ONTWERP mw sti Blad 1

57323mw sti

Blad 1

ZWART & HOEVENAARS NETWERK NOTARISSEN Postbus 1019 2260 BA Leidschendam-Voorburg T: 070 - 3200500 F: 070 - 3201101 E-mail: [email protected]

ONTWERP Wilt u, indien er onjuistheden voorkomen in uw personalia of elders in de tekst, vóór het ondertekenen van de akte contact met ons opnemen?

OPRICHTING STICHTING ontwerp 24 oktober 2012 bijgewerkt op 4 december 2012 bijgewerkt op 10 januari 2013 Vandaag, *, verscheen voor mij, *, *, notaris te Leidschendam-Voorburg: ------------------*, --------------------------------------------------------------------------------------------------------------hierbij handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:--------------------------------------------1. de heer Jan Willem Schut (* nummer *, uitgegeven te * op *), geboren op dertig juni negentienhonderd eenenvijftig te Voorburg, wonende te 2624 JL Delft, -------Roland Holstlaan 928, die bij het verstrekken van de volmacht handelde als -----gevolmachtigde van-------------------------------------------------------------------------------de stichting Stichting Christelijk Onderwijs Delft e.o., gevestigd te Delft, met -adres 2614 GR Delft, Buitenwatersloot 312, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41145807, en als zodanig bevoegd deze stichting rechtsgeldig te vertegenwoordigen; -------------------------------------------------------------------------------2. de heer Egbert Klompmaker (* nummer *, uitgegeven te * op *), geboren op -----dertig maart negentienhonderd zevenenvijftig te Beverwijk, wonende te 2353 LB Leiderdorp, Annie M G Schmidtstraat 1, die bij het verstrekken van de volmacht handelde als directeur/bestuurder van -------------------------------------------------------de stichting Stichting Librijn openbaar onderwijs, gevestigd te Delft, met adres 2624 AK Delft, Papsouwselaan 119 D, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 27263332, en als zodanig zelfstandig bevoegd deze stichting ------------rechtsgeldig te vertegenwoordigen. -----------------------------------------------------------Van gemelde volmachten blijkt uit twee onderhandse volmachten die aan deze akte --zullen worden gehecht. ----------------------------------------------------------------------------------VERKLARINGEN VOORAF ----------------------------------------------------------------------------De verschenen persoon verklaarde, handelend als gemeld: -----------------------------------De bevoegde gezagsorganen van de schoolbesturen in de hierna te melden regio------willen een samenwerkingsverband passend onderwijs op basis van de nieuwe ----------wetgeving voor samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs/speciale scholen --voor basisonderwijs/speciaal onderwijs/speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ------vormen. ------------------------------------------------------------------------------------------------------Ter uitvoering daarvan wordt de onderhavige stichting opgericht. ----------------------------Krachtens een ministeriële regeling is de regio voor het in deze akte op te richten ------samenwerkingsverband passend onderwijs vastgesteld en loopt gelijk met de grenzen van de gemeenten Delft, Lansingerland, Midden-Delfland (de kernen Den Hoorn en ---Schipluiden) en Pijnacker-Nootdorp (PO2802). ---------------------------------------------------De oprichting geschiedt thans door twee van de bedoelde schoolbesturen. De overige schoolbesturen zullen zich later aansluiten middels aansluitingsovereenkomsten. -------OPRICHTING ----------------------------------------------------------------------------------------------De verschenen persoon verklaarde, handelend als gemeld, op te richten een stichting en voor deze stichting vast te stellen de navolgende---------------------------------------------STATUTEN --------------------------------------------------------------------------------------------------

57323mw sti

Blad 2

Begripsbepalingen ----------------------------------------------------------------------------------------Artikel 1. -----------------------------------------------------------------------------------------------------*Wet op het primair onderwijs: de wet zoals luidt na de wijzigingen op basis van -het wetsvoorstel 33106.--------------------------------------------------------------------------Wet op de expertisecentra: de wet zoals deze luidt na de wijzigingen op basis ---van het wetsvoorstel 33106. --------------------------------------------------------------------Wet Medezeggenschap op scholen: de wet zoals deze luidt na de wijzigingen op basis van het wetsvoorstel 33106. ------------------------------------------------------------Wet op het voortgezet onderwijs: de wet zoals deze luidt na de wijzigingen op ---basis van het wetsvoorstel 33106.* -----------------------------------------------------------Aangeslotene: het bevoegd gezag dat met de stichting een ---------------------------aansluitingsovereenkomst heeft gesloten. --------------------------------------------------Afgevaardigde: een natuurlijk persoon die – al dan niet krachtens substitutie - het bevoegd gezag krachtens diens statuten of diens managementstatuut ----------rechtsgeldig vertegenwoordigt. ----------------------------------------------------------------Bestuur: het bestuur van de onderhavige rechtspersoon. -------------------------------Bevoegd gezag: de rechtspersoon, die (een) scho(o)l(en) in stand houdt binnen de na te melden regio alsmede de rechtspersoon die (een) scho(o)l(en) voor ----speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, behorend tot cluster 3 en 4 bedoeld in de Wet op de expertisecentra, in stand ---houdt waarvan de vestiging(en) zijn gelegen buiten het gebied van een -----------samenwerkingsverband en die deel neemt aan het onderhavige ---------------------samenwerkingsverband. -------------------------------------------------------------------------Medezeggenschapsraad: de raad als bedoeld in artikel 3 van de Wet --------------Medezeggenschap op Scholen. ---------------------------------------------------------------Ondersteuningsplan: het plan als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het -------primair onderwijs. ----------------------------------------------------------------------------------Ondersteuningsplanraad: de raad als bedoeld in artikel 4a van de Wet ------------Medezeggenschap op Scholen. ---------------------------------------------------------------Ouders: de ouders, voogden en verzorgers van leerlingen. ----------------------------Regio: de gemeenten Delft, Lansingerland, Midden-Delfland (de kernen Den ----Hoorn en Schipluiden) en Pijnacker-Nootdorp. --------------------------------------------Samenwerkingsverband: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 18a van de ---Wet op het primair onderwijs.-------------------------------------------------------------------Scholen(school): alle vestigingen van basisscholen, van speciale scholen voor --basisonderwijs, van scholen voor speciaal onderwijs en van scholen voor --------speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voor zover daaraan speciaal onderwijs wordt verzorgd, behorend tot cluster 3 en 4 bedoeld in de Wet op de ---------------expertisecentra en gevestigd in voormelde regio. -----------------------------------------Schooljaar: het tijdvak van één augustus tot en met één en dertig juli --------------daaraanvolgend. -----------------------------------------------------------------------------------Schoolondersteuningsprofiel(en): een (de) door het bevoegd gezag vast te -------stellen beschrijving(en) van de voorzieningen die op de onder haar bevoegd -----gezag ressorterende scho(o)l(en) zijn getroffen voor leerlingen die extra ----------ondersteuning behoeven. -----------------------------------------------------------------------Naam, zetel en duur. -------------------------------------------------------------------------------------Artikel 2. -----------------------------------------------------------------------------------------------------1. De stichting draagt de naam: -------------------------------------------------------------------Stichting Passend Primair Onderwijs Delft, Den Hoorn, Lansingerland, ------Pijnacker-Nootdorp en Schipluiden. -------------------------------------------------------Verkorte naam: SWV PO Delflanden. ------------------------------------------------------2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Delft. ---------------------------------------3. De stichting duurt onbepaalde tijd voort. ------------------------------------------------------

57323mw sti

Blad 3

Doel.----------------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 3. -----------------------------------------------------------------------------------------------------1. De stichting heeft ten doel: ----------------------------------------------------------------------a. het vormen en in stand houden van een regionaal samenwerkingsverband in de zin van artikel 18a lid 2 van de Wet op het primair onderwijs; -----------b. het realiseren van een samenhangend geheel van -------------------------------ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen alle scholen; -----------------c. het realiseren dat zoveel mogelijk van de in voormelde regio woonachtige leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken; ---d. een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs te krijgen voor in ----------voormelde regio woonachtige leerlingen die extra ondersteuning behoeven. 2. Zij tracht dit doel te bereiken door: ------------------------------------------------------------a. gezamenlijke besluitvorming over de wijze van verdelen en toewijzen van -de ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de -------scholen; -------------------------------------------------------------------------------------b. het vaststellen van een ondersteuningsplan en (financieel) jaarverslag; ----c. het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het onderwijs aan een -----speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot --het speciaal onderwijs, op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven; -----------------------------------d. het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of --ingeschreven; ------------------------------------------------------------------------------e. andere middelen die aan het doel van de stichting dienstbaar kunnen zijn. 3. De stichting beoogt niet het maken van winst. ---------------------------------------------Aangeslotenen. --------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 4. -----------------------------------------------------------------------------------------------------1. Aangesloten kunnen slechts zijn het bevoegd gezag van de scholen die in de ---regio gevestigd zijn dan wel het bevoegd gezag van een school voor speciaal ---onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs vormen, behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan -de vestiging of vestigingen zijn gelegen buiten het gebied van een ------------------samenwerkingsverband doch die wensen deel te nemen aan het onderhavige --samenwerkingsverband (conform de Wet op het primair onderwijs, artikel 18a lid 5;“opting in”). ---------------------------------------------------------------------------------------2. Aangeslotene is dat bevoegde gezagsorgaan dat zich schriftelijk als ---------------aangeslotene bij het bestuur heeft aangemeld en voldoet aan in lid 1 van dit -----artikel genoemde eis en door het bestuur als aangeslotene is toegelaten. ---------3. Rechten en plichten van de aangeslotenen ten aanzien van de stichting op basis van het gestelde in deze statuten worden nader geregeld in een --------------------aansluitingsovereenkomst. ----------------------------------------------------------------------4. Het bestuur zal een lijst bijhouden van de aangeslotenen van de stichting. --------5. De aangeslotenen eerbiedigen elkanders identiteit en de stichting houdt daar bij de uitvoering van de taken rekening mee.---------------------------------------------------6. De aansluiting van een bevoegd gezag eindigt van rechtswege indien: ------------a. de aangeslotene ophoudt te bestaan als gevolg van ontbinding of juridische fusie en/of niet langer bevoegd gezag is als bedoeld in de Wet op het ------primair onderwijs; --------------------------------------------------------------------------b. onder het aangesloten bevoegd gezag geen school meer in de regio -------ressorteert, dan wel indien het betreft een school voor speciaal onderwijs -welke geen onderwijs meer geeft aan leerlingen uit de regio; ------------------c. de aangeslotene de aansluitingsovereenkomst opzegt; --------------------------d. namens de stichting de aansluitingsovereenkomst wordt opgezegd; ---------

57323mw sti

Blad 4

e. de aansluitingsovereenkomst wordt ontbonden. -----------------------------------Een aangeslotene kan de aansluitingsovereenkomst schriftelijk opzeggen met in achtneming van tenminste een termijn van zes maanden tegen het einde van het lopende schooljaar. -------------------------------------------------------------------------------8. In onderling overleg zullen de juridische, organisatorische, personele en ----------financiële gevolgen voortvloeiende uit de beëindiging naar de beginselen van de redelijkheid en billijkheid door het bestuur worden vastgesteld, schriftelijk in een document worden vastgelegd en voorts worden opgelegd aan het bevoegd ------gezag dat niet meer aangesloten is. ----------------------------------------------------------9. Als de opzegging door een aangeslotene niet tijdig of niet schriftelijk heeft --------plaatsgehad, loopt de aansluitingsovereenkomst door tot het einde van het ------eerstvolgende schooljaar, tenzij het bestuur anders besluit. ----------------------------10. Een aangeslotene kan zijn rechtsverhouding met de stichting niet overdragen. ---11. Het bestuur kan de aansluitingsovereenkomst slechts schriftelijk tegen het einde van het lopende schooljaar aan een aangeslotene opzeggen met in achtneming van een termijn van één schooljaar. ----------------------------------------------------------12. Opzegging door het bestuur als hiervoor bedoeld is niet mogelijk indien en -------zolang op grond van artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs de wettelijke verplichting tot oprichting en instandhouding van een samenwerkingsverband ---passend onderwijs geldt. ------------------------------------------------------------------------13. Het bestuur kan een aansluitingsovereenkomst per direct schorsen indien de ----aangeslotene indien de aangeslotene in strijd met de statuten, reglementen of --besluiten van de stichting handelt, of de stichting op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende de schorsing is de aangeslotene niet bevoegd de rechten als vermeld in de aansluitingsovereenkomst uit te oefenen en is de stichting niet gehouden -prestaties jegens de aangeslotene te verrichten. De schorsing kan slechts gelden voor een periode van ten hoogste drie maanden. De schorsing kan worden ------verlengd met een nieuwe periode voor ten hoogste drie maanden. Verlening van de schorsing is onbeperkt mogelijk, indien en zolang de aangeslotene gedurende schorsing in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de stichting blijft handelen, of de stichting op onredelijke wijze blijft benadelen. In geval van -------benadeling van de stichting door de aangeslotenen als gevolg waarvan de -------stichting schade leidt, kan de stichting de schade bij de aangeslotene verhalen. -14. Aansluiting bij het samenwerkingsverband en beëindiging van -----------------------aansluitingsovereenkomst gaan in per één augustus van het (volgende) ----------schooljaar.-------------------------------------------------------------------------------------------Geldmiddelen. ---------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 5. -----------------------------------------------------------------------------------------------------De geldmiddelen welke het samenwerkingsverband ter beschikking staan bestaan uit: 1. de bekostiging door het Rijk van het samenwerkingsverband; ------------------------2. de eventuele bijdragen van de aangeslotenen; --------------------------------------------3. stichtingskapitaal en de inkomsten daaruit; -------------------------------------------------4. subsidies, giften, schenkingen en andere baten; ------------------------------------------5. erfstellingen en legaten, welke alleen onder het voorrecht van boedelbeschrijving mogen worden aanvaard. -----------------------------------------------------------------------Stichtingsorganen. ----------------------------------------------------------------------------------------Artikel 6. -----------------------------------------------------------------------------------------------------1. De stichting kent een bestuur dat is belast het besturen van de stichting. ----------2. Het bestuur heeft binnen het bestuur de taken en bevoegdheden verdeeld in een a. algemeen bestuur, zijnde het toezichthoudend deel van het bestuur, belast met goedkeurende en benoemende taken en bevoegdheden; -----------------b. dagelijks bestuur, zijnde het uitvoerend deel van het bestuur, belast met --gedelegeerde uitvoerende taken en bevoegdheden. -----------------------------7.

57323mw sti

3.

Blad 5

Daarnaast kent de stichting een directeur, belast met door het dagelijks bestuur gemandateerde taken en bevoegdheden. ---------------------------------------------------4. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat het algemeen bestuur tijdig over de informatie beschikt die vereist is voor de uitoefening van diens toezichthoudende taak. --------------------------------------------------------------------------------------------------5. De stichting kent buiten het bestuur, het algemeen bestuur en het dagelijks ------bestuur geen andere organen die namens de stichting kunnen handelen of ------zeggenschap in de zin van (gedeelde) bestuursmacht kunnen uitoefenen, --------behoudens natuurlijke personen die daartoe op basis van mandaat of een --------uitdrukkelijke volmacht door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur -------worden aangewezen. -----------------------------------------------------------------------------Artikel 7. -----------------------------------------------------------------------------------------------------Samenstelling bestuur en algemeen bestuur ------------------------------------------------------1. Het bestuur bestaat uit zoveel leden als er aangeslotenen zijn. Het aantal --------bestuursleden wordt vastgesteld door het algemeen bestuur. -------------------------2. De leden van het bestuur worden benoemd door het bestuur met dien verstande dat slechts een afgevaardigde van een aangeslotene tot bestuurslid kan worden benoemd. --------------------------------------------------------------------------------------------3. Het bestuur wijst, rekening houdend met de bepalingen rondom het dagelijks ----bestuur, uit zijn midden een algemeen bestuur aan.--------------------------------------4. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter aan, die de vergadering van het algemeen bestuur en het bestuur leidt. --------------------------------------------5. Tot voorzitter van het algemeen bestuur kan niet worden benoemd een persoon die lid is van het dagelijks bestuur van de stichting dan wel een persoon die -----directeur van de stichting is of de afgelopen vier jaar is geweest. ---------------------6. De leden van het algemeen bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Zij treden af volgens een door het algemeen bestuur op te maken rooster. Een -volgens het rooster afgetreden lid van het algemeen bestuur is onmiddellijk ------herbenoembaar. Het in een tussentijdse vacature benoemd lid van het algemeen bestuur neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens -----vacature hij werd benoemd. --------------------------------------------------------------------7. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het algemeen bestuur, zullen de overblijvende ------------bestuursleden de tot benoeming bevoegde aangeslotene(n) hiervan schriftelijk in kennis stellen met het verzoek om binnen twee maanden na het ontstaan van de desbetreffende vacature(s) daarin te voorzien door de benoeming van één (of --meer) nieuw(e) bestuurslid (bestuursleden). Ingeval van één of meer vacatures in het algemeen bestuur vormen de overblijvende leden van het bestuur niettemin een wettig bestuur. --------------------------------------------------------------------------------8. Het algemeen bestuur kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij --------daartoe termen aanwezig acht. ----------------------------------------------------------------9. De leden van het algemeen bestuur zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden. --------------------------------------------------------------------------------------10. Een lid van het algemeen bestuur defungeert: ---------------------------------------------a. door zijn overlijden; ------------------------------------------------------------------------b. door het verlies over het vrije beheer over zijn vermogen;-----------------------c. door zijn aftreden;--------------------------------------------------------------------------d. door zijn ontslag door de tot benoeming bevoegde aangeslotene, door het bestuur van de stichting of door de rechter; -----------------------------------------e. door het verlies van de functie of kwaliteit op grond waarvan hij tot ----------bestuurder is benoemd; -------------------------------------------------------------------

57323mw sti

Blad 6

f. doordat hij in dienst treedt van de stichting. -----------------------------------------Artikel 8. -----------------------------------------------------------------------------------------------------Taken en bevoegdheden bestuur. --------------------------------------------------------------------1. Het bestuur bestuurt en vertegenwoordigt de stichting. ----------------------------------2. Het algemeen bestuur delegeert, tot wederopzegging en onverminderd zijn ------verantwoordelijkheden, alle bestuurlijke taken en bevoegdheden – met ------------uitzondering van hetgeen zij zich hierna voor zich zelf voorbehoud – aan het ----dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur wordt ten aanzien van de gedelegeerde taken en bevoegdheden de uitvoerende bestuurder. -------------------------------------3. Voorbehouden aan het bestuur is besluitvorming strekkende tot: ---------------------a. vaststelling van de strategische doelstellingen van de stichting (missie en -visie); -----------------------------------------------------------------------------------------b. vaststelling van het ondersteuningsplan en de (meerjaren)begroting van het samenwerkingsverband; -----------------------------------------------------------------c. vaststelling van de jaarrekening en het jaarverslag van de stichting; ---------d. vaststelling van het bestuursstatuut alsmede de vaststelling van het --------eventuele kader voor het dagelijks bestuur; -----------------------------------------e. vaststelling van het toezichtkader als bedoeld in lid 1 van artikel 10 (taken en bevoegdheden algemeen bestuur); -----------------------------------------------f. aanvraag van faillissement van de stichting en van surseance van betaling; g. wijziging van de statuten, tot fusie of splitsing van de stichting en ontbinding van de stichting, waaronder begrepen de bestemming van een eventueel -batig saldo. ----------------------------------------------------------------------------------4. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen anders dan in het -kader van een schenking of erfrechtelijke verkrijging, tenzij het besluit wordt -----genomen met inachtneming van het bepaalde in lid 4 van artikel 9 ------------------(besluitvorming bestuur). ------------------------------------------------------------------------5. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, --waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich --voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij het besluit wordt genomen met inachtneming van het ------bepaalde in lid 4 van artikel 9 (besluitvorming bestuur). ---------------------------------6. Het bestuur is belast met het aanwijzen van de registeraccountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. -------------------------Artikel 9. -----------------------------------------------------------------------------------------------------Besluitvorming bestuur.----------------------------------------------------------------------------------1. Tenminste twee keer per jaar is er een vergadering van het bestuur, zijnde -------algemeen en dagelijks bestuur gezamenlijk, waarbij in ieder geval het -------------functioneren van het algemeen en dagelijks bestuur aan de orde komt en de ----algemene lijnen van het gevoerde en in de toekomst te voeren beleid wordt -----besproken. ------------------------------------------------------------------------------------------2. Tot de bijeenroeping van een vergadering van het bestuur zijn het algemeen en dagelijks bestuur gelijkelijk bevoegd. ---------------------------------------------------------3. De bestuursvergadering wordt geleid door de voorzitter van het algemeen -------bestuur. ----------------------------------------------------------------------------------------------Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de -vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door het in leeftijd -----oudste aanwezige bestuurslid. -----------------------------------------------------------------4. Leden van het bestuur kunnen zich ter vergadering door een schriftelijk -----------gevolmachtigde, die deel uitmaakt van het eigen bevoegde gezag, -------------*optioneel: dan wel door een medebestuurslid,* laten vertegenwoordigen. -----

57323mw sti

5.

6.

7.

8. 9.

Blad 7

De oproep geschiedt schriftelijk door of namens de voorzitter, tenminste zeven -dagen vóór de vergadering zal worden gehouden en bevat een opgave van de -onderwerpen, welke ter vergadering in behandeling zullen komen. Over niet in de oproep vermelde onderwerpen kunnen geen besluiten genomen worden, tenzij -alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het --besluit met algemene stemmen wordt genomen. ------------------------------------------Het bestuur besluit, voor zover de wet of deze statuten ter zake van een specifiek onderwerp niet anders bepalen, met algemene stemmen (unanimiteit) in een ----vergadering waarin minimaal drie/kwart van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Voor het bepaalde in de vorige zin tellen ------------------stemgerechtigde leden voor een zodanig aantal mee als waarvoor ze op grond -van lid 7 van dit artikel stemmen hebben (een lid met één stem telt voor één lid, een lid met twee stemmen telt voor twee leden enzovoorts). ---------------------------Het vereiste van unanimiteit in combinatie met de quorumeis heeft de strekking -dat geen van de aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigden zich tegen het nemen van het besluit verzet. Indien geen unanimiteit kan worden verkregen of het vereiste quorum niet aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven, te houden binnen drie weken (schoolvakanties niet -meegerekend) na de eerdere vergadering, waarin het te nemen besluit opnieuw aan de orde komt en waarin alsdan besloten kan worden met meerderheid van -de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste een zodanig ----aantal leden van het bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is die samen ten ---minste twee/derde van de stemmen kunnen uitbrengen. --------------------------------a. Ieder niet geschorst lid van het bestuur, dat een afgevaardigde is van een aangeslotene met een vestiging of vestigingen binnen de regio, -------brengt, voor zover deze statuten ter zake van een specifiek onderwerp niet anders bepalen, een gewogen stem uit. Het gewicht van de stem hangt af van het aantal ongewogen leerlingen van de aangeslotene waarvan het ---desbetreffende lid van het bestuur de afgevaardigde is: -------------------------bij nul (0) tot twee honderd (200) leerlingen: één (1) stem; --------------bij twee honderd (200) tot duizend (1.000) leerlingen: twee (2) --------stemmen;-----------------------------------------------------------------------------bij duizend (1.000) tot vijf duizend (5.000) leerlingen: drie (3) ----------stemmen; ----------------------------------------------------------------------------bij vijf duizend (5.000) of meer leerlingen: vijf (5) stemmen, -------------met dien verstande dat voor de berekening alleen de leerlingen meetellen die schoolgaan op een school die is gevestigd binnen de regio. ---------------Voor deze stemverhouding is het aantal leerlingen per één oktober van het voorafgaande schooljaar bepalend. ---------------------------------------------------b. Ieder niet geschorst lid van het bestuur, dat een afgevaardigde is van een aangeslotene die deelneemt via opting in, heeft één (1) stem. ------c. Een lid van het bestuur mist stemrecht over zaken die dat lid betreffen en -wordt ter zake van een desbetreffend voorstel niet meegeteld ter ------------vaststelling of aan de eis van lid 6 van dit artikel (quorum) is voldaan. -------d. Stemming geschiedt mondeling, tenzij een of meer leden een schriftelijke -stemming wensen. Bij staking van stemmen vindt een herstemming plaats. Indien de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn -----verworpen.-----------------------------------------------------------------------------------Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. --------------------------------Het in een vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag der stemming is beslissend. ---------------------------------------------------------------------

57323mw sti

10.

Blad 8

Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het hiervoor bedoelde oordeel de juistheid betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de --------------meerderheid van de vergadering dit verlangt. ----------------------------------------------11. Door deze stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke ---------stemming. -------------------------------------------------------------------------------------------12. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Indien bij stemming over personen de vereiste unanimiteit niet wordt gehaald, wordt opnieuw gestemd tussen de twee personen met het hoogste aantal stemmen. Wordt ook dan de vereiste ------------unanimiteit niet bereikt, dan wordt conform lid 6 van dit artikel een nieuwe --------vergadering uitgeschreven, waarin opnieuw stemming over de personen met het hoogste aantal stemmen plaatsvindt en waarin alsdan eveneens conform lid 6 --van dit artikel besloten kan worden. ----------------------------------------------------------13. Van de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden, die in de ------eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en ten bewijze daarvan worden -ondertekend door de voorzitters van zowel het algemeen als het dagelijks --------bestuur. ----------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 10. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Taken en bevoegdheden algemeen bestuur. ------------------------------------------------------1. Het algemeen bestuur vormt de groep bestuursleden met een toezichthoudende taak. --------------------------------------------------------------------------------------------------2. Het algemeen bestuur is het intern toezichthoudend orgaan op de uitvoering van de aan het dagelijks bestuur gedelegeerde taken en bevoegdheden. Het intern -toezicht wordt uitgeoefend aan de hand van een door het bestuur vast te stellen toezichtkader. --------------------------------------------------------------------------------------3. Het algemeen bestuur houdt toezicht op de naleving van de wettelijke -------------verplichtingen, de code goed bestuur als bedoeld in artikel 171 lid 1a van de Wet op het primair onderwijs en de afwijkingen van die code, maar ook op de ---------rechtmatige verwerving en de doelmatige bestemming en aanwending van de --middelen van de stichting verkregen op grond van de Wet op het primair ---------onderwijs. -------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 11. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Besluitvorming algemeen bestuur. --------------------------------------------------------------------1. Het algemeen bestuur vergadert minimaal één maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of de meerderheid van de overige leden van het bestuur dit -----nodig oordelen of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt. ------------------------------2. Leden van het algemeen bestuur kunnen zich ter vergadering door een -----------schriftelijk gevolmachtigde medelid van het algemeen bestuur laten ----------------vertegenwoordigen. -------------------------------------------------------------------------------3. De oproep geschiedt schriftelijk door of namens de voorzitter, tenminste zeven -dagen vóór de vergadering zal worden gehouden en bevat een opgave van de -onderwerpen, welke ter vergadering in behandeling zullen komen. Over niet in de oproep vermelde onderwerpen kunnen geen besluiten genomen worden, tenzij -alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het --besluit met algemene stemmen wordt genomen. ------------------------------------------4. Het algemeen bestuur besluit, voor zover de wet of deze statuten ter zake van --een specifiek onderwerp niet anders bepalen, met algemene stemmen ------------(unanimiteit) in een vergadering waarin minimaal drie/kwart van de -----------------stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het vereiste van -----unanimiteit in combinatie met de quorumeis heeft de strekking dat geen van de -aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigden zich tegen het nemen van --het besluit verzet. Indien geen unanimiteit kan worden verkregen of het vereiste quorum niet aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt een nieuwe vergadering ---uitgeschreven, te houden binnen drie weken (schoolvakanties niet meegerekend)

57323mw sti

Blad 9

na de eerdere vergadering, waarin het te nemen besluit opnieuw aan de orde ---komt en waarin alsdan besloten kan worden met meerderheid van de -------------uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal leden van het algemeen bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is die samen ten minste twee/derde van de stemmen kunnen uitbrengen. --------------------------------5. Ieder niet geschorst lid van het algemeen bestuur brengt, voor zover deze -------statuten ter zake van een specifiek onderwerp niet anders bepalen, één stem uit. Een lid van het bestuur mist stemrecht over zaken die dat lid betreffen en wordt ter zake van een desbetreffend voorstel niet meegeteld ter vaststelling of aan de eis van lid 4 van dit artikel (quorum) is voldaan. -------------------------------------------Stemming geschiedt mondeling, tenzij een of meer leden een schriftelijke --------stemming wensen. Bij staking van stemmen vindt een herstemming plaats. Indien de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. -------6. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. --------------------------------7. Het in een vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag der stemming is beslissend. --------------------------------------------------------------------8. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het hiervoor bedoelde oordeel de juistheid betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de --------------meerderheid van de vergadering dit verlangt. ----------------------------------------------9. Door deze stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke ---------stemming. -------------------------------------------------------------------------------------------10. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Indien bij stemming over personen de vereiste unanimiteit niet wordt gehaald, wordt opnieuw gestemd tussen de twee personen met het hoogste aantal stemmen. Wordt ook dan de vereiste ------------unanimiteit niet bereikt, dan wordt conform lid 4 van dit artikel een nieuwe --------vergadering uitgeschreven, waarin opnieuw stemming over de personen met het hoogste aantal stemmen plaatsvindt en waarin alsdan eveneens conform lid 4 --van dit artikel besloten kan worden. ----------------------------------------------------------11. Van de vergaderingen van het algemeen bestuur worden notulen gehouden, die in de eerstvolgende bestuursvergadering worden vastgesteld en ten bewijze ----daarvan worden ondertekend door de voorzitter van het algemeen bestuur. -------Artikel 12. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Samenstelling dagelijks bestuur. ----------------------------------------------------------------------1. De stichting heeft een dagelijks bestuur bestaande uit maximaal zeven leden, ---met dien verstande dat het aantal leden van het dagelijks bestuur altijd kleiner is dan het aantal leden van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat deze bestuursleden. De voorzitter van het dagelijks bestuur -wordt in functie benoemd. -----------------------------------------------------------------------2. De aangeslotenen dragen de leden van het dagelijks bestuur voor met dien ------verstande dat: --------------------------------------------------------------------------------------indien een aangeslotene met een school voor speciaal onderwijs een eigen afgevaardigde uit het bestuur van onderhavige stichting voordraagt dan ---heeft deze automatisch zitting in het dagelijks bestuur; --------------------------zijn er meerdere aangeslotenen met een school voor speciaal onderwijs die een afgevaardigde voordragen dan vindt een stemming plaats; ---------------indien een aangeslotene met een school voor speciaal basisonderwijs een eigen afgevaardigde uit het bestuur van onderhavige stichting voordraagt -dan heeft deze automatisch zitting in het dagelijks bestuur; --------------------zijn er meerdere aangeslotenen met een school voor speciaal ----------------basisonderwijs die een afgevaardigde voordragen dan vindt een stemming plaats. ----------------------------------------------------------------------------------------4. De benoeming alsmede de voordracht van een lid voor het dagelijks bestuur ----geschiedt aan de hand van door de aangeslotenen vast te stellen --------------------

57323mw sti

Blad 10

selectieprocedure en openbaar gemaakte profielschets. De profielschets bevat -de kwaliteiten en deskundigheden waaraan een lid van het dagelijks bestuur ----dient te voldoen en kan deel uitmaken van het bestuursreglement. ------------------5. Het dagelijks bestuur wordt benoemd voor een periode van vier jaar, met dien --verstande dat een lid van het dagelijks bestuur onmiddellijk herbenoembaar is. --6. In tussentijdse vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. --------------Tussentijdse benoeming vindt plaats voor de resterende tijd in de -------------------benoemingsperiode van vier jaar voor het dagelijks bestuur.---------------------------7. Een lid van het dagelijks bestuur defungeert: ----------------------------------------------a. door zijn overlijden; ------------------------------------------------------------------------b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; -----------------------c. door zijn aftreden;--------------------------------------------------------------------------d. door zijn ontslag door het algemeen bestuur; ---------------------------------------e. door ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst met de aangeslotene, casu quo zijn vertrek uit het bevoegd gezag van de aangeslotene. ------------------8. Indien het voltallige dagelijks bestuur wordt geschorst of defungeert wordt door of namens het algemeen bestuur opgetreden als waarnemer van het dagelijkse ----bestuur. ----------------------------------------------------------------------------------------------9. Een lid van het dagelijks bestuur is bevoegd te allen tijde zelf zijn ontslag te -----nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden. --------------------------------------------------------------------------------------Artikel 13. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Taken en bevoegdheden dagelijks bestuur. --------------------------------------------------------1. Het dagelijks bestuur geeft leiding aan de dagelijkse gang van zaken binnen het samenwerkingsverband en is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid en de activiteiten van het samenwerkingsverband en bevoegd alle ---------daarvoor noodzakelijke handelingen te verrichten.----------------------------------------2. Het dagelijks bestuur geeft leiding aan de directeur die is verbonden aan het ----samenwerkingsverband en is verantwoordelijk voor het door de aangeslotenen -op elkaar afstemmen van het ondersteuningsbeleid. -------------------------------------3. Het dagelijks bestuur heeft de voorafgaande goedkeuring nodig van het ----------algemeen bestuur voor de volgende aangelegenheden: --------------------------------a. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere --rechtspersoon indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende ---betekenis is voor de stichting; ----------------------------------------------------------b. het vaststellen van het treasury statuut; ----------------------------------------------c. ingrijpende reorganisaties van de stichting; -----------------------------------------d. de benoeming, schorsing en het ontslag van een directeur en het -----------vaststellen van diens mandaat en diens arbeidsvoorwaarden; -----------------e. vaststellen van het managementstatuut ten behoeve van de directeur. ------4. Het algemeen bestuur is bevoegd ook andere besluiten van het dagelijks bestuur aan haar goedkeuring te onderwerpen, mits het algemeen bestuur in haar -------daartoe strekkend besluit zodanige besluiten nauwkeurig omschrijft en aan het -dagelijks bestuur mededeelt. -------------------------------------------------------------------5. Voorstellen voor besluiten als bedoeld in dit artikel worden door het dagelijks ----bestuur aan het algemeen bestuur voorgelegd voorzien van een schriftelijke -----toelichting met vermelding van de gevolgen van het beoogde besluit. ---------------6. De stichting is in zijn hoedanigheid als werkgever aangesloten bij een commissie van beroep en een klachtencommissie.------------------------------------------------------7. Het dagelijks bestuur voert ten aanzien van arbeidsvoorwaardelijke aspecten van het personeel Decentraal Georganiseerd Overleg. ---------------------------------------8. Het dagelijks bestuur voert het overleg met de medezeggenschapsraad en de --ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband. -------------------------------

57323mw sti

9.

Blad 11

Het dagelijks bestuur is bevoegd de stichting te vertegenwoordigen. De -----------vertegenwoordigingsbevoegdheid komt tevens toe aan twee gezamenlijk ---------handelende leden van het dagelijks bestuur. -----------------------------------------------10. Het algemeen bestuur stelt een bestuursstatuut vast waarin de verdeling van ----taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het algemeen bestuur in ---relatie tot het dagelijks bestuur staat beschreven.-----------------------------------------Artikel 14. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Besluitvorming dagelijks bestuur. ---------------------------------------------------------------------1. Het dagelijks bestuur vergadert met regelmatige tussenpozen, zo dikwijls als de voorzitter of de meerderheid van de overige leden van het dagelijks bestuur dit -nodig oordelen. ------------------------------------------------------------------------------------2. Leden van het dagelijks bestuur kunnen zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde medelid van het dagelijks bestuur laten vertegenwoordigen. -----3. De oproep geschiedt schriftelijk door of namens de voorzitter van het dagelijks --bestuur, tenminste zeven dagen vóór de vergadering zal worden gehouden en --bevat een opgave van de onderwerpen, welke ter vergadering in behandeling ---zullen komen. Over niet in de oproep vermelde onderwerpen kunnen geen -------besluiten genomen worden, tenzij alle stemgerechtigde leden van het dagelijks -bestuur aanwezig zijn en het besluit met algemene stemmen wordt genomen. De directeur woont de vergaderingen van het dagelijks bestuur bij en heeft een -----adviserende stem. --------------------------------------------------------------------------------4. Het dagelijks bestuur besluit, voor zover de wet of deze statuten ter zake van een specifiek onderwerp niet anders bepalen, met algemene stemmen (unanimiteit). Indien deze niet bereikt kan worden of indien het na te melden quorum niet ------aanwezig is, dan vindt herstemming plaats, tenzij één of meer leden van het -----dagelijks bestuur wensen dat het voorstel aan het algemeen bestuur wordt -------voorgelegd. Alsdan neemt het algemeen bestuur over het voorstel een besluit. --Om tot stemming over te kunnen gaan dient minimaal vier/vijfde gedeelte van de leden van het dagelijks bestuur aanwezig of vertegenwoordigd te zijn. Het -------vereiste van unanimiteit in combinatie met de quorumeis heeft de strekking dat -geen van de aanwezige stemgerechtigden of vertegenwoordigde -------------------stemgerechtigde zich tegen het nemen van het besluit verzet. ------------------------5. Ieder lid van het dagelijks bestuur, voor zover niet geschorst, brengt één stem uit. Stemming geschiedt mondeling, tenzij een of meer leden een schriftelijke --------stemming wensen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. -------6. Het in een vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag der stemming is beslissend. --------------------------------------------------------------------7. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het hiervoor bedoelde oordeel de juistheid betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de --------------meerderheid van de vergadering dit verlangt. ----------------------------------------------8. Door deze stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke ---------stemming. -------------------------------------------------------------------------------------------9. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Indien bij stemming over personen de vereiste unanimiteit niet wordt bereikt, wordt opnieuw gestemd tussen de twee --personen met het hoogste aantal stemmen. Wordt ook dan de vereiste ------------unanimiteit niet bereikt, dan wordt een nieuwe stemming tussen de personen met het hoogste aantal stemmen aan het algemeen bestuur gelaten. Het algemeen -bestuur kan alsdan besluiten met meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal leden van het algemeen bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is die samen ten minste twee/derde van de stemmen kunnen uitbrengen. ---------------------------------------------------------------

57323mw sti

10.

Blad 12

Van de vergaderingen van het dagelijks bestuur worden notulen gehouden, die in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur worden vastgesteld en -ten bewijze daarvan worden ondertekend door de voorzitter. --------------------------Artikel 15. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Directeur.----------------------------------------------------------------------------------------------------1. Binnen de stichting functioneert een directeur. ---------------------------------------------2. De directeur wordt, na verkregen goedkeuring van het algemeen bestuur, --------benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur. Het dagelijks ------bestuur stelt zijn arbeidsvoorwaarden vast. -------------------------------------------------3. De directeur oefent de taken en bevoegdheden uit die aan hem door het ---------dagelijks bestuur zijn gemandateerd, doch onder verantwoordelijkheid van het --dagelijks bestuur. ----------------------------------------------------------------------------------4. Het dagelijks bestuur stelt voor de directeur een managementstatuut vast --------waarbinnen de hij zijn taken en bevoegdheden dient uit te oefenen. -----------------5. Het dagelijks bestuur kan middels daartoe strekkende volmacht de directeur de bevoegdheid geven om de stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen. ---6. De directeur draagt er zorg voor dat het dagelijks bestuur tijdig over de informatie beschikt die vereist is voor de uitoefening van het toezicht op de uitoefening van zijn gemandateerde taken en bevoegdheden. ---------------------------------------------7. Indien de directeur, krachtens mandaat, een besluit wil nemen waarvoor het -----dagelijks bestuur de goedkeuring nodig heeft van het algemeen bestuur, kan de directeur dit besluit alleen nemen met goedkeuring van het algemeen bestuur. --Voorstellen voor besluiten als bedoeld in dit lid worden door de directeur via -----tussenkomst van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur voorgelegd ---voorzien van een schriftelijke toelichting met vermelding van de gevolgen van het beoogde besluit. -----------------------------------------------------------------------------------Artikel 16. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Geschillenregeling en mediation.----------------------------------------------------------------------1. In geval van geschillen over de toepassing van de samenwerking zullen de ------partijen die het geschil betreft op vrijwillige basis trachten het geschil in eerste --instantie op te lossen met behulp van mediation.------------------------------------------Eerst indien het onmogelijk gebleken is een geschil als hiervoor bedoeld op te --lossen met behulp van mediation, heeft elke partij het recht om het geschil voor te leggen aan de landelijke geschillencommissie waarbij het --------------------------samenwerkingsverband is aangesloten. -----------------------------------------------------2. Een aangeslotene van de stichting kan zich binnen zes weken na een door een orgaan van de stichting genomen besluit en/of andere handeling in het kader van het samenwerkingsverband wenden tot de geschillencommissie als bedoeld in -het eerste lid indien hij van oordeel is dat hij door het besluit en/of die handeling ernstig in zijn belangen wordt aangetast. De commissie hoort partijen, toetst of -het besluit en/of de handeling in redelijkheid en na afweging van de betrokken --belangen genomen en/of uitgevoerd kon worden en doet een voor alle partijen --bindende uitspraak. -------------------------------------------------------------------------------Artikel 17. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Procedure en inhoud ondersteuningsplan. ---------------------------------------------------------1. Het bestuur stelt ten minste één maal in de vier jaar een ondersteuningsplan ----vast.---------------------------------------------------------------------------------------------------2. Het bestuur draagt er zorg voor dat het ondersteuningsplan aan de wijzen, -------afspraken, procedures en criteria voldoet zoals vermeld in artikel 18a lid 8 Wet op het primair onderwijs. -----------------------------------------------------------------------------3. Het dagelijks bestuur stelt een voorstel voor het ondersteuningsplan op, onder --meer gebaseerd op de door het bestuur vastgestelde strategische doelstellingen en de door de aangeslotenen vastgestelde schoolondersteuningsprofielen. Elke -

57323mw sti

Blad 13

aangeslotene zendt het (de) vastgestelde schoolondersteuningsprofiel(en) vóór één januari van het jaar voorafgaande aan de periode waarop het plan ------------betrekking heeft aan het dagelijks bestuur. -------------------------------------------------4. Het dagelijks bestuur legt het voorstel voor het ondersteuningsplan, vóór vijftien februari van het jaar voorafgaande aan de periode waarop het plan betrekking --heeft, voor aan het bestuur. ---------------------------------------------------------------------5. Het bestuur neemt een voorgenomen besluit aangaande het voorstel voor het --ondersteuningsplan en zendt het voorstel voor het ondersteuningsplan aan de --burgemeester en wethouders van de gemeenten van de regio van het -------------samenwerkingsverband. Het met hen te voeren op overeenstemming gericht ----overleg wordt namens de stichting gevoerd door het dagelijks bestuur en/of de -directeur. De betreffende burgemeesters en wethouders en het bestuur stellen -hiertoe gezamenlijk een overlegprocedure vast welke procedure in ieder geval --een geschillenregeling dient te bevatten. ----------------------------------------------------6. Het bestuur overlegt over het voorstel voor het ondersteuningsplan met het ------samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a lid 2 van de Wet op het --------voortgezet onderwijs, waarvan de regio geheel of gedeeltelijk samenvalt met de regio van het onderhavige samenwerkingsverband. Het voeren van dit overleg --wordt aan het dagelijks bestuur en/of de directeur gelaten. ----------------------------7. Het bestuur zendt het voorstel voor het ondersteuningsplan, nadat het in lid 4 en lid 5 vermelde overleg heeft plaats gehad doch vóór vijftien maart van het jaar --voorafgaande aan de periode waarop het plan betrekking heeft, ter instemming -aan de ondersteuningsplanraad. --------------------------------------------------------------8. De ondersteuningsplanraad wordt door het bestuur een termijn van vier weken -behoudens schoolvakanties gesteld waarbinnen een schriftelijk standpunt --------uitgebracht dient te worden ten aanzien van het voorstel voor het -------------------ondersteuningsplan. ------------------------------------------------------------------------------9. Het bestuur stelt, doch niet voordat instemming van de ondersteuningsplanraad is verkregen en niet voordat het overleg bedoeld in lid 5 en lid 6 van dit artikel ---heeft plaatsgevonden, vervolgens vóór één mei van het jaar voorafgaande aan -de periode waarop het plan betrekking heeft het definitieve ondersteuningsplan -vast.---------------------------------------------------------------------------------------------------10. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat het definitieve ondersteuningsplan, onmiddellijk na de vaststelling en vóór één mei van het jaar voorafgaande aan de periode waarop het plan betrekking heeft, wordt toegezonden aan de --------------onderwijsinspectie. --------------------------------------------------------------------------------Artikel 18. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Informatieplicht.--------------------------------------------------------------------------------------------1. Elke aangeslotene voorziet het bestuur van alle informatie die benodigd is voor -een goede uitvoering van de taken van de stichting. -------------------------------------2. De aangeslotenen sturen vóór vijftien oktober van elk jaar hun telgegevens van één oktober naar het dagelijks bestuur. ------------------------------------------------------Artikel 19. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Medezeggenschap.---------------------------------------------------------------------------------------1. Aan het samenwerkingsverband is een medezeggenschapsraad verbonden. Het bestuur stelt een reglement vast met inachtneming van de bepalingen in de Wet Medezeggenschap op scholen. ----------------------------------------------------------------2. Deze medezeggenschapsraad zal uit tenminste twee leden bestaan die worden gekozen uit en door het personeel dat in dienst is bij het samenwerkingsverband en het personeel dat ten minste zes maanden te werk is gesteld zonder ----------benoeming (detachering) bij het samenwerkingsverband. -------------------------------

57323mw sti

3.

Blad 14

Het samenwerkingsverband stelt tevens een ondersteuningsplanraad in. Het ----bestuur stelt een reglement vast voor de ondersteuningsplanraad met -------------inachtneming van de bepalingen van de Wet Medezeggenschap op scholen. -----4. De ondersteuningsplanraad bestaat uit leden die worden afgevaardigd uit en ----door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen en wel zodanig dat het aantal leden gekozen uit personeel onderscheidenlijk ouders elk de helft van het aantal leden van de ondersteuningsplanraad bedraagt. -------5. De ondersteuningsplanraad kan uit een kleiner aantal leden bestaan dan het ----aantal afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen. -----------------------6. Het samenwerkingsverband behoeft de voorafgaande instemming van de --------ondersteuningsplanraad met betrekking tot de vaststelling of wijziging van het ---ondersteuningsplan. ------------------------------------------------------------------------------7. De aangeslotenen van het samenwerkingsverband zijn verplicht de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen vooraf in de gelegenheid te stellen om advies uit te brengen over elk door de aangeslotenen te nemen besluit met ------betrekking tot de vaststelling of wijziging van het schoolondersteuningsprofiel. ---Artikel 20. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Toelatingsadviescommissie. ---------------------------------------------------------------------------1. Het samenwerkingsverband stelt een commissie in waarin deskundigen plaats --nemen die het samenwerkingsverband adviseren over de toelaatbaarheid van --leerlingen tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het -samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs. -----------------------------------2. De adviescommissie bestaat uit minimaal drie leden. ------------------------------------3. De samenstelling, werkwijze en financiering van de commissie is geregeld in het ondersteuningsplan. ------------------------------------------------------------------------------4. Het samenwerkingsverband neemt, met het advies van de commissie in ----------overweging nemend, een beslissing over de toelaatbaarheid van de leerling en -geeft vervolgens al dan niet een toelaatbaarheidsverklaring af aan het bevoegd gezag van de school van de betreffende leerling en verstrekt de ouders van de -leerling een afschrift van de beslissing. -------------------------------Artikel 21. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Bezwaaradviescommissie. -----------------------------------------------------------------------------1. Het samenwerkingsverband is aangesloten bij de landelijke --------------------------bezwaaradviescommissie die adviseert over bezwaarschriften betreffende -------beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van --------leerlingen tot onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het ------samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs. -----------------------------------2. Indien er geen landelijke bezwaaradviescommissie meer bestaat, of aansluiting niet verplicht is en het samenwerkingsverband besluit geen lid te zijn, stelt het --samenwerkingsverband een eigen commissie in. -----------------------------------------3. Deze commissie adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van -het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het --------onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het ------------------------samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs en doet een voor de --------aangeslotenen bindende uitspraak inzake geschillen waarbij een aangeslotene -ernstig in zijn belang wordt geschaad. -------------------------------------------------------4. De geschillencommissie bestaat uit een voorzitter en minimaal twee leden. De --voorzitter maakt geen deel uit van en is niet werkzaam onder ------------------------verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband. ----------------------------------5. Het bestuur stelt een reglement vast voor de werkwijze van deze commissie.-----6. Tegen een beslissing van het samenwerkingsverband op het verzoek om een ---toelaatbaarheidsverklaring staat bezwaar en beroep bij de bestuursrechter open. Artikel 22. ----------------------------------------------------------------------------------------------------

57323mw sti

Blad 15

Privacyreglement en informatievoorziening aan ouders. ----------------------------------------1. Het samenwerkingsverband stelt een privacyreglement vast waarin staat vermeld door wie en op welke wijze persoonsgegevens mogen worden verwerkt, hoe de beveiliging van de gegevens plaats dient te vinden en welke rechten (inzage, ---correctie, vernietiging) betrokkenen hebben. Het privacyreglement dient ----------passende waarborgen te bieden ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen onder meer tegen misbruik van de gegevens, tegen het ---------verwerken van onjuiste gegevens en om te voorkomen dat persoonsgegevens --worden verwerkt voor een ander doel dan het doel waarvoor ze verzameld zijn. -2. Het samenwerkingsverband verstrekt van élk advies aan het bevoegd gezag van de school over een leerling aangaande de ondersteuningsbehoefte van die ------betreffende leerling een afschrift aan de ouders. ------------------------------------------Artikel 23. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Boekjaar en jaarstukken. --------------------------------------------------------------------------------1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.----------------------------2. Het bestuur van de stichting is verplicht van de vermogenstoestand van de ------stichting en van al hetgeen verder de financiën van de stichting betreft op --------zodanige wijze boek te houden dat daaruit te allen tijde de rechten en plichten --van de stichting kunnen worden gekend. ----------------------------------------------------3. In een vergadering van het bestuur, jaarlijks te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, komt aan de orde de goedkeuring en vaststelling van --het jaarverslag over de gang van zaken in de stichting en over het gevoerde -----beleid alsmede de balans en de staat van baten en lasten. Het bestuur geeft in -het jaarverslag aan in welke mate de voor dat jaar gestelde doelstellingen zijn --gehaald, welke activiteiten het heeft ontplooid en welke maatregelen zijn ---------genomen om de beoogde missie en doelstellingen te bereiken.-----------------------Daarbij geven de bestuursleden met een toezichthoudende taak aan of voldaan is aan de uitspraken zoals vermeld in het toezichtkader. Tijdens de vergadering presenteert het dagelijks bestuur zijn (beleids)plannen voor het komende jaar ---aan het bestuur. -----------------------------------------------------------------------------------De goedgekeurde casu quo vastgestelde stukken worden ondertekend door de -bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt -daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan iedere aangeslotene in rechte vorderen van de gezamenlijke bestuurders dat zij deze verplichtingen nakomen. --------------------------------------------------------------4. Tevens leggen de leden van het algemeen bestuur in de in lid 3 bedoelde --------vergadering van het bestuur rekening en verantwoording af over de uitvoering --van hun toezichthoudende taak over het verstreken boekjaar.-------------------------5. De jaarrekening wordt ingericht overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de -richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. ---------------6. Verder wordt de jaarrekening gecontroleerd door de registeraccountant die door het bestuur is benoemd. Deze registeraccountant brengt over zijn onderzoek ----verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een ---verklaring over de getrouwheid van de in het vorige leden bedoelde stukken. -----7. Het dagelijks bestuur zendt binnen één maand na vaststelling van de --------------jaarrekening en jaarverslag een exemplaar daarvan aan de aangeslotenen. ------8. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren. --------------------Artikel 24. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Statutenwijziging. -----------------------------------------------------------------------------------------1. Een besluit tot wijziging van de statuten wordt genomen door het bestuur. ----------

57323mw sti

2.

Blad 16

De oproep geschiedt schriftelijk door of namens de voorzitter van het bestuur, --tenminste veertien dagen vóór de vergadering zal worden gehouden en bevat de mededeling dat daarin de wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. ------3. Degenen die de oproeping tot de bestuursvergadering ter behandeling van een -voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde ---wijziging(en) woordelijk is (zijn) opgenomen, op een daartoe geschikte plaats ---voor de bestuursleden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden. -------------------------------------------------------------------4. Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten met inachtneming van het bepaalde in lid 6 en lid 7 van artikel 9 (besluitvorming bestuur). ------------------5. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. --------------------------------------------------------------------------------------6. Het hierboven bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot --fusie als bedoeld in artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek en op een besluit tot (af)splitsing als bedoeld in artikel 2:334a van het Burgerlijk Wetboek. ---------------Artikel 25. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Ontbinding en vereffening. ------------------------------------------------------------------------------1. Behoudens de gevallen van ontbinding als vermeld in artikel 2:19 van het --------Burgerlijk Wetboek wordt de stichting ontbonden door een besluit daartoe van --het bestuur. Het in deze statuten ten aanzien van statutenwijziging bepaalde is -van overeenkomstige toepassing. -------------------------------------------------------------2. Indien bij een besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, ----------geschiedt de vereffening door het bestuur. -------------------------------------------------3. Aanwezige geld/middelen van de stichting worden voor de datum van ontbinding naar rato van het aantal leerlingen teruggestort naar de aangeslotenen. -----------4. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en ------------aankondigingen die van de stichting uitgaan, moeten aan haar naam worden ----toegevoegd de woorden 'in liquidatie'.--------------------------------------------------------5. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting moeten ---worden bewaard door een door de vereffenaars aan te wijzen natuurlijke of ------rechtspersoon, gedurende zeven jaren na de vereffening. -----------------Artikel 26. ---------------------------------------------------------------------------------------------------Slotbepaling. -----------------------------------------------------------------------------------------------In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het --------bestuur van de stichting. --------------------------------------------------------------------------------EINDE STATUTEN ---------------------------------------------------------------------------------------Tenslotte verklaarde de verschenen persoon, handelend als gemeld: ----------------------*optie: (afhankelijk van het aantal oprichters/aangeslotene bij aanvang): Zolang -de stichting twee aangeslotenen heeft, is het bepaalde in artikel 12 lid 1, te weten dat het aantal leden van het dagelijks bestuur altijd kleiner is dan het aantal leden van het algemeen bestuur, niet van toepassing. -------------------------------------------------------------Benoemd zijn tot bestuurders in de achter hun naam vermelde functie: --------------------1. de verschenen persoon sub 1., *: bestuurslid/lid dagelijks bestuur; -------------------2. de verschenen persoon sub 2: *: bestuurslid/voorzitter algemeen bestuur; ---------* * De eerste directeur van de stichting zal worden benoemd door een besluit van het ----dagelijks bestuur na verkregen goedkeuring van het algemeen bestuur, als bedoeld in artikel 15 lid 2 van de statuten. -------------------------------------------------------------------------

57323mw sti

Blad 17

Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op een en dertig december tweeduizend -dertien.-------------------------------------------------------------------------------------------------------Het adres van de stichting luidt: *. --------------------------------------------------------------------KENNISNEMING------------------------------------------------------------------------------------------De verschenen persoon verklaarde voorts tijdig kennis te hebben genomen van de ----inhoud van deze akte. -----------------------------------------------------------------------------------WAARVAN AKTE, ----------------------------------------------------------------------------------------is verleden te Leidschendam-Voorburg op de datum als in het begin van deze akte is -vermeld. -----------------------------------------------------------------------------------------------------De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. ---------------------------------------------------De inhoud van de akte is aan haar opgegeven en toegelicht. Zij heeft verklaard in te --stemmen met de inhoud van de akte en de beperkte voorlezing daarvan. Vervolgens is deze akte beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna, eerst door de verschenen ------persoon en vervolgens door mij, notaris, ondertekend. -------------------------------------------