , pleinen en parkeerkelders, en di t s i m p l i s m e is m i s s c h i e n de oorzaak van de schemat i s c h e hardheid van het resultaat. De vorm van de ruimte in de oude stad
zou moeten refereren aan de d i s c u s s i e over het sociale doel van de veranderingen in deze wijk en daarmee aan de mogelijkheden voor het programma. M i s s c h i e n had men voor de ruimtes in de oude stad eerder moeten zoeken naar een nieuwe t y p o l o g i s c h e vorm voor pensions, meer h y g i ë n i s c h e bars en n a c h t c l u b s en gezamenlijk onderdak voor a m b a c h t s l i e d e n en handelaren, dan naar middenklass e g e z i n s w o n i n g e n of n i e u w e u n i v e r s i t e i t s b i b l i o theken. En een aantal bestaande, al veelvuldig g e t r a n s f o r m e e r d e f r a g m e n t e n in de huidige s t r u c t u u r hadden o p l o s s i n g e n aan kunnen dragen die veel meer toegesneden zijn op de manier van leven in die wijk dan de grote leegte die het gevolg is van de M i d d e l e u r o p e se 'sanitaire' s t e d e b o u w . De bij deze indrukwekkende operati e veronderstelde r e v i t a l i s e r i ng lijkt zich dan ook niet te voltrekken. Het als openbaar bestempelen van de pleinen, w o n i n g e n en parkeergarage s heeft niet d i r e c t de gewenste bijdrage geleverd aan de collectieve toeëigening hiervan door de stedelingen, w a a r m e e men zich had willen identificeren. Het is niet zo dat de gerealiseerde projecten in de oude stad niet goed zouden zijn, maar voor een zo ingewikkelde taakstelling is de u i t s l u i t e n d 'openbare' karakteristiek onvoldoende: de hypertrofie van de 'officiële stad' veronachtzaamt bepaalde vormen van het collectieve leven en kan ze zelfs laten verdwijnen. De collectieve ruimte is veel meer èn veel minder dan de openbare ruimte als we deze beperkt zien tot het openbare eigendom. De civiele, a r c h i t e c t o n i s c h e , s t e d e b o u w k u n d i g e en m o r f o l o g i s c h e rijkdom van een stad is die van de collectieve ruimtes, die van alle plekken waar het alledaagse leven zich afspeelt, zich presenteer t en als herinnering aanwezig is. En m i s s c h i e n zijn dat steeds vaker ruimtes die niet openbaar of privé zijn, maar beide tegelijkertijd: openbare ruimtes die voor privé-activiteiten g e b r u i k t worden of privé-ruimtes die een collectief gebruik toestaan. Is 'el C o r t e Inglès', het grote w a r e n h u i s op de Plaza Catalunya, een openbaar of een privé-domein? E c o n o m i s c h gezien is het overduidelijk een particulier e aangelegenheid, maar dat gaat niet op voor het gebruik en de betekenis die het voor de stad heeft. Het is niet toevallig dat er al vijf jaar g e d i s c u s s i e e r d wordt over de te vernieuwe n gevel. En is de kerk van Santa Maria del Mar openbaar of privé? En het v o e t b a l s t a d i on van Barcelona? Openbaar en privé verwateren als categorieën en voldoen niet meer. Zelfs enkele bij uitstek openbare plaatsen zoals de Plaza Sant J a u m e of de Rambla, volledig openbaar vanweg e hun betekenis en e i g e n d o m s s i t u a t i e , veranderen in collectieve ruimtes door de vrije toeëigening ervan door verschillende particulier e activiteiten. In Barcelona zijn veel voorbeelden te vinden van zulke m e n g p l a a t s e n met een belangrijke collectieve betekenis. De markt van de Boqueria is m i s s c h i e n wel het meest treffende voorbeeld: een plaats waar het openbare e i g e n d o m en beheer m o e i t e l o os te c o m b i n eren zijn met de particuliere i n i t i a t i e v e n en a c t i v i t e i t e n van de g e b r u i k e r s, of
het nu verkopers zijn of al die mensen die werken aan de complementair e activiteiten die de markt in haar directe o m g e v i n g genereert. Of neem de nu verdwenen restaurantjes aan het strand van Barceloneta. Maar ook de bar op de hoek, de school, de krantenkiosk of de m e t r o h a l t e vormen een ruimtelijk systeem met verschillende rechten en plichten, dat als openbaar maar ook collectief systeem de hoofdlijnen bepaalt w a a r l a n g s het stedelijk leven zich ontrolt. Daarin spelen ook de strikt openbare ruimtes een belangrijke rol, hoewel s l e c h t s gedeeltelijk en m i s s c h i e n zelfs met de dag minder noodzakelijk. Een w i n k e l c e n t r u m of een weilandwinkel, een a t t r a c t i e p a r k of een stadion, een grote parkeerplaat s of een winkelgaleri j zijn de veelbetekenende plekken in het leven van alledag, de collectieve ruimtes van deze tijd. En vooral het openbaar vervoer in grote steden is een gemeenschappelij k referentiepunt. Vanwege de frequenti e en o m v a n g van het massale gebruik, vanwege de variëteit van het publiek en het p s y c h o l o g i s c h g e w i c h t als betekenisdrager van het m e t r o p o l i t a ne leven. De laatste film van Eric Rohmer - Conté d'hiver - laat d it uitstekend zien. Dit in t e g e n s t e l l i n g tot de o b j e c t m a t i g e visie op de stedelijke ruimte van W i m Wenders. Hotels, restaurants, weekend- en toeristencentra , de perifere d i s c o t h e ken; het zijn deze ongedefinieerde ruimtes waar de openbare vorm van de stad de inzet van het spel is. De periferie is paradoxaal genoeg het werkelijke c e n t r u m van het t o e k o m s t i g e leven van de steden en zal gevormd worden door de ruimtes die een betekenis hebben als plaatsen van gemeenschappelijk belang, zonder de retoriek van de formele representatie. Bij het werken aan de nieuwe stedelijke opgaves is het de taak van de stedeb o u w k u n d i g e n om van deze ruimtes een intermediai r te maken. Noch openbaar noch privé maar het tegenovergestelde; ruimte s die niet steriel zijn en overgeleverd aan de p u b l i c i t e i t maar een s t i m u l e r e n d onderdeel vormen van het veelvormi g stedelijk weefsel. En het is zaak om de Keynesiaanse 'welfare city' - of anders gezegd de g e s u b s i d i e e r d e stedelijkheid - te verhuizen naar meer riskante, minder voor de hand liggende en interessanter e gebieden. Zo niet, dan dreigt het v a s t l o p e n in de categorieën van de barokke stedelijke ruimte, zij het a a n g e p a s t aan de laatste mode qua stijl en materiaal. Het erkennen van deze opgave is u i t e r m a t e belangrijk voor het stedeb o u w k u n d i g o n t w e r p en opent een n i e u w onderzoeksveld dat door verschillende schaalniveaus heenloopt. Op d i t m o m e n t negeren we de klassieke uitleg van de publieke ruimte als u i t d r u k k i n g van de overeengekomen waarden binnen een m a a t s c h a p p i j en d a a r m e e de c o n d i t i e van het openbare als vorm bij uitstek van het sociale. Een feit is, daarentegen, dat de stad precies de plek is waar het privé-domein een sociaal d o m e i n kan zijn en vaak ook is; net zoveel, of meer nog, dan het openbare. De 'goede' stad is daarom die stad waar de particuliere g e b o u w e n openbare elementen zijn en
een sociale betekenis en waarde uitstralen die verder reiken dan het g e b o u w zelf en waarin hun stedelijke karakter ligt besloten. De w o o n p a l e i zen aan de Paseo de Gracia of de winkels aan de Calle Ferran zijn stedelijke fenomenen die veel meer betekenis hebben dan die van het particulier e eigendom. Op deze wijze is de stad o p g e b o u w d zowel uit goede huizen, goede winkels en goede bars als uit boulevards, monumente n en representatieve gebouwen . De goede stad is de stad die erin s l a a g t een openbare waard e aan het privé-domein te geven. Daarbij is de k w a l i t e i t van het individuele een voorwaarde voor de bijdrage aan het collectieve. Is het niet zo dat de bars van het nachtelijke Barcelona één van de meest interessante stedelijke fenomenen van de laatste jaren vormen? W a a r o m ? O m d a t hun besloten karakter niet gescheiden is van de a a n d a c ht voor collectieve waarden en belangen. De collectieve ruimtes vormen de rijkdom van de h i s t o r i s c h e steden en zijn zeker ook de belangrijkste s t r u c t u u r voor de t o e k o m s t i g e stad. M i s s c h i e n is het wel zo dat de ongedefinieerd e ruimtes in onze steden als steeds sterkere b e t e k e n i s d r a g e r s van het alledaagse leven op verschillende manieren g e b r u i k t en toegeëigend kunnen worden door de verschillende stedelijke 'stammen'. M i s s c h i e n is het wel zo dat de vorm van de 'plekloze' stad, waarover Frederic J a m e s o n s c h r i j f t, een gelijktijdi g verlies van de openbare ruimte en de particulier e a u t o r i t e i t in onze o m g e v i n g karakteriseert. Men zegt dat de ' c y b e r p u n k ' - l i t e r a t u ur fraaie b e s c h r i j v i n g e n geef t van deze moderne c o n d i t i e waar het o n d e r s c h e i d t u s s e n openbaar en privé vervaagt door het afschaffen van de verschillen die d a a r u i t voortkwamen . Men zegt dat in Blade runner deze verschillen a f g e s c h a f t zijn. En ook U m b e r t o Eco liet ze achter zich toen hij schreef over het n i e u w e middele e u w s e karakter van het huidige t e r r i t o r i u m . Het lijkt me daarom een aanzienlijke t h e o r e t i s c h e v e r g i s s i n g om de openbare stedelijke ruimtes u i t s l u i t e n d op te vatten als l o c a t i e voor een a r c h i t e c t u u r zonder i n h o u d of d e s i g n - o b j e c t en en met een c o n s i s t e n t i e die niet verder reikt dan het object zelf. A l s 'urban b e a u t i f i c a t i o n ' heeft het zonder meer bijgedragen tot de erkenning van het e s t h e t i s c h belang van stadsoperaties. Maar voor een s t e d e b o u w k u n d i g plan met meer a m b i t i e s voldoet noch het neo-typologism e a la Durand, die de publieke werken als te classificeren c o n s t r u c t i e s b e s c h o u w t , noch het n e o - p i t t o r e s k e a la Sitte, die de hoofdrol van de publieke ruimtes naar de a r c h i t e c t o n i s c h e context v e r s c h u i f t (de meeste 'moderne' s t a d s o n t w e r p p r o g r a m m a ' s van de b e l a n g rijkste Europese steden zijn kinderen van deze o p v a t t i n g e n ) . Ze ontkennen de complexe natuur van de collectieve stedelijke ruimte en beperken dat w a t een ruimte van ervaringen zou moeten zijn tot een ruimte bepaald door vooroordelen. Vertaling:
Els Bet