ook senioren maken de toekomst
een innovatieve aanpak ter bevordering van het welzijn van senioren in Noordwijk
Eindrapport van de voorbereidingscommissie Welzijn Senioren Noordwijk (WSN) In opdracht van de Ouderenbonden ANBO, KBO en PCOB Juni 2013
Inhoudsopgave:
Pagina 2
Hoofdstuk 1
Inleiding
Pagina 3
Hoofdstuk 2
Toekomstverkenning
Pagina 4
Hoofdstuk 3
Missie en domein
Pagina 8
Hoofdstuk 4
Beleidsdoelen van de stichting Welzijn Senioren Noordwijk
Pagina 11
Hoofdstuk 5
De organisatie van de nieuwe Stichting
Hoofdstuk 6
Gevolgen voor de exploitatie van de dienstencentra.
Pagina 17
Hoofdstuk 7
Financiën
Pagina 19
Hoofdstuk 8
Hoe nu verder
Pagina 20
Bijlagen: 1. Overzicht deelnemers workshop (stakeholders) 2. Concept begroting 2013 3. Relatieschema activiteiten / stakeholders
Pagina 15
Pagina 21
2
Hoofdstuk 1: Inleiding De exploitatie van de dienstencentra “het Trefpunt” en “de Wieken” wordt tot 2013 geregeld door de stichting CON. De gemeente heeft het contract met het CON opgezegd en had het voornemen de exploitatie door een - of meerdere commerciële organisatie(s) te laten plaats vinden. De ouderenbonden, verenigd in het Drie Bonden Overleg (DBO), maken zich zorgen over de toekomstige functie van beide centra en hebben de gemeente voorgesteld de exploitatie zelf ter hand te nemen, zij zijn immers de grootste gebruikers. De gemeente heeft de ouderenbonden de gelegenheid geboden hun verzoek te onderbouwen met een plan van aanpak. Hierbij heeft de gemeente een aantal randvoorwaarden gesteld gericht op een betere benutting van beide centra. Dit mede door inhoud te geven aan een stevige organisatie. De ouderenbonden hebben daartoe een commissie in het leven geroepen, met als opdracht een voorstel te maken voor een toekomstbestendige exploitatie van de dienstencentra. Als werknaam van de commissie is gekozen voor “Voorbereidingscommissie welzijn senioren Noordwijk” CWSN). 1 De CWSN heeft vastgesteld dat de exploitatie van de dienstencentra in de toekomst in hoge mate zal worden beïnvloed door de ontwikkelingen die er op het gebied van welzijn, zorg en wonen voor senioren aan de orde zullen komen en hebben om die reden de opdracht geplaatst in een breder kader en heeft vastgesteld dat een meer integrale benadering is gewenst. De CWSN heeft vervolgens een plan van aanpak opgesteld, waarin in een aantal workshops een “integrale toekomstverkenning” werd uitgevoerd en werd nagegaan welke impact toekomstige ontwikkelingen op het gebied van welzijn, zorg en wonen van senioren zullen hebben en welke oplossingsrichtingen worden nagestreefd door de in dit veld opererende stakeholders. Voor deze workshops zijn de stakeholders die in Noordwijk actief zijn op het terrein van het welzijn van senioren uitgenodigd. De participatie aan de drie georganiseerde workshops was nagenoeg 100%. Algemeen werd de behoefte aan intensivering, professionalisering en coördinatie van welzijnsactiviteiten voor en van senioren erkend. Dit rapport is in hoge mate gebaseerd op de uitkomsten van deze workshops.
1
Leden van de commissie zijn: E. Cassee (voorzitter) namens ANBO, H. vd Hoeven namens KBO, H. Bosboom namens Marente, L. Guijt namens PCOB, H. Meeuwenberg namens DBO, P. Barnhoorn op persoonlijke titel.
3
Hoofdstuk 2 Toekomstverkenning 2.1 Wat houdt de mensen bezig? Bij de aanvang van de eerste workshop werd aan de deelnemers gevraagd waar we het vooral over zouden moeten hebben. Op basis van door hen gegeven antwoorden kunnen een aantal clusters worden samengesteld, die een goed beeld geven van wat de mensen, die betrokken zijn bij welzijn voor ouderen, bezighoudt: • Wonen: dreigend tekort aan adequate huisvesting voor (kwetsbare) ouderen • Toekomst van de welzijnsactiviteiten van het CON • Ontwikkelingen in de (thuis) zorg en het welzijn als gevolg van de vergrijzing en van de stelselwijzigingen • Organisatie – en afstemming van zorg en welzijn op lokaal niveau • Overheid en zorginstellingen trekken zich terug op hun specifieke terrein: welzijn dreigt kind van de rekening te worden • Hoe komen we van aanbod gestuurd naar vraag gestuurd werken • De invloed van technologische innovaties • Toenemende eenzaamheid en zingevingproblematiek Deze thema’s zouden gedurende de workshops steeds weer terugkeren. 2.2
Wat komt er op ons af? In de eerste workshop is systematisch nagegaan welke ontwikkelingen op sociaal-cultureel, demografisch, financieel-economisch, technologisch en politiek op ons afkomen. Enkele voorbeelden: • Sociaal-cultureel o Toenemende individualisering: traditionele vangnetten verdwijnen o Toenemende mondigheid: “platinum power” ontstaat o Dilemma zorgkosten versus kwaliteit van leven o Impact van sociale media • Demografisch o Vergrijzing o Meer vitale senioren, naast meer kwetsbare senioren o Meer 1 persoons-huishoudens: mantelzorgprobleem o Meer twee verdieners > Minder tijd voor maatschappelijke taken • Technologisch o Toename gebruik van ICT voor zorg op afstand o Ontstaan van “ screenagers” o Sociale media als contactmogelijkheid • Financieel-economisch o Meer kwetsbare ouderen, minder beschikbare middelen 4
o De armen worden armer o Meer senioren met (wat) geld o Voorzieningen meer inkomenafhankelijk • Politiek o De behoefte aan een sterke (gecoördineerde) lobby ten behoeve van senioren o Schaalvergroting kan tot afstandelijkheid leiden: de cliënt verdwijn achter de horizon van de bureaucratie o Meer uitvoerende verantwoordelijkheden bij gemeenten o Meer sturen op Zelfredzaamheid (Zorgvragers met een indicatie ZZP 1 t/m3 worden vanaf 2013 geacht thuis verzorgd te worden) Na de brainstorm werden door de deelnemers – via een stemmingsprocedure – de volgende bepalende factoren voor de toekomst van het welzijn(swerk) van senioren vastgesteld: • De impact van ICT en sociale media • Behoefte aan een lobby voor senioren • Gevolgen van vergrijzing beter in kaart brengen • Geschikte huisvesting voor senioren • Gevolgen van stelselwijzigingen • Toekomst dienstencentra “het Trefpunt” en “de Wieken” • Tekort aan professionele en niet-professionele hulpverleners • Relatie inkomen – kwaliteit van zorg/wonen/welzijn Vervolgens werd de invloed van deze bepalende factoren voor de stakeholders die actief zijn in het werken met – en voor senioren besproken. Daarbij werd uitgegaan van een viertal categorieën stakeholders. - financiers (gemeente, zorgverzekeraars, zorgkantoor), - bedrijfsleven - (professionele zorgaanbieders, overig bedrijfsleven), - Vrijwilligers / actieve senioren en de ouderen zelf. Enkele voorbeelden: • Financiers o Meer maatwerk: zorg pluspakketten en variatie in wonen naar oppervlakte en luxe o Een professionele lobby richting financiers met oplossingsgerichte projecten die besparen op de levensloopkosten o Grote invloed van de omslag AWBZ-> WMO voor gemeente en senoren
5
• Vrijwilligers o ICT biedt meer mogelijkheden voor contact, maar vereist adequate training o Sterke toename van aantal thuiswonenden met indicatie 1 t/m 3 zal een grotere behoefte aan mantelzorgers en andere vrijwilligers met zich meebrengen o Deskundige vrijwilligers inzetten bij lobbyactiviteiten o Mondiger senioren vragen om een ander imago van het vrijwilligerswerk • Professionele zorgaanbieders o Zorgcentra zouden meer betrokken kunnen/moeten worden bij welzijnsactiviteiten voor thuiswonende ouderen o Dreigend tekort aan vakbekwaam personeel o Zoeken naar synergie en gezamenlijk optreden naar financiers en doelgroep • Senioren o Onderzoek naar wensen en verlangens van de nieuwe generatie senioren o Helder maken van de gevolgen van het nieuwe overheidsbeleid o Bijdrage van vitale senioren aan de kwaliteit van leven van kwetsbare senioren mobiliseren en stimuleren. o Ook aandacht voor interesses - en behoeften van senioren met een hoger inkomen en een hogere opleiding. (breder georiënteerd maatwerk) De discussies leidde uiteindelijk tot de vaststelling van de volgende prioriteiten voor de verdere ontwikkeling van het welzijn van senioren in Noordwijk: 1. De gevolgen van de wijzigingen in de WMO en de AWBZ beter in kaart brengen 2. De mogelijkheden van ICT en sociale media voor toepassingen in het kader van zelfredzaamheid -, maatschappelijke participatie – en eenzaamheidsbestrijding van senioren verder uitwerken 3. Het ontwikkelen van positieve aandacht voor de doelgroep o.a. door het opzetten van een “seniorenmagazine” 4. Aantrekken en motiveren van vitale, deskundige senioren als vrijwilliger 5. De waardevolle activiteiten van het CON elders onderbrengen 6. Bredere segmentering van welzijnsactiviteiten (meer educatie + cultuur) 7. De coördinatie tussen de verschillende stakeholders verbeteren
6
8. Het, in nauwe samenwerking met de gemeente en professionele zorgorganisaties, aandacht geven aan het slechten van drempels door de inzet van (al of niet professionele) begeleiders / adviseurs 9. Toekomstbestendige exploitatie opzetten voor de dienstencentra
7
Hoofdstuk 3.
Missie en Domein.
De toekomstverkenning maakt duidelijk dat er veel gaat veranderen in de komende jaren. Om die uitdaging met vertrouwen tegemoet te treden is een flexibele organisatie nodig die zich gaat richten op een integrale en coördinerende benadering van de nieuwe ontwikkelingen. In een later hoofdstuk zal daar nader op worden ingegaan. In dit hoofdstuk staat de vraag centraal wat het speelveld van die organisatie zal zijn en met welke uitgangspunten dat speelveld zal worden betreden. Die vraag gaat over domein en missie van de nieuwe organisatie. Alvorens daar op in te gaan is het zinnig om een naam voor die organisatie vast te stellen. Het gaat om welzijn van senioren, dat is duidelijk. Bij het begrip “ouderen” wordt nog te vaak een associatie gemaakt met arm en zielig. Om dat te voorkomen, de meeste “ouderen” zijn immers helemaal niet arm of zielig, gebruiken we liever het begrip senioren. Als naam voor de nieuw op te richten stichting is gekozen voor: “Stichting Welzijn Senioren Noordwijk”. Afgekort SWSN. Missie De missie geeft antwoord op vragen als: Waartoe zijn wij op aarde? Wat willen we betekenen voor onze stakeholders? Wat trekken we op ons fatsoen? Kortom , de missie definieert de normen en waarden waarmee je doelen wilt bereiken. In de workshops en de voorbereidingscommissie is over de missie gediscussieerd. Daarbij zijn o.a. de volgende punten naar voren gebracht: - vraaggerichtheid moet centraal staan: het aanbod moet in lijn zijn met de behoeften en doelstellingen van de senioren in de doelgroep, want die vormen het uitgangspunt. Nadere analyse leert bijvoorbeeld dat het huidige aanbod van activiteiten georganiseerd door de ouderenbonden zich vooral richt op de groep met weinig inkomen en weinig opleiding. De activiteiten sluiten onvoldoende aan bij de behoeften van mensen met meer opleiding en/of meer geld. Het aanbod moet ook voor hen waardevol zijn. - Stakeholders zijn niet alleen de kwetsbare en vitale senioren zelf, maar ook vrijwilligers, mantelzorgers, financiers en professionele zorgaanbieders. Deze brede oriëntatie heeft geleid tot de formulering va de volgende missie voor de nieuwe stichting: - het (vraaggericht) bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare – en vitale senioren in alle geledingen van de bevolking, - het boeien en binden van vitale senioren met verschillende deskundigheden als vrijwilliger in het seniorenwerk - het geven van value for money aan de financiers van het seniorenwerk: overheid, bedrijfsleven en anderen 8
- het inspireren – en stimuleren van (samenwerking / afstemming tussen) alle partijen die zich al dan niet professioneel bezighouden met het welzijn van senioren. Domein Beleid voeren is keuzes maken. Door het afpalen van het domein (het speelveld van de nieuwe organisatie) wordt dat vergemakkelijkt. Niet alles kan worden aangepakt. Op basis van de uitkomst van de workshops is de volgende omschrijving van het domein opgesteld: - de nieuwe organisatie heeft een signalerende, initiërende, coördinerende en faciliterende functie op het gebeid van het bevorderen van welzijn van kwetsbare – en vitale senioren. De stichting richt zich dus primair op vitale senioren, maar er is een duidelijke overlap naar het welzijn van zorggeïndiceerde senioren. Dit als ondersteuning en aanvulling op de professionele hulpverlening. - De stichting zal zich vooral bezig houden met het bevorderen van op het collectief van senioren gerichte activiteiten. Individuele ondersteuning zal vooral aanvullend zijn. - De stichting faciliteert het seniorenwerk door de exploitatie van dienstencentra. De stichting heeft verder geen uitvoerende taken, anders dan als aanjager van nieuwe activiteiten, die vervolgens zullen worden overgedragen aan derden, waarbij de gedachte primair uitgaat naar het DBO (de samenwerkingsorganisatie van de drie ouderenbonden) en de professionele zorgorganisaties. Aandachtsgebieden Binnen het geformuleerde domein stelt de CWSN de volgende aandachtsgebieden voor de nieuwe stichting voor: - collectieve activiteiten voor senioren - individuele ondersteuning van senioren - informatie- en communicatie management - aantrekken en behouden van vrijwilligers - exploitatie van de dienstencentra Een en ander geïllustreerd in onderstaand schema “Domeinen Welzijn Senioren Noordwijk”.
9
10
Hoofdstuk 4. Beleidsdoelen van de stichting. Per aandachtsgebied heeft de CWSN beleidsdoelen geformuleerd. De realisering van deze doelen zal projectmatig worden aangepakt. In onderstaand schema wordt e.e.a. weergegeven: reizen
Schema ontwikkelingsplan NENS
ICT werkgroep
culinair
Public affairs Senioren magazine
Info strategie Informatie management
vrijwilligers
Collectieve activiteiten Zelfredzaamheid en Participatie
Info balie
vasthouden Aandachtsgebied
Sociaal netwerk
Bestaand Bestaand + Nieuw
Zelfhulp coöperaties
cult uur
Senioren sociëteit
Integrale cliënt ondersteuning
opleiden
educatie
ontspanning
werven Projectgroep systeemwijziging
B A L I E
Senioren universiteit
ondersteuner
Service centrum wijkverpleging
gemeente Professionele zorg
4.1 Collectieve activiteiten van en voor senioren. Op dit gebied wordt al veel goed werk verricht door de ouderenbonden. De activiteiten van het CON zullen goeddeels worden overgenomen door het DBO. Uit de workshops is evenwel gebleken dat de activiteiten van de bonden zich vooral richten op senioren in het segment “ weinig opleiding/weinig geld” . De andere segmenten worden niet of nauwelijks bereikt. Ook in deze segmenten zal het nieuwe denken over maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid invloed hebben op de vraag naar meer contacten en meer gemeenschappelijke activiteiten. De nieuwe stichting zal zich dus ook moeten richten op het initiëren van projecten die zich richten op participatie van senioren uit de andere segmenten. Te denken valt daarbij aan: - het opzetten van een “senioren universiteit” waarin lezingen/cursussen worden gekoppeld aan andere activiteiten, zoals museum- of concertbezoek en reizen. 11
- Senioren-culinair: het opzetten van kookkringen waarin senioren met en voor elkaar komen, al dan niet gecombineerd met kookworkshops. - Een senioren-sociëteit in een van de dienstencentra, waar men op vaste tijden terecht kan voor een drankje en een praatje, en waar ad-hoc activiteiten kunnen worden ontwikkeld. In het kader van zo’n societeit zouden ook ontmoetingsmogelijkheden voor mensen met gelijke interesse kunnen worden gefaciliteerd. 4.2 Individuele ondersteuning van senioren. De Stichting zal zich vooral richten op het voorkomen van problemen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie bij nog vitale senioren. Als eenmaal een zorgbehoefte is geïndiceerd zal het beleid vooral gericht moeten zijn op aanvullende hulp. De ouderenbonden spelen op dit terrein al een belangrijke rol ouderenadviseurs en andere dienstverlenende vrijwilligers helpen senioren om hun zelfredzaamheid langer te behouden. De nieuwe stichting zal zich dan ook vooral richten op het helpen verbeteren van de bestaande situatie, vooral ook gelet op de gevolgen van de veranderende wet- en regelgeving op het gebied van extramurale hulpverlening en de daaruit voortvloeiende veranderende rol van de gemeente en de zorginstellingen. Beleidsdoelen hierbij zijn: - Het in samenspraak met de gemeente verder professionaliseren en integreren van de seniorenadviseurs in het nieuwe stelsel en daardoor drempelverlaging naar activiteiten, hulpmiddelen en zorg na te streven - het nagaan of het zinvol en mogelijk is om wijk- of buurtgebonden zelfhulporganisaties te ontwikkelen, waarin vitale ouderen een netwerk vormen - het bevorderen van een wijk-gebonden aanpak van de zorghulpverlening, waarbij de dienstencentra als uitvalsbasis voor wijkteams kunnen dienen. Dit zou een (deel)uitwerking kunnen zijn van de door de gemeente beoogde woonzorgzones - Het bevorderen van de ontwikkeling van een servicecentrum voor senioren waar men terecht kan voor praktische hulp: klussen, boodschappen, computers, etc. 4.3
Informatie – en communicatiemanagement. Informatie voor en over senioren wordt nu versnipperd aangeboden door de verschillende organisaties die zich richten op welzijn voor senioren. Daarnaast ontbreekt een krachtig geluid van de kant van de senioren, in de vorm van een sterke lobby voor hun belangen. Het coördineren van relevante informatie voor de doelgroep senioren wordt 12
door partijen als zinvol gewaarmerkt. Een belangrijke doelstelling van de nieuwe stichting zal dan ook het ontwikkelen van zo’n systeem / medium moeten zijn. Niet alleen zal dat leiden tot een grotere efficiency, belangrijker is dat het doelmatiger zal zijn: betrokkenen zullen beter op de hoogte zijn van wat er speelt en waar men voor wat terecht kan. Een informatiemanagement project zou de volgende doelen kunnen hebben: - zorgen voor gecoördineerde informatie, gericht op de doelgroep, o.a. door het oprichten van een “seniorenmagazine”, waarin alle stakeholders op het gebied van welzijn, zorg en wonen voor senioren hun informatie kwijt kunnen. Een goed functionerende informatiebalie/-telefoon zal hier ook behulpzaam kunnen zijn. - Het optimaliseren van het gebruik van bestaande en nieuwe media. Hierbij zal speciale aandacht worden geschonken aan de rol van ICT en sociale media in het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid van senioren met een verschillende achtergrond. - Het stimuleren van participatie door vitale senioren door het presenteren van stimulerende praktijkvoorbeelden en het brengen van positief nieuws voor de doelgroep - Het ontwikkelen van een krachtige lobby gericht op het welzijn van senioren, gebaseerd op een proactieve aanpak.
4.4
Vrijwilligers vormen de kern van het welzijnswerk voor senioren. Zonder hen is het onmogelijk om de doelstellingen te bereiken. Veel vrijwilligers zijn actief in het kader van de ouderenbonden, maar zeker ook anoniem bij individuele mantelzorg en of bij de professionele zorginstellingen. Ook de nieuwe stichting zal in hoge mate afhankelijk zijn van de beschikbaarheid en de inzet van vrijwilligers voor de bemensing van nieuwe projecten en voor de exploitatie van de dienstencentra en de daarin gevestigde bars. Voldoende toevoer van nieuwe vrijwilligers en het vasthouden van de reeds actieve vrijwilligers is daarom essentieel. Hierbij zal veel aandacht worden besteed aan het interesseren van vitale senioren en daarbij aan te sluiten bij hun kennis en kunde. De nieuwe stichting zal daarom – in samenwerking met het DBO en anderen – een vrijwilligersbeleid moeten ontwikkelen dat gericht is op het aantrekken, binden en zo nodig opleiden van vrijwilligers. Een aparte projectgroep zal hiervoor in leven worden geroepen
13
4.5
Bedrijfsmatig verantwoorde exploitatie van de dienstencentra. De nieuwe stichting zal optreden als exploitant van beide dienstencentra en de daarin gevestigde bars. Bij de exploitatie zullen de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: - de exploitatie moet bedrijfsmatig verantwoord zijn en niet leiden tot het verwijt van para-commercialisme. Hoewel het werken met vrijwilligers tot lagere prijzen kan leiden, mag het feit dat de exploitatie wordt gesubsidieerd niet in de prijzen doorwerken. Dat betekent o.a.: o huur- en barprijzen zijn marktconform voor gelegenheden van deze aard o de exploitatie zal gericht zijn op optimalisering van het gebruik. Enerzijds houdt dit in dat met de huidige gebruikers zal worden overlegd om tot een betere exploitatie te kunnen komen, anderzijds zal adequate software en professionele aansturing noodzakelijk zijn. - De exploitatie moet sociaal verantwoord zijn. De nieuwe stichting is geen commerciële instelling, maar vervult een taak ten behoeve een bepaalde sector van de samenleving. Dat betekent dat de faciliteiten ook beschikbaar moeten zijn voor minder draagkrachtige gebruikers. Daarom zullen er voor bepaalde groepen en personen kortingsregels gelden: o De ouderenbonden krijgen (vooralsnog) 100% korting op de zaalhuur tot een maximum van het huidige gebruik, inclusief de overgenomen CON activiteiten, waarbij een efficiënter gebruik van de gebouwen uitgangspunt is. Daarover zal nader overleg moeten plaats vinden. o De leden va de ouderenbonden krijgen korting op de barprijzen. o Indien een “ vuurtorenpas” wordt ingevoerd kan dat voor bepaalde groepen houders van zo’n pas tot korting leidden. Het invoeren van een nieuwe barexploitatie vergt tijd. Vooralsnog wordt op de oude voet verder gewerkt, maar er dient zo spoedig mogelijk een projectgroep te worden opgestart die de nieuwe opzet verder uitwerkt.
14
Hoofdstuk 5. De organisatie van de nieuwe stichting. Bij de uitwerking van de organisatiestructuur is uitgegaan van een tweetal principes: - de organisatie moet recht doen aan de verwevenheid van de vele actoren op het gebied van welzijn voor senioren in Noordwijk. De organisatie moet geen “freischwebende Intelligenz” worden, maar verankerd zijn in de sector. -
De organisatie moet flexibel kunnen inspelen op de nieuwe ontwikkelingen. Een projectmatige aanpak met wisselende participatie van stakeholders is hiervoor de basis.
In onderstaand schema wordt de organisatiestructuur weergegeven:
Structuur Stichting WSN Stakeholders Welzijn Senioren Noordwijk
Adviesraad Stichting WSN
Bestuur Stichting WSN
Uitvoeringsorganisatie
Welzijnsactiviteiten voor senioren
15
De betrokkenheid van de organisaties die werkzaam zijn op het gebied van welzijn, zorg en wonen van senioren wordt tot uiting gebracht in hun participatie in de Adviesraad van de Stichting. De Adviesraad treedt op als gesprekspartner voor het bestuur, maar is ook een forum waarin nieuwe ontwikkelingen aan de orde kunnen komen aan de hand van beleidsvoorstellen van het bestuur. De Adviesraad komt minimaal twee keer per jaar bijeen ter bespreking van het beleidsplan, respectievelijk het jaarverslag van de stichting. Zij bewaakt daarbij de missie en het domein van de Stichting. Het bestuur geeft leiding aan de activiteiten van de organisatie. Bij de samenstelling van het bestuur wordt er naar gestreefd om deskundigheid in en affiniteit met de verschillende aandachtsgebieden in het bestuur vertegenwoordigd te hebben. De benoeming van bestuursleden behoeft de instemming van de Adviesraad. Nieuwe activiteiten worden ontwikkeld op projectbasis. De projectgroepen zullen worden samengesteld uit vertegenwoordigers van relevante stakeholders en (deskundige) buitenstaanders. 2 - 3 Bij voorkeur wordt een projectgroep geleid door een onafhankelijk voorzitter die deskundig is op het gebied van het desbetreffende project. De projectgroepen worden bijgestaan door een projectcoördinator die in dienst is van de nieuwe organisatie. Bij gebleken succes kunnen de activiteiten van een project worden ondergebracht bij een van de participanten, waarbij overdracht aan het DBO, het samenwerkingsorgaan van de ouderenbonden veelal de voorkeur zal hebben. De personele invulling van de organisatie zal bestaan uit: - een parttime facility manager, die de exploitatie van gebouwen en bars aanstuurt en daarbij de betrokken vrijwilligers ondersteunt en stimuleert (1/2 fte) - een parttime projecten coördinator ter ondersteuning van de projectgroepen (1/2 fte) - facilitaire medewerkers voor conciergediensten, schoonmaak en klein onderhoud in beide gebouwen ( 1 fte) - administratieve ondersteuning (fin. adm., pers. adm., project. adm., etc.) (1 fte)
2 3
Zie bijlage: Relatieschema activiteiten / betrokken stakeholders Overzicht Stakeholders (deelnemers workshop(’s) betrokken bij het Welzijn van Senioren in Noordwijk
16
Hoofdstuk 5. Gevolgen voor de exploitatie van de dienstencentra. De huidige en nog te ontwikkelen activiteiten rondom welzijn van senioren in Noordwijk hebben gevolgen voor de behoefte aan ruimte. Ruimte waarin collectieve activiteiten kunnen plaats vinden, maar ook ruimte voor degenen die zich richten op het bevorderen van welzijn van ouderen. In onderstaand schema wordt e.e.a. samengevat: Exploitatie dienstencentra
AANDACHTSGEBIED BESTAAND Senioren culinair
Senioren sociëteit
NIEUW
keuken Bar en restaurant
balie Collectieve activiteiten
Facilitair manager
Zalenverhuur
het Trefpunt de Wieken
Project-‐ werkgroepen, etc.
vergaderzalen
kantoorruimte
Projectcoördinator
bergruimte
zalen
Individuele ondersteuning
Ouderen advies balie
Ontmoetingsplek / Uitvalsbasis Vrijwilligers en professionals
kantoor
De twee dienstencentra zijn speciaal voor activiteiten op het gebied van het welzijn voor senioren gebouwd. Waar de ruimtebehoefte van ouderenbonden en CON tot nu toe (ruim) onder de beschikbare capaciteit bleef zal die behoefte, gelet op de hiervoor geschetste ambities in de toekomst toenemen. Een groei die mede gevoed zal worden door de demografische ontwikkelingen: er komen steeds meer senioren, en dus ook steeds meer senioren die op het gebied van zelfredzaamheid en participatie in de samenleving een duwtje in de rug nodig hebben. De projectgroep exploitatie dienstencentra zal deze problematiek nader uitwerken. Op grond van de voorgaande hoofdstukken kunnen we al wel een aanzet geven: 1. Collectieve activiteiten. De activiteiten die nu door de ouderenbonden en het CON worden georganiseerd leggen voor ongeveer 40 % beslag op de beschikbare ruimte gedurende week. In het weekend en gedurende de maanden juni en juli zijn er nauwelijks activiteiten. Het zal een uitdaging zijn om de bezettingsgraad in die perioden omhoog te krijgen.
17
De in hoofdstuk 3 geschetste voornemens zullen ruimtelijke gevolgen hebben: - de seniorenuniversiteit heeft behoefte aan vergaderaccommodatie. Die kan in de bestaande zalen worden gerealiseerd. - De sociëteit vraag om aanpassing van een deel van een van de gebouwen, zodat daar een andere uitstraling (bruin café?) wordt verkregen. Gelet moet worden op de parkeermogelijkheden bij de keuze van de locatie. - De kookkringen van senioren culinair vragen om een aanpassing van de keuken in een van de gebouwen. - Er is behoefte aan een duidelijke baliefunctie: een multifunctionele receptie voor info en afspraken met betrekking tot huur, activiteiten, diensten, etc. 2. Ondersteuning van senioren. De ouderenbonden hebben een lange traditie van ondersteuning van ouderen: ouderenadviseurs, belastingadvies, klussen aan huis, etc. Deze activiteiten zullen worden voortgezet. Hoewel in eerste instantie gemeente en zorginstellingen verantwoordelijk zijn voor de zorg en begeleiding van zorggeïndiceerde ouderen hebben de nieuwe stichting, dan wel het DBO hier een aanvullende taak. Laagdrempeligheid en herkenbaarheid zijn hier van essentieel belang. Door wijkgebonden te werken wordt dit bevorderd. De ontwikkeling hiervan moet nog plaats vinden, maar het goed daar nu al rekening mee te houden. Wijkteams hebben een uitvalsbasis nodig. Voorgesteld wordt om zowel in de Wieken als in het Trefpunt hiervoor een ruimte te reserveren. 3. Kantoor- en vergaderruimten Er moeten werkplekken zijn voor de facilitair manager, de projecten coördinator en de administratie. Tevens is er opslagruimte nodig voor de verschillende activiteiten die in de centra worden georganiseerd. 4. Verhuur aan NENS. Alvorens definitieve afspraken te maken met NENS moet worden bezien op welke wijze in bovengenoemde ruimte behoefte kan worden voorzien en welke aanpassingen eventueel nodig zijn om zowel NENS en de nieuwe stichting en de ouderenorganisaties optimaal te laten functioneren.
18
Hoofdstuk 6
Financiën
Om de in de voorgaande hoofdstukken geschetste beleidsdoelen te realiseren is een passend financieel kader nodig, hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen de exploitatie van de dienstencentra en de ontwikkeling van nieuw beleid. 1.De exploitatie van de dienstencentra. In bijlage 3 is de begroting voor de exploitatie van de dienstencentra weergegeven. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:` • Voor 2013 wordt uitgegaan van ongewijzigd beleid ten aanzien van zalenverhuur en barexploitatie • Er wordt van uitgegaan dat de maaltijdservice en de telefonische alarmering worden overgedragen aan andere aanbieders, die daar beter voor zijn toegerust, dit leidt tot lagere inkomsten ( - € 13 K). • Bij de personele invulling wordt uitgegaan van maximale inzet door vrijwilligers,. Daarnaast zullen er professionele functionarissen nodig zijn: o ½ fte facility manager o 2 fte’s huishoudelijke dienst o ½ fte administratieve ondersteuning. • Er is nog een nadere uitwerking nodig ten aanzien van o Binnen- en buitenonderhoud van het gebouw o Reserve vervanging inventaris o Btw problematiek o Verbouwing – en inrichtingskosten om nieuwe activiteiten mogelijk te maken. Met inachtneming van deze uitgangspunten is er voor 2013 een subsidie nodig van € 75 k voor een sluitende exploitatie van beide dienstencentra. Verwacht wordt dat de gewijzigde exploitatieopzet zal leiden tot een lagere subsidiebehoefte in de toekomst. 2. Ontwikkeling nieuw beleid Uitgangspunt is dat nieuw beleid projectmatig wordt ontwikkeld. Een parttime projectcoördinator ter ondersteuning van de projecten is onontbeerlijk. Die wordt als ½ fte opgevoerd op de begroting. De nieuwe stichting heeft daarnaast eenmalige opstartkosten: • Stichtingskosten (notaris, logo, etc.) • Software en hardware (kassa’s) ten behoeve van barexploitatie en zalenverhuur • Advieskosten administratieve organisatie en BTW Een begroting voor de opstartkosten zal nader worden uitgewerkt. Voor deze opstartkosten zullen eenmalige subsidies worden aangevraagd. De projecten worden geacht na verloop van tijd selfsupporting te zijn door het aantrekken van externe financiering. Hierbij zal vooral behoefte zijn aan garantstelling bij de aanvang een project en aan vergoeding van de opstartkosten van een project. Een en ander op basis van uitgewerkte projectbegrotingen. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat voor het nieuwe beleid in 2013 naast de kosten van een projectcoördinator nog maximaal € 60k nodig zal zijn. Dit vooral in de vorm van een garantstelling. In latere jaren zal dit bedrag afnemen.
19
Hoofdstuk 7
Hoe nu verder
Om per 1 januari 2013 als nieuwe stichting operationeel te kunnen zijn dienen de volgende activiteiten de komende maanden ter hand te worden genomen: 1. Opstart budget vragen aan de gemeente 2. Overleg met de ouderenbonden a. Over rapport commissie WSN b. Over taakverdeling c. Over participatie in projecten 3. Goedkeuring / Instemming Gemeente en Stakeholders 4. Stichting oprichten a. Statuten en huishoudelijk reglement ontwerpen b. Voorlopig bestuur vaststellen c. Notaris benaderen d. Leden adviesraad werven 5. Projectgroepen inrichten: a. Exploitatie dienstencentra b. ontwikkelen vuurtorenpas c. Ontwikkelen nieuwe collectieve activiteiten d. Individuele ondersteuning e. Informatievoorziening, w.o. senioren magazine f. ICT en sociale media g. Vrijwilligers 6. Begroting(en) opstellen voor de exploitatie van de dienstencentra en de hierboven vermelde deelprojecten. Per project zal een projectgroep worden ingericht die een plan van aanpak opstelt inclusief een opstart- en meerjarenbegroting. Projectgroepen zullen worden bemand door vrijwilligers, met een bij het onderwerp passende achtergrond die door het bestuur zullen worden geïnteresseerd en waar mogelijk aangevuld met vertegenwoordigers van relevante organisaties (zie het relatieschema, bijlage 1). Niet alles kan tegelijk, dus het vaststellen van de juiste prioriteiten is een belangrijk aandachtspunt.
Noordwijk, juni 2013 20
Bijlage 1 Overzicht deelnemers Workshops (Stakeholders): - PCOB - ANBO - KBO - DBO - Marente - Groot Hoogwaak - PKN - RK Jeroen - NWS - Adviesraad voor WZ W - Adviesraad WMO - Groepspraktijk Wantveld - Gemeente - Huisartsenplatform Commissie Welzijn Senioren Noordwijk (WSN) - E. Cassee (voorzitter) namens ANBO - L. Guijt namens PCOB - H. van der Hoeven namens KBO - H. Bosboom namens Marente - H. Meeuwenberg namens DBO - P. Barnhoorn op persoonlijke titel
21