Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
Inhoud
Blz.
Inleiding .................................................................................................................................................. 2 Vraag aan de Raad: ................................................................................................................................ 5 Het Vervolg ............................................................................................................................................. 6 Bijlage 1: Veiligheidsanalyse gemeente Brummen................................................................................... 7 Bijlage 2: Toelichting op de veiligheidsthema’s ...................................................................................... 21 Bijlage 3: Uitwerking van de prioriteringen ............................................................................................. 24 Bijlage 4: Verder lezen/Websites ........................................................................................................... 25
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
1
Inleiding Centraal in dit stuk staat de vraag aan de gemeenteraad wat zij ziet als prioriteiten voor het veiligheidsbeleid in de gemeente Brummen. In deze inleiding wordt het wat en waarom van integrale veiligheid aangegeven. De veiligheidsanalyse in bijlage 1 geeft de actuele stand van zake rond een groot aantal veiligheidsthema’s weer. Samen met het schematisch overzicht van de veilgheidsthema’s in bijlage 2 kan de veilgheidsanalyse een basis bieden voor een keuze van thema’s die de komende jaren (2006- 2008) prioriteit zullen hebben binnen het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Na het vaststellen van de prioriteiten zal de uitwerking en de implementatie in en buiten de gemeentelijke organisatie plaats moeten gaan vinden. De uitgewerkte prioriteiten en de veiligheidsanalyse vormen samen het kader voor een integraal veiligheidsbeleid in de gemeente Brummen. Wat is integrale veiligheid? Integrale veiligheid tracht alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waarbij alle betrokkenen (gemeente, politie, brandweer, Openbaar Ministerie, burgers, bedrijven, organisaties en andere instellingen) gezamenlijk trachten te komen tot een veiligere samenleving. Daarbij is het zaak dat alle schakels van de veiligheidsketen goed op elkaar aansluiten en dat er een goede systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van dit beleid (sluitende aanpak). Door middel van integraal veiligheidsbeleid wordt beoogd om veiligheidsproblemen structureel aan te pakken. In sommige gevallen is een ad hoc aanpak voldoende, maar in veel gevallen is de problematiek hiervoor te complex. Verschillende aspecten van veiligheid spelen dan een rol en oplossing van het probleem moet worden gezocht in een brede aanpak en in gestructureerde en langdurige samenwerking tussen verschillende partijen. Brummen en integrale veiligheid Natuurlijk zijn er in Brummen al verschillende initiatieven ontplooid gericht op verhoging van de veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. Niet alleen de gemeente maar ook de brandweer, politie en justitie, besteden hier in hun reguliere activiteiten zowel direct als indirect aandacht aan. Zo zijn er uiteenlopende activiteiten met een structureel karakter, zoals participatie in het bureau Halt en deelname aan stichting slachtofferhulp en dergelijke. Ondanks de gedane inspanningen met positieve resultaten is van een stelselmatige en samenhangende aanpak nog onvoldoende sprake. Het is dan ook van belang dat hier de komende jaren extra op wordt geïnvesteerd. Voortbordurend op de lopende activiteiten dient een hecht(er) geïntegreerd actieprogramma tot uitvoering te worden gebracht dat is gebaseerd op gemeenschappelijke prioriteiten. Het streven is om uiteindelijk te komen tot een scherper en gerichter aanpak van problemen, het afstemmen van de activiteiten van de verschillende partners en het overstijgen van symptoombestrijding. De strategische doelstelling van het integraal veiligheidsbeleid De strategische doelstelling heeft het karakter van een motto dat het gezamenlijk handelen globaal structureert. Het is niet zo dat de strategische doelstelling op zichzelf meetbare effecten moet bevatten. Deze operationalisering is gelegen in de nadere beleidsbepaling na prioritering door de raad ( de eigenlijke kadernotitie). Maar er moet wel een logische samenhang mogelijk zijn tussen de strategische doelstelling en de operationele doelstelling. De doelstelling van het integraal veiligheidsbeleid is tweeledig: - Een verbetering van de veiligheid welke zichtbaar moet worden door afname van criminaliteit en overlast, een beter toezicht op de naleving van de regels en een goede organisatie en inrichting van taken gericht op het voorkomen en bestrijden van onveilige situaties: - Het vergroten van het gevoel van veiligheid van de burgers in de gemeente. Het veiligheidsbeleid moet bijdragen aan zowel de objectieve als aan de subjectieve veiligheid in de gemeente. Zowel uit metingen (veiligheidsscan, politiemarop, politie monitor bevolking etc.) naar de objectieve en subjectieve veiligheid als ook naar de beleving van de inwoners moeten we kunnen afleiden dat de burgers hun leef- en woonomgeving als veilig kunnen ervaren.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
2
Uitgangspunten voor een integraal veiligheidsbeleid Een goed intergraal veiligheidsbeleid wordt gekenmerkt door systematiek, samenhang en samenwerking. Dit houdt respectievelijk in: het doorlopen van een beleidscyclus (voorbereiding/onderzoek, besluitvorming, uitvoering en evaluatie), het onderling afstemmen van maatregelen en het samen met gemeentelijke sectoren, politie, brandweer, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers invullen van veiligheidsbeleid Een beleidscyclus van drie jaar lijkt realistisch. Ook kan aangesloten worden bij de zittingsduur van de raad. Bij integrale veiligheid ligt de coördinatie, regie en sturende rol bij het lokaal bestuur. De gemeenteraad bepaalt de beleids- en financiële kaders. De burgemeester is verantwoordelijk voor het totale veiligheidsbeleid. De wethouders zijn binnen hun portefeuille mede verantwoordelijk voor delen van het veiligheidsbeleid. Het beleid wordt vastgelegd in een (kader)nota integrale veiligheid waarin de prioriteiten van het beleid nader worden uitgewerkt. De Partners. Bewoners en ondernemers zijn cruciale partners in het veiligheidsbeleid. Dit vloeit voort uit hun verantwoordelijkheden, belangen en mogelijkheden. Ze zitten vaak dicht op de problemen, hebben er dagelijks mee te maken en hebben er een bijzondere affiniteit mee. Bovendien beschikken private partijen soms over middelen die niet op dezelfde wijze kunnen worden vrijgemaakt en besteed door publieke partijen. PPS-verbanden (publiek-private samenwerking) vormen vaak een belangrijke optie op deelterreinen van veiligheid. Veiligheid is voor een belangrijk deel facetbeleid. Gemeentelijke sectoren en diensten zijn strategische partners bij uitstek. Het gaat met name om de sectoren: - welzijn en onderwijs - economie - milieu - ruimtelijke ordening - beheer openbare ruimte - brandweer - (strategische) communicatie Externe strategische partners zijn vooral: - politie en Openbaar Ministerie - welzijns- en onderwijsinstellingen - bewoners (organisaties) - ondernemers (organisaties) - woningcorporaties - wijk en dorpsraden - maatschappelijke organisaties Integrale veiligheid staat niet op zichzelf. Hier onder volgt een opsomming van beleidsprocessen binnen de gemeente, maar ook van beleidsprocessen binnen de regio, provincie en rijksniveau die een rol spelen in het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Gemeentelijke beleidsprocessen: - jeugdbeleid (nota Jong en Kleurrijk Brummen, 2002; Jeugdbeleid op Koers, 2004) - lokaal horecabeleid - handhavingsbeleid/-programma - beleidsplancycli politie en OM - beleid van woningcorporaties - integriteitbeleid (nota Gewetenswerk, 2000) - gemeentelijk evenementenprotocol (in procedure) - Gemeentelijk rampenplan - Ouderenbeleid + gehandicaptenbeleid/ toegankelijkheid / verslavingsaanpak - Nota aankoop en inkoop in de gemeente Brummen
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
3
De gemeente kent een werkgroep integrale veiligheid. Daarin hebben zitting de diensten staf, beheer, communicatie, politie en brandweer. De rol van de regio. Met Regio wordt hier bedoeld de politieregio Noord- en Oost Gelderland en in engere zin het district IJsselstreek. Afstemming van het beleid bij de buurgemeenten voorkomt overloopeffecten. Er is een regionale beleidslijn Wet BIBOB ( Wet bevordering integriteitbeoordeling door het openbaar bestuur). Deze zal als kader dienen voor de lokale situaties. De regionale beleidslijn Wet BIBOB zal ook in Brummen als kader voor implementatie van de wet. Om uniformiteit in de rampenplannen te krijgen hebben de gemeenten en de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland gezamenlijk een concept rampenplan gemaakt. Veiligheidsbeleid gaat over de grenzen van de gemeente heen. Omliggende gemeenten zijn natuurlijke partners bij het veiligheidsbeleid. De gemeente Brummen heeft de regionale rampenplannen overgenomen. De Rol van het Rijksbeleid Op 16 oktober 2002 heeft het kabinet de nota «Naar een veiliger samenleving» (Veiligheidsprogramma) aan de Tweede Kamer aangeboden. De hoofdlijnen van het Veiligheidsprogramma kunnen als volgt worden verwoord: - de reductie van criminaliteit en overlast in de publieke ruimte met 20% à 25% die vanaf 2006 in het vizier moet komen; - de aanpak van de veelplegers en de risicojongeren; - de beoogde intensiveringen in de strafrechtsketen (met inbegrip van de hiervoor noodzakelijke modernisering van de sanctietoepassing); - de beoogde intensiveringen in de bestuurlijke handhaving en het toezicht. Ook zet men in op een substantiële verbetering van de tevredenheid van burgers over de politieorganisatie: de politie moet een hogere handhavinginspanning leveren en meer zichtbaar, bereikbaar en publieksgericht zijn. Verder benadrukt het kabinet nog eens het belang van veiligheidscijfers en –informatie: voor een doeltreffend lokaal veiligheidsbeleid is inzicht nodig in de lokale en regionale veiligheidssituatie. Een zorgvuldige analyse van cijfers en andere informatie is nodig om beargumenteerd veiligheidsthema’s te kiezen, prioriteiten te stellen en na afloop te kunnen verantwoorden wat er aan de verbetering van lokale veiligheidssituatie is gedaan. In de brief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie van 15 juli 2004 wordt de regierol van de gemeente bij veiligheid nadrukkelijk aangegeven.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
4
Vraag aan de Raad: Wat zijn de prioriteiten van het veiligheidsbeleid? Deze vraag kan in drie stappen beantwoord worden: 1. Welke mogelijke hoofdlijnen zijn er voor het integraal veiligheidsbeleid? Een paar voorbeelden: • Een verbetering van de veiligheid welke zichtbaar moet worden door afname van criminaliteit en overlast. • Een beter toezicht op de naleving van de regels. • Een goede organisatie en inrichting van taken gericht op het voorkomen en bestrijden van onveilige situaties. • Het vergroten van het gevoel van veiligheid van de burgers in de gemeente. • Veiligheidsbeleid gaat over de grenzen van de gemeente heen. 2. Welke criteria hanteert u bij het bepalen van de prioriteiten? Helderheid over te gebruiken criteria vergemakkelijkt de gezamenlijke prioritering en maakt het proces controleerbaar. Daarnaast zal een latere prioritering op dezelfde gronden kunnen gebeuren. Mogelijke criteria zijn: • veiligheidsrisico’s • het fundamentele karakter van een verschijnsel • de maatschappelijk impact van een verschijnsel • de maatschappelijke schade van een verschijnsel • de duurzaamheid van een verschijnsel • de wettelijke verplichting van de gemeente • reeds vastgestelde prioriteiten in een nader verband • bestuurlijke risico’s van een verschijnsel Een compleet ‘rationele procedure’ voor prioritering is niet goed mogelijk maar ook niet wenselijk. Uiteindelijk zal een bepaald gevoel over het belang van het probleem een rol spelen – een gevoel gefundeerd op criteria waar men het min of meer over eens is. Het zijn de lokale partners die deze contextuele kleuring aanbrengen. 3. Welke velden / thema’s geeft u prioriteit? Aan de hand van de criteria kan tot een gezamenlijke opinie gekomen worden over de prioriteiten van het beleid. Deze kunnen een uiteenlopend karakter hebben. Het karakter van een prioriteit is afhankelijk van de mate van beleidsmatige ontwikkeling van een thema: zijn er al maatregelen getroffen rondom een probleem, dan zal het gaan om bepaalde nog onbenutte mogelijkheden of een samenwerkingsverband dat gerealiseerd moet worden. Met betrekking tot het aantal prioriteiten valt in algemene zin weinig te zeggen. Natuurlijk moet het behapbaar blijven- niet alles is in één keer aan te pakken en de kern van integraal veiligheidsbeleid is nu juist dat door een integraal overzicht de juiste selectie is te maken. Aan de andere kant moet de urgentie van de problemen doorslaggevend zijn, en niet de eventueel beperkte capaciteit. Voor prioritering kan gebruik worden gemaakt van het schema van veiligheidsvelden en thema’s op blz. 7, en de toelichting hierop in bijlage 2 en de resultaten van de veiligheidsanalyse. (Bijlage 1)
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
5
Het Vervolg Na prioritering door de raad zullen de gekozen velden/thema’s uitgewerkt worden aan de hand van de vragen in bijlage 3. De veiligheidsanalyse (bijlage 1) en de uitgewerkte velden/thema’s vormen samen de kadernota Integrale veiligheid. Deze nota zal de door de gemeenteraad moeten worden vastgesteld. De raad zal dan tevens moeten bepalen met welke frequentie de kadernota integrale veiligheid moet worden geactualiseerd. Als bijlagen treft u aan: Bijlage 1: veiligheidsanalyse gemeente Brummen Bijlage 2: toelichting op de veiligheidsthema’s Bijlage 3: het vervolgtraject na prioritering door de raad Bijlage 4: verder lezen / websites
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
6
Bijlage 1: Veiligheidsanalyse gemeente Brummen Om voor het veiligheidsbeleid in de gemeente Brummen de juiste keuzes te kunnen maken, is een goed beeld van de uitgangssituatie benodigd: welke veiligheidsproblemen spelen binnen de gemeente, wat wordt daar reeds aan gedaan, door welke partijen, en wat kan daar nog aan gedaan worden? Bij het opstellen van deze veiligheidsanalyse is gebruik gemaakt van informatie van verschillende gemeentelijke afdelingen, de brandweer en de politie (team Brummen/Eerbeek en district IJsselstreek) Als hulpmiddel bij de analyse van de uitgangssituatie is onderstaand overzicht gemaakt met 24 gemeentelijke veiligheidsthema’s. De lijst kan gezien worden als een ‘raster’ dat over de gemeente gelegd kan worden: door de vakjes in te vullen wordt een integraal afwegingskader verkregen. Veiligheidsvelden en Veiligheidsthema’s veiligheidsveld veiligheidsthema 1.Veilige woon en leefomgeving 1. Overlast 2. Onveiligheidsgevoelens 3. Leefbaarheid en sociale weerbaarheid 4. In en om de woning / huiselijk geweld 5. Geweld 6. Inbraken en voertuigcriminaliteit 7. Overige criminaliteit 2. Bedrijvigheid en veiligheid 1. Veiligheid op bedrijventerreinen en winkelcentra 2. Uitgaan en overlast 3. Toerisme en onveiligheid 4. Grootschalige evenementen 3. Jeugd en veiligheid 1.Overlast 2. 12 minners 3. allochtone jongeren 4. harde kern 5. alcohol en drugs 4. Fysieke veiligheid 1. verkeersveiligheid 2. veilige infrastructuur 3. brandveiligheid gebouwen 4. risico’s aanwezige bedrijven 5. risico’s natuurrampen 5. Integriteit en veiligheid 1. organisatiecriminaliteit 2. georganiseerde criminaliteit 3. integriteit van lokaal bestuur
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
7
De huidige veiligheidssituatie Per veiligheidsveld en veiligheidsthema wordt ingegaan op de huidige situatie in de gemeente Brummen. Er wordt gekeken hoe op dit moment aan veiligheid wordt gewerkt en indien al van toepassing wordt aangegeven hoe op dit moment samenwerking en integraliteit worden gerealiseerd.
1. Veilige woon en leefomgeving Hierbij gaat het om verschillende zaken, die van invloed zijn op de veiligheid van de woon- en leefomgeving: overlast, onveiligheidsgevoelens, huiselijk geweld, inbraken en voertuigcriminaliteit en overige criminaliteit. 1.1 Overlast De belangrijkste problemen in de ogen van de inwoners van de gemeente Brummen zijn: vernielingen (12%), overlast van jongeren (12%), vernieling auto, inbraak in woning en overlast door burengerucht (allen 7%) (bron: Veiligheidsscan 2004) Bij de meldingen die van overlast worden gedaan, is er zelden sprake van een aangifte. De meldingen worden geregistreerd in het Bedrijfs Processen Systeem (BPS) van de politie. Bij de meldingen van overlast zien we een stijgende lijn Vermeld zij nog dat de incidenten betreffende overlast in lang niet alle gevallen serieuze klachten zijn. Inwoners bellen om mee te delen, dat er jongeren bij elkaar staan of de politie constateert zelf een overlastsituatie en maakt daar melding van. Als de politie controleert op hangplekken en niets bijzonders constateert wordt dat onder een nader incident gemeld (controle overlast). 1.2 Onveiligheidsgevoelens Uit de Veiligheidsscan Brummen 2004 blijkt dat 21% van de inwoners van de gemeente zich regelmatig tot vaak zorgen maakt over de omvang van de criminaliteit binnen de gemeentegrenzen. Daarnaast geeft 6% aan zich regelmatig tot vaak onveilig te voelen. De top drie van redenen voor onveiligheidsgevoelens wordt door de inwoners van de gemeente Brummen als volgt aangegeven: rondhangende jeugd (48%), bedreiging, bedreigende sfeer (28%) en weinig tot geen verlichting (22%). Er worden een viertal plekken aangegeven waar inwoners zich onveilig voelen: station Brummen en omgeving (17%), Troelstralaan (Brummen) (13%) en winkelcentrum/supermarkt Eerbeek en viaduct Cortenoeverseweg (Brummen) (beide12%) 1.3 Leefbaarheid en sociale weerbaarheid Uit de Veiligheidsscan Brummen 2004 blijkt dat als grootste problemen op het gebied van leefbaarheid worden gezien: hondenpoep en kuilen of plassen op stoep of fietspad (beide 28%), slecht onderhouden openbaar groen (24%) en rommel op straat (19%). Van de inwoners van de gemeente Brummen geeft 45% aan zich betrokken te voelen bij de eigen woonbuurt. De bewoners van het buitengebied voelen zich meer betrokken dan de inwoners van de kernen Eerbeek en Brummen. 25% van de inwoners van de gemeente Brummen geeft aan zich (erg) verantwoordelijk te voelen voor de bescherming van de eigendommen van de buurtbewoners. 40% van de inwoners geeft aan (zeer) goed bekend te zin met bewoners- en buurtorganisaties. In het buitengebied heeft men meer deelgenomen aan activiteiten van bewoners- en buurtorganisaties. In de nota Doel nut en noodzaak over de rol van de wijkraden (2004) wordt aangegeven dat de gemeente jaarlijks afspraken maakt met de Wijk- en dorpsraden over de concrete werkzaamheden en onderwerpen met betrekking tot de fysieke kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheid met als doel de leefbaarheid in de wijk/dorp te vergroten. In 2006 zal naar verwachting de Wet maatschappelijk ondersteuning (WMO) worden ingevoerd. Daarin zullen leefbaarheid en sociale weerbaarheid een essentieel onderdeel zijn.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
8
Leefbaarheid heeft ook een link met gezondheid. Hoe gezond is het om naast een papierfabriek te wonen? Of naast een snelweg? Welke effecten hebben invloeden van de leefomgeving op de lichamelijke en geestelijke gezondheid? 1.4 In en om de woning / huiselijk geweld Vernielingen: Vernielingen komen het meest voor bij auto’s. Daarvan is in de gemeente Brummen een significante toename te constateren. In 2004 waren er 89 aangiften. Vernielingen aan openbare gebouwen komen regelmatig voor. In 2004 is in 28 gevallen aangifte gedaan. Bij overige vernielingen/beschadigingen is een significante toename in 2004 aan te geven. Vanaf 2000 is een verdubbeling opgetreden tot 202 aangiften in 2004. Dit komt mede doordat de politie benadeelden actief benadert van om hiervan aangifte te doen. Huiselijk geweld: Bij geen enkele vorm van geweld vallen zoveel slachtoffers als bij huiselijk geweld: een kwart van de Nederlandse bevolking heeft hier in zijn of haar leven mee te maken of mee te maken gehad. Geweld in de samenleving kan alleen maar worden teruggedrongen als ook geweld in de privé sfeer krachtig wordt aangepakt. Huiselijk geweld heeft verregaande gevolgen: 40% van de kinderen uit geweldsgezinnen vertoont gedrags- en emotionele problemen. het aantal ernstige gedragsstoornissen voor jongens die getuige zijn geweest van relationeel geweld is 17 maal hoger dan van jongens die dit niet hebben meegemaakt (meisjes 10 maal hoger). 60% van de kinderen die getuige zij geweest van huiselijk geweld heeft het Post Traumatische Stress Syndroom. 50% van de jongeren die in aanraking zijn gekomen met de politie voor het plegen van geweldsdelicten, waren blootgesteld aan huiselijk geweld. Er is een hogere kans dat kinderen later in hun relatie zelf geweld meemaken (als pleger of slachtoffer). (Bovenstaande cijfers komen uit een onderzoek van het politiedistrict Achterhoek) Aanpak huiselijk geweld Sinds 15 juni 2004 houdt de regiopolitie Noord- en Oost Gelderland een registratie huiselijk geweld bij. Daarnaast zijn er in overleg met het OM werkafspraken gemaakt hoe om te gaan met deze materie. Als er aangifte wordt gedaan, maakt de politie proces-verbaal op. Wil het slachtoffer om welke reden dan ook geen aangifte doen, dan kan de politie ook overgaan tot ambtshalve vervolging. Het slachtoffer en eventueel ook de dader kunnen worden doorverwezen naar de hulpverlening. Uit de adviesnota Regionaal steunpunt huiselijk geweld (Brummen 2004): Huiselijk geweld is een van de meest voorkomende geweldsvormen in ons land. De aanpak ervan vormt voor het kabinet een speerpunt van beleid. Het rijk wil in 2008 een situatie bereikt hebben van een landelijk dekkende structuur van advies- en steunpunten huiselijk geweld. Het adviespunt legt de verbanden tussen de diverse relevante opvanginstanties. De verantwoordelijkheid voor deze inspanning ligt primair bij de gemeenten. Een tijdelijke stimuleringsregeling, toegekend aan centrumgemeenten met een regionaal werkende vrouwenopvangvoorziening moet het mogelijk maken om regionaal opererende advies- en steunpunten huiselijk geweld tot stand te brengen. Men kan er terecht voor advies, voor eerste gesprekken en voor verwijzing naar hulpverlening of opvang door een van de aangesloten (regionaal en lokaal werkende) instellingen. De gemeente Apeldoorn is de regisserende centrum gemeente voor de totstandkoming van het advies en steunpunt, ook wel ‘front-office’ te noemen. Momenteel werken samen: Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde, Voorst, Zutphen, en wellicht ook Lochem. Doel van het regionaal werkend steunpunt is om slachtoffers, plegers of andere betrokkenen te adviseren over en ondersteuning te geven bij de te nemen stappen om de geweldssituatie te keren. Ook beroepsgroepen die ermee van doen hebben kunnen terecht (artsen, docenten etc.). Momenteel houdt enkel de politie registraties bij. Doel van het meldpunt is derhalve óók om een ketenaanpak met relevante instellingen tot stand te brengen en, aan de hand van sluitende registratie, de effectiviteit van de instellingstaken te verbeteren. Organisaties kunnen zo aangesproken worden op hun specifieke verantwoordelijkheid in die aanpak. Het RIBW levert de projectleider tot en met 2007. De stichting Alert (maatschappelijk werk Apeldoorn) realiseert het steunpunt tot 1 januari 2008 en draagt zorg voor de opzet van de registratie. Evaluatie van het steunpunt vindt plaats in 2007.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
9
Gemeenten dienen - als verantwoordelijk regisseur in de eigen gemeente - samen te werken om te voldoen aan de rijksvoorwaarden voor de toekenning van de stimuleringsregeling aan de centrum gemeente Huiselijk geweld is een geweldsvorm die lastig te keren is, omdat het zich veelal afspeelt ín de privé sfeer (zie ook definiëringen in bijlage 1 bij de nota). Voor het keren van huiselijk geweld is samenwerking tussen instellingen met uiteenlopende verantwoordelijkheden en deskundigheid noodzakelijk. Om dit in de vorm van een ketenaanpak te realiseren is samenwerking tussen gemeenten nodig. Zo wordt een verband gelegd tussen de gemeentelijke lokale regie en centrumgemeente regie. Dit convenant betreft de gemeentelijke samenwerking tot en met 2007.In 2007 wordt geëvalueerd en bezien of en zo ja hoe voortgang van het advies en steunpunt huiselijk geweld plaats kan vinden. Onder het regionale adviespunt wordt per gemeente samenwerking met instellingen vorm gegeven Vervolgens dient de vorm van samenwerking te worden bepaald. Er kan gekozen worden uit diverse vormen: 1. via aanstelling van een case manager die bepaalt welke instellingen benaderd moeten worden als een cliënt zich meldt (voorbeeld Zutphen); 2. rechtstreeks van advies en steunpunt naar de instelling (voorbeeld Apeldoorn). In overleg met de instellingen kan de samenwerkingsvorm worden gekozen, waarbij budgettair neutraal opereren vooralsnog het uitgangspunt zal zijn. 1.5 Geweld. Het aantal aangiften van geweldsdelicten is in 2004 zeer sterk gestegen. 2000 2001 2002 geweldsdelict 14 31 36
2003 30
2004 55
Directe oorzaak is niet aan te geven, er is geen trend zichtbaar. Naast de stijging van het aantal aangiften is ook het aantal aangehouden en vervolgde verdachten navenant gestegen. Van de 11 mishandelingen aan de Loenenseweg te Eerbeek in 2004, vonden er 8 plaats in/bij café Spoorzicht, gevestigd aan de Loenenseweg 1 te Eerbeek. (Opm. Spoorzicht doet er alles aan dmv beveiliging e.d. om vooral tijdens evenementen goed toezicht te houden) Eventueel zou in vergunningenbeleid nog aanvullende voorwaarden gesteld worden tav. beveiliging, tijden, verstrekking alcohol ed. De politie heeft deze locatie opgenomen in haar plan van aanpak “Geweld in het district IJsselstreek”. Met de horeca zijn afspraken gemaakt over het ontzeggen van de toegang aan veelplegers. Aangiften van bedreigingen blijven vrij stabiel (2004: 11). Uit onderzoek is bekend dat slechts in 1% van de gevallen aangifte van bedreiging wordt gedaan. De lopende acties om het doen van aangifte te bevorderen en de mogelijkheid om aangifte via internet te doen zijn mogelijkheden om een beter beeld van bedreigingen te krijgen.
1.6 Inbraken en voertuigcriminaliteit Woninginbraak In het aantal woning inbraken zien we gedurende de afgelopen vijf jaar een licht dalende trend. 2000 2001 2002 2003 2004 woninginbraak 62 72 40 62 59 De woningstichting Brummen/Eerbeek heeft in de afgelopen in de afgelopen jaren het hang- en sluitwerk van de huurwoningen op het niveau van het Politiekeurmerk Veilig Wonen gebracht. Jaarplan politie district IJsselstreek Een doel is het aantal woninginbraken te verminderen en het aantal opgeloste zaken te vergroten. Het gehele jaar heeft er een woninginbrakenproject gedraaid met als doel zicht op daders te krijgen. In het district heeft woninginbraken een hoge prioriteit gekregen door gericht rechercheren en door extra inzet op informatie-inwinning en verwerking. Daarnaast is er op de teams geïnvesteerd in de verhoging van de kwaliteit van aangifte, afhandeling van het eerste onderzoek en nazorgbezoeken.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
10
Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) De uitvoering van het project geschiedt door de politie in nauwe samenwerking met verschillende gemeentelijke afdelingen. Het keurmerk is zowel gericht op de woning als de woonomgeving. De inrichting en het beheer van de openbare ruimte maken onderdeel uit van de Politiekeurmerk Nieuwbouw. Doel van het keurmerk is onder meer het terugdringen van risico’s als woninginbraken en diefstal, vernielingen, brand, overlast en geweld. Het politiekeurmerk bevordert de veiligheid van de woonomgeving en het veiligheidsgevoel van de bewoners. Een consequente toepassing van PKVW dringt onveiligheid in wijken op proactieve en preventieve wijze terug door dit aspect al in de plan- en ontwerpfase mee te nemen. Het PKVW is daarmee een belangrijk onderwerp in de zorg voor kwaliteit, en een bijzonder bepalend en basaal onderwerp binnen het integraal veiligheidsbeleid. Bij woningen waar het PKVW is toegepast is loopt de kans op inbraken met 90% terug. Bij Veilig Wonen op wijkniveau ligt de kleine criminaliteit zo’n 40 % lager dan in “gewoon” gebouwde wijken. In het kader van de kerntaken discussie is besloten dat het Politiekeurmerk van de politieorganisatie overgaat naar de gemeenten. Het dagelijks bestuur van de regio Noord- en Oost Gelderland heeft hiermee al ingestemd. Op dit moment wordt er gewerkt aan een regionaal voorstel om tot een goede invulling hiervan te komen. Hierbij wordt geïnventariseerd welke expertise de gemeenten beschikbaar moeten hebben of extern zouden kunnen inhuren. De politie heeft toegezegd tot 2005 capaciteit beschikbaar te houden om een zorgvuldige implementatie bij de gemeente te realiseren. In de gemeente Brummen is hierover een informatiebijeenkomst gehouden. In de gemeente Brummen wordt het Politiekeurmerk formeel nog niet toegepast. In 2006 zal een plan van aanpak worden gemaakt om te komen tot gebruik van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Diefstal uit/vanaf (motor)voertuigen. Diefstal uit/vanaf (motor)voertuigen geeft een wisselend beeld. Opvallend is dat na een aantal jaren van lagere waarden in 2004 een behoorlijke stijging zichtbaar is. 2000 2001 2002 2003 2004 Diefstal uit/vanaf 191 96 139 129 193 (motor)voertuig Aanpak voertuigcriminaliteit Door de politie zijn in de regio Noord- en Oost Gelderland auto-inbraken teams in het leven geroepen. De teams hebben zich belast met de opsporing van daders. Door de teams werden daders aangehouden uit onze regio en van buiten onze landsgrenzen. Bekend is dat vooral daders van buiten onze landsgrenzen zich tijdens kortdurende verblijven schuldig maken aan dit delict. Het is dan ook de bedoeling om op deze groep te rechercheren. Om invloed te krijgen op het aantal delicten liep er binnen het politiedistrict IJsselstreek sinds medio 2002 een auto-inbraken project, genaamd “Niets er in … Niets er uit!!!”. Het betrof hier een preventieproject. Onderdeel van het project was de inzet van een “preventieteam”, gevormd door stadswachten uit Zutphen. Dit team werd ingezet om geparkeerde auto’s in het district IJsselstreek te controleren en de automobilist bewust te maken van de risico’s, als zij waarde volle spullen achterlaten. Het project is echter niet integraal van de grond gekomen, omdat niet alle gemeenten samenwerkten met de stadswachtorganisatie. Op dit moment loopt er een nieuw project tot aanpak van auto-inbraken in het politiedistrict IJsselstreek, waarbij het accent ligt op integrale aanpak binnen het gehele district. De stadswachtorganisatie Zutphen zal de stadswachten om niet inzetten binnen de gemeenten van het politiedistrict IJsselstreek. De naam van het nieuwe project is “voorkomen en/of genezen”. Naast de afspraken in het district zijn er in de gemeente Brummen afspraken gemaakt met de stadswachten (dorpswachten) over voortdurend toezicht op de wisseldagen bij Landall Greenpark, bij het station in Brummen en de parkeerplaats bij Groot Engelenburg.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
11
actie: Als gemeente Brummen doen we al mee aan het lopende project van het politiedistrict. Ook bij eventuele nieuwe integrale auto-inbraak projecten binnen het politiedistrict IJsselstreek aansluiten. De reeds plaatselijke gemaakte afspraken met de stadswacht laten doorlopen. Diefstal van (motor)voertuigen De diefstal van (motor)voertuigen is over de afgelopen jaren vrij constant. In 2004 waren er 16 aangiften. Diefstal van brom-, snor-, fietsen: De diefstal van brom-, snor-, en fietsen laten sinds 2000 een stijgende lijn zien. Sinds 2002 zie we een stijging van ongeveer 35%. De meeste fietsen worden weggenomen op plaatsen waar meerdere fietsen/bromfietsen gestald zijn. In de gemeente Brummen is dit voornamelijk op het NS station. Scholen zijn ook plaatsen waar relatief veel fietsen worden gestolen. Het politiedistrict IJsselstreek heeft een plan van aanpak diefstal fiets gemaakt. Een mix van voorlichting, preventie, repressie en infrastructurele maatregelen blijkt te werken bij het terugdringen van fietsendiefstal. Dorpswachten: Naast dat de dorpswachten (Stadswachten) zich bezig houden met preventie autocriminaliteit zijn zij ook een aantal keren per week te vinden in de buurt. De Dorpswachten controleren in de vakantieperiode(s) of bijvoorbeeld alle ramen en deuren nog gesloten zijn en kijken meteen of de woning mogelijk op een andere manier de aandacht van inbrekers trekt. Na het bezoek wordt een bericht voor de bewoners achtergelaten met de bevindingen van de Dorpswachten. Bij onraad wordt de politie ingeschakeld. Met deze actie wil de gemeente bereiken dat het aantal woninginbraken tijdens vakantieperioden verder afneemt. Verder houden zij toezicht op onregelmatigheden, beantwoorden vragen, houden een extra oogje in het zeil, wijzen de weg en verlenen daar waar nodig hulp. De Dorpswachten hebben een zogenaamde “oog en oorfunctie”. Dorpswachten zijn niet bewapend maar ze staan wel rechtstreeks in verbinding met de politie. Ze leveren, in samenwerking met de politie, een wezenlijke en gewaardeerde bijdrage aan de penbare veiligheid. Door de inzet van dorpswachten kan op een goede, flexibele en relatief goedkope manier tegemoet worden gekomen aan de behoefte aan ‘meer blauw op straat’. 1.7 Overige criminaliteit Deze categorie geldt voor diefstallen, die niet verder gerubriceerd zijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld diefstal van goederen vanaf de openbare weg of uit de tuin. Dit aantal is gelijk aan het aantal van de laatste jaren. Wel valt op dat er in 2004 meer inbraken in schuurtjes/garages en tuinhuisjes zijn geweest. Ook de inbraken in sportcomplexen laat een stijgende lijn zien. Inbraken in schuurtjes/box/tuinhuisjes e.d. is in 2006 één van de speerpunten in de gehele politie regio. De instrumenten die de politie heeft om bepaalde zaken aan te pakken is het benoemen van gerichte activiteiten om de specifieke problematiek aan te pakken (worden momenteel benoemd voor 2006) De politie is bij deze onderdelen een belangrijke externe veiligheidspartner. De politie heeft preventieve en repressieve instrumenten te beschikking, die haar bij uitstek geschikt maken voor de handhaving van openbare orde en van de rechtsorde. Het politieteam Brummen/Eerbeek werkt op basis van landelijke, districts- en lokale speerpunten. Voor 2006 zijn dat met name diefstal/inbraak box/garage, schuur en truinhuizen, diefstal van fietsen, winkeldiefstal. Daarnaast zijn districtsspeerpunten geweldsmisdrijven, diefstal af/uit auto, vernielingen en bedrijfsinbraken. Aan een toename van de aangiftebereidheid zal ook verder gewerkt worden. In geval van evenementen en uitgaan houden zij middels geplande diensten toezicht om overlast en strafbare feiten te voorkomen. Indien noodzakelijk treden zij verbaliserend op. afstemming regio Tussen de deelnemende gemeenten zal frequent overleg plaatsvinden om te komen tot een verder afstemming van het veiligheidsbeleid. Hierover zijn inmiddels afspraken gemaakt. Daarnaast vindt afstemming plaats met de regiopolitie Noord- en Oost Gelderland. Hiermee proberen we te voorkomen dat het zogenaamde waterbedeffect ontstaat. Aanpak van onveiligheid in de ene gemeente mag niet leiden tot verplaatsing van de problematiek naar de andere gemeente. Een gezamenlijke aanpak is hier dus op zijn plaats.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
12
wijkagenten In de afgelopen jaren heeft de politie een omslag gemaakt naar gebiedsgericht werken. De politie probeert hierbij in te spelen op de kritiek van burgers over haar zichtbaarheid en beschikbaarheid (“meer blauw op straat”) en op de dalende trend in het veiligheidsgevoel van burgers. Het gaat om “kennen en gekend worden”, waardoor de politie verander van een enigszins anonieme organisatie op afstand in een belangrijke partner in de buurt. Hiertoe zijn door de politie de zogenaamde wijkagenten ingesteld. Deze wijkagenten zijn politiefunctionarissen die zich in de wijk bezig houden met de coördinatie van het uitvoerende politiewerk en die tevens tot taak hebben om als een soort “regisseur”samen met andere partners de veiligheid en leefbaarheid in de wijk te verbeteren. Elke wijk heeft inmiddels zijn eigen wijkagent. Gebleken is echter dat nog niet iedereen de weg naar de wijkagent weet te vinden. Vandaar dat er duidelijke afspraken gemaakt moeten worden over de bereikbaarheid van de wijkagent. Hiertoe zullen met de politie nadere afspraken moeten worden gemaakt. Bewoners weten door middel van het algemene en landelijke politienummer 0900-8844 de politie goed te vinden en via de Frontoffice worden ze ook direct en goed geholpen dan wel doorverwezen. Uit de evaluatie (13-09-05) blijkt dat wijkagenten het overgrote deel van de tijd (ong. 90%) besteden aan GGPZ (Gebieds Gebonden Politie Zorg). De kwalitatieve evaluatie van de wijkagenten zal plaatsvinden in de eerste helft van 2006.
2 Bedrijvigheid en veiligheid In dit hoofdstuk wordt aandacht geschonken aan veiligheidsvraagstukken op bedrijventerreinen, winkelcentra, overlast gerelateerd aan uitgaan in uitgaansgebieden en veiligheidsproblemen in de relatie tot grootschalige evenementen. 2.1 Veiligheid op bedrijventerreinen en winkelcentra Bedrijfsinbraken Bij de bedrijfsinbraken zien we het afgelopen jaar een dalende lijn. Het betreft zowel insluipingen in bedrijven gedurende de opening als wel inbraak bij afwezigheid van het personeel. Waren er in 2000 nog 73 aangiften in 2004 was dit gedaald tot 45 Winkelcriminaliteit In 2004 is er in de gemeente Brummen 13 keer een winkeldiefstal gepleegd. De diefstallen vinden met name plaats in Brummen en in Eerbeek Zuid. De daders worden veelal aangehouden mede door de beveiliging van de artikelen. Winkeliers nemen veelal niet de moeite om betrapte winkeldieven voor verdere strafvervolging over te geven aan de politie. Winkeldieven blijven daardoor straffeloos hoppen van de ene winkel naar de andere, zonder strafrechterlijk afgestopt te worden. Veelplegers worden hierdoor minder gauw een veelpleger doordat niet al hun feiten op deze wijze bekend worden bij politie/OM. Daardoor wordt er later dan mogelijk is een adequate en gerichte aanpak op hen toegepast (bv. ISD Inrichting Stelselmatige Daders maatregel. Veelplegers worden voor 2 jaar aangepakt) Het politieteam benadert winkeliers actief om hen dmv voorlichting en –materiaal te wijzen op het belang van het doen van aangifte en aanhouding van winkeldieven Beveiliging bedrijventerreinen en in winkelcentra: Het bedrijfsleven in Nederland is sinds jaar en dag een veelgeplaagd slachtoffer van criminaliteit. Diefstal, brandstichting, of vernieling: het is de nachtmerrie van iedere ondernemer. Individuele beveiliging is lang niet altijd toereikend. Daarom kiezen steeds meerondernemers ervoor de handen ineen te slaan. Denk bijvoorbeeld aan gedeelde zorg voor openbare verlichting, cameratoezicht, surveillance en brandveiligheid. Gezamenlijke beveiliging leidt tot een daling van de criminaliteit en een verhoging van de veiligheidsgevoelens. Het rendement wordt nóg hoger wanneer ook politie, gemeente en brandweer hun steentje bijdragen. Met dit gegeven als basis heeft het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) ontwikkeld. Het Keurmerk Veilig Ondernemen is een werkwijze voor het treffen van gezamenlijke veiligheidsmaatregelen in de openbare ruimte. Hierbij wordt het accent gelegd op de openbare ruimte.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
13
Het uitgangspunt is een duurzame samenwerking tussen ondernemers, gemeente, politie, brandweer en andere betrokken organisaties. Het doel: een veilig bedrijventerrein. Ondernemers in Brummen waren in het verleden niet welwillend om gezamenlijk hun bedrijfsterrein (Hazenberg) te laten beveiligen door een particuliere beveiligingsbedrijf 2.2 Uitgaan en overlast Er zijn in het afgelopen jaar wel aangiften gedaan in relatie tot uitgaansoverlast. Het betreft diverse incidenten zoals bedreiging, mishandeling en vernielingen. Om een precies uitgaansgerelateerde cijfers te krijgen zouden deze incidenten eerst geanalyseerd moeten worden op plaats en tijd. Ook zijn er bij de politie meldingen gedaan over geluidhinder horeca; overlast jongen, vernielingen en mishandelingen die een relatie hebben met uitgaan. Deze meldingen maken deel uit van incidenten, genoemd onder overlast en mishandeling. Bekend hierbij zijn de routes van en naar jongerencentra/horeca en routes vanaf de uitstapplaatsen van de discobus en de laatste treinen uit Arnhem en Zutphen. Om overlast te voorkomen houdt de politie extra toezicht bij de uitstapplaats van de discobus en de aankomst van de laatste treinen bij het station Brummen. Het totaal aantal meldingen overlast is in 2004 gestegen van 248 naar 324, waarbij niet gekeken is naar de relatie met het uitgaan. De politie houdt tijdens het uitgaan extra toezicht in de omgeving van horeca gelegenheden. De overlast door de jeugd laat vanaf 2002 een stijgende lijn zien. Het aantal meldingen overlast van jeugd is in 2004 gestegen van 135 naar 204. Dit geeft een verhoudingspercentage van 63% (doelstelling maximaal 42,5%).Team Brummen heeft in 2004 in totaal 57 verdachten onder de 24 jaar naar OM verzonden. In 2004 zijn 14 zaken via Halt afgedaan. Gemeente, Politie, Justitie, en bewondersorganisaties en natuurlijk de horeca kunnen samenwerken. Een gestructureerde samenwerking op lokaalniveau dient ertoe te leiden dat elk van de partners zijn bijdrage levert aan ‘veilig uitgaan’. De gemeente kan zorgen voor een veilige fysieke omgeving, de politie voor extra surveillance, justitie voor lik-op-stuk beleid, en de horeca voor extra toezicht in en rondom het gebouw en toezien op verantwoord alcoholgebruik. En dit zijn maar enkele voorbeelden van maatregelen. Samenwerken moet, omdat dit probleem meer oorzaken heeft dan één organisatie kan aanpakken. Er is een (landelijke) kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan.
Het district Apeldoorn en Noord-West Veluwe kennen een basisconvenant horeca (Het convenant bevat afspraken tussen horeca, gemeente, politie en het Openbaar Ministerie, met als doel de kwaliteit van het uitgaan in het algemeen te bevorderen en ook de veiligheid in brede zin optimaal te dienen.) De kwaliteitsmeter Veilig uitgaan wordt in de gemeente Brummen niet gebruikt. 2.3 Toerisme en onveiligheid In het algemeen kan hierbij gedacht worden aan overlast van campinggasten naar disco’s. En aan gevaarlijke situaties in recreatiegebieden. Toezicht op recreatiegebieden. Voelen mensen zich veilig in een recreatievoorziening? Bovengenoemde zaken zijn in de gemeente Brummen niet aan de orde, met uitzondering van autokraken op parkeerplaatsen (zoals Landal Greenparks) en inbraken in zomerhuisjes en op campings. De Stadswachten houden toezicht op de parkeerplaatsen o.a. bij Landal Greenparks. Een punt van aandacht is het viaduct van de Cortenoeverseweg. De inwoners van de gemeente ervaren dit als een onveilige plek. Er komen door deze tunnel ook veel toeristen en recreanten Brummen binnen. Dit zal niet direct een positieve indruk van de gemeente bij hen achterlaten. 2.4 (grootschalige) Evenementen Op regionaal niveau is een handreiking evenementenbeleid geschreven. Deze handreiking moet alle partijen helpen bij het adviseren, toetsen en bepalen van de inzetbehoefte van operationele diensten bij evenementen in Noord- en Oost Gelderland. Onderdeel van deze handreiking is een regionale checklist. Deelnemende partners: Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (brandweer en GHOR), politie en vertegenwoordigers van gemeenten uit de districten Noord-West Veluwe, Achterhoek en Stedendriehoek.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
14
De regionale checklist maakt onderdeel uit van het evenementenprotocol voor de gemeente Brummen dat momenteel in het besluitvormingstraject zit. Na vaststelling van het protocol wordt deze checklist dus ook gebruikt bij vergunningverlening ten behoeve van evenementen.
3. Jeugd en veiligheid Jeugdcriminaliteit staat de laatste jaren in het middelpunt van de belangstelling. Vooral de toename van geweldscriminaliteit onder jeugdigen, de verjonging van minderjarige verdachten en de relatieve stijging van het aantal minderjarige verdachte meisjes in de politiestatistieken zijn verontrustend. Jongeren komen dus op steeds jonger leeftijd als verdachte in aanraking met de politie en hoewel de criminaliteit onder meisjes nog ver achterblijft bij jongens, neemt deze naar verhouding toe. Uit het E-MOVO onderzoek, een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl onder leerlingen van klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs in de provincies Overijssel en Gelderland blijkt dat 51% van de Brummense onderzochte leerlingen de laatste 12 maanden een strafbaar feit heeft gepleegd. (diefstal 32%, vandalisme 29%, betrokken bij gevecht 22% en ernstig geweldsmisdrijf 6%) 13% is voor verhoor op het politiebureau geweest en 14% geeft aan een wapen gedragen te hebben. In de laatste 12 maanden is 35% slachtoffer geworden van met name spullen vernielen en bedreigingen. Binnen het beleid ter preventie van jeugdcriminaliteit zijn de volgende doelgroepen te onderscheiden: • risicojongeren, jongeren die een verhoogde kans lopen om met politie en justitie in aanraking te komen; • first offenders, jongeren die voor het eerst met de politie in aanraking komen vanwege een licht vergrijp; • licht criminele jongeren, jongeren die zich met enige regelmaat schuldig maken aan lichte misdrijven; • harde kern jongeren, jongeren die structureel in aanraking komen met politie en justitie voor lichte en/of zware delicten. • Minderjarige veelplegers. werkwijze politie / justitie Als jongeren in de politieregio Noord- en Oost Gelderland een strafbaar feit plegen, wordt er door de politie een landelijk overdracht formulier (LOF) opgemaakt. Dit formulier worfdt gebruikt voor een Haltafdoening of gaat naar het OM. Het OM bepaalt zelf hoe het feit wordt afgehandeld, bv. (alternatieve) strafoplegging, sepot ed. De politie kan op advies van een Hulp-Officier van Justitie besluiten tot Halt afdoening, op deze wijze gaat het buiten het OM om. Als er een zorgtraject voor de jongere zou moeten komen, wordt deze zaak besproken in het casusoverleg bij Justitie. Hierbij zijn ook de Reclassering; de Raad voor de Kinderbescherming en de Politie betrokken. Voor jongeren onder de twaalf jaar (zgn. 12 minners), die strafrechterlijk niet vervolgbaar zijn) kan door bureau Halt met toestemming van de ouders, voogd het stop-trjacet worden toegepast. Hierbij kunnen (lichte) strafmaatregelen getroffen worden of een zorgtraject worden ingezet. In de gemeente Brummen zijn in 2004 40 jongeren aangehouden voor een strafbaar feit. Van deze jongeren kwamen er 31 uit de gemeente Brummen. Van de gepleegde feiten werden er 14 middels Halt afdoening afgedaan. 13 jongeren zijn doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie. Het aantal risico jongeren in de gemeente Brummen is naar verhouding relatief laag. De gemeente Brummen kent geen geregistreerde risicojongeren. Onder uitvallers in het onderwijs zitten potentiële risico jongeren. Een goed contact tussen leerplicht ambtenaren en politie is belangrijk Van overheidswege is de gemeente aangewezen als regisseur voor het Jeugd- en veiligheidsbeleid. De gemeente neemt het initiatief, inspireert, stimuleert en faciliteert. In de praktijk blijkt dit een taak die zich uitstrekt over vele sectoren, zoals welzijn, zorg, onderwijs, politie en justitie en wordt ze gekenmerkt door een intensieve samenwerking tussen vele actoren. We kunnen hier spreken van een integrale aanpak van jeugdcriminaliteit. De gemeente speelt hier zelf geen actieve rol in, deze is uitbesteed aan de Stichting Welzijn Brummen.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
15
Preventieve jeugdzorg Het belang van de preventieve jeugdzorg wordt steeds meer ingezien. Kinderen, jongeren en hun ouders hebben alle belang bij effectieve hulp dicht bij huis van waaruit tijdig kan worden gesignaleerd en zo nodig worden doorverwezen naar andere vormen van hulp en ondersteuning. In Brummen kennen we een zorgnetwerk voor kinderen van 0 – 19 jaar. Dit netwerk is er op gericht om knelpunten in de opvoedings- en ontwikkelingssituatie van de jongeren aan te pakken. In het zorgnetwerk zijn onder anderen betrokken de thuiszorg (Verian), de interne begeleider voor (basis)scholen, maatschappelijk werk, GGD,Bureau Jeugdzorg, Stichting Welzijn Brummen. Ook gemeente en politie maken deel uit van dit zorgnetwerk. Daarnaast kunnen organisaties ad hoc aansluiten. Doel van het netwerk is het bundelen van informatie om te komen tot een gerichte doorverwijzing of adequate aanpak en het verlagen van de drempel richting hulpinstanties. Het zorgnetwerk krijgt een steeds structurelere plaats. De gemeente zet dan ook sterk in op de promotie van de zorgondersteuning. Een belangrijke vraag bij het zorgnetwerk is op welek manier je bij (probleem) gezinnen kunt binnenkomen. Een systeem van gezinscoaches kan een middel zijn. Een andere belangrijke functie van het zorgnetwerk is het uitwisselen van informatie. Versterken leerplicht Een van de belangrijkste aandachtspunten voor de leerplichtambtenaar is het voorkomen van vroegtijdige schooluitval. Het belangrijkste instrument voor leerplichtige jongeren is de Leerplichtwet. (tot 17 jaar, er zijn plannen deze leeftijd te verhogen). Anders ligt het bij jongeren die niet meer leerplichtig zijn maar nog onvoldoende opleiding hebben genoten. Hiervoor zijn de zogenaamde Regionale Meld en Coördinatiefunties (RMC’s) opgericht. Gemeenten zijn verplicht om beginnende schooluitval bij nietleerplichtige leerlingen bij het RMC te melden. Op basis hiervan kunnen gerichte acties worden ondernomen om leerlingen terug te leiden naar het onderwijs of een passende plaats op de arbeidsmarkt. Sinds vijf jaar is er extra inzet op de taken uit de leerplichtwet. De functie is aangepast aan de landelijke normen. Jongeren ontmoetingsplaatsen In winkelcentra en op andere plekken wordt overlast ervaren van rondhangende jongeren. Om de overlast te kunnen beperken lijkt een aanpak met de desbetreffende jongeren noodzakelijk. In de gemeente Brummen zijn 2 officiële hangplekken (Troelstralaan te Brummen en Wasacker te Eerbeek). Naast deze officiële hangplekken verblijven de jongeren ook op andere plaatsen in de gemeente. Vooral in de zomermaanden komen er meldingen van overlast binnen. In 2004 kwamen vooral van de volgende locaties overlastmeldingen binnen: Graaf van Limburg Stirumplein, viaduct aan de Cortenoeverseweg, Bernstein, Stuyvenburchplein, Wethouder Sanderstraat en rond de officiële JOP’s. Op basis van de ervaringen en contacten met de wijkraden heeft de gemeente besloten geen nieuwe JOP’s op te richten.
Jongeren en de gemeente Uit het E-MOVO onderzoek blijkt dat een kwart van de onderzochte groep wekelijks een buurt of clbuhuis bezoekt. Bijna de helft doet dat nooit. 37% geeft aan niet in de buurt te missen. Meer dan 20% van de jongeren geeft aan een hangplek, een skatebaan of pleintjes te missen. 41% vindt dat de gemeente niet voldoende naar jongeren luistert. 8% vindt van wel en 41% weet het niet. Jongerenopbouwwerker Sinds 2003 is in de gemeente Brummen is een jongerenopbouwwerker actief. Hij onderhoudt contact met de jongeren in het jongeren opvangcentrum en op andere plaatsen waar zij zich ophouden. Bij structurele meldingen van overlast door jongeren zoekt de jongerenopbouwwerker contact met de jongeren op de locatie waar de overlast plaatsvindt. Daarnaast neemt hij ook contact op met de klagers en heeft hij overleg met de wijkagent. In eerste instantie probeert hij te bemiddelen tussen klagers en jongeren. In het verleden zijn door deze werkwijze en de ad-hoc aanpak met betrokkenen de overlast klachten op diverse plaatsen afgenomen.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
16
Voorzieningen voor jongeren In de kernen Brummen, Eerbeek, Hall en Oeken zijn sportverenigingen. Een bekende locatie waar jongeren elkaar ontmoeten is het Jongeren Opvang Centrum (JOC) te Eerbeek. Recent heeft de gemeente actie ondernomen om ook in Brummen een JOC te realiseren. Daarnaast organiseert de Stichting Welzijn Brummen activiteiten. Alcohol en drugs Alcohol en drugs lijken een steeds grotere rol te gaan spelen onder de (oudere) jeugd in de gemeente Brummen. Uit het eerdere genoemde E-MOVO onderzoek blijkt dat 78% van de leerlingen uit de gemeente Brummen alcohol gebruikt, 54% geeft aan overmatig alcohol te gebruiken. ( voor Oost Nederland respectievelijk 72% en 57%) 10% gebruikt softdrugs en 5% harddrugs ( Oost Nederland resp. 8 en 2%) Met name het relatief hoge percentage harddrugsgebruikers in onze gemeente valt op. Actie: In juli 2002 is de nota Jong en Kleurrijk Brummen vastgesteld. Deze nota is in juli 2004 in de nota Jeugdbeleid op Koers geëvalueerd. De actiepunten die in de nota’s zijn verwoord verder implementeren en uitbreiden tot een degelijk beleid. Er is een initiatief om te komen tot de realisatie van een brede school in Brummen.
4. Fysieke veiligheid Onder de fysieke veiligheid vallen onderwerpen als verkeersveiligheid, veilige infrastructuur brandveiligheid gebouwen, risico’s van bedrijven,rampenbestrijding en risico’s van natuurrampen 4.1 Verkeersveiligheid Jaarplan politie 2005 De politie heeft als doelstelling het vergroten van de objectieve veiligheid in het verkeer. Als uitgangspunt nemen zij de nieuwe visie van het nationale verkeers- en vervoersplan. Door toezicht en handhaving wil men bereiken dat er minder verkeersdoden en gewonden vallen. Voor het komende jaar liggen de prioriteiten bij: snelheidscontrole; alcoholcontrole; roodlicht controles; controle op bumperkleven en controle fietsverlichting en reflectie. In geval van verkeersongevallen moeten alle bestuurders in het kader van “botsen is blazen” een blaasproef ondergaan. Beleid gemeente Brummen Enkele jaren geleden heeft de gemeente Brummen de politie een lasergun ter beschikking gesteld. Deze wordt gebruikt voor het terugdringen van hardrijden van zowel auto’s als ook jongeren op brommers. 4.2 Veilige infrastructuur. Hierbij moet naast het wegennet ook gedacht worden aan de veiligheid op de IJssel en de spoorweg De provincie houdt gegevens bij over gevaarlijke kruispunten. In deze gegevens komen geen kruispunten in de gemeente Brummen voor. 4.3 Brandveiligheid gebouwen Binnen de beleidsterreinen volkshuisvesting, verkeer en vervoer, milieu, ruimtelijke ordening, bouwen en wonen, gezondheidszorg, sociale zaken, onderwijs, sport en recreatie heeft men te maken met veiligheid in het algemeen en brandveiligheid in het bijzonder. De brandweer heeft bij dit complexe geheel een steeds grotere rol op het gebied van pro-actie. Pro-actie staat voor het wegnemen van de structurele oorzaken van onveiligheid en het voorkomen van het ontstaan ervan. Dit houdt in dat de brandweer steeds vaker en vroegtijdiger moet worden betrokken bij veiligheidsvraagstukken. De brandweer heeft immers een belangrijke repressieve taak als het om ongevallen en rampen gaat en zowel preventieve als repressieve taak bij branden. In de regio Noord- en Oost Gelderland is in 2004 de “veiligheidregio NOG” ingesteld. De veiligheidsregio NOG heeft tot doel middels multidisciplinaire samenwerking te komen tot een effectievere rampenbestrijding. 4.4 Risico aanwezige bedrijven.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
17
Besluit risico zware ongevallen In de gemeente Brummen zijn geen bedrijven die onder het Besluit risico zware ongevallen (BRZO) vallen. Besluit externe veiligheid inrichtingen Het besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is in 2004 van kracht geworden. In het kader van dit besluit moet inventarisatie en mogelijke sanering van LPG-stations plaatsvinden. In de gemeente Brummen zijn 2 LPG-stations waarvan er 1 voor sanering in aanmerking komt. Bij de afdeling Ruimte worden de voorbereidingen voor deze sanering getroffen. Verder worden de consequenties van deze regelgeving toegepast in nieuw te vormen bestemmingplannen. Registratiebesluit Externe Veiligheid en de Wet Milieubeheer In het kader van dit besluit worden door de Provincies in Nederland een risicokaart ontwikkeld, waardoor de burger kennis kan nemen van de risico’s in zijn leefomgeving. De gemeenten moeten hiervoor de informatie aanleveren. De afdeling Ruimte is bezig de gegevens te verzamelen. Gebruiksvergunningen In de gemeente Brummen is 80 – 90 % van de objecten, waarvoor een gebruiksvergunning vereist is, vergund. Alle vergunningen zijn opgenomen in een regulier controle systeem. Het controlesysteem moet nog wel uitvoering krijgen. Dit gebeurt als de nota handhaving gereed is. Handhavingbeleidsplan Bouwregelgeving De gewijzigde Woningwet is op 1 juni 2005 in werking getreden. De gemeenten hadden vervolgens tot 1 juni 2006 de tijd om het handhavingbeleidsplan vast te stellen. Brummen heeft het handhavingsbeleidplan op 30 juni 2005 vastgesteld. Slagen voor veiligheid Na de vuurwerkramp in Enschede en cafébrand in Volendam is de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gestart met het programma Slagen voor Veiligheid. Dit programma bestaat uit een aantal instrumenten om de gemeenten bij de aanpas van veiligheid te ondersteunen. Daarnaast is de Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding (WKR) in werking getreden. Deze wet verplicht onder ander de veiligheidsregio onder regie van de regionale brandweer een beheersplan op te stellen. Door de regio wordt momenteel aan dit plan gewerkt. In het kader van genoemde wet wordt de gemeente expliciet verantwoordelijk voor de risico communicatie. In de gemeente Brummen moet hieraan nog vorm worden gegeven. Gemeentelijk rampenplan In januari 2003 heeft de gemeente Brummen een rampenplan vastgesteld. De nieuwe wet “Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding” (WKR) verplicht de gemeenten om het rampenplan met daarbij de deelplannen in geactualiseerde vorm voor 1 juli 2005 opnieuw vast te stellen. Inmiddels heeft de provincie haar modellen, voor de deelplannen van de gemeentelijke processen, aangepast aan de WKR. Verder hebben de gemeente in de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland een concept rampenplan inclusief de deelplannen opgesteld. Afgesproken is dat de gemeenten in de veiligheidsregio deze plannen zoveel mogelijk overnemen. Dit om uniformiteit binnen de regio te waarborgen waardoor vervanging onderling mogelijk is. Het nieuwe Gemeentelijk Rampenplan is op 28 juni 2005 door het College van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. In de deelplannen zou ook rekening gehouden moeten worden met een toename van ouderen en mindervaliden bij ontruimingen en vervoer, geneeskundige voorzieningen bij opvang en verzorging etc. Politie, brandweer en ambulance zeggen hierop niet voorbereid te zijn (NOS journaal 4 oktober 2005). Rampenbestrijdingsplan De Wet Rampen en zware ongevallen legt aan gemeentebesturen de verplichting op om over een actueel gemeentelijk rampenplan te beschikken. In een gemeentelijk rampenplan is de organisatie vastgelegd van de rampenbestrijding bij mogelijke rampen en zware ongevallen. Naast een gemeentelijk rampenplan spreekt de Wet ook over rampenbestrijdingsplannen. Het gemeentelijk Rampenplan van Brummen is op 28 juni 2005 door het college vastgesteld.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
18
Voor elke ramp of zwaar ongeval, waarvan de plaats, de aard en de gevolgen voorzienbaar zijn, moet de burgemeester een rampenbestrijdingsplan vaststellen. In de gemeente Brummen zijn door de Provincie twee locaties aangewezen, waarvoor een rampenbestrijdingsplan noodzakelijk is. Dit betreft dijkdoorbraken en een LPG-installatie. Er is momenteel voor beide locaties een rampenbestrijdingplan vastgesteld In juli 2005 zullen alle rampenbestrijdingsplannen beschikbaar zijn. Het communicatiedeelplan is aangepast. Dit op basis en naar model van het regionale basisstuk, maar behoeft verdere uitwerking. Voor adequaat handelen van team Communicatie zijn training en beschikken over mobiele telefonie noodzakelijk. Incidenteel informeren wij burgers via GemeenteThuis en structureel in de gemeentegids (gele alarmpagina) over de instructies bij rampen. Via de regionale voorlichterspool van de Stedendriehoek beschikken de gemeentelijke voorlichters van Brummen over een netwerk van collega-voorlichters die zij kunnen inzetten bij grotere calamiteiten 4.5 Risico’s natuurrampen Dijkdoorbraak en bos- en heidebrand zijn de grootste risico’s van natuurrampen in de gemeente Brummen. Incidenteel kunnen windhozen en/of zeer zware stormen voorkomen. Dijkdoorbraak. De coördinatie hiervoor ligt bij de provincie Gelderland. Bos en heidebranden Voor bos- en heidebranden heeft de brandweer van de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland het team natuurbrandbestrijding. De Brandweer van de gemeente Brummen is hierbij betrokken. Bij grote bos- en heidebranden kan de brandweer verzoeken om inzet van blushelikopters van de Koninklijk Luchtmacht. Deze zullen voor het halen en brengen van water een zo veilig mogelijk route over de gemeente zoeken. Mogelijke plaatsen voor het halen van water zijn de IJssel en de Albaplas.
5. Integriteit en veiligheid Met dit onderdeel wordt bedoeld aan te geven, dat het openbaar bestuur, vanuit zijn voorbeeldfunctie, integer dient te zijn, ook in relatie tot het onderwerp veiligheid. Een adequaat handhavingsbeleid speelt daarbij een belangrijke rol. 5.1 Organisatiecriminaliteit Verschijningsvormen in de praktijk hiervan zijn concurrentievervalsing in de lokale economie door malverserende ondernemers, bouwfraude, groeihormonen en mest. In de gemeente Brummen zijn alleen gevallen van malverserende ondernemers bekend. 5.2 Georganiseerde criminaliteit Georganiseerde vormen van criminaliteit - te denken aan drugshandel, mensensmokkel, wapenhandel maar ook bouwfraude, mestfraude en de “hormonenmaffia”- zijn op tal van manieren verweven met hun “legale” omgeving. Als gevolg hiervan hebben ook gemeenten mogelijkheden om criminelen en criminele ondernemers de voet dwars te zetten. Bestuurlijke aangrijpingspunten zijn bijvoorbeeld beschikkingen, handhaving van vergunningen en de gebiedsgerichte aanpak. De mogelijkheden van gemeenten voor een bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit worden al langere tijd onderkend; na de commissie “Van Traa” heeft met name Amsterdam een pioniersrol vervuld in de andere verkenning én benutting van het bestuurlijk instrumentarium. Met de Wet BIBOB, die 1 juni 2003 in werking is getreden, hebben de gemeenten nieuwe mogelijkheden gekregen bij vergunningverlening en aanbestedingen: vreest de gemeente dat de beschikking misbruikt gaat worden in het kader van criminele activiteiten dan kan de beschikking of aanbesteding geweigerd worden. Heeft de gemeente zelf al het nodige gedaan om dit te onderzoeken en voorkomen, dan kan de gemeente hierover een advies aanvragen bij het landelijke BIBOB-bureau. De bestuurlijke aanpak komt hiermee opnieuw in beeld. Het is aan gemeenten hun mogelijkheden te onderkennen en er werk van te maken. • Wet BIBOB:
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
19
De Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob) reikt overheden een instrumentarium aan om zich te beschermen tegen het ongewild meewerken aan criminele activiteiten. Daarbij gaat het om twee zaken: Informatie: gemeenten kunnen informatie krijgen over aanvragers van vergunningen, subsidies en over mededingers bij aanbestedingen; Weigeren: gemeenten kunnen een vergunning weigeren bij ernstig gevaar voor misbruik van de vergunning, subsidie of overheidsopdracht. Volgens de politie Brummen-Eerbeek zijn er op dit moment wel signalen over georganiseerde criminaliteit in de gemeente Brummen met name op het gebied van de hard drugshandel. Ook is het zo dat in het kader van wetgeving invulling geven moet worden aan de Wet Bibob. In opdracht van het Regionaal College heeft een ambtelijke werkgroep onder leiding van de gemeente Apeldoorn inmiddels een regionale beleidslijn BIBOB opgesteld. Deze regionale beleidslijn zal als kader voor de lokale situaties gelden en voorziet in een gefaseerde invoering van deze wet. De gemeente Brummen werkt nog niet met de Wet Bibob. Het is de bedoeling om de regionale beleidslijn als kader te hanteren. Implementatie zal een taak zijn van Frontoffice & Vergunningen 5.3 Integriteit van lokaal bestuur De gemeenteraad heeft op 21 december 2000 de nota “Gewetenswerk” vastgesteld. Hierin is de gedragscode voor integer handelen voor ambtenaren en bestuurders van de gemeente Brummen op genomen. In het kader van Europese regelgeving zijn er binnen de gemeente Brummen als afspraken gemaakt over de naleving van de regels over openbare aanbesteding van werken en diensten (nota aanbesteding en inkoop gemeente Brummen).
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
20
Bijlage 2: Toelichting op de veiligheidsthema’s In onderstaand schema zijn bij elk veiligheidsthema voorbeelden gegeven van manieren waarop de thema’s in gemeenten kunnen voorkomen. Tevens is aangegeven welk Brummense gemeentelijk beleid op deze veiligheidsthema’s van toepassing is. Het schema biedt ondersteuning bij de beantwoording van de beleidsvragen, in het bijzonder die met betrekking tot veiligheidsanalyse en de uitwerking van de aanpak op de vijf veiligheidsgebieden. Verschijningsvormen voorzien van een N komen in de gemeente Brummen (nog) niet voor 1. Veiligheidsveld Veilige woon- en lefomgeving thema Toelichting / verschijningsvormen / accenten in de praktijk 1. overlast • Botsende leefstijlen • Jongeren versus senioren • Probleemgezinnen • Psychiatrische gevallen • Zwervers • hennepkwekerijen • Meldingen en observaties door politie / corporaties ed. 2. onveiligheidsgevoelens • Vermijden donkere, rustige plekken gemeentelijk beleid: • Afnemende betrokkenheid bij publieke domein Tweejaarlijkse Veiligheidsscan • Sterker bij senioren • Signaal voor afnemende leefbaarheid in de buurt • Blijkt met name uit politiemonitor, burgerpeilingen ed 3. Leefbaarheid en sociale • Geringe betrokkenheid bij publieke domein weerbaarheid • Zwakke sociale netwerken Gemeentelijk beleid: • Intolerantie, klaagcultuur Nota Doel, nut en noodzaak, over de • Fysieke verloedering van de woonomgeving rol van de wijk/dorpsraden (2004) • Blijkt uit observaties van wijkprofessionals, gegevens van corporaties e.d. 4. In en om de woning / huiselijk geweld • Geweld binnen het gezin Gemeentelijk beleid: • Problematische gezinssituaties Adviesnota regionaal steunpunt • Ongevallen binnenshuis huiselijk geweld (2004) • Stalking 5. geweld • Zware geweldpleging / mishandeling • Terroristisch geweld • Vechtpartijen • Voetbalvandalisme N 6. Inbraken en voertuigcriminaliteit • Buurten / straten waarin veel inbraken plaats Gemeentelijk beleid: vinden Inzet preventieteam stadswachten. • Eventueel gerelateerd aan drugsmilieu Project: Voorkomen en/of genezen • Inbraaktoerisme: passerende professionele groepen inbrekers die na gedane zaken huiswaarts – elders in het (buiten)land – keren. 7. Overige criminaliteit • Straatroof N Beleid: • Tasjesroof N Gebiedsgericht werken wijkagenten
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
21
2. Veiligheidsveld “bedrijvigheid en veiligheid” Thema Toelichting / verschijningsvormen / accenten in de praktijk 1. Veiligheid op bedrijven terreinen en in • bedrijfsinbraken winkelcentra • overvallen • winkeldiefstal • fraude ( vals geld, creditcardfraude, flessentrekkerij, oplichting, internetfraude, computer criminaliteit) • onveiligheidsgevoelens van klanten, winkelend publiek, werknemers. 2. Uitgaan en overlast • overlast rondom uitgaansgelegenheden • geweld op straat in uitgaansgebieden 3. Toerisme en onveiligheid • overlast van campinggasten op weg naar uitgaansgelegenheden N • gevaarlijke situaties in recreatiegebieden • autokraken • inbraken vakantiehuisjes 1. Grootschalige evenementen • baldadigheid rondom voetbalwedstrijden N Gemeentelijk beleid: • gevaarlijke situaties bij evenementen op de Evenementenprotocol gemeente openbare weg. Brummen. (in procedure) 3. Veiligheidsveld “jeugd en veiligheid” thema Toelichting / verschijningsvormen / accenten in de praktijk 1. overlast • hangplekken gemeentelijke beleid: • baldadigheid en vandalisme zorgnetwerk 0 – 19 jarigen • onveiligheidsgevoelens van buurtbewoners jongerenopbouwwerker jeugdbeleid op koers (2004) 2. 12 minners • baldadigheid en vandalisme • schooluitval 3. Allochtone jongeren • interetnische conflicten • beperkte aansluiting • (agressieve) groepsvorming • schooluitval 4. Harde kern • schooluitval 5. Alcohol en drugs • problematisch alcohol- en drugsgebruik en daaraan gerelateerde criminaliteit • agressie van dronken jongeren in de uitgaanssfeer.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
22
4. Veiligheidsveld “fysieke veiligheid” Thema 1. verkeersveiligheid
2. Veilige infrastructuur 3. Brandveiligheid gebouwen
2. Risico’s aanwezige bedrijvigheid Gemeentelijk beleid: Rampenplan geactualiseerd (juli 2005) 5. Risico’s natuurrampen
Toelichting / verschijningsvormen / accenten in de praktijk • verkeer in winkelstraten • rondom scholen • hard rijden op rondwegen • hardrijden in buurten met 30 km zones • veiligheidseffecten van functiemenging wonen, werken, industrie • snelwegen en spoorwegen in de bebouwde kom • afwezigheid van goed werkende brandmeldinstallaties • onbegaanbaarheid van vluchtwegen • niet naleven van voorschriften in de bouwvergunning • industrie, opslag, LPG-stations • blijkt uit gemeentelijkerisicoanalyse. • •
dijkdoorbraken bos en heidebranden
5. Veiligheidsveld “integriteit en veiligheid” thema Toelichting / verschijningsvormen / accenten in de praktijk 1. organisatiecriminaliteit • concurrentievervalsing in lokale economie door malverserende ondernemers • bouwfraude N • groeihormonen N • mest N 2. Georganiseerde criminaliteit • drugsmilieu, opkoop panden, dekmantelbedrijven. • Illegale casino’s N • Illegale prostitutie • Vrouwenhandel • Mensensmokkel • XTC-laboratoria 3.Integriteit van het lokale bestuur • Corruptie gemeentelijk beleid: • Diffuse situaties die in non-integer handelen Nota Gewetenswerk (2000) resulteren. Nota Aankoop en inkoop gemeente Brummen.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
23
Bijlage 3: Uitwerking van de prioriteringen Na prioritering en vaststelling van de kaders door de Raad moeten de volgende vragen aan de orde komen. Per beleidsprioriteit: 1. Welke aanpak wordt per beleidsprioriteit gekozen? • wat zijn de beoogde effecten van die aanpak? • Wat zijn de accenten van de aanpak? • Welke partijen spelen een rol bij die aanpak • Maak gebruik van de “bijzondere mogelijkheden” van partijen • Geef rekenschap van verantwoordelijkheden van partijen • Benut gelijk gerichte belangen van partijen • Denk aan combinaties van repertoires • Sluit aan bij bestaande verbanden • Denk ook aan interne partijen • Wees creatief 2. Welke maatregelen / instrumenten worden gekozen? 3. Hoe wordt dit ingebed in het gemeentelijk beleid/beheer 4. Wat is de doorwerking op het beleid van externe partners? 5. Welke intergemeentelijke samenwerking is mogelijk/wenselijk? 6. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze prioriteit? 7. Wat zijn de benodigde capaciteit en middelen? Als alle prioriteiten zijn uitgewerkt volgen de laatste vragen: 8. Hoe samenhangend en integraal is het Veiligheidsbeleid dat is geformuleerd? 9. Hoe wordt het integraal veiligheidsbeleid binnen het gemeentelijk apparaat georganiseerd? • Verankering binnen de afdelingen • Verankering centraal in de organisatie (coördinator integrale veiligheid) 10. Hoe wordt de interne en externe afstemming over integrale veiligheid vorm gegeven? • Hoe wordt interne afstemming vorm gegeven • Hoe wordt afstemming vorm gegeven tussen interne en externe institutionele partijen? • Hoe wordt afstemming met bewoners georganiseerd? 11. Hoe wordt de politieke-bestuurlijke inbedding van het integraal veiligheidsbeleid vorm gegeven? • Rol portefeuillehouder • Rol van de Raad in zijn controlerende taak 12. Hoe worden afspraken met betrekking tot het integraal veiligheidsbeleid vastgelegd? 13. Welke systematiek voor planning en control wordt gekozen? 14. Hoe wordt er gecommuniceerd over integrale veiligheid? 15. Welke capaciteit en middelen zijn nodig voor de beleidsuitvoering? (dit is grofweg de optelsom van alle prioriteiten) De veiligheidsanalyse en de uitwerking van de prioriteiten vormen samen de kadernotitie Integrale veiligheid. Deze notitie moet door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
24
Bijlage 4: Verder lezen/Websites Gemeente Brummen, Doel, nut en noodzaak van wijk- en dorpsraden, Brummen 2004. Gemeente Brummen, Veiligheidsscan 2004, Brummen 2004 Gemeente Voorst, Kadernotitie integraal veiligheidsbeleid 2005- 2008, Twello 2004 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Naar een veiliger samenleving, Den Haag 2002 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Jaarrapportage Veiligheid 2004, Den Haag 2004 Overlegplatform stedelijke Vernieuwing, Handboek Veiligheid in de wijk, 2000 Politie District IJsselstreek, Kadernotitie integraal veiligheidsbeleid 2005-2008, Zutphen 2004 Regio Noord Veluwe, Basis horecaconvenant, 2001 Vereniging Nederlandse Gemeenten, Kernbeleid Veiligheid, Den Haag 2003 Websites: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties : www.minbzk.nl Vereniging Nederlandse Gemeenten: www.vng.nl Vereniging Nederlandse Gemeenten: www.slagenvoorveiligheid.nl Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid: www.hetccv.nl Rijksoverheid: www.veiligheidsprogramma.nl Rijksoverheid: www.nederlandveilig.nl
Op weg naar een integraal veiligheidbeleid in de gemeente Brummen
25