Aan de gemeenteraad
Voortgang nieuwe wijken- en dorpenbeleid 15268 Concernstaf Concernstaf Jurjen Weg van der, 058 233 8831 11 september 2013, verzonden: Geachte leden van de raad, Wij werken al enige tijd aan de invulling van uw motie over het Leeuwarder wijken- en dorpenbeleid. In uw vergadering van 12 juni 2013 hebt u duidelijk aangegeven dat u de gespreksnotitie die voorlag (“De wijken en dorpen van Leeuwarden: met elkaar voor elkaar!”) niet ziet als een goede basis voor het gesprek met de samenleving. Tijdens de commissievergadering heeft wethouder Isabelle Diks het stuk teruggetrokken en aangegeven dat er na de zomer een nieuwe notitie zou komen. Nieuwe tijden: op zoek naar nieuwe scenario’s In de afgelopen tijd hebben wij ons opnieuw over het wijken- en dorpenbeleid gebogen. De veranderende maatschappij haalt regelmatig de pers, zowel landelijk als lokaal. Met regelmaat dienen zich overal in Nederland én bij ons nieuwe initiatieven en initiatiefnemers aan. Maar ook over verwante kwesties als crowdfunding wordt veel gepubliceerd. Tegelijkertijd gaat het dispuut in Nederland over Andere Overheid ook door. Gegeven de vele en snelle veranderingen en de onrust1 die in juni is ontstaan over onze gespreksnotitie, hebben wij ervoor gekozen om nu geen nieuwe notitie op te stellen. De samenvatting in de oorspronkelijke notitie van de verschillende landelijke rapporten over de materie blijft wat ons betreft gelden, maar de concrete invulling zoals we die als aftrap van de discussie met de samenleving geschetst hebben in paragraaf 4 van de notitie halen we van tafel. Bovendien hebben we besloten om niet direct met een nieuwe invulling te komen: we vinden het belangrijk om nu eerst terug te gaan naar de basis. In het voortraject van de gespreksnotitie zijn met vele betrokkenen intensieve verkennende gesprekken gevoerd. In vervolg daarop hebben we opdracht gegeven om samen met de actieve bewoners van wijken en dorpen een verkenning uit te voeren welk(e) scenario(‘s) voor het nieuwe wijken- en 1
Onder andere zichtbaar geworden via de lokale en regionale pers en verwoord door de insprekers tijdens de commissiebehandeling.
Blad 2
dorpenbeleid mogelijk zijn én op draagvlak kunnen rekenen. Daarbij geven wij wel enkele basis-ingrediënten mee:
Dat er in een nieuw scenario ruimte moet zijn voor nieuwe initiatieven en initiatiefnemers in de wijken en (huidige en nieuwe) dorpen. Dat er ruimte moet zijn voor aandachtswijken. Dat er gezocht wordt naar een goede manier om de krachten van onderop te organiseren.
We beleggen in ieder geval op korte termijn een werkbijeenkomst voor alle geïnteresseerde wijkpanels, wijk- en buurtverenigingen, de dorpsbelangen2 en de dorpshuisbesturen. Daarnaast zoeken we naar wegen om ook de nieuwe initiatiefnemers die buiten de bestaande verbanden opereren een stem te geven in het proces. Er gebeuren momenteel erg veel interessante dingen, die invloed hebben op de leefbaarheid in de wijken en dorpen, bijvoorbeeld in de sport, in de cultuur en op het terrein van duurzaamheid en groen. We hopen op de hiervoor beschreven wijze te komen tot één of enkele scenario’s, die op draagvlak kunnen rekenen en bovendien financieel haalbaar zijn. Het politieke traject Op hoofdlijnen willen wij de planning uit de gespreksnotitie van juni jongstleden blijven volgen. Dat betekent dat de opbrengsten van het hiervoor beschreven traject betrokken zullen worden bij de college-onderhandelingen. Daarna zal de uitwerking plaatsvinden en zal het nieuwe wijken- en dorpenbeleid in het tweede kwartaal 2014 door het college van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad aangeboden worden ter besluitvorming. Tussentijdse aanpak en maatregelen Op een aantal punten hebben wij praktische zaken in gang gezet en geregeld, die ervoor zorgen dat er – in afwachting van het officiële besluitvormingsmoment in de gemeenteraad geen hiaten zullen vallen. In bijlage 1 treft u een kort overzicht aan. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
burgemeester,
secretaris. 2
Ook de dorpsbelangen uit Noord-Boarnsterhim worden uitgenodigd.
Blad 3
Bijlage 1: Tussentijdse aanpak en maatregelen Nieuwe ontwikkelingen volgen en helpen Er is volop beweging in de samenleving, ook in Leeuwarden. Initiatiefnemers melden zich met ideeën die goed aansluiten bij de ontwikkelingen in de samenleving. Er zijn enkele wijkverenigingen en wijkpanels, die intensief willen samenwerken en overwegen samen te gaan. Er zijn enkele wijkverenigingen, die willen kijken of ze de relatie met de gemeente anders kunnen vorm geven, zodat ze zelfstandiger en ondernemender kunnen opereren zonder de relatie met hun wijk kwijt te raken. Er zijn sportverenigingen die zoeken naar mogelijkheden om op leefbaarheidsvraagstukken in de wijken een aanbod neer te zetten. Er komen – na Heechterp-Schieringen – meer initiatieven voor bewonersbedrijven of wijkbedrijven in andere wijken. We zullen de komende maanden zoeken naar ruimte om experimenten aan te gaan, zodat we concreet kunnen bepalen waar kansen liggen. Bovendien kunnen we zo initiatieven en ontwikkelingen toetsen op draagvlak en haalbaarheid. uiteraard zetten we de afgesproken lijn rondom de pilots op het terrein van wijkondernemerschap (ook wel: Big Society) door. We willen op die manier graag ruimte geven aan de nieuwe dynamiek die we ervaren in de Leeuwarder wijken en dorpen. Wijk- en buurtverenigingen en dorpshuizen Binnen het traject over het wijken- en dorpenbeleid hebben we veel aandacht aan de wijk- en buurtverenigingen en de dorpshuizen gegeven. Daarom vinden we het van belang om de actuele stand van zaken op dat punt te schetsen:
De toezegging dat er in het seizoen 2012 – 2013 geen buurt- of wijkcentra onvrijwillig hun deuren te hoeven sluiten is nagekomen. De vastgestelde taakstelling op de voormalige subsidieregeling Buurt-, wijken dorpswerk is ingeboekt op 1 juli 2013. Op 20 augustus 2013 heeft het college de beleidsregel die betrekking heeft op 2014 vastgesteld. In de beleidsregel is verwerkt dat de besturen van de locaties Oranjewijk, Aldlân, Welgelegen, Molenpad en KIO evenals de dorpshuizen die nu nog bij Boarnsterhim horen geen subsidie zullen ontvangen. De beleidsregel is bijgevoegd als bijlage 2. Voor de beheerders van een zestal accommodaties hebben we een tijdelijke oplossing gevonden tot het einde van het verenigingsseizoen 2013-2014. Tegen die tijd zal het nieuwe wijken- en dorpenbeleid vastgesteld zijn en is duidelijk hoe het verder gaat met de beheerders.
Maatschappelijk vastgoed In de nadere verkenningen die we de komende tijd laten uitvoeren, zullen we ook nader aandacht geven aan de opmerkingen die in de raadscommissie geplaatst zijn over het maatschappelijk vastgoed. In het voorstel dat uw raad in april 2014 van het college van Burgemeester en Wethouders ontvangt zetten we dat om in concrete voorstellen.
Blad 4
Bijlage 2: Beleidsregel Subsidiëring Activiteiten buurt-, wijk- en dorpshuizen 2014 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden; gelet op titel 4.81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht; gelet op artikel 2, lid 1 “Algemene Subsidieverordening Leeuwarden 2011; gezien het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 31 januari 2012 “Koers Maatschappelijk Vastgoed” en de daarbij behorende documenten; overwegende dat de “Regeling subsidie Buurt-, wijk- en dorpswerk” na herzien beleid wordt ingetrokken en deze wordt vervangen door een beleidsregel teneinde de bevoegdheid tot subsidiering van activiteiten dorpshuizen, wijkgebouwen en buurthuizen vanaf 2013 nader vorm te geven. besluit vast te stellen de navolgende beleidsregel: Beleidsregel Subsidiëring activiteiten buurt-, wijk- en dorpshuizen 2014 Artikel 1 Wijze van aanvragen 1. De subsidieaanvraag wordt jaarlijks voor 1 oktober ingediend bij het college, vergezeld van de in art 5,lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden 2011 opgesomde gegevens . 2. Indien het voor de beoordeling van de aanvraag van belang is, kan het college verlangen aanvullende gegevens te overleggen. Artikel 2 Algemeen 1. De bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden 2011 zijn van toepassing op aanvragen als bedoeld in artikel 1 voor zover van deze bepalingen in deze beleidsregel niet wordt afgeweken. 2. Onder een dorpshuis, wijkgebouw of buurthuis wordt verstaan een accommodatie waar activiteiten en ontmoeting plaats vinden voor de bewoners in het verzorgingsgebied ter bevordering van de leefbaarheid en de toename van participatie. De voorziening wordt beheerd en geëxploiteerd door een vereniging of stichting met bestuursleden uit het verzorgingsgebied. 3. De beleidsregel is van toepassing op de volgende dorpshuizen, buurthuizen en wijkgebouwen : a. Dorpshuis de Weeme, Lekkum b. Dorpshuis de Golle, Wirdum c. dorpshuis de Twirre, Wytgaard d. dorpshuis Ien & Mien, Goutum e. dorpshuis de Bining, Hempens Teerns f. MFC Camminghastins, Camminghaburen g. MFC Eeltjehiem, Westeinde h. MFC Markant, Zuiderburen i. MFC Westenkwartier, Valerius j. De Blokkendoos, Vrijheidswijk
Blad 5
k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w. x.
Wijkgebouw Nijlân, Nijlân Wijkgebouw Gerard Dou, Huizum West Buurthuis Vluchtheuvel, Huizum West Buurthuis Hollander Hûske, Huizum West Wijkgebouw Husma Herne, Huizum Oost Wijkcentrum het Knooppunt, Achter de Hoven Buurthuis Tjerk Hiddes, Tjerk Hiddes / Cambuursterhoek Buurthuis Insulinde, Heechterp Schieringen Wijkcomité Heechterp Schieringen, Heechterp Schieringen Wijkgebouw Bilgaard, Bilgaard Wijkgebouw de Toekomst, Vosseparkwijk Buurthuis Rengerspark, MTV-wijk Buurthuis Skiphûs, Schepenbuurt Buurthuis Kobbekooi, Wielenpôlle
Artikel 3 Specifieke eisen aan de subsidieaanvraag 1. De aanvrager is de vereniging of stichting die het buurt-, wijk of dorpshuis beheert en exploiteert. De aanvrager maakt aannemelijk dat het aanbod van activiteiten gericht is op het bevorderen van participatie, het versterken van sociale cohesie en het voorkomen van achterstanden; De aanvrager richt zijn aanbod van activiteiten primair op de bewoners uit het eigen verzorgingsgebied; De aanvrager maakt aannemelijk dat de in de accommodatie aangeboden activiteiten gericht zijn op diverse in het verzorgingsgebied wonende groeperingen en dat de deelnemers aan de activiteiten een afspiegeling vormen van de bewoners van het verzorgingsgebied; De aanvrager maakt aannemelijk dat het activiteitenaanbod aansluit bij de wensen en behoeften van bewoners uit het verzorgingsgebied. 2. Daarnaast dient de aanvrager te voldoen aan de volgende uitvoeringseisen: De accommodatie wordt beschikbaar gesteld voor op de buurt gerichte activiteiten; Alle instellingen en organisaties uit desbetreffende verzorgingsgebied dienen in beginsel gebruik te kunnen maken van het wijkgebouw; De aanvrager draagt zorg voor alle benodigde vergunningen en houdt zich aan alle wetten en regels die van toepassing zijn op de (exploitatie van de) accommodatie. Artikel 4 Subsidienormen Het maximaal te verlenen bedrag per aanvraag staat vermeld in bijlage H van de Programmabegroting zoals die jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Artikel 5 Subsidieaanvrager De subsidie kan worden aangevraagd door de instelling die het wijkgebouw beheert en exploiteert.
Blad 6
Artikel 6 Citeertitel Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel subsidiëring activiteiten buurt-, wijk- en dorpshuizen 2014. Artikel 7 Inwerkingtreding 1. Deze beleidsregel treedt in werking 1 dag na publicatie. 2. Deze beleidsregel is voor het eerst van toepassing op subsidieaanvragen voor het subsidiejaar 2014.