ONTWERP VAN EEN STEDELIJKE LANDMARK
Betekenis van de Gentse Haven en Dampoort binnen het stadsdeel Oude Dokken
Universiteit Gent Faculteit ingenieurswetenschappen Vakgroep architectuur en stedenbouw Prof. dr. Bart Verschaffel Elke Bekaert en Sander Verhanneman Promotor Stéphane Beel Begeleiders: Floris Alkemade en Kris Coremans
Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van burgerlijk ingenieur-architect Academiejaar 2005 - 2006
Dankwoord: Dank aan prof. Stéphane Beel, Kris Coremans en Floris Alkemade voor de sturing en begeleiding tijdens deze thesis. Dank aan alle contactpersonen die tijd voor ons hebben vrijgemaakt, om ons materiaal ter beschikking te stellen en bij te staan met informatie. Dank aan onze ouders
De auteurs geven de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de scriptie te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie. Elke Bekaert Sander Verhanneman 6 juni 2006
Inhoud inleidend onderzoek
1. Oude Dokken a. Situering b. Wedstrijd c. Keuze van het onderwerp 2. Landmarks a. Bouwen van landmarks b. Ruimtelijke bepaling cases c. Gentse landmarks 3. Postindustriële sites 4. Gebiedsoverstijgende ontwikkelingen binnen de Oude Dokken a. Gent Zeehaven b. Gent Dampoort
Bronnen: www.beeldbankgent.be www.scharnierproject.be Ruimtelijk structuurplan Gent, op www.gent.be. Wedstrijdopdracht Oude Dokken Gent, AG Sob. Wedstrijdbundel BGSV bureau voor Stedenbouw. Wedstrijdbundel Christian Kieckens Architects. Wedstrijdbundel Office For Metroplitan Architecture. Haven onder de loep, stad Gent. www.havengent.be Ontwerpprogramma Havenbedrijf, Daniel Termont.
1. Inleiding: a. Situering Fysische situering: Het gebied van de Gentse oude dokken beslaat in zijn geheel een oppervlakte van 37 hectare, waarvan 15 hectare wateroppervlak. Het kan beschouwd worden als een landwig gekneld tussen het traject van de binnenring R40 - die grotendeels de negentiendeeeuwse stadsrand volgt en via de Oude Dokken aansluit op de Ringvaart - en het spoorwegemplacement Dampoort. De noordelijke rand wordt gevormd door de spoorverbinding GentEeklo en de zuidelijke uitloper van het kanaal Gent-Terneuzen: het Grootdok. De zuidgrens is bepaald door de insteek van de Dokken tot aan de zwaaikom van Dampoort-station. (fig 1) De site zelf wordt ontsloten via de Afrikalaan, een voor autoverkeer belangrijke noord-zuid verbinding die de Dampoort met de R4 verbindt en het gebied in zijn geheel doorsnijdt. Samen met de oriëntatie
van
het
water
in
de
Dokken
en
het
spoorwegemplacement op de verhoogde berm, krijgt de site hierdoor een sterke verticale
(fig 1)
geleding. Enkel in het noorden en het zuiden sluit het gebied aan
water van economische stadsader naar een lege waterplas. De
op een grotere stedelijke infrastructuur. Dit leidt tot de vaststelling
gevestigde watergebonden industrie trok mee naar de nieuw
dat ondanks zijn nabijheid tot het centrum, de Oude Dokken toch
ingerichte dokken en liet de oude gebouwen en machines achter.
als een afgezonderd stadsdeel werkt. De ontsluiting gebeurt
Een
bovendien enkel op grote schaal: het noorden verbindt het
heringevuld
stadsdeel onmiddellijk met de haven en de R4; het zuiden geldt als
handelsbedrijven die profiteerden van de goede ontsluiting en
één van de belangrijke poorten tot Gent-centrum, en bundelt alle
aanwezige ruimte (vestigingen langs de Afrikalaan).
invalswegen vanuit het oosten. Het interne stratenpatroon is
geregisseerde herinvullingen kunnen echter geen oplossing voor het
verkeersonvriendelijk voor de zwakke weggebruiker en takt
gebied betekenen op lange termijn. Door de jaren heen kwam de
rechtstreeks aan op de grote verbindingen aan de rand.
buurt dan ook meer en meer in stedelijk verval.
Economische situering:
Hoewel de Oude Dokken in het zuiden begrensd worden door het
de
gedeelte
van met
die
oude
kantoren
fabrieksgebouwen (ACEC,
werd
Handelshuis,…)
later of
Deze niet-
eeuwse Gent - toen de Ringvaart nog niet gegraven
station Gent-Dampoort en de Dampoort-rotonde die het oostelijk
was, het kanaal Gent-Terneuzen slechts een beperkte diepgang had
invalsverkeer bundelt, blijkt ook de aanwezigheid van deze
en alle binnenscheepvaart via de binnenstad kwam - vormden de
economische katalysatoren tot nu toe geen structurele invloed te
dokken het hart van de Gentse zeehaven. Het was een economisch
hebben op de herinvulling van het gebied.
In het 19
bloeiend industriegebied dat vooral faam had vanwege zijn textielvervaardiging en graanhandel. De steeds groter wordende zeereuzen in de 20ste eeuw en het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden in de binnenstad zorgden ervoor dat de Gentse haven wegtrok uit de Oude Dokken en opschoof naar het noordelijke gebied van het Grootdok. Hierdoor verloor dit stadsdeel zijn economische input en degradeerde het
b. Wedstrijd Vanwege de strategische positie ten opzichte van de Gentse binnenstad, de relaties met zijn ruimere omgeving, de potenties en de kwaliteiten die het gebied bieden, besliste het Gentse stadsbestuur in april 2004 om voor de Oude Dokken een wedstrijd uit te schrijven. Deze wedstrijd moest de relatie leggen tussen de intenties van het Ruimtelijk Structuurplan (verder uitgewerkt in het Scharnierproject) en de gewenste transformatie van de Oude Dokken tot een – overwegend - woongebied. De wedstrijd werd uitgeschreven en gecoördineerd door het stadsontwikkelingbedrijf, AG SOB. Dit bedrijf binnen de Gentse publieke diensten bezit naast de aanlegkaaien ook het leeuwendeel van de gronden binnen de dokken (fig 2). Toch blijft een niet onbelangrijk deel in handen van een aantal operationele bedrijven en handelszaken. Het levert een patchwork van eigendommen op, waarbij een doorlopende structuur wordt gevormd door openbaar domein en gronden in handen van AG SOB. De tussenliggende velden zijn door bedrijven ingevuld, maar meer en meer gebouwen komen leeg te staan.
(fig. 2)
De tegengestelde intenties van woononvriendelijke bedrijven die
de 19de eeuwe stadsgordel die langsheen dit tracé ligt, ontlast
langs de Afrikalaan voldoende plaats vinden om zich te handhaven
wordt.
en de ontwikkelingsdrift van de stad zorgen ervoor dat de
Het nieuwe traject promoveert de Afrikalaan tot binnenring. Via de
uitvoering van het winnende stadsontwerp uiterst gevoelig ligt.
nieuw aan te leggen Handelsdokbrug wordt de connectie met de Muidelaan en de rest van de ring terug gemaakt. De aanbesteding
De visie van de stad, en dus tegelijk de opdracht voor de wedstrijd,
van de brug werd gepland in 2006. Stad Gent dringt al jaren aan op
“Het stedelijk strategisch project Scharnier wil het
de bouw van deze brug, en nu wordt ze ook door het departement
waterfront langs het Houtdok en het Handelsdok een totaal nieuw
Wegen en Verkeer van de provincie Oost-Vlaanderen en minister
aanschijn geven. Het stadsbestuur gaat de uitdaging aan om de
Peeters als topprioriteit bestempeld.
verouderde industriële site tussen de Muide en de Dampoort om te
Hoe gevoelig de uitvoering van het plan voor de oude dokken is,
bouwen tot een gebied waar wonen, werken, handeldrijven, cultuur
kan worden geïllustreerd aan de hand van deze Handelsdokbrug.
en ontspanning samengaan. Leegstaande panden en onbenutte
Om de brug te kunnen bouwen moeten een aantal gronden van
kaaioevers zullen hiertoe een nieuwe bestemming krijgen” (uit
bedrijven worden onteigend. Recent trokken deze naar de Raad van
Masterplan scharnierproject).
State waardoor het project vanwege de juridische vertraging op de
Hierdoor zou de stad onder meer een invulling geven aan de
lange baan wordt geschoven.
luidde:
taakstelling die door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voorop werd gesteld.
Ondanks alles zorgt het denkspoor voor het nieuwe traject voor de R40 ervoor dat de aloude discussie over een van Vlaanderens
Een belangrijke randvoorwaarde binnen de wedstrijd was het
grootste knelpunten - de Dampoortrotonde - opnieuw herbekeken
nieuwe traject voor de Gentse binnenring. De provincie Oost-
kan worden. Het eerste voorstel was om de Afrikalaan als
Vlaanderen nam eind 2005 de beslissing het stuk ring vanaf dok
binnenring, via een tunnel onder de Dampoort, verder weg van de
Zuid tot dok Noord te schrappen als R40. Dit zou ervoor zorgen dat
rotonde opnieuw te laten aansluiten op de Kasteellaan. Dit voorstel waarbij een dure tunnel van anderhalve kilometer zou worden
aangelegd, vinden we ook in de ingediende wedstrijdontwerpen
- BGSV:
terug. Deze oplossing zorgt ervoor dat de verkeersoverlast op de rotonde aan Dampoort drastisch verminderd zou worden. Nadelen zijn de dure uitvoering van deze tunnel en de moeilijke verkeerstechnische aansluitingen van de oostelijke invalswegen op deze ondergrondse doorsteek. Het verloop van de wedstrijd bestond uit drie fases, waarbij na de eerste fase een keuze werd gemaakt uit 27 inzendingen. Drie bureaus werden uitgenodigd om gedurende het tweede deel van de wedstrijd hun intenties verder uit te werken. De presentatie tussen de tweede en derde fase kan gezien worden als een tussentijdse evaluatie waarbij de stad de mogelijkheid had om bij te sturen. De
geselecteerde
bureaus
waren
Office
For
Metropolitan
Architecture van Rem Koolhaas, Christian Kieckens Architects en BGSV Bureau voor Stedenbouw. Ze eindigden ook in bovenstaande
(bron BGSV)
volgorde. Dit bureau had in hun voorontwerp een dubbele intentie vooropgesteld. Eerst en vooral vonden ze het belangrijk dat een zo groot mogelijk deel van de nieuw te ontwikkelen woningen en andere stedelijke functies zouden kunnen genieten van het aanwezige waterfront.
Het water wordt hierbij als kwaliteit aangegrepen om wonen in de
De paradox van dit ontwerp is dat, ondanks het feit dat het water
Oude Dokken mogelijk te maken.
wordt gekoloniseerd, de woningen afgesloten lijken van de Dokken.
Ruimtelijk werd dit vertaald in een getrapte oever; hierdoor zouden
Slechts weinig woningen krijgen in het uiteindelijke ontwerp een
woningen aan het waterfront lager en dus dichter bij het
zicht op het water en de stad. Het verkavelen van het Handelsdok
wateroppervlak gelegen zijn. De hoger gelegen bouwblokken kijken
door middel van op Gentse schaal gebrachte bouwblokken is daar
over de lagere heen en krijgen alsnog een zicht op het water en de
niet vreemd aan.
stad. Hierdoor kan een brede strook langsheen het Handelsdok als kwalitatieve woonstrook ontwikkeld worden.
- Christian Kieckens Architects:
De tweede intentie houdt rechtstreeks verband met de Gentse binnenstad. BGSV beschouwt de bouwblokken in de middeleeuwse binnenstad, met zijn nauwe straatjes en zichten op de waterlopen, als typisch voor de Gentse charme. Dit element projecteren ze ijverig in hun plan om de nieuwe blokken zowel visueel als fysiek (via wandelbruggen) met de binnenstad te verbinden. Jammer
(bron Christian Kieckens)
genoeg hebben de ontwerpers dit met zoveel infrastructuur willen doen dat men zich kan afvragen of het ruimtelijke karakter van de
Het heldere en gestructureerde plan speelt op een elegante,
Dokken hierbij bewaard zal blijven?
sculpturale manier in op de grote schaal van de Dokken. Er wordt
Door het gedeeltelijk koloniseren van de Dokken wordt de identiteit
een contrastwerking nagestreefd tussen de westelijke en oostelijke
en geschiedenis van de bestaande infrastructuur genegeerd. De
oever, waarbij de ene als groenstrip en de andere als verharde kaai
grote infrastructuur en waterweg worden in het plan van BGSV
met nieuwe ontwikkelingen wordt ingericht. De groenstrip wordt
opgeslorpt in het nieuwe stadsweefsel en wordt aldus als een niet-
voorgesteld als een grote promenade of rambla langsheen de
passende schaal voor Gent gekarakteriseerd.
dokken. Ze voorziet de wandeling met een aantal ‘folies’ waardoor de beleving langs de as wordt opgeladen. Helaas is er geen
eindpunt en bebouwing aanwezig waardoor er weinig draagvlak
- Office For Metropolitan Architecture:
wordt gegenereerd om de rambla van voldoende levendigheid te voorzien. Met voetgangersbruggen worden beide oevers ‘op het ritme van de
voetganger’ verbonden. Hierdoor kunnen op de verharde oever, het Handelsdok, verschillende substructuren worden ontwikkeld aan de waterkant.
Deze
blokken
hebben
in
de
begeleidende
wedstrijdbundel een gedetailleerde volumestudie gekregen. In het noordelijke Houtdok wordt de verharde kaai afgewerkt met een landmark. Door het gericht inplanten van een aantal grotere ontwikkelingen langs de Dokken, doet Christian Kieckens geen uitspraak over een herinrichting van het hele gebied. Hierdoor blijven aan de achterkant van de nieuwe woningen de meeste bedrijventerreinen bestaan en zou een realisatie van dit plan minder gevoelig liggen. Het gevolg is echter dat er voor de woningen een weinig kwalitatieve achterkantsituatie ontstaat.
(bron OMA)
De grote kracht van dit ontwerp is het maximaal betrekken van
Hiervoor wordt zowel de betekenis van de Oude Dokken voor Gent
achterliggende percelen op het water door het inbrengen van open
als de impact van de landmarks binnen het plan en binnen de stad
stroken dwars op de richting van de dokken. Het toevoegen van
bekeken. Daarbij wordt voor iedere toren een programma en exacte
kleine kanalen verbetert de relatie met die dokken en betekent een
positie ontwikkeld. Uiteindelijk werken we voor de noordelijke toren
meerwaarde voor de te bebouwen percelen. Deze stroken en
een visie uit die wordt getoetst aan een schetsontwerp.
kanalen zorgen voor een grote coherentie tussen bebouwing van de binnenstad en het gebied buiten de ring en dit zonder het
Vooraleer op de torens te focussen worden de thema’s die in dit
kwalitatieve perspectief en de zichtlijnen van de Oude Dokken aan
onderwerp vervat zijn van naderbij bekeken. Achtereenvolgens zijn
te tasten.
dit het thema landmark, reconversie van 19de eeuwse gebieden en
Door het spelen met de breedte van bebouwbare stroken stelt OMA
onderzoek naar het belang van de dokken binnen de geschiedenis
per ontwerpzone aangepaste bouwvolumes voor. De afwisseling
van de Gentse haven. Daarbij zijn zowel de thema’s landmark als
van hogere en lagere blokken levert een dynamische skyline op die
haven, binnen de context van de stad Gent, historisch belangrijke
vanwege zijn omvang een sterke interactie met het bestaande
onderwerpen.
stadslandschap zal krijgen. Het ontwerp wordt zowel in het noorden en het zuiden met een landmark begrensd.
c. Keuze van het onderwerp: Vanwege de nabijheid tot de stad en de omvang van de landmarks in de skyline van Gent bestaat het onderwerp van voorliggend eindwerk erin om in het winnend stadsontwerp van OMA de betekenissen en mogelijkheden van de torens af te tasten.
2. Thema landmarks
kathedralen en kloosters zijn veelal van torens en andere beeldbepalende architecturale elementen voorzien. De macht van
a. Bouwen van landmarks: In een eerste studie gaan we op zoek naar de mogelijke betekenis van een landmark. We bekijken de historische, plaats- en tijdsgebonden context van het bouwen van een landmark en krijgen zo een goed beeld waarom ze worden gebouwd. Hierbij hebben we ons - aansluitend op het onderwerp – grotendeels beperkt tot landmarks in torenvorm. Van oudsher hebben torens hun plaats binnen beschavingen; sinds het ontstaan van de eerste culturen en steden is de mens om meerdere redenen geïnteresseerd in het bouwen in de hoogte. Een toren representeerde de macht van de bouwer en kon hem zelfs onsterfelijk maken. Belangrijk hierbij was ook de religieuze connotatie; het hoge heiligdom stond dichter bij de hemel en dus ook dichter bij de goden. De toren van Babel en de piramides van Egypte zijn hier de sprekende voorbeelden van. Ook in de Middeleeuwen blijft de religieuze macht een belangrijke bouwer van torens. Vooral de sterk op missionariseren gerichte katholieke kerk blonk uit in het uitbouwen van een patrimonium. Kapellen, kerken,
de kerk werd geïllustreerd in zijn drang naar hoogte. Daarnaast werkte ook de wereldlijke macht aan zijn representatie binnen de stad: in Vlaanderen herkennen we monumentale middeleeuwse stadhuizen in steden als Oudenaarde, Leuven en Brussel. Minder vaak aanwezig, maar zeker in een stad als Gent belangrijk in het stadsweefsel, waren de versterkte burchten en citadellen die vanuit de stadsrand het hele binnenstedelijke gebied controleerden en tegelijk markeerden. Met de opkomst van de handel kwam een derde speler in het veld: De nieuwe economische macht bleef in die profileringsdrang niet achter en belforten en lakenhallen behoren tot de monumenten van de Vlaamse historische handelssteden. (Gent, Brugge, Ieper). De industriële revolutie in de 19e eeuw zorgde ervoor dat deze handel een sterke expansie kende. Door middel van machines en stoomkracht kon de economie grootschaliger worden. Oude lakenhallen en overdekte markten in de binnensteden verloren hun belang en representatie van economische macht. Hierdoor zijn ze tot dode objecten in toeristische binnensteden herschapen. De negentiende-eeuwse handel en economie vestigde zich buiten de dense steden. Daar was plaats om grote installaties te bouwen. Door hun intrinsieke grootschaligheid, eerder dan door een gewilde
representatie - werden deze loodsen, schoorstenen en machines
stadsverloedering.
In
de
plaats
kwamen
glazen
introverte
vanuit een ingenieurslogica toch landmarks die de macht van de
kantoortorens aan de stadsrand.
industrie aan de stad toonde.
In enkele uitzonderlijke gevallen is hoogbouw geen uitdrukking van
Gedurende de 20e eeuw tertiairiseerden de westerse economieën.
een bijzondere macht. Voorbeeld hiervan zijn de woontorens uit de
Fabrieken trokken richting lagelonenlanden, vooral in het oosten, en
jaren ’60 en ’70. Deze woonblokken kwamen voort uit het CIAM-
industriële sites zoals de Oude Dokken kwamen leeg te staan. De
concept, waarbij openbare ruimte rondom de woning van belang
torenhoge installaties waren de stille getuigen van hun vroegere
was. De graad van verdichting die dit noodzakelijk maakte, bracht
economisch belang.
met zich mee dat er in de hoogte werd gebouwd en dat ze impact
De kantoren die hun plaats innamen gingen naar andere plekken op
hadden op het stedelijke landschap. Deze impact was echter niet
zoek. De meest gegeerde plaatsen werden de zichtbare zones rond
bedoeld als representatie en was enkel een experiment in het
de belangrijke verkeersknooppunten en stationsgebieden. Daar
verhogen van de collectieve woonkwaliteit.
verrezen de nieuwe economische landmarks. Samen met deze economische evolutie, evolueerde ook de staat
Vandaag hebben torens niet altijd een even sterke connectie met
naar een dienst met kantoren. Veelal op een bescheidener manier
ideologieën of machten. Een veelheid aan thema’s komen naar voor
verrezen kantoorcomplexen van publieke diensten in de stad.
als we de inhoud van de torenbouw in de 20e en 21e
eeuw
e
De religieuze macht verloor gedurende de tijd zijn kracht en
bekijken. In het begin van de 20 eeuw situeert torenbouw zich
invloed. Het kerkbezoek ging in het westen achteruit en veel nieuwe
vooral in het westen. Technologische vernieuwing is een belangrijk
kerktorens zijn er in de twintigste eeuw in het westen niet terug te
thema waarmee steden zich op de kaart willen plaatsen, getuige
vinden.
hiervan de bouw van de Fernsehturm in Berlijn. Ook de politieke
We kunnen concluderen dat de representatie van de historische
macht doet nog altijd beroep op hoogbouw, zij het in veel mindere
torens tanend is, de kerktorens in binnensteden hebben vooral een
mate en dan vooral op plaatsen waar nieuwe steden verrijzen. Het
toeristisch
ontwerp van Niemeyer voor Brasilia is daar een duidelijk voorbeeld
belang en hoge schoorstenen zijn een toonbeeld van
van. Na de ontwerpen voor gestapelde steden en woningen van de
modernistische architecten verschuift de aandacht voor hoogbouw
waar een bepaalde macht aanwezig is die in staat is deze
echter van het westen naar het oosten. Eén van de opvallendste
gebouwen
ontwikkelingen
nieuwe
eenentwintigste eeuw vinden we, als culminatie van al deze
kapitalistische economieën. Deze steden zijn al decennialang bezig
ontwikkelingen, een veelheid aan torens terug, nieuw dan wel
met een economische inhaalbeweging. Vanwege de lage kosten
historisch, met daaraan gekoppeld zeer verscheidene betekenissen
trekken ze hoofdzetels van multinationals aan, en veelal liggen ze
en redenen. Het ontwerpen van een nieuwe landmark vormt dus
op kruispunten van belangrijke vliegverbindingen tussen het westen
een bijzondere uitdaging, die veel verder gaat dan het louter
en het verre oosten. In deze nieuwe grootmachten manifesteert de
functioneel, organisatorisch vormgeven van een gebouw. Een toren
economische macht zich door het bouwen van torens op veel
bouwt men zeker niet zomaar…
is
de
enorme
bouwwoede
in
de
te
financieren
en
betekenis
te
geven.
In
de
grotere schaal dan in het westen. Recent heeft ook het westen weer meer aandacht voor het bouwen of
hergebruiken
van
torens.
Reconversie
van
b. Ruimtelijke bepaling cases:
oude
fabrieksgebouwen biedt een oplossing voor verloederde stadsdelen
In een tweede luik gaan we op zoek naar een aantal belangrijke
(Tate Modern) en profiteert van de beeldwaarde die dergelijke
ruimtelijke topics die verband houden met landmarks.
gebouwen uitstralen.
bestuderen hiervoor een aantal bekende voorbeelden uit de
Een stad kan door aan zijn skyline te werken zijn imago vormen.
architectuurgeschiedenis .
Rotterdam tracht een sterke identiteit op te bouwen door in het stadslandschap van de kernstad een grote hoeveelheid torens op te nemen. Het Rotterdamse Manhattan moet de stad dynamisch en modern maken. Deze evolutie en bijhorend historisch overzicht leren ons dat landmarks steeds verrijzen op plaatsen met een zekere dynamiek,
We
Seagram – New York:
De Seagram Building valt als hoogbouw niet specifiek op in de skyline van Manhattan. Het gebouw krijgt gestalte door het statement dat het stelt ten opzichte van het concept ‘grid’. Door het programma hoger te stapelen ontstaat een voorplein dat de toren een representatie geeft binnen het stratenpatroon. Deze afwijkende invulling van het bouwblok zorgt ervoor dat de Seagram Building zich laat opmerken binnen zijn omgeving.
Lever House – New York:
Analoog aan de Seagram Building zit Lever house ingekapseld in een regelmatig stratenpatroon met hoogbouwblokken. De toren heeft geen afwijkende vorm of hoogte ten opzichte van de skyline waardoor hij ook in de skyline wordt opgenomen. Op een gelijkaardige manier als Seagram wordt het bouwblok niet volledig de hoogte in getrokken. Het bouwblok wordt gevuld met een lagere sokkel. Dit geeft de toren een minder sterke representatie op het grondniveau. Door middel van een patio wordt de relatie met de toren opnieuw gemaakt.
Casa da Musica – Porto:
Casa da Musica is op zich geen toren, maar binnen de skyline van Porto heeft hij toch een belangrijke impact. De ervaring van de massa van het volume gebeurt vanuit de straten in de dichtere omgeving. Ter plaatse, wijkt Casa da Musica sterk af van zijn omgeving. Het gebouw heeft geen directe relatie met het bouwblok en het staat als een duidelijk leesbaar object op zijn plein. Zowel binnen de skyline als ten opzichte van zijn omgeving werkt het als één gebouw, waar bij massa en silhouet belangrijk zijn.
Toren in Tirana:
Deze toren wordt gebouwd in het centrum van Tirana. Daar komt het in een stadsontwerp met 10 hoogbouwblokken te staan. Binnen deze skyline heeft deze toren een specifiek silhouet en kleurschakering waardoor hij zich kan onderscheiden van de andere projecten. De toren heeft een beperkte laagbouw die horizontaal blijft en interageert met zijn directe omgeving (Suleman Pasha Mausoleum).
Torre Agbar – Barcelona:
Binnen de skyline van Barcelona is Torre Agbar een hoge toren. Samen met zijn apart silhouet en kleurenpatroon wordt hij binnen de stad heel herkenbaar. Als alleenstaande toren markeert hij belangrijke verkeersinfrastructuur. Door het ontbreken van een sokkel, plaatst de toren zich prominent op het grote rondpunt. Hij maakt hiervan gebruik om een statement te zijn zonder daardoor op een interactieve manier op zijn omgeving in te spelen.
Concertgebouw Brugge:
Naast de torens uit het middeleeuwse binnenstad heeft het concertgebouw een belangrijke impact op het Brugse stadslandschap. Het is een uit de kluiten gewassen massieve sokkel die door zijn belangrijke ligging (de nabijheid van het station) indirect op grote schaal werkt. Op het Zand heeft deze landmark een sterk structurerende kwaliteit. Het blokt met zijn volume de corridor van het Zand tot aan het station af. Hierdoor geeft het ’t Zand vorm en krijgt het hierlangs ook zijn representatie.
c. Gentse landmarks: Ook in de recentere geschiedenis blijft dit een actueel thema. De Gent heeft een rijke geschiedenis aan torens; opeenvolgende
modernistische architectuur van de boekentoren speelt hier handig
ontwikkelingen en tijdperken hebben elk hun stempel gedrukt op de
op in. Door het stapelen van kennis in de vorm van boeken krijgt de
skyline van de stad. Illustraties uit de middeleeuwen tonen aan dat
studentenstad, en ruimer gezien het wetenschappelijke belang van
de stad zijn belang wil uitdrukken door zijn machten te laten
Gent, een duidelijk baken.
bouwen in de hoogte.
In de voorstelling van het stadsontwerp Oude Dokken ligt een nieuwe
kans
voor
Gent
om
ook
eenentwintigste-eeuwse
ontwikkelingen te ondersteunen en tentoon te stellen. In deze paragraaf wordt een selectie van de hoogste torens in het centrum gethematiseerd. In eerste fase doen we dit vanuit het standpunt van de Gentenaar. We bekijken de torens naar inhoud en betekenis binnen de werking van de stad. In een tweede benadering verlaten we de kennis die we over deze torens hebben en beschouwen de gebouwen als objecten in de ruimte. Een aantal voor ons relevante, betekenisvolle objecten uit het eerste overzicht worden hierbij aangevuld met een ruimtelijke analyse.
(gent, 13de eeuw)
Boekentoren – Gent: SKYLINE 1 MORFOLOGIE
2 RUIMTELIJK VELD
OMGEVING 1 MORFOLOGIE
2 REPRESENTATIE
De toren streeft naar een strikte verticaliteit, en bereikt dit niet enkel door zijn hoogte maar ook door de verticale geleding van zijn gevels. Een afwijkende bekroning beëindigt de verticaliteit en geeft de toren een gezicht in de hoogte. Zijn ligging op het hoogste punt van Gent biedt de boekentoren een extra belang en draagt bij tot zijn zichtbaarheid en waarde als landmark. Tevens staat hij er alleen, en eist het grootste deel van de aandacht in de omgeving op.
De boekentoren bevindt zich in relatief dichte omgeving van het drietorengebied en gaat er als gevolg hiervan mee in concurrentie. Er ontstaat een spanningsveld tussen de verschillende torens, waarbij een bepaald evenwicht tot stand komt. In die skyline duidt de Boekentoren heel duidelijk een plaats aan, die in tegenstelling tot het drietorengebied beperkt is qua omvang.
Via een sokkel past de toren zich in in de omgeving. Een volledig bouwblok wordt ingenomen en biedt tegengewicht aan de directe impact van de toren op de omgeving.
Het gebouw representeert zich naar de onmiddellijke omgeving door de welgekozen positie van zijn toren. Zijn prominente plaatsing op de perceelsgrens zorgt voor een directe confrontatie met de zwaarte en omvang van de toren.
Sint-Niklaaskerk, Belfort, Sint-Baafskathedraal – Gent: SKYLINE 1 MORFOLOGIE
2 RUIMTELIJK VELD
OMGEVING 1 MORFOLOGIE
2 REPRESENTATIE
Hun dichte onderlinge nabijheid veroorzaakt een directe versterking van hun landmarkwaarde. Het laat toe zich als eenheid naar de stad te manifesteren. Het soort architectuur van de torens zelf is in dit opzicht minder relevant en draagt niet in dezelfde mate bij tot de ruimtelijke herkenning van de torens.
Met hun drieën duiden ze een uitgestrekt stadsdeel aan en zijn ze er ook het gezicht van.
De gebouwen bevinden zich als objecten binnen het centrum. In hun onmiddellijke omgeving is alle bebouwing geweerd en dient de open ruimte de torens ‘tentoon’ te stellen.
Door de ruimte er rond vrij te laten, ontstaat de mogelijkheid zich te representeren via een plein. Heel expliciet bakenen de torens een plek af die bijdraagt tot hun representatie.
SPE – electriciteitscentrale – Gent: SKYLINE 1 MORFOLOGIE
In de hoogte heeft de fabrieksschouw een grote slankheid en slechts een beperkte massiviteit. Dit heeft als gevolg dat hij ondanks zijn grote hoogte en verticaliteit toch een beperktere invloed heeft in de skyline van Gent.
2 RUIMTELIJK VELD
OMGEVING 1 MORFOLOGIE
2 REPRESENTATIE
Op grondniveau bestaat het gebouw uit een sokkel van zeer grote omvang. De rest van de omgeving bestaat uit eengezinswoningen en wegen qua schaal absoluut niet op tegen de grootsheid van die sokkel. Dit veroorzaakt dan ook een grote schaalbreuk met die omgeving.
De schouw staat in het midden van de sokkel, en komt niet rechtstreeks naar beneden. De representatie ervan op grondniveau is dan ook miniem te noemen.
De uitgestrektheid van dergelijke gebieden vormt dikwijls een
3. Post-industriële sites
karakteristieke hindernis bij de reconversie. Het gebied is vaak Herwaardering van postindustriële sites vraagt een andere aanpak
immens, bevindt zich buiten het stadscentrum is en bijgevolg
dan het louter herinvullen van wat er al aanwezig is. Reconversie
moeilijk in te passen binnen het bestaande stedelijk weefsel. Het is
van dergelijke gebieden en hun landmarks is niet vanzelfsprekend
niet voldoende er een nieuwe bestemming voor te voorzien, de
gezien hun negatieve connotatie. Ze representeren immers niet
gehele stedelijke context en mogelijkheden moeten herbekeken
alleen de macht van een tijdperk maar herinneren ons ook aan de
worden. Met
sociale
ontwikkelaars is deze grootschalige aanpak dus niet evident.
wantoestanden,
verontreiniging
en
slechte
onze
traditie van
individuele verkavelaars en
leefomstandigheden die ermee gepaard gingen. Niet alleen binnen hun terreingrenzen, maar ook daarbuiten heeft hun neergang
In vergelijking met andere gelijkaardige stadsvernieuwingsprojecten
negatieve gevolgen. Rond die negentiende-eeuwse ontwikkelingen
(Lamot-site Mechelen, nmbs-site Leuven, …) is de schaal van de
zijn nu nog altijd de meest armoedige en verloederde stadswijken
Gentse Oude Dokken op zijn minst ambitieus te noemen. In
te vinden (zie de Borinage). Op kleinere schaal hebben de Gentse
Vlaanderen is enkel de reconversie van het Eilandje in Antwerpen
Oude Dokken en de buurwijken Sluizeken – Ham en Muide ook een
nog groter. Het interessantste aspect aan dat stadsontwerp is de
dergelijke connotatie.
inplanting van het Museum aan de Stroom (MAS). Dit maakt duidelijk dat ook daar de bepaling van een toren naar de zijde van
Binnen het kader van een bruisende moderne stad die Gent wil zijn,
de historische binnenstad belangrijk wordt geacht. Met zijn
is dit gebied dan ook een doorn in het oog. De Vlaamse steden
herkenbare architectuur wordt het MAS dan ook beeldbepalend voor
willen in de 21e eeuw opnieuw een aangename plek om te wonen
het gezicht van het nieuwe Eilandje naar de stad. De keuze voor
worden. Daarom pakt Gent, net als vele andere Vlaamse steden, dit
een belangrijk cultureel programma zet intensief in op de connectie
gebied aan.
van de Oude Dokken met de binnenstad om het stadsdeel nieuw leven in te blazen.
4.
Gebiedsoverstijgende
ontwikkelingen De eerste uitlegging van de Gentse haven situeerde zich in de Oude
binnen de Oude Dokken
Dokken. Deze plek was lang onbebouwd gebleven omdat ze zich buiten de stadsmuren bevond. De afschaffing van het octrooirecht
a. Gent Zeehaven
en de daarmee gepaard gaande sloop van de stadswallen maakte
Gent haalt een belangrijk deel van zijn economische reputatie als handelsstad uit de aanwezigheid van zijn haven. Sinds de dertiende eeuw is het daarom steeds belangrijk geweest om de haveninfrastructuur en de connectie met de zee up to date te houden. Door de voortdurende schaalvergroting van zowel schepen, dokken als bijhorende industrieën, kon de zeehaven zich vanaf de negentiende eeuw niet langer in de binnenstad handhaven. Ook voor de binnenscheepvaart was het niet meer rendabel om een tijdrovende doortocht doorheen de stad te wagen. Het
graven
van
de
Ringvaart
kwam
hieraan
tegemoet.
Noodgedwongen verdwenen de schepen uit het stadsbeeld en trokken noordwaarts, richting zee, om daar een nieuwe haven uit te bouwen. De binnenwateren van de stad bleven leeg achter en waren economisch niet meer relevant. In deze periode werd de Nederschelde overwelfd, en vinden we plannen en visualisaties terug die de Lindenlei vanaf de Bijloke tot het gerechtsgebouw met een classicistisch park bedekken.
dit tot de uitgelezen locatie voor de haven. Begin twintigste eeuw veranderde dit opnieuw: indien de haven zijn economische positie wou handhaven, dan moest een nieuwe schaalvergroting worden doorgevoerd. De haven schoof hierdoor nog noordelijker (tot in Zelzate), en dus nog verder van de stad weg. De voor Gent en zijn regio heel belangrijke werkgever kwam hierdoor
volledig
stadsbewoner
en
buiten
het
bezoeker.
gezichtsveld De
van
economische
de
gewone
logica
van
grootschaligheid en toegankelijkheid van een zeehaven heeft als gevolg dat een belangrijke structuur zoals de haven in de coulissen van de stad belandt, en de binnenwateren van de stad figuurlijk droog komen te staan.
Hier en daar leeft in de stad het verlangen het water opnieuw te
opnemen van grotere economische of culturele ontwikkelingen. Een
introduceren in het stadsleven. Vanaf de jaren ’90 is Gent daarom
industriële economische invulling behoort echter tot het verleden.
op zoek gegaan naar een manier om zijn waterwegen opnieuw in te vullen en ze weer belangrijk te maken in de beeldvorming van de stad. Opvallendste vaststelling hieromtrent is dat deze herwaardering van
b. Gent Dampoort
de waterkanten vooral een toeristisch belang heeft: De Graslei en Korenlei werden autovrij gemaakt en de toerist kreeg alle vrijheid
Terwijl de Oude Dokken zich in het noorden uitstrekken naar de
om van op zijn boot de historische stad te aanschouwen. Dit beeld
haven, is het gebied in het zuiden direct gelinkt aan Gent-
is hoe we de samenvloeiing van Leie en Schelde nu kennen.
Dampoort. Was het Dampoortstation vroeger vooral belangrijk voor
Recenter wordt de Nederschelde opengelegd, is een jachthaven aan
goederentransport, dan voorziet het nu wegens zijn onmiddellijke
het
dokken
verbinding met andere grote Vlaamse steden in een efficiënt woon-
Uit al deze voorbeelden blijkt dat men met de
werkverkeer. Het station is tevens een belangrijk knooppunt van
herwaardering van het water vooral aan het imago van de stad wil
openbaar busvervoer, en houdt op die manier de verbinding van de
werken, maar krijgt het water slechts een zeer eenzijdige betekenis.
binnenstad met de oostelijke deelgemeenten in stand. Vanuit dit
Van
Eyck
herontwikkeld,…
zwembad
ingericht,
worden
de
station is ook de binnenstad op wandelafstand bereikbaar. Het Ook
de
Oude
softe
ontbreekt het station echter aan elke vorm van uitstraling: het
waterherwaardering. Toch zou de grotere schaal en het bijzondere
gebouw blijft volledig onder het niveau van de verhoogde berm
karakter van het wateroppervlak ervoor kunnen zorgen dat er meer
waarop de spoorweg ligt en verdwijnt qua omvang in de lege strook
dan
die zich voor en naast het station uitstrekt.
alleen
Dokken
maar
hebben
historisch
last
toerisme
van
wordt
deze
bedreven.
Aanlegplaatsen voor woonboten en waterrecreatie kunnen een meerwaarde betekenen voor het wonen, maar de aanwezigheid van belangrijke infrastructuren biedt ook de mogelijkheid tot het