Op zoek naar 25.000 nieuwe personeelsleden tegen 2025
Het Vlaams Welzijnsverbond publiceert naar jaarlijkse gewoonte cijfers over het personeel in de Vlaamse welzijnssector. 187 werkgevers uit de welzijnssectoren (personen met een handicap, bijzondere jeugdbijstand, gezinsondersteuning en kinderopvang), tezamen goed voor 20.500 werknemers, leverden personeelscijfers voor de periode 20092013. Deze steekproef vertegenwoordigt 42% van de totale tewerkstelling in de paritaire comité’s 319.01 en 331 (o.b.v. gegevens RSZ). We bekijken de evolutie over de afgelopen vijf jaar en vatten de voornaamste vaststellingen samen.
02
Vlaams Welzijnsverbond
Welzijn blijft een bron van werkgelegenheid Sinds 2009 is de werkgelegenheid binnen de steekproef toegenomen met 9,2% of ruim 1.700 jobs. Dit betekent een groei van de werkgelegenheid met gemiddeld ruim 2% per jaar. Welzijn doet het daarmee beduidend beter dan de totale Vlaamse arbeidsmarkt, waar de werkgelegenheid o.b.v. RSZ-cijfers sinds 2009 slechts met 1% is gestegen en de voorbije 2 jaar zelfs daalde. Welzijn biedt m.a.w. kansen voor wie op zoek is naar werk.
Gemiddelde leeftijd stabiliseert De gemiddelde leeftijd in onze steekproef bedraagt 40 jaar. Dit is ook de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse werknemer. De voorbije jaren was er een continue toename, maar in 2013 wijzigt het gemiddelde amper. Mogelijks hebben we stilaan een kantelpunt bereikt. Enkel binnen de sectoren bijzondere jeugdbijstand (39,3 jaar) en kinderopvang (37,7 jaar) is er nog een toename van de gemiddelde leeftijd. Voor ondersteuning van personen met een handicap (40,4 jaar) en gezinsondersteuning (39,1 jaar) blijft het gemiddelde stabiel. Per functiegroep zien we een toename van de gemiddelde leeftijd van het leidinggevend personeel tot 47,4 jaar. Voor het ondersteunend personeel (42,2 jaar) en het personeel in de directe zorg (38,0 jaar) blijft het gemiddelde nagenoeg stabiel.
Gemiddelde leeftijd 41
40
39
39,31
39,57
39,73
40,03
40,07
2012
2013
38 2009
2010
2011
Personeel in welzijn doorgelicht
03
Aandeel 50-plussers blijft stijgen De gemiddelde leeftijd lijkt dan wel te stabiliseren, toch blijft het aandeel van de 50-plussers jaar na jaar sterk toenemen: van 24,14% in 2009 naar 28,79% in 2013. Dit percentage ligt hoger dan de 26% o.b.v. RSZ-cijfers. De sector personen met een handicap spant de kroon met bijna 30% 50-plussers. De welzijnssectoren volgen daarmee de algemene evolutie op de Belgische arbeidsmarkt waar het aantal werkende 50-plussers het voorbije jaar met 42.000 koppen groeide (FOD Economie).
Leeftijdsopbouw 2012 100% 80% 60% 40% 20%
9,6% 14,6% 14,9%
14,7% 14,1% 12,3%
23,1%
21,9%
37,9%
36,9%
2009
2013
0%
<35j
35-44j
45-49j
50-54j
>55j
Het toenemend aantal vrije dagen arbeidsduurvermindering vanaf 45 verhoogt de werkdruk voor collega’s en vraagt van hen ook meer flexibiliteit. Frank Cuyt, Algemeen directeur Vlaams Welzijnsverbond
Tegen 2025 moet de sector 25.000 nieuwe personeelsleden vinden Uit voorgaande kunnen we besluiten dat de welzijnssectoren een groot aantal 50-plussers aan het werk houden. Toch moeten we er rekening mee houden dat door de vergrijzing van het personeelsbestand en een gemiddelde uitstapleeftijd die in de steekproef op ongeveer 60 jaar ligt, meer dan een vierde van het personeel moet vervangen worden tijdens de komende 10 jaar.
04
Vlaams Welzijnsverbond
Werknemers per leeftijdscategorie 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
<30j
30-40j 2009
40-50j
>50j
2013
Enkel voor onze steekproef van 20.500 werknemers moeten in die periode 5.900 nieuwe krachten gevonden worden ter vervanging van zij die de job vaarwel zeggen. Een helse opdracht als men rekening houdt met de vraag naar personeel, gezien de verwachte toename van welzijnsbehoeften t.g.v. de vergrijzing, de concurrentie op de arbeidsmarkt en de knelpuntberoepen. Wanneer we deze cijfers extrapoleren naar de volledige paritaire comité’s 319 en 331, bekomen we een personeelsbehoefte voor de komende 10 jaar van ruim 14.000 medewerkers. Aangevuld met de jaarlijkse groei van de sectoren, moeten we de komende 10 jaar op zoek naar 20 à 25.000 nieuwe krachten om alle jobs te kunnen invullen.
De personeelskengetallen vormen uitstekende rapporten in functie van het leveren van informatie aan de ondernemings raad en de raad van bestuur. Brede benchmarking en evoluties in de tijd vormen de fundamenten. Marc Thyssen, Algemeen directeur Vzw Ter Loke, Vosselaar
De welzijnswerker is een blijver De welzijnswerker blijft gemiddeld 11,5 jaar aan de slag bij dezelfde organisatie. We noemen dit de dienstanciënniteit. Ruim een vijfde van het personeelsbestand werkt reeds meer dan 20 jaar bij zijn/haar huidige werkgever. Bekijken we de baremieke anciënniteit (dit is het aantal dienstjaren dat in rekening wordt gebracht voor de bepaling van het loon), dan bekomen we een gemiddelde van 16,1 jaar. Jaar na jaar stijgt de gemiddelde anciënniteit. Deze anciënniteitsgroei heeft uiteraard ook zijn gevolgen voor de loonkost van het personeel. Ruim 37% van het personeel heeft intussen meer dan 20 jaar baremieke anciënniteit.
Personeel in welzijn doorgelicht
05
Gemiddelde anciëniteit 18,0 16,0
15,79
15,57
15,85
16,03
16,14
11,15
11,47
11,49
2011
2012
2013
14,0 12,0 10,0
11,16
11,29
8,0 2009
2010 Baremiek
Dienst
Uit de vergelijking van dienstanciënniteit en de baremieke anciënniteit leren we dat een nieuw personeelslid gemiddeld ruim 4,5 jaar relevante ervaring meebrengt uit vorige tewerkstelling en. Uit bovenstaande cijfers mogen we ook besluiten dat de welzijnswerker geen jobhopper is.
Diploma en bijkomende vorming staan garant voor kwaliteit Ruim 57% van het personeel heeft een hogere opleiding en dit aandeel stijgt nog jaarlijks. Met 49% bachelor- en 8,4% masterdiploma’s scoort de sector zeer hoog. Maar een diploma volstaat steeds minder in een snel veranderende wereld van nieuwe inzichten en andere uitdagingen. Vorming tijdens de werkuren is belangrijk en neemt ook toe. 1,39% van de gepresteerde uren ging in 2013 naar vorming. Omgerekend stemt dit overeen met bijna 3 dagen vorming per personeelslid op jaarbasis. In Vlaanderen gaat gemiddeld slechts 1,16% van de totale werkduur naar opleiding. In 93% van de voorzieningen in onze steekproef volgde minimaal één werknemer in 2013 een opleiding, terwijl in gans België slechts 14,2% van de ondernemingen opleidingsactiviteiten registreerden (bron: Tijdschrift Steunpunt WSE 2/2014).
Vormingsinspanningen 2,0% 1,5% 1,0%
1,26%
1,28%
1,35%
1,39%
1,20%
2009
2010
2011
2012
2013
0,5% 0,0%
06
Vlaams Welzijnsverbond
Meer ziekteverzuim dan het Vlaams gemiddelde Het arbeidsverzuim (ziekteverzuim, zwangerschap, arbeidsongevallen, klein verlet, verlof om dwingende familiale redenen enz.) bedroeg in 2013 ruim 12,5%. Het ziekteverzuim (kortstondig en langdurig ziekteverzuim van minder en meer dan één maand) neemt daarvan 7,78% voor zijn rekening. Het ziekteverzuim van meer dan 1 maand neemt daarbij jaarlijks toe. Deze evolutie wordt bevestigd door cijfers van SD Worx. Het ziekteverzuim van minder dan één maand ligt met 3,05% van de uurcapaciteit hoger dan het gemiddelde bij SD Worx (2,51%).
Kortdurend ziekteverzuim 4%
3,13%
2,94%
2,95%
3,01%
3,05%
2,45%
2,42%
2,44%
2,44%
2,51%
2009
2010
2011
2012
2013
3% 2% 1% 0%
VWV
SD Worx
Het ziekteverzuim stijgt met de leeftijd. Van 4,56% in de leeftijdsgroep beneden de 35 jaar tot 13,49% bij de 55-plussers. Deze cijfers worden jaar na jaar bevestigd. Typisch voor de welzijnssector zijn de onderbrekingen wegens zwangerschap. Dit vertegenwoordigt ongeveer één derde van het totale arbeidsverzuim. Twee redenen zijn: het grote percentage vrouwen in de sector en de preventieve verwijdering wegens zwangerschap in bepaalde jobs.
Benchmarkgegevens verscherpen de inzichten in de eigen per soneelsgegevens en zetten aan tot bijsturingen van het perso neelsbeleid zoals bv. werving en selectie, verzuim, retentie e.d. Johan Nuytten, Personeelsdirecteur De Lovie, Poperinge
Personeel in welzijn doorgelicht
07
Ziekteverzuim naar leeftijd 183 voorzieningen VVN jonger dan 35j VVN van 35 tot 44j VVN van 45 tot 49j VVN van 50 tot 54j VVN van 55j en +
2013 4,56% 7,58% 9,46% 9,85% 13,49%
Meer dan één op twee werkt deeltijds in welzijn 54% van de werknemers in welzijn heeft een deeltijdse baan. Bij de mannen is dit cijfer ongeveer één op vier. Bij de vrouwen zes op tien. In Vlaanderen werkt daarentegen slechts één op drie deeltijds.
Deeltijds werk 55% 54% 53,99%
53% 52%
52,87% 53,02%
52,76% 52,27%
51% 0,0% 2009
2010
2011
2012
2013
Meest deeltijds werk is er in onze steekproef in de leeftijdsgroepen tussen 35 en 49 jaar, waar gemiddeld ruim 60% van het personeel deeltijds werkt. Kinderopvang scoort het hoogst met ruim 66% deeltijds werk. Eén van de redenen: 98% van de medewerkers in de kinderopvang is vrouw. Bovenstaande cijfers hebben betrekking op de aard van de arbeidsovereenkomsten, deeltijds of voltijds. Op de werkvloer zijn er echter nog veel meer mensen effectief slechts deeltijds aan het werk. Ruim 12% van het personeel is niet actief wegens (deeltijds) tijdskrediet, ziekte, zwangerschap, ouderschapsverlof e.d.
08
Vlaams Welzijnsverbond
Tijdskrediet is erg in trek In 2013 onderbrak 15,55% van het personeel zijn loopbaan via tijdskrediet. Tijdskrediet wordt het meest opgenomen door de 50-plussers. De landingsbaan (+50 jaar / halftijds) is erg in trek. Sinds 2012 zien we een daling van de cijfers voor tijdskrediet, te verklaren door striktere voorwaarden opgelegd door de overheden. Met een sanering van de overheidspremies verwachten we een verdere daling. Onderzoek van de SERV toont aan dat de welzijnssectoren beter scoren dan het Vlaams gemiddelde wat betreft de werkbaarheidsgraad. 6 op de 10 werknemers in welzijn hebben een werkbare job vanwege het motiverend werk, de opleidingskansen en de mogelijkheden om werk en privé op elkaar af te stemmen (Stichting Innovatie & Arbeid, Werkbaarheidsmonitor 2013).
Aandeel tijdskrediet in personeelsbestand 20,0% 15,0% 10,0%
14,53%
15,48% 16,59% 16,40% 15,55%
5,0% 0,0% 2009
2010
2011
2012
2013
Het succes van tijdskrediet in de sector wijst erop dat er een klimaat heerst dat toelaat om werk en privé beter op elkaar af te stemmen. Veerle Degrande en Madeleen de Roo, stafmedewerkers sociaal recht Vlaams Welzijnsverbond
Personeel in welzijn doorgelicht
09
Hoge in- en uitstroom door de vele tijdelijke jobs Om allerlei redenen kent de welzijnssector een vrij hoog personeelsverloop. Er zijn bijna 20% nieuwe aanwervingen per jaar. De uitstroom is goed voor ongeveer 18% van het personeel. Op onze steekproef van ruim 20.000 werknemers tellen we bijna 4.000 personeelswissels op één jaar. Oorzaken hiervoor zijn de talrijke vervangingscontracten voor tijdelijk afwezige personeelsleden en het inzetten van personeel via tijdelijke subsidies. Personeelsverloop 21%
19,88%
19,93%
19,91%
20%
19,44%
19,85%
19% 18% 17%
17,97%
18,60%
18,89% 18,13%
17,47%
16% 15% 2009
2010 Instroom
2011
2012
2013
uitstroom
Drie kwart van de personeelswissels situeert zich bij de groep min 35 jaar. Het is deze groep die vaak erg lang werkt met tijdelijke contracten en daarom soms de sector verlaat voor een vaste job elders. Detailcijfers over de uitstroom leren ons dat 75,2% natuurlijk verloop is: personeelsleden die einde contract zijn of met pensioen gaan. 18,9% is spontaan verloop: personeel dat ontslag neemt. 5,9% verlaat de organisatie als gevolg van ontslag door de werkgever. De gemiddelde uitstapleeftijd is 60,25 jaar. Dit cijfer ligt boven het Vlaams gemiddelde (59,4 jaar, Steunpunt WSE, cijfer 2010). Van de 260 personen die hun loopbaan in 2013 beëindigden zijn er 12 tussen 50 en 54 jaar, 96 tussen 55 en 59 jaar en 152 tussen 60 en 65 jaar. Het percentage bruggepensioneerden steeg in de periode 2009-2013 van 2% naar 3,3% van het personeelsbestand.
Welzijn blijft een witte sector 1,96% van het personeelsbestand is van allochtone afkomst. Dit cijfer stijgt elk jaar, maar toch zijn slechts in één voorziening op twee werknemers van allochtone afkomst tewerkgesteld. De positieve evolutie is voornamelijk te danken aan een beperkt aantal voorzieningen, veelal uit de kinderopvang en/of gelegen in grootsteden, waar deze groep een betere vertegenwoordiging kent. 0,64% is arbeidsgehandicapt. Dit cijfer blijft over de jaren heen stabiel. In minder dan één voorziening op drie wordt een persoon met een arbeidshandicap tewerkgesteld.
10
Vlaams Welzijnsverbond
Diversiteit 2,5% 2,0% 1,5%
1,75%
1,96%
1,53%
1,66%
0,60%
0,63%
0,65%
0,67%
0,64%
2009
2010
2011
2012
2013
1,41%
1,0% 0,5% 0,0%
Allochtoon
Arbeidshandicap
We roepen nogmaals de werkgevers en overheden op werk te maken van een betere instap en aangepaste trajecten voor doelgroepwerknemers en/of mensen uit de kansengroepen. Moet de subsidiërende overheid dan toch een duwtje geven? Globaal werken er 80% vrouwen en 20% mannen in de welzijnssector. 54% van het leidinggevend personeel zijn vrouwen. In de kinderopvang, met een verhouding van 98% vrouwen versus 2% mannen, moeten dringend meer mannen aan de slag. In alle sectoren hebben we zeer zeker ook meer allochtone begeleid(st)ers nodig.
Meer vrouwen (54%) dan mannen in leidinggevende functies. Maar … gemiddeld werken er 80% vrouwen in de welzijns sectoren: toch nog werk aan de winkel? Ilse Janssens, Coördinator HR, Groep Emmaüs, Mechelen
Conclusie 1. Terwijl er op de Vlaamse arbeidsmarkt sinds de crisis in 2009 amper jobgroei was, bleef de werkgelegenheid in de welzijnssectoren toenemen. 2. Hoge cijfers voor deeltijds werk: 1 op 2 tegenover het Vlaams gemiddelde van 1 op 3. 3. Het tijdskrediet blijft erg in trek. 4. Het aandeel 50-plussers neemt sterk toe en ligt beduidend boven het Vlaams gemiddelde. Steeds meer vrije dagen arbeidsduurvermindering moeten worden vervangen. 5. 1 op 4 eindigt de loopbaan binnen de komende 10 jaar en moet vervangen worden. 6. Welzijnswerkers blijven langer dan de gemiddelde Vlaamse werknemer bij dezelfde organisatie aan het werk. 7. Toegenomen leeftijd en anciënniteit zijn een belangrijke kostendrijver voor de sector. 8. De kostprijs en kwaliteit wordt eveneens sterk bepaald door de 57% personeelsleden met een hogere opleiding. 9. Hoog personeelsverloop (20%) met veel tijdelijk werk voor de min 35-jarigen. Een aantal onder hen verlaat daarom de sector i.f.v. werkzekerheid. 10. Welzijn blijft vrouwelijk en wit.
11
Voor meer informatie: Steven De Looze Stafmedewerker financieel beleid 02 507 01 22 Oktober 2014 Verantwoordelijke uitgever: Frank Cuyt, Vlaams Welzijnsverbond vzw Guimardstraat 1 – 1040 Brussel TEL: 02 511 44 70 – FAX: 02 513 85 14 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamswelzijnsverbond.be