Ontwerpwijzigingsplan ex artikel 11 Wet op de Ruimtelijke Ordening Burgemeester Brandtstraat
Ontwerpwijzigingsplan ex artikel 11 Wet op de Ruimtelijke Ordening Burgemeester Brandtstraat
Inhoud: Toelichting Voorschriften Plankaart nr. 154.00.02.37.00.00.C01
Moordrecht/Amersfoort 154.00.02.37.00 21 juli 2006
..................................................................
Toelichting
................................................................... 154.00.02.37.00.toe
...................................................................
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2
Inventarisatie
5
3
Relatie bestemmingsplan Moordrecht-Dorpskern 2005 3.1 Huidige planologische regeling 3.2 Toetsing aan wijzigingsregels
7 7 8
4
Planbeschrijving
11
5
Uitvoerbaarheidsaspecten
13
6
Juridische aspecten 6.1 Planbeschrijving 6.2 Bestemmingsregelingen
19 19 19
7
Economische uitvoerbaarheid
21
8
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
23
................................................................... 154.00.02.37.00.toe
...................................................................
1
Inleiding
Aan de rand van het centrum van kern Moordrecht, aan de Burgemeester Brandtstraat, bevond zich een voormalig gymnastieklokaal. Dit lokaal had al enige tijd geleden de functie van gymlokaal verloren. De afgelopen jaren was er een fitnesscentrum gevestigd. Ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan MoordrechtDorpskern 2005 (vastgesteld 8 februari 2005, gedeeltelijk goedgekeurd 16 augustus 2005) werd voorzien dat de locatie van functie zou veranderen. In het bestemmingsplan is dan ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Er is door Mozaïek Wonen/Woningbouwvereniging Moordrecht een initiatief ingediend om er een complex met appartementen en een huisartsenpraktijk te realiseren, binnen de in het bestemmingsplan geboden mogelijkheden.
Bouwplan (Architectenbureau Abken BV, 14-02-2006)
Met het voorliggende wijzigingsplan wordt dan ook beoogd om de voornoemde ontwikkeling mogelijk te maken, gebruikmakend van de wijzigingsmogelijkheid uit het bestemmingsplan MoordrechtDorpskern 2005.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
3
...................................................................
2
Inventarisatie
Ligging De locatie ligt op de hoek Burgemeester Brandtstraat-Oostbuurtstraat. Dit is aan de rand van de dorpskern, op de overgang naar het woongebied Moordrecht-oost. Dit wijzigingsplan heeft uitsluitend betrekking op het gedeelte dat op basis van het bestemmingsplan Moordrecht-Dorpskern 2005 voor wijziging in aanmerking komt. Het naastgelegen parkeerterrein wordt wel heringericht ten behoeve van de nieuwbouw, maar zal niet van functie veranderen.
Figuur: uitsnede plankaart Moordrecht-Dorpskern 2005. Het wijzigingsgebied is met een open balletjes-lijn aangegeven.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
5
...................................................................
Beleid hogere overheden Het provinciale beleid vormt een uitwerking van het rijksbeleid, waarbij de nadruk ligt op het intensiveren en het efficiënt benutten van de ruimte binnen de maximale bebouwingscontouren. Dat wordt onder andere bereikt door vrijkomende locaties te herontwikkelen. De voorgenomen bestemmingsplanwijziging past dan ook binnen het beleid van hogere overheden. Tevens heeft de provincie zich, met het goedkeuren van het bestemmingsplan Moordrecht Dorpskern 2005, waarin de wijzigingsmogelijkheid expliciet is opgenomen, akkoord verklaard met deze herontwikkeling. Voorts heeft de provincie voor het voorliggende project aan de Burgemeester Brandtstraat subsidie uitgekeerd in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Voorwaarde is dat hier sprake dient te zijn van levensloopbestendige sociale huurwoningen voor ouderen, waarbij tevens een centrale zorgvoorziening dient te worden gerealiseerd. Verder geldt de verplichting dat het plan medio 2007 gerealiseerd moet zijn. Gemeentelijk beleid De gemeente Moordrecht heeft in 2000 het Algemeen Beleidskader Dorpsvernieuwing nieuwe stijl vastgesteld. De onderhavige locatie is in 2002 voorgedragen in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing, waarop de Provincie Zuid-Holland subsidie heeft uitgekeerd. Het realiseren van appartementen in de kern van Moordrecht past eveneens binnen het woonbeleid van de gemeente Moordrecht zoals dat is vastgesteld in de Beleidsvisie wonen 2003+. De doelgroepen van beleid bestaan uit ouderen, jongeren en lage inkomensgroepen. De appartementen zijn geschikt voor ouderen en jongeren.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
6
...................................................................
3
Relatie bestemmingsplan MoordrechtDorpskern 2005 3.1
Huidige planologische regeling
In het bestemmingsplan Moodrecht-Dorpskern 2005 is voor de locatie aan de Burgemeester Brandtstraat een bestemming Maatschappelijke doeleinden opgenomen. Binnen deze bestemming is bebouwing voor religieuze, sociale en culturele voorzieningen mogelijk en tevens voor het openbaar bestuur. Binnen de bestemming zijn ook erven, tuinen, open terrein, parkeervoorzieningen en water toegestaan.
Figuur: uitsnede plankaart Moordrecht-Dorpskern 2005
Aangezien de gymzaal al leeg stond ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan, was hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Op basis hiervan kunnen de ‘Maatschappelijke doeleinden’ in ‘Woondoeleinden’ worden omgezet met dien verstande, dat: ten hoogste 15 woningen mogen worden geprojecteerd; de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10,5 m; een rooilijn op tenminste 3 m afstand tot de openbare weg in acht wordt genomen; op de begane grond de vestiging van maatschappelijke doeleinden is toegestaan; de bepalingen uit artikel 5 (woondoeleinden) van overeenkomstige toepassing zullen zijn.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
7
...................................................................
Op basis van de woonbestemming zijn de volgende voorwaarden van belang: hoofdgebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak gebouwd worden; het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan 3; per bouwperceel, mag ten hoogste 60% van de gronden bebouwd worden met hoofdgebouwen, aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen, waarbij de totale grondoppervlakte voor aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 40 m² mag bedragen; de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak en de als erf aangeduide gedeelten; de hoogte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m; de hoogte van overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2,5 m bedragen met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 2 m mag bedragen; de woonbebouwing mag gedeeltelijk verbouwd en/of gebruikt worden als praktijkruimte, mits de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft. 3.2
Toetsing aan wijzigingsregels
In het moederplan ‘Moordrecht-Dorpskern 2005’ is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen. In deze paragraaf wordt per wijzigingsregel in een kader beschreven hoe deze zijn plaats heeft gekregen in het ‘Wijzigingsplan ex artikel 11 Wet op de Ruimtelijke Ordening Burgemeester Brandtstraat’. In sommige artikelen wordt verwezen naar andere artikelnummers. Indien relevant worden de artikelnummers waar naar verwezen wordt, toegelicht. Artikel 17 Wijzigingsbevoegdheid 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om onder toepassing van het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming ‘Maatschappelijke doeleinden’ van het op de kaart als zodanig begrensde gebied te wijzigen in de bestemming ‘Woondoeleinden’ met dien verstande, dat: a. ten hoogste 15 woningen mogen worden geprojecteerd; Het bouwplan bestaat uit de realisatie van 10 appartementen. Hiermee wordt voldaan aan bovenstaand criterium.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
8
...................................................................
b. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10.5 m; In de voorschriften is bepaald dat er maximaal drie bouwlagen zijn toegestaan, waarbij tevens is gesteld dat de maximale bouwhoogte 10,5 m is. Deze systematiek sluit aan bij de systematiek van het moederplan. c.
een rooilijn op tenminste 3 m afstand tot de openbare weg in acht wordt genomen;
De rooilijn is vastgelegd middels het aangeven van een bouwvlak op de plankaart.
d. op de begane grond de vestiging van maatschappelijke doeleinden is toegestaan;
In de doeleindenomschrijving is bepaald dat maatschappelijke voorzieningen uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan. e. de bepalingen van artikel 5 van overeenkomstige toepassing zullen zijn. De bepalingen van artikel 5 zijn, voor zover van toepassing, overgenomen.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
9
...................................................................
4
Planbeschrijving
In opdracht van Mozaïek Wonen/Woningbouwvereniging Moordrecht is een bouwplan ontworpen door Architectenbureau Abken BV uit IJsselstein. Het bouwplan (d.d. 14 februari 2006) voorziet in tien appartementen, met een galerijontsluiting aan de achterzijde. De appartementen zijn aan de zijde van de Burgemeester Brandtstraat voorzien van een buitenruimte (loggia). De bovenste laag is aan deze zijde 1 m terugliggend. De appartementen hebben een omvang van 80 tot 90 m² BVO. De hoofdentree naar de appartementen (met lift en trappenhuis) bevindt zich op de markante kop van het gebouw, aan de kant van de Oostbuurtstraat. De begane grond is grotendeels in gebruik bij een huisartsenpraktijk (ongeveer 380 m² BVO). De entree bevindt zich nabij de hoek Burgemeester Brandtstraat-Oostbuurtstraat. Daarmee benut het de ligging aan de rand van de dorpskern.
Nieuwe situatie (Architectenbureau Abken BV, 14-02-2006)
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
11
...................................................................
Verkeer en parkeren De locatie wordt, net als in de huidig situatie, ontsloten op de Burgemeester Brandtstraat. Het huidige parkeerterrein, wordt opnieuw ingericht voor parkeren. Hier is ruimte voor 18 auto’s. In aanvulling daarop worden zeven parkeerplaatsen langs de Burgemeester Brandtstraat en zes langs de Oosterbuurtweg gerealiseerd. In totaal ontstaan er 31 parkeerplaatsen. Bij een parkeernorm van 1,3 parkeerplaats per appartement, de provincie gaat uit van 1,25 à 1,5 voor de woningen, zullen 13 parkeerplaatsen worden gebruikt door bewoners. Voor werknemers en bezoekers zijn vijf parkeerplaatsen nodig. Van de 18 parkeerplaatsen naast de nieuwbouw worden er 10 voor bewoners gereserveerd en één voor een huisarts. De overige 20 parkeerplaatsen op het parkeerterrein en de parkeerplaatsen langs de Burgemeester Brandstraat en Oosterbuurtweg krijgen een openbare functie. Volgens de parkeernormen zijn hiervan 7 nodig voor bewoners en personeel en bezoekers van de medische voorzieningen. In de praktijk zal dit aantal minder zijn, omdat een deel van de parkeerplaatsen dubbel kan worden gebruikt, ’s avonds en ‘s nachts door bewoners en overdag door personeel en bezoekers. Er zijn diverse stallingsmogelijkheden voorzien voor fietsen: een inpandige fietsenstalling ten behoeve van de appartementen; een buitenstalling voor bezoekers nabij de hoofdentree van de appartementen; een stallingsmogelijkheid achter het gebouw voor het personeel van de huisartsenpraktijk; een fietsenstalling nabij de entree van de huisartsenpraktijk voor bezoekers van die praktijk.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
12
...................................................................
5
Uitvoerbaarheidsaspecten
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op uitvoerbaarheidsaspecten die voortkomen uit kwaliteiten die in het gebied aanwezig kunnen zijn, zoals cultuurhistorie, archeologie, flora en fauna. Tevens komen milieu- en veiligheidsaspecten aan bod. Archeologie en cultuurhistorie De wijzigingslocatie valt net buiten het gebied dat is voorgedragen voor aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht. De archeologische waarden zijn in Nederland veelal onzichtbaar. Ze liggen grotendeels verborgen in de bodem, waardoor ze niet eenvoudig te karteren zijn. Om greep te krijgen op deze nog onbekende informatie is door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) de ´Indicatieve kaart van archeologische waarden´ (IKAW) uitgegeven. Deze kaart geeft de trefkans op, of de verwachtingswaarde voor het aantreffen van archeologische resten in de bodem weer. locatie wijzigingsplan
Figuur: Archeologische verwachtingswaarden
Voor de locatie geldt een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Op basis van het bestemmingplan is het noodzakelijk dat een aanlegvergunning aangevraagd wordt voordat wordt overgegaan tot het realiseren van het bouwplan. Het Bureau Cultuur van de provincie Zuid-Holland wordt gevraagd advies uit te brengen of met de voorgenomen werkzaamheden eventuele archeologische waarden worden geschaad. Zonodig kunnen voorwaarden worden gesteld aan de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
13
...................................................................
Flora en fauna Op basis van de flora- en faunawetgeving dient, voordat tot de ontwikkeling van de locatie overgegaan wordt, afgewogen te worden of een verkennend flora- en faunaonderzoek verricht moet worden. Vooralsnog wordt volstaan met het benoemen van enkele kenmerken van het gebied. Het plangebied ligt buiten de Ecologische Hoofdstructuur en het betreft geen Ecologische Verbindingszone. Tevens is het gebied niet gelegen in of in de nabijheid van een Vogel- of Habitatrichtlijngebied. Het Natuurloket laat voor het betreffende kilometerhok onder andere zien dat bij enkele soortgroepen exemplaren zijn aangetroffen die op de Rode Lijst staan, dan wel streng beschermd zijn. De bebouwing op het terrein zelf is reeds gesloopt, zodat er nu sprake is van een braakliggend terrein. Water De wijzigingslocatie aan de Burgemeester Brandtstraat valt buiten de primaire waterkering van de Hollandsche IJssel. Het Hoogheemraadschap zal in de procedure van dit wijzigingsplan een reactie geven op het bouwvoornemen. Bodem Uit het Bodem Informatiesysteem (BIS) van de Milieudienst MiddenHolland is naar voren gekomen, dat op het perceel een HBO-tank was gelegen. Deze tank is omstreeks 1980 gesaneerd. In het kader van de aanvraag van een bouwvergunning is recentelijk verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Geofox-Lexmond bv uit Bodegraven. Hierbij zijn lichte bijmengingen met puin aangetroffen. In de bovengrond zijn geen overschrijdingen van de streefwaarden aangetoond. In de ondergrond zijn lichte verhogingen aan koper, kwik, lood en PAK aangetoond. Ter plaatse van de voormalige ondergrondse HBO-tank is een lichte verhoging aan minerale olie aangetoond. In het grondwater zijn geen overschrijdingen van de streefwaarden aangetoond. Het rapport (kenmerk 20060187/RSME, 22 mei 2006) is door de Milieudienst Midden-Holland beoordeeld. De aangetroffen bodemkwaliteit levert vooralsnog geen belemmeringen op voor de geplande ontwikkeling. Echter, voor de aanvraag van de bouwvergunning zal het geleverde vooronderzoek moeten worden aangevuld (conform NVN 5725). Luchtkwaliteit Met betrekking tot de luchtkwaliteit zijn er gegevens bekend voor de zone langs de A20 voor het jaar 2000 en de verwachting voor 2010. Het plangebied valt buiten deze zones, die staan aangegeven op de zonekaart luchtkwaliteit. In 2010 is de verwachting dat de klassegrens met een jaargemiddelde van minder dan 30 µg/m³ tot ongeveer 800 m
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
14
...................................................................
vanaf de weg ligt. Derhalve kan worden gesteld dat het plangebied, wat betreft de luchtkwaliteit, niet onder invloedssfeer van de weg valt. De locatie ligt aan een rustige weg, waarvan de intensiteit onder de 2500 motorvoertuigen per etmaal blijft. De ontwikkeling van de locatie genereert dusdanig weinig extra gemotoriseerd verkeer, dat de ontwikkeling geen negatieve gevolgen zal hebben op de luchtkwaliteit van de omgeving. Geluidhinder De Wet geluidhinder (Wgh) maakt onderscheid naar bestaande en nieuwe situaties. De wegen rondom het plangebied zijn ingericht als 30 km/uurwegen, overeenkomstig de notitie ‘Voorbereiding ‘sobere’ inrichting 30 km/uur-gebieden (ACE, 1998)’ Daarop zijn de bepalingen van de Wgh niet van toepassing. Wel dient op basis van het Bouwbesluit te worden voldaan aan de waarden voor het binnenklimaat. Hinder bedrijvigheid Middels de Wet milieubeheer wordt milieuhinder in woonsituaties zoveel mogelijk voorkomen. Alle bedrijven en instellingen die in potentie hinder zouden kunnen veroorzaken, moeten een vergunning hebben in het kader van de Wet milieubeheer. In aanvulling op de milieuvergunningen worden er in voorkomende gevallen ook afstanden vastgelegd tussen bedrijven en woonbuurten (woningen). Hiervoor worden de lijsten zoals opgenomen in de publicatie Bedrijven en milieuzonering (1999) van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeente) gebruikt. Deze afstanden zijn, naast de factoren aard en omvang van het bedrijf, mede afhankelijk van de omgeving. Een overschrijding van de wettelijke norm (qua geluidbelasting, stof, geur en gevaar) is niet toelaatbaar. Bedrijven zijn in de VNGpublicatie ingedeeld in een viertal categorieën met bijbehorende gewenste afstand tot milieugevoelige functies: Categorie 1: grootste afstand 0 en 10 m; Categorie 2: grootste afstand 30 m; Categorie 3: grootste afstand van 50 tot 100 m; Categorie 4: grootste afstand van 200 tot 300 m. In (de omgeving van) het plangebied zijn volgens de gegevens van de Milieudienst Midden-Holland zeven inrichtingen aanwezig. Het gaat om de volgende bedrijven (inclusief afstand milieucirkel): Schildersbedrijf Admiraal Burg. Brandtstraat 44, 50 m; Pizzeria Bella Milano Dorpsstraat 13, 30 m; Wim Doornheim – schoenwinkel Dorpsstraat 20, 10 m; Van Hees – Drogisterij Dorpsstraat 33, 10 m;
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
15
...................................................................
-
G.J.A. Segers - meubelspuiterij Oost Buurtstraat 4 (geen hindercirkel) H. Belder - detailhandel bouwmaterialen Oost Buurtstraat 7, 30 m; Servicestation René de Bruin Oost Buurtstraat 8, 30 m.
De afstanden tussen de inrichtingen en het plangebied zijn in alle gevallen groter dan de hinderafstanden. Dat betekent dat van de bedrijvigheid geen relevante milieuhinder is te verwachten. Externe veiligheid Bij Externe Veiligheid gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de opslag, productie, of het transport van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. Binnen de Externe Veiligheid worden twee normstellingen gehanteerd: Het Plaatsgebonden Risico (PR) richt zich vooral op de te realiseren basisveiligheid voor burgers; Het Groepsrisico (GR) stelt beperkingen aan de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Vervoer van gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden over spoor, weg, water en door buisleidingen. Daarnaast kunnen inrichtingen gevaarlijke stoffen opslaan. Voor de Burgemeester Brandtstraat 56 geldt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over water momenteel geen problemen oplevert, omdat het huidige aantal vaarbewegingen met gevaarlijke stoffen relatief gering is. In de toekomst zal de Hollandsche IJssel mogelijk deel gaan uitmaken van het nationale basisnet water, waardoor er wellicht een behoorlijke toename zal zijn in het aantal transporten van gevaarlijke stoffen. Voor de huidige planvorming is dit echter niet van belang. Door de gemeente Moordrecht is een routering voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg vastgesteld. Deze loopt vanaf de Middelweg (N456), via de Wethouder Visweg, Ambachtweg, Zuidplaspolderweg en Oostpolderweg naar de Schielands Hoge Zeedijk Oost. Inzicht in de aard en omvang van de transportstromen is er niet, maar het aantal zal naar verwachting relatief beperkt zijn. Er geldt derhalve geen belemmering voor de plannen voor wat betreft het plaatsgebonden en/of het groepsrisico. Er zijn in de buurt van het plangebied geen spoorvak, risicorelevante ondergrondse infrastructuur of risicorelevante inrichtingen. Er kan
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
16
...................................................................
worden geconcludeerd dat er vanuit de Externe Veiligheid geen belemmeringen voor de geplande nieuwbouw zijn.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
17
...................................................................
6
Juridische aspecten 6.1
Planbeschrijving
Het wijzigingsplan voorziet in een passende planologisch-juridische regeling voor de realisatie van een appartementengebouw met een huisartsenpraktijk. Hierbij is aangesloten op de voorschriften behorende bij het bestemmingsplan Moordrecht-Dorpskern 2005, zoals is aangegeven in hoofdstuk 3. De voorschriften dienen in samenhang met de voorschriften van het bestemmingsplan Moordrecht-Dorpskern 2005 te worden gelezen. Volstaan is met een bestemming ‘Woondoeleinden en Maatschappelijke doeleinden’ waarin de doeleinden en de bebouwingsvoorschriften zijn opgenomen. De voorliggende juridische regeling past binnen de wijzigingsbevoegdheid, zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan Moordrecht-Dorpskern 2005. Die wijzigingsbevoegdheid ziet toe op de mogelijke vestiging van woningen met een maatschappelijke functie op de begane grond, binnen een aantal nader omschreven ruimtelijke criteria. 6.2
Bestemmingsregelingen
Het plan kent één bestemming opgenomen in artikel 2 ‘Woondoeleinden en Maatschappelijke doeleinden’. De op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen en maatschappelijke voorzieningen, waarbij voor de maatschappelijke voorzieningen geldt dat deze uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan. Daarnaast mogen de gronden tevens gebruikt worden voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven, tuinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water. Op de kaart is binnen deze bestemming een bouwvlak aangegeven waarbinnen het gebouw dient te worden gesitueerd. Daarnaast is bepaald dat de woningen aaneengesloten worden gebouwd, waarbij de woningen geheel of gedeeltelijk boven of onder elkaar zullen zijn gelegen. Dit om er voor te zorgen dat de woningen als appartementen zullen worden gerealiseerd. Ten aanzien van de hoogte is bepaald dat het aantal bouwlagen niet meer mag zijn dan drie, met dient verstande dat de maximale bouwhoogte 10,5 m bedraagt. Ten aanzien van bouwwerken – geen gebouwen zijnde – is een maximale hoogte van 2,5 m opgenomen, met uitzondering van
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
19
...................................................................
erfafscheidingen. Voor erfafscheidingen geldt een maximale hoogte van 2 m. Voor het overige zijn de bepalingen van het bestemmingsplan ‘Moordrecht- Dorpskern 2005’ van kracht.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
20
...................................................................
7
Economische uitvoerbaarheid
De gemeente levert een bijdrage aan de kosten van herinrichting van de openbare ruimte. Hiervoor zijn binnen de begroting van de gemeente gelden beschikbaar. Overigens betreft het hier een ISVproject, in welk verband met de woningbouwvereniging een realisatieovereenkomst is gesloten.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
21
...................................................................
8
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
P.m.
.................................................................... 154.00.02.37.00.toe
23
Colofon
Opdrachtgever: Gemeente Moordrecht Contactpersoon: dhr. R. van den Bosch . Bestemmingsplan Moordrecht-West BügelHajema Adviseurs Opsteller: mevr. drs. J. van Dijk dhr. drs. ing. H.J.D. Nienhuis BügelHajema Adviseurs Projectleiding: dhr. ing. H.J.M. van Arendonk BügelHajema Adviseurs Projectnummer: 154.00.02.37.00
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu bnSP Utrechtseweg 7 Postbus 2153 3800 CD AMERSFOORT Telefax (033) 461 14 11 www.bugelhajema.nl E-mail:
[email protected]
Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort