Opdracht ICT-trainer
Reeks 2
Computergebruik
2A Start en info Opdracht: De software op een computer bepaalt welke bewerkingen je kunt uitvoeren. In de opdrachten bij ICT-trainer Basiscursus wordt gebruik gemaakt van een hele reeks softwarepakketten. Zonder die software kun je de opdrachten niet uitvoeren. In deze opdracht ga je controleren of alle software die je nodig hebt, aanwezig is. Lever dit formulier ingevuld bij je docent in. Stappenplan en tips:
Leerobject:
Welke versie van Windows gebruik je precies?
2.1 Starten, stoppen, weergave
Zoek dit op via Deze computer - Eigenschappen. Zet bolletjes!
Versie:
95
XP Home
98
XP Professional
Millennium
............................................
2002
............................................
Service pack: .............................................................................. Controleer of volgende programma´s van Microsoft op je computer aanwezig zijn. De ordening van software programma´s kan op iedere computer anders zijn. In het begin kan je daarom soms wat moeite hebben met het vinden van programma´s. De programma´s die je moet gaan zoeken zijn allemaal te vinden via Start Alle Programma´s. De programma´s zul je rechtstreeks in de programmalijst kunnen vinden of in de mappen - Microsoft Office - Microsoft Office Hulpprogramma´s - Bureau-accessoires Om te weten welke versie je gebruikt, start je het programma en ga je naar Help - Info.
2.2 Helpfunctie
Sluit een programma direct af, als je de versie weet.
2.1 Starten, stoppen, weergave
Vul nu de volgende lijst in: Naam:
Plaats (map) in menu:
Versie:
Wordpad
Bureau-accessoires
............................
MS Word
..............................................................................
............................
Paint
..............................................................................
............................
MS Photo Editor
..............................................................................
............................
MS Verkenner
..............................................................................
............................
MS Excel
..............................................................................
............................
MS Internet Explorer
..............................................................................
............................
Geluidsrecorder
..............................................................................
............................
MS Outlook
..............................................................................
............................
Windows Media Player
..............................................................................
............................
Kladblok
..............................................................................
............................
© Nijgh Versluys - IntraQuest
1/7
Opdracht ICT-trainer
Reeks 2
Computergebruik
2B Werken met de Verkenner Nodig: Toegang tot map basisdocumenten op cd-rom van ICT-trainer of op het netwerk. Toegang tot een 'persoonlijke' map waarin je resultaten kunt opslaan (wellicht Mijn documenten). Afspraken met je docent over hoe je je resultaten toont of aflevert. Als je werkt via een netwerk moet je deze informatie altijd krijgen van de docent of netwerkbeheerder. Opdracht: Het inrichten van een computer is als het inrichten van een kast. Als je kleren, fotoalbums, boeken en al die andere spullen door elkaar heen legt, kun je niets meer vinden. Dat werkt op een computer net zo. Daarom ga je in deze opdracht je eigen map ´inrichten´. Het kan zijn dat die map op de harde schijf komt te staan, maar het kan ook zijn dat je een persoonlijke map in het netwerk van de school hebt gekregen. Voor het inrichten van je map maakt dat niet uit. Stappenplan en tips:
Leerobject:
Start je computer.
2.1 Starten, stoppen, weergave
Start daarna de Verkenner.
2.3 Bestanden en Mappen
Zoek informatie over het maken van mappen door vanaf het bureaublad op [F1] te drukken.
2.2 Helpfunctie
Ga naar je persoonlijke map toe of maak er een aan als die nog niet bestaat. Bij gebruik van een netwerk is hiervoor informatie van de docent/netwerkbeheerder nodig.
2.3 Bestanden en Mappen
Bij deze Basiscursus van ICT-trainer zitten 5 reeksen met opdrachten én er zitten opdrachten in de leerobjecten zelf. De resultaten van de opdrachten bewaar je steeds. Voor iedere reeks opdrachten maak je een submap in jouw eigen map aan. Je geeft ze de volgende namen: ICT ICT ICT ICT ICT ICT
Basisbegrippen Computergebruik Tekstverwerken Spreadsheets Informatie en communicatie Extra
Alle namen beginnen met ICT, zodat je de mappen en documenten later gemakkelijk kunt terugvinden. Maak in ICT Computergebruik een nieuw txt-bestand en noem het test.txt. Kopieer dit bestand in dezelfde map. Verander de naam van het bestand van Kopie van test.txt naar test2.txt. Zoek informatie over het verwijderen van bestanden.
2.2 Helpfunctie
Verwijder de map ICT Extra uit de 'persoonlijke' map.
2.3 Bestanden en Mappen
Maak de Prullenbak leeg.
© Nijgh Versluys - IntraQuest
2/7
Opdracht ICT-trainer
Reeks 2
Computergebruik
2C Werken met software Nodig: Toegang tot map basisdocumenten op cd-rom van ICT-trainer of op het netwerk. Toegang tot een 'persoonlijke' map waarin je resultaten kunt opslaan (wellicht Mijn documenten). Afspraken met je docent over hoe je je resultaten toont of aflevert. Opdracht: In de map basisdocumenten\opdrachten van ICT-Trainer Basiscursus is een afbeelding van een half gezicht opgeslagen. Met behulp van het programma Paint ga je het gezicht volledig maken. Stappenplan en tips:
Leerobject:
Start het programma Paint van Microsoft via Alle programma´s Bureau-accessoires.
2.1 Starten, stoppen, weergave
Open het bestand foto 01 in de map basisdocumenten\opdrachten, via Bestand - Openen
2.4 Informatie verwerken
Selecteer de foto van het halve gezicht en knip het geselecteerde vlak uit via Bewerken - Knippen. Als je niet weet hoe je een vlak moet selecteren, kun je de informatie vinden in de Help van Paint bij het onderdeel Selecties.
2.2 Helpfuncties
Plak nu de foto terug via Bewerken - Plakken. Sleep de foto naar rechts in het witte vlak. Plak de foto nog een keer door nog eens naar Bewerken Plakken te gaan. Ga daarna meteen naar Afbeelding - Spiegelen/Draaien. Spiegel de foto horizontaal. Je hebt nu de ´linker´ helft van het gezicht. Sleep de linker helft zo naar rechts, dat de vlakken van de twee foto´s aansluiten en het gezicht ´normaal´ wordt. Sla het eindresultaat op onder de naam foto01 op in de submap ICT Computergebruik of op de met je docent afgesproken plaats.
2.4 Informatie verwerken
Sluit Paint af.
2.1 Starten, stoppen, weergave
© Nijgh Versluys - IntraQuest
3/7
Opdracht ICT-trainer
Reeks 2
Computergebruik
2D Werken met de Verkenner Nodig: Toegang tot map basisdocumenten en tot een 'persoonlijke' map waarin je resultaten kunt opslaan. Afspraken met je docent over hoe je je resultaten toont of aflevert. Als dat mogelijk is: een printer (niet noodzakelijk). Opdracht: Bij ICT-Trainer Basiscursus horen basisdocumenten. Met de Verkenner kun je de inhoud van deze mappen ordenen en zorgen dat er geen overbodige bestanden op je harde schijf staan. In deze opdracht ga je met behulp van de Verkenner mappen en bestanden kopiëren, zoeken, ordenen en bewerken. Stappenplan en tips:
Leerobject:
Start de Verkenner op een van de manieren die in het leerobject wordt uitgelegd.
2.3 Bestanden en Mappen
Zoek met de zoekfunctie de map basisdocumenten\opdrachten op de cd-rom van ICT-trainer. Als je geen cd-rom hebt, weet je docent waar je de map kunt vinden op het netwerk. Kopieer de map opdrachten naar je 'persoonlijke map' op de harde schijf van jouw computer (de plaats die je hebt afgesproken met je docent). Let op! Kopieer niet de afzonderlijke bestanden, maar de hele map, zodat in jouw persoonlijke map een submap opdrachten ontstaat. In de map opdrachten zitten veel bestanden van afbeeldingen die ook nog eens in de submappen zitten, dubbele bestanden dus. Zoek alle bestanden van afbeeldingen in de map opdrachten en in de onderliggende submappen. (Zorg dat je hiervoor de Weergave hebt ingesteld op Details.) Sorteer op naam en verwijder alle dubbele en driedubbele bestanden, zodat je slechts 1 bestand per afbeelding overhoudt. Zoek nu alle overgebleven afbeeldingen opnieuw. Zorg dat je Weergave is ingesteld op Details. Orden de afbeeldingen op aflopende datum, dus het oudste bestand onderaan. Zet nu je Weergave op Miniatuurweergaven en maak een 'schermafdruk' van dit scherm op het klembord, zoals beschreven in de informatie van het leerobject.
2.4 Informatie bewerken
Start het programma Paint van Microsoft via Alle programma´s Bureau-accessoires, plak de inhoud van het klembord in dit programma en maak een afdruk (als je een printer beschikbaar hebt). Sla de schermafdruk op in je eigen submap ICT Computergebruik onder de naam schermafdruk01. Sluit vervolgens Paint. Maak de Prullenbak leeg.
2.3 Bestanden en Mappen
© Nijgh Versluys - IntraQuest
4/7
Opdracht ICT-trainer
Reeks 2
Computergebruik
2E Werken met software Nodig: Een computer met een geluidskaart en een koptelefoon of luidsprekers. Toegang tot map basisdocumenten en tot een 'persoonlijke' map waarin je resultaten kunt opslaan. Afspraken met je docent over hoe je je resultaten toont of aflevert. Opdracht: Je hebt voor een muziekvoorstelling op school de opdracht gekregen een basisritme te maken voor een dansnummer. Het hele nummer hoeft maar twee minuten te duren. Je hebt twee geluidsbestanden. Door deze aan elkaar te plakken kom je net uit op iets meer dan een minuut basisritme. Daarom verdubbel je dit nieuwe bestand nog eens en knip je het daarna precies op maat. In deze opdracht ga je met de Geluidsrecorder van Windows twee geluidsbestanden aan elkaar plakken en op een lengte van twee minuten maken. Stappenplan en tips:
Leerobject:
Zoek via de Verkenner de bestand hiphop03 en hiphop02 op in de basisdocumenten.
2.3 Bestanden en Mappen
De Geluidsrecorder is één van de bureau-accessoires van Windows.
2.4 Informatie verwerken
Open via de Geluidsrecorder het bestand hiphop03 en beluister dit. Ga naar bewerken en ga naar Bestand invoegen. Voeg bestand hiphop02 toe aan het eind van hiphop03. Beluister het geheel. Sla dit nieuwe bestand in je eigen submap ICT Computergebruik op als hiphop 04. Plak achter dit bestand nog een keer hiphop04, het bestand dat je juist hebt bewaard. De totale lengte is nu ongeveer 124 seconden. Verplaats de schuifbalk zo nauwkeurig mogelijk naar 120 seconden. Ga naar Bewerken en verwijder de laatste 4 seconden van het bestand. Voeg aan het bestand Echo toe via het menu Effecten. Sla het eindresultaat op onder de naam hiphop01 op in je eigen submap ICT computergebruik of op de met je docent afgesproken plaats. Sluit de Geluidsrecorder af.
© Nijgh Versluys - IntraQuest
5/7
Opdracht ICT-trainer
Reeks 2
Computergebruik
2F Werken met software Nodig: Toegang tot map basisdocumenten en tot een 'persoonlijke' map waarin je resultaten kunt opslaan. Afspraken met je docent over hoe je je resultaten toont of aflevert. Opdracht: In de map media-opdrachten van ICT-Trainer Basiscursus is een donkere foto opgeslagen. Met behulp van het programma Microsoft Photo Editor ga je de afbeelding bewerken. Stappenplan en tips:
Leerobject:
Start het programma Microsoft Photo Editor via Alle programma´s - Microsoft Office Hulpprogramma´s.
2.4 Informatie verwerken
Open via Bestand - Openen het bestand sicilie01 uit de map basisdocumenten\opdrachten. Draai de foto 90° met behulp van de knop 90° draaien. Gebruik eventueel de helpfunctie van het programma.
2.2 Helpfuncties
Ga naar het menu Afbeelding - Formaat wijzigen en stel het formaat in op 25%. Stel eventueel op de taakbalk Inzoomen in op 100%. Sla de aangepaste foto op in de submap ICT computergebruik op onder de naam sicilie02.
2.4 Informatie verwerken
Ga nu naar het menu Afbeelding - AutoBalans en klik hierop. Bekijk het verschil tussen de originele foto en de met AutoBalans bewerkte foto door met het Ongedaan maken ´pijltje´ en het pijltje Opnieuw ernaast heen en weer te schakelen. Sla de foto op in de submap ICT computergebruik op onder de naam sicilie03. Start nu het programma Paint via Alle Programma´s - Bureauaccessoires. Open via Bestand - Openen de afbeelding sicilie03. Om de afbeelding heen is een heel dun blauw lijntje zichtbaar. Ga met de muisaanwijzer naar de rechter onderhoek tot de muisaanwijzer verandert in een pijltje met twee punten. Maak dan het kader 2 x zo breed door de linker muisknop ingedrukt te houden en te slepen. Er is nu een wit vlak naast de foto ontstaan, dat even groot is als de foto zelf. Sla de foto op in de submap ICT computergebruik op onder de naam sicilie04. Open nu in Paint het bestand sicilie02. Selecteer de hele foto. Kopieer de foto en open het bestand sicilie04 opnieuw via de recente bestanden in het menu Bestand. Plak het geknipte bestand in het scherm en sleep de tweede foto netjes naast de eerste foto. Haal eventuele witte randen weg door ze bij te snijden. Zoek daarvoor in de helpfunctie van Paint op Figuren bijsnijden.
2.2 Helpfuncties
Sla de dubbele afbeelding op onder de naam sicilie05 in de map ICT computergebruik en sluit Paint.
2.1 Starten, stoppen, weergave
© Nijgh Versluys - IntraQuest
6/7
Opdracht ICT-trainer
Reeks 2
Computergebruik
2G Werken met de Verkenner Nodig: Toegang tot map basisdocumenten en tot een 'persoonlijke' map waarin je resultaten kunt opslaan. Afspraken met je docent over hoe je je resultaten toont of aflevert. Opdracht: In deze opdracht ga je met behulp van de Verkenner mappen en bestanden zoeken, ordenen en comprimeren. Tegelijkertijd leer je andere functies van de Verkenner toepassen. Stappenplan en tips:
Leerobject:
Start de Verkenner op één van de manieren die in het leerobject wordt uitgelegd.
2.3 Bestanden en Mappen
Open de map basisdocumenten op de cd-rom of op het netwerk. In de map basisdocumenten zitten verscheidene submappen en veel losse bestanden met verschillende extensies. Gebruik Zoeken - Alle bestanden en mappen om een lijst van alle bestanden in de map basisdocumenten en de submappen te maken. De lijst wordt weergegeven in het venster Zoekresultaten. Sorteer de bestanden op type en selecteer de Microsoft Word documenten met de extenties .doc. Maak een nieuwe submap binnen de map ICT Computergebruik met de naam ICT Doc en kopieer hier bestanden naartoe die je in de vorige stap hebt geselecteerd. Vraag de Eigenschappen op van de nieuwe map ICT Doc. Noteer hoe groot deze bestanden samen ongeveer zijn: ............ Maak in de map ICT Computergebruik een nieuwe Gecomprimeerde map of een WinZip File. (Als het programma WinZip op je computer staat, heet de procedure anders, maar het resultaat is hetzelfde.) Geef deze gecomprimeerde map of dit WinZip-bestand de naam Compact. Sleep de geselecteerde Microsoft Word documenten (.docbestanden) vanuit het venster Zoekresultaten naar deze gecomprimeerde map of dit WinZip-bestand. Bepaal de Eigenschappen van de gecomprimeerde map (WinZip-bestand) en noteer de grootte hiernaast: .............................................. Hoeveel is het verschil met de niet-gecomprimeerde grootte?
..............................................
Sluit het venster Zoekresultaten.
© Nijgh Versluys - IntraQuest
7/7