OPA KRENTENBOL
© Bijbelverhalen.nl
1 - Dagboek 2 - De oudste zijn 3 - Regels 4 - Reinheid 5 - Slechte tv-programma's 6 - Sterven 7 - Paasfeest 8 - Stefan wordt overvallen door angst 9 - Stel je voor 10 - Blozen 11 - Elkaars spullen lenen 12 - Snoeien 13 - Een vreemdeling 14 - Sportfanatisme 15 - Verliezen 16 - Telefoneren 17 - Oud en Nieuw 18 - Goede manieren 19 - Je rommel opruimen 20 - Slechte vrienden 21 - Aandacht krijgen 22 - Liegen, liegen en nog eens liegen 23 - Schelden 24 - Jaloers 25 - Geduld 26 - Hondepoep 27 - Opa troost Japie in zijn verdriet 28 - Pesten 29 - Kerstfeest 30 - Intimidatie
31 - Stelen 32 - Verwennen 33 - Afwassen 34 - Handjes geven 35 - Chips eten 36 - Burengerucht 37 - Dieren 38 - Opa Krentenbol geeft zichzelf 39 - Abah! Opa Krentenbol! 40 - Shirley leert Niesje beter kennen 41 - Bang maken 42 - Roken 43 - Stefan is brutaal 44 - Graffiti 45 - Stefan wordt beroofd 46 - Kleding 47 - Rommel op straat 48 - Onrecht 49 - Vrede 50 - Vieze plaatjes 51 - Kerstman 52 - Geven 53 - Oefenen, leren en doorzetten 54 - Stunten 55 - Verliefd 56 - Op het wandelpad 57 - Lekker spelen 58 - Opa's voornaam 59 - Gokken
1 - Dagboek De meeste kinderen hebben wel een bijnaam voor hun opa's en oma's. Soms zeggen ze bijvoorbeeld Opa en Oma Zierikzee, of Opa en Oma Bergweg. Snap je? Dat is gewoon om de opa's en oma's uit elkaar te houden. Stefan en Shirley noemen hun ene opa altijd Opa Krentenbol, want als je bij hem op visite komt, krijg je altijd een krentenbol. Ze hebben ook nog een oma Hemeltjeshof, die woont op de Hoge Singel, maar zij is nogal deftig. Je mag daar niks. Alleen maar netjes op de bank zitten. Nee, dan Opa Krentenbol. Dat is de meest fantastische opa die je je maar kunt voorstellen. Hij maakt veel grapjes en heeft altijd tijd voor je. Soms neemt hij je mee ergens naar toe en dan beleef je echt avonturen. Neem nou vandaag. Na zijn werk in het volkstuintje was opa in zijn grote stoel gaan zitten met een reuzenpot thee voor zich, helemaal voor hem alleen. Wel drie kopjes thee schonk hij in, allemaal met drie klontjes suiker, want opa was een echte zoetekauw. Hij dacht na, heel diep. 'Mmm.' bromt hij, terwijl hij met een hand de rimpels in zijn voorhoofd probeert glad te strijken, wat toch niet lukt. 'Die kleine apenkoppen van me wil ik nog zoveel leren, maar praatwoorden zijn ze zo weer vergeten. Het moeten schrijfwoorden zijn. Dan kunnen ze het later nog eens nalezen. Ja, ik weet al wat... Hij propt nog gauw twee klontjes achter z'n kiezen, (Hij heeft toch een kunstgebit)... zet zijn handen op zijn stramme knieën en staat op. 'Ik ga een dagboek kopen,' zegt hij tevreden, 'en dan moeten zij er ook in schrijven. Dat zal leuk worden.' In de winkel gekomen, besluit opa, dat het maar een poëziealbum moet worden. Dat is veel aardiger. 'Is het een cadeau?' vraagt het winkelmeisje. 'Nee, laat maar,' zegt opa droog. 'Het is voor mezelf.' Het meisje staart hem vol verbazing aan. 'En plaatjes hoef ik niet. Ik plak mijn stikkers er wel in.' voegt opa er nog aan toe. Het winkelmeisje weet niet wat ze moet doen. Hard gaan lachen of flauwvallen. Als opa de deur uitgaat weet ze het. Ze valt flauw. Vraag 1: Waarom kunnen kinderen wat van oude mensen leren? 2. Wat kunnen kinderen van hen leren? 3. Waarom is het fijn om een oma of opa te hebben?
2 - De oudste zijn Met een zucht van voldoening plakt opa de roze aardbeienbrief van Shirley in zijn dagboek. Zo, dat is vol. Het is een dik boek geworden. Van alles zit erin. Tekeningen, stikkers, plaatjes uit tijdschriften en kaarten. Ook een foto van Mopsy en een leuke tekening die Shirley maakte van het konijn van ouwe Bram, dat een brief schrijft. Stefan heeft een mooie graffititekening gemaakt over die keer toen opa het tunneltje wilde onderknoeien. Wat een leuke herinneringen zitten erin. Opa knikt tevreden. Hij plakt ergens nog een hoekje vast en poetst de buitenkant op met een beetje spuug en de mouw van zijn trui. Dan gaat hij het naar de kinderen brengen. Zodra Shirley het ziet, roept ze hebberig: 'Ik wil het hebben. Mag het, opa? Ik zal het bewaren tot ik honderd ben.' 'Nee, dat is niet eerlijk,' roept Stefan. 'Jij wordt toch al zo verwend. Ik ben de oudste.' Ze beginnen ruzie te maken. Shirley schreeuwt dat Stefan altijd alles krijgt en zij nooit eens iets. Opa beslist dat het dagboek voor Stefan is. 'Vanmiddag kopen we gewoon dagboek nummer twee en dat wordt dan voor jou, Shirley.' Shirley mokt nog wat na, maar dat is gauw over als opa voorstelt de toren te gaan beklimmen. De kerk bestaat honderd jaar en nu mag iedereen gratis op de toren. Wat leuk, zeg! Daar hebben ze wel zin in. Gauw trekken ze hun jassen aan, want boven op een toren waait het meestal nog al. Het valt voor opa niet meer om die steile houten trappen op te komen. 'Och, och! Waar ben ik aan begonnen?' hijgt hij. Maar Shirley en Stefan wachten telkens even op hem. 'Het komt door uw dikke buik,' zegt Shirley, meer eerlijk dan beleefd. Maar opa denkt dat hij te oud is voor zulk geklim. Eindelijk zijn ze boven. Wat een schitterend uitzicht. De mensen zijn net playmobielpoppetjes en de autootjes speelgoed. Ze zien van alles. Ook hun eigen straat en hun eigen huis. Wat is dat klein in die wijde wereld. 'Moet je nou eens voorstellen,' zegt opa. 'Daar in dat minihuis woont een minimeisje en een minijongen, die ruzie maken over een minidagboekje. Dat is toch zeker belachelijk! Echt een miniprobleem.' De kinderen zijn het eigenlijk wel met hem eens. Na een tijdje ziet opa de bakkerswagen rijden. Dat doet hem denken aan lekkere verse krentenbollen. Dus gaan ze in een sneltreinvaart naar beneden. Opa wordt er draaierig van. Hij is blij dat zijn dochter de thee klaar heeft staan. Het is een piepklein kopje met drie piep-piepkleine klontjes erin. (Van bovenaf gezien dan wel.) De kinderen genieten met kleine teugen van hun hete thee en denken: 'Wat was het weer een fijne middag met onze fantastische opa Krentenbol. Vraag 1: Is het fijn om de oudste te zijn? 2. Wat voor voordeel is het om de jongste te zijn? 3. Zouden goede ouders hun kinderen verschillend opvoeden, zodat de een iets wel mag en de ander niet?
3 - Regels Stefan komt uit gymnastiek. Hij moet met zijn fiets stoppen bij een stoplicht. 'Bah!' moppert hij. 'Altijd is dat licht rood. Er komt niet eens een auto aan.' Wat stom eigenlijk om een lichtje over jou de baas te laten zijn. Zou hij doorrijden? Zich nergens wat van aantrekken? Ja, maar als er dan ineens toch wat aankomt? Hij aarzelt. Toch maar niet doen... Nogal mopperig vindt hij, thuisgekomen, opa's dagboek op zijn bed. Nou, misschien weet opa waarom er per se verkeersregels moeten zijn. Met grote hanenpoten schrijft hij erin: 'Opa, waarom zijn er eigenlijk verkeersregels? Het leven zou zonder verkeersregels veel leuker zijn, net als bij apie-apie. O ja, en dan nog een vraag. Wilt u niet een potje met ons voetballen? Japie en Mario doen ook mee. Groetjes van Stefan.' Apie-apie is het leukste wat Stefan en Shirley op gymnastiek doen. Ze krijgen het maar een heel enkele keer. De gymjuf zet dan alle apparaten klaar, ook de minitramp. Eerst mogen ze alles uitproberen en dan spelen ze tikkertje met verlos. Het is vreselijk lachen met apie-apie, omdat er geen regels zijn. Alles mag, als je maar uitkijkt bij de minitramp. Met een zucht doet Stefan het dagboek in een krant en legt het op het kastje bij de buitendeur. Als opa dan komt, kan hij het meenemen. Een poosje later leest opa wat Stefan heeft geschreven. Hij zucht: 'Jammer dat ik m'n voetbalschoenen uitgeleend heb aan mijn vriend Wouter.' (Dat was zestig jaar geleden)...' En bovendien heb ik niet meer zulke elastieken benen als vroeger. Maar ik kan allicht voor scheidsrechter spelen.' Het is woensdagmiddag. Op het grote grasveld wordt een vreemd partijtje voetbal gespeeld. Opa doet echt wel z'n best, maar hij kent de regels niet meer zo goed. Met een rood hoofd loopt hij te fluiten. Een corner noemt hij hands en van hem mag de keeper, Stefan, niet met zijn handen aan de bal komen. Nou ja, dan zit' ie toch altijd! Slap van de lach komen ze thuis. Moeder roept met de vingers in de oren: 'Veeg je benen!' Daar moeten Mario en Japie helemaal om lachen. Ze gaan door de knieën om de benen te vegen in plaats van de schoenen... Even later zitten ze achter een lekker kopje thee nog na te kletsen. Die opa. Hij gaf zelfs een strafpunt als iemand de bal van een ander afpakte. Haha! Trouwens, waar is hij eigenlijk? Ze vinden hem in de woonkamer, bezig in het dagboek te schrijven. 'Woensdag 3 juni. Voetbalwedstrijd. De kneusjes tegen de brulboeien. Uitslag tien-elf.' En hij schrijft eronder: 'Waarom ze zo moeilijk deden over die regels weet ik niet. Ik floot in ieder geval een beste wedstrijd.' Vraag 1: Waarom zijn er verkeersregels nodig? 2. Waarom zijn er spelregels nodig? 3. Waarom zijn er leefregels nodig? (De tien geboden.)
4 - Reinheid Shirley en Stefan zitten samen brood te eten. Moeder is naar oma Hemeltjeshof, die ziek is. Het dagboek ligt op tafel. Stefan leest erin, terwijl Shirley jam op haar brood smeert. 'Ha.' roept hij, 'Moet je lezen wat opa schrijft!' 'Beste kinderen. Ik ben toppunten aan het verzamelen. Doen jullie mee? Hier is mijn eerste: Wat is het toppunt van geduld? Antwoord: Wachten tot de torenhaan kraait. Schrijf gauw terug.' 'Leuk,' zegt Shirley, 'Maar ik weet er geen een.' Ze neemt een hap van haar veel te dik besmeerde boterham. Stefan kijkt eens naar haar. 'Hé, je hebt jam op je gezicht.' 'O ja? Nou, fijn toch zeker.' zegt Shirley koeltjes. Ze neemt een lik jam uit de pot en smeert die op haar andere wang. 'Zo beter?' Stefan lacht. Shirley wil wel eens zien hoe ze eruit ziet. Ze loopt naar de spiegel en bekijkt zichzelf kritisch. Mmm. Een beetje te veel van hetzelfde. Er moet nog wat chocopasta op het puntje van haar neus. Dat staat geinig. Stefan is het met haar eens. Zal hij haar even helpen? Nee, Shirley vindt dat hij zichzelf maar mooi moet maken. Wat hij dan ook prompt doet. Ze rennen van de tafel naar de spiegel en weer terug. Het wordt een dolle boel. 'Weet je wat!' roept Stefan, 'Laten we ook nog wat gel in ons haar doen.' Hij rent naar boven om de pot met gel te halen. Met een grote lik maken ze prachtige punten rechtop in hun haar... Maar dan horen ze het tuindeurtje piepen. Daar komt opa. Wat moeten ze doen? Shirley, bijdehand als altijd, weet wel raad. Vlug trekt ze het tafelkleed wat naar beneden en samen duiken ze onder de tafel. 'Hallo, jongens.' roept opa. 'Wat doen jullie daar?' 'We zitten te denken,' roept Shirley. 'Ja,' voegt Stefan eraan toe. 'Over wat het toppunt is van vies zijn. Weet u dat soms?' Opa denkt even na. 'Is dat soms eenmaal in je leven in bad gaan en dan met een vingertje alleen je neus wassen? 'Nee,' roepen de kinderen. 'Nog eens raden, opa.' 'Eh...' bedenkt opa, 'tomatensoep met je vingers eten?' 'Nee. Ook mis. Het is... dit!!!' Ze doen het tafelkleed omhoog. Opa schrikt zich een wrompeltje. Maar dat is niet genoeg. De twee ondeugden komen hem ook nog een kusje geven en dat plakt verschrikkelijk. Dan gaan ze met z'n drieën, hun hoofden dicht bijeen, voor de spiegel kijken wat een gekke bekken ze wel kunnen trekken. Jammer dat opa geen gel in z'n haar kan doen. Als moeder na een tijdje thuiskomt zitten ze, lekker schoongewassen, gezellig te kwartetten. Alle rommel is weer opgeruimd. Alleen een grote bruine vlek in opa's dagboek, vertelt nog van het toppunt van smerig zijn. Vraag 1: Waarom moet je netjes eten? 2. Wat is er nou zo vies aan als je je haar niet regelmatig wast? 3. Is het voor anderen ook fijn als je lekker schoon bent?
5 - Slechte tv-programma's Stefan schrijft: 'Lieve opa, ik heb een nieuwtje. Vannacht ben ik uit m'n bed gerold. Dat komt omdat ik zo gek droomde. Zal ik eens vertellen wat ik droomde? Niet lachen, hoor! Ik werd in een poepsloot naar beneden gezogen, want het ijs brak. Ik kon er niet meer uitkomen, maar zonk dieper en dieper. Toen was ik in een andere wereld, waar enge beesten waren. Er was vuur in hun mond en ik moest in de maag van een zo'n eng beest wonen. Mamma hoorde een grote bons en vond mij op de grond voor het bed. Gelukkig had ik niks. Opa, ik kan niet verder schrijven, want ik wil tv kijken. Dat begint om vier uur. Er is een tof programma. Kent u het? Het heet: 'De gruwelijke monsters uit de Doodsvallei.' Dag hoor! (Ik zal een plaatje uit de tv gids erbij plakken). Uw kleinzoon Stefan.' 'Grr. Gr!!' zei opa toen hij in zijn boek las wat Stefan erin had geschreven. 'Ik haat slechte tv- programma's. Vooruit, opa Krentenbol. In actie voor je kleinzoon.' Opa stond rechtop en salueerde. 'Yes Sir!' De tegenaanval werd ingezet. Toen de kinderen om een uur of vijf over de gang liepen, zagen ze een touwtje door de brievenbus naar binnen hangen. 'Hé, Stefan, een touwtje. Wat zou dat zijn?' Stefan haalde het aan de buitenkant eruit en samen keken ze waar het naar toe ging. Raad eens? Naar de bosjes. Shirley wond het touw op een bolletje. Na een tijdje trokken ze iets roods en bols te voorschijn. Het was een oude valhelm. Opa had er een briefje in geplakt: 'Stefan, zet deze valhelm vannacht op, of doe de tv uit bij die rare programma's. Hebben jullie soms geen uitknopje? Groeten van opa.' Vraag 1: Hoe kwam het dat Stefan nachtmerries kreeg? 2. Gebruik je het uitknopje wel goed? 3. Als je hersens een bibliotheek zijn, waarin je informatie opslaat, zou het dan goed zijn om naar griezel of vechtfilms te kijken?
6 - Sterven De zon schijnt vandaag zo lokkend. Veel mensen gaan even een frisse neus halen. Maar opa Krentenbol laat zich niet verleiden. Hij zit aan een tafel en schrijft. 'Lieve k.n.d.r.n...' Wat is dat nou? De balpen doet het niet goed meer. Even uitproberen op de krant. Nee, hij is leeg. Er moet een nieuwe komen. De oude belandt met een boogje in de prullenbak. Hij rolt er even hard weer uit, want de prullenbak is vol. 'O, o.' zucht opa, 'Balpen leeg, prullenbak vol. Wat een dag. Nou ja, opruimen doe ik later.' Met een ander pen vult hij de gaatjes in het woord weer op. Hij schrijft verder. 'Weten jullie het verschil tussen een versleten balpen en een versleten opa? Bij de balpen is de buitenkant nog goed en de vulling op en bij mij is het juist andersom. Ik heb, zoals jullie weten een nieuw leven van de Heer Jezus gekregen. Nou, en dat verslijt niet. Maar nu ter zake. Laat mamma de bollen klaarleggen, dan kom ik die vanmiddag planten. Het is nu juist mooi weer ervoor. De groeten van opa.' Vlug stopt hij het boek in een plastic zak. De bakker, die net met zijn auto in de straat staat, brengt ook brood bij Shirley en Stefan thuis. Hij wil best even de zak afgeven voor opa. 's Middags helpen de kinderen met bollenplanten. Het is een leuk werkje. 'Let goed op.' zegt opa, 'De puntjes moeten naar boven, anders groeien de bloemetjes naar beneden en dan komen ze in China boven de grond.' Haha! Die opa. Vraag 1: Lijkt bolletjes planten een beetje op begraven? 2. Hoe kun je het eeuwige leven krijgen van de Heer Jezus? 3. De kinderen zouden opa erg missen als hij dood ging. Zou het hen troosten als ze wisten dat hij naar de hemel ging?
7 - Paasfeest Er is een bladzijde in opa's dagboek waar Shirley echt van gaat griezelen. Stefan niet... (Zegt' ie tenminste.) Weet je wat er op die bladzij achter een heleboel plakband vastgeplakt zit? Een dooie tor met lange vreetkaken en harige poten. Brr! Wat een knoeperd. Opa schreef eronder: Op Pasen van dit jaar, vonden we dit insect, met op zijn poten haar! Toen we een steen hadden opgelicht, vluchtte hij weg voor het licht. (Zo is de duivel op de vlucht gegaan voor onze Heer, want Hij is opgestaan.)' Met een zucht doet Stefan het dagboek dicht. Tsja, wat een bijzonder Paasfeest was het geweest. Dat kwam zo. Heel vroeg op Paasmorgen zouden ze met een groep mensen van de kerk meegaan om te gaan zingen bij het ziekenhuis. 'Zorg ervoor, dat jullie op tijd zijn.' had opa hen op het hart gedrukt, maar zelf was hij niet op tijd. Stefan en Shirley zongen de mooie liederen zonder hem mee. De groep was al lang weer verder getrokken toen opa kwam aanhollen. De wekker was niet afgegaan. Jammer, hoor! Hij had er zo graag bij willen zijn. Teleurgesteld gingen ze op de stoep van een flatgebouw zitten. 'Ach, opa,' zei Stefan troostend, 'Dan zingen we met z'n drieën toch nog een liedje.' en voegde de daad bij het woord. Plotseling hoorden ze vanuit een raam iemand met boze stem roepen: 'Hé, ga ergens anders je ei leggen!' Dat was wel hard, zeg. Ze dropen af, maar gelukkig wist opa toch nog wel iets leuks. Bij zijn huisje gekomen, wrikte hij een steen los uit het tegelpaadje. 'Kijk maar eens goed naar die zwartkijkertjes, jongens.' zei hij. 'Ze kunnen niet tegen het licht, zie je wel?' Een heleboel mieren begonnen driftig met eieren te slepen. Pissebedden renden heen en weer en een dikke vette tor kroop gauw onder de volgende tegel. Dus moest die ook weggehaald worden. Als opa er geen stokje voor had gestoken, zouden ze zijn hele tegelpaadje opgebroken hebben. Hij riep ze maar gauw binnen voor een kopje thee met een paaskrentenbol. Op de tafel legden ze, in een leeg lucifersdoosje, de dooie tor. Hij had een tegel op z'n kop gekregen, de zielenpiet. 'We bewaren hem in ons dagboek.' zei opa. 's Middags na de kerkdienst gingen ze weer naar opa's huisje. Hij had namelijk die week een leuk spel gekocht. Je moest een heleboel dominostenen op een rij zetten. En als je dan de eerste omgooide, vielen ze allemaal. Japie kwam ook met zijn doos, zodoende stond opa's kamer helemaal vol. Wat een spannend moment zeg, toen de eerste viel. Het werd een fijne dag en dat moet ook zo, vond opa, want het Paasfeest is het belangrijkste feest dat er is. Vraag 1: Waarom zoekt een dief de duisternis op? 2. Ze zeggen wel eens: 'Jezus was de eersteling uit de doden.' wat zou dat betekenen? 3. Waarom is Pasen het allerbelangrijkste feest voor de christenen?
8 - Stefan wordt overvallen door angst 'Hands up! Pauw, pauw!' Het overweldigend lawaai van een overval op een bus vult de Grote Tent van de christelijke camping waar Opa Krentenbol, Stefan, Shirley en Japie kamperen. Het is een film over Israël. Hoe het land is ontstaan en hoe de Arabieren terreuracties uitoefenden. De tent is goed gevuld. Jong en oud zit geschokt te kijken. En tussen die allen, een beetje verloren, zit Stefan. Alleen. De anderen zijn een boswandeling aan het maken. 'Pauw, pauw, pauw!' O, kijk! Nu schieten ze de ruiten van de bus kapot. Er worden mensen op straat doodgeschoten. Stefan houdt het niet langer uit. Met bonzend hart wurmt hij zich naar buiten. Pft! Frisse lucht. Sjonge, stel je voor dat zoiets hen overkwam. Mamma, pappa of hemzelf. Er komt een aardige grijze dame aanlopen. Stefan moet gewoon met iemand praten. 'D'r wordt een film over Israël gedraaid.' zegt hij quasi-onverschillig. De vrouw knikt. 'Weet ik,' zegt ze en loopt door naar de toiletten. 'Stefan.' O, gelukkig! Daar komen de anderen terug van hun wandeling. Met een zucht laat Stefan zich van het hekje glijden. Als ze nou maar niet vragen waarom hij bij de film is weggelopen. Maar nee. De anderen hebben zelf iets beleefd. Er was een duif aangereden op de weg. Zo zielig. Opa en Shirley hebben hem aan de kant gelegd. Opa wil hen troosten. 'Weet je wat? Ik trakteer jullie in de kantine op een sorbet?' Een sorbet? Echt? Met zo'n parapluutje bovenop? Shirley is gelijk al het nare vergeten. Ze danst voor hen uit naar de kantine, met Japie erachteraan. 'De film is toch nog niet afgelopen, kleinzoon?' vraagt opa belangstellend, terwijl hij zijn arm om Stefans schouder legt. 'Nee, opa,' zucht Stefan, opgelucht dat hij alles kan vertellen. 'maar het was zo eng.' Als opa hoort wat er te zien was, kan hij er goed inkomen. 'Je bent zeker bang dat zoiets ook bij ons kan gebeuren, hè?' Stefan kijkt met een snelle blik opzij. Opa weet ook alles. Als ze even later met z'n vieren zitten te genieten, vertelt Japie in geuren en kleuren wat hem die middag is overkomen. Hij was in z'n eentje een brief gaan posten in het dorp, toen er bij een boerderij een grote hond woeden op hem afsprong. 'Ik dacht dat mijn hart stilstond,' overdrijft hij. 'Die grote tanden en die kwijlbek. Totdat ik merkte dat hij aan de ketting zat. Toen ben ik terug gaan blaffen. Hij kon mij toch niet krijgen.' Iedereen moet lachen om die malle Japie. Ze zien het al helemaal voor zich. Maar opa zegt: 'Kijk toch maar uit voor je spillebenen als je hem nog eens los tegen komt.' Vraag 1. Hoeveel manieren van troosten staan in dit verhaal en weet je er nog meer? 2. Ben je zelf wel eens zo bang geweest? Durfde je er met iemand over te praten?
9 - Stel je voor Aan niemand durft Stefan het te bekennen, maar de laatste tijd heeft hij last van enge gedachten. Het is begonnen toen vader en moeder een paar weken geleden flinke ruzie hadden. Ineens besprong hem een griezelige gedachte: Stel je voor dat ze gaan scheiden. Bij anderen gebeurde dat immers ook wel. Japie, bij voorbeeld, zag zijn vader bijna nooit. Die had een andere vrouw. Het bloed vliegt Stefan naar de wangen. Als hij moest kiezen tussen pappa en mamma... Wat dan? Overdag heeft hij geen last van die angsten, maar zodra hij stil onder de dekens ligt... "Stel je voor..." denkt opa Krentenbol, "dat de buurvrouw gelijk krijgt." Zij beweert dat ze in de krant heeft gelezen dat hun straatje wordt afgebroken. Er komen flats op het wilde landje. Opa wordt al nijdig bij de gedachte alleen. Maar wat kan hij ertegen doen? De krant erbij halen? Spandoeken maken? Je mag best weten dat hij er soms wakker van ligt. Opa is gewoon jaloers op zijn poes. Die leeft maar bij het moment en piekert niet over morgen. Naast de supermarkt, zomaar op de grond, zit Japie. Z'n pet diep in zijn ogen gedrukt. Hij blaast bellen met z'n kauwgom. Een eindje voor hem ligt een hond aan een touw op z'n baas te wachten. Z'n kop rust op z'n poten. Z'n ogen kijken berustend naar Japie, alsof hij wil vragen: "Hebben ze voor jou ook geen belangstelling meer, makker?" Japie schurkt zich nog wat dichter naar de muur. Hij voelt zich tamelijk verlaten, ja. "Nou is het afgelopen!" Opa Krentenbol slaat met zijn vlakke hand op de tafel. Ja z'n eigen hand op z'n eigen tafel. Hij praat hardop tegen zichzelf: "Vooruit, ouwe," scheldt hij, "Opstaan met je luie benen en naar het strand. Uitwaaien en niet meer piekeren." Hij pakt wat krentenbollen, chocolademelk en een bal in een tas en gaat zijn kleinkinderen opzoeken. "Japie!" wordt er geroepen. "Hé, Japie! Waar zit je toch?" Stefan en Shirley hebben eindelijk hun vriendje gevonden. Ze trekken hem aan z'n jasje omhoog. "Kom op, joh! Opa gaat met ons naar het strand. Jij mag mee." In Japie's ogen vonkt de hoop weer op. Gelukkig. Het leven is toch niet zo saai als het leek. Uitwaaien. Met de wind meerennen. Je jas wijdopen als een zeil. Met je blote voeten in het koude zeewater lopen, krabben vangen, schelpen verzamelen. En dan later in een beschut duinpannetje krentenbollen met zand eten en chocolademelk drinken. Wat denk je? Zou je dan 's avonds nog muizenissen in je hoofd hebben? Roodverbrand en moe duik je je bed in. Binnen de kortste keren ben je onder zeil. En de problemen dan? Sommige blijven. Daar valt niet aan te ontkomen. Opa weet waar hij daarmee naar toe kan. Kijk, daar ligt hij op z'n ouwe knieën voor z'n bed. Vraag: 1. Waarom zou Stefan niet over zijn probleem praten? 2. Waarom denk je dat Japie eenzaam was?
10 - Blozen Er rijdt een boos meisje op haar skateboard van de hol af van het Kerkedijkje. Ze gaat door haar knieën om nog meer vaart te krijgen en dan, met een grote bocht, schiet ze opa Krentenbol z'n tuin in. Het is Shirley. Ja, ze is echt heel kwaad. Een beetje op de meester, maar ook op zichzelf. Met een sprongetje springt ze van de plank. 'Hoho!' roept opa, die net naar buiten komt. 'Wat een haast. Je rijdt me bijna omver. 'Opa,' zegt Shirley dwingend, 'Ik moet met u praten. Het is dringend en geheim!' Even later zitten ze bij de keukentafel met een kopje thee en een verse krentenbol. Het probleem van Shirley is inderdaad erg naar. De laatste tijd komt het steeds meer voor dat ze... Nee, wacht. We beginnen bij het begin. Op een dag was er geld gestolen uit meesters laatje. Niemand had gezien wie het wegnam. Meester sprak de hele klas ernstig toe en vroeg rechtstreeks aan elk kind: 'Heb jij het gedaan?' Toen hij bij Shirley kwam, werd ze zo rood als een biet. Toch had ze het niet gedaan. Voordat ze haar ogen neersloeg zag ze nog net het verbaasde gezicht van de meester. Wat er verder nog gezegd werd ontging haar volkomen. Het geld werd nooit gevonden en Shirley bleef het enge gevoel houden dat meester haar verdacht. Sindsdien bloost ze bij elke indringende vraag. En daar baalt ze van. Dat snap je. Nu ze alles aan opa vertelt, komt er een groot zelfmedelijden in haar op. Shirley springt op opa's schoot en snikt dramatisch. 'Opa, het is echt vreselijk. Zo kan ik niet meer leuk leven.' Nou mag je dolblij zijn als je een opa hebt zoals opa Krentenbol. Je kan er een verhaal kwijt en... hij troost je niet alleen, maar onderneemt ook actie. Die middag na schooltijd, praat hij de hele tijd met de meester. Niemand weet wat er tussen die twee werd gezegd, maar als de meester opa uitlaat, lachen ze geheimzinnig. 'Kinderen,' zegt meester de volgende dag na de rekenles enthousiast. 'Vanmiddag komt er een mevrouw die ons een film zal laten zien over weeskinderen in Roemenië. We gaan een maandlang klusjes en karweitjes doen voor mensen uit de buurt en alles wat we daarmee verdienen geven we voor die kinderen. Nu moet iemand uit de klas al dat geld inzamelen en bewaren. Je begrijpt dat dat een erg betrouwbaar kind moet zijn. Laat eens kijken... Dat wordt... Shirley Willemse...' Wams! Daar heeft Shirley al weer een rode biet, maar dit keer is dat niet erg. Met een knipoog overhandigt meester haar de kartonnen spaardoos. 'Blozen mag, hoor Shirley. Ik deed het vroeger zelf ook zo erg. Weet je wanneer? Toen ik verliefd was.' Hahaha! Daar moet de hele klas om lachen. De meester verliefd, stel je voor! Vraag 1. Bloos je wel eens? Wanneer? 2. Heeft degene die bloost altijd iets slechts gedaan? 3. Waarom is verlegen zijn zo vervelend?
11 - Elkaars spullen lenen Opa Krentenbol heeft zijn dag niet. Hij loopt te rommelen in zijn schuurtje en moppert: 'Waar is die tuinslang nou toch? Gisteren hing hij nog naast de schuurdeur. Ik moet nu toch echt de groentetuin spuiten, anders verdroogt alles.' Met zijn handen op z'n knieën rijst hij een beetje overeind, blijft dan even zo staan met een dikke frons tussen zijn ogen... Ja, dat zou kunnen... Misschien heeft Piet, zijn vriend, de tuinslang wel geleend zonder te vragen. Opa laat de boel de boel en springt op z'n brommertje. Op het wilde landje achter opa's huisje gillen twee indianen: 'Oehoehoehoe!' Het zijn Stefan en Japie. Hun gekleurde verenbossen duiken steeds even boven de bosjes uit. Na een tijdje zijn ze uitgespeeld en besluiten bij opa langs te gaan om een kopje thee te drinken. Wie weet zijn er nog wel een paar krentenbollen te versieren. Opa is er niet. Jammer. Wel kunnen Arendsoog en Snellevoet zijn huisje binnenkomen, want opa heeft de achterdeur opengelaten. Stefan zet maar vast water op. 'Hé, Stefan!' roept Japie, als hij ondertussen de titels van opa's boeken leest. 'Er is ook een boek over indianen bij. Moet je kijken, met allemaal platen.' Stefan is meteen geïnteresseerd en al gauw zitten ze op de bank voor opa's huisje thee te drinken en te lezen. Brrr! Brom! Brrm! Opa komt thuis met de tuinslang. Het was precies zoals hij had gedacht. Piet had hem geleend en vergeten terug te brengen. Opa gaat meteen spuiten. Maar, als hij na de groentetuin ook het bloemenperkje voor het huis wil doen, ziet hij tot zijn schrik zijn boek over Indianen op de tuinbank liggen. Wie heeft dat nou toch gedaan? Met zijn mouwen veegt hij liefkozend de paar druppels die er op gekomen zijn af en legt zijn kostbare schat binnen. Tring, tring! gaat de telefoon. Het is Shirley. Zij is ook al wat kwijt. 'Opa is Stefan soms bij u?' vraagt ze gehaast. 'Ik zou met Annet gaan spelen, maar ik kan mijn rolschaatsen nergens vinden...' Gelukkig ziet opa net twee indianen voor het raam langs rennen en een van hen heeft inderdaad Shirley's rolschaatsen geleend. Ze liggen in opa's tuin bij het hekje. 'O, opa!' kreunt Shirley, als ze het hoort, 'Dat doet hij nou iedere keer. Mijn spullen pakken zonder vragen.' 'Wacht maar, kind,' sust opa. 'Dat leren we hem wel af.' Het is een paar dagen later. Stefan wil met Japie gaan vissen. Er moet een heel grote karper in de sloot zitten. Maar waar is nou toch zijn hengel? Hij zoekt en zoekt, terwijl buiten bij de sloot Opa Krentenbol onder een grote paraplu, met een zak krentenbollen onder handbereik, genietend zit te wachten tot er een grote vis aan zijn geleende hengel komt. Vraag 1: Waarom moet je altijd vragen of je iets mag lenen? 2. Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Wat heeft deze uitspraak met het verhaal te maken?
12 - Snoeien Lieske, het kleine nichtje van Stefan en Shirley, logeert een paar daagjes bij hen. Het is een leuk blond krullenbolletje van twee en erg ondernemend. Op een van die dagen, juist als opa gevraagd is een paar uurtjes op te passen, haalt Lieske weer eens een van haar streken uit. 'Tata!' hoort opa boven vanuit haar slaapkamertje. Hè, hij zit net zo lekker z'n krantje te lezen. Het gaat over straatbendes. De politie weet niet goed hoe ze dat aan moeten pakken. 'Mmm... De ouders moeten de kinderen goed opvoeden.' mompelt hij een beetje kwaad. 'Tatata! Iehh! Boem!!' Opa sloft naar boven. Lieve help. Lieske heeft de schaar te pakken gekregen en alle krullen van Shirley's pop afgeknipt. Schots en scheef. Het is gezicht. De poppenhaartjes plakken aan Lieske's handen en om haar mondje. Terwijl hij het dikkerdje uit het bedje tilt, zegt opa:'O, Lieske, hoe vertellen we dit aan Shirley?' 'Hoe vertel ik het aan mamma?' vraagt Stefan zich af. Hij heeft de laatste tijd een slechte gewoonte ontwikkeld. Snuffelen in andermans zakken. Achteraf schaamt hij zich ervoor. Het zijn dievengewoontes. Hoe is het toch zo ver gekomen? 't Ging heel ongemerkt. Op een keer vroeg pappa hem de autosleutels uit z'n jaszak te gaan halen. Stefan merkte dat er ook nog een snoepje in zat. Hij stak het in z'n mond en vertelde er niks van aan pappa. Sindsdien is geen jas veilig voor hem. Als hij alleen is gaat hij op onderzoek uit. Soms vindt hij geld, soms snoep. En nu? Stefan kijkt even naar de brief in zijn hand. Die brief voor thuis. Meester had hem ontdekt, toen hij na het plassen in de jassen van de kinderen stond te zoeken. Shirley is erg van streek als ze haar slordige, kale Elisabet ziet. Ze begint hard te schreeuwen en te huilen. 'Rustig maar,' kalmeert opa, 'Je krijgt wel een nieuwe pop van me. 't Is eigenlijk mijn schuld. Ik had Lieske vanochtend meegenomen in de tuin. In haar wagentje heeft ze zitten kijken hoe ik de heg snoeide. Knip, knip. Ze schaterde erom en is zo waarschijnlijk op het idee gekomen van harenknippen. Moeder is ook van streek. Ze heeft de brief van de meester gelezen. 'Jij? Stefan? Doe jij zoiets?' vraagt ze met tranen in de ogen. Even heeft Stefan de neiging om te zeggen: 'Natuurlijk niet, mam. De meester heeft zich vergist...' Maar dan breekt er iets in hem. Nee, alles moet opgebiecht worden. Hier moet radicaal een eind aan komen. Stotterend begint hij... Als ze 's avonds allemaal aan tafel zitten, vraagt vader: 'Hoe ging het vandaag met iedereen?' Glimlachend antwoordt moeder, terwijl ze Lieske voert: 'Het was een echte snoeidag, vader. Opa heeft de heg gesnoeid, Lieske de pop en Stefan heeft ook iets gesnoeid, maar dat vertelt hij straks zelf wel.' Vraag 1: Hoe zou het verder met Stefan gegaan zijn als hij niet ontdekt was? 2. Wanneer kun je het best slechte gewoontes afleren, in je jeugd of als je oud geworden bent?
13 - Een vreemdeling 'Die buitenlanders!' zegt oma Hemeltjeshof als ze op een zondagmiddag bij Stefan en Shirley op visite komt. 'Ze moesten allemaal naar hun eigen land teruggaan. Zit ik daar in de tram en dan komt er zo'n Surinamer naast mij zitten. Nou, ik ging gelijk ergens anders zitten. Je bent zo maar je geld kwijt.' 'Foei! Oma!' roepen Stefan en Shirley. 'U bent aan het discrimineren.' Ja, ze weten heus wel wat dat betekent. Ze hebben een projectweek op school gehad over vreemdelingen. Het was hartstikke leuk. Turkse mensen uit de buurt deden volksdansen. Ze hadden tafels vol lekkere hapjes klaargezet. Zoete zachte koekjes die dropen van suikerwater. Mmm! Oma Hemeltjeshof moppert nog wat na. Volgens haar kun je geen Surinamer vertrouwen. Turken zijn vechtersbazen, Marokkanen vies. Gelukkig kalmeert ze een beetje als ze haar kopje Engelse thee krijgt met een dikke Belgische bonbon. Tring, tring! De telefoon. Moeder neemt hem op, lacht een beetje en zegt: 'Tuurlijk, opa. Neem maar mee, hoor! Christenen horen gastvrij te zijn. Tot zo!' 'Was dat opa?' vragen de kinderen enthousiast. Als moeder bevestigend antwoordt, gaan ze meteen naar boven. Ze hebben namelijk een Turkse krant en nu willen ze dat opa die voorleest. Zo maar voor de grap. Shirley krijgt gelijk een wild idee. Uit de oude lappenkist haalt ze twee stukken witte katoen en twee gekleurde repen stof. Hiermede verkleden ze zich als Arabieren. Met een wenkbrauwpotlood tekenen ze dikke snorren onder hun neus. 'Selèm- alikoem!' Opa Krentenbol schrikt zich een wrompeltje als de deur opengaat en twee Arabieren hem om zijn nek vallen. En de man die achter opa staat begint te lachen. Al z'n spierwitte tanden stralen in zijn donker gezicht. Ja, want opa heeft een vreemdeling bij zich. Een erg donkere grote neger. Die heeft hij in de kerk ontmoet. Opa hield hem het liedboekje voor en zo hebben ze kennis gemaakt. En omdat de vreemdeling nog geen vrienden heeft in de stad, nam opa hem maar mee. Oei! Wat zal oma zeggen? Zou ze gelijk weggaan? Ja, oma schrikt inderdaad. De vreemdeling blijkt dezelfde te zijn als de slechterik die naast haar ging zitten. Nu schaamt ze zich. Vooral als de 'Surinamer', die een Ghanees is, foto's laat zien van zijn gezin en de kerk, waarvan hij nota bene dominee is. Stefan en Shirley vinden hem hartstikke te gek. Ze geven hem telkens weer een hand, omdat hij die bijna fijnknijpt en zeggen giechelend: 'Good Bye' en 'How are you?' 'Houdt nou maar eens op!' zegt moeder boos. 'Mister Kakraba wordt nog gek van jullie.' 'Mister Kakraba?' Wat een gekke naam. Stefan en Shirley kronkelen over de grond van de lol. En dat staat maar wat gek met hun zwarte snorren. Als opa en dominee Kakraba al lang weg zijn, vinden ze de Turkse krant, waar opa nog steeds niet uit gelezen heeft. Nou ja, de volgende keer dan maar. Vraag 1: Waarom moet je goed voor vreemdelingen zijn? Ex 22:21 2. Wat zou jij het naarste vinden als je in een vreemd land alleen aankwam?
14 - Sportfanatisme 'Goeienavond samen!' Opa Krentenbol stapt met een opgewekt gezicht bij Stefan en Shirley binnen. Hopelijk kan hij hier een beetje gezelligheid vinden. Al zijn vrienden zitten achter de buis vanwege de wereldkampioenschappen voetbal. Het is al wekenlang voetbal wat de klok slaat. 'Hoi, opa!' roepen Stefan en Shirley tegelijk. Ze springen op z'n nek. 'Houden jullie er wel rekening mee, dat ik een ouwe man ben?' roept opa geschrokken uit. Moeder roept de kinderen tot de orde en schenkt voor allemaal een kopje thee in. Ja, het wordt een gezellige avond. Natuurlijk wordt ook hier de tv aangezet. Opa legt zich er maar bij neer. Even later zit hij om het hardst te schreeuwen. 'Ja, nu... Schop hem erin!' Z'n ouwe voeten schoppen als vanzelf mee. Pam! Tegen de tafel. De kopjes rinkelen. Moeder kalmeert hem met een schouderklopje. 'Je moet niet zo fanatiek zijn, vader.' zegt ze vermanend. 'Dat is niet goed voor je hart.' 'Nou,' roept Shirley, 'Moet je Stefan zien als hij tegen de IJsvogels speelt. Die schopt maar raak!' Als opa dat hoort, belooft hij meteen om te komen kijken bij de eerstvolgende wedstrijd. Wam, ram! De strijd is in volle gang als opa die zaterdagmiddag op het voetbalveld aankomt. Hij zoekt tussen al die gelijkgeklede knullen zijn kleinzoon. Maar daar is hij gauw mee klaar. Kijk, daar rollen twee spelers over de grasmat. Stefan heeft een vogel onderuit gehaald. De scheidsrechter fluit uit alle macht. Opa schuift wat dichter naar een medetoeschouwer toe. 'Wat vindt u daar nou van?' polst hij. 'Aan zo'n wedstrijd als deze? Daar vind ik niks aan.' zegt de man eerlijk. 'Die jongens moeten nog leren wat sportiviteit is. Maar wat wil je? Ze kijken die zogenaamde kunst af van de tv en daar gaat het om grof geld. In onze tijd...' Opa is het gloeiend met hem eens. De sportiviteit verdwijnt gauw als het om duizenden guldens gaat... Als Stefan na de wedstrijd zijn opa opzoekt, zit hij in een hoekje van de kantine een lekker kopje thee te drinken met zijn nieuwe vriend. 'Heeft u niet gezien hoe goed ik speelde?' vraagt Stefan teleurgesteld. 'Deed jij dan mee?' vraagt opa met een knipoog naar zijn nieuwe vriend. 'Ik zag mijn kleinzoon niet, althans niet de Stefan die ik ken. Alleen maar een dolle wildeman. Je wilt toch niet zeggen dat jij...?' Stefan krijgt een kleur. En dat is echt niet van het harde hollen. Opa geeft hem maar gauw een bemoedigend schouderklopje. En hij bestelt voor allemaal een verse krentenbol en een flesje prik. Stefan lacht maar eens naar zijn vrienden. Die vinden opa echt een te gekke man. Vraag 1: Hoe speel je als christen een goede wedstrijd? 2. Is een tegenspeler een vijand?
15 - Verliezen Er zit een vuil jochie op een hek vlakbij het circusterrein. 't Is Japie. Hij laat zijn benen doelloos bungelen. Z'n veel te grote pet zakt half over zijn ogen. 't Interesseert hem niks. Zo af en toe, spuugt hij met een boogje op de tegels voor hem. 'Hoi, Japie!' klinkt opeens een stem. Het is opa Krentenbol. 'Wat zit jij hier te treuren?' 'Dag opa.' antwoordt Japie dof. 'Ik ben kwaad op mezelf!' Opa kent dat gevoel wel. Is Japie soms naar de kermis geweest? 'Ja, en al m'n geld kwijt.' moppert Japie, 'O, ik ben echt een verliezer. Bij het schieten won ik niks, bij het balletjesgooien niet en zelfs het rad van avontuur leverde niks op.' Japie voelt zich gewoon een stomme loser. Snapt opa dat? Nee, opa vindt dat iedereen die gezond geboren is, eigenlijk al een winnaar is. 'Och, joh!' troost hij, de kermis is er gewoon op uit om al jouw geld op te slikken. Daar bestaan die lui van.' Hij nodigt Japie uit voor een potje sjoelen bij hem thuis. 't Is altijd zo gezellig bij Opa Krentenbol thuis. Eigenlijk is het maar een oud huisje met versleten meubels, maar toch... Japie kan er echt zijn verhaal kwijt. Nu eens geen scheldende moeder, die hij het nooit naar de zin kan maken. Ook geen meester, waar hij zoveel onvoldoendes bij haalt. Lekker afreageren door keihard met de sjoelstenen te gooien. Logisch dat opa verliest. 't Wordt trouwens toch een hele verliesmiddag. Om drie uur komt Stefan binnenstuiven. Hij heeft de wedstrijd met Shirley, wie het eerst bij opa is met de tweestappenvooruit- eenstapachteruitsprong gewonnen, maar daarbij zijn huissleutel verloren. Uit z'n zak gesprongen zeker. Even later stormt Shirley kwaad binnen. Ze vindt dat Stefan gesmokkeld heeft. Ach, die Shirley kan eigenlijk helemaal niet tegen haar verlies. Opa stelt voor een partijtje touwtrekken te doen op het plaatsje achter het huis. Hij heeft wel ergens een flink stuk touw liggen. Dan kunnen ze vaststellen wie vandaag de superverliezer is. Ze rukken en trekken en sjorren en schuiven. Zelfs de geit gaat er zenuwachtig van blaten. Wil zij soms meedoen? Hoera! Er gaat een gejuich op van jewelste. Stefan en Shirley winnen... Ze trekken opa en Japie finaal over de streep. 'Och, wat geeft het,' vindt Japie sportief, ‘'k heb toch een leuke middag gehad, hè, opa?' Tevreden hapt hij in een dikbesmeerde krentenbol, die opa hem als hoofdprijs aanreikt. Vraag 1: Wat voel je als je steeds verliest? 2. Als je verliest, wat zou je dan tegen jezelf zeggen? 3. Heeft de Heer Jezus verloren toen hij aan het kruis stierf?
16 - Telefoneren Opa Krentenbol is net het kippenhok aan het verven als de telefoon gaat. 'Hè, wat nou weer?' bromt hij, terwijl hij de kwast met hardgroene verf voorzichtig over de rand van de verfpot legt. Ja, als de kwast in de pot gezet wordt, komt hij te diep in de verf te zitten. Maar zoals opa het nu doet is ook niet ideaal. Langzaam druipt er een grote druppel groene verf op de tegels. Een beetje moeizaam richt opa zich op uit zijn gebogen houding, zet even zijn hand in de rug om de stekende pijn te verdrijven, die door het bukken werd veroorzaakt en dan sukkelt hij stijfjes naar binnen. Tring! zegt de telefoon nog eens, maar als opa de hoorn opneemt is iemand verkeerd verbonden. Sorry. Zuchtend gaat opa weer aan de slag, maar niet voor lang, want daar gaat de telefoon weer. Dit keer is het Shirley. Ze wil gewoon een praatje maken met opa. Eigenlijk heeft ze niks te vertellen. Ze belt uit verveling. Giechelend geeft ze de hoorn ook nog aan Stefan... Opa voelt zich in de boot genomen en gaat brommerig weer aan het werk. Aan de andere kant van de lijn kijkt Shirley spijtig naar de hoorn. Opgehangen? Wat zullen ze dan weer eens gaan doen? O, ze zijn zo melig en moeder is er niet om hen op te vangen. Stefan heeft een idee. Laten ze mensen opbellen die gekke namen hebben. Shirley vliegt meteen op het telefoonboek af. Ze scheurt het bijna in tweeën. 'Hier,' schreeuwt ze, 'Mevrouw Kreukniet. Laten we haar bellen en dan zeggen... Met het Strijkijzer!' Ze maken zo'n plezier met mensen lastig vallen dat ze niet merken dat moeder binnengekomen is. 'Ja, met meneer de Boef? U spreekt met de politie!' Moeder is ontzet. Hoe kan ze haar kinderen leren dat niet meer te doen? Ze stapt resoluut op de fiets om opa te raadplegen. Als Stefan en Shirley 's avonds bij opa binnenstappen, (Moeder heeft ze er met een smoesje heen gestuurd.) kijken ze vreemd op. Opa heeft z'n vrienden van de bejaardensoos bijeengetrommeld. Ze spelen rechtertje. Opa zelf zit achter de tafel met een hoge hoed op en een hamer in zijn hand. Hij is de rechter en zijn vrienden zitten verkleed op stoelen voor hem. Stefan en Shirley worden al verwacht. Met gebogen hoofd luisteren ze naar de beschuldiging. Het lastig vallen van onschuldige burgers per telefoon! De mannen vertellen hoe vervelend het was toen ze werden gestoord. 'Ik gaf net de baby een schone luier,' klaagt Sjors, die voor Mevrouw Kreukniet speelt. Iedereen schiet in de lach, zodat de rechter om stilte hamert. 'Ik verklaar Stefan en Shirley schuldig.' besluit hij bars. O wee! Wat zou hun straf zijn?... Het valt mee. Ze moeten theezetten en krentenbollen smeren voor de hele groep. Stefan en Shirley zijn allang blij dat ze geen levenslang krijgen. Joelend verdwijnen ze naar de keuken. Vraag 1: Waarom is het vervelend als er voor niets gebeld wordt? 2. Waarom is het onverstandig om de lijn te lang te bezetten?
17 - Oud en Nieuw Stefan en Shirley hebben ieder vijfentwintig gulden verdiend door reclamefolders voor de slager rond te brengen. Dat was een hele klus. Vooral omdat het zo bar koud was. 'Wat ga jij ervoor kopen?' vraagt Stefan nieuwsgierig. 'Mmm. Weet ik nog niet.' antwoordt Shirley bedachtzaam. Ze wil het briefje eigenlijk lang bewaren, zodat je er telkens naar kunt kijken en denken hoe rijk je wel bent. 'Ik weet het wel,' bluft Stefan. 'Ik koop er.... pst, pst...!' Zachtjes fluistert hij iets in Shirley's oor. 'Oh! Dat mag niet van mama.' roept ze verschrikt. 'Mmm. Nee!' bromt opa Krentenbol. 'Dat helpt ook al niet.' Samen met zijn vriend Sjors is hij bezig om een geluidsbeschermer te bedenken voor Sjors z'n hond. Doeska is namelijk als de dood zo bang voor knallen. Ze proberen de hond onder een dikke deken te laten liggen, maar dat wil Doeska niet. 'Kun je hem geen koptelefoon opzetten?' stelt opa voor. Sjors ziet het al voor zich. Doeska met een walkman. 'Nee, man!' zegt hij flink, terwijl hij z'n jas weer aantrekt, 'We moeten hem maar een tabletje geven, zodat hij tijdens Oud en Nieuw rustig is. Het gaat me vooral om die onverwachte knallen tussendoor.' Juist als Sjors naar buiten gaat, stappen Stefan en Shirley bij opa naar binnen. 'Opa,' roept Stefan opgewonden, 'wilt u voor mij vuurwerk kopen? Het mag van mamma als u erbij blijft.' Opa zegt even niet veel. Hij luistert naar hun verhaal. Dat verbaast de kinderen. Opa houdt toch wel van vuurwerk? Van mooi vuurwerk? Niet van die knallen, maar van die gekleurde ballen en sterren? En opa begrijpt toch wel dat Oud en Nieuw niet ongemerkt voorbij kan gaan?... Natuurlijk wel. Opa dacht alleen maar even aan die arme honden zoals Doeska. Plagend haalt hij z'n hand door de stekels van zijn kleinzoon, trekt zijn jas aan en gaat met hen mee. 'Pieuw! Pauw!' doet de rode vuurpijl op Oudejaarsavond. 'O, wat mooi!' roepen Stefan en Shirley. 'Een Superpijl, drievijfenzeventig.' zegt opa vrolijk en buigt zich voorover om de volgende aan te steken. 'Tikketikketik!' Een fontein van kleine groene spettertjes versiert de lucht. 'Dat was een mooie, zeg!' 'Een groene Chinees, viereneenhalve gulden.' beaamt opa. 'Dat moet u niet steeds zeggen!' vermaant Shirley, 'Dat is niet leuk voor Stefan.' En daar heeft ze gelijk in. Het is twee januari. De feestdagen zijn voorbij. Stefan kijkt jaloers naar het briefje van vijfentwintig van Shirley. Hij is eigenlijk boos op zichzelf. Een paar knalletjes en pangpang... weg vloog zijn geld. Daarom legt hij maar een papiertje in zijn geheime laatje. Weet je wat erop staat? 'Volgend jaar geen vuurwerk kopen. Dat beloof ik plechtig!' Vraag 1: Kunnen onverwachte knallen ook oude mensen bang maken? 2. Ga je verantwoord met je geld om als je vuurwerk koopt?
18 - Goede manieren 'Kijk eens wat opa heeft getimmerd voor de cavia's.' zegt Stefan tegen Shirley. 't Is een hok met een tussenschot. Er zit een schuifdeurtje in, dat kun je zelf open en dicht doen.' 'Waarom staat het eten aan de andere kant, opa?' vraagt Shirley, 'Zo kunnen ze toch niet gaan eten?' 'O jawel, hoor!' legt opa uit, 'Ik leer de cavia's goede manieren.' Stefan en Shirley kijken ongelovig. Maakt opa een grapje? 'Ja, kijk, dit is de moedercavia, Truus, en dit is haar zoon Bibber. Zoals jullie weten moeten kinderen hun ouders altijd netjes voor laten gaan als ze samen door een deur moeten. Nou, stel dat ze honger hebben en ze gaan beiden voor het deurtje staan, dan... kijk, ... nu staat Truus ervoor en Bibber achter haar. Nu doe ik het schuifje open, zie je?' De cavia's beginnen te piepen en te bibberen. Achter elkaar schuiven ze door het deurtje om bij de etensbak te komen. Bibber wil toch weer zijn moeder opzij duwen. ''t Wordt niks!' zucht Stefan, 'Zo werkt het niet bij dieren.' 'Ik denk dat diegene voorgaat die het meeste honger heeft...' denkt Shirley hardop, 'Of de sterkste. In de natuur wint de sterkste altijd.' Opa heeft goed geluisterd naar hun commentaar. 'Mmm. Jullie kunnen het weten, jullie zijn per slot geleerder dan ik. Maar volgens mij is het niet alleen bij dieren zo. Laatst nog wilde ik door de draaideur bij het warenhuis en toen kwam er zo'n joch van jullie leeftijd. Die duwde mij opzij.' Stefan is bij de tafel gaan zitten. Met twee handen onder zijn hoofd zit hij in zijn zwamhouding zoals moeder het noemt. 'Dat klopt, opa.' antwoordt hij zonder zijn handen van z'n hoofd vandaan te halen. 'De meester zegt dat wij eigenlijk dieren zijn.' Shirley zit nog steeds bij de kooi. Ze aait met haar vinger de stugge vacht van Bibber. Hij heeft van die leuke kruintjes in zijn haar. Voorzichtig pakt ze hem op en houdt hem tegen zich aan. 'Je bent een prachtbeest, Bibber.' zegt ze bewonderend. 'Ik zal een tekening van je maken voor in ons dagboek. Mag dat, opa?' Opa vindt het best. Maar hij vraagt zich wel af, waarom dieren geen tekeningen maken voor in hun dagboek. Als Stefan de volgende dag de klas binnen wil stappen, tegelijk met Japie, bedenkt hij zich plotseling. Met een zwierige buiging spreekt hij de gedenkwaardige woorden: 'Gaat uw gang,... Brrr!' 'Brr!' zegt ook Japie, want hij kent het geheim van opa's cavia's. Al spoedig bibbert de hele klas bij elke gelegenheid dal ze elkaar voor kunnen laten gaan. De juf alleen snapt er niks van. Ze denkt dat ze in een dierentuin verzeild geraakt is. Vraag 1: Wat voor manieren kun je een hond leren? 2. Waarom is het beleefd iemand voor te laten gaan? 3. Zijn mensen een soort dieren?
19 - Je rommel opruimen O, wat is die Stefan toch een sloddervos. Als hij uit school komt smijt hij z'n tas op de grond, hangt zijn jas half over de knop van de verwarming en plaatst zijn schoenen precies voor de deur, zodat iedereen erover kan struikelen. 't Is elke dag hetzelfde liedje. 'Stefan, ruim je troep op.' zegt moeder. Leert hij het nooit? Maar vandaag heeft ze een verrassing voor hem in petto. Na het eten gaat Stefan naar zijn kamer om er te spelen. Hij heeft een hele stad van playmobiel opgebouwd, een wereld apart. Niemand mag iets verzetten, wat wel moeilijk is als er gestofzuigd moet worden. Op de tafel in de hoek staat een kasteel van legoblokjes. Daar mag ook niemand aankomen... Overal op de grond en op de stoelen liggen rommeltjes. Vuile kleren, een oude verfkwast, een open lijmpotje, snoepjespapiertjes, gymspullen... Kortom het is een zootje. Meestal raust moeder er vrijdags een lekker doorheen, zoals ze het zelf noemt. Daar wordt Stefan alleen maar gemakzuchtiger van. Moeder lijkt wel een slavin. Ontelbare keren heeft hij straf gekregen, maar niks hielp. Als aan de grond genageld staat Stefan voor zijn kamertje stil. Wat is dat? Schuin over zijn deur is een reep papier geplakt, waarop met grote letters staat: 'Onbewoonbaar verklaard.' Och, Stefan mag niet meer in zijn eigen kamer slapen vanwege de bende. Dat komt hard aan... Opa zit te wachten op een telefoontje. Hij heeft thee gezet en krentenbollen gesmeerd. Nu nog even in de logeerkamer kijken. Prachtig! O, wacht, z'n werkbroek moet er nog bij. Zo! Wat zal zijn kleinzoon straks grote ogen opzetten... Tring! Daar gaat de telefoon. Een bedeesd stemmetje vraagt: 'Opa, mag ik vannacht bij je slapen? Mijn kamertje is dichtgeplakt en oma slaapt in de logeerkamer. Opa grijnst. Hij was ervan op de hoogte. Die avond slaapt Stefan op de grond in opa's logeerkamer. Op de grond? Ja, want opa had een hele berg oude kleren onder de dekens gelegd. Dus kon hij ook al niet op dat bed slapen. Wat Stefan niet weet is echter, dat zijn eigen kamertje thuis achter gesloten deur keurig aan kant gemaakt is. Moeder kocht zelfs een nieuwe dekbedhoes voor hem. Kijk hem daar nou liggen... Om z'n mond zit nog de poedersuiker van opa's krentenbollen, maar in zijn hart schaamt hij zich. Opa en hij hebben daarnet fijn gepraat. Over goed zijn voor je ouders en zo. Glimlachend wenst opa hem welterusten en dan plakt hij gniffelend een strook papier op de buitenkant van de deur. 'Onverklaarbaar beloond!' staat erop. Vraag 1: Waarom moet je je rommel opruimen? 2. Is je moeder ervoor om jouw rommel op te ruimen?
20 - Slechte vrienden In opa Krentenbols dagboek nummer twee zit een leuke foto geplakt. Er staan drie lachende kinderen op en een ondeugende opa, te midden van honderden lucifersdoosjes. Deze foto wordt de vriendenfoto genoemd. Dat komt zo. 'Stefan, hé Stefan!' roept Carl, een grote jongen, die met zijn vrienden bij de patatzaak staat te ronken met zijn brommer. 'Mot je nog effe een rondje?' Nou, daar is Stefan natuurlijk wel voor te vinden. De laatste tijd is Carl zo'n beetje zijn vriend. Stefan is daar best trots op. Soms krijgt hij wel eens een zakje patat. En af en toe, net als nu, mag hij zomaar achter op zijn brommer rijden. Samen toeren ze wat rond en stoppen dan weer voor de patatzaak. 'Mag ik even je helm op?' bedelt Stefan. Carl knikt. Hij deelt wat sigaretten uit aan anderen. 'Ook eentje?' vraagt hij joviaal aan Stefan. Die krijgt een vuurrode kleur. Stel je voor. Carl doet net alsof hij al groot is. Verlegen schudt hij van nee en zet dan maar gauw de helm op. Als opa thuiskomt van boodschappen doen, ziet hij Japie op het paaltje voor zijn huis zitten. 'Hallo, opa,' groet Japie wat timide. 'Wilt u soms mijn vriend zijn? Ik heb niemand om mee te spelen.' Opa begint te lachen. Kan een oude opa zoals hij, zomaar een vriend zijn van die leuke Japie? Wat een eer, zeg! 'Oké gabbertje,' zegt hij vrolijk, 'Kom binnen. Je lust zeker wel een kop thee en een krentenbol, hè?' Japie glundert. Nou wordt zijn middag toch nog goed. Och, hij had gehoopt met Stefan en Shirley te gaan spelen, maar Stefan heeft het de laatste tijd veel te druk met die grote jongens... Het wordt echt een fijne middag, want opa haalt al zijn oude lucifersdoosjes tevoorschijn die hij ooit heeft gespaard en dat zijn er honderden. Als ze ze hebben bewonderd, bouwen ze er een grote stad van. Tegen vieren komen Stefan en Shirley ook binnenvallen. 'Hé, Japie.' zegt Stefan, 'Ga je nog mee voetballen?' 'Nee,' antwoordt deze met een knipoogje naar opa. 'Ik heb het veel te druk met mijn nieuwe vriend, hè, opa?' Begrijpt Stefan waar Japie op doelt? Hij doet net of hij niets heeft gehoord en duikt net als Shirley neer bij de doosjes. Wat veel, zeg! Als moeder hen na een tijdje op komt halen, vraagt opa haar om een foto te maken voor zijn dagboek. 'En daar moet dan iets onder komen te staan.' zegt hij nadenkend. 'Wat denken jullie van: 'Een vriend is iemand die het fijn vindt om met je te spelen?' Daar is zijn nieuwe vriend het roerend mee eens. Vraag 1: Wat is een goeie vriend? 2. Waarom kan Stefan beter geen vrienden zijn met die grote jongens? 3. Kunnen grote mensen ook vrienden zijn van kinderen?
21 - Aandacht krijgen 'Opa! Hé, opa!' Shirley staat bij het muurtje van het schoolplein te zwaaien en te schreeuwen van jewelste. In de verte fietst opa Krentenbol voorbij, maar hij kijkt niet op of om. Teleurgesteld laat Shirley haar arm zakken. 'Dat is mijn opa.' zegt ze overbodig tegen een paar kinderen uit haar klas die bij haar staan. 'Zeker doof!' zegt kattige Tanneke, zich omdraaiend. Shirley reageert er gewoon niet op. Ze weet best dat opa niet doof is. Jammer nou dat hij haar niet hoorde. Ze had willen roepen dat Stefan en zij tussen de middag bij hem hun brood kwamen opeten. 'Oma Hemeltjeshof is ziek.' zegt Stefan tegen opa als ze in zijn huisje gezellig met z'n drietjes achter een kopje thee zitten en hun brood oppeuzelen. 'Nou moeten wij er allemaal onder lijden. Mamma gaat steeds naar haar toe en heeft helemaal geen tijd meer voor ons.' 'Nee,' zegt Shirley met volle mond. 'Ze is steeds weg en als ze d'r weer is, hangt ze aan de telefoon.' 'Of ze staat met de buurvrouw te praten,' vult Stefan aan. 'Weet u wat we hebben gedaan?' Toen mamma weer eens zo lang praatte en Shirley dringend iets moest weten, nou, toen zijn we naar de telefooncel gegaan en hebben ons eigen nummer gedraaid...' Opa moet erom lachen, maar eigenlijk is het niet echt leuk. 'Laten we eens een lijstje maken hoe we aandacht kunnen krijgen.' stelt hij voor. Dat vinden de kinderen wel wat. Alleen moeten ze de tijd in de gaten houden, want dadelijk gaat de schoolbel weer. Het wordt een leuk lijstje, waarop dingen staan als: op een motor rijden met gekke kleren aan, een brief schrijven, op je handen lopen, je gezicht verven. Stefan en Shirley schateren van de lach om al die zotte ideeën... Zodra de kinderen weg zijn, stapt opa op de fiets naar oma Hemeltjeshof. Hij spreekt met zijn dochter en regelt veel zaken. Na tien telefoontjes, drie koppen thee en een krentenbol heeft hij het voor elkaar. Oma Hemeltjeshof krijgt meer hulp, zodat zijn dochter meer tijd krijgt voor haar kinderen. Het is tegen de avond. Stefan zit verdiept in een boek over Indianen en Shirley zit achter de tv naar haar favoriete programma te kijken. 'Stefan, tafeldekken en Shirley je gymspullen opruimen.' roept moeder. Stefan kijkt niet op of om. Hij is oostindisch doof. Shirley grist een kussen van de bank en gooit dat naar hem toe. 'Je moeder zei wat, suffie!' Nu reageert haar broer wel. Ogenblikkelijk gooit hij het kussen terug. 'En jij werd ook geroepen, bemoeial!' lacht hij. 'Kom op! Laten we maar gauw luisteren, anders moet mamma dadelijk nog op haar handen gaan lopen.' Vraag 1: Wie staat er altijd klaar om met jou te praten? 2. Wanneer heb je echt aandacht nodig?
22 - Liegen, liegen en nog eens liegen 'Mam, is dat niet zielig? Dat nieuwe Surinaamse meisje, Jo Ann, is eigenlijk niet een dochter van de familie Koorndijk. Ze is een vondeling. Dat heeft ze vandaag in de klas verteld.' Het is lunchtijd. Shirley en Stefan zitten met hun moeder aan de broodmaaltijd. En Shirley flapt eruit wat haar de hele ochtend al bezighoudt. 'Ja, mam en ze is door haar echte moeder in een reiswiegje op de stoep van de Koorndijks neergelegd. Ze zegt, dat ze ook weet wie haar echte moeder is. Kent u die beroemde zangeres Flower Ilonka? Nou, daar is zij een dochter van. Jo Ann zegt dat Flower natuurlijk helemaal geen tijd had voor een kind, met al die optredens, enzo... Maar als ze groot is mag ze bij Flower wonen.' Moeder kijkt Shirley verbaasd aan. Wat een vreemd verhaal. 'Zei Jo Ann dat? Sjonge zeg, wat aardig van die Koorndijks om haar te adopteren.' Shirley is het helemaal met moeder eens. Ze eet een tijdje heel stil haar brood op. Is er iets wat haar bezighoudt? Ja hoor! Ze vraagt zich af of ze zelf wel een echt kind is van haar ouders. Die middag na schooltijd regent het nogal. Stefan, Shirley, Japie en Mehmet gaan dan ook een spelletje doen. Ze hebben pas een nieuw spel gekregen, een soort spionnenspel. Een van hen is spion en de anderen moeten raden waar hij zich bevindt. Het is alleen jammer dat Stefan vals speelt. Hij liegt over de plaats waar hij zich als spion bevindt. Ja, zo kunnen de anderen hem nooit pakken. Het eindigt dan ook in een fikse ruzie, juist als moeder thuiskomt. 'Houdt op!' roept ze, terwijl ze haar paraplu in de gootsteen zet. 'Stefan zat te liegen, mam.' klikt Shirley. 'Zo kunnen we niet leuk spelen.' 'Over liegen gesproken,' antwoordt moeder, 'Dat van Jo Ann is helemaal niet waar. Ik heb net haar moeder gesproken. Ze schrok erg van dat rare verhaal. Jo Ann schijnt het tegen meer mensen verteld te hebben. Vreemd hoor!' Bombombom! Wat is dat nou weer? Er bonst iemand op de voordeur. Het is opa Krentenbol met een grote doos. Hij heeft mensen nodig als publiek. In die grote doos zit namelijk een buikspreekpop en een leuke veren bloem. Opa doet al een tijdje mee met de Straatevangelisatiegroep en zijn buikspreekpop Charley trekt veel publiek. Maar opa moet wel veel oefenen. Dat doet hij bij zijn familie. Stefan, Shirley, Japie en Mehmet gaan gauw op de bank zitten. Leuk hoor! Kan je lachen! 'Charley, ben jij wel naar school geweest vandaag?' vraagt opa. 'Jaha! Ik wel.' antwoordt Charley ondeugend. Maar dan buigt de bloem in opa's linkerhand voorover. Het is een leugendetector. Iedere keer als Charley liegt, verwelkt hij. En Charley liegt nogal vaak. Echt lachen, zeg! De kinderen vinden het prachtig. Ze willen natuurlijk het geheim achter de bloem weten. En Shirley wil de bloem wel mee naar school nemen. Dan kan ze tenminste precies weten wanneer iemand liegt. Maar opa geeft zijn geheim niet prijs. Logisch toch! Vraag 1: Wanneer kun je met liegen iemand schade berokkenen? 2. Waarom zou de Here God willen dat we de waarheid spreken?
23 - Schelden Kijk. Wie komt daar aanfietsen? Het is opa Krentenbol. Hij heeft een aanhangertje aan zijn fiets. Daarin zitten boodschappen. Ook tien krentenbollen en een wat beschadigde kassarol, die de winkelier hem meegaf voor zijn kleinkinderen. Plotseling hollende voeten en veel geschreeuw. 't Is Stefan. Hij heeft opa niet eens in de gaten, anders zou hij vast niet zo'n lelijk woord naar Japie roepen. Nu schrikt hij en zegt verontschuldigend. 'Opa, hij heeft mijn jas gescheurd!' Ja, dat ziet opa wel. Hoe kon dat nou gebeuren? 'We waren voor de lol naar elkaar aan het spugen en ik raakte per ongeluk Japie zijn schoen. Toen werd ie kwaad en trok me aan m'n jas. O, wat zal mamma boos zijn. Japie is een gemene...' 'Hoho!' zegt opa, 'Weet je wat? Laten we even naar binnen gaan. Vind je het goed als ik Japie ook uitnodig?' Japie slentert dichterbij. Hij voelt zich schuldig. 'Kom op, joh!' zegt opa grijnzend, 'Ik wou net op krentenbollen trakteren. Die lust jij toch wel?' Nou en of. Japie heeft alweer honger. Moeder is nog niet thuis en opa zet dus maar even thee. Hij bekijkt de scheur en schudt zijn hoofd. Eigenlijk meer om het schelden van Stefan. Het is niet netjes om zulke woorden te zeggen. Het is gewoon napraten wat anderen zeggen als ze kwaad zijn. Nee, opa heeft een beter idee. Hij gaat de kassarol uit zijn karretje halen. De kinderen wachten nieuwsgierig af. 'We gaan originele scheldwoorden verzinnen, een heleboel. Zodra je weer boos bent, loop je naar die rol en trekt er de eerste vijf van af. Die roep je hardop en je bent gelijk niet kwaad meer. De gebruikte woorden gooi je in de vuilnisbak. Help eens mee met verzinnen.' Shirley, die inmiddels ook thuisgekomen is, roept: 'Slissende straatsteen.' 'Juist, ja.' zegt opa, 'Nou jij, Japie.' Maar die heeft zijn mond vol krentenbol. Hij probeert toch nog: 'Pittige peperbus.' Er sproeien allemaal kruimels in de rondte. Hierdoor krijgt Stefan zijn humor weer terug. Hij denkt ook mee. 'Ratelende regenworm.' Ze krijgen er nu echt zin in. Na een paar minuten gieren ze van het lachen. De rol komt een eind vol. Als moeder binnenstapt vindt ze opa en de jongens op de grond bezig aan het honderdenveertigste lollige scheldwoord. Ze ziet ook de kapotte jas van Stefan, Net wil ze boos worden als opa zegt: 'Meid, Stefan kan er niks aan doen, maar het is logisch dat je kwaad bent. Dus mag je de eerste zijn die een paar scheldwoorden van de rol trekt.' Ze leggen moeder enthousiast uit hoe het werkt. Weet je welke spreekwoorden ze mag voorlezen? Rare reuzenkeutel, glibberige gladjanus, nare tijgerteen, frisse schoenveter en tot slot gekreukte oorlel. Ja, het is wel lachen, gieren en brullen met opa Krentenbol. Vraag 1: Wat kun je doen als je boos bent? 2. Wat is vergeven eigenlijk? 3. Wordt een Christen nooit eens boos?
24 - Jaloers Plok! Er valt een brief in de bus bij opa Krentenbol. Hij is roze en ruikt naar aardbeien. Opa raapt hem op met een verbaasd gezicht. Van wie zou die nou zijn? O, van Shirley. 'Lieve opa! D'r zit een echte trut in mijn klas. Ze heeft oogschaduw op en nagellak. Ik haat haar. Wat zou u doen?' Mmmm... tsja! Opa krabbelt eens op zijn kale hoofd, strijkt vervolgens met zijn hand over zijn stoppeltjesbaard. Dan ruikt hij nog eens aan de aardbeienbrief. Mmm. Die ruikt meer naar aardbeiensorbet dan naar echte aardbeien. Ineens krijgt hij een idee. 'Shirley,' zegt moeder tussen de middag. Opa heeft net gebeld voor jou. Hij vraagt of je om vier uur naar de broodjeszaak komt, dan trakteert hij je op een milkshake.' Hoi, hoi! Wat een feest. Shirley zorgt er natuurlijk wel voor, dat ze niet na moet blijven. Ze haast zich na schooltijd naar de Wijnstraat. Ja hoor! Opa zit er al. Shirley begroet hem enthousiast. Ze smullen allebei van patat-mét en aardbeienshake. Dan begint opa over de brief. 'Zo kleine meid, heb jij last van het groene monster?' Shirley kijkt hem met grote ogen aan. 'Het groene monster? Wat is dat?' Opa slurpt de laatste restjes van zijn milkshake op. 'Dat betekent dat je jaloers bent.' 'Ik ben helemaal niet jaloers.' verdedigt Shirley zich fel. 'U moest haar eens zien. Ze heeft zelfs hakken aan.' Hakken? Is dat zo ongewoon? Opa kijkt eens naar zijn eigen kloffies. Ach nou ja, hij snapt wel wat Shirley bedoelt. 'Mag ik raden?' vraagt hij, 'Ze is leuk om te zien, groter dan jij, misschien een jaartje blijven zitten en... pas in je klas gekomen. Klopt dat?' Hoe weet opa dat? 'Ja, levenservaring, hè! Dus het is waar. Kijk, dat meisje voelt zich al een jongedame. Misschien verveelt ze zich thuis. Nodig haar eens uit bij je te komen spelen met je barbies. Eh... wacht eens. Hier is iets om je te helpen.' Shirley krijgt een pakje met een roze strik erop. Als ze het papier eraf gehaald heeft, komt er een nieuw vriendinnenboekje te voorschijn. Wat fijn. Het oude was juist vol. 'Laat eerst dat meisje erin schrijven, hè. En tussen haakjes,... wel met je aardbeienpen, hoor! Want daar houden trutjes van.' Shirley zoent opa dat het klapt. De man achter de toonbank veegt met een doek de glazen plaat schoon en lacht: 'Nou, jij boft maar met zo'n kleindochter, opa!' Vraag 1: Hoe komt het als je jaloers bent? 2. Zou het helpen als je het aan de Heer Jezus vertelt? 3. Wat zou je Hem dan vragen?
25 - Geduld 'Stefan.' Hijgend van het harde lopen overhandigt Japie een briefje aan Stefan. 'Hier, van je opa. Toen ik daarnet langs zijn huis kwam, vroeg hij mij dit aan jou te geven.' Stefan maakt het nieuwsgierig open. Japie wil ook graag weten wat erin staat, maar Stefan doet erg geheimzinnig. In het briefje staat: 'Ik heb wat voor je.' Na schooltijd gaat hij gauw bij opa langs. Wat zou 'het' betekenen? Opa geeft hem een pakje. Vol verwachting scheurt Stefan het papier eraf. Het is een kweekbak voor jonge plantjes. Daarin kun je zaadjes doen. Leuk, zeg! Een zak met aarde is er bij en natuurlijk een zakje zaadjes, kleine harde knobbeltjes. Anemoontjeszaad staat er op het pakje. Stefan bedankt opa voor het fijne cadeau. 'In elk bakje één zaadje,' adviseert opa, 'anders maken ze ruzie. En dan heb je ook dit nog nodig...' Opa haalt van de keukenplank een flesje met een bloemetjesetiket. In ouderwetse letters staat erop geschreven: 'Geduld, elke dag een lepel.' Stefan lacht. Hij snapt het. 'En niet steeds de plantjes uit de aarde halen om te kijken of de worteltjes wel groeien, hoor!' grapt opa. Stefan doet het kurkje van de fles. De inhoud ruikt verdacht veel naar cola. Thuisgekomen moet Shirley natuurlijk zijn schatten bewonderen. Samen doen ze de zaadjes in de zwarte aarde en, ja hoor! Na een week komen de eerste groene sprietjes al boven de grond. Het is zaterdagochtend. Stefan moet naar voetballen, maar de band is lek. Papa is er niet. Dan moet hij hem zelf maar proberen te repareren. Hup, de fiets op z'n kop en beginnen maar. Och, maar de band wil er niet af. Stefan krijgt er een rood hoofd van. Kwaad geeft hij de fiets een trap. 'Rotfiets!' Shirley kijkt om het hoekje van de schuurdeur. Lachend haalt ze van achter haar rug het flesje geduld te voorschijn. 'Neem een slokje hiervan, Steffie!' plaagt ze. Stefan wordt witheet. 'Blijf van m'n spullen af, nare griet!' schreeuwt hij, terwijl hij een greep doet naar het flesje. Maar, o wee! Shirley valt en het flesje breekt. Beteuterd nemen ze de schade op. Gelukkig heeft Shirley geen wondje. Samen gaan ze moeder vertellen wat er gebeurd is. Die zegt: 'Bel opa maar op voor een nieuw flesje en bestel gelijk voor mij een liter Geduld Speciaal.' Die grap kunnen Stefan en Shirley niet waarderen. Opa kijkt wel gek op van dat telefoontje. Zo'n grote bestelling? Nou, nou. Hij kan wel een winkeltje gaan beginnen. Vraag 1: Heb jij ook wel eens geduld nodig? 2. Bij wie kun je geduld krijgen? 3. Zou een kunstenaar ook geduld nodig hebben?
26 - Hondenpoep Het is halfnegen in de ochtend, een stille zaterdagochtend. Het deurtje van opa's huis gaat knersend open. Opa gaat Mopsy uitlaten, het hondje van oma Hemeltjeshof. Hij past een week lang op het beestje, omdat oma met vakantie is. Rillend stapt opa naar buiten, sluit de deur achter zich en wil net gaan wandelen als zijn oog valt op een grote hondendrol op het paadje. 'Bah!' mompelt hij, 'Dat kan toch nooit van Mopsy zijn. Dat is zo'n klein hondje.' Opa loopt wat dichterbij. Met een stokje probeert hij de viezigheid weg te schuiven. Het gaat heel makkelijk, want de drol is van plastic. Iets verderop in de straat beweegt iets achter een dikke boom. Opa hoort gelach. Heeft dat met de plastic drol te maken? Ja, die apenkoppen van kleinkinderen houden hem voor de gek, hoor! Kijk! Daar springen ze al te voorschijn. 'Gefopt!' 'Wat komen jullie doen, behalve viezigheid om m'n stoep leggen?' vraagt opa. 'O, niks. We komen gewoon op bezoek.' Opa heeft geen tijd voor bezoek. Hij moet eerst bij zijn vriend Gerrit langs. De kinderen mogen mee. Jammer genoeg is Gerrit niet thuis. Er is wel een grote herdershond, die staat te blaffen voor het raam met twee poten op de vensterbank. Als hij Mopsy ziet, wordt hij helemaal hoteldebotel. Hij springt alle bloempotten uit het kozijn. Opa kijkt door een ander raam naar binnen. Ook daar alle potten eraf. Wat een lelijke bozerd. Ze gaan maar weer weg. 'Moet u niet een briefje achter laten voor Gerrit?' vraagt Shirley bezorgd. 'Ik kan maar beter een maandje uit zijn buurt blijven.' grinnikt opa. Mopsy moet nu erg nodig. Tot grote verbazing van de kinderen schept opa met een speciaal schepje het hoopje in een plastic zakje. 'Bah! Wat vies!' roepen ze om het hardst. 'Vind ik eigenlijk ook,' zegt opa. 'Maar het hoort zo volgens oma Hemeltjeshof. Dan blijft de straat schoon.' 'Als u maar niet denkt, dat ik het zakje draag, hoor!' snibt Shirley. 'Nou nog mooier,' lacht opa. 'Jullie waren het toch die viezigheid bij mij voor de deur hebben gelegd?' 'Ja, maar dat was niet echt.' 'Straks krijgen jullie van mij ook een krentenbol die niet echt is,' grapt opa. 'Maar eerst netjes handen wassen, opa.' is het gevatte antwoord van zijn kleindochter. Vraag 1: Kunnen anderen last hebben van jouw hond? 2. Zou poep op de stoep erg zijn voor rolstoelbezitters? 3. Waarom nemen mensen eigenlijk dieren?
27 - Opa troost Japie in zijn verdriet ‘Hé, kijk nou! De hamster is dood!’ schreeuwt Japie op een dag als hij bij zijn hamsterkooi staat. Bah, wat een rotdag. Gisteravond had hij nog lekker met hem gespeeld. Slimpy was wel een beetje sloom geweest, maar Japie had hem lekker onder zijn trui laten kruipen, door zijn mouw en dan van onderen er weer uit. En nou ligt hij met gestrekte pootjes. ‘Moeder!’ roept hij, ondertussen met een vinger zijn dode kameraadje strelend. Maar moeder is weg... De hele kamer zit vol mensen als Japie bij de familie Willemsen binnenstormt. Ja, ze vieren de verjaardag van oma Hemeltjeshof. Een beetje triestig geeft Japie iedereen een hand. Maar hij wil geen gebak en geen limonade. Dan moet er iets aan de hand zijn, merkt Stefans moeder op. En ja, dat is ook zo. Japie vertelt van zijn dode hamster. Meteen begint iedereen te praten over allerlei belevenissen van zichzelf. ‘Ja,’ zegt oma Hemeltjeshof, ‘Ik had vroeger een pop met een porseleinen hoofdje, zo lief. Het was mijn enige pop en ik was dol op haar. Op een dag liet m'n zusje haar van de tafel vallen. Krak! In wel twintig stukken. Het was alsof ik mijn kind had verloren...’ ‘Nou, en ik dan,’ klinkt de schelle stem van een zekere tante Kato. ‘Toen mijn moeder onze hond had verkocht, heb ik dagenlang door de stad gezworven.’ Japie wil beleefd blijven, maar hij kan wel gillen. Snappen die stomme volwassenen dan niet dat hij... ‘Zullen we een spelletje op de computer doen?’ vraagt Stefan om hem af te leiden. Nee, Japie gaat weer naar huis. Hij wil alleen zijn met zijn verdriet. Bij de deur hoort hij nog net opa's stem. ‘Japie, ik heb jonge geitjes...’ ‘Hé, ben je in de tuin aan het spitten! Hou d'r mee op.’ Japie's moeder is thuisgekomen. Ze ziet Japie bezig. Als ze hoort dat het voor de dode hamster is zegt ze onverschillig: ‘Hamsters begraaf je niet. Die gooi je gewoon in de vuilnisbak.’ Over zoveel gebrek aan gevoel maakt Japie zich echter niet druk. ‘Ik begraaf hem wel wat verder onder de struik,’ zegt hij. En in stilte neemt hij zich voor om een bordje te maken met daarop: ‘Hier ligt mijn vriendje Silly. Rust in vrede.’ ‘Toch maar even bij opa Krentenbol gaan kijken,’ denkt Japie tegen de avond als het karwei geklaard is. ‘Jonge geitjes zijn erg leuk.’ Hij wil er voor zichzelf niet echt vooruitkomen, maar eigenlijk verlangt hij naar iemand met wie hij even kan praten over zijn verdriet. En raad eens wat? Na het stoeien met de geiten, twee kopjes thee en drie krentenbollen, duwt opa Japie een doosje van de dierenzaak in de handen. En daarin zit... een beeldschoon nieuw hamstertje... Is dat nou geen goeie troost? Vraag 1. Iemand die verdriet heeft, wil zijn verhaal kwijt. Wat bedoelt men daarmee? 2. Waarom konden die mensen met hun verhalen Japie niet troosten?
28 - Pesten 'Ferry de Perrie, Ferry de Perrie!' 't Is weer het oude liedje. Ferry, een jongen uit de vijfde klas wordt gepest. Altijd moeten ze hem hebben. Zelfs kleine kinderen lopen treiterend achter hem aan. Ferrie weet zelf ook niet waarom. Komt het door zijn achternaam? Luyendijk heet hij. Dat is toch niet zo gek? Of ligt het aan zijn schuwe manier van kijken? Zou het aan zijn kleren liggen? Wie het weet mag het zeggen. Soms, heel soms wordt Ferry heel boos. Dan slaat hij die treiterkoppen zomaar op hun gezicht. Dan balt hij zijn vuisten als een bokser en timmert ze blindelings waar hij maar raken kan. Zo ook vandaag. Als Shirley vlak bij school komt, ziet ze al een oploopje en ze hoort het treiterige: 'Ferrie de Perrie!' Als twee kemphanen staan Sjors uit de achtste en Ferry tegenover elkaar, een ongelijke strijd, zo'n grote knul en zo'n kleintje. De andere kinderen zijn allemaal op de hand van Sjors, die vernederend grijnzend op zijn tegenstander neerziet. Het bloed vliegt Shirley naar het hoofd. Dat onrecht. Ze kan het niet uitstaan. 'Blijf van Ferry af.' gilt ze. 'Durref je wel, grote lummel?' Verontwaardigd trekt ze Ferrie mee, weg uit de kring. En niemand durft meer iets te doen. Na schooltijd staat opa de kinderen op te wachten. Willen ze wel meehelpen briefjes rond te brengen? Het is voor de bazaar van het bejaardentehuis. Moeder weet ervan. 'Mag Ferry ook?' vraagt Shirley. Ze wil hem toch niet alleen laten. Opa vindt het prima, dus hollen ze eerst even naar Ferry's huis om toestemming. 't Is best leuk werk dat briefjes rondbrengen. Ze rennen van deur tot deur. Opa hoeft zelf niks te doen. Stefan kijkt hoe de mensen heten. Soms zitten er gekke namen tussen. Naaktgeboren. Dat is gek. Stel je voor dat je heette 'Met kleren aan geboren...' Scheele heet iemand anders. Dat is een Zeeuwse naam, weet opa. En wat te denken van J. Klaasen. Zou dat soms Jan van de poppenkast zijn? Het laatste briefje duwt Shirley in de deur bij de familie Niemandsverdriet. 'Allemansverdriet.' fantaseert Shirley. 'Nou, zo moesten ze die Sjors uit de achtste ook maar noemen.' Opa vraagt nieuwsgierig of ze hem dadelijk thuis niet eens iets meer willen vertellen over die Sjors. Onder het genot van een krentenbol met, krijgt hij het hele verhaal te horen. 'Gewoon niet op reageren, Ferry.' raadt hij aan. 'Zoveel te gauwer gaat het over. Je hebt perslot een mooie achternaam als je dat vergelijkt met al die vreemde namen die we vanmiddag hebben gezien. En dan hebben we het nog niet eens over al die buitenlandse namen. Wat betekent Ferry de Perrie nou helemaal?' 'Zullen we u Opie de Popie noemen?' vraagt Stefan lachend. Dan gaan ze nog een poosje door met alle namen die ze kennen te veranderen. Shirley de Pirley, Stefan de Pefan, Sjorsie de Porsie... Opa maakt er een eind aan door Ferry te vragen zijn handtekening in het dagboek te schrijven. En dat doet Ferry maar al te graag. Met zwierige letters en een blik van verstandhouding naar opa Krentenbol schrijft hij: Ferry Luyendijk. Vraag 1: Wat doe je als anderen je plagen? 2. Wat zou je voelen als je hierom niet naar school durfde?
29 - Kerstfeest Stefan en Shirley liggen op hun buik voor de warme kachel in opa's dagboek te werken. Shirley tekent een paar takjes hulst en Stefan schrijft: 'Lieve opa. Veel hijl en zegen in het nieuwe jaar en ik vind uw kerstboom nogal raar.' Shirley schiet in de lach. Ja zeg, zo'n merkwaardige boom zag je nergens. Weet je hoe dat is gekomen? Moet je horen... Japie mocht bij opa gaan slapen, omdat zijn moeder moest werken tijdens de feestdagen. Met z'n hamster en een koffertje vol spullen stapte hij dus op een avond voor kerst het huisje aan de Bovendijk binnen. 'Hallo, wat hartstikke leuk dat je er bent.' begroet opa hem. 'Hier is je kamertje en een padvindersfluit om mee te roepen als er wat is.' (Ja, wat zou er nou moeten zijn?) Even later ligt Japie lekker onder de schone lakens. Maar hij gaat niet slapen. Nee, dat zou zonde zijn van zijn plannetje. Hij heeft namelijk in z'n koffertje een paar leuke geheimpjes meegenomen. Allereerst een heerlijk kersttaartje van z'n moeder en verder nog twee papieren servetjes (slechts eenmaal gebruikt), een beetje verschoten kersttafelkleedje en een stukje kaars. Straks als opa slaapt zal hij zachtjes opstaan en de tafel mooi maken... Wat een leuke verrassing, hè? Opa is ook naar bed gegaan. Hij ligt in het kamertje aan de andere kant van de gang. Hij slaapt ook al niet. 'Even wachten.' denkt hij. 'Dadelijk slaapt Japie en dan...' In het hoekje van zijn kamer staat donker en geheimzinnig een kerstboom. En op het tafeltje ligt een gelige doos met kerstballen. Straks zal hij de boom in de kamer zetten en versieren. Wat zal Japie morgen opkijken! Het is heel stil in opa's huisje. De klok in de kamer slaat juist tien als in het pikkedonker zachtjes twee deuren opengaan. Twee gedaantes tegelijk lopen naar de kamerdeur. Plotseling: Boemm!! Pats!! Rinkeldekinkel. 'Help een dief!' roept Japie verschrikt. De doos met gebak is uit zijn handen geslagen. Een raar stekelding wil hem pakken, maar dapper graait hij naar zijn padvindersfluit en begint uit alle macht te blazen. 'Help! Inbrekers!' roept opa. Zijn kerstballendoos vliegt open en alle ballen vallen kapot op de grond. Zenuwachtig tast hij naar het lichtknopje. Floep! In het licht van de ganglamp zien ze wat er gebeurd is. 'Hou op!' schreeuwt opa. 'Was jij dat? Ik dacht...' 'Er was een dief!' huilt Japie, 'Was u dat?' Dan vertellen ze ieder hun verhaal. Zo komt het dat opa zo'n rare kerstboom heeft. Op de afgebroken top staat een kapot kaarsje en in plaats van bellen hangen er krentenbollen in. 'Dit is de mooiste boom van Nederland.' zegt opa trots. Japie is het met hem eens. Ze lepelen de kersttaartpap van hun kartonnen bordje. 't Smaakt net zo lekker, hoor! Vraag 1: Welke mensen moeten tijdens de feestdagen werken? 2. Hoe zouden hun kinderen dat vinden? 3. Wat zouden we voor die mensen kunnen doen?
30 - Intimidatie Het is briefjestijd in de klas. Iedereen schrijft briefjes naar iedereen. Als de meester zich even omdraait verwisselt er weer een briefje van eigenaar. Stefan doet ook mee. Hij schrijft op een kladblaadje: 'Mario is op Elske.' Snel tekent hij een hart en een pijl erdoor en gooit het op Japie's bank. Dat was een stomme zet. Japie begint meteen gekke bekken te trekken. Dat zat er wel in. Hierdoor wordt Mario razend nieuwsgierig. In een onbewaakt ogenblik graait hij het briefje uit Japie's hand. O wee. Nu zijn de poppen aan het dansen. Mario sist woedend: 'Wacht maar. Ik krijg je buiten wel.' Wat zit Stefan in de rats. Hij is niet zo sterk en Mario is een kop groter. Van de zenuwen kan hij de rest van de morgen niet meer opletten. Gelukkig voor hem houdt de meester, wanneer de school uitgaat, Mario even aan de praat. Als een haas gaat Stefan er vandoor, rechtstreeks naar het huis van opa. 'Hallo die Stefan.' begroet deze hem blij. 'Heb je zo hard gehold? Je hijgt als een wilde hond.' Stefan mompelt wat onverstaanbaars. Opa geeft hem, om wat op adem te komen een dikbesmeerde krentenbol en een glas melk. Maar telkens gluurt Stefan door de kleine raampjes naar buiten. Plotseling duikt hij onder tafel. 'Ik ben d'r niet, opa, als Mario soms belt.' fluistert hij angstig. Opa snapt er weinig van, maar wel dat Stefan door Mario achternagezeten wordt. Als de kust veilig is vraagt opa: 'Vertel eens op. Wat is er gebeurd?' 'Mario wil me pakken, omdat ik op een briefje heb geschreven, dat hij verliefd is op Elske. Dat is namelijk nogal een tutje.' Opa schiet in de lach. 'Nou en?' 'Maar hij is veel sterker dan ik. Hij brengt Gerard en Kees natuurlijk mee.' Tja, dat verandert de zaak. Opa denkt even na en stopt ondertussen een paar klontjes achter zijn kunstkiezen. 'Nooit laten merken dat je bang bent.' is het laconieke antwoord. 'Als je vijand groter is, kun je hem zeker raken.' Ja, opa heeft mooi praten. Hij wordt niet achternagezeten. Maar toch hebben zijn woorden Stefan wat gedaan. Hij verzamelt al zijn moed en gaat op huis aan. Opa kijkt hem na. En ja hoor! Vlakbij het hoekje staat Mario Stefan op te wachten. Opa ziet hoe Stefan zijn benen wijd uiteen plant en zijn handen in de zij zet, alsof hij wil zeggen: 'Ach, jochie. Ik ben niet bang van je.' En wat doet die zogenaamd vreselijk agressieve Mario nou? Hij haalt uit en... aait even over het topje van Stefans haar. Grinnikend gaat opa weer verder met lezen. Waar was hij ook al weer gebleven? O ja, bij David en Goliath. Ook toevallig. Vraag 1: Waarom worden sommige kinderen altijd gepakt? 2. Ben je als kleinere ook minder sterk? 3. Als je onschuldig aangevallen wordt, hoe zou je dan kunnen bidden?
31 - Stelen Kijk Japie eens hard rennen. Hij hijgt zowat zijn longen uit z'n lijf. Bij het huis van zijn vriendjes belt hij aan. 'Hallo!' zegt Stefan, die open doet. 'Stefan, je opa z'n fiets is gestolen! Hij had hem neergezet bij de supermarkt en toen wastie weg. Ik heb je opa geholpen met het dragen van z'n boodschappen.' Sjonge, dat is gemeen. Stefan voelt een onmachtige woede opkomen. De fiets van zijn eigen opa... Die heeft 'ie zo hard nodig. Gauw gaat hij Shirley halen. Met z'n drieën overleggen ze gedempt wat ze eraan kunnen doen. Heeft opa hen al aangegeven bij de politie? Japie denkt van wel. Maar daar heb je je fiets niet mee terug, zelfs al is hij gemerkt met je postcode, dan nog niet. 'Laten we gaan zoeken,' stelt Shirley praktisch voor. Het gebeurt wel eens dat gestolen fietsen zo maar ergens neergesmeten worden. 'Wie weet hebben ze hem wel in een sloot gegooid.' denkt Japie pessimistisch. 'Of verkocht aan een handelaar.' Stefan heeft een plan. Ze moeten zoveel mogelijk kinderen optrommelen en met een spandoek gaan lopen en blaadjes uitdelen aan voorbijgangers, waarop staat: 'Wie heeft opa Krentenbol z'n fiets gevonden? Terug te bezorgen op de Bovendjk 4 tegen beloning. De anderen vinden het een schitterend idee. Vlug gaan ze aan het werk. Shirley typt de woorden een heleboel keer met een vinger op vaders computer en vraagt of hij het mag uitprinten. Japie en Stefan zitten intussen ook niet stil. Ze blazen groot alarm in de buurt en verzamelen zo een groep kinderen om fietsend de hele buurt te gaan afzoeken. Ook wordt er een lawaaierige spandoekgroep georganiseerd die door de straten gaat en alle aandacht trekt. 'Beng, beng, tetteretet!' Samen met een paar vriendinnen deelt Shirley de blaadjes uit. En opa? Weet hij van dat alles af? Nee zeg. Hij is die middag gewoon in zijn groentetuintje gaan werken. Juist wil hij bonenstokken gaan plaatsen, als er een hele meute kinderen aankomt, joelend en juichend. 'Olé, olé, oléoléolé!' Zijn mond valt open van verbazing. Daar komen ze met zijn fiets aanzetten. Wie heeft hem gevonden en waar? 'Opa!' gilt Shirley opgewonden, 'U had hem niet bij de supermarkt laten staan, maar bij uw vriend Wouter waar u vanmorgen was.' O, wat dom zeg! Maar de kinderen vergeven het hem graag, want ze hebben een hartstikke leuke middag gehad. Krijgen ze nu nog een beloning? Natuurlijk, krentenbollen genoeg. Die gaan erin als koek na zo'n klussie. Vraag 1: Hoe zou je je voelen als je fiets werd gestolen? 2. Waarom stelen grote mensen fietsen? 3. Wat koop je eigenlijk voor het geld dat je door diefstal verkrijgt? (Iets voor jezelf en een heleboel verdriet voor een ander.)
32 - Verwennen 'Mam, mag ik een Langejan?... en ook een voor Lizzy?' Gehaast, tikkend met het snoepgoed op het snoepdoosje, staat Shirley te wachten tot haar moeder ja roept vanuit de kamer. Zodra ze maar de j van 'Joehoe' hoort, vliegt ze met de twee lange kauwgoms naar school. Vlug, ze is al een beetje laat. Lizzy, een blond meisje met een beeldschone krullenbos, staat midden op het schoolplein met een stoet kinderen om zich heen. 'Hier!' hijgt Shirley, 'Voor jou. Aardbeiensmaak.' 'Heb je geen andere smaak?' vraagt Lizzy met opgetrokken neusje. 'Wat heb je zelf?' 'Ook aardbeien,' zucht Shirley, blij dat ze op tijd is. 'Breng de volgende keer sinaasappelsmaak mee. Hier ben ik niet gek op.' antwoordt Lizzy wat uit de hoogte. O, Shirley is de laatste tijd helemaal in de ban van het nieuwe meisje Lizzy uit haar klas. Ze doet alles voor haar. 'Geef me jouw geurstiften eens.' beveelt het verwende kind en ja hoor! Shirley zelf krast met stompe potloodjes en Lizzy maakt haar geurstiften op. Het begint al met melk drinken voor de pauze. 'Ruilen? Jouw chocolademelk voor mijn melk?' Dat Shirley dat niet in de gaten heeft, zeg! Het ergste is dat Lizzy erg brutaal is tegen de meester. Ze krijgt vaak strafwerk of moet op de gang staan. Shirley is dan helemaal op de hand van Lizzy. Ze lacht mee als Lizzy door het gangraam gekke bekken staat te trekken. En neemt het zelfs openlijk voor haar op tegen de meester. 'Vervelend mormel!' moppert Opa Krentenbol tegen het schoothondje van oma Hemeltjeshof. Hij moet een dagje oppassen op het witte keffertje met de rode strik. 'Jaja! Je wilt naar buiten. Ik snap het al!' Hup! Jas aan, schoenen aan, halsband om en lopen. Straat in, straat uit! En als ze dan weer thuis zijn en opa even de krant wil lezen: Kefkef! Bellaatje wil op schoot. Opa is gewoon haar slaaf. Wat een opluchting als Stefan en Shirley na schooltijd komen. 'Ik word gek van dat beest.' zucht opa, 'Hij wil de hele dag wat.' 'U verwent hem te veel.' zegt Shirley eigenwijs. 'Als u hem steeds zijn zin geeft, wordt hij veeleisend.' 'Moet jij nodig zeggen!' lacht Stefan. Shirley kijkt haar broer vernederend aan. Ze weet wel waar hij op doelt. Hij kan Lizzy niet uitstaan. Tring!! Daar gaat de bel. Buurman Sjors staat voor de deur met een peuter op zijn arm. Had hij last van Bella's gekef? Nee, dat niet. Buurman moet op zijn kleinzoon passen en die huilt zo. Heeft opa soms een lange vinger of zo? Nee, opa heeft alleen zijn eigen vingers en.... krentenbollen. Misschien lust de peuter er wel een. Nou en of. Het huilen stopt meteen. De anderen krijgen er ook trek van. Opa smeert maar even door. En Bella? Die is van uitputting in slaap gevallen. Op opa's bed. Nou vraag ik je! Vraag 1: Wat is het verschil tussen verwennen en verzorgen? 2. Hoe zou het komen dat Lizzy zo veeleisend was? 3. Hoe kun je een hond afleren om te bedelen?
33 - Afwassen Hé, kijk eens. Er zit een jongen op het stoepje van opa's huis met een veel te grote pet op zijn hoofd en een hamsterkooi op schoot. Naast hem staat een koffertje. Het is Japie, Stefans vriend. Als opa thuiskomt, vraagt hij verbaasd wat Japie komt doen. 'Opa, mag ik uw deur hebben?' 'Mijn deur? En ik dan?' lacht opa. Nee, Japie bedoelt niet de buitendeur, maar een losse oude deur, die in opa's schuurtje staat. 'Want ik ga m'n eigen huisje bouwen.' zegt hij flink. 'Bij u achter op het wilde landje, omdat ik thuis elke dag maar weer moet afwassen en daar baal ik van.' 'Mmm!' bromt opa. 'Weet je moeder waar je zit?' Nee, Japie is gewoon boos weggelopen. Dan moet hij toch maar weer naar huis gaan, vindt opa. En het afwasprobleem dan? Tja, daar is wel een betere oplossing voor. 'Weet je wat? Morgenmiddag houden we een vergadering van de Nietafwasclub bij mij thuis. Als jij nog meer kinderen weet, die niet van afwassen houden, dan moet je ze maar meebrengen.' stelt hij voor. Het is de volgende dag erg vol in opa's kamertje. Wat is de bedoeling eigenlijk? Ze zullen een club oprichten met opa als voorzitter. Hij stelt al gelijk de eerste clubregel vast. NIEMAND IS DE SLAAF VAN EEN ANDER. Er gaat een groot gejuich op. Ja! Wat een goed begin. Opa moet zelfs met de afwasborstel op een pan slaan om ze stil te krijgen. 'Is iedereen het ermee eens?' vraagt hij wat overbodig. Japie wil Lang zal die leven aanheffen, maar opa geeft weer een jens op de pan. 'Stilte!... Deze week gaan we die regel (heel beleefd) aan onze ouders uitleggen. Volgende week houden we dan weer een vergadering. Afgesproken?' Joelend en lachend gaat de hele schare weer naar huis. Opa kijkt ze handenwrijvend na. Tsjonge. Wat heeft hij ze te pakken, want bij alle kinderen gaat het net zoals bij Shirley en Stefan. Moeder is helemaal niet boos. Integendeel. Dolblij zet ze de kinderen aan het werk. Datgene wat moeder tot nu toe voor hen deed, moeten zij nu doen. Stofzuigen, de tuin harken, boodschappen doen, de badkamer een grote beurt geven, enzovoorts. Weet je waarom? Zij mag ook geen slaaf zijn. Haha! Een beetje tam komen ze weer naar de vergadering. 'Laten we de club maar opheffen,' zegt Japie treurig. 'Als ik elke dag alleen maar hoef af te drogen, is dat eigenlijk erg weinig. En ik blijf toch maar gewoon bij mijn moeder wonen.' De anderen mompelen instemmend. Dat is voor opa het sein om ze te trakteren. De krentenbollen komen te voorschijn en iedereen mag voor zichzelf een lekker kopje thee inschenken. 'Ik ben tenslotte ook jullie slaaf niet.' lacht hij, terwijl hij zichzelf verwent met een extra suikerklontje. Vraag 1: Als je afwast, doe je het dan voor de Heer? (Pas op. Zeg niet te gauw ja.) 2. Als je afwast doe je het dan voor je moeder, of toch gewoon voor jezelf? 3. Wanneer doe je echt iets voor de Heer?
34 - Handjes geven Stefan brengt zijn boeken terug naar de bieb. De juf achter de toonbank neemt ze aan en laat ze een voor een over een soort computer gaan. Daar gaat het boek over indianen en het vogelboek, dat hij leende voor zijn spreekbeurt. En... opa's dagboek. 'Ho stop!' roept hij verbaasd, 'Dat is van m'n opa. Hoe komt dat nou bij de bibliotheekboeken?' De juffrouw kijkt hem over haar halve brilletje onderzoekend aan en zegt verstoord: 'Voortaan beter uitkijken, jongeman!' Thuisgekomen zoekt Stefan Shirley op om samen te lezen wat opa heeft geschreven. 'Zaterdag is jullie moeder jarig, maar ik denk niet dat ik kom, want ik ben bang voor Jan, de harde knijper. Als hij je een hand geeft, liggen je vingers er bijna af. Weten jullie een oplossing?' Even denken de kinderen na. Tsja, dat handjegeven op verjaardagen... Shirley vindt het niet zo erg, maar Stefan heeft er het land aan. Hij doet even net alsof. 'Dag tante.' 'Dag Stefan. Wat ben je groot geworden, zeg!' En dan al die kussen. Smak, smak! Nee, niks voor hem... 'Als ik later ergens binnenkom, roep ik gewoon bij de deur heel hard: 'Hoi.' Shirley heeft meer fantasie. 'Ik zet later een handengeefmachine bij de deur. Dan zijn we meteen van dat gezeur af.' Ja, dat is leuk. Stefan krijgt gelijk een idee om opa te helpen. 'Kom op, Shir, laten we naar opa gaan. Spring maar achter op m'n fiets.' Zo sjezen ze naar de Bovendijk. Het is zaterdag. De verjaardag van moeder. Stefan en Shirley zitten vlak bij de tafel geheimzinnig te giebelen. Zo af en toe glijdt er ook over opa's gezicht een glimlach. Daar komt de visite: tantes, ooms, ook oma Hemeltjeshof en ja... Daar is Jan, de bodybuilder met handen als kolenschoppen. Het is precies zoals ze verwachten. Handjesgeven en kussen. Stefan duikt onder de tafel en frunnikt ergens aan. Als Jan bij hem komt, geeft hij hem een ferme hand. Maar wat is dat nou? De hand barst open. Er spuit allemaal water uit. Op Jan z'n schoenen en langs zijn broek. Hoe kan dat nou? O kijk. Stefan heeft geen hand gegeven, maar een stokje met een hand eraan. Een plastic hand vol water en daarover voor de camouflage: een oude leren handschoen van vader. Haha! 'Foei!' zegt oma Hemeltjeshof. 'Stoute kinderen. Van wie leren jullie toch al dat kattenkwaad?' Ze werpt een verwijtende blik in de richting van opa Krentenbol, maar die kijkt heel onschuldig. Stefan en Shirley springen om Jan heen en roepen: 'Eigen schuld. Eigen schuld! Moet je onze handen maar niet tot moes knijpen.' 'Wacht maar. Ik pak jullie nog wel eens terug.' zegt Jan. Daar hopen ze dan maar op. Vraag 1: Waarom geven mensen elkaar een hand als begroeting? 2. Kun je aan iemands handdruk merken wat voor een persoon het is? 3. Hoe kun je elkaar nog meer begroeten?
35 - Chips eten Stefan maakt zijn sporttas leeg. Hij slingert de vuile kleren in de wasmand en... ontdekt een envelop in de tas. Hoe komt die daarin? Nieuwsgierig maakt hij hem open. Er zitten papiertjes in. 't Zal wel weer iets van opa zijn. 'Shirley!' roept hij ineens vrolijk, 'Kom gauw. Een geheime brief.' Samen leggen ze de stukjes aan elkaar. Er staat: 'Kom woensdagmiddag bij mij oefenen in d.c.e. want ik wil dat jullie je netjes gedragen op mijn verjaardag.' 'Wat is d.c.e.?' vraagt Shirley. Stefan weet het ook niet, maar het zal wel iets leuks zijn. Op de dag van het d.c.e. heeft opa het erg druk. Eerst boodschappen doen, dan al de voorbereidingen. Nog maar net is hij klaar als de kinderen eraan komen. Ze hebben Japie bij zich, een vriendje, die een voortand mist. Ze zijn natuurlijk razend nieuwsgierig wat d.c.e. wel is. Opa legt het hen uit. D.c.e. is: deftig chips eten! De meeste kinderen gaan namelijk graaien als er schaaltjes met chips op tafel staan. 'Puh!' zegt Shirley verontwaardigd, 'Grote mensen doen dat ook, hoor!' 'Sjtil nou,' slist Japie, die altijd honger heeft. Opa gaat onverstoorbaar door. 'Kijk, eerst oefenen we met bruine bonen en macaroni. (Hij doet voor hoe het moet.) Je zit netjes rechtop en pakt een chipje. Terwijl je gezellig kletst met je buurman, houdt je het keurig in de hand. Pas als hij zelf begint te spreken, knabbel je het op.' Ah bah! Opa spuugt de macaroni uit, die hij per ongeluk expres in zijn mond stak. 'Van pinda's neem je er drie. Kauw ze net zo lang tot het pindakaas is geworden. Begrepen?' Ze oefenen en het gaat reuze deftig. Nu met echte chips. Terwijl opa de schaaltjes vult, schenkt Stefan de limonade in. Shirley en Japie gniffelen naar elkaar. Het grote moment is aangebroken. 'Klaar, meeëters?' vraagt opa doodernstig. De kinderen knikken slechts. 'Val aan!' Met groot gejuich storten ze zich op de chips. Ze graaien en grabbelen en proppen! Lekker! Wat een lol. Opa doet net zo hard mee. Ze zijn door het dolle heen. Voordat ze naar huis gaan, helpen ze opa natuurlijk met opruimen en afwassen. Onderweg naar huis zegt Japie: 'Gave opa hebben jullie, zeg! Mag ik nog eens mee?' Dat is afgesproken. Vraag 1: Als je samen eet, moet je dan ook aan de anderen denken? 2. Is samen delen leuk? 3. Is het logisch om te helpen met opruimen als je ergens hebt gegeten?
36 - Burengerucht Flak. Raak! 'Ja, nou jij.' Stefan en Shirley liggen achter de struiken. Ze hebben allebei een witte blaaspijp en een heleboel zelfgedraaide papieren pijltjes. Ze zijn aan het schieten. Ze schieten op het raam van de buurjongen. Flap! Weer raak. De papieren munitie vliegt zo naar binnen bij Freek. Mag dat wel? Wordt die daar niet boos over? Ja, Freek vindt dat niet leuk, maar Shirley en Stefan vinden dat hij dat verdiend heeft. Ze zijn heel boos op hem. Want Freek maakt zoveel lawaai met zijn cd-speler. Elke dag vanaf een uur of twaalf tot diep in de nacht stampt de housemuziek door de straat. Stefan en Shirley kunnen er soms haast niet van slapen. Dus hebben ze een tegenaanval bedacht. Ze schieten gewoon pijltjes door Freek z'n open raam. Tingelingeling! Daar komt Opa Krentenbol aan. Hoi, hoi! Zou opa ook mee willen doen? Stefan heeft nog wel een blaaspijp en Shirley zal nog wel gauw wat pijltjes bijmaken. Opa houdt wel van een stevig gevecht, maar niet bij de buren door de ramen. Nee, hij zou wel eens willen weten wie het beste kon handjedrukken. Opschepperig beweert hij de wereldkampioen handjedrukken te zijn. Dat laten Stefan en Shirley natuurlijk niet op zich zitten. Ze organiseren meteen een wedstrijd op de keukentafel. En opa wint echt... De troostprijs is een pepermuntje. 'Waarom plaagden jullie Freek daarnet?' vraagt opa. De kinderen leggen het uit. Ja, geluidsoverlast is erg vervelend. Opa begrijpt wel dat ze kwaad zijn. Maar is dit wel een echte oplossing? Later op de dag als opa de heg aan het knippen is, komt Freek naar buiten. Opa begint een praatje met hem en nodigt hem uit om een glaasje cola te komen drinken. Had iedereen maar zo'n fijne opa. Freek vindt hem gewoon het einde. Aan die oude baas kan hij zijn problemen vertellen. 'Ik ben werkeloos.' bekent hij. 'Dat is toch zo balen. 's Ochtends blijf ik uitslapen en voor de rest van de dag luister ik naar muziek.' 'Weet je wat?' bedenkt opa. 'Wil je mij helpen met het timmeren van een nieuw hok voor de geit?' Nou, dat wil Freek best. Hij houdt van timmeren... En zo vinden de kinderen een paar dagen later tot hun grote verbazing Freek bij opa thuis, lekker achter een kopje thee en een krentenbol. Eerst zijn ze verlegen met hun houding. 't Was toch eigenlijk hun vijand. Maar dat duurt niet lang. Freek laat hen het nieuwe hok zien en weet je welk geheim opa hen vertelt? Dat de geit binnenkort jonkies krijgt. Leuk hè? Vraag 1: Hoe kun je voorkomen dat de buren last hebben van jouw herrie? 2. Is praten een goed middel om problemen op te lossen? 3. Zou het helpen als je eerst bidt voor een oplossing?
37 - Dieren De kinderen gaan vaak bij opa's buurman Bram naar het konijn kijken. Hij heeft een hokje voor het dier getimmerd tegen de zijmuur van het huis. Vandaag ook weer lopen ze door het piepende hekje en geven Door een lekkere dikke wortel. Door is echter vreselijk vies. Oude Bram kijkt niet genoeg naar het beest om. Het zachte grijze beest stinkt vreselijk en heeft een razende honger. 'Bah!' zegt Stefan. 'Arm beest.' 'Het is een schande.' zucht Shirley. 'Zullen we hem verschonen?' Maar Bram is niet thuis en ze vinden nergens stro. Gelukkig kan opa hen helpen, zodat het konijn weer lekker droog komt te zitten. Als dank snuffelt hij wat door de tralies heen aan hun vingers. 'Als het de volgende keer maar niet weer zo is.' zegt Shirley. Stefan denkt na. 'Ik weet wat, Shirley. We schrijven een brief naar oude Bram.' 'O ja, en dan doen we net of het konijn de brief heeft geschreven.' juicht Shirley, altijd in voor een grapje. De volgende dag komt oude Bram bij Opa Krentenbol binnen met een brief van zijn konijn. 'Moet je nou toch eens lezen.' bromt hij. 'Man, nou heeft Door, mijn konijn, mij een brief geschreven. Hoe kan dat nou?' Opa Krentenbol lacht zich een kriek. Hardop leest hij de brief voor. 'Liefe Bram. Ik stik van de honger en me luiers moeten ook vaker verschoont worden, want ik kan nog niet sellef naar de wc. Groeten van Door.' Oude Bram staat heel stom te kijken. Opa schenkt maar gauw een kopje thee voor hem in en legt er troostend een krentenbol naast. 'Hier man, voor de schrik. Enne... ik zou maar een beetje uitkijken met dat beest. Straks stopt ze jou in dat hok en gaat ze zelf in dat huis wonen.' Oude Bram schudt ongelovig zijn hoofd. 'Wat ik niet begrijp is: hoe kan dat beest nou bij mijn brievenbus?...' 'Och,' lacht opa, 'Misschien heeft iemand hem een kontje gegeven.' Vraag 1: Hoe kun je zien of een dier zich niet prettig voelt? 2. Waarom is het gemeen om niet goed voor gevangen dieren te zorgen? 3. Moeten christenen extra goed voor dieren zorgen?
38 - Opa Krentenbol geeft zichzelf Klepperdeplok! Er valt een heleboel reclame door de brievenbus van de familie Willemsen. Moeder hoort het en zucht: 'Kunnen die lui niet lezen? Er staat toch duidelijk op onze brievenbus: Geen reclame a.u.b.? Die rommel kan zo in de papierbak.' Stefan en Shirley zijn het er niet mee eens. Er zitten dikke folders bij over speelgoed, veel en duur speelgoed. 'Kom, Shir,' zegt Stefan vrolijk, We gaan even kijken wat we voor Kerst willen hebben. Kom hier naast me zitten.' O, hebben Stefan en Shirley nog niet genoeg gehad met Sinterklaas? Hun kasten puilen uit van de nieuwe spullen. 'Wat willen de kinderen voor hun Kerst hebben?' vraagt oma Hemeltjeshof over de telefoon aan moeder. Moeder aarzelt. Het is elk jaar hetzelfde liedje. Ze willen met Kerst geen cadeaus geven. Hoogstens een boek of zo. Maar oma Hemeltjeshof houdt van een overdadige Kerst. Ze trekt er echt dagen voor uit om te gaan sjoppen in de duurste zaken. Oma gaat soms wel eens in Londen winkelen. Stel je voor! 'Een trui?' aarzelt moeder. 'Nee, dat is niks.' moppert oma. 'Ik zal zelf wel iets bedenken. En als ik niet slagen kan geef ik wel geld.' Met een zucht hangt moeder de telefoon op. 'O wee!' bromt opa Krentenbol, als hij twee dames van de kerk voor de deur ziet staan met een Kerststukje. 'Is het weer zover? Als het Kerst is ben ik opeens zielig. Laten we die eenzame man een Kerststukje geven.' denken ze. Toch opent hij de deur uit beleefdheid. De dames hebben er perslot hun tijd en aandacht voor over gehad. Hij wou alleen maar dat hij het hele jaar door meer gezelligheid en gastvrijheid vond bij de mensen uit de kerk. 'We krijgen honderd gulden van oma Hemeltjeshof.' is het eerste wat Shirley en Stefan tegen opa zeggen als ze hem opzoeken. 'Veel, hè?' Door de stromende regen en de striemende wind zijn ze naar opa toegekomen, wat erg lief van hen is. De kletsnatte kleren hangen ze maar even in de bijkeuken. 'Honderd gulden?' vraagt opa verbaasd. 'Nou, ik heb niks om jullie te geven, maar... wacht eens. Ik geef mezelf.' Stefan en Shirley trekken verbaasd hun wenkbrauwen op. Hoe kan iemand nou zichzelf geven? 'Ja, op Kerstavond, als mamma en pappa naar het Kerstconcert gaan, kom ik spelletjes met jullie doen. Is dat goed?' Hoi, hoi! Stefan en Shirley dansen met opa door de kamer. Wat zijn ze toch blij met hem. Hij heeft altijd weer leuke ideeën. Bij de thee met krentenbollen bespreken ze even later hoe ze de avond gaan indelen. Het wordt echt te gaaf. Vragen: 1. Wat gaf God aan ons op het Kerstfeest. 2. Wat gaf de Heer Jezus ons? 3. Waarom gaf opa eigenlijk meer dan oma Hemeltjeshof?
39 - Abah! Opa Krentenbol! 'Opa,' roept Stefan als hij om vier uur bij Opa Krentenbol binnenstormt. 'Wilt u met me meegaan naar de Bieb? Ik moet een spreekbeurt houden over het milieu en dan moet ik een paar boeken hebben. Ja?' 'Mmmm,' bromt opa, 'Al dat moderne gedoe. Houd liever een spreekbeurt over de KLM dat is pas interessant.' ‘’De KLM bestaat niet meer,’’ zegt Stefan. ‘’Dat is van vroeger.’ Nee, Stefan wil per se het milieu doen. Hoogstens kan hij terloops vermelden dat straaljagers ook veel verontreiniging geven. 'Eerst even de vuilnisbakken buitenzetten,' zegt opa. 'Ze staan in de tuin en moeten naar de straat. Help je even mee?' Terwijl Stefan het oude hout oppakt, neemt opa de plastic zak voor zijn rekening. Kletterdekletter! O wee! Er hebben veldmuizen in de nacht aan de zak geknaagd. Al de troep rolt uit de kapotte zak. Een regelrechte milieuramp. Mopperend stopt opa de viezigheid in een nieuwe zak. Waar komt al dat afval toch vandaan? Verpakkingen van koekjes, snoepjes, vlees, appels, groenteresten, aardappelschillen, een oude dooie plant, afgekloven kippenbotjes en vooral veel plastic en blikjes. Opa zucht. Hij moest toch maar een proberen minder afval te produceren. Maar hoe? 'De auto's, opa!' besluit Stefan na het lezen van een paar boekjes. 'Dat zijn de grootste vervuilers. Die uitlaatgassen zijn schadelijk voor de bossen. Gelukkig hebben wij geen auto, hè?' Hij neemt een grote hap uit een krentenbol, die opa voor hem heeft gesmeerd. Opa knikt terwijl hij een blikje cola opentrekt. 'Ze moesten die fabriek hier aan de Schelpweg ook maar eens goed controleren. Die geeft me toch een vieze uitstoot. Weet je wat ze daar maken? Van dat smerige plastic, dat je overal langs de weg tegenkomt. Het verteert van je lang zal ze leven niet.' 'Bedoelt u dat plastic dat om uw krentenbollen zit, opa?' vraagt Stefan droog. 'Hè?' stottert opa, 'Eh... juist, ja dat.' Een negen voor de spreekbeurt. Stefan rent luid 'Jèhhh!' roepend de school uit met Japie op zijn hielen. Bijna lopen ze de schoonmaker omver die het graffiti van de muur haalt met een spuit. Bah! Wat stinkt dat spul. 'Kan die net zo goed laten,' grinnikt Japie, 'Morgen koop ik van m'n zakgeld een nieuwe spuitbus. Vind je Mouse een leuke tek?' 'Mmm, gaat wel,' zegt Stefan, 'Niet echt snel.' In de winkelstraat ontdekken ze Opa Krentenbol. Hij helpt een arme duif van een netje af, dat om een onverklaarbare reden om zijn poot is komen zitten. Na veel gefladder en getob kan het beest weer vliegen. 'Komt allemaal doordat de mensen van alles op straat gooien. De dieren lijden eronder.' zegt opa boos. 'Een droppie, opa?' vraagt Stefan om hem te troosten. 'Ja, lekker,' antwoordt deze. Hij stopt de zwarte lekkernij in zijn mond en gooit het papiertje op straat. Vanuit de lucht laat de duif een poepje vallen op opa's pet. Bah! Vies beest! Vraag 1: Waarom gooien mensen rommel op straat? 2. Hoeveel weggeworpen blikjes tel je van school naar huis?
40 - Shirley leert Niesje beter kennen Er is een spelmiddag op school. Stefan en Shirley verheugen zich erop. Het wordt een soort zeeroversspel. Stel je voor! Als ze aankomen horen ze al meteen wie er in hun groep zitten. Stefan is best tevreden. maar Shirley roept: 'Hè nee. Niet Niesje, hoor! Die kan niks!' De andere meiden zijn het roerend met haar eens. Met lange gezichten en grote monden wordt er bij de leiding geklaagd. 'Mag Annabel met Niesje ruilen?' fleemt Shirley, 'Dat is mijn beste vriendin.' Arme Niesje. Wat naar te horen dat de anderen zo over haar denken. Ze zou wel door de grond willen zakken. Gelukkig neemt meester het voor haar op. 'Jullie moesten je schamen,' zegt hij kwaad. 'Niesje is een fijne meid. Ook met haar moeten jullie samenwerken!' Bokkig vertrekt de groep naar de eerste opdracht. Inderdaad is Niesje bij alle onderdelen de laatste. Bij het touwslingeren over een sloot valt ze zelfs in het water, wat de groep een strafpunt oplevert. Shirley wordt steeds pissiger tegen haar. 'Schiet toch op, trut!' sist ze als Niesje aarzelend over een smalle loopplank naar boven gaat. Opa Krentenbol die als supporter toekijkt, schaamt zich dood voor zijn kleindochter. Voor hem is de lol er gelijk af. Triest sloft hij naar huis om een kopje thee te zetten. Dat is om beter na te denken. Het is een paar dagen later. Over de open landweg fietsen drie mensen: opa, Shirley en Stefan. Ze zijn op weg naar het dierenasiel op de Buitendijk. Opa heeft namelijk muizenkeutels in de keuken ontdekt. Dus gaat hij zich een kat aanschaffen. 'Hé, hallo!' horen ze een meisje roepen als ze afstappen. Tot hun verbazing ontdekken ze Niesje bij het hek. Haar ouders beheren namelijk het asiel. Shirley voelt zich vreselijk opgelaten. Te meer omdat Niesje, vergevingsgezind als ze is, hen hartelijk begroet. Als ze hoort waarvoor ze komen, gaat ze zelf mee langs de hokken en zoekt een prachtige witte kater uit. Trots kijkt het beest hen aan, de staart om de poten gekruld. 'Nee.' bromt opa. 'Die niet. Zo'n schoonheid kun je aan iedereen kwijt. Ik wil een overblijvertje, een poes die niemand wil.' Niesje kijkt opa ernstig aan. Ze begrijpt meteen wat hij bedoelt. 'Moessie,' zegt ze, 'Dan moet u haar nemen. Ze heeft maar een halve staart.' 'Kan mij niet schelen,' lacht opa, 'als ze maar muizen vangt.' Onderweg naar huis, met de kat in een speciale doos bij opa achterop, is Shirley opvallend stil. Ze denkt na over Niesje. Wat een leuke meid is dat eigenlijk. Ze weet alles van kattenrassen, hondenstambomen enzo. Elke ochtend staat ze om zes uur op om de beesten te verzorgen. Opa ziet haar denken. Hij is dik tevreden. 'Nog trek in een verse krentenbol?' vraagt hij als ze de bakkerszaak passeren? Ja, opa heeft iets te vieren. Vraag 1: Heb jij een hekel aan een bepaald kind? 2. Weet je ook leuke dingen van dat kind op te noemen?
41 - Bang maken. Tring! gaat de bel van opa's huisje. 'Wie zou daar zijn?' vraagt opa zich af. Hij veegt zijn natte afwashanden aan zijn ribbroek en sloft naar de deur. Niemand te zien. 'Mmm. Vreemd.' Net wil hij de deur weer dicht doen als hij opeens een luid Boeh! hoort roepen. Iemand springt hem van links zo maar om de nek. Is me dat schrikken. Gelukkig is het Shirley maar. 'Ik schrok me naar.' hijgt opa, 'Kom binnen, kind.' Shirley heeft weer een van haar plaagdagen. Iedereen maakt ze aan het schrikken. Kleine kinderen wacht ze soms achter een boom op, om dan luid boeroepend te voorschijn te springen als ze langskomen. Huilend roepen die ukkies dan om hun moeder. Daar moet Shirley toch zo om lachen. Gisteravond heeft ze Stefan te pakken genomen. Ze ging zich voor het slapen gaan onder z'n bed verstoppen. Toen hij net lekker rustig lag en een beetje indommelde, maakte ze een raar geluidje. Stefan verstijfde van schrik. Wie zou er onder zijn bed zitten? Voorzichtig tastte hij met zijn voet op de grond om licht te maken en... daar knijpt Shirley in zijn hiel. Help! En zij maar lachen. Nu brengt ze een bezoek aan opa om het dagboek terug te brengen. Die schenkt een glas prik in en legt er een krentenbol naast. 'Zo, m'n kind. Vertel eens. Hoe gaat het op school?' 'Slecht. Ik kan m'n aandacht gewoon niet bij m'n werk houden. Steeds word ik afgeleid, met het logische gevolg dat de meester boos wordt en me weer straf geeft.' 'Hoe komt dat?' Shirley heeft net een grote hap in haar mond. 'Wottikniet.' Even kauwen en een slok prik na. 'En als ik 's nachts naar de wc moet, ben ik bang. Dan denk ik dat er allemaal zwarte pieten in het trapgat zitten.' Weer een hap. 'O, dus daarom laat je oude opa's en andere kinderen schrikken. Zeg, als je nou eerst een vergeving aan de Heer Jezus vraagt, omdat je mensen bang maakt... Wie weet wil Hij je dan ook wel helpen met de rest.' Shirley kijkt opa verbaasd aan. Het zijn toch maar grapjes? 'Om een grapje moet een ander lachen en niet huilen.' zegt opa. En daar heeft hij groot gelijk in. Vraag 1: Wanneer is een grapje leuk? 2. Wat voel je als je erg schrikt? 3. Wat zou je kunnen doen als je bang in het donker bent?
42 - Roken Wie heeft er op opa Krentenbols stoep geschreven? Er staat: 'Volg de pijlen, opa.' Opa staat er met grote ogen naar te kijken. Volg de pijlen? Waarom? Hij doet zijn jas aan, zet zijn pet op en loopt in de richting van de pijlen. Ze gaan naar de overkant van de straat, lopen rond de lantarenpaal, gaan door het hekje van opa's volkstuintje, keren weer om bij het hok van de geit, lopen terug naar opa's voortuin en stoppen bij de kersenboom. Daaronder staat geschreven: 'Kijk omhoog.' Och, kijk nou. Daar hangt een pakje. Het is opa's dagboek. Stefan heeft erin geschreven. 'Lieve opa. Ik kan er niet meer tegen. De jongens op school plagen me zo. Er is namelijk een groepje in mijn klas, dat stiekem sigaretten rookt. Hoe ze eraan komen weet ik niet. De lucifers pikken ze bij hun moeder uit de keuken. Ze willen dat ik meedoe. Ze zeggen: 'Ha, die Stefan, heilig boontje, durft niet te roken.' Ik kan er niet meer tegen. Daarom heb ik besloten om ook te gaan roken. Ik kocht van m'n zakgeld een pakje sigaretten, maar omdat ik samen roken gezelliger vind, kom ik bij u sigaretjes opsteken. Tot vanmiddag.' 'Alle selderijsteeltjes op een bobbeltje.' zegt opa, 'Nou gaat er iets goed fout.' Opa leest de woorden nog eens. Dan ziet hij een klein bruin vlekje. Met een vergrootglas, dat hij altijd voor z'n postzegels gebruikt, bestudeert hij het vlekje. Er komt een glimlach op z'n gezicht. 'Die ondeugd. Ik zal hem krijgen. Ik ga ook roken. Ik ga sigaretten kopen en een pijp. Nou zal je wat beleven.' Het is een paar uur later. 'Tingeling!' gaat de bel. Opa loopt naar de deur. Er staat een jongen voor de deur met een snor. Hij kijkt heel ernstig. Opa laat hem binnen. Hij kijkt ook ernstig en zegt niks. De jongeman zwijgt een poosje. Opa zwijgt ook een poosje. Af en toe knikt hij met z'n hoofd. Eindelijk zegt hij: ''t Is zover, hè?' De snorrejongen knikt. Opa pakt een teiltje en zet het op tafel. 'Voor het geval je gaat spugen.' zegt hij gedempt. De snorrejongen knikt weer. Dan zwijgen ze nog een tijdje heel deftig. 'Zullen we dan maar?' vraagt opa en tast naar zijn zak. 'U ook??' vraagt de jongen verbaasd. Opa knikt. 'Of zullen we eerst een potje dammen voor je te ziek bent. Wie het wint mag mijn pijp opeten...' Stefans gezicht begint verdacht te trekken. Opa heeft moeite niet te gaan hikken. Ze barsten allebei in een schaterlach uit. Stefan springt bij opa op schoot met snor en al. 'Hoe wist u het, opa?' 'Ik zag een chocoladevlekje, Stefan.' Evan later zitten ze lekker te knabbelen aan hun chocolade rookwaren. Vraag 1: Waarom is roken slecht? 2. Hoe reageer je als anderen je uitlachen? 3. Zou het helpen als je dan een grapje maakt?
43 - Stefan is brutaal Het is doodstil in Stefans klas. Iedereen zit ingespannen te rekenen. Meester loopt langs de rijen. Bij Stefans bank blijft hij staan. Er ligt een viesgetrapte tekening op de grond. 'Stefan?' 'Ja?' 'Ja meester, bedoel je zeker. Raap dat papier even op.' 'Nee. Dat is niet van mij.' Aller ogen zijn meteen op Stefan gericht. Wat een brutaliteit. Meester wil echter de rust niet verstoren. Hij raapt het papier zelf op en zegt laconiek. 'Blijf jij even na om kwart over twaalf.' Pang! Met een klap wordt de buitendeur dichtgesmeten. Stefan is thuis. Zijn gezicht is een grote onweerswolk. Boos gaat hij op de bank zitten en doet de televisie aan. 'Zeg je geen gedag mee?' treitert Shirley. 'Bemoei je d'r niet mee, stom wijf!' schreeuwt Stefan. Nu wordt het moeder te gortig. 'Is er wat, Stefan?' 'Nee, niks.' 'Je bedoelt: Nee mam?' 'Begint u nou ook al? Ik heb genoeg op m'n kop gehad, hoor!' Stampend van woede rent hij naar zijn kamer. Ja, Stefan is de laatste tijd erg brutaal aan het worden. Moeder maakt zich er zorgen over en praat er natuurlijk over met opa Krentenbol. Die weet zoals altijd wel een oplossing. 'Hier is een karretje.' zegt opa een paar dagen later tegen Shirley, Japie en Stefan. 'We gaan naar huis en bellen om oude kranten voor onze voetbalclub.' De kinderen vinden het een leuk werkje. Vooral omdat het voor een goed doel is. Vol frisse moed bellen ze aan. Maar het duurt niet lang of Stefan merkt dat de anderen wel oud papier krijgen en hij niet. Hoe zou dat komen? Opa heeft binnenpret. Met een stalen gezicht vraagt hij: 'Geven ze jou niks, Stefan? Hoe zou dat komen?' Stefan denkt na. Misschien vinden ze hem niet leuk om te zien? 'Wat vraag je als er opengedaan wordt?' informeert opa droog. 'Nou, gewoon... Hebbie nog ouwe krante.' Opa zwijgt veelbetekenend. Dan ineens breekt het besef bij Stefan door. Hij snapt het. 'Dag mevrouw,' klinkt even later zijn vriendelijke stem, 'Heeft u misschien oude kranten voor ons clubhuis?... Enne dankuwel!' Vanaf dat moment halen de kinderen allemaal evenveel op. 'Ooooh! Pas op!' Een groot gegil en geschreeuw klinkt op bij de botsautootjes, die juist in die tijd bij het Winkelcentrum zijn opgesteld. Ook Stefan, Shirley en Japie draaien in het rond. Opa heeft hen getrakteerd. Bam, boem! Stuur naar rechts! O nee! Daar komt'ie! Opa zit genietend rond te kijken, een zak krentenbollen voor straks op schoot. Wat is het toch leuk om met anderen te botsen... eh... in botsautootjes natuurlijk. Vraag 1: Waarom is het beter om niet brutaal te zijn? 2. Hoe zou het kunnen komen dat Stefan zo brutaal werd?
44 - Graffiti 'Omdat jullie morgen vakantie krijgen,' schrijft opa Krentenbol, 'heb ik een leuk feestje bedacht voor vanmiddag. Ik heb een viltstift en twee spuitbussen gekocht, een gouden en een rode. Vanmiddag gaan we lekker het fietstunneltje bij de Spinozaweg onderspuiten. Hebben jullie goed geoefend op graffitiletters? Ja toch? Want ik kan alleen maar schuinschrijven. Groeten van opa.' Moeder ziet de kinderen gniffelend in een hoek van de kamer op de grond zitten. 'Wat schrijft opa?' vraagt ze. 'O, niks.' giechelen Stefan en Shirley geheimzinnig. 'Laat maar eens lezen.' zegt moeder streng. Ze moet die opa ook een beetje in de gaten houden. 'O! Maar dat mag niet, hoor! Weet je wat? We gaan opa er mooi tussen nemen.' Moeder heeft een leuk plannetje. Ze is niet voor niks de dochter van opa Krentenbol. 'Hier, met dit geld gaan jullie naar de feestwinkel in de Jan Steenstraat en dan koop je.... een flesje verdwijninkt.' 'Wat is dat?' vragen de kinderen verbaasd. 'Dat is inkt, die verdwijnt na een paar tellen. Als je die op iemands kleren spuit, schrikt 'ie zich een hoedje, maar er blijft geen vlek achter.' De kinderen gaan erop uit. Als opa eens wist wat er hem boven het hoofd hangt! 'Hallo, opa.' begroeten de kinderen opa. 'Zo rakkers,' bromt opa, 'Mochten jullie wel van mamma? Of hebben jullie niet verteld wat we gaan doen.' 'O nee, we mogen best, hoor! Mamma zei: 'Dat is een goed idee. Begin maar bij opa's trui en verder opa opa's behang. Hebt u de spuitbussen al klaar liggen?' 'Eh...' aarzelt opa. 'Dat geeft niet, hoor!' zegt Shirley, 'We hebben zelf ook wat meegenomen.' Snel spuit ze een grote vlek op opa's trui. 'Niet doen, apenkop! M'n goeie trui.' schrikt opa. Hij tuimelt achterover met z'n beentjes in de lucht. De kinderen springen bovenop z'n buik. 'Zo, eigen schuld, stouterd! Nou gaat u er aan, hoor!' Ze stoeien nog even door. Dan ploffen ze hijgend op de bank. Opa bekijkt zijn trui. Waar is die vlek nou? Hij kan hem niet vinden. 'Haha! We hebben u lekker gefopt.' lachen de kinderen. 'Het is verdwijninkt.' 'Gelukkig!' zucht opa, 'Ik beloof plechtig dat ik nooit meer op muren en tunneltjes zal schrijven. Erewoord.' 'Het is u maar geraden ook.' zeggen de kinderen streng. Vraag 1: Van wie zijn die muren van tunneltjes en gebouwen, die kinderen volspuiten? 2. Zou het veel geld kosten om alles weer schoon te spuiten? 3. Zou jij het leuk vinden als iemand in jouw kamertje overal op ging schrijven?
45 - Stefan wordt beroofd 'Hé, gooien! Goedzo! Ja!!' schreeuwt Stefan naar zijn Turkse vriend Mehmet. Ze zijn Shirley aan het pesten. Ze hebben haar haarband afgepakt en gooien die naar elkaar toe. Telkens als Shirley hem probeert te pakken, gooien ze hem weer naar de ander. Shirley gilt als een mager varken. 'Geef hier, Mehmet. Geef op, Stefan! Ik zeg het tegen mamma, hoor!' 'Wèweè!' sart Stefan, 'Ga dan!' Pesterig doet hij de haarband in zijn eigen haar. Shirley schiet woedend op hem af, graait... maar mis. Op het moment dat Stefan de band weer wil pakken, wordt zijn hand vanachter vastgepakt. Wie is dat? Pappa? Ja, ongemerkt was hij Stefan van achteren genaderd. Hij is er gloeiend bij. 'Ophouden en gauw!' zegt pappa boos. 'Je moet even dit pakje voor me wegbrengen.' 'Mag Shirley mee?' wil Stefan vragen, maar hij slikt de woorden maar gauw in. Een kind kan snappen dat Shirley niet mee wil. 't Is een heel werk wat Opa Krentenbol aan het doen is. Hij is postzegels aan het afweken. En niet zo'n paar! Nee, dozen vol. Opa spaart namelijk al jaren gebruikte postzegels. Niet dat hij zelf zoveel post krijgt. Welnee. Maar vrienden en kennissen sparen mee. Het is eigenlijk begonnen met sparen voor een goed doel. Maar dat is al een hele tijd opgeheven en de mensen blijven opa postzegels geven. Nou, wat doe je dan? Je stopt ze in dozen en kijkt er niet verder naar om. Maar vandaag dacht opa: 'Kom, ik ga die postzegels proberen te verkopen. Wie weet...' De hele tafel staat vol schoteltjes water. Daarin drijven de af te weken zegels. Met een pincet legt opa de tere zegels op een vel tekenpapier. Plotseling valt er een schaduw over het raam en opa kijkt op. Hé, daar is Stefan. Wat komt die doen? 'Mag ik even bellen, opa?' schreeuwt Stefan buiten adem. 'Het is echt gemeen...' 'Kind, waar zijn je schoenen?' schrikt opa. Met horten en stoten komt het verhaal eruit. Toen Stefan terugkwam van zijn boodschap en uit de bus stapte, stonden er ineens twee grote jongens voor hem. Ze wilden zijn Nikes hebben, die dure sportschoenen, die hij nog maar pas had. Toen Stefan ze niet direct wilde geven, gooiden ze hem op de grond. Een knul hield hem vast, terwijl de ander zijn Nikes uittrok. O, wat is Stefan kwaad. En opa natuurlijk ook. Samen gaan ze het thuis vertellen en de politie inschakelen. Als Stefan die avond zijn avondgebed doet, bidt hij ook voor de jongens die hem bestolen hebben. Het is wel moeilijk, dat snap je. Hij was juist zo trots op zijn schoenen. 'Dat is dan zestig gulden.' zegt de postzegelhandelaar tegen opa als hij zijn gesorteerde zegels inlevert. Opa glimlacht tevreden. Zestig gulden, mooi zo! Die zijn voor het goede doel. Stefan moet een paar nieuwe sportschoenen hebben. En dit keer niet meer zulke dure. Vraag 1: Waarom zouden die grote jongens zo'n spelletje spelen? 2. Dingen kosten geld. Wie werkte er voor Stefans sportschoenen? 3. Wat vind je van die rage om dure merkkleding te kopen?
46 - Kleding Oma Hemeltjeshof is er. In haar keurige mantelpakje zit ze kaarsrecht in het haardfauteuiltje. Ze blijft eten, want het is vandaag de verjaardag van pappa. Straks komt opa Krentenbol ook. Oma zegt: 'Hoe laat komt je schoonvader, Jan? Ik hoop maar dat hij er wat fatsoenlijker uit ziet dan de vorige keer. Wie komt er nou in een ribfluwelen broek naar een feest.' De kinderen kijken elkaar verschrikt aan. Ze denken alle twee hetzelfde. 'We moeten opa waarschuwen.' Ongemerkt verdwijnen ze. Met de slee, want er ligt een lekker laagje sneeuw. Een kwartiertje later stormen ze bij opa Krentenbol binnen. Die stond net klaar om weg te gaan en... ja hoor! Hij had zijn oude trui aan en een ribbroek. 'Opa, opa! Zo kunt u niet gaan. Oma Hemeltjeshof is er. U moet een deftig pak aan, hoor! Dat hoort zo als er een feest is.' Opa zakt terug in zijn leunstoel. 'Kom, kom,' zegt hij verbaasd. 'Het maakt echt niks uit hoe je eruit ziet, als je maar een vriendelijk hart hebt, enne... Dat vriendelijke hart moet ik nog even uit de keukenla halen.' Stefan lacht. Die malle opa. Hij vindt eigenlijk wel dat opa gelijk heeft. Maar Shirley zegt vastbesloten: 'Ik wil niet, dat iemand iets zegt van onze opa. Hebt u wel een net pak, opa?' Opa bromt wat en haalt uit de kast vanonder een gelig laken een zwart pak. Dat heeft hij nog gedragen bij de trouwerij van de ouders van Shirley en Stefan. Er is zelfs nog een hoge hoed bij en een geel geworden overhemd. Alleen geen passende stropdas. Maar Shirley is vindingrijk. Van papier maakt ze een strikje en speldt dat onder opa's kin. Die kijkt eens in de spiegel. 'Wie is die vent?' vraag hij verbaasd. Dat is hij dus zelf. Bij zo'n mooi pak horen ook mooie schoenen. 'Die enge dingen knellen zo!' zucht opa. 'Geef mij maar liever mijn ouwe bakkies.' Shirley en Stefan zijn echter zeer streng. Opa hoeft bijna niet te lopen. Hij mag achterop de slee zitten en bij hen thuis kan hij z'n schoenen wel uitdoen. Daar zit opa Krentenbol nou. Met z'n hoge hoed en z'n goeie kleren aan achter op de slee. Shirley en Stefan trekken hem hijgend voort. Oma Hemeltjeshof valt steil achterover van de schrik als ze hem ziet. 'Je lijkt de burgemeester van Rommelerdam wel.' zegt ze. ''t Is allemaal voor het feest.' lacht opa. 'En gaan we nog niet eten, want ik rammel van de honger.' Vraag 1: Waarom zou je je mooie kleren aan doen als er een feest is? 2. Voor wie trek je eigenlijk die mooie kleren aan? 3. Zou je naar de kerk ook mooie kleren aan doen?
47 - Rommel op straat Er staat een vuilniszak voor de deur. De wind probeert hem om te blazen, maar het lukt niet. Minetje, de poes van de buren, snuffelt er eens aan. Bah! Het ruikt naar niks. De kinderen komen uit school. Ze kijken ook naar die vuilniszak. Stefan schopt er eens tegen. 'Niet doen, joh!' zegt Shirley. 'Ik zal hem wel even bij het andere vuilnis zetten.' Maar de zak is niet vol. Alleen onderin zit wat. Shirley punnikt het sluitertje los en... Haha! Het is opa's dagboek. 'Kom gauw, Stefan,' roept ze, 'dan gaan we lezen wat opa schrijft.' Opa schrijft: 'Lieve kinderen. Ik heb een mooi kunstwerk in de tuin gemaakt van rommel. Komen jullie kijken? O ja en breng dan gelijk jullie eigen vuilnis mee. Groetjes van opa.' 'Istie nou gek geworden?' vraagt mamma als de kinderen met de vuilniszakken lopen te sjouwen. Ze hebben hun zelfgemaakte karretje uit de schuur gehaald en er een zak bovenop gezet. Maar dat feest gaat niet door. 'Stel je voor,' zegt moeder. 'Er zitten rotte groenten in en afgekloven botjes en stinkende melkkartons.' Dus gaan de kinderen maar alleen met hun karretje. Onderweg rapen ze nog wat los afval op, zodat de kar nog best vol komt. Het kunstwerk is prachtig. Opa heeft alles bevestigd op een paar latten en dwarslatten. Er hangt een kapot hemd aan, ijspapiertjes, sinaasappelschillen, een stapel wijkkrantjes dat een bezorger had weggegooid, plastic patatbakjes en nog veel meer. De kinderen maken het kunstwerk nog mooier. Er blijven wat mensen staan kijken. Wat zou het voor een ding worden? Opa loopt er verheugd omheen te springen. 'Goedzo, jongens! Ik hoop maar dat de mensen veel weggooien, dan kunnen wij er nog wat leuks van maken.' Er komt een man langs met een groot fototoestel op zijn buik. Hij is van de krant. De buren hebben hem zeker gewaarschuwd. 'Mag ik een foto van jullie maken?' vraagt hij en begint gelijk te knippen. 'Hoho!' roept opa, 'Als ik een foto van jou mag maken, meneertje.' Hij haalt gauw zijn eigen toestel en maakt een kiekje van de fotograaf, die aarzelt van welke kant het kunstwerk het beste uitkomt. Sjongejonge, wat een dag! Tenslotte nodigt opa iedereen uit voor een kopje thee. In de kortste keren zit opa's kamer vol met krentenbollenkauwende mensen. Terwijl Stefan en Shirley hun handen zorgvuldig afboenen, kijken ze steeds bezorgd om. Er blijft toch nog wel wat voor hen over? Ja hoor! Daar zorgt opa wel voor. Wat dacht je? Vraag 1: Zoek tien afvaldingen in je straat en bedenk waar die vandaan komen. 2. Wie moet er voor een schone straat zorgen? De politie, de burgemeester, de vuilophaaldienst of wij met z'n allen? 3. Wie zorgt er voor een schoon huis? De werkster, je moeder, of jullie allemaal?
48 - Onrecht Op een mooie zonnige dag in september springt de kat van de buren 'Wrauh!' met een tevreden snoetwerk uit opa's keukenraam. Midden tussen de lage bloemenstruikjes, lekker in de zon, gaat ze zich liggen wassen. Ondertussen wordt binnen een groot geschreeuw gehoord. Opa ontdekt dat zijn heerlijke paardenbiefstuk pootjes heeft gekregen. Het kleine krullerige hondje van oma Hemeltjeshof, waar opa zolang op past, krijgt de schuld. Met een opgerolde krant slaat opa naar haar. Naar haar oren, bovenop haar lichtblauwe strikje, op haar gatje! 'Lelijk mormel.' brult hij, 'Ik zal je.' De arme onschuldige Lady vliegt onder de kast. Bang keft haar hoge stemmetje naar de boze krant. 'Tsjing. Bom!' buiten tegen het raam wordt met een nijdige klap een fiets neergezet. Even later stapt Stefan binnen. 'Het is echt gemeen!' roept hij verontwaardigd uit, terwijl hij op een stoel neerploft. 'Zou je niet eens gewoon gedag zeggen als je binnenkomt?' vermaant opa, die zich overrompeld voelt. 'Dag opa!' klinkt het timide. 'Ik ben boos...' 'Nou, anders ik wel,' smoezelt opa mee, terwijl hij water op gaat zetten voor de thee. Stefan, wat gekalmeerd, begint te vertellen. 'De drie jongens van Bakker aan de overkant, weet u wel, zijn echte plaaggeesten. Vanmiddag stond ik met m'n fiets aan de hand met m'n vriendje Paul te praten, toen we ineens hoorden: 'Tsjt!' Een straal vies spuug miste ons maar ternauwernood. Het kwam vanuit de struiken achter ons. Ja, het waren de Bakkertjes. We hoorden ze grinniken. 'Tsjt!' nog eens, vlak voor Paul zijn voeten. Toen ze merkten dat we ze door hadden, kwamen ze onder Indianengehuil tevoorschijn, terwijl ze ons van alle kanten met hun waterpistooltjes nat spoten. Ja, zoiets kun je toch niet op je laten zitten? 'Kom op!' schreeuwde Paul. 'We gaan een emmer water halen.' Ik hing de emmer aan m'n stuur en we sjeesden de aanvallers achterna. Maar die bange stoepenschieters verscholen zich achter de heg van hun eigen tuin en toen wij de emmer water naar hen toegooiden, kwamen vader en moeder Bakker naar buiten. En, opa... Wij kregen de schuld van alles! Hoe vindt u dat nou?' 'Echt gemeen.' beaamt opa in gedachten... Iets buiten in de struiken trekt zijn aandacht. 'Echt gemeen!' roept hij plotseling harder, terwijl hij met een klap het theekopje neerzet, zodat de thee naar alle kanten opspat. 'Het was de poes van de buren! Die is natuurlijk door het keukenraampje naar binnen gekomen.' Met een schuldig gevoel kijkt opa naar Lady en zegt: 'Ach, soms moet een mens of dier wel eens een beetje onrecht lijden. Daar word je groot van.' Vraag 1: Wat voel je als je onrecht lijdt? 2. Wat zou jij gedaan hebben als je Stefan was?
49 - Vrede Stefan en Shirley passen op de tweeling van de buren. Dat moet wel, want de vader van de buurvrouw is plotseling erg ziek geworden. En moeder kan niet oppassen, omdat ze een afspraak bij de tandarts heeft. Zodra ze klaar is zal ze hen komen aflossen. 'Kom maar bij me zitten,' zegt Shirley moederlijk. Ze heeft haar eigen voorleesboek meegenomen. 'Luister goed. Dit verhaal gaat over een beer, die zijn zusje kwijt is.' Maar Yvette en Yanka willen liever achter elkaar aanrennen om de tafel. Dat is veel spannender. ''t Is een stom boek.' zegt Stefan, 'Kom maar met mijn playmobiel spelen, hoor!' Yvette en Yanka krijgen een van de playmobielpopjes, die hij meegenomen heeft... Stefan verzint er wel een leuk verhaaltje bij, maar na een paar minuten wil Yvette per se het popje van Yvanka. Getrek en geruk. Gekrijs en gehuil. Stefan en Shirley worden er haast gek van. Ook de limonade en het speculaasje houden de wildebrassen maar even zoet. Zodra het op is begint het lieve leven weer. Om een kleinigheidje maken ze slaande ruzie. Het lijkt wel een mini-oorlog. Stefan en Shirley zijn wanhopig. Hoe moeten ze dit aanpakken? 'Laten we opa bellen,' zegt Shirley ten einde raad. 'Misschien heeft hij een idee.' Opa zit met een ernstig gezicht de krant te lezen. Een ouderwets brilletje hangt op het puntje van zijn neus. 'Foei toch!' moppert hij, 'Wat een nare krant. Er staan bijna alleen maar oorlogsberichten in...' Dan rinkelt de telefoon. Het is Stefan. 'Opa,' klinkt het benauwd. 'Wij passen op de tweeling van de buren, maar ze maken steeds ruzie. Wat moeten we doen?' 'Heb je krentenbollen?' vraagt opa optimistisch. Nee, die heeft Stefan natuurlijk niet voorradig. Opa wrijft even met z'n vrije hand over zijn dikke buik. Voor hem zijn krentenbollen een goeie oplossing voor een gespannen situatie. Ineens krijgt hij een idee. 'Maak voor elk een vredesmuis.' stelt hij voor... Als moeder van de tandarts terugkomt, vindt ze een heerlijk vredige toestand in het huis van de buren. Stefan en Shirley hebben van een papieren zakdoek voor elk van de kinderen een muis gemaakt. Een muis met oortjes een staartje, twee oogjes en een snor. Zachtjes trekken Yanka en Yvette de diertjes aan een garen draadje over de vloer. Ze lopen op hun tenen, want een vredesmuis is een bang diertje. Hij kan niet tegen lawaai. En helemaal niet tegen ruzie. Moeder lacht. 'Dat de tweeling zo vredig speelt, mag wel in de krant.' zegt ze. 'Zou opa niet een fabriekje kunnen beginnen van vredesmuizen? Wat mij betreft mag het best een vredesmuizenplaag worden op de wereld.' Vraag 1: Is ruzie ook oorlog? 2. Is het Gods schuld dat kinderen ruzie maken? 3. Hoe kun je een beetje vrede maken?
50 - Vieze plaatjes Oei! Oei! Wat is dat nou? Moeder wil Stefans kamertje binnengaan om haar strijkplank te pakken. Maar voordat ze twee stappen heeft gezet, loopt ze tegen een net van gekleurde draden op. O, het hele kamertje is bespannen met wollen draden. 't Is een enorm spinnenweb van links boven in de hoek naar rechts onder. En ja, de strijkplank is gebruikt als aanhechtpunt voor in het midden. Moeder doet geschrokken de deur dicht, maar dan ziet ze op de deur van Shirley's kamertje een briefje. 'Spinnenparadijs.' staat er met hanenpoterige letters op. Achter die deur heeft Shirley verschillende spinnen in potjes bewaard. Die enge beesten. Moeder zucht eens diep. Het leven van een moeder gaat niet over rozen. Hoe komt het toch dat Stefan en Shirley op de spinnentoer zijn? Dat ze spinnenwebben maken, spinnenplaatjes in een plakboek plakken, een spinnenvergadering houden met Japie en Jorien. Het komt allemaal door opa Krentenbol. Luister. Op een dag loopt Stefan over het 'Mensenpaadje', een weggetje dwars door de bosjes, naar huis, als hij onverwachts op een groepje jongens stuit, die geheimzinnig staan te doen. Ze hebben plaatjes van blote mensen. 'Moet je kijken, Stefan.' vragen ze, terwijl ze hem een plaatje onder de neus duwen. 'Nee joh!' roept York, een grote knul spottend, 'Dat magtie niet zien. Hij is kristelijk.' 'Ik mag alles.' roept Stefan verontwaardigd, 'Maar ik wil niet alles. Begrepen?' Snel holt hij naar huis, waar opa Krentenbol op hem zit te wachten. 'Wat ben je stil, Flippie?' zegt opa als ze met z'n drieën van een dikbesmeerde bol smullen. 'Die grote jongens hebben hem geplaagd, opa.' verraadt Shirley. Stefan negeert de opmerking volkomen. 'Opa,' vraagt hij ernstig, 'Wat is er voor stiekems te zien aan een bloot mens?' Dan vertelt hij alles, van de jongens en de vieze plaatjes. En hij eindigt zijn relaas met: 'En toen ik wegliep, kwam ik met m'n gezicht in een spinnenweb. Bah!' 'Tja,' zegt opa nadenkend, 'In de bosjes zijn spinnenwebben, maar bijna was jij in een nog smeriger spinnenweb terechtgekomen. Die jongens zijn op een verkeerde weg. Hun gedachten zijn verkeerd.' Dan laat opa Stefan en Shirley kijken in de medische encyclopedie. Daarin staan ook blote mensen, zelfs doorgesneden mensen en skeletten. Shirley besluit meteen om dokter te worden, maar Stefan blijft bij bioloog. 'Mmm. Dat komt goed uit,' zegt opa, 'Want ik heb juist het laatste nummer van het natuurblad bij me.' En raad eens waar het over gaat? Over spinnen. Kruisspinnen, bananenspinnen en nog veel meer. Samen bekijken ze de plaatjes en lezen ze de tekst die erbij staat. Interessant, zeg! Vraag 1: Waarom worden slechte dingen altijd stiekem gedaan? 2. Wie probeert mensen over te halen slechte dingen te doen?
51 - Kerstman Negentien december? Opa Krentenbol schrikt ervan als hij een blaadje van de kalender scheurt. 'O, help!' roept hij uit. 'Morgen ben ik jarig. Ik moet nog wat lekkers in huis halen.' Maar juist als hij de deur uit wil gaan, brengt de post een zelfgemaakte kaart van Stefan. Er staat een Kerstman op getekend. 'Lieve opa,' schrijft Stefan, 'Ik ga deze week met Japie mee naar de Kerstman in het warenhuis. Leuk, hè?' Opa fronst zijn wenkbrauwen. 'Leuk?' roept hij uit, 'Dat is echt niet leuk. Kerstfeest is de verjaardag van de Heer Jezus. Daar heeft de Kerstman niks mee te maken.' Opa vergeet wat hij van plan was. Met z'n handen onder z'n hoofd, gaat hij bij de tafel zitten nadenken. Zo af en toe steekt hij een suikerklontje achter zijn kiezen. Plotseling krijgt hij een idee. Hij belt zijn vriend Sjors. 'Hallo, Sjors,' zegt hij, 'Ik heb jouw hulp nodig... Luister. Als ik morgen jarig ben, moet jij mijn plaats innemen. Even maar. Ik ga in het schuurtje zitten en kom na een tijdje te voorschijn. En pas op! Niet mijn cadeaus in ontvangst nemen, hoor! Doe je het?' 'Ja, leuk!' antwoordt Sjors, die wel van een grapje houdt. 'Zal ik me ook verkleden?' Maar opa hoort hem niet meer. Hij heeft al opgehangen... 'Het is opa's verjaardag. Vol blijde verwachtingen bellen Shirley en Stefan aan. Maar o, schrik! Er doet een rare Indiaan open. 'Eh... ' aarzelt Shirley. 'Is opa er niet?' 'Kom toch binnen,' zegt de man. 'Komen jullie voor mijn feestje?' 'MIJN FEESTJE??' Stefan gluurt achter de man om naar binnen. Nergens is opa te bekennen. Hij voelt zich niks op z'n gemak. 'Kom op, Shirley!' roept hij plotseling. 'Wegwezen!' Hij pakt zijn zus bij de hand en samen rennen ze weg. Een eindje verderop in de straat staan ze hijgend stil. ''t Is vast een inbreker!' hijgt Stefan. 'Hoe zou hij binnengekomen zijn?' 'Omdat ik hem uitgenodigd heb,' horen ze ineens een bekende stem achter zich zeggen. Het is opa. Gelukkig. Met hem samen durven ze wel terug. Binnen zit Sjors nu weer in zijn gewone kleren. Hij voelt zich schuldig en zegt: 'Ik heb jullie niet bang willen maken, hoor!' Ze kunnen er nu ook om lachen. Opa geeft hen voor de schrik maar gauw een gebakje. Onderwijl legt hij alles uit. Stefan snapt het niet meteen. Wat heeft de kerstman nu met Sjors te maken? Maar bijdehante Shirley zegt: 'Joh, suffie! Sjors deed net of hij het feestvarken was en dat doet de Kerstman ook. Dan vergeten de mensen het kindje in de stal. Snappie?' Met een mond vol lekkers mompelt Stefan iets onverstaanbaars. Het zal wel betekenen dat hij niet naar het warenhuis gaat met Japie. Opa lacht tevreden en vraagt dan ondeugend: 'Zeg. Nu iets anders. Krijg ik geen cadeautjes?' O wee, Dat zijn ze helemaal vergeten. Vraag 1: Waaraan denken de christenen met Kerst? 2. Waarom vinden christenen dat de Kerstman niet bij het Kerstfeest hoort? 3. Wat wil jij vieren?
52 - Geven Opa Krentenbol is ziek. Met een hoogrode kleur ligt hij te rillen in zijn bed. Zijn dochter, de moeder van Stefan en Shirley, heeft hem verzorgd, zijn bed verschoond, de plantjes water gegeven en wat rommel opgeruimd. Maar dan moet ze ook zelf weer naar huis natuurlijk. Haar bengels zijn al de hele middag alleen. 'Na het eten komen de kinderen nog wel even naar u kijken, vader.' belooft ze. Opa Krentenbol hoort het niet eens meer. Hij slaapt. Al van verre hoort moeder vrolijke kreten uit haar achtertuin komen. Het lijkt wel of er feest is. Op de schuurdeur ziet ze, dichterbij gekomen, een groot papier opgeplakt. 'Restorant Willemsen' staat erop geschreven. Op krukjes en tuinstoelen zitten een aantal kinderen limonade te drinken. 'Wat wenst u, dame?' vraagt Stefan aan een buurmeisje. 'Een cola met koek, ober.' antwoordt het kleine ding parmantig. Stefan buigt, schikt de witte doek (een van moeders dure servetten) wat netter om zijn onderarm en vertrekt dan weer richting schuur. 'Sjonge,' denkt moeder, 'Terwijl ik weg was, is er hier een restaurant geopend. Zullen de klanten wel betalen?' Ja hoor, ze betalen met papiergeld, dat Shirley zelf heeft gemaakt. Mmm! Moeder zet haar fiets tegen het keukenraam en gaat naar binnen. Juist. Net wat ze dacht. De limonade, de koek en de rietjes, zelfs de plastic bekertjes komen allemaal uit haar kast. 'Shirley en Stefan!' roept ze. 'Jullie moeten het restaurant sluiten, Het is mooi genoeg geweest.' Als even later het laatste kind met tegenzin verdwenen is, heeft moeder, zoals je snapt nog een appeltje te schillen met haar bengels. Want als je aan anderen geeft, moet het natuurlijk wel van jezelf zijn. Na het eten gaan Stefan en Shirley zoals beloofd opa opzoeken. Stefan heeft een pakje in zijn zak, een cadeau voor opa. 't Is echt een offer. Want het is zijn eigen mooie vergrootglas voor zijn postzegels. Opa zal er best blij mee zijn. Hij kan zo slecht kleine lettertjes lezen. En Shirley? Zij heeft een grote lolly bij zich. Die kreeg ze van oma Hemeltjeshof toen ze samen gingen winkelen. Ze heeft er nog maar een klein likje van genomen. 'Dag opa. Hoe gaat het met u?' vragen ze bedeesd als ze bij zijn bed staan. Gelukkig is opa al een beetje opgeknapt na het slaapje en de goede zorgen van zijn dochter. En ook de cadeaus doen wonderen. Zuigend aan de grote lolly probeert hij met het vergrootglas te lezen wat Stefan steeds kleiner op een papiertje schrijft. En ja, hij kan zelfs het kleinste gepriegel nog lezen. Er staat: 'Lieve opa, wij houden van u.' Vraag 1: Wat is het verschil tussen een offer en zo maar iets geven? 2. Als je geen geld hebt, kun je dan toch nog iets leuks geven?
53 - Oefenen, leren en doorzetten 'Ik snap die stomme sommen niet.' Met veel lawaai stormt Shirley het huis binnen. Ze slaat met de buitendeur en gooit haar schooltas met een harde klap in de hoek van het halletje. 'Ik snap ze niet en IK DOE ZE NIET OVER!' 'Rustig, rustig,' zegt moeder, die haar zo te keer hoort gaan. 'Wat is er aan de hand?' Shirley toont een blaadje vol sommen om thuis te maken. 'Ik vind het echt gemeen van de juf,' roept ze, 'Daar gaat m'n vrije woensdagmiddag.' 'Op! Op! Op!!' roept opa naar zijn nieuwe hond Dokkie. 'Goedzo! Braaf. Lig...' Ja, opa wil hem leren op te zitten als hij wat lekkers krijgt, maar Dokkie is veel te speels. Hij wil liever hollen en achter een stok aanrennen. Dokkie wil achter z'n eigen staart aan draaien, maar braafzitten? Nee. Gelukkig heeft opa veel geduld. En krentenbollen lust Dokkie graag. Als het beest na een tijdje doodmoe in z'n mand duikt, gaat opa zijn kleinkinderen opzoeken, want hij heeft een leuke verrassing voor ze. 'Ik kan niet mee, opa.' klaagt Shirley als ze van opa's verrassing hoort: drie vrijkaartjes voor het circus. 'Neem maar iemand anders in mijn plaats.' Nee, dat vindt opa geen goed idee. Nu hij toch de hele tijd heeft geoefend met zijn hond, kan z'n kleindochter er ook nog wel bij. Het circus is toch pas om vier uur. Samen buigen ze zich over het huiswerk. En zowaar, nu opa de sommen uitlegt, snapt Shirley ze ineens wel. Komt het omdat opa zo goed kan uitleggen, of omdat Shirley aandachtiger luistert? Wie het weet mag het zeggen. Om vijf voor half vier is alles klaar. Moeder biedt aan om hen even met de auto weg te brengen en zo zijn ze toch nog op tijd voor de grootste show van Nederland. Hoe is het mogelijk. Als je ziet wat je allemaal kunt bereiken met oefenen, zeg! Acrobaten vliegen door de lucht alsof zij vogels zijn, aapjes rijden paard, een leeuw springt door een brandende hoepel. De kinderen en opa kijken hun ogen uit. 'Worden die beesten veel geslagen om dit alles te leren?' wil Stefan weten. 'Welnee!' antwoordt opa verontwaardigd, 'Snap dat dan. Alleen met veel liefde en geduld bereik je zo iets.' Na afloop gaan ze met z'n allen nog even bij opa thuis langs voor thee met krentenbollen. Op de tv is toevallig net nieuws. En wat zien ze? Een beroemd voetballer zit met z'n been in het gips. Nou zeg, die zal ook heel wat moeten oefenen voordat hij weer het veld op kan. Gelukkig dat zijn trainer hem daarbij helpt. Vraag 1. Wanneer is leren vervelend? 2. Welke mensen kunnen je helpen als de dingen niet gaan zoals het zou moeten?
54 - Stunten Stefan heeft weer een nieuwe rage. Hij wil stuntman worden. Op de tv zag hij wel eens een cowboy, die vanaf de rug van een paard in volle draf zomaar op een rijdende trein sprong. En hij had ook wel eens mensen gezien die met een motor over een heleboel vaten heen sprongen. Wau zeg, te gek. Met Japie praat hij erover of zij dat ook zouden kunnen leren. Je moet dan jong beginnen natuurlijk. Misschien eerst oefenen met een fiets. In hun vrije tijd zijn de jonge stuntmannen dus regelmatig te vinden op het fietspad door het park. Losse handjes fietsen is natuurlijk hartstikke easy. Maar Japie oefent om met losse handjes achterop Stefans bagagedrager te staan. Het lukt al een paar tellen. Drupdrupdrup! Het regent en het regent niet. Hé, denkt opa Krentenbol. Die dakgoot zit weer eens verstopt. In het plasje dat in de goot blijft staan, badderen een paar brutale spreeuwen. Het vieze water spattert naar beneden., precies op opa zijn tuinstoelen. En op zijn kop. Mopperend om zoveel overlast, gaat opa op zoek naar een lange ladder. Misschien mag hij de ladder van school wel even gebruiken. Met waterballonnen gooien is oerspannend. Shirley en haar vriendin Irene hebben dolle pret. Iedere keer zo'n koude kwak in je handen, die misschien wel uit elkaar zal spatten. 'Hé, Shirley! Vangen!' roept Irene. Ze gooien de ballonnen over en weer en gieren van de lach. Als jonge honden rennen ze achter elkaar aan, richting opa's huis. En juist als Irene weer gooit, duikt Shirley door de heg opa's achtertuin in. Ze botst regelrecht tegen... de ladder waarop opa Krentenbol staat. O, help! Het volgende ogenblik hangt opa aan de dakgoot te brullen van angst en probeert Shirley uit alle macht die gekke lange ladder rechtop te houden. Help, Irene, help me gauw. Gelukkig komen Japie en Stefan net door het hekje de tuin in. Met vereende krachten zetten ze de ladder weer onder opa's benen. Sjongejonge, wat is die zenuwachtig. 'Kon je niet een beetje uitkijken?' bromt hij tegen zijn kleindochter die beteuterd staat te kijken. 'Sorry, opa.' 'Ja, sorry... Ik had wel in het ziekenhuis terecht kunnen komen. Voor straf... moet je maar een lekker bakje thee gaan zetten.' Even later zitten ze allemaal van de schrik te bekomen met thee en natuurlijk een schaal verse krentenbollen. Want dat lusten stuntmensen heel graag. Wist je dat? Vraag 1: Waarom is het gevaarlijk om met losse handjes te fietsen? 2. Sommige kinderen houden ervan elkaar uit te dagen om gevaarlijke dingen te doen. Waarom kun je er beter niet aan mee doen?
55 - Verliefd De zon schijnt vandaag zo lekker warm op opa's blote koppie, dat hij een goed idee krijgt. Hij sleept zijn oude tafeltje naar buiten en ook de keukenstoel. Zo, met een kopje thee en een lekkere krentenbol, gaat hij zitten schrijven in het dagboek. Het wordt een gedicht, met een stompje potlood geschreven. Af en toe likt opa even aan het potloodpuntje en denkt na. 'Lieve Stefan en Shirley. Hier is mijn lentegedicht. Ik hoop dat jullie het kunnen waarderen. Mijn kersenboom. Ze danst maar in mijn tuin. Haar ene been is bruin. Haar jurkje ros en wit... Dat ik er verbaasd naar te kijken zit. Ze maakt me happy en blij, Die kersenboom van mij. p.s. Schrijf gauw terug, a.u.b. Opa. Hij plakt er nog een bloemetje bij en geeft het dagboek later in de middag mee aan zijn dochter. Stefan zit achterin de klas rustig z'n taalwerk te maken als hij plotseling hoort fluisteren: 'Pst! Stefan, geef eens door!' Het is Sheila, die een briefje heeft geschreven voor Ernesto. Stefan kijkt even naar de meester, maar die merkt niks. Natuurlijk wil Stefan eerst zelf weten wat erin staat. Hij leest: 'Lieve schaat. Zullen we op schoolrijs naast elkaar gaan zitten. Schrijf een lang antwoort.' Stefan schuift het briefje met een grijns door en kijkt naar de reactie van Ernesto. Die krabbelt een antwoord terug, wat weer via Stefan verstuurd wordt. O, moet je zien! Stefan proest het bijna uit van de lol, want er staat inderdaad een lang antwoord, namelijk: 'Jaaaaaaaaaaaaaaaaa!' Wat een goeie. Thuisgekomen vertelt hij de mop aan moeder. Die moet er ook om lachen. 'Ben jij wel eens verliefd?' vraagt ze. 'Wel geweest...' peinst Stefan. 'Weet u wel op Moniek. Dat was nog in de tijd dat ik zo netjes was op m'n kamer. Ik dacht: 'Stel je voor dat ze hier in huis komt en mijn kamertje wil zien.' Maar nou ben ik op niemand.' Shirley komt ook de kamer binnen. 'Mam, wanneer krijg ik weer eens nieuwe kleren. Alles wat ik in de kast heb hangen is stom, stom, stom!' 'Ben jij soms verliefd?' lacht Stefan. Shirley staat hem met open mond aan te kijken. Hoe weet Stefan dat? Moeder geeft het gesprek maar gauw een andere draai. 'Opa's dagboek is gekomen.' Stefan en Shirley storten zich erop. Wat zou erin staan voor grappigs? Opa heeft altijd weer wat leuks. Maar, o help! Ze lezen het al. Opa is ook al verliefd... Op de kersenboom nota bene. Vraag 1: Wat voel je als je verliefd bent? 2. Kun je er ook met God over praten?
56 - Op het wandelpad Opa Krentenbol heeft totaal geen schuldgevoel als hij met zijn fiets over het wandelpad achter zijn huisje fietst. Hij kan moeilijk dat ding door het huis slepen om op de weg te komen. En niemand verwacht van hem dat hij zo'n vijftig meter met z'n fiets aan de hand gaat lopen voordat hij op de rijweg komt. Er lopen daar trouwens maar weinig mensen. Hoogstens wat buren met hun hond. Als die er wat van durven zeggen, dan zal híj eens een mondje opendoen over die vieze drollen. O zo! Maar vandaag heeft opa pech. Er lopen een stuk op zes jongens breeduit naast elkaar. Zo'n soort groep die overal alles vernielt. Ze zien hem wel, maar maken expres geen aanstalten om opzij te gaan. Opa gaat uiterst rechts rijden, daar loopt de kleinste, een joch van een jaar of elf. Zal hij bellen? Of afstappen? Ben je gek! Hij rijdt recht op ze af... Oef! Het gaat maar net goed. Op 't laatste ogenblik stapten de jongens opzij. Achter hem hoort hij vieze scheldwoorden roepen. Okay, ze doen maar, dat geboefte!... Even later arriveert opa, een beetje opgewonden nog, bij z'n kleinkinderen. Precies op tijd, want Stefan heeft een bloedneus! Een spoortje bloed leidt naar de gootsteen. 'Opa, dat heeft een man gedaan. We liepen met z'n allen op het fietspad en gingen niet gauw genoeg opzij. Die vent sloeg met z'n boodschappentas naar ons en toen kreeg ik een klap tegen m'n neus. Gemeen, hè?' Opa duwt gauw een natte washand tegen Stefans neus. Maar waarom hij nou: 'Dat's ook toevallig!' mompelt, snapt niemand. Vraag 1. Heeft opa gelijk of die jongens? Vraag 2. Waarom moet je alles altijd van twee kanten bekijken?
57 - Lekker spelen Eenmaal per week, als de moeder van Stefan en Shirley moet werken, past opa Krentenbol op zijn kleinkinderen. Dat is in de vakantie soms een hele klus, omdat ze dan niet naar school hoeven. Ook vandaag is het weer zo’n dag. Maar... hij is er op voorbereid, want hij heeft twee figuurzaagjes en wat afvalhout meegenomen om ze te leren zagen. Pft, opa hijgt van het snelle fietsen. Hij is wat te laat. Nou, dat kan hij merken ook. Shirley heeft een paar vriendinnen uitgenodigd, die lopen te rennen door het huis als opa binnenstapt. Niet dat ze zich vervelen, hoor! Welnee. Shirley heeft altijd wel wat om te spelen. Vandaag heeft ze de verkleedzak van de zolder gesleept en gaat ze trouwerijtje spelen. Oma Hemeltjeshof had haar gisteren een lang stuk kanten tule gegeven van een oude bruidsjapon. Een van haar vriendinnen heeft een opmaakdoos meegebracht met allerlei soorten make-up erin, oogschaduw in drie kleuren en nagellak met glitters. En Stefan? Die heeft geen zin in dat kinderachtige gedoe. Ja, hij is gek! Moet hij zeker bruidegom zijn voor die achterlijke meiden! Hij zit achter de tv met z’n luie achterste, benen op de bank, een glas cola en een zak chips binnen handbereik. Hij wil alleen maar tekenfilmpjes kijken en als die afgelopen zijn: sportreportages. ‘Hé, maffe peer,' plaagt opa, 'Wil je soms dik en sloom worden? Je hebt straks totaal geen conditie meer. Je krijgt nog een ingezakte rug van al dat hangen.' Stefan is niet in beweging te krijgen. Opa kijkt even mee. Flitsende beelden, altijd dezelfde stemmetjes en figuurtjes, veel geweld en een hoog monstergehalte... Wat een nepwereld, terwijl er zoveel te beleven valt in de echte wereld. ‘Kom op! Ik heb wat leuks meegenomen. Figuurzagen!’ Maar Stefan zit het effe niet zitten. Wie van zijn tv-helden zaagt nou figuur (of moet je soms zeggen: wie figuurzaagt er nou?) ... Opa overlegt met zichzelf. Zal hij dan zelf maar... in z'n eentje... misschien worden ze dan nieuwsgierig. Misschien doet een goed voorbeeld volgen. Ineens voelt hij zich moe worden... moe en oud. Hij ploft maar achter de computer met de bedoeling z'n e-mail te bekijken, maar dan ziet opa een hoesje van een nieuw spel liggen: De Dubbele Whipwhop! Alles om hem heen vervaagt als de whoppers over muren en boompjes springen. Aan het eind van de dag, bij het naar huis fietsen, overdenkt opa nog eens de dag. Het spel was leuk, daar lag het niet aan. Toch blijft er een ontevreden gevoel in zijn binnenste knagen. Shirley was na een uurtje uitgespeeld en liet alle troep voor hem liggen en Stefan ging ‘s middags vissen met Japie. Van het figuurzagen, zijn leuke plannetje, was niks terecht gekomen. De zagen en plankjes zitten nog ongebruikt in z’n fietstas. Gezellig zo'n familie. Opa zal blij zijn alstie in z'n bed ligt. Vraag 1. Wie hebben er in dit verhaaltje een probleem? Vraag 2. Moet opa de volgende keer maar liever niks meebrengen? Vraag 3: Wat zou er kunnen veranderen?
58 - Opa's voornaam 'Hé, jij daar! Hé, jongen!' Er loopt een man achter Stefan aan. Hij heeft een pakje worst in zijn handen. 'Hé, jongen. Je hebt je boodschap vergeten.' Stefan loopt onverstoorbaar door. Hij is een naam aan het bedenken voor hun schoolvoetbalclub. De meester heeft namelijk een prijsje uitgeloofd voor de leukste naam. Plotseling voelt hij een hand op zijn schouder. Hijgend stoot de winkelbediende eruit: 'Je...hhh... hebt je worst vergeten. Ik heb je nog nageroepen.' Stefan stottert een verontschuldiging. Ja, hij had het wel gehoord, maar niet begrepen dat het voor hem was. 'Willem is dood.' zucht opa als hij in de krant de overlijdensadvertentie leest. Sjonge, zeg. Willem ten Voorde... Dikke Willem, zoals ze als vrienden onder elkaar zeiden. Morgen is de begrafenis. Opa vouwt de krant dicht en zit een poosje met de handen onder het hoofd na te denken. Wat hebben ze een plezier gehad samen, toen ze nog jong waren. Die keer dat ze appeltjes hadden gepikt en Willem in de sloot viel... Ach, ach. Die Willem. 'Nu is er weer iemand minder die mij nog Otto noemt,' zucht opa triest. Hoofdschuddend sloft hij naar de keuken voor een bakkie troost. 'Vlekje moet hij heten!' schreeuwt Shirley tegen haar broer. Ze zijn aan het kibbelen over de naam van hun nieuwe konijn. 'Stomme naam.' antwoordt Stefan minachtend, terwijl hij het beestje optilt. 'Boxer, dat is leuk. Kijk, hij bokst met zijn poten.' Ze blijven het oneens. Zou Japie hen misschien kunnen helpen? Met het konijn onder Shirley's jas gaan ze hun vriendje opzoeken. 'Hé, doe de deur achter je dicht!' snauwt Japie's moeder als ze binnenstappen. Ze is altijd snauwerig. Japie vindt Donald Duck wel leuk. Maar dat is een eendennaam. Ze ruziën nog wat door tot Japie's moeder uitroept: 'Hé, ga ergens anders bekvechten.' Dus gaat het in optocht naar Opa Krentenbol. 'Een naam?' zegt opa, als hij ze alle drie thee en een krentenbol heeft gegeven. 'Bij een naam denk je ergens aan. Als je hem Goliath noemt, dan moet hij sterk en groot zijn.' 'En slecht.' zegt Shirley, terwijl ze het lieve dier aait. 'Jij bent niet slecht, hè, Vlekkie van me?' 'Schei uit met je Vlekkie!' roept Stefan beledigd. Plotseling springt Japie op. Hij heeft een goeie ingeving. 'We noemen hem Otto, net als opa.' roept hij uit. 'Want hij lust krentenbollen, kijk maar.' Ja hoor! Otto, het konijn doet zich tegoed aan een dikke bol. Leuk. Nou hoort opa toch nog telkens zijn naam roepen. Vraag 1. Hoe zou je je voelen als iemand steeds 'Hé, jij!' tegen je zou roepen? 2. Waarom geven mensen hun kinderen wel eens bijbelse namen?
59 - Gokken 'Mam, mag ik vast mijn zakgeld voor de volgende week?' vraagt Stefan op een woensdagmiddag. 'Wat? Nu al Het is toch nog geen vrijdagmiddag?' verbaast moeder zich. 'Waar laat je dan al je geld?' 'Och nou ja, laat maar,' antwoordt Stefan vaag en schiet de deur uit. Misschien heeft Japie nog wat geld los kunnen peuteren van zijn moeder. Ja, er is een fruitautomaat in de patatzaak gekomen. Als de jongens maar even geld hebben, vliegen ze naar ernaar toe om hun geluk te beproeven. Zonder dat hun ouders ervan afweten natuurlijk. Eigenlijk zijn ze nog te jong, maar de eigenaar van de zaak doet niet zo moeilijk. Ook deze middag zit het geluk hen niet mee. Japie zijn twee gulden zijn binnen de kortste keren verdwenen. Pech gehad. Opa Krentenbol heeft een nieuw baantje gekregen. Hij gaat met een groepje christenen, die zich noemt 'Stichting Voorkom', langs de scholen. Ze wijzen de scholieren op de gevaren van gokken. Opa hoeft geen les te geven. Hij zorgt voor de apparatuur. Het diatoestel en de bandrecorder. Opa vindt het leuk werk. Zo ontmoet hij nog eens mensen. Kijk, daar zit hij in zijn keukentje de papieren door te lezen. Ja, want al hoeft hij zelf niet te spreken, hij moet toch ook wat van het gokken afweten. Je weet maar nooit of iemand hem een vraag stelt. Met zijn mond vol krentenbol mompelt hij: 'Mmm, hé... Dat wist ik niet. Je kunt zelfs verslaafd raken aan het gokken. Wat raar! En er wordt in ons land wel anderhalf miljard gulden per jaar in speelautomaten gegooid. Dat is toch van de gekke!' Nou, opa is maar wat blij dat hij in de stichting zit. Dan kan hij de jeugd tenminste helpen. Bombombom! Wie bonst er zo hard op de voordeur? Het is Shirley. Als opa haar opendoet ziet hij haar opgewonden gezicht. 'Opa, opa, wilt u met me meegaan? Ik mag van mamma nu mijn opblaasbare kano gaan kopen.' Voor zo'n kano spaarde Shirley al een hele tijd. Het leek haar zo fantastisch om in de vakantie met zo'n eigen bootje te kunnen pronken. En deze middag kreeg ze van oma Hemeltjeshof zomaar tien gulden. Dat maakte haar spaarcentjes kompleet. Zou opa tijd hebben? Ja toch? 'Gaat Stefan ook mee?' vraagt opa met een geheimzinnig lachje. Hij heeft wel gemerkt dat Stefan de laatste tijd om die speelautomaat hangt. Het wordt een fantastische middag. Shirley koopt een mooie opblaaskano met peddels. En reken maar dat Stefan jaloers is. Had hij nou maar niet... Er zijn nog zoveel leuke dingen te koop. Een sheltertentje bijvoorbeeld. Of een visuitrusting. Sinds die middag heeft Stefans varkentje niet meer zo'n razende honger. Vraag 1. Wat is er voor leuks aan gokken? 2. Zou Stefan nog doorgaan met gokken?