op zoek naar
nemo
Educatieve handleiding ©Disney / Pixar
Tekst geproduceerd en geschreven met de uitdrukkelijke toestemming van The Great Barrier Reef Marine Park Authority.
Inhoudstafel Inleiding Korte inhoud Doel Deel 1:Info voor de leraar en activiteiten vooraf 1.1 Het Groot Barrièrerif 1.2 Geografie 1.3 Kenmerken 1.4 Het leven in het rif 1.5 Dieren in het Groot Barriérerif 1.6 Dieren in Finding Nemo 1.7 De vissen van het rif 1.8 Riffen in gematigde wateren 1.9 De eerste indruk Deel 2:Activiteiten na de film Wat weten de leerlingen al 2.1 2.2 Fris in het geheugen 2.3 De personages omschrijven 2.4 Identiteitslijn 2.5 Allemaal Nemo’s 2.6 De persoonlijkheid van andere personages uit Finding Nemo bestuderen
2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13
Levensverhalen verzamelen Levensverhalen vergelijken In de huid van de personages Het verhaal van de film Een krantenartikel schrijven Een blijvende herinnering Krantenknipsels
Bibliografie
op zoek naar nemo ‘Op zoek naar Nemo’ is een initiatief van The Great Barrier Reef Marine Park Authority in samenwerking met Walt Disney Pictures en Pixar Animation Studios. Op 26 november 2003 verschijnt de familiefilm ‘Finding Nemo’ in de Belgische bioscoopzalen. Dit handboek is opgevat als hulpmiddel voor leraren bij de analyse van de film in de klas en als basis voor lessen over de wondere onderwaterwereld, of specifiek over koraalriffen en het Groot Barrièrerif. Het is interessant om het handboek zowel voor als na de film door te nemen. De info voor leraren en de leerlingenactiviteiten worden telkens duidelijk aangegeven en mogen vrij worden gefotokopieerd voor gebruik in de klas. Deel 1 omvat de ‘activiteiten vooraf’, die de leerlingen kunnen uitvoeren voor ze de film hebben gezien. De vragen in Deel 1 kunnen worden gebruikt om dieper in te gaan op de personages, het verhaal en de plaats waar de film zich afspeelt. De ‘Activiteiten na de film’ in Deel 2 helpen de leerlingen om het sociale weefsel te ontdekken tussen de personages van de film en leren hen om te gaan met thema’s als ‘identiteit’ en ‘verschil’. In elk deel worden de leeftijdscategorieën tussen haakjes bij de activiteiten vermeld. Dit handboek maakt gebruik van de thema’s en de problematiek uit de film Finding Nemo als basis voor lessen in de volgende leergebieden: Nederlands Muzische vorming (muziek, beeld, beweging, drama en media Wereldoriëntatie (ruimte, natuur, mensmaatschappij) Persoonlijke ontwikkeling Het zal voor de leraren wellicht duidelijk zijn dat het onderwerp van deze film meer aansluit bij bepaalde leergebieden dan bij andere. WO (wereldoriëntatie) is het sterkst vertegenwoordigd. De film draait immers hoofdzakelijk rond thema’s als plaats, ruimte, media, sociaal weefsel en milieu, die traditioneel tot dit leergebied behoren. Ook persoonlijke ontwikkeling komt veelvuldig aan bod. De thema’s ‘relaties’, ‘identiteit’, ‘gevoelens’, ‘waarden’ en ‘gedrag’ spelen een belangrijke rol in de film. Verder komen Nederlands, plastische opvoeding en mondelinge expressie eveneens uitgebreid aan bod. Bij de meeste activiteiten krijgen de leerlingen met verschillende leergebieden (of onderwerpen) te maken. Een dergelijke vakoverschrijdende aanpak brengt een andere studiemethode met zich mee, waarvan je met geïsoleerde leergebieden vaak verstoken blijft. De leerlingen kunnen zo op een heleboel verschillende manieren ideeën opdoen en verwerken. Schoolvoorstellingen kunt u boeken bij een bioscoop bij u in de buurt. U kunt tevens contact opnemen met Kim Leslingard bij de filmverdeler Buena Vista International, te bereiken via telefoonnummer 02 263 17 08 of email
[email protected].
n
op zoek naar emo
1
-
Inleiding
Waarom deze film bespreken in de klas?
Korte inhoud De film
Film is een krachtig medium dat vermaakt, informeert en vaak de grenzen van onze eigen verbeelding verlegt. Kinderen leren voortdurend bij door wat ze horen en zien in films. Leraren kunnen die kracht en ‘magie’ van films benutten om mensen, plaatsen, dingen en gebeurtenissen in de klas te brengen, waarmee de leerlingen anders nooit in contact komen. Finding Nemo geeft leraren de mogelijkheid abstracte ideeën over te brengen aan de hand van levendige en memorabele beelden. Het spreekt voor zich dat de film ook een schat aan informatie vormt voor lessen over de wondere onderwaterwereld in het algemeen en meer bepaald het Australische Groot Barrièrerif. Film is ook een uitgelezen middel om te leren over begrippen en problemen rond mens en maatschappij, milieu, persoonlijke ontwikkeling, technologie en wetenschappen. In Finding Nemo komt een ruime waaier aan kennis, vaardigheden, waarden en acties naar voren die stuk voor stuk van belang zijn. Hij biedt dan ook heel wat aanknopingspunten om verschillende leerdomeinen in de klas te behandelen: Het zal de kinderen zeker aanspreken om de onderwaterwereld van het Groot Barrièrerif te ontdekken aan de hand van Finding Nemo. De film en het handboek: gaan in op de enorme rijkdom aan vormen, groottes, texturen, kleuren en gedragingen die voorkomen bij de planten en dieren van het koraalrif; bespreken het belang van levende wezens in het ecosysteem van het rif; behandelen de wijze waarop de mens het Groot Barrièrerif gebruikt; geven een beeld van het Groot Barrièrerif als natuurwonder; zeggen meer over de problemen rond natuurbehoud in het Groot Barrièrerif; tonen hoe het rif wordt gebruikt, beheerd en beschermd; en laten zien hoe het Groot Barrièrerif voor de mens zowel nuttig als aangenaam kan zijn.
Finding Nemo is een nieuwe manier om meer te leren over de onderwaterwereld en het Groot Barrièrerif. Kinderen kunnen bespreken wat ze hebben gezien, ze kunnen de aangeboden informatie in vraag stellen, en zelf beredeneerde besluiten trekken.
2
n
op zoek naar emo
In de warme tropische wateren van het Groot Barrièrerif woont de clownvis Marlin veilig en wel, samen met zijn enige zoon Nemo. Marlin is bang van de oceaan met zijn onvoorspelbare gevaren en doet zijn uiterste best om zijn zoon te beschermen. Maar zoals alle jonge vissen wil Nemo dolgraag het mysterieuze rif verkennen. Op een dag wordt Nemo plots heel ver van huis meegenomen en raakt hij opgesloten in het aquarium van een tandarts-praktijk in Sydney. Zo wordt Marlin de onwaarschijnlijke held van een avontuurlijke tocht om zijn zoon te redden. Marlin wordt bij zijn zoektocht geholpen door de barmhartige Samaritaan Dory, een blauwe doktersvis met het slechtste kortetermijngeheugen en het grootste hart uit de hele oceaan. De twee vissen trotseren op hun tocht heel wat gevaren. Gelukkig is Dory zo optimistisch dat ze Marlin de moed geeft om risico’s te nemen en zijn angsten te overwinnen. Marlin krijgt dan ook genoeg zelfvertrouwen en gelooft net als Dory dat alles wel goed zal aflopen. Ze komen oog in oog te staan met zeevogels, rioolbuizen en zelfs met de mens, maar uiteindelijk wordt de wonderbaarlijke zoektocht een groot succes.
Het handboek In dit handboek gaan de leerlingen dieper in op de personages, de achtergrond en het verhaal uit de film Finding Nemo. Ze ontdekken de onderwaterwereld van het Groot Barrièrerif, een wereldberoemd natuurwonder. Het rif is een uitstekend voorbeeld van de Australische mariene biodiversiteit. Er leven duizenden unieke diersoorten, waarvan er 43 als zeldzaam of bedreigd werden bestempeld door de World Conservation Union. De leerlingen bestuderen ook de personages uit de film: hoe hun persoonlijkheid is gegroeid, hun eigenheid, hun zelfbewustzijn en hun gevoel ergens thuis te horen. Begrippen als identiteit en verschil komen eveneens aan bod.
Doel van het handboek Met dit handboek kan de leraar: activiteiten plannen voor en na het bekijken van de film; die activiteiten kaderen in de bestaande leergebieden zoals muzische vorming, wereldoriëntatie en Nederlands voor leerlingen van acht tot twaalf jaar. Aan de hand van de film Finding Nemo en dit handboek leren de leerlingen meer over hoe de film vissen, plaatsen en belevenissen weergeeft; worden de leerlingen gestimuleerd om door onderzoek en vergelijkende analyse hun kennis over wat er in de film wordt getoond, uit te breiden; worden de communicatieve vaardigheden van de leerlingen verder ontwikkeld, zoals luisteren, kijken, spreken, uitbeelden, lezen en schrijven; leren de kinderen hun verbeelding, gevoelens en ideeën te interpreteren, onder woorden te brengen en verder uit te diepen; worden de leerlingen ertoe aangezet om zowel geschreven, gesproken, visuele, auditieve als gemengde teksten te analyseren, te doorgronden en te creëren; eren de leerlingen het Groot Barrièrerif in zijn geheel kennen, begrijpen en waarderen; en worden ook hun creativiteit en hun kritische denkvermogen gestimuleerd.
© GBRMPA
Inzichten In Deel twee leren de leerlingen dat: iemands persoonlijkheid afhankelijk is van vele factoren, zoals de familie en andere groepen waarvan men deel uitmaakt, waar en wanneer men geboren en opgegroeid is, wat men allemaal meemaakt …; individuen complexe wezens zijn, en dat verschillende facetten van hun karakter naar voor komen naargelang de situatie waarin ze zich bevinden; individuen mettertijd ook kunnen veranderen; anderen soms een ander beeld van ons hebben dan wijzelf; hoe we onszelf bekijken en aanvoelen invloed heeft op hoe we over anderen denken; we vaak al snel een oordeel vellen over iemand op basis van externe factoren als kleur, taal en hoe ze eruit zien; wat anderen over ons denken ons gevoel van eigenwaarde zowel positief als negatief kan beïnvloeden; de ontwikkeling van een positief zelfbeeld ook helpt om onze relaties met anderen en onze houding tegenover hen te verbeteren.
© GBRMPA
n
op zoek naar emo
3
Deel 1: Info voor de leraar en activiteiten vooraf 1.1 Het Groot Barriererif Het Groot Barrièrerif vormt Australiës grootste werelderfgoedgebied en is een van de wonderen van de natuur. Met een lengte van 2300 km strekt het rif zich uit van net ten zuiden de steenbokskeerkring, tussen de steden Gladstone en Bundaberg, tot aan de Torres-straat nabij Papoea-Nieuw-Guinea. Het is het meest uitgebreide koraalecosysteem ter wereld en tevens het grootste biologische bouwwerk op aarde. De zuidelijke kant van het rif ligt zo’n 300 km van de kust en is nogal gefragmenteerd. In het noorden sluiten lange stukken rif aaneen en bereikt het op sommige plaatsen een breedte van 80 km.
Activiteiten vooraf Ga na wat de leerlingen al weten Vraag de leerlingen wat ze kunnen vertellen over de onderwaterwereld, koraalriffen of het Groot Barrièrerif. Noteer hun ideeën. Vraag hen om iets over hun ideeën te vertellen, te schrijven of te tekenen en het resultaat aan elkaar te tonen. (5-8 j.)
Boekenweetjes delen Lees boeken over het Groot Barrièrerif als een plek die zowel nuttig als aangenaam is. Bespreek bepaalde delen van het Groot Barrièrerif. Bespreek de ligging van het Groot Barrièrerif op de wereldbol. Vraag de leerlingen: Wat is deze plek?
In de lagune tussen het buitenste rif en de kustlijn liggen kleinere riffen en zand- en koraaleilanden verspreid. Uit onderzoek is gebleken dat het koraal op bepaalde plaatsen ongeveer 500 m dik is en voor het merendeel zo’n twee miljoen jaar oud, hoewel er ook stukken zijn van meer dan 18 miljoen jaar oud. Een aantal van de riffen in de lagune zijn pas beginnen te groeien toen 10 000 jaar geleden, na de laatste ijstijd, het zeewaterniveau begon te stijgen. Het Groot Barrièrerif bestaat uit 2900 afzonderlijke franjeriffen dicht bij de kust en de eilanden, en uit barrièreriffen die verder in zee liggen. Het buitenste rif ligt op de rand van het continentale plat van Australië. De zeebodem tussen de riffen ligt doorgaans zo’n 30 m diep.
Hoe ziet deze plek eruit? Waar ligt het? Hoe wordt het gebruikt? Wat doen de mensen met koraalriffen? Wat gebeurt er nu op deze plek? Voorspel en noteer welke kenmerken de leerlingen waarschijnlijk zullen vernoemen in de klas. Ga na hoe vaak dat kenmerk dan door de leerlingen wordt opgenoemd in de klas. Maak in de klas een grafiek van de resultaten. (5-9 j.) Toon video’s over het Groot Barrièrerif en bekijk filmpjes op de ReefED-website (http://www.reefed.edu.au/library/movies/movies.html). Andere interessante websites zijn de officiële filmsite www.disney.be/Films/Nederlands/nemo of www.wnf.nl/dierenbibliotheek. Wijs de leerlingen er ook op hoe divers de vele omgevingen, kenmerken, dieren en planten van het rif wel zijn. (9-12 j.)
© GBRMPA
Verzamel/download foto’s over het Groot Barrièrerif vanop www.reefed.edu.au/library of een van de andere sites. Toon ze aan de leerlingen en bespreek samen de kenmerken. Merk ook op hoe koraalriffen bepaalde kenmerken gemeenschappelijk hebben met riffen uit gematigde klimaten (zie 1.8). Maak een overzicht met de antwoorden van de leerlingen. Op basis hiervan kun je dieper ingaan op de onderwerpen die hen het meest aanspreken. (10-12 j.)
4
n
op zoek naar emo
© GBRMPA
Wie ben ik? Speel een partijtje ‘Wie ben ik?’ Bijvoorbeeld: “Ik woon op het Groot Barrièrerif. Ik heb zwempoten. Ik heb geen tanden. Mijn schild beschermt me tegen aanvallers. Ik leg eieren in een nest onder het zand. Wie ben ik?” Elke leerling zegt iets dat hij of zij weet over koraalriffen of het Groot Barrièrerif. Noteer en illustreer de antwoorden. Maak een boek met weetjes. (5-7 j.)
© GBRMPA
Het Pompey Hardline-rif
Magische Kring Maak kaartjes met zinnen die de leerlingen moeten aanvullen: Het Groot Barrièrerif is…
© GBRMPA
Onechte karetschildpad
De zes denkende hoofddeksels
Koraalriffen bestaan uit … De mensen hebben koraalriffen nodig om… Koralen op het Groot Barrièrerif….
Laat de leerlingen kennismaken met de ‘zes denkende hoofddeksels’ van Edward de Bono. Neem kartonnen of echte hoofddeksels en zoek samen naar antwoorden. Neem het blauwe hoofddeksel om te bepalen wat de belangrijkste thema’s en vragen zijn waar later dieper kan worden op ingegaan. (10-12 j.)
De vissen van het Groot Barrièrerif zijn… De planten van het rif… De dieren van het rif… Steek de kaartjes in een doos. De leerlingen zitten in groepjes samen en kiezen om beurten een kaartje. Lees het kaartje voor en laat de leerlingen samen zoeken naar oplossingen. Achteraf brengen de leerlingen verslag uit over wat ze bijgeleerd hebben. (6-8 j.)
Begrippenkaarten Maak een begrippenkaart met de verschillende onderdelen van het Groot Barrièrerif. Rangschik de trefwoorden in categorieën (bv. koralen, vissen, planten, mangroven, koraaleilanden, eilanden, zeegrasvelden, wier- en sponstuinen, zanderige of modderige zeebodems, oceaantroggen en continentale hellingen) (9-12 j.).
= gevoelens = informatie Welke feiten hebben we geleerd over het Groot Barrièrerif?
Welke gevoelens heb ik over het Groot Barrièrerif?
= waarover moeten we nog nadenken
= nieuwe ideeën
op welke manieren kunnen we problemen voorkomen in het Groot Barrièrerif?
Wat kunnen wij doen als gebruikers van het Groot Barrièrerif?
= zwakke punten Welke vragen of problemen stellen zich als we leren over het Groot Barrièrerif?
= sterke punten Wat zijn de goede punten die we hebben geleerd over het Groot Barrièrerif?
© GBRMPA
eiland Heron
n
op zoek naar emo
5
Informatierooster Maak een rooster waarop de leerlingen de gevonden informatie kunnen noteren. In de linkerkolom komen bijvoorbeeld de grote delen van het Groot Barrièrerif of de plaatsen op de wereld waar we koraalriffen aantreffen. De eerste rij bevat bijvoorbeeld het soort informatie, bijvoorbeeld:
1.2
Geografie
Het Groot Barrièrerif strekt zich uit over een afstand van 2300 km voor de kust van de Australische staat Queensland. Het biedt een unieke verscheidenheid aan geografische vormen, met franjeriffen aan de kusten, lagunes, barrièreriffen, open oceaan, eilanden, riviermondingen en kuststranden.
manieren waarop koraalrif en meer bepaald het Groot Barrièrerif wordt gebruikt; de mensen die er werken; de mensen die het rif gebruiken; plantensoorten; diersoorten; andere natuurlijke kenmerken; en speciale kenmerken. (10-12 j.) © GBRMPA
Afbeeldingen indelen De foto’s van vorige activiteiten kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën. Vraag de leerlingen: Kunnen we de foto’s in groepen indelen? Wat kunnen we doen als een foto bij meer dan een groep past? De leerlingen verzinnen zelf onderschriften voor de foto’s, bv. ‘hoe mensen het gebied gebruiken’ of ‘waarom het gebied zo belangrijk is’. In groepjes kunnen de leerlingen werken aan een collage of een boek voor in de klas. (8-10 j.)
Het is gigantisch groot Met zijn 348 700 km2 is het natuurreservaat van het Groot Barrièrerif (het Great Barrier Reef Marine Park) het grootste werelderfgoedgebied en het grootste tropische zeereservaat op aarde. Enkel de zeereservaten van de eilanden Herd en McQuarie in het Australische subantarctische gebied zijn nog groter. Het natuurreservaat van het Groot Barrièrerif is groter dan Italië en dan het Verenigd Koninkrijk en Ierland samen. Het is ongeveer even groot als Duitsland.
Een model bouwen
Het is complex
Elk afzonderlijk of in groepjes maken de leerlingen modellen van plaatsen op het Groot Barrièrerif of op koraalriffen in het algemeen, die ze belangrijk vinden. Vraag de leerlingen om aan te geven of die plaatsen natuurlijk zijn of gemaakt door de mens en laat hen ook plekken tonen die voor hen of voor anderen bijzonder zijn. Laat ze gebruikmaken van plasticine, boetseerklei, bouwdozen, bouwblokjes en natuurlijke materialen om die plaatsen na te bouwen. Gebruik labeltjes om hun werkjes tentoon te stellen. Nodig andere leerlingen en/of ouders uit om de modellen te komen bekijken en er meer over te vernemen (7-10 j.)
Het is een van de meest complexe ecosystemen ter wereld. Zijn dieren- en plantenrijkdom kan enkel worden vergeleken met die van de tropische regenwouden. Het rif is een relatief ongerept gebied; de invloed van de mens is er minder sterk voelbaar dan in andere koraalriffen.
Nabeschouwing Vraag aan de leerlingen om zichzelf te evalueren aan de hand van de volgende vragen: Wat is het belangrijkste dat ik heb geleerd over het Groot Barrièrerif? Wat zou ik graag nog te weten komen over het Groot Barrièrerif? Met welke oefening ben ik het meest tevreden? Waarom? (8-12 j.)
6
n
op zoek naar emo
Het is populair Het Groot Barrièrerif is ook een van de topbestemmingen voor toeristen in Australië. Het watertoerisme brengt de Australische economie jaarlijks meer dan 1 miljard euro op. Het Groot Barrièrerif ligt volledig in het tropische gebied: het loopt van aan de steenbokskeerkring in het zuiden tot aan de kust van Papoea-Nieuw-Guinea in het noorden, 2300 km verder.
Temperatuur Het is het hele jaar door warm op het rif. De temperatuur schommelt er tussen 27ºC en 34ºC.
Neerslag Het rif ligt binnen het orkaangebied. Het orkaanseizoen, dat ook wel The Wet wordt genoemd, loopt van oktober tot maart. De nazomer, die hier tussen februari en maart valt, is over het algemeen de natste periode van het jaar. De maximumhoeveelheid neerslag bedraagt ongeveer 175 mm in Rockhampton in het zuiden van de regio, 350 mm in Mackay en Townsville, en 525 mm in Cairns en het Cape York-schiereiland. Het droogseizoen valt tussen maart en oktober.
Activiteiten vooraf Vanuit geografisch perspectief
Eilanden In het Great Barrier Reef Marine Park liggen meer dan 900 eilanden: 618 gewone eilanden en 300 koraaleilanden, waarvan er zo’n 230 permanent zijn begroeid. De rest van de eilanden bestaat grotendeel uit kleine, onbegroeide zandeilandjes die van plaats veranderen door winden, golven en stromingen.
© GBRMPA
Bestudeer het Groot Barrièrerif vanuit geografisch perspectief aan de hand van de volgende vragen. Waar ligt deze plaats?
Riffen
Hoe groot is het rif?
Het Groot Barrièrerif is de grootste groep koraalriffen op aarde en beslaat een oppervlakte van 348 © GBRMPA 700 km . Het rif loopt over meer dan 2300 km langs de kust van Queensland en bestaat uit 2900 afzonderlijke riffen. Het continentale plat vormt de basis waarop de riffen van het Groot Barrièrerif groeien.
Hoe ziet het er uit? Wat is het verband met andere plaatsen? Welk klimaat/weertype heerst er daar? Hoe ziet de omgeving eruit? Waarom? Hoe verplaatsen de mensen zich in dat gebied?
Riffen zijn samengesteld uit kalksteen, afkomstig van de skeletten van ontelbare miljoenen kleine zeedieren en planten. Op de oppervlakte van het rif groeien kolonies minuscule, levende koraalpoliepen. Deze dieren zijn de belangrijkste bouwers van het rif. Ze halen opgeloste kalksteen uit het water en zetten die kalksteen, met behulp van eencellige plantjes (de zoöxanthellae) die binnenin hen leven, terug af als vaste kalksteen rond de onderste helft van hun lichaam. Als er gevaar dreigt, kunnen de poliepen hun lichaam helemaal in deze beschermende kalkstenen holte terugtrekken. Samen vormen de skeletten van deze poliepenkolonies de grote koralen die we kunnen zien op de riffen. Wanneer de koraalpoliepen sterven, worden hun kalksteenskeletten samen met de resten van andere dieren en planten een onderdeel van het geraamte van het grote rif.
Wat voor werk hebben de mensen daar? Welke dieren leven op het rif? Welke planten leven op het rif? Zijn er aanwijzingen dat het gebied aan het veranderen is? Zo ja, welke invloed zal dat hebben op de lokale bevolking? Zo neen, wat zal de invloed op het rif zelf zijn? Zou je er graag op reis gaan? (10-12 j.)
De koraalalgen, een veel voorkomende groep rifplanten, maken kalksteenlaagjes en verbinden daarmee alle skeletten met elkaar. Bovenaan blijven nieuwe koraalpoliepen groeien, en zo wordt het rif langzaam maar zeker groter. Het Groot Barrièrerif is vandaag het grootste biologische bouwwerk op aarde. De riffen van het Groot Barrièrerif kunnen we indelen in drie grote types: barrièreriffen
© GBRMPA
plaatriffen franjeriffen
n
op zoek naar emo
7
Voorspel en noteer Voorspel en noteer welke typische kenmerken de leerlingen in de klas waarschijnlijk zullen vermelden voor het Groot Barrièrerif en zijn omgeving. Ga na hoe vaak de kenmerken ook effectief voorkomen op het rif. Maak in de klas een grafiek van de resultaten. (8-12 j.)
Foto’s Verzamel en download foto’s van het rif op de website van het Great Barrier Reef Marine Park op dit adres: www.gbrmpa.gov.au Deel de foto’s uit in de klas en bespreek samen de kenmerken van het Groot Barrièrerif en de activiteiten die er plaatsvinden. Identificeer zaken die enkel in het Groot Barrièrerif voorkomen. Vraag de leerlingen: Wat is het Groot Barrièrerif?
1.3
Kenmerken van het Groot Barriererif
Het Groot Barrièrerif is het grootste werelderfgoedgebied op aarde. Het natuurreservaat is groter dan bijvoorbeeld Italië of het Verenigd Koninkrijk en Ierland samen, en ongeveer even groot als Duitsland. Je vindt er een ongelooflijke verscheidenheid aan koraalriffen en lagunes, maar ook open oceaan en eilanden, riviermondingen en kuststranden. Het rif is een van de grootste en meest complexe ecosystemen ter wereld. Het is een relatief ongerept gebied, en in vergelijking met andere koraalriffen in de wereld is de menselijke aanwezigheid er tamelijk beperkt. De vele dieren van het rif zijn afhankelijk van elkaar om te overleven. Enkel de planten- en dierenrijkdom van de tropische regenwouden is vergelijkbaar met die van het rif. We vinden er:
Waarom is het belangrijk?
359 van de 400 gekende soorten hard koraal op aarde, waaronder 10 soorten die nergens anders te vinden zijn.
Waar zorgt het voor? Welke planten en dieren vind je in het Groot Barrièrerif?
5000 tot 8000 weekdieren en duizenden verschillende sponzen, wormen, schaaldieren en andere, minder bekende diersoorten;
Waaruit bestaat het rif? 800 stekelhuidigen, waaronder talloze zeesterren en zee-egels;
Welke activiteiten zijn er mogelijk in en op het water rond het Groot Barrièrerif?
1500 vissoorten; Wat zie je op de foto’s dat je nergens anders vindt? (10-12 j.)
zes van de zeven zeeschildpadsoorten op aarde (alle bedreigd), 15 soorten zeeslangen, en zoutwaterkrokodillen – een van de grootste reptielen ter wereld;
© GBRMPA
215 vogelsoorten, waaronder 29 zeevogels en 32 waadvogels; en meer dan 30 zeezoogdiersoorten waaronder walvissen, dolfijnen en doejoengs. Het rif is ook de broedplaats voor een aantal zeldzame en bedreigde diersoorten. Bultruggen zakken af van Antarctica om hun kalveren te baren in de wateren van het rif. In de beschermende zeegrasvelden langs de kust leeft de grootste populatie doejoengs ter wereld.
We schrijven een stukje! © GBRMPA
Schrijf een stukje over hoe het echt is in het Groot Barrièrerif. Beschrijf wat het rif zo uniek maakt. (9-12 j.)
© GBRMPA
Oranje waaierkoraal
Stekelhuidigen
Moedig de leerlingen aan verschillende manieren te bedenken om informatie over het Groot Barrièrerif te verspreiden, bv. webpagina, brochure, strooibiljet, stripverhaal, cartoon, poster, speldje, sticker en/of postkaart. (8-12 j.) Maak kaartjes in vormen die het rif voorstellen. (5-8 j.)
© GBRMPA
© GBRMPA
Zeester
8
n
op zoek naar emo
Bultrug
Vertelkring
Activiteiten vooraf
Vraag de leerlingen om in een kring te gaan zitten en te doen alsof ze een plant of een diersoort van het Groot Barrièrerif zijn bedreigd wordt door de mens. Ze moeten nadenken over de reden waarom ze een belangrijk deel zijn van het ecosysteem en over wat hen bijzonder maakt.
Onderzoek Onderzoek bepaalde kenmerken van het Groot Barrièrerif zoals:
Vraag dan iemand om in het midden van de kring voor die planten- of diersoort te komen spreken. Bijvoorbeeld: “Ik spreek voor de doejoengs.” De andere leerlingen vertegenwoordigen de mensen.
grootte; ligging; hoe en waarom het verschilt van andere riffen ;
De leerlingen die de kring vormen, stellen vragen aan de diersoort, zoals “Kan je ons meer over jezelf vertellen, doejoeng? Waar leven jullie? Wat is er bijzonder aan je?” De leerling in het midden vertelt dan over de diersoort die hij of zij vertegenwoordigt.
soorten koraal; andere habitats; diersoorten; plantensoorten;
© GBRMPA
gebieden waar je mag varen en vissen, die je kan bezoeken of waar andere recreatieve activiteiten mogelijk zijn; en
Stel ook bijkomende vragen, zoals: “Wat zit er je dwars, doejoeng?” De doejoeng vertelt de mensen dan over zijn problemen en mag hen vragen stellen zoals: “Waarom hebben jullie dingen kapotgemaakt die wij graag eten?” De mensen luisteren en mogen ook antwoorden op de vragen.
gebieden waar geen mensen mogen komen en waarom. (9-12 j.)
De dieren en planten van het rif Met behulp van de filmpjes en foto’s vanop de ReefED website (www.reefed.edu.au/library/movies/movies.html) of boeken en/of brochures kunnen de leerlingen de typische fauna en flora van het Groot Barrièrerif vergelijken en in groepen indelen (bv. planten/dieren/ bedreigde soorten/niet-bedreigde soorten). Help de leerlingen hun keuzes te verantwoorden en te bespreken hoe ze tot een bepaald besluit zijn gekomen. (8-12 j.)
© GBRMPA
Doejoeng
Bedreigde soorten en habitats
Daarna komt een andere leerling naar het midden van de kring om voor een andere bedreigde dier- of plantensoort te spreken, en zo gaat de oefening verder.
De leerlingen werken per twee en sommen op wat ze al weten over ‘bedreigde diersoorten’ en welke informatie ze graag nog hadden ontdekt.Vervolgens situeren de leerlingen diersoorten in hun natuurlijke habitat.
Na de oefening vat je alles samen en bespreek je met de leerlingen hoe ze zich voelden toen ze de bedreigde soort en de mens speelden. (8-11 j.)
Een hele leuke activiteit is ‘thaumatropen’ maken. Op een klein kaartje teken je de habitat van het dier. En op de andere zijde van het kaartje teken je het dier zelf. Dan maak je aan de twee zijkanten van het kaartje koordjes vast. Wind de koordjes op en trek eraan. Het kaartje zal ronddraaien, en door de snelheid lijkt het alsof het dier zich in zijn habitat bevindt. (8-12 j.)
Schema De leerlingen tekenen een schema over de manier waarop sommige diersoorten bedreigd raken en hoe ze zelf kunnen meewerken aan hun behoud en bescherming. (8-12 j.)
Maskers De leerlingen maken maskers van hun favoriete bedreigde diersoort. De maskers kunnen gebruikt worden voor toneeltjes en in de praatkring (5-9 j.)
De begrippenkaart Trek conclusies uit wat de leerlingen hebben geleerd. Maak begrippenkaarten aan de hand van sleutelwoorden. De leerlingen verbinden de woorden met elkaar en geven zo aan welk verband ze zien tussen de woorden. Met behulp van de begrippenkaarten formuleren de leerlingen een bewering over de bedreigde diersoorten. Vergelijk de beweringen en kijk welke het belangrijkste zijn. (9-12 j.)
Gevolgen Bespreek met de klas wat de gevolgen zijn wanneer de maatschappij zich niet inzet om bedreigde diersoorten te beschermen. Maak gebruik van een schema om rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen te bespreken. (9-12 j.)
n
op zoek naar emo
9
Cultuur en reclame Ga na hoe reclamebureaus een bepaald cultuuraspect (bv. een televisieprogramma, film, speelgoed of kleding) hebben gepromoot.
1.4
Het leven in het rif
In het Groot Barrièrerif komen op enkele uitzonderingen na meer verschillende levensvormen voor dan waar ook ter wereld.
Vraag de leerlingen: Wat is het doel van deze promotiecampagne?
Plankton
Welke rol speelt reclame in dit proces?
Plankton behoort tot de kleinste levensvormen in de zee en vormt de basis van de complexe voedselketen in het Groot Barrièrerif. ‘Plankton’ is een term die zowel geldt voor planten als dieren, en omvat ook de vele vislarven en andere levensvormen die drijven en meegevoerd worden op de oceaanstromingen.
Wie of wat heeft baat bij deze promotiecampagne? Beslis met de klas hoe je de mensen via een promotiecampagne het beste kan sensibiliseren over de vele gevaren voor de bedreigde soorten in het Groot Barrièrerif en over wat zij kunnen doen om hen te helpen. Bespreek hoe de klas zou kunnen meewerken aan projecten die de mensen leren om het Groot Barrièrerif beter te waarderen. (10-12 j.) © GBRMPA
© GBRMPA
Planten/Algen
Groene zeeschildpad
Nabeschouwing Vraag aan de leerlingen om zichzelf te evalueren aan de hand van de volgende vragen: Wat is het belangrijkste dat ik heb geleerd over het Groot Barrièrerif, zijn kenmerken en bedreigde diersoorten? Wat heb ik zo over mezelf geleerd en hoe zou ik zelf het Groot Barrièrerif kunnen helpen? Wat zou ik graag nog te weten komen over het Groot Barrièrerif en alles wat er leeft en groeit? Met welke oefening ben ik het meest tevreden? (9-12 j.)
De planten van het Groot Barrièrerif zijn net zo belangrijk en uiteenlopend als de dieren die er leven. In het rif gedijen zowat 500 verschillende soorten zeealgen, die meestal in drie basiskleuren voorkomen: rood, bruin en groen.
© GBRMPA
Mangroven Mangroven hebben een erg belangrijke functie als paaigrond en kinderkamer voor vele diersoorten van het rif. Zevenendertig verschillende soorten mangroven groeien langs de kust van het Groot Barrièrerif – en dat is 57% van alle mangrovensoorten ter wereld.
© GBRMPA
© GBRMPA
Zeegras De vijftien soorten zeegrassen van het rif zijn een belangrijke voedselbron voor opvallende dieren zoals doejoengs en zeeschildpadden.
10
n
op zoek naar emo
© GBRMPA
Van de 2195 plantensoorten die voorkomen op de gewone eilanden van het rif, zijn drie nergens anders te vinden. Meer dan 70 plantensoorten staan ook opgetekend als zeldzaam of bedreigd.
Activiteiten vooraf
1.5
Verzamelingen Voorzie een plaats in de klas waar de leerlingen afbeeldingen en voorwerpen kunnen verzamelen die verband houden met plankton, algen, zeegrassen, mangroven en andere planten. Gebruik ze om ‘Wie ben ik?’ te spelen. Maak naamkaartjes en laat de leerlingen ze bij het juiste voorwerp uit de verzameling plaatsen. (5-8 j.)
Plankton, algen en planten onderzoeken Beschrijf zeegrassen, mangroven, algen en plankton die de klas kent of waarvan ze afbeeldingen heeft gezocht. Maak gebruik van tijdschriften, brochures, boeken of de GBR-Explorer op de ReefED-website (www.reefed.edu.au/explorer) en vraag de leerlingen om foto’s van deze rifplanten te zoeken en ze uit te knippen. Laat de leerlingen vertellen en vragen stellen over de foto’s. Sorteer en classificeer de foto’s en vraag de leerlingen waarom de foto’s op een bepaalde manier zijn gegroepeerd. Maak woordkaartjes bij elke plantensoort die in het rif voorkomt. (5-8 j.)
Woordenboek Leg een woordenboek aan met woorden die verband houden met koraalriffen. Dit zal de leerlingen helpen een databank te maken met wetenschappelijke woorden en de betekenis te snappen van woorden in een wetenschappelijke context. (6-9 j.)
Woordassociatie De leerlingen schrijven of tekenen alles wat ze associëren met de woorden ‘plankton’, ‘algen’, ‘zeegrassen’ en ‘mangroven’. (8-11 j.)
© GBRMPA
© GBRMPA
Zeewier caulerpa racemosa
Padina
© GBRMPA
Dieren in het Groot Barriererif
Het Groot Barrièrerif kan je het best vergelijken met een grote stad: sommige inwoners werken overdag, terwijl anderen ‘s nachts in de weer zijn. Het is een complex ecosysteem waar alle dieren, groot en klein, belangrijk zijn voor elkaar en voor het uiteindelijke voortbestaan van het hele rif. Zowat alle grote en kleine groepen levende wezens zijn er aanwezig. Enkel de dierenrijkdom uit de tropische regenwouden is vergelijkbaar met die van het rif. In het Groot Barrièrerif hebben een verbazingwekkend aantal boeiende dieren hun thuis gemaakt van de vele eilanden, de kuststrook en de onderwaterwereld. De meeste mensen denken bij het rif meteen aan de kleurrijke koralen en de fraaie vissen, maar de andere bewoners zijn al net zo intrigerend. Wie hier voor de eerste keer komt, staat versteld van de dierenrijkdom. Zelfs onder de koraalrotsen leven de meest wonderbaarlijke organismen: kleurige korstsponzen, zeescheden, tere mosdiertjes of bryozoa, voortschuifelende slangsterren en wormen, en vele, vele andere kleurige en vreemd uitziende dieren. Op het Groot Barrièrerif leven ongeveer 359 soorten harde koralen, 5000 tot 8000 weekdieren, zoals slakken en schelpen, en duizenden verschillende sponzen, wormen, schaaldieren en andere, minder bekende dieren. Er bevinden zich ook 800 soorten stekelhuidigen, zoals zeesterren en zee-egels, 1500 vissoorten, 215 vogelsoorten, waarvan 29 zeevogels, meer dan 30 zeezoogdieren en zes soorten zeeschildpadden, die alle bedreigd zijn. Vele zeldzame en bedreigde dieren planten zich voort in het rif, waaronder de bultrugwalvissen, die van Antarctica komen om te jongen in de warme tropische wateren, en de doejoengs, die leven en grazen in de beschermende zeegrasweiden onder de kust. Volgens wetenschappers bestaan er meer dan een miljoen diersoorten. Slechts zo’n vijf procent daarvan heeft een ruggengraat, en behoort dus tot de categorie van de gewervelden. De overige 95% van het dierenrijk bestaat uit ongewervelden. In het Groot Barrièrerif zijn er twintig keer zo veel ongewervelden als gewervelden, en elke maand worden nog nieuwe soorten gevonden. Ongewervelden vormen de basis van het Groot Barrièrerif. Ze hebben ongelooflijk uiteenlopende levensstijlen. Zonder hen kan het rif niet bestaan. Ongewervelden hebben ontelbare verschillende kleuren, vormen en groottes: van schelpen tot inktvissen, van koralen tot krabben. Sommige, zoals de octopus, behoren tot de meest intelligente wezens van de oceaan. Andere hebben helemaal geen hersenen. Kwallen laten zich meedrijven met winden, getijden en stromingen, soms honderden kilometers ver. Sponzen brengen bijna hun hele leven vastgeankerd op dezelfde plaats door.
Schildpadgras
Plantensoorten classificeren Download foto’s van de fotogalerij (Image Library) op de ReefED-website (www.reefed.edu.au/library) en bestudeer verschillende rifplanten. Herhaal de verschillen tussen plankton, zeegrassen, mangroven en algen. Herneem de namen van andere plantensoorten. Omschrijf of schets de verschillen tussen twee planten die voorkomen in het Groot Barrièrerif. (9-12 j.)
Bij de dieren met een ruggengraat – de gewervelden – vinden we zoogdieren, vogels, reptielen en vissen. Hoewel de gewervelde diersoorten van het Great Barrier Reef Marine Park ver in de minderheid zijn vergeleken met hun ongewervelde tegenhangers, behoren ze tot de grootste en meest indrukwekkende dieren op aarde, zoals de vinvissen, haaien en zoutwaterkrokodillen.
n
op zoek naar emo
11
De vele eilanden van het rif herbergen ook een grote verscheidenheid aan vogels en andere dieren. Zo komt de Proserpine-rotswallabi enkel voor in het gebied rond Proserpine en op enkele eilanden van de Whitsundayarchipel. Verder leven op de eilanden van het Groot Barrièrerif ook koala’s, mierenegels, opossums, beverratten en vleerhonden. De reptielen en amfibieën worden vertegenwoordigd door zeven soorten kikkers, negen soorten slangen, en 31 soorten hagedissen. De dierenrijkdom vermindert echter stelselmatig naarmate de breedtegraad en de afstand tot het vasteland groter worden. Op de gewone eilanden en koraaleilanden van het rif komen zowat dezelfde vogelsoorten voor als op het aangrenzende vasteland, maar het rif is van groot belang voor de populaties bonte muskaatduiven die vanuit Papoea-Nieuw-Guinea naar het rif trekken, en voor een inheemse variant van de Australische brilvogel, die op de Capricorn-Bunker-eilandengroep leeft. Of ze nu op het land leven, door de lucht vliegen of meedrijven op de stromingen van de oceaan, de dieren van het Groot Barrièrerif zijn allemaal belangrijk en afhankelijk van elkaar. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat het Groot Barrièrerif ongerept blijft, niet alleen voor de mens, maar voor de duizenden dieren die leven in het rif. Hun voortbestaan staat op het spel.
Waar leven de rifdieren precies? Maak een lijst met plaatsen waar bepaalde dieren kunnen gevonden worden in het Groot Barrièrerif. Bespreek de leefomgeving van de dieren en laat de leerlingen kaarten met afbeeldingen maken die aangeven waar bepaalde ongewervelden uit Finding Nemo voorkomen. De leerlingen kunnen vertellen over hun kaart, en aan elkaar uitleggen hoe ze te werk gegaan zijn. (6-10 j.)
Wiskunde De leerlingen schatten hoe groot de dieren van het rif zijn. In groepjes noteren ze de naam en de grootte van de dieren. Hiervoor kunnen de standaardmaateenheden worden gebruikt (cm) of meer algemene termen, bijvoorbeeld ‘kleiner dan een poetsvisje.’
Beeld je eens in! © GBRMPA
Activiteiten vooraf harlekijnbuisbekvis
Fotogalerij Download foto’s van dieren uit het rif van op de ReefEDwebsite (www.reefed.edu.au/explorer). Bespreek in groepjes de typische kenmerken. Organiseer met de klas een kleine tentoonstelling over de dieren van het rif in de bib van de school of van de gemeente. Je kan hiervoor tekeningen gebruiken, foto’s met naamkaartjes en korte verhalen over de diersoorten. (7-11 j.)
Een dag uit het leven van… De leerlingen beschrijven een dag uit het leven van een dier uit het rif. Ze schrijven vanuit het standpunt van het dier. Bespreek vooraf een aantal van de zaken die ze in hun werkje kunnen opnemen, zoals: Wat zie ik? Wat eet ik? Waar leef ik?
Sommige rifbewoners hebben wel heel vreemde en bijzondere namen, zoals de vossenkopvis, de fluitvis of de harlekijnbuisbekvis. Vele kinderen hebben nog nooit van hen gehoord. Bij het horen van zulke wonderlijke namen kunnen de leerlingen zich waarschijnlijk de meest wonderbaarlijke wezens voorstellen. Vraag hen om iets te tekenen en te schrijven over de speciale kenmerken van deze ingebeelde dieren. Leg er ook de nadruk op dat dit geen activiteit is waar het gaat om juist of fout – het is een activiteit die hun verbeelding zal stimuleren. Bekijk de tekeningen en tekstjes van de leerlingen met de klas en toon vervolgens foto’s/videobeelden van de rifdieren die echt achter de vreemde namen schuilgaan. (5-10 j.)
Classificatie De leerlingen werken samen in groepjes en delen de dieren van het rif in op basis van hun kenmerken. Bijvoorbeeld: stekelige vinnen, stervormig, buisvoetjes, geen kop of staart. De leerlingen kunnen vervolgens de indelingen vergelijken en zo meer te weten komen over de verschillende dieren. (8-10 j.) © GBRMPA
Proberen andere dieren mij op te eten? (7-10 j.)
Koraalduivel
12
n
op zoek naar emo
Symmetrie begrijpen Om het concept symmetrie uit te leggen, geven we de leerlingen elk een gevouwen blad papier en wat verf. Laat hen op een van de zijden een likje verf aanbrengen en vraag dan om het papier weer te dicht te plooien. Naarmate ze de techniek beter onder de knie krijgen, zullen ze mooie symmetrische patronen kunnen maken. (5-8 j.)
Onderzoek
1.6 Dieren in Finding nemo In de film Finding Nemo komen heel wat dieren voor. Zo zie je onder meer clownvissen, blauwe doktersvissen, wimpelvissen, gele zeilvindoktersvissen, kogelvissen, koningsgramma’s, markiezinnetjes, zeesterren, schildpadden, poetsgarnalen, pelikanen en haaien.
Personage
Echt dier
Vraag de leerlingen om in groepjes een of meerdere dieren van het rif te kiezen en een aantal vragen op te schrijven over dat dier. Om op hun vragen een antwoord te vinden, kunnen de leerlingen gebruik maken van boeken of van de GBR-Explorer op de ReefED website. (8-12 j.)
© GBRMPA
Clownvis
Mysterieuze weetjes
Marlin
© GBRMPA
Schrijf hints die naar bepaalde dieren van het rif verwijzen, op kaartjes. De leerlingen schudden de kaarten en zoeken per twee uit welke kaart bij welk dier hoort. (6-9 j.) Blauwe doktersvis
Dory
Schrijven en tekenen © GBRMPA
Vraag de leerlingen om in groepjes een dier van het rif te kiezen en er de andere kinderen meer over te vertellen. Zo kunnen ze
Markiezinnetje
Gill
© GBRMPA
Zeester
Sterre
© GBRMPA
Luna-koraalduivel
het dier beschrijven en/of het dier en zijn habitat tekenen. (6-8 j.)
Activiteiten vooraf
Knutselen
Wat weten de leerlingen al?
De leerlingen maken per twee een collage met allerlei dieren van het Groot Barrièrerif. (10-12 j.)
Ga na en noteer wat de leerlingen al weten over deze dieren en wat ze nog willen weten. Bespreek hoe de personages eruitzien, hun habitat, eetgewoonten, vijanden en bewegingen. (7-12 j.)
© GBRMPA
n
op zoek naar emo
13
Verkennende activiteiten Bekijk de foto’s in het handboek en bestudeer de personages uit de film. Maak personagebeschrijvingen voor vissen, reptielen, schaaldieren, stekelhuidigen of vogels. (8-12 j.)
Onderzoek Vraag de leerlingen om afzonderlijk of in groepjes de dieren uit de film te bestuderen. Bepaal de werkwijze. Ga na welk bronmateriaal er nodig is en verzamel de nodige bronnen. Wissel ideeën uit en begin met het onderzoek. Ga na hoe de dieren uit de film leven, eten, voeden, zwemmen en hun wereld ‘zien’, hoe ze ademen en zich voortplanten. Beslis hoe je de informatie het best presenteert. (8-12 j.)
Fotogalerij Download foto’s van de echte dieren uit de film Finding Nemo vanop de ReefED- website (www.reefed.edu.au/explorer). Bespreek in groepjes hoe ze eruit zien. Organiseer met de klas een tentoonstelling over de dieren uit de film in de bib van de school of de gemeente. Je kan hiervoor tekeningen gebruiken, foto’s met een beknopte uitleg en korte teksten over de diersoorten. (7-11 j.)
Lichaamskenmerken Maak gebruik van een vraag- en antwoordstructuur om de basislichaamskenmerken van de dieren in de film te bespreken. Begin de vragen zoals hieronder. (6-12 j.)
Wat is?
Waar/ Welke is? Wie is? wanneer is?
Waarom is?
Hoe is?
Wat deed?
Waar/ Welke... wanneer deed? deed?
Wie deed?
Waarom deed?
Hoe deed?
Wat kan?
Waar/ Welke... wanneer kan? kan?
Wie kan?
Waarom kan?
Hoe kan?
Wat zou?
Waar/ Welke... wanneer zou? zou?
Wie zou?
Waarom zou?
Hoe zou?
Wat zal?
Waar/ Welke... wanneer zal? zal?
Wie zou?
Waarom zal?
Hoe zal?
1.7
De vissen van het rif
Op het Groot Barrièrerif leven meer dan 1500 vissoorten. Kenmerkend voor vissen is het geraamte uit graten, de kieuwen aan weerszijden van de kop, de zwemblaas en de voortplanting door middel van uitwendige bevruchting. Rifvissen kunnen ruwweg in drie grote groepen worden onderverdeeld: rifvissen, die rond het rif leven. diepzeevissen, zoals marlijn en tonijn, die in volle zee zwemmen, en haaien en roggen, die verschillen van andere vissen doordat hun geraamte niet uit graten bestaat, maar uit kraakbeen. De meeste vissen hebben een gestroomlijnde vorm. Hun kop, lijf en staart zijn duidelijk te onderscheiden. Vissen variëren in grootte, vorm, kleur en gedrag. Vissenhuid bestaat uit twee lagen: een opperhuid en een onderhuid. De meeste vissen zijn bedekt met schubben. Het is niet toevallig dat de rifvissen zulke bijzondere kleurpatronen hebben en precies op die plaats leven. Hierdoor kunnen ze hun vijanden om de tuin leiden, zichzelf verdedigen en schuilen voor gevaar. Aan de kleurpatronen kunnen ze zelfs soortgenoten herkennen temidden van de kleurenpracht en het krioelende leven van het tropische rif. Vissen vind je in een haast oneindige hoeveelheid habitats terug. Hoe ze zich aanpassen en reageren op hun omgeving, is vaak bijzonder moeilijk te doorgronden. De meeste vissen vinden we in oceanen, rivieren, meren en vijvers. Sommige komen in een visbokaal terecht! Afhankelijk van het soort water (zoet, stilstaand, zout of stromend), vinden we andere vissen terug. Vissen voeden zich met zowat alle soorten voedsel in het rif, van algen tot andere vissen. De vissen van het rif gebruiken hun vorm, lichaam en gedrag op allerlei manieren om te overleven. Heel wat vissen zijn gewapend met beschermende stekels. Zo bezitten de doktersvissen messcherpe stekels onderaan hun staart, en hebben alle soorten schorpioenvissen giftige stekels op hun rugvin waarmee ze krachtige prikken kunnen geven. Ook de goed gecamoufleerde steenvissen beschikken over sterke rugstekels met een krachtig gif.
Raadkaartjes Maak dubbel gevouwen ‘raadkaartjes’. Schrijf vragen over de filmpersonages op de voor- en binnenkant van de kaartjes. De leerlingen schrijven het antwoord op in hun eigen woorden. (7-10 j.)
14
n
op zoek naar emo
© GBRMPA
Clownvis
© GBRMPA
Activiteiten vooraf Fotogalerij Print foto’s uit van vissen uit het Groot Barrièrerif vanop de ReefED-website. Het adres van de ‘visual library’: www.reefed.edu.au/library. Bespreek kenmerken van rifvissen, zoals: de vissoort; de vorm van de vis;
© GBRMPA
In het Groot Barrièrerif schuilen clownvissen of anemoonvissen tussen de tentakels van grote zeeanemonen. De tentakels zijn bezet met netelcellen, die vissen kunnen verlammen. Maar hoe is het dan mogelijk dat de clownvisjes er geen hinder van ondervinden? Wetenschappers hebben ontdekt dat ze een speciaal slijmlaagje hebben dat hen tegen de anemonen beschermt. Clownvissen kunnen immers niet zonder hun anemonen, die met hun stekels de vijanden op afstand houdt. Maar ook de anemonen halen hun voordeel uit de samenwerking. Ze genieten mee van de restjes voedsel die de visjes laten vallen. De agressieve en territoriale clownvisjes verdedigen ‘hun’ anemoon ook tegen koraalvlinders en andere anemoonetende vissen. Dit is een voorbeeld van een symbiotische relatie.
Activiteiten vooraf Relaties Lees over heremietkreeften. Bespreek de relatie tussen de kreeft en zijn schelp. Vraag de leerlingen of ze andere zeedieren kennen met zulke relaties. Leg de kinderen uit dat dieren soms met andere dieren samenwerken om te kunnen overleven. Zo heb je bijvoorbeeld:
zijn kleur; de patronen, en waar ze leven, bv. op de zeebodem of tussen de koralen. (8-12 j.)
Onderzoek Zoek naar de papegaaivis, de clownvis, de koraalvlinder, de klipvis en de koraalduivel. Allemaal komen ze voor in het Groot Barrièrerif. Bestudeer © GBRMPA deze exotische, bijzondere en interessante dieren van het rif. (5-9 j.) Gelijnde koraalvlinder
Een dag uit het leven van… Vraag de leerlingen om een rifvis te kiezen en een dag te beschrijven uit hun leven, vanuit het standpunt van het dier. Voor de leerlingen beginnen te schrijven, bespreek je wat ze in hun werkje kunnen opnemen, zoals:
Een grondel en een pistoolgarnaal. Grondels zijn erg waakzaam en kunnen goed zien. De pistoolgarnaal daarentegen, ziet niet zo © GBRMPA best, maar houdt voortdurend contact met de grondel via zijn Steinitz garnaalgrondel lange antennes. Als er gevaar dreigt, wordt de garnaal gewaarschuwd door de bewegende vis, en vluchten ze samen in een holletje. In ruil neemt de garnaal het grootste deel van de bouw en het onderhoud van het holletje voor zijn rekening. Remora’s of zuigvissen liften mee met haaien, roggen, walvissen, © GBRMPA schildpadden en zelfs duikers door hun rugvin Remora vast te zuigen aan de gastheer. Betalen voor hun ritje doen ze door parasieten van hun gastheer te verwijderen. Laat de leerlingen de relatie tussen clownvissen en anemonen onderzoeken, en vraag hen om nog voorbeelden te zoeken van samenwerking in het rif. (7-10 j.)
Verborgen dieren Wat zie ik? Wat eet ik?
© GBRMPA
Gespikkelde diklipvis
Waar leef ik?
Laat de leerlingen een foto zien van een clownvis die in een anemoon schuilt. Bespreek wat er te zien is. Vraag de leerlingen om meer informatie te zoeken over deze relatie op het internet. Ook op www.reefed.edu.au vind je meer informatie (in het Engels). (8-12 j.)
Proberen andere dieren mij op te eten? (6-10 j.)
Maak kaartjes Maak kaartjes in de vorm van de clownvis en de anemoon. (5-9 j.)
n
op zoek naar emo
15
Blauwe doktersvissen
Lipvissen
De prachtig gekleurde blauwe doktersvis is een van de zowat © GBRMPA 75 soorten in de doktersvisfamilie. De vissen heten zo omdat ze bijzonder scherpe, beweegbare stekels aan weerszijden van de staart hebben die goed lijken op een scalpel. Normaal rusten de stekels in een groefje langs het lichaam, maar als er gevaar dreigt, steken de vissen hun stekels uit en kunnen ze met hun staart ernstige verwondingen toebrengen. De blauwe doktersvis gebruikt deze stekels enkel om zich te verdedigen. Het visje eet immers alleen algen, die het met zijn scherpe tanden van de rotsen knaagt.
Activiteiten vooraf Foto-onderzoek Verzamel foto’s en afbeeldingen van blauwe doktersvissen. In groepjes schrijven de leerlingen de kenmerken van het dier op. Teken de delen van de blauwe doktersvis en benoem ze. (5-9 j.)
De napoleonvis is de grootste lipvis en een favoriete vis van duikers. Dit vriendelijke en © GBRMPA nieuwsgierige dier kan tot 50 jaar oud worden en heeft een fenomenaal geheugen. Napoleonvissen herinneren zich zelfs duikers waarmee ze in contact komen! Ze behoren tot de grootste vissen die duikers in de buurt van koraalriffen aantreffen – ze worden meer dan 2 m lang en wegen tot 400 kg. Ze heten napoleonvissen omdat hun speciale kop lijkt op een ouderwets hoofddeksel van het Franse leger. Napoleonvissen vinden we in tropische wateren op dieptes van 1 tot 60 m. Ze leven langs de steile buitenste hellingen van de riffen of in lagunes. Jonge lipvissen zie je vaak tussen de koralen van laguneriffen schuilen. De volwassen exemplaren gaan overdag op zoek naar voedsel in het rif en rusten ‘s nachts in grotten en onder overhangende koralen. Het liefdesleven van de napoleonvissen is de wetenschappers nog steeds niet helemaal duidelijk. Het zijn namelijk dieren die als mannetjes worden geboren en wanneer ze seksueel volgroeid zijn, veranderen in vrouwtjes. Als er een dominant mannetje nodig is, dan zal er een van de vrouwtjes veranderen in het nieuwe ‘supermannetje’. Dat hij het belangrijkst is, valt duidelijk te merken aan de enorme bult op zijn voorhoofd, die toont dat hij het ‘alfa-mannetje’ is. Napoleonvissen voeden zich voornamelijk met vissen, zee-egels, garnalen, kreeften, zeeslakken, mossels en andere schelpen. De harde schalen kraken ze met hun keeltanden. Ze behoren ook tot de zeldzame vissen die giftige dieren kunnen opeten zoals zeehazen, koffervissen en doornenkroonzeesterren.
Activiteiten vooraf Een dag uit het leven van… Laat de leerlingen een dag uit het leven van de lipvis beschrijven. Bespreek vooraf wat ze in hun werkje kunnen opnemen, zoals Wat zie ik? Waar leef ik? Wat eet ik? Proberen andere dieren mij op te eten? (7-9 j.)
© GBRMPA
16
n
op zoek naar emo
© GBRMPA
Zeepaardjes
Haaien
Zeepaardjes zijn de traagste vissen op aarde. Op topsnelheid doen ze nog twee en een halve © GBRMPA dag over een kilometer. Enkel het mannetje van de zeepaardjes wordt zwanger. Het vrouwtje plaatst haar rijpe eitjes met een legbuis (een naar buiten gerichte eileider) in de broedbuidel van het mannetje, waar ze worden bevrucht. We weten dat het zwangere dier het mannetje is omdat het zaadcellen en geen eicellen produceert. De mannetjes zijn dus echt zwanger en hebben een sterke band met de jongen. In de broedbuidel verandert de vloeistof waarin de jongen groeien: langzaam maar zeker gaat die meer lijken op het zeewater buiten, om de jongen voor te bereiden op de geboorte. De zwangerschap duurt tien dagen tot zes weken, afhankelijk van de soort en van de watertemperatuur. Daarna komen de jonge zeepaardjes na vaak urenlange pompende en samentrekkende bewegingen van het mannetje ter wereld. De jongen zijn kant en klare zeepaardjes van 7-11 mm lang, en weten zich van bij te geboorte te redden. Ze zijn volledig onafhankelijk en keren na de geboorte niet meer naar de broedbuidel terug.
Haaien bevinden zich bovenaan de voedselpiramide van de zee. In Australië leven meer dan 160 verschillende soorten, de helft van alle soorten op aarde. De overgrote meerderheid is helemaal niet gevaarlijk voor de mens. De gevaarlijke haaien jagen nooit doelgericht op mensen. Haaien vallen meestal aan omdat er mensen op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn. Als je oplet, kan je het gevaar meestal vermijden. En eigenlijk is de mens een veel grotere bedreiging voor de haai dan omgekeerd.
© GBRMPA
Activiteiten vooraf Activiteiten vooraf Woordassociatie De leerlingen schrijven of tekenen alles wat bij hen opkomt als ze het woord ‘zeepaardje’ horen. Maak samen met de klas een lijst met alle kenmerken van zeepaardjes. (5-9 j.)
Onderzoek Ga na welke soorten zeepaardjes je kan vinden op het Groot Barrièrerif. Bestudeer hoe ze zwemmen, geboren worden, zich verstoppen en eten. (5-9 j.)
Informatie verzamelen
Onderzoek Er bestaan honderden verschillende soorten haaien. Ga na welk soort haaien je aantreft in het Groot Barrièrerif. Maak een overzichtje. (9-12 j.)
Voedselketens Maak een voedselketen op basis van wat de leerlingen weten over haaien. (10-12 j.)
Vergelijkingen Maak vergelijkingen tussen haaien en gewone vissen. Noteer wat de gelijkenissen en de verschillen zijn. Maak een overzicht. (8-12 j.)
© GBRMPA
Verzamel informatie over zeepaardjes. Maak een informatiefiche en zoek gegevens over: hoe ze eruit zien; hun habitat; hun speciale kenmerken;
Walvishaai
hun voedsel; hoe ze zich voortbewegen; hoe ze zich voortplanten; hun vijanden, en hoe ze zich verdedigen. (8-12 j.)
Aquaria en zeecentra bezoeken Breng een bezoekje aan een aquarium of zeecentrum. Kijk goed naar de verschillende dieren uit de film Finding Nemo. Verzamel meer informatie over de dieren; en zoek naar patronen en relaties tussen de dieren van het rif. (5-9 j.)
n
op zoek naar emo
17
1.8 Riffen in gematigde wateren De noordelijke tropische koraalriffen van Australië tellen het grootste aantal verschillende diersoorten, terwijl in het zuidelijke, gematigde gebied de meeste unieke of inheemse dieren leven.Wat maakt de Zuid-Australische rotsriffen en oceaan zo uniek? Ze strekken zich enorm ver uit langs de lange oost-westkustlijn aan de zuidelijke oceaan, en ze hebben zich lange tijd geïsoleerd kunnen ontwikkelen. Op de Zuid—Australische rotsriffen komen vooral zeewieren of zeegrassen voor en ongewervelde dieren die op de rotsen leven, of zich aan planten of andere dieren vasthechten. In koraalriffen leven meestal meer verschillende vissoorten, terwijl de riffen in koudere, gematigde wateren een ongelooflijk grote verscheiden-heid herbergen aan zeeplanten en ongewervelde dieren als sponzen, zeeschedes, mosdiertjes en zeemos. Ongeveer 85% van de vissoorten, 95% van de weekdieren en 90% van de stekelhuidigen treffen we alleen in de zuidelijke, gematigde zeeën aan. Dit is een enorm groot percentage. Het staat in contrast met de tropische streken, waar slechts 13% van de vissoorten, 10% van de weekdieren en 13% van de stekelhuidigen leven. De zuidelijke kustlijn heeft ook een van de meest gevarieerde zeeflora’s, met wel 1100 soorten roodwieren, of vijfentwintig percent van het wereldtotaal. Bovendien vind je er 75% enkel in Australië. Riffen in gematigde wateren worden meestal gevormd op bestaande rotsen, maar ook sommige soorten zeewier, zoals koraalmossen, produceren bouwmateriaal voor het rif, namelijk calcium. Veel van deze rotsen bestaan uit kalkresten van oude mariene organismen en afzettingen.
Activiteiten vooraf
Kaartlezen Neem een grote kaart van Australië en duid er de riffen in gematigde wateren op aan. Waar zijn ze precies gelegen? (10-12 j.)
Waar zijn de riffen in gematigde wateren gelegen? Zoek plaatsen waar je dit soort riffen kunt bezoeken: Duid ze aan op de kaart. Vertel waar de leerlingen meer informatie kunnen vinden over deze plaatsen. Verdeel de klas in kleine groepen en vraag elke groep om informatie te zoeken over een van de aangeduide plaatsen en over de mensen die er leven. Laat de verschillende groepjes deze informatie op een creatieve en duidelijke manier overbrengen. Richt vooral de aandacht op de verschillende habitats op riffen in gematigde wateren. Ontwerp een postkaart met enkele van de natuurlijke troeven van dit soort rif.
Reisbrochures lezen Lees reisbrochures over het gematigde rif rond Sydney of kijk naar advertenties in tijdschriften en op televisie. Beantwoord de volgende vragen:
Gebruik de volgende vragen om een reisbestemming, bv. Sydney, geografisch te beschrijven:
Hoe wordt het rif rond Sydney beschreven of afgebeeld?
- Waar ligt deze plaats? - Hoe groot is ze?
Wat wordt aan de bezoekers aangeboden?
- Hoe ziet ze eruit? - Hoe kun je van hier naar andere plaatsen reizen?
Welk soort bezoeker probeert de brochure/de advertentie aan te trekken? Hoe probeert het reisbureau riftoerisme te verkopen? Wordt bijvoorbeeld de nadruk gelegd op het opwindende karakter, de verre ligging, het warme onthaal en/of de aangeboden luxe. Wat verkopen de brochures? Welk gevoel roept de advertentie of brochure bij je op? Welke woorden en welke stijl worden gebruikt om jouw aandacht te trekken en je te beïnvloeden? (9-12 j.)
18
Ontwerp een poster om dat rif te promoten.
n
op zoek naar emo
- Hoe ziet het landschap eruit? - Hoe reizen de mensen daar ter plekke? - Welke gewassen of planten groeien daar? - Welke dieren leven er? - Hoe zou het zijn om er te leven? - Zijn er aanwijzingen dat deze plaats aan het veranderen is? - Zo ja, hoe zal deze verandering de plaats beïnvloeden? (9-12 j.)
Vergelijk Maak een lijst met de kenmerken van riffen in gematigde wateren en hun omgeving. Vergelijk ze met tropische riffen. (10-12 j.)
1.9
De eerste indruk
Deel 2: Activiteiten na de film Wat weten de leerlingen al over de plaats waar de film zich afspeelt en over de personages?
2.1
Vraag de leerlingen wat ze weten over Finding Nemo. Laat ze hun ideeën over de film tekenen, schrijven of vertellen. (5-12 j.) Vraag de leerlingen waar de film zich afspeelt. Bespreek hoe die plaats eruitziet, welke geluiden er te horen zijn, wat je er ruikt en voelt. (5-12 j.) Laat de leerlingen de personages en plaatsen tekenen. Help hen door te vertellen over het Groot Barrièrerif, Sydney, aquariums en vissen of laat hen erover lezen. (5-12 j.)
Surf naar www.disney.be/Film/Nederlands/nemo voor je naar de film gaat. Kijk naar de personages en laat de leerlingen vragen beantwoorden als: Waarover gaat het verhaal volgens jou? Wie zouden deze personages kunnen zijn? Welke aanwijzingen over het verhaal krijg je op de welkomstpagina? (5-12 j.)
n
op zoek naar emo
19
2.2 Fris
in het geheugen
Ga met de klas naar de film kijken en: bespreek de film, de personages, de plaats waar de film zich afspeelt, het ‘probleem’ en de oplossing; verzamel nieuwe woorden uit de film, oefen de spelling en leer de betekenis; vertel over de dieren en hindernissen die Marlin en Dory tegenkomen en over de risico’s die ze nemen om hun doel te bereiken; maak een stripverhaal over Nemo en de andere personages in het aquarium; bespreek de moraal van het verhaal, en de regels en waarden die in de film naar voor komen;
2.3
De personages omschrijven
De leerlingen gaan met een potlood rond de kartonnen vorm van een personage. Ze knippen de vorm uit en schrijven er woorden in die het personage het best omschrijven: hun uiterlijke kenmerken, hun talenten, gedrag, houding, belevenissen.... (8-12 j.)
2.4
Schets voor je leerlingen een eenvoudige tijdslijn van je eigen leven. Duid de momenten aan die een grote invloed hebben gehad op je persoonlijkheid of die bepaalde beslissingen hebben beïnvloed. Toon verschillende manieren waarop je een tijdslijn kunt opstellen, duid jaartallen aan, gebruik kaartjes met kernwoorden en/of foto’s. Laat de leerlingen vervolgens de tijdslijn van Nemo opstellen. (8-12 j.)
beschrijf de personages Nemo, Marlin, Gill, Dory, Ge, Jacques, Sterre, Gorgel, Dick en Bubbels; verzin nieuwe verhalen en avonturen voor de Aquarium Bende knutsel of boetseer modellen of constructies die naar de film verwijzen en geef er uitleg over; schrijf een bespreking van de film; schrijf een korte samenvatting van het verhaal in Finding Nemo, maak een schema of schets het verhaal op een tijdslijn; maak een boek over Nemo en zijn avonturen; bezoek een aquarium, zoo of zeecentrum en bestudeer de dieren uit de film. Terug op school maak je een boek over wat je allemaal hebt gezien en beleefd. Wissel boeken uit met andere klassen; maak sokpoppen die de personages uitbeelden. Steek een nieuwsuitzending in elkaar, waarbij de poppen elkaar interviewen, bijvoorbeeld over hun leven in het aquarium; vertel het verhaal van Nemo aan de hand van interviews. Elke leerling kan een bepaald personage spelen;
Identiteitslijn
2.5
Allemaal Nemo’s
Bespreek samen met de leerlingen de verschillende rollen die je zelf speelt als leraar, ouder, zoon/dochter of vriend. Merk op dat we ons niet altijd op dezelfde manier gedragen en dat we ons anders kunnen voelen in verschillende situaties. Bedenk hoe we in elke rol op een andere manier kunnen worden behandeld. Vraag de leerlingen om na te denken over de verschillende identiteiten van Nemo: hij is zoon, leerling, groepslid, vriend, reiziger en mentor. Laat de leerlingen Nemo in verschillende situaties en verschillende contexten uit de film tekenen. Vraag hen bij elke tekening te verwoorden hoe Nemo zich voelt. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld tekstballonnetjes tekenen om te illustreren dat Nemo in de verschillende situaties een andere strategie gebruikt. Laat ze hun tekeningen rangschikken, van situaties waarin Nemo zich het best of het gemakkelijkst voelt tot situaties waarin hij zich het slechtst voelt. Bespreek de volgende vragen: Hoe voel jij je in deze verschillende situaties? Ben je de hele tijd dezelfde persoon?
laat de leerlingen reporters spelen. Ze onderzoeken hoe Nemo verdween uit de zee en maken een nieuwsflash over zijn verdwijning. Las ook interviews in en film de nieuwsuitzending. Toon ze aan andere klassen; vraag de leerlingen waarom ze denken dat Pixar dit verhaal heeft geschreven en welke boodschap er in de film schuilt. laat de leerlingen toneelspelen. Vertrek van de vraag ‘Wat zou er gebeuren als...?’ en schrijf samen een toneelstukje. (5-12 j.)
20
n
op zoek naar emo
Hoe veranderen anderen hun houding tegenover jou in die verschillende situaties? Wat vertelt ons dit over mensen?
De persoonlijkheid van andere personages uit Finding Nemo bestuderen
2.6
Vraag aan de leerlingen om de belangrijkste personages uit de film op te sommen. Analyseer het karakter van een van deze dieren. Hieronder zie je op welke manier je dit kunt aanbrengen. Er zijn natuurlijk nog vele andere mogelijkheden.
2.7
Levensverhalen Verzamelen
Bedenk welke mensen, vissen, plaatsen en gebeurtenissen het leven van de belangrijkste personages uit de film het meest hebben beïnvloed. Stel dat je een paar hoofdpersonages mag interviewen. Dan zou je bijvoorbeeld het volgende kunnen vragen: Waar en wanneer ben jij geboren? Waar ben jij opgegroeid? Hoe zou je jezelf omschrijven? Wat waren de belangrijkste gebeurtenissen of momenten in jouw leven? Waarom zijn ze belangrijk voor jou?
naam
Wie zijn de belangrijkste mensen uit jouw leven en waarom? Maak een lijst van de dingen die de geïnterviewde belangrijk vond. Vraag de leerlingen om elke gebeurtenis kort te omschrijven of laat ze een biografie schrijven van het personage dat ze hebben geïnterviewd. (9-12 j.)
uiterlijk
avonturen
2.8
Levensverhalen vergelijken
Vraag de leerlingen om hun eigen belevenissen en ervaringen te vergelijken met die van de personages uit de film. Ze kunnen de volgende vragen beantwoorden:
Bespreek de volgende vragen: Hoe ontwikkelen de belangrijkste personages zich? Wat bepaalt hoe ze denken en zich gedragen, en wat beïnvloedt hun gevoelens? Wat maakt hen uniek?
Wat kan ik zeggen over de dingen die ik belangrijk vind? Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen in een leven?
Wat maakt hen net zoals alle anderen?
Hebben we controle over die gebeurtenissen of gebeuren ze gewoon?
Welk beeld hebben ze van zichzelf? Hoe zien anderen hen?
Hebben we controle over de dingen of mensen die onze persoonlijkheid bepalen?
Hoe beïnvloedt de manier waarop ze zichzelf zien, het beeld van de anderen?
In welke mate kiezen we zelf wat voor iemand we worden? De leerlingen bespreken deze vragen en vertellen wat ze denken. Ze hangen voorbeelden van levensverhalen op in de klas. (9-12 j.)
Waardoor voelen ze zich goed in hun vel? Waardoor gaan ze zich slecht voelen? Hoe zouden ze zichzelf in de toekomst zien? (9-12)
Nemo
Gill
Bubbels
Dick
Ge
Gurgle
Jacques
Sterre
n
op zoek naar emo
21
In de huid van de personages 2.9
2.10
Het verhaal van de film
Vat het verhaal van de film samen. Gebruik hierbij de volgende zinsneden:
Schets het volgende scenario:
Titel van de film:
‘Nemo is net in het aquarium van de tandarts aangekomen. Hij komt van een andere plaats, spreekt niet hetzelfde ‘taaltje’ als de anderen in het aquarium en ziet er anders uit.’
In deze film gaat alles goed tot … Daarna … Dan …
Geef aan iedere leerling een nummer van één tot vijf. Elk nummer staat voor een bepaalde rol:
Vervolgens ... Uiteindelijk loopt het avontuur goed af wanneer …
1. Nemo (de nieuwe vis in het aquarium)
Op het einde van het verhaal is ... Ik voorspel dat …(9-12 j.)
2. Bubbels (lid van de Aquarium Bende)
2.11 3. Jacques (wil Nemo’s vriendje zijn)
Een krantenartikel schrijven
Schrijf een krantenartikel over de film. Richtlijnen: Bedenk een opvallende krantenkop.
4. Gill (de ‘juffrouw’ uit het aquarium)
De inleidende paragraaf moet de aandacht van de lezer trekken en beknopt de informatie over de film geven. Gebruik deeltitels om de tekst op te delen.
5. Ge (een ouderfiguur) Vergeet de naam van de auteur niet te vermelden. Gebruik korte zinnen en paragrafen. Elk groepje van vijf bespreekt de volgende vragen: Hoe zou jou personage zich voelen?
Vermeld welke bronnen je hebt gebruikt.
Wat gaat er in je personage allemaal om?
Beslis of je een achtergrondartikel schrijft of eerder een analyse van het verhaal maakt.
Hoe zou je personage zich gedragen? Wat zou je personage zeggen? Maak andere groepjes van vijf leerlingen. Herhaal de oefening. (9-12 j.) Soms beoordelen we anderen veel te snel op basis van onze eerste indruk. Bespreek dit met de leerlingen. Laat hen een slogan bedenken die hen hieraan herinnert. (9-12 j.) Ga na welke regels er in de klas of in de school gelden wanneer iemand onheus wordt behandeld. Als hiervoor geen regels bestaan, ga dan na op welke manieren iemand onheus kan worden behandeld en welke regels er kunnen komen om dit te vermijden. Je kan deze regels dan ook toepassen in de klas. (9-12 j.)
22
Voeg foto’s en zelfgemaakte tekeningen toe of zoek prentjes in reisbrochures.
n
op zoek naar emo
Het artikel moet een duidelijke structuur hebben. Deel je tekst in met koppen en deeltitels, gebruik afbeeldingen, foto’s, tekeningen ....
Enkele tips Een krantenartikel handelt meestal over een actueel thema. Het geeft achtergrondinformatie of het gaat dieper in op een bepaalde kwestie en verklaart wat er is gebeurd en wat er nog kan gebeuren in de toekomst. Een goed artikel bevat duidelijke, beknopte feiten. Het moet gemakkelijk te begrijpen zijn en dus gemakkelijke woorden gebruiken en geen ingewikkeld jargon. (10-12 j.)
Checklist Heb je voldoende informatie over je onderwerp gezocht? Heb je deeltitels gekozen die de aandacht trekken?
2.13
Krantenknipsels
Laat de leerlingen een paar krantenartikels over Finding Nemo lezen of lees zelf een artikel voor. Bespreek de artikels. Laat de leerlingen de moeilijke woorden opzoeken. (10-12 j.)
Schrijf op wat je graag wilt weten over je onderwerp. Schrijf de vragen op die je in je artikel wilt beantwoorden. Heb je de spelling, grammatica en leestekens gecontroleerd? Zijn je zinnen niet te lang? Heb je je artikel door iemand laten nalezen? Heb je afbeeldingen/foto’s/tekeningen gezocht om je artikel op te fleuren? Heb je echte krantenartikels gezocht? Die kun je als voorbeeld gebruiken voor de lay-out. (10-12 j.)
2.12
Een blijvende herinnering
Gebruik de site www.disney.be/Nederlands/Film/nemo als inspiratiebron. Laat de leerlingen een tekening maken over de personages, het verhaal of de plaats waar de film zich afspeelt. Je kan ook een bepaalde situatie schetsen. Bijvoorbeeld: ‘Beeld je in dat De Post aan jou vraagt om een reeks postzegels over Finding Nemo te maken. Welke plaatsen en dieren zou je op de postzegels tekenen? (5-12 j.)
n
op zoek naar emo
23
Bibliografie Baker J. Where the Forest Meets the Sea, Julia McCrae, Sydney, 1987.
© GBRMPA
Baker J. Window, Julia McCrae, London, 1991. Base G. The Sign of the Seahorse, Penguin Books, Ringwood, 1992. Brown A. Turtle’s Song, University of Queensland Press, St Lucia, 2001. Carle E. A House for a Hermit Crab, Penguin Group, London, 1987. Cole J. The Magic School Bus on the Ocean Floor, Scholastic, New York, 1992. CRC Reef Research Centre, Tropical Topics, Environment Protection Agency, 2000. Grant J. Everyone likes the Sea, Wetpaper, 2001. Great Barrier Reef Marine Park Authority, Nemo’s Guide to the Great Barrier Reef, Penguin Publishing, Camberwell, 2003. Great Barrier Reef Marine Park Authority, Reef Manual, GBRMPA, Townsville, 1999. Jennings P. The Fisherman and the Theefyspray, Viking Penguin Books Australia, Ringwood, 1992. Lester A. Magic Beach, Allen and Unwin, North Sydney, 1990. Marcus B. The Magic Shells, Angus and Robertson, North Ryde, 1985. Maris S. At the Beach, Wetpaper, Ashmore, 2001. Musso B. & Huchinson E. Corals and Coral Reefs and Mangroves: Teacher’s Guide 2, UNESCO Project, 1996. Palmer H. A Fish out of Water, Random House, New York, 1963. Parish S. Big Picture Book of the Great Barrier Reef, Steve Parish Publishing, Brisbane, 1996. Pfister M. The Rainbow Fish, North-South, New York, 1995. Swartz S. L, Scuba Divers and Their Under-water Friends, Pearson Education Australia, 2000. Swartz SL. Marine Life for Young Readers Series, Pearson Education, South Melbourne, 2000. Wet Paper Publishers and Consultants, Kids and Water Series, Wetpaper, 2000.
24
n
op zoek naar emo
Text produced and used with the express permission of The Great Barrier Reef Marine Park Authority. © Disney / Pixar
AQUATOPIA Maak kennis met Nemo en zijn vriendjes in levende lijve ! Met de hele klas genoten van “Finding Nemo”? Dan is iedereen wellicht benieuwd hoe het er nu in levende lijve aan toe gaat. Goed nieuws: je hoeft er niet helemaal voor naar Australië. Aquatopia, het gloednieuwe aquariumcomplex in hartje Antwerpen, leert je er alles over. Aquatopia toont je in het écht hoe Nemo in zijn anemoon duikt, hoe meester rog over de oceaanbodem zweeft, hoe de poetsgarnaal tewerk gaat of hoe een groep kwallen de stroming volgt.
Volg de sierlijke dans van de zeepaardjes, bewonder koraalriffen in hun nachtelijke glorie of waag je op de adembenemende glazen brug, waar je oog in oog staat met de haaien. Aquatopia neemt groot en klein mee op een boeiende tocht door zeeën en rivieren. Je ontdekt er meer dan 3500 vissen in hun natuurlijke biotoop, van de Amazone tot het Groot Barrière Rif.
Koningin Astridplein 7 2018 Antwerpen www.aquatopia.be Contactpersoon voor schoolgroepen: Liesbeth Moereels Tel. 03/205.07.57
[email protected]