Oogsten. Een van de leuke dingen van vrienden met tuintjes is dat er veel geoogst wordt, maar wel tegelijkertijd. De tomaten, courgettes, paprika’s en aubergines komen met tassen tegelijk bij ons binnen. Wat nu? Ik (her)ontdek het fenomeen wecken. In het verre verleden wel eens gedaan. In Griekenland is er een goede reden voor: verse spullen kan je met deze temperaturen niet lang bewaren. Bovendien staat onze koel/vrieskist al weken bij de maker. Frans heeft een Siciliaanse tomatensaus gevonden op internet. Daar passen alle ingrediënten in. Aan de slag dus met de Ipad onder handbereik voor de nodige instructie. Ik gebruik onze grootste pan, daar passen alle groenten maar net in. Na een uurtje hekserij waarbij ik verschillende kruiden tevoorschijn haal, staat er een heerlijke saus te pruttelen. Even later staan er acht kleurige potjes op het aanrecht. We raken enthousiast en Frans maakt kippenbouillon in, deze blijkt na een paar dagen hartstikke zuur. Meer oefenen dus. Die kans dient zich al snel aan. Vlak voordat ik naar Nederland vertrek krijg ik van Amy uit haar tuin een grote tas vijgen aangereikt. Verse vijgen moet je snel verwerken. Vijgenjam? Leuk idee om mee te nemen naar familie en vrienden. Op mijn Ipad vind ik een recept met citroenen en vijgen. Bij de plaatselijke allerhandewinkel koop ik inmaakpotjes. Onze voorraad was behoorlijk geslonken. Ik heb weer een grote pan vol. Genoeg voor zeker 10 potten. Een paar uur later staan de potten jam netjes op hun kop af te koelen. Gelukt. Als ik mijn tas ga inpakken ruik ik onraad. Hij is nog maar half vol en voelt al zwaar aan. Uiteindelijk boek ik 10 kilo ruimbagage bij en dat heb ik echt nodig. Volgende keer bedenk ik leuk briefpapier, of zo. Met een tas die 25! kilo weegt zet Frans me op de bus. Het gaat wonder boven wonder redelijk, de wieltjes bezwijken niet. In Nederland is het ingewikkelder. Naar de shuttlebus op vliegveld Eindhoven kan ik nog gebruik maken van een karretje, maar naar de trein en dan nog eens de tram in is andere koek: ik sjouw me rot! Gelukkig wordt de tas steeds minder zwaar: na elk bezoek ben ik zo’n halve kilo kwijt. Van Frans krijg ik een aanvullend boodschappenlijstje, gesterkt door de 25 kilo die ik ook terug mag meenemen. Voordat ik vertrek sta ik weer de hele dag met/zonder tas op de weegschaal. Ik stop nu vier zakken vol in mijn jas en bodywarmer. De kaas, bloembollen en drop passen er precies in, goed voor zo’n twee kilo. Inmiddels ben ik een ‘profie’ en bij de incheckbalie vraag ik langs mijn neus weg of de handbagage mee mag in het ruim. “Geen probleem”, zegt de vriendelijke dame. Ze zet mijn kleine koffertje samen met de 25 kilotas op de band, die het label ‘heavy’ meekrijgt. De nieuw aangeschafte rugzak vul ik even later met de inhoud van mijn zakken. Die gaat mee het vliegtuig in. Weer gelukt. Geen hond die controleert of ik al handbagage heb in het ruim. Met een blij hoofd, maar een moe lijf zit ik in het vliegtuig naar Athene. Ik heb drie weken bezoek achter de rug. Toch nog niet iedereen kunnen bezoeken, helaas. Mijn balboekje zat stikvol! 9 oktober. Terug. Griekenland begroet me uitbundig. De hele week schijnt de zon, de hemel is stralend blauw. En als ze onder gaat is het lekker koel. We moeten zelfs na een uurtje naar binnen. Overdag lekker zwemmen, een terrasje pakken en ’s avonds de deur dicht. De herfst kondigt zich aan, heerlijk. Maar vandaag is het bewolkt. Pietje ligt rustig te wiegen aan haar touwen en ik zit in de stuurhut te genieten van een kop thee. De hemel is in aquarelkleuren gehuld, met een bolletje wit, de zon wil me toch nog begroeten. Van de berg Ochie, die ver boven de huizen uitsteekt zie ik alleen de contouren, haar top is in nevelen gehuld. Ook de huizen hebben een waas en zelfs de mensen kleuren anders. Late vakantiegangers dribbelen langs de boot met een vestje om de schouder. Maar die hebben ze niet nodig, weet ik uit ervaring. Over een paar uur schijnt de zon weer. Ik houd de deur nog gesloten, ik wil de stad nog niet binnenlaten en even genieten van de rust. Een lome start van de dag.
15 oktober. Nog meer oogst. Onze Franse vriend Pierre gaat zijn olijven plukken. Met Susan, mijn Canadese maatje van Tai Chi, ga ik op deze zonnige ochtend naar hem toe. Ik wil wel eens zien wat er allemaal gebeurt met zo’n olijf, voordat hij als fles in de kast staat. Pierre is hard bezig met zijn tuinman en wij kunnen niet anders doen dan ook een harkje pakken…. We moeten de olijfboom ‘kammen’. Je trekt het harkje over de buigzame takken en dan vallen de olijven ‘plok plok’ op het grote net dat onder de boom ligt uitgespreid, een mooi geluid. Het is niet moeilijk, maar na een uur heb ik wel een zware arm, want zo’n boom heeft een hoge ‘kop’! Als beloning krijgen we na een paar uur een Ouzootje van Pierre. Voldaan vertrekken we daarna naar Karystos. Het is best lekker om met je lijf bezig te zijn, al is het heel iets anders dan Tai Chi.
16 oktober. Hoe het verder met Olijfje gaat. Pierre komt ons al vroeg halen met zijn pick-up. Zijn achterbak staat vol met de oogst van twee dagen plukken, netjes in zakken. We gaan naar een bedrijfje dat de olijven gaat persen, nog op de ‘koude’ manier. In de grote schuur staat een fascinerende machine, die in zijn uppie de olijven in olie verandert: de supergigante 450 Primolia, Italiaans natuurlijk met die felle primula-roze kleur. Op internet denk ik te vinden dat een primolia misschien een Primula kan zijn in het Italiaans. Maar nee, Primolio is een pittige smaakvolle olijfolie, kan ook. Als Pierre zijn auto achteruit de schuur in heeft gereden, kan de show van twee mannen met een machine beginnen. Ik heb mijn fototoestel in de aanslag. De olijven worden in een grote bak in de grond gestort en door een trechter naar een schuddende lopende band gezogen, waar ze gewassen worden. De baas staat ernaast en plukt de laatste takjes en blaadjes van de vrolijk springende olijven. Ze dansen zo de grote roze machine in. Ze verdwijnen in het vagevuur. In de buik van Primolia is het heel heet. Door het kijkglas heen voel je de hitte.
Dan begint de enorme machine te grommen en de olijven worden vermalen. Even later braakt ze een brei uit, die op een draaiende schijf valt. Daar ligt een biezen mat op. In het midden van die mat zit een rond gat. Voor mijn ogen vormt zich een mooie krans. De mat met krans gaat in een bak op wielen, met in het midden een hoge buis. Het ronde gat valt er precies omheen. Als de stapel groeit lijkt het op een enorme pannenkoekentaart. Ondertussen begint de taart te tranen, de olijfolie sijpelt er als stroop uit. De kar waar de stapel op ligt, zakt langzaam in de vloer, zo is het makkelijker om te stapelen. Wat een vernuft. Als de taart hoog genoeg is, komt de vloer weer omhoog en rijden de twee acteurs de kar naar het laatste deel van de machine. De stapel wordt nu echt geperst en de voorstelling is afgelopen. Via een buizenstelsel stroomt de olie naar een centrifuge en de schone olie gulpt in een bak. En zoals de Grieken gewend zijn, krijg je na de voorstelling een glaasje Tsipouro aangeboden. Het is nog maar 10 uur in de morgen. Toch smaakt ie! De lunch die we daarna van Pierre krijgen smaakt ook heerlijk. Bij het afscheid krijgen we een fles ‘eigen’ olijfolie mee. Die smaakt nog het lekkerst!
19 en 20 oktober. Naar Brian om te oogsten. We krijgen er zin in, we gaan ook even bij Brian en Amy kijken. Ze hebben zo’n veertig olijfbomen staan en zijn al een dag bezig met oogsten. Ze worden geholpen door hun Pakistaanse tuinman en zijn maatje. We zijn twee dagen bezig. Het waait inmiddels behoorlijk: als er weer een vlaag komt,
vliegen de olijven in het rond. Dat hebben we ‘s morgens aan de haven ook meegemaakt: een echte windhoos van een paar minuten heeft daar de stoelen van de taveerna’s laten vliegen. Wij hebben alleen veel zand binnen, de lijnen hebben het gelukkig goed gehouden. Het ‘landgoed’ van Brian ligt behoorlijk hoog. Daar valt de wind als eerste neer, als hij over de berg Ochie komt. Af en toe gaat het hard te keer. De gevallen olijven moeten geschoond worden van takjes en blaadjes voordat ze de emmer in kunnen. Je ligt/zit dan wel in een ongemakkelijke houding, maar ondertussen kun je een boom ‘opzetten’, gezellig babbelen. Dan is de volgende boom weer aan de beurt. Eerst kammen dan kouten. De volgende dag beginnen we vroeg en na de late lunch zoeken Frans en ik Kalamata olijven uit, genoemd naar de streek in de Peloponnesos waar de beste olijven vandaan komen. Deze olijven zijn voor de directe consumptie. We moeten de gave exemplaren hebben, zonder butsen of wormgaatjes. Die nemen we mee naar huis, op naar het volgende werk: de Kalamata olijven moeten zo’n 20 dagen in water liggen voordat ze klaar zijn om te eten. Wel elke dag het water verversen!
21 oktober. Griekenland op zijn smalst. Je moet niet in conflict komen met de Griekse autoriteiten. Dit voorjaar hebben we daar al mee te maken gehad. Kort maar krachtig. We moesten vertrekken van ons plekje in de hoek van de haven. Geen discussie! Achteraf vermoeden we dat een vriendje van de chef van de Port Police onze plek kreeg. Deze chef lijkt nu in dit conflict onze kant te kiezen. Je verliest wat en je wint wat… Een nieuwe organisatie uit Chalkida heeft de betaling van de havengelden overgenomen van de Port Police. Sinds half juli bedienen ze het hele eiland Evia. Mevrouw Rapti uit Chalkida (een uurtje rijden) komt eenmaal per week op de haven kijken en int het havengeld van de geparkeerde schepen. Verder in de week komt en gaat de pleziervaart zonder betalen. Vooral in het weekend ligt de haven stikvol, maar dan werkt ze niet! Ze spreekt geen woord over de grens. Frans heeft zich fanatiek in het conflict gestort nadat we een gepeperde rekening via de E-mail kregen. Hij had een aantal vragen gesteld aan de organisatie, aangezien mevrouw ons niet kon helpen. Geen antwoord, wel betalen! Vandaag worden we gesommeerd om in het havenkantoor de zaak te bespreken met mevrouw Rapti, in de kamer van de chef. We zitten minstens een uur tussen het gekrakeel van mevrouw en chef. Een onderknuppel probeert te vertalen, maar dat is niet te doen. Zoveel woorden van twee kanten. Frans mag af en toe met een papiertje wapperen en dat is het.
Dat we een Griekse vriendin als ‘counselor’ hebben opgevoerd in een van de laatste brieven valt niet goed bij mevr. Rapti. “Then you go to court”, horen we via onze vertaler. Maar dat is niet de bedoeling. Wat bedoelen de Grieken met counselor? Toch iemand die je kan raadplegen? We hebben alleen aan haar gevraagd om te bellen, zodat we eindelijk de nieuwe regels zouden horen. Mevrouw wordt steeds fanatieker, temeer omdat ze tegen twee heren schijnt te vechten. Dit gaat niet over ons, maar over het afpakken van een baantje…..Uiteindelijk maakt ze ter plekke een rekening op voor de afgelopen maanden. Frans gaat er niet mee akkoord. De korting van 20 %, die je krijgt als je per maand betaalt, heeft ze er niet vanaf getrokken. Bij de nieuwe regeling moet je vooraf betalen. Nou dat hadden we graag in juli gehoord. Onze counselor moet mevrouw maar bellen. Gaan we dan toch naar het Griekse gerechtshof? Ineens winter! Met veel kabaal heeft de winter zich dit jaar gemeld. Al twee weken waait het en de temperatuur is genadeloos gezakt. De kou overvalt me. Ik heb geeneens tijd gehad om mijn zomeroutfit te wisselen voor de wintergarderobe. We gaan behoorlijk tekeer aan de kade, dus dat ga ik nu maar niet doen. We liggen langszij, verderop liggen een aantal plezierjachten. Op een droog moment staan er twee mensen voor onze boot. Ze zijn een van onze bootburen. Ze spreken zo enthousiast over ons schip, dat we ze verheugd aan boord vragen. We hebben een uurtje veel pret. Kim en Roch komen uit Engeland en hij kan als huizenverhuurder ook aan boord werken. In de zomer zijn ze op en af aan boord van hun catamaran. De volgende dag waait het weer hard uit het zuiden. Om drie uur is er een klein gaatje tussen de buien. We gaan met onze Engelse buren naar het kasteel halverwege ‘onze’ berg Ochie, een gewild uitstapje voor al onze bezoekers. Wat is het uitzicht toch prachtig over de baai. Op de terugweg hebben we het over lekkere olijfolie en Frans heeft het helemaal gemaakt als hij voor ‘ons’ bedrijfje stopt. Hier kan je olijfolie kopen, weten we van ons vorige bezoek. Supergigante Primolia is weer hard aan het werk. Ze wordt ook door onze Engelsen bewonderd en gefotografeerd. We krijgen weer Tsipouro en even later zitten we in de auto met 5 ‘kilo’ olijfolie voor onze bootburen. De volgende dag gaat het weer van Jetje, er is zelfs geen droog moment om even bij elkaar aan te kloppen. In de haven staat een ‘swell’ met die zuidenwind. Een te mooi woord om uit te drukken dat je als een balletje op het water rolt. Het is dan ook een ‘nasty swell.’
De volgende morgen is er even adempauze, onze Engelse buren vertrekken. Ze beloven ons in het vroege voorjaar weer langs te komen. Dat lijkt ons een goed idee, we hebben een paar leuke dagen met ze gehad. Wij gaan naar onze winterplek in de hoek van de haven, vlak naast de motorboot van de vriend van de Port Police. Zo kunnen we extra lijnen naar de wal zetten. Dat is ook wel nodig, de wind komt nu genadeloos uit het noorden. We liggen weer te raggen, gelukkig alleen wind, geen swell en de lijnen houden. Gisteren is de ‘Ochiefeestdag’ letterlijk in het water gevallen, wind, regen en kou. De nationale Bevrijdingsdag op 28 oktober had, behalve de verplichte parades niets te bieden. Alle terrassen waren meer leeg dan vol. Wat een verschil met vorig jaar, toen was het prachtig weer en werd er tot diep in de nacht gefeest! Ons vriendje, zoon van de havenmeester, komt wel even trots zijn uniform laten zien. Hij heeft meegelopen in de parade. Dat is zo’n beetje het enige wat we vandaag van deze feestdag meemaken. 31 oktober. De winter is echt begonnen. Vandaag is het ineens stil. Geen nasty swell meer die me door de boot slingert. Geen wind meer die ’s nachts door het want giert. De loopplank knalt niet meer op de kade. Ik hoef me niet meer angstig af te vragen of alle lijnen het wel houden. Wat een rust! Ik pak straks de naaimachine maar weer. Die kan weer op tafel. Er moet wel wat worden gerepareerd, na deze stormachtige tijd!
We kijken om ons heen. Het is een prachtige ochtend. De temperatuur is een stuk hoger, zonder die noordenwind. We zijn helemaal alleen in de haven. De laatste plezierboten zijn vertrokken. Ik ga nu wel mijn winterkleren tevoorschijn halen, want sinds een paar dagen is het echt wintertijd!