Op welk bloemblad zit je het best? Stel een organogram voor in de – poëtische – vorm van een bloem. In het hart zijn alle organisaties vertegenwoordigd en werken nauw samen. Daar omheen, en meer naar de buitenrand, werkt een instelling meer solitair of verbindt zich soms aan een tijdelijke externe partij. Per keer of project bepaalt een museummedewerker welk bloemblaadje het meest passend is. Om in de analogie met de bloem te blijven: ook bijengedrag, van stamper naar stamper zoemen en nectar opzuigen, is geëigend. Moesten er verleden jaar nog bruggen gebouwd worden om gezamenlijk een overtocht te aanvaarden, nu verloopt de samenwerking tussen Museum Ons’ Lieve Heer op Solder, Bijbels Museum/Cromhouthuizen en Amsterdam Museum/Willet Holthuysen al spontaan. Duidelijk werd hoe zinvol en constructief samenwerken kan uitpakken. Natuurlijk moet zo’n samenwerking ook meerwaarde hebben. Even zo goed mag je solistisch opereren als het eigen profiel van een museum of een project daarom vraagt. Maar ook dat gebeurt dan in de prettige wetenschap dat je kunt beschikken over een bloemenperk vol collega’s binnen bovengenoemde grote museumorganisatie. Voor u ligt hun bloemrijke en sociale jaarverslag waarin we spraken met even openhartige als oprecht enthousiaste samenwerkers: 3 solisten, 3 duo’s en 1 trio.
Nikki Pootjes e-cultuur Amsterdam Museum Marijke Oosterbroek teamleider E-cultuur Amsterdam Museum Philip Romer DIRECTIE ASSISTENT, MUSEUM ONS’ LIEVE HEER OP SOLDER & BIJBELS MUSEUM Digitaal engagement voor allen! Het team e-cultuur wil interactieve producten ontwikkelen om publieksparticipatie te stimuleren. Toch werkt de afdeling ook uitstekend voor de collega’s binnen de musea. ‘Wij zijn bezig alle werkzaamheden gelijk te trekken. Dat vergroot de efficiëntie en maakt ons allemaal innovatief,’ zegt Marijke Oosterbroek. ‘Bij ons was de ICT nogal houtje-touwtje,’ stelt Philip Romer vast. ‘En nu nemen wij jullie diensten af.’ ‘Nou, dat klinkt mij veel te afstandelijk,’ werpt Oosterbroek tegen. ‘We moeten elkaar zien als collega’s en als één organisatie (Amsterdam Heritage Museums), vult Romer aan. Nikki Pootjes legt uit dat de musea nu met dezelfde soort websites werken: ‘Daarvoor keken we goed naar de gebruiksvriendelijkheid: voor de bezoeker maar ook voor binnen de musea. Met eenzelfde systeem en dezelfde functionaliteiten gaat het allemaal veel sneller. Na een cursus bloggen is er nu een conservator, Annemarie de Wildt
5
‘Het voordeel van kleine organisaties is dat innoveren minder overleg kost.’
van het Amsterdam Museum, die zich helemaal suf blogt. Heel leuk, want ze maakt erg interessante dingen mee.’ Oosterbroek: ‘Je moet altijd bedenken op welke doelgroep je je richt en je aanpak daarop aanpassen. Net zo goed als dat je met één Facebook-pagina niet de hele wereld kan bedienen. Of dat de bewaking het niet goed vindt als mensen hun mobiel gebruiken op zaal, terwijl wij juist graag willen dat ze twitteren over wat ze bekijken,’ zegt Oosterbroek. ‘Ik vind het heel stoer dat we nu met zijn allen op intranet zitten.’ Romer: ‘Judikje heeft mij gevraagd intranet als haar startpagina op de computer te zetten.’ Hij erkent dat in het begin de musea duidelijk verschillende organisaties met eigen regels en barrières waren: ‘Het was even zoeken. Bel ik Nikki blijk ik bij Marijke te moeten zijn. Je moet gewoon vaker koffiedrinken met elkaar. En soms knalt het maar kun je daarna praten en kijken hoe het beter kan.’ Oosterbroek knikt. ‘Je ziet “eigen dingetjes” die in de praktijk uiteindelijk best blijken mee te vallen en je kunnen inspireren. ‘We ontwikkelen nu een digital engagementplan voor het Bijbels Museum – website, sociale media en digitale technieken, audiotour in het museum. Als je eerst met elkaar praat dan heb je meteen een gedeelde visie. Mij leerde werken met een klein team dat je selectief moet kiezen waar je op inzet: niet alles op alle media tegelijk. ‘Het voordeel van kleine organisaties is dat plannen maken minder tijd kost. Aanvankelijk wilden we eerst een digital engagementplan maken voor het Amsterdam Museum maar het bleek slimmer om het uit te proberen op het kleinere Bijbels Museum. De aanpak bleek zo goed te werken dat we die nu ook in het Amsterdam Museum gaan toepassen.
6
Romer is voor één dag gedetacheerd bij het Bijbels Museum, terwijl Pootjes “uitgeleend” is aan Ons’ Lieve Heer op Solder. Daar zet ze met haar collega’s een nieuw digitaliseringstraject en audiotour – van proloog tot en met epiloog – op. ‘We werken in deelprojecten en dat bevalt heel erg. Iedereen brengt zijn eigen expertise mee. Erg leerzaam.’ Oosterbroek ziet lange termijnkansen. ‘Het zou mooi zijn wanneer bezoekers aan een van onze musea weten dat wat we doen kwaliteit heeft. Niet alleen de spullen maar ook de achtergrond, de activiteiten en de mogelijkheid te participeren. Dat ze zeggen: “Laat ik dan toch eens ook naar dat andere museum gaan.”
7
Annegreet van Arkel projectleider Amsterdam Museum/museale herinrichting Ons’ Lieve Heer op Solder Thijs Boers conservator Amsterdam Museum/Ons’ Lieve Heer op Solder De grootste klus aller tijden Samenwerken deden Annegreet van Arkel en Thijs Boers al eerder: bij de Mondriaantentoonstelling in het Amsterdam Museum (AM) en voor een boekje bij het Grachtenjaar 2013. Nu richt bijna alle gezamenlijke energie zich op de transformatie van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder (Ons’ Lieve Heer). ‘Ik vind het bijzonder dat we met zo’n klein team zulke bijzondere dingen kunnen doen,’ zegt Annegreet van Arkel uit de grond van haar hart. Maar – geeft ze toe: ‘In het begin was het wennen voor mij dat er bij Ons’ Lieve Heer bijvoorbeeld geen AV-specialist werkt. Bij het AM ben ik gewend dat “dergelijke dingen geregeld worden.” ‘Ons’ Lieve Heer’ is een kleine organisatie waarin ik snel doorhad hoe men werkt. En wie je waarvoor moet hebben. In het AM kostte dat meer tijd. Thijs Boers loopt vaak met meerdere petten tegelijk op: vanwege zijn twee banen bij twee musea. ‘Bij het Ons’ Lieve Heer’ ben ik meer generalist en bij het AM meer specialist – van de huizen en de interieurs als conservator kunstnijverheid. Daarnaast zet het AM mij in om een expositie te maken – die van Mondriaan bijvoorbeeld – kortom: buitengewoon afwisselend.’
9
‘Uiteindelijk doe je dit niet voor jezelf maar voor je bezoekers.’
-Verschillen? Boers: ‘Een museumtentoonstelling moet je verkopen, een museumhuis is zelf de kernidentiteit. Alles wat je doet moet je aan het huis spiegelen. Thema’s bedenken bijvoorbeeld. -Hoe is dat organisatorisch? ‘Bij Ons’ Lieve Heer’ zit ik aan tafel met het hele team, van de beveiliging tot en met de directeur en bij het AM alleen met conservatoren onderling of in een projectteam.’ Van Arkel: ‘Veel doen we al samen vanuit de drie musea: educatie, financiën, marketing en communicatie. Eén keer per maand een groot conservatorenoverleg. ‘Het is vaak het AM plus Willet Holthuysen: eerst de grote broer en dan de rest, dat snap ik heel goed. Daarom hebben we een algemene planning. En daardoor heen komen onze directeuren met leuke tussendoorprojecten.’
10
‘Dankzij projectleiders als Annegreet zijn we steeds projectmatiger gaan werken,’ zegt Boers. ‘Natuurlijk is nu het projectteam bij Ons’ Lieve Heer’ versterkt. Die verbouwing is voor Ons’ Lieve Heer de grootste klus aller tijden. Van museumpje spelen moet het weer een historisch huis worden, een evenwicht vinden tussen het monumentale pand en het interieur als huiskerk. Natuurlijk maken we het ons niet makkelijk door tijdens de verbouwing “gewoon” open te blijven. Kleuren voor de muren bedenken terwijl het publiek rondbanjert. Maar als je hen bij dat proces betrekt, geeft dat weer een extra dynamiek. Uiteindelijk doe je dit werk niet voor jezelf maar voor je bezoekers.’
11
Trees van Mansfeld hoofd presentatie & educatie, Museum Ons’ Lieve Heer op Solder Hanna Holwerda projectleider Bijbels Museum over ‘Feest!’ Nieuwe riedeltjes Zowel in Museum Ons’ Lieve Heer op Solder als in het Bijbels Museum (BM) loopt een versie van de educatieve tentoonstelling ‘Feest!’ voor het basisonderwijs. De betrokkenen hierbij, Trees van Mansfeld (Ons’ Lieve Heer) en Hanna Holwerda (BM), zijn samenwerkingspartners, elkaars aanspreekpunt en zielsverwanten – zo lijkt wel. Ofschoon goed ingezet bleek de prille samenwerking tussen de musea meer idealistisch dan ideaal. ‘In 2013 is het programma in het BM opgezet door een collega, na haar vertrek begin vorig jaar nam ik het inhoudelijke beheer van het programma over. Een externe kracht verzorgde de communicatie van ‘Feest!’. Binnen ons team in de samenwerking was geen ruimte er extra aandacht aan te geven.’ Vanaf 1 april heeft Hanna Holwerda een extra dag voor ‘Feest’. Wat haar en Trees het meest bindt is dat ze allebei bij een kleine en daardoor flexibele organisatie werken, vergeleken met het grote, meer geregelde Amsterdam Museum. ‘De manier van werken en de korte lijnen maken het voor mij gemakkelijker om taken in Ons’ Lieve Heer te combineren met die in het BM,’ vertelt Van Mansfeld
13
‘We hebben de exposities onderling afgestemd omdat je elkaar niet wilt beconcurreren.’
‘Het lijkt een kwestie van bloedgroepen en gewoontes’, erkent Hanna Holwerda. ‘Je krijgt bij een organisatie een bepaalde denkwijze mee. Vanuit het Bijbels heb je een riedeltje in je hoofd met te-maken-stappen: je “werk-DNA”. Sinds de samenwerking moet je vanuit drie organisaties gaan denken: één nieuw riedeltje aanleren.’ -En dan is ‘Feest’ van oorsprong een project van een externe partij, Museum Catharijneconvent in Utrecht. ‘Klopt. We moeten altijd terugschakelen naar het Catharijneconvent als hoofdverantwoordelijke. Zelf doen wij twee jaar mee aan dit initiatief en sinds begin 2015 nog drie musea. En dit moet in de jaren verder groeien, zodat ooit álle kinderen in hun basisschooltijd naar een Feest!-tentoonstelling gaan.’ zegt Van Mansfeld. ‘Wij hebben in Ons’ Lieve Heer geen ruimte voor extra opstellingen, dus koppelen we de verhalen van de christelijke feestdagen in de Feest-audiotour aan collectie die al in het museum stond. In sommige periodes – Sinterklaas en Kerst - voegen we toch wat toe. Onze tour is meer geschikt voor families dan voor scholen. Bij het Bijbels Museum, gespecialiseerd in het Christendom, is ‘Feest’ zowel voor scholen als families, en is de tentoonstelling een belangrijk onderdeel van het museum. We hebben de exposities onderling afgestemd omdat je elkaar niet wilt beconcurreren. ‘Ik vind het fijn dat ik nu met Hanna kan overleggen over extra activiteiten waar ik niet meer alleen achteraan hoef te zitten.’ Holwerda knikt. ‘Het inhoudelijke raakt in de teams verweven en er wordt via bespreeklijstjes ook intern over gecommuniceerd. Er is een automatisme in gekomen.’ Binnenkort gaat een toekomstwens van Holwerda en Van Mansfeld in vervulling met de komst van een accountmanager op het gebied van de communicatie. ‘Het werd duidelijk
14
dat we bij het BM zo iemand op de locatie moesten hebben. Speciaal voor de BM-marketing en communicatie.’ zegt Holwerda. Van Mansfeld: ‘Iemand die echt z’n schouders eronder zet om dit programma onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld in een stille tijd scholen voor tours nabelt.’ Ook de verhouding tussen de Cromhouthuizen en het BM krijgt dan meer contouren. ‘Met onze inhoudelijkheid vertellen we natuurlijk best een ingewikkeld verhaal voor een specifieke doelgroep,’ zegt Holwerda. ‘Maar de tijd is er naar. Er is een sterkere hang naar zingeving. De Bijbel als literair boek. Jezus als fenomeen. En dan heb je het verhaal van de huizen en de familie die er woonde. Die verschillende verhalen bijten elkaar niet. Ze vullen elkaar juist aan.’
15
Annemarie den Dekker teamleider conservatoren, Amsterdam Museum Sanne Gerritsen horecamanager Cromhouthuizen Van de inhoudelijke input tot en met het kopje koffie ‘Sanne en ik kennen elkaar uit de wandelgangen, maar tot samenwerken is het nog niet gekomen,’ meldt Annemarie den Dekker al voor het tweegesprek. Nóg niet. Maar na deze zomer wél, wanneer het bloemisten- en stylingcollectief The Wunderkammer met collectiestukken en decoratie de Cromhouthuizen eigentijds gaan aankleden. Annemarie en Sanne begeleiden elk vanuit hun expertise het project om zo de Cromhouthuizen nog aantrekkelijker voor een groter publiek te maken. ‘We weten wie hier woonden. En hoe ze woonden,’ zegt Annemarie. ‘Hoewel de objecten van de bewoners niet meer bewaard zijn, kan het verhaal mooi geïllustreerd worden met de rijke collectie uit de depots van het Amsterdam Museum (AM). We willen de geschiedenis van de Cromhouthuizen - met daarin het Bijbels Museum (BM) als een van de bewoners – in een eigentijdse vorm gieten. Het moet weer een levendig huis worden waar dingen gebeuren,’ vat Sanne het samen. Door Florian Seyd en Ueli Signer (The Wunderkammer) uitgevoerde herfst en kerst-projecten in 2014 - waarbij ook de winkel en het café meededen - sloegen zo aan dat hun rol
17
‘Het moet weer een levendig huis worden waar dingen gebeuren.’
als externe partij nu prominenter wordt. Ze mixten onderdelen uit de collectie van het AM met decoratieve elementen. Sanne: ‘Wat ze doen is extravagant. Daardoor roepen ze op tot een dialoog met het publiek en ook binnen de organisatie.’ Annemarie: ‘Ik wil graag met nieuwe vormen van museale opstellingen experimenteren. De collectie is niet bedoeld om in depot te blijven, maar juist om zichtbaar te zijn voor publiek. In de Grote Zaal – die we voor diners verhuren - zit je tussen prachtige 17de- en 18de-eeuwse schilderijen.’ Sanne: ‘Voor het herfst-project “Into the Woods” betrok The Wunderkammer het hele museum, tot en met de horeca. Lunch of high tea op een bepaald thema. Op de thee bij de familie Cromhout bijvoorbeeld.’ Annemarie: ‘Uiteindelijk moet alles samenkomen. Het museale aspect, maar ook dat je in de tuin kunt afspreken. In de nieuwe audiotour ervaar je het pand als eenheid, ook het museumcafé waar we de bezoeker uitnodigen even te pauzeren voor koffie of thee.’ -Toch zullen jullie ook de grenzen tussen de instellingen afbakenen… Annemarie: ‘Dat is niet echt nodig. We werken met een programmacommissie waarin beide directeuren zitten en vertegenwoordigers van verschillende teams met eigen expertise. Met de samenwerkende musea vertellen we het verhaal van Amsterdam. We stemmen de plannen op elkaar af. Op ieder project zetten we een team met mensen uit de verschillende musea. Visie ontwikkel je nooit alleen, dat doe je samen: met internen en met externen, met marketing & communicatie, met educatie, met e-cultuur. En natuurlijk vanuit de inhoud: dat is mijn rol.’
18
Sanne: ‘Omdat ik hier pas een jaar werk merk ik weinig van oude structuren. In de Cromhouthuizen zijn er korte lijntjes waardoor we slagvaardig kunnen zijn. Binnen de samenwerking kun je putten uit elkaars kennis en ervaring. Ik kom nu net van Ons’ Lieve Heer. Dat vroeg mij om advies over de inbouw van de keuken: waar het best de vaatwasser kan staan.’
19
Bianca Schrauwen
teamleider planning & projecten Amsterdam Museum over Hollanders van de Gouden Eeuw-project met Hermitage Amsterdam
Grote groepsportretten (met Indianen) De semi-permanente presentatie van grote groepsportretten uit de collectie van het Amsterdam Museum (en Rijksmuseum) in de Hermitage Amsterdam leverde een prachtige expositie op. Bovendien zorgde de samenwerking bij Bianca Schrauwen (Amsterdam Museum) en haar collega’s voor nieuwe energie en elan. “Buiten spelen” is altijd heel verfrissend.’ Toen Paul Spies bij reizende exposities in Wenen, München, St Petersburg en Moskou de visuele aantrekkelijkheid en publiekspotentie van (hun) grote groepsportretten zag, wist hij dat ze in volle glorie thuis in Amsterdam wilde tonen. Toenmalig cultuurwethouder Carolien Gehrels (PvdA) fluisterde hem in om de Hermitage als locatie te vragen. ‘Ik heb het nog nooit zo mooi zien hangen als daar,’ vindt ook Schrauwen. De expositie moest in recordtempo van idee (april) tot beoogde opening (november) neergezet worden. Deze race tegen de klok vereiste een harmonieuze samenwerking tussen partijen die elkaar nog niet goed kenden. Inzet: een tentoonstelling waar je dankzij een hoogwaardige collectie een goed verhaal mee vertellen kon.
21
‘Je leert elkaar pas goed kennen als je met elkaar werkt.’
‘Daardoor werd het een zeer energiek project. Er kwamen meerdere andere culturen samen. De cultuur van het Rijksmuseum, die veel bruiklenen leverde, en de Hermitage, net als wij een hechte familie maar anders: zij hebben geen collectie, wij wel. Het klinkt misschien wat kort-door-de-bocht maar ik heb het gevoel dat de schutterstukken-expositie echt “ons ding” is geworden. We “huren” de ruimte en vertellen het verhaal van de Hollandse steden en de Gouden Eeuw erbij.’ -Meer verschillen? ’Wij zijn soms net iets meer van de inhoud terwijl ze bij de Hermitage meer Indianen hebben. -Indianen? ‘Aanpakkers. Mensen van de uitvoering. Bijvoorbeeld de samenwerking met de technische staf - allen in vaste dienst - was heel goed. Als zij zeiden dat “het goed was” wat ze deden, trok niemand het in twijfel. Nooit lange discussies. Maar vooral de mensen van het projectteam maakten het verschil: die waren gewoon heel goed . Geen enkel teamlid kan namelijk excelleren zonder de ander. Trouwens, ook de inzet van medewerkers buiten het kernteam en ingehuurde expertise maakten dat het product de kwaliteit kreeg die het nu heeft.’ -Nooit eens twee kapiteins op één schip? ‘Nee. Voordat je aan de slag gaat heb je al veel afspraken gemaakt. Je leert elkaar pas goed kennen als je met elkaar werkt. Belangrijk is te weten in welke fase je iets moet doen – en wat niet meer kan. In zo’n structuur krijgt iedereen speelruimte zijn expertise in te zetten, maar wel op het juiste moment. Je kunt de timmerman niet vragen iets te timmeren als
22
niemand nog weet wat. De marketing moet tijdig weten hoe ze de tentoonstelling moeten gaan verkopen.’ -Conclusie? ‘De expositie is erg goed voor de organisatie geweest. Als we het met de Hermitage en het Rijksmuseum kunnen dan kunnen we het met iedereen Het zit in ons om het te doen. Zelfs medewerkers die niet direct betrokken waren zijn trots.’ -Jullie lijken wel een groot groepsportret. ‘Ja, met iedereen in zijn eigen rol.’
23
Birgit Büchner
teamleider Museum Ons’ Lieve Heer op Solder
Kiezen voor het organisch-dynamisch werken Vooraf heeft Birgit Büchner mij nadrukkelijk gevraagd waar we het over zullen hebben. Over de verbouwing van Ons’ Lieve Heer Op Solder (Ons’ Lieve Heer’) – natuurlijk! Maar weet ik ook dat zij het samenwerken tussen de musea coördineert? ‘In het organogram van de bloem zie ik mijzelf niet aan de rand maar in het midden. Als teamleider heb ik namelijk veel met samenwerking te maken. Je tikt wat aan en er ontspringt wat. Geweldig is dat! ‘Kijk je sec naar verbouwen dan heeft het Amsterdam Museum (AM) recentelijk het entreegebied en tentoonstellingszalen verbouwd. Ik vraag hen nu ook om advies als het gaat om facilitaire zaken. Bij het Bijbels Museum informeer ik hoe zij hun horeca hebben opgezet. Gaan we misschien samen twee cafés exploiteren? Dat weten we nu nog niet. Voor HR (personeelsbeleid) praat ik met het AM maar ook met het Scheepvaartmuseum dat weer een slagje groter dan het AM is. Zij maakten het verbouwingsproces in het groot mee en leerden zo zeer breed te kijken. Bij een verbouwing draait het niet alleen om het stenen deel, ook de inhoudelijkheid en bedrijfsvoering veranderen.’
25
‘Bij een verbouwing draait het niet alleen om het stenen deel, ook om de inhoudelijkheid en de bedrijfsvoering.’
Büchner constateert hoe de interne organisatie tussen de vier musea inmiddels tot een “mooie meerwaarde” leidde. ‘We plukken er echt de vruchten van. ICT is al volledig geïntegreerd: digitaal zijn we nu allemaal onderling verbonden. We weten beter de weg in elkaars organisatie, waardoor je de juiste mensen bereikt om je te ondersteunen. Je kunt bij elkaar terecht met vragen of om iets bevestigd te krijgen waarmee je bezig bent. Neem bijvoorbeeld narrow casting, digitale informatievoorziening voor bezoekers bij de ingang van het museum om eigen activiteiten onder de aandacht te brengen. Dat willen we ook. Het AM werkt er sinds kort al mee. Dus vraag ik naar hun ervaringen, leveranciers, technische zaken et cetera. Dat zorgt voor efficiëntie en zo hoef je als organisatie niet alles zelf uit te zoeken. ‘Natuurlijk lukt het niet om alles zomaar aan elkaar klikken. In onze samenwerking kun je
26
twee kanten op: groot of klein. De kleinere halen de groten uit hun routine en zetten ze aan het denken. Het is goed om over en weer frisse invloeden toe te laten. Die positieve geluiden daarover hoor ik ook bij het AM-team.’ -Als Ons’ Lieve Heer op Solder straks is heropend, staat daar binnen de samenwerking dan een andere organisatie? ‘Niet meteen. Aan de inhoud blijven we doorborduren. We kiezen voor het organischdynamisch werken: geen hiërarchisch vastgezet model, maar kijken wat in de praktijk gebeurt en vandaaruit ontwikkelen. Dat is niet voor iedereen makkelijk. ‘De individuele kenmerken willen we blijven vasthouden. In de samenwerking proberen we te bepalen wat organisatie-eigen is en ook moet blijven. Aan de andere kant groeit de behoefte om het samenwerken te intensiveren. Nieuwe stappen zetten in het afstemmen van de programmering. Eén begroting voor de Amsterdam Heritage Museums opstellen. En misschien is het dan tijd om Amsterdam Heritage Museums, onze organisatie met vier profielen, van de achterkant naar voren te halen: naar de openbaarheid.’
27
Hermine Pool conservator Bijbels Museum over inrichten Nieuwe Bijbelzaal
Een hybride Bijbelzaal Dat het Bijbels Museum nu als een van twee gelijkwaardige begrippen in de Cromhouthuizen “samenwoont”, beschouwt Hermine Pool als een verrijking. De Bijbelzaal op driehoog krijgt onder haar supervisie een hybride functie: een ruimte voor kleinschalige presentaties, activiteiten, studie en workshops. ‘We hebben er uitdrukkelijk voor gekozen niet overal zelf invulling aan te geven, maar ruim baan te maken voor gastconservatoren, programmeurs en jong talent dat het museumvak wil leren.’ Ze noemt zichzelf een specialiste – als enige theoloog en enige conservator – die bovendien al heel lang bij het Bijbels Museum (BM) werkt. Moeite met het veranderingsproces lijkt Hermine Pool niet te hebben: ‘Ik verricht promotieonderzoek naar de geschiedenis van het Bijbels Museum dat begon in de pastorie van een 19de-eeuwse dominee. De museumcollectie heeft in 150 jaar veel meegemaakt, van opslag op zolders, rondreizen door het land in oorlogstijd, tot wisselende beheerders en huisvesting. In 1975 kwam het hier in de Cromhouthuizen terecht. Om de zoveel tijd krijgt het Bijbels Museum een andere invulling en verschuiven er accenten, al naar gelang de tijdgeest.
29
‘We willen onze achterban het gevoel geven dat het Bijbels Museum van hun is, hun erfgoed en dat we het samen beheren en overdragen aan nieuwe generaties.’
De kern is kennelijk sterk genoeg om steeds weer in een nieuwe jas te herrijzen.’ -Hoe ervoer je de samenwerking? ‘Door het samenvoegen van de dienstverlenende kant – marketing, communicatie, educatie, financiën - merkte je dat de organisatie wezenlijk ging veranderen. We zijn altijd een klein museum geweest in een groot huis in een grote stad. We hadden wel functie- en taakverdelingen, maar in de praktijk kwam het er op neer dat je gewoon alles deed wat nodig was. Daarom ben ik gewend iets snel en ad hoc te regelen, vaak een op een met een collega of met de directeur. Het Amsterdam Museum (AM) is een grote organisatie met een managementstructuur, afdelingen, omschreven taken en een planning. In het begin was het wennen dat je voor ieder taakje aparte mensen en afdelingen hebt. ‘Ons museum gaat over de Bijbel en alles wat met die Bijbel en onze cultuur te maken heeft in heden en verleden. Dat is tegelijkertijd breed en heel duidelijk en specifiek. Je kunt daarom een sterk profiel neerzetten voor je achterban, die wij goed kennen. Die waaiert uit van orthodox christelijk tot vrijzinnig en buitenkerkelijk. Maar allemaal hebben ze iets met de Bijbel en het erfgoed dat wij beheren. We willen onze achterban daarom het gevoel geven dat het Bijbels Museum van hun is, hun erfgoed en dat we het samen beheren en overdragen aan nieuwe generaties. In de Nieuwe Bijbelzaal kan dat allemaal samenkomen.’ ‘Wat ik zo bijzonder aan de samenwerking met het AM vind, is dat we als Bijbels Museum méér onszélf zijn geworden, en dat we tegelijkertijd de ramen en deuren wijd open hebben gezet en steeds meer verbonden raken met alles wat er in de stad gaande is. Dat loopt van multiculturele/religieuze projecten in Zuidoost tot de Boekennacht in de grachtengordel. In die zin ben ik oprecht blij met alle veranderingen, ook al moet ik als conservator
30
soms ook wel even slikken bij het verlaten van de oude gebaande paden. Maar het feit dat steeds meer mensen en groepen met ons willen samenwerken en juist hier in het Cromhouthuis/Bijbels Museum iets met ons willen doen. Dat maakt alle veranderingen de moeite waard.’
31
Judikje Kiers directeur Ons’ Lieve Heer op Solder en Bijbels Museum/Cromhouthuizen Paul Spies directeur Amsterdam Museum/Museum Willet Holthuysen ‘Jouw succes is mijn succes.’ De gesprekken met de medewerkers, hiervoor, bewijzen dat nu de samenwerking meer ingeklonken is dan voorjaar 2014. Paul Spies benadrukt nog eens dat geen sprake is van een fusie of een kunstmatige overeenkomst waarin één partij domineert. ‘De winst van het samenwerken zit ‘m in de praktijk. Geen kwestie van iets nauwkeurig uitrekenen, uurtje-factuurtje, maar zoveel mogelijk tegen elkaar wegstrepen.’ ‘Als je het niet afdwingt of in een stramien perst, valt samenwerking goed bij de partijen. We werken vanuit de kansen, die de samenwerking ons biedt,’ zegt Judikje Kiers. ‘Er vallen nog heel veel synergievoordelen uit onze kernactiviteiten te halen’, zegt Spies. ‘Ook buiten de organisatie. Bij onze samenwerking met de Hermitage, een vergelijkbaar grote organisatie, ontstond al snel een connectie tussen onze en hun mensen. Je haalt zo het maximum uit een uitwisseling en koopt voor een project, eenmalig, iemand voor de externe arbeid in. Of een medewerker doet die bijzondere klus zelf. Wat bleek? Onze mensen wilden graag zelf dat externe werk doen. Vonden ze “gezond
33
We zijn zo nauw verweven dat we niet meer van elkaar los te knippen zijn.
en leuk.” Als iemand anders even jouw werk overneemt zorgt dat, over en weer, ook voor frisse inzichten.’ Kiers: ‘Mensen gaan meer op andere locaties zitten. De flex-werkplekken in het Bijbels Museum en Ons’ Lieve Heer op Solder zijn meestal bezet. Vergeleken met het begin van onze samenwerking merk je dat men elkaar nu beter kent en minder in structuren denkt.’ En nog iets: ‘Door zowel marketing als financiën als ict als educatie centraal te organiseren heeft zo’n team een veel beter overzicht: “wat doen we en waar; waar is slimme winst te halen?” Dat vergroot je expertise en slagkracht als organisatie.’ Spies bekent dat er “een terugslagje” was. Hij wil er niet gedetailleerd op in gaan maar geeft toe: ‘Deze afgelopen fase in de samenwerking ging niet makkelijk. Daar ben ik eerlijk in. Ik dacht nog “O! Moeten we nu rechtsomkeert maken? De hobbelkoers op het kasseienstuk of toch de modderkoers?’ Kiers haalt Spies uit zijn wielrengepeins: ‘We kiezen het slímste pad.’ ‘Of een verbreed pad!’ grijnst Spies. ‘Na de Hermitage gaat het samenwerken met de Oude Kerk ook lukken. Maar, het is niet alleen verbreden. Samenwerkingen nodigen ook uit tot verdiepen: in structuren, de formalisering van de juridische en financiële situatie, waarbij steeds zorgvuldig moet worden omgegaan met de “geoormerkte” inkomstenbronnen, zoals bijvoorbeeld de bijdragen van de bijna 10.000 donateurs van het Bijbels Museum. Er volgt een uitleg over hoe de musea nu nog met verschillende besturen en een Raad van Toezicht om de tafel(s) zitten. We onderzoeken nu de mogelijkheden van één gezamenlijk financieel beheer, maar dan moet je ook vastleggen wat gebeurt als de drie musea besluiten weer uit elkaar te gaan. ‘Voorlopig blijft de gemeente ons als drie aparte instellingen zien en wordt samenwerking financieel niet extra beloond,’ stelt Kiers.
34
En Spies, strijdlustig: ‘Daar ga ik wel een punt van maken. Samenwerken stimuleren maar dat verder niet willen ondersteunen. Het zal een grote stap zijn wanneer de gemeente accepteert dat je samen bij het kunstenplan één aanvraag doet.’ Kiers: ‘Toen ik directeur van het Bijbels Museum werd kregen we op jaarbasis subsidie. Nu zijn we er weer vol – en zonder voorbehoud - ingekomen. Die koers moeten we voortzetten. Voor de stad is het Bijbels Museum dubbel interessant: omdat het in de Cromhouthuizen zit en omdat het de christelijke wortels van Amsterdam zichtbaar maakt. Door het samenwerken met het Amsterdam Museum zijn onze instellingen op veel gebieden nauw verweven en niet meer van elkaar los te knippen.’ Een logische ontwikkeling met logische consequenties, bevestigt Spies: ‘Dingen die we bedenken, moeten we ook samen uitvoeren.’ De directeuren schetsen hoe de musea kiezen welke tentoonstelling bij wie het best op zijn plaats is. “I Believe I Am Gay” paste door het randprogramma – dat ook nieuwe museumbezoekers trok – bij uitstek beter in het Bijbels Museum dan in het Amsterdam Museum, ofschoon dat weer betrokken was bij een symposium over “Queering the Collection”. Spies besluit met een primeur. Mede vanwege de beperkte ruimte gaat het Amsterdam Museum zich – als merk - manifesteren in een nieuw RAI-tentoonstellingscomplex en komt een presentatie van Amsterdamse innovaties in The Edge van Deloitte, het meest groene gebouw aan de Zuidas. Kiers onthult dat na opmerkelijke archeologische vondsten van het huishouden van een bierhandelaar in Ons’ Lieve Heer besloten is op die locatie aandacht aan de geschiedenis van bier te gaan geven; met steun van Heineken voor de inrichting van een historisch proeflokaal. ‘Je moet elkaar het beste gunnen’, concludeert Spies: ‘Het succes van de één is het succes van allen.
35
Tentoonstellingen 2014
Amsterdam Museum Van Oostsanen. De eerste Hollandse Meester (i.s.m. Stedelijk Museum Alkmaar) 15 maart 2014 – 29 juni 2014 Bekeerd – Moslim worden, moslim zijn 11 april 2014 – 27 juli 2014 Kadir van Lohuizen – Ali & Laila, een Amsterdamse familiegeschiedenis 17 oktober 2014 – 8 maart 2014 Voetbal Halleluja! 12 september 2014 – 4 januari 2015
37
Cromhouthuizen / Bijbels Museum Erasmus van Amsterdam 28 oktober 2013 - 17 februari 2014 Gelovige Stad 15 maart - 12 mei 2014 Anne Zernike 6 juni - 13 oktober 2014 Into the Woods – Wunderkammer 28 oktober 2014 - 11 januari 2015 Feest! Doorlopend het hele jaar
Museum Willet-Holthuysen Miniatuurzilver 10 december 2013 - 31 augustus 2014
38
Vier kerstmis met de familie Willet 10 december 2014 – 4 januari 2015 Winter SALON 25 januari - 9 februari 2014
Museum Ons´ Lieve Heer op Solder Feest! Opstelling met elke maand een activiteit Sint Nicolaas 5 - 7 december 2014 Kerst op Solder 18 december 2014 - 6 januari 2015 Blik in de Beerput oktober 2014 - september 2015
41
Bezoekersaantallen
Amsterdam Museum
Willet Holthuysen
2010 199.322 2010 51.698 2011 187.430 2011 53.759 2012 194.882 2012 49.101 2013 238.066 2013 56.402 2014 216.273 2014 56.551
Ons’ Lieve Heer op Solder Bijbels Museum 2010 65.313 2010 31.952 2011 68.915 2011 42.251 2012 74.638 2012 44.113 2013 93.101 2013 46.816 2014 101.616 2014 40.157
43
Sponsoren
De samenwerking tussen het Amsterdam Museum, Cromhouthuizen / Bijbels Museum, Museum Willet-Holthuysen en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder is mogelijk dankzij genereuze bijdragen van overheden, fondsen, particulieren en bedrijven. Het Amsterdam Museum ontvangt, naast de structurele subsidie van de Gemeente Amsterdam, jaarlijks structurele bijdragen van de BankGiro Loterij en advocatenkantoor Allen & Overy. BankGiro Loterij De BankGiro Loterij, dé cultuurloterij van Nederland, ondersteunt het Amsterdam Museum sinds 2006. Met de bijdrage van de loterij zijn voorgaande jaren onder andere de permanente expositie Amsterdam DNA, het kindermuseum Het Kleine Weeshuis en de nieuwe entreehal ontwikkeld. De komende jaren wordt met hulp van de BankGiro Loterij gewerkt aan de vernieuwing van de permanente tentoonstelling van het Amsterdam Museum, waarbij nieuwe multimediale toepassingen voorop staan.
45
Allen & Overy Het internationale advocatenkantoor Allen & Overy is sinds 2012 partner van het Amsterdam Museum. In het kantoorgebouw van Allen & Overy aan de Apollolaan exposeert het Amsterdam Museum een aantal museumvoorwerpen die in relatie staan tot de geschiedenis van het gebouw. Zo wordt onder meer een voorstudie getoond voor het metershoge beeld van Han Wezelaar dat zich bij de ingang van het gebouw bevindt. Vergezicht op Amsterdam De particuliere begunstigers van het Amsterdam Museum zijn verenigd in het genootschap Vergezicht op Amsterdam. Bijdragen van deze begunstigers maken educatieve en publieksprojecten van het Amsterdam Museum mogelijk. In 2014 zijn deze donaties ten goede gekomen aan het educatieve programma bij de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw in de Hermitage Amsterdam. Genootschap Amsterdam Stichting Genootschap Amsterdam Museum is een kennis- en netwerkorganisatie van collectioneurs die actief is op het werkterrein van het Amsterdam Museum. In 2013 zijn in 2013 elf kennisbijeenkomsten (schouwen) georganiseerd, is een onderzoekstraject naar de kostuumcollectie uitgevoerd, een tweetal collectiepublicaties uitgebracht en is een aantal schenkingen in objecten en in gelden gedaan. Fundament van Amsterdam Stichting Genootschap Amsterdam Museum is een kennis- en netwerkorganisatie van particuliere verzamelaars die actief is op het werkterrein van het Amsterdam Museum. In 2014 zijn
46
er twaalf kennisbijeenkomsten (schouwen) georganiseerd, zijn diverse voorwerpen geschonken aan de collectie Amsterdam Museum en zijn diverse onderzoeksprojecten mede mogelijk gemaakt dankzij de betrokkenheid en schenkingen van deze particuliere verzamelaars. Fondsen en sponsoren AM & WH BankGiro Loterij Allen & Overy Mondriaan Fonds VSB Fonds Prins Bernhard Cultuurfonds Hutchinson Port Holdings Amsterdam Rai Stichting Genootschap Amsterdam Museum Vergezicht op Amsterdam
Nu.Hier.Noord-Holland Stichting Gifted Art Pruikenburg Fonds AKZO Nobel Crown Fine Art Shell Turing Foundation Stichting Zabawas Fonds 21 Particuliere donaties
Ons’ Lieve Heer op Solder ontving in 2014 incidentele subsidies van onder andere KSBW, Gemeente Amsterdam, RCOAK, KNR Projecten in Nederland, en van verschillende Ordes en Congregaties. De donaties zijn bestemd voor de restauratie en uitbreiding van Ons’ Lieve Heer op Solder. Fondsen en Sponsoren Ons’ Lieve Heer op Solder Hoofdbegunstigers: Katholieke Stichting tot Bevordering van Welzijnswerk, Skanfonds, BankGiro Loterij, Gemeente Amsterdam, Mondriaan Fonds, Fonds 21, Efro Kansen voor
47
West, Prins Bernhard Cultuurfonds, VSBfonds, Provincie Noord-Holland, Zusters van de H. Juliana van Falconieri, Ammodo, Franciscanessen van Mariadal, Franciscanessen van Charitas, Dioraphte, Vfonds. Begunstigers: Vrienden van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder, Stichting De Sael, Stichting Gansoord, Nieuw Leven B.V. , Dochters van Maria en Jozef, RCOAK, KNR Projecten in Nederland, Franciscanessen van Denekamp, Fonds voor Cultuurparticipatie, Stichting Heineken Collection, Stichting van Panhuys, Vrienden van Ons’ Lieve Heer op Solder, Heineken N.V. en particulieren, congregaties en fondsen die niet genoemd willen worden. Het Bijbels Museum ontving onder andere giften van donateurs, het Mondriaan Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Rita en Rudolf Boon-Schilling Fonds, De Gijselaar Hintzenfonds, Bijbelse Tuin Hoofddorp, Gravin van Bylandt Stichting, Vrijzinnigen Nederland en enkele schenkers die anoniem willen blijven. Sponsoren en Fonds en Bijbels Museum Prins Bernhard Cultuurfonds Mondriaan Fonds Kerk in Actie PKA (Protestantse Kerk Amsterdam) Rita en Rudolf Boon-Schilling Fonds
Stichting De Gijselaar-Hintzenfonds Gravin van Bylandt Stichting Zusters van de H. Juliana van Falconieri De Liobazusters Stichting Doctor Abraham Kuyperfonds
Colofon Tekst: Chris Reinewald Fotografie: Caro Bonink Vormgeving: Bart van den Tooren