Ontwikkelingen rond de opwerking van organische reststromen en biomassa
Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen 1
Inhoud Over de BVOR…
Over organische reststromen & biomassa: • Waar hebben we het eigenlijk over? • Wat zijn huidige wijzen van benutting en ontwikkelingen daarin? • Toekomstperspectieven en randvoorwaarden?
2
De Branche Vereniging Organische Reststoffen (I) • Oorspronkelijk alleen groenafval, meer recent ook GFT-afval • Circa 1,8 miljoen ton groen, 1 miljoen ton GFT-afval • Lidmaatschap gekoppeld aan vergunde inrichting voor be- en verwerking van organische reststromen • Compostering, en andere opwerkingsprocessen voor organische reststromen (vergisting, houtige biomassa, etc.)
3
De Branche Vereniging Organische Reststoffen (II) • Belangenbehartiging, o.m.: – Afvalstoffenregelgeving, Nederland en Europa – Positie van compost, biomassa en andere biobased producten – Voor leden individueel, bijv. vergunningen & handhaving
• Kenniscentrum: – Compostering, compostproducten, biomassa, etc. – Schemabeheerder: Keurcompost, BRL 9335-4 grondproducten, certificering verwerking ziek iepenhout
• Netwerkplatform voor leden
4
Organische reststromen en biomassa – waar hebben we het eigenlijk over?
5
Definitie? Organisch restmateriaal afkomstig van onderhoud van openbaar groen, wegbermen, landschap, bos & natuur, etc. Traditioneel aangeduid als ‘groenafval’ Meer recent ook wel aangeduid als ‘biomassa’ (hoewel anderen alleen houtige biomassa als biomassa bestempelen) En heel modern is ‘groene grondstoffen’ of ‘biobased grondstoffen’
6
Hoeveelheden (I) • Exacte cijfers bestaan niet, want niet alles wordt gewogen/gemonitord • Schattingen op basis van: 1. 2. 3. 4.
Meldingen van afvalstromen bij het LMA (alleen meldingsplichtige inrichtingen) CBS enquetes bij gemeenten e.d. Enquetes van branche organisaties (BVOR ledenonderzoek) Potentieelstudies van adviesbureaus
BVOR heeft ‘dwarsdoorsnede’ gemaakt van al deze onderzoeken en schatttingen
7
Hoeveelheden (II) Bij LMA is in 2012 circa 3 miljoen gemeld: • 2,5 miljoen ton groenafval van gemeenten • 0,5 miljoen ton groenafval uit land- en tuinbouw • < 100 kton uit bosbouw • LMA data vormen ‘harde’ ondergrens (alleen meldingsplichtige inrichtingen) • Daarnaast: – – – –
Verwerking door niet meldingsplichtige inrichtingen Verwerking middels vrijstellingsregeling (‘kleine kringloop’) Hout niet meer onder afvalstoffenregelgeving Illegale verwerking
• Totaal: 4-5 miljoen ton?
8
Wat zijn huidige wijzen van benutting en ontwikkelingen daarin?
9
Huidige verwerkingswijzen Vier routes met substantieel volume: 1. Compostproductie 2. Biomassa voor energie (hout) 3. Substraten voor vergisting (grassen, maaisels) 4. De ‘kleine kringloop’
10
Compostproductie • Compostproductie blijft stabiel, vraag groter dan aanbod • Positieve eigenschappen van compost steeds beter onderkend, echter ook hardnekkige negatieve associaties (glas, plastic) • Certificering van compost wint aan belang, m.n. Keurcompost: – Eis voor telers met voedselveiligheid certificaat – Voor biologische landbouw enige A-meststof van buiten bedrijf
11
Houtige biomassa voor bio-energie • Vooral kansen bij warmteproductie (100en kW tot enkele MW), want: – SER Energieakkoord geeft ruimte (inclusief SDE+) – Grootschalige bio-energie vooral import van pellets – Houtconvenant?
• Kwaliteitsborging van biomassa (chips) wint aan belang, door: – Bestaande operationele problemen – Middel om in vergunning onderscheid afval – niet-afval te maken (beleid)
• Echter ook: toenemende maatschappelijke kritiek op inzet hout voor energie i.p.v. hoogwaardigere toepassingen 12
Substraten voor vergisting (I) • Grassen en maaisels zijn in potentie zeer geschikt voor vergisting, want: – Hoge biogasopbrengsten mogelijk (bij goede kwaliteit gras!) – Staan op ‘positieve lijst’ voor co-vergisting
• Daadwerkelijke inzet voor vergisting tot dusverre beperkt: – – – –
Meeste huidige (natte) co-vergisters kunnen maar beperkt gras aan Succesvolle co-vergisters hebben additionele voorzieningen Proeven van GFT-vergisters met gras als ‘wintervulling’ Onvoldoende kwaliteitsborging van materiaal: ‘hoeveel biogas is het waard?’
13
Substraten voor vergisting (II) • Perspectief huidige vergisters: – Investeringen in bestaande co-vergisters (mengers, roerwerken, etc.)? – Additionele GFT-vergistingscapaciteit tot 2015 – 200-300 kton/jaar maximaal
• Nieuwe technologie: droogvergisting?
14
De ‘kleine kringloop’ • Vrijstellingsregeling plantenresten en tarrragrond – Onderwerken binnen 100 m op naastgelegen perceel – Als niet beschikbaar, binnen 1 km op ander perceel
• Kosteneffectieve verwerking voor bijvoorbeeld slootmaaisel • In de praktijk misbruikt voor andere stromen -> Onbewerkt onderwerken groenstromen mag niet conform Meststoffenwet
15
Toekomstperspectieven en randvoorwaarden?
16
Ontwikkelingen in beleid (I)
Biobased economy
Circulaire economie
Cradle-to-cradle Cradle-to-cradle
Grondstoffenrotonde
17
18
Ontwikkelingen in beleid (III)
19
Ontwikkelingen in de markt • Aandacht voor hoogwaardiger benutting van (deelstromen uit) organische reststromen. Bijv.: bioraffinage (eiwitten, vezels, etc.), gras in kartonindustrie • Talrijke innovatietrajecten op verschillende schaalniveaus • Nieuwe samenwerkingsverbanden en reststromen-ketens
20
Voorbeelden van samenwerkingsverbanden
21
Randvoorwaarden voor succesvolle innovaties Hoe hoogwaardiger de beoogde toepassing, hoe beter gedefinieerd de reststroom/biomassa zal moeten zijn. Dit vraagt: • Kwaliteitsborging van de grondstof • Opwerking op de juiste schaalgrootte • Ervaring met het omgaan met heterogene reststromen En dus: • Andere organisatie van keten, van aanbesteding tot en met opwerking product 22
www.biomassawerven.nl
23
Innovatie niet verwarren met bezuiniging • Ruimte voor pilots en innovatieve projecten is van belang (‘experimenteerruimte in vergunningen’) • Echter, ‘pilot’ niet misbruiken t.b.v. goedkope (illegale) verwerking van organische reststromen • Realistische verwachtingen t.a.v. kosten-opbrengsten van innovaties
24
De toekomstige positie van compost
25
Toekomstige positie van compost (I) • Behoefte aan stabiele organische stof in bodem neemt toe: – Strengere eisen aan dierlijke mest en aan pesticiden – Risico’s van opbrengen onbewerkt organisch materiaal steeds duidelijker (onkruidzaden, plant pathogenen) – Steeds meer gevraagd van producerend vermogen van bodems – Positieve eigenschappen van compost steeds beter onderbouwd, én bewezen
26
Hoger waterbergend vermogen op zandgronden
Betere bewerkbaarheid van de bodem
Hogere nutriëntenbindingscapaciteit
Positieve eigenschappen van compost
Verminderde erosiegevoeligheid
Stabielere bodemstructuur
Verhoogde ziektewerendheid
Stimulering van het bodemleven
Snellere bodemopwarming 27
Toekomstige positie van compost (II) • Behoefte aan stabiele organische stof in bodem leidt tot blijvend hoge vraag naar compost • Certificatie van compost wint aan belang (Keurcompost), bijv. voedselveiligheid, biologische landbouw • Daarnaast: ontwikkeling van compostproducten naar andere segmenten (potgrondsubstraten, stalcompost etc.) • Voor heterogene deel organische reststromen blijft compostering meest kosteneffectieve wijze van benutting 28
Kortom…. • Verdere diversificatie in toepassing van organische reststromen en biomassa • Kwaliteitsborging belangrijk bij hoogwaardige toepassingen • Dit vraagt juiste schaalgrootte en samenwerking in ketens
• Rol voor compostproductie blijft
29
Dank voor uw aandacht!
[email protected] 06-13617883
30