Ing. maart 2013 PS2013-24 2013-00458
Aan Provinciale Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM
Betreft de gronden genaamd 'Bijvanck' 4-3-2013
PS24/4
ontvangen op
- 4 rwJIT 2013 Provincie Gelderland
Hooggeacht College, De gang van zaken rond windenergie in Gelderland roept vragen bij ons op, met name rond de vergadering van Provinciale Staten van 23 januari 2013. Ons is gebleken dat daarin geen besluit is genomen in de zin van de Crisis- en Herstelwet het de Provinciale Staten zelf vrijstaat om een eigen 'Gelderse maat' toe te passen, dus hernieuwbare energie te bevorderen waar Gelderland (wel) sterk in kan zijn, conform de aangenomen Motie M3 onterecht mondeling ter vergadering werd aangevoerd dat "de wereld veranderd zou zijn", hetgeen zeker op juridisch en democratisch vlak niet het geval is, evenals dat de mondelinge opmerking niet onderbouwd is dat "als we het volledig doen op draagvlak, we de realisatienorm niet zouden halen" na 2010 opnieuw een bekendmaking aan een initiatiefnemer is afgegeven dat GS voornemens is tot medewerking, hetgeen opnieuw kan leiden tot een dreigement van GS dat kansen op claims bestaan bij afwijkend besluit van Provinciale Staten. Wij constateren daarbij in de informatievoorziening vanwege Gedeputeerde Staten rond die vergadering opmerkelijke stellingen in de Statennotitie zaaknummer 2012-010729 van 11 december 2012 o bestuurlijk overleg met de gemeente Zevenaar zou hebben plaatsgevonden, echter zonder naar gezamenlijke oplossingen te zoeken o dat de enkele motivatie voor medewerking aan het verzoek van de betrokken initiatiefnemer wordt gegeven door dat het initiatief zou passen in het Gelderse beleid, terwijl draagvlak duidelijk (nog) ontbreekt o tezamen (sic!) met de initiatiefnemer de noodzakelijke (sic!) onderzoeken worden opgestart, hetgeen onduidelijkheden oproept ten aanzien van de financiering en onafhankelijkheid van die onderzoeken o de methode Raedthuys positief wordt afgedaan met het kunnen kopen van participaties, die echter alleen renderen indien volledig in de 52%-schaal Inkomstenbelasting, terwijl het kunnen uitdelen van afkoopsommen in de vorm van goedkopere energie en van resp. {; 1.5 mln en {; 2.25 mln voor de 2 grondeigenaren geheel uit belastingsconstructies en subsidies wordt betaald. De ter vergadering mondeling gebezigde term "winddelen" slaat op een hiermee in schril contrast staand initiatief vanuit locale coöperaties, in plaats van de nu voorliggende top-down dwangmethode Europa-Minister-Gedeputeerde Provinciale Staten-Gemeente-burgerkiezers o verzuimd wordt te plannen dat voor windmolenplannen van 15MW of meer een m.e.r. benodigd is tekortkomingen in de Statennotie PS2012-643 van 22 januari 2013 ten aanzien van o het bijgevoegde lijstje op te stellen vermogens dateert van 2010 met sinds 23-1 2013 uitsluitend de toevoeging van een Inpassingsplan Zevenaar 15 MW, maar alleen al in januari 2013 zijn vijf plannen voor windenergie van de zijde van gemeenten aangedragen, waarmee de realisatienorm 210 MW reeds is overschreden
o de met een windmolen in de provincie Gelderland opwekbare energie wel wordt vergeleken met een kolencentrale, maar dat het genoemde percentage 25%-40% slaat op wat met dezelfde windmolen opwekbaar is in provincies aan zee en op zee o alternatieven zoals zonne-energie veel te hoge investeringslasten worden toegeschreven tekortkomingen in de Aanvullende Staten notie zaaknummer 2012-010729 van 22 januari 2013 waarin vermeld had moeten worden dat o volgens de Mem.vToelichting van de Crisis- en Herstelwet voorafgaande aan het starten van (de voorbereiding van) een Inpassingsplan bezien moet worden door Provinciale Staten of zij tot een andere afweging kunnen komen dan de betrokken (afwijzende) gemeente o volgens deze Mem.vToelichting en volgens jurisprudentie BY6671 en BY6672 het Provinciale Staten in het belang van een 'goede ruimtelijke ordening' zelf vrijstaat om van haar bevoegdheden af te wijken, zelfs ook voordat een Inpassingsplan E voorligt, waarmee de tabel art 9 onvolledig is o het advies AKD in tegenstelling nog steeds actueel is o de Z.g. IPO-realisatienorm van opgesteld vermogen (MW) slechts het hebben van ruimtelijke plannen (sic!) betreft met of zonder instemming van gemeenten enjof provincie, gemeten per dato 31-12-2013 o het IPO daarbij vermeldt dat de tot 2010 in en buiten zoekgebieden te plannen (sic!) windmolenlocaties pas definitief worden aangewezen als er lokaal draagvlak is voor de komst van de molens, nauw omschreven gebieden worden nog niet gedefi nieerd. o wel wordt gesteld dat Provinciale Staten nog steeds een uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening acceptabele beslissing moeten nemen, maar onterecht wordt daarbij vermeld dat Provinciale Staten verplicht zouden zijn bij afwijzing zelf een alternatieve locatie voor een Inpassingsplan te zoeken en daarvoor ook nog afhankelijk zou zijn van grondposities die de initiatiefnemer heeft op de locatie in kwestie o "Gelderland voldoet bij lange na niet aan de vast te stellen realisatienorm" een onjuiste opmerking is, gezien de onvolledige lijst van plannen en pas per datum 31 december 2013, waarop volgens het IPO "de provincies de eerste gebieden met een potentieel voor 5.715 Megawatt ruimtelijk vastleggen. Als er op een locatie toch geen windmolens kunnen komen, zorgt de betrokken provincie zelf voor een alternatief Na 1 mei 2014 maken de provincies ook voor het resterend benodigde vermogen aan windenergie ruimtelijke reserveringen, inclusief de ontbrekende 285 megawatt" o voor de constatering van Gedeputeerde Staten dat "er naar verwachting geen ruimtelijke knelpunten qua wet- en regelgeving zijn te verwachten voor de locatie Bijvanck" en "een eventuele weigering om een inpassingsplan vast te stellen niet deugdelijk te motiveren zou zijn" geen enkele onderbouwing wordt aangereikt, terwijl juist een zeer goede ruimtelijke onderbouwing benodigd is omdat een Inpassingsplan vanuit de Crisis- en Herstelwet een strak verloop kent en de juridische mogelijkheden van lagere overheden en burgers zeer sterk beperkt worden, en tevens in een Inpassingsplan geen alternatieven behoeven te worden onderzocht. o Er knelpunten bestaan in een goede ruimtelijke ordening zoals dit nog sinds aankondiging 2009 plaats moet krijgen in de nog te verschijnen Structuurvisie dan welOmgevingsvisie Windenergie, die nog steeds niet voorligt, waarbij door de Strategische Milieubeoordeling bij het Structuurplan 2005 gewezen wordt op de
Brief van Hoordewindwaait aan PS en GS 4 maart 2013
2
strijdigheid van de zoekgebieden windenergie met andere onderliggende waarden uit datzelfde Streekplan (voor de Bijvanck ruim in aantal) o Zonder de verantwoordelijkheid van een goede ruimtelijke ordening te benoemen wordt reeds nu onterecht gedreigd dat "gevolg van weigering kan zijn dat zodra Raedthuys beroep instelt bij de Afdeling bestuursrechtspraak er gerede kans is dat het besluit zal worden vernietigd" o Gedeputeerde Staten ingaat tegen Provinciale Staten door te stellen dat de "geschetste wettelijke context hen tot het besluit heeft gebracht dat we in deze concrete situatie geen invulling kunnen geven aan de wens van draagvlak bij de gemeente Zevenaar" Te memoreren vallen o.m. de besluiten van Provinciale Staten PS2010-175 van 31 maart 2010: De zoekzones windenergie uit het streekplan zijn geen E gronden als bedoeld in art 9 Elektriciteitswet PS2010-175 van 31 maart 2010: Structuurvisie Windenergie waarin uitsluitend in overleg met de gemeenten gronden worden aangewezen PS201O-299, motie M18 van 31 maart 2010: Opnieuw aandrang bij GS om te komen met een structuurvisie en werk te maken van biovergisting en zonne-energie (terwijl nu pas einde 2013 'de nieuwe OmgevingsvisiejStructuurvisie Windenergie' wordt verwacht) PS2013-100, motie 13M3 van 23 januari 2013: een plan van aanpak te ontwikkelen voor een drietal pilots voor de Gelderse uitrol van hernieuwbare energie, rekening houdend met de overweging dat lokale (regionale) en kleinschalige inzet, gericht op en bestemd voor gemeenschappen, het noodzakelijke draagvlak en de financiële zelfstandigheid op zal leveren. PS2012-728 van 26 augustus 2012, zaaknummer 2012-011490 en motie A29: In de Omgevingsvisie gronden te reserveren waar windenergie kan worden gerealiseerd en hieraan de randvoorwaarde te verbinden dat uitsluitend gronden worden aangewezen waarvoor draagvlak bestaat bij de betreffende Gelderse gemeenteraden. en de ook met de Crisis- en Herstelwet nog geldige besluiten van Gedeputeerde Staten zaaknummer 2010-003091 van 1 februari 2011: De Commissie concludeert dat PS een grote beleidsvrijheid hebben voor het al dan niet vaststellen van inpassingsplannen en dat PS zichzelf ook niet beleidsmatig hebben vastgelegd om het instrument inpassingsplan toe te passen als een verzoek tot het vaststellen hiervan wordt ingediend. PS dienen voordat een inpassingsplan kan worden vastgesteld hiertoe eerst gronden aan te wijzen (artikelge, eerste lid Elektriciteitswet). PS hebben van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt en in het bestreden besluit van 31 maart 2010 vastgelegd dat de zoekzones windenergie uit het streekplan niet de gronden zijn als bedoeld in het betreffende artikel ge. De Commissie oordeelt dat een concrete ruimtelijke afweging pas aan de orde is indien PS beslissen dat een voorgestelde locatie geschikt is voor een win dm olenp ark. Ten slotte merkt de Commissie op dat voor een ieder die investeert in projecten, waarvoor de ruimtelijke besluitvormingsprocedure nog niet (geheel) is doorlopen, risico's gelden. Het gegeven dat Raedthuys investeringen heeft gepleegd prevaleert niet boven het provinciale uitgangspunt dat gemeenten in eerste instantie het primaat wordt gelaten om het streefdoel van 210 megawatt windenergie te bereiken. Wij zien voorts gevaarlijk onbegrip bij sommige statenleden: PS2013-39 d.d. 9 januari 2013: PvdA "Bijvanck is een initiatief van onderop" en "Het gaat nu nog niet over het besluit om de windmolens al dan niet te plaatsen", Groenlinks "Draagvlak is meer dan alleen draagvlak bij een gemeenteraad".
Brief van Hoordewindwaait aan PS en GS 4 maart 2013
3
Wij geven met het oog op behoorlijk bestuur het dringende advies van Provinciale Staten de voorbereiding van een Inpassingsplan Bijvanck door Gedeputeerde Staten te doen staken, waar nu sprake is van onvolledige informatie en afweging waar de voorbereiding strijdig is met de door onze provinciale bestuursorganen vastgestelde bestaande goede ruimtelijke ordening ook al vanwege de daardoor opwekbare verwachtingen bij de Initiatiefnemer, waar volgens de Memorie van Toelichting bij de "Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en enkele andere wetten (verbeteringen en aanvullingen)" juist een voorafgaande afweging vooraf door Provinciale Staten wordt geadviseerd Wij verzoeken u ook kennis te nemen van de 2 bijlagen bij deze brief en ons schriftelijk te beantwoorden hoe u op alle hiervoor genoemde punten onbehoorlijk bestuur tracht te voorkomen. Het bovenstaande en de bijlagen gaan in op een zorgvuldige procedure, juist omdat overigens een dwangmatige beknopte procedure op grond van de Crisis- en Herstel volgt. Wij zien niet graag enkele onpasselijk hoge verticale bouwwerken in een open horizontaal landschap als stalen monumenten van politieke gemeakzucht en/of van ons belastinggeld vet geworden initiatiefnemers. De Aktiegroep Hoordewindwaait behoudt zich het recht voor daarbij alsnog te trachten persoonlijke belangen bij een eventueel windmolenpark bij Angerlo onder de aandacht te brengen. Liever vult de Aktiegroep echter haar toezegging in om tezamen met de omgeving invulling te geven aan betere locaties voor windenergie en/of andere vormen van hernieuwbare energie, zoals in motie M3 is aangenomen in de vergadering van Provinciale Staten van 23 januari 2013.
Hoogachtend,
,.r
()
f1 ,
l-,
,.
1 (~""J.-.-..,-
namens Hoordewindwaait BV i.o A.J . Cavé Nieuwe kade 4 6827 AA ARNHEM email
[email protected] website www.hoordewindwaait.nl NIEUW en in opbouw: website www.ziedezonschijnt.nl
Bijlagen: Teksten van de Raad van State Regionorm plannen eind 2013 al in veelvoud ingevuld Gelijkluidende brief aan Gedeputeerde Staten van Gelderland en aan de Commissie MIE
Brief van Hoordewindwaait aan PS en
Gs 4 maart 2013
4
Bijlage TEKSTEN RAAD VAN STATE bij brief 4-3-2013
Memorie van Toelichting op de "Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en enkele andere wetten (verbeteringen en aanvullingen)". Deze is per 1 januari 2012 nog gewijzigd met een zinsnede "ten behoeve van de realisatie van dat voornemen" , citaat:
ARTIKEL 111
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikelge wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «met betrekking tot de gronden, bedoeld in het eerste lid,» vervangen door: ten behoeve van de realisatie van dat voornemen. Uit de Memorie van Toelichting CHW blijkt dat het gaat om zowel voorafgaande standpuntbepaling door Provinciale Staten, vrijheid voor Provinciale Staten om te kunnen oordelen of 'gronden' (ook qua draagvlak) geschikt zijn voor windmolens, vrijheid voor Provinciale Staten willekeurig elders 'gronden' voor de initiatiefnemer aan te wijzen op een moment waarop bestuurlijk sprake kan zijn van een goede ruimtelijke ordening:, citaat:
Artikel JIJ Onderdeel A Artikel ge van de Elektriciteitswet 1998 is als gevolg van de totstandkoming van de Crisis en herstelwet in die wet opgenomen. Het eerste lid van dat artikel verklaart provinciale staten bevoegd voor productieinstallaties voor windenergie met een capaciteit tussen de 5 en 100 MW een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. Hiermee is ten algemene bepaald dat bij windparken tussen de 5-100 MW sprake is van provinciale belangen in de zin van artikel 3.26, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening en behoeft oordeelsvorming daaromtrent met het oog op de toepassing van artikel 3.26, eerste lid, niet meer plaats te vinden. Het tweede lid van dat artikel bepaalt dat provinciale staten in ieder geval toepassing geven aan die bevoegdheid indien een producent een voornemen tot het oprichten van een dergelijke installatie heeft gemeld én de gemeenteraad een verzoek tot vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan heeft afgewezen. Deze laatste eis is een gevolg van aanvaarding van het amendement van de leden Wiegman-Van Meppelen Scheppink en Samsom (Kamerstukken II 2009/10, 32 127, nr. 123). Daarnaast werd in dat amendement bepaald dat provinciale staten konden afzien van vaststelling van een inpassingsplan indien de besluitvorming daardoor niet zou worden versneld (deze bevoegdheid was oorspronkelijk toebedeeld aan de Minister van Economische Zaken) én niet werd voldaan aan de voor de desbetreffende provinCie vastgestelde minimum realisatienorm (artikel ge, vijfde lid, van de Elektriciteitswet 1998). Als gevolg van de in het tweede lid toegevoegde eis dat de gemeenteraad een verzoek tot vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan heeft afgewezen, kan gevoeglijk worden aangenomen dat het vaststellen van een inpassingsplan door provinciale staten de besluitvorming altijd zal versnellen. Dat betekent dat provinciale staten, ook indien aan de realisatienorm is voldaan, verplicht zouden blijven een inpassingsplan vast te stellen. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Volstaan kan worden met de bepaling dat de verplichting van het tweede lid vervalt indien aan de realisatienorm is voldaan (onderdeel A, onder 3). Provinciale staten blijven in die situatie uiteraard op grond van artikel ge, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 nog wel bevoegd een inpassingsplan vast te stellen. Ten aanzien van de toepassing van artikel ge, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 wordt naar aanleiding van in de praktijk gerezen vragen nog het volgende opgemerkt. Zoals in de memorie van toelichting bij de Crisis- en herstelwet is opgemerkt (Kamerstukken II 2009/10, 32 127, nr. 3, blz. 62), heeft
Brief van Hoordewindwaait aan PS en GS 4 maart 2013
5
tot de conclusie komen dat heeft niet zijn voor de toepassing van dan tweede lid van artikel ge dat provinciale staten verplicht om een alternatieve locatie te zoeken voor de toeoassi van windenergie en daarvoor een vast te stellen. Indien de ook van mening is dat die desbetreffende gemeente waarin die nieuwe locatie is locatie zich leent voor de toepassing van dan is het niet noodzakeliik dat staten daarvoor een vaststellen. In dat met een wijziging van het bestemmingsplan door de betreffende gemee van artikel ge. tweede lid. niet meer aan de orde. ln~lU~!t.!2g~mY§t!1!~!1t
provinciale staten tot een andere locatiekeuze worden gekomen. Zoals uit het vorenstaande blijkt, past de verwijzing in artikel tweede lid, naar "de bedoeld in het eerste lid" niet goed in het systeem van deze Daarom die woorden te vervangen door "ten behoeve van de realisatie van dit (onderdeel A, onder 1). Het gaat immers om een weigering van een te wijzigen ten behoeve van een voornemen tot de van een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie met een capaciteit van ten minste 5 maar niet meer dan 100 MW. De in onderdeel A, onder 2, voorgestelde wijziging van artikel ge, vierde lid, wordt als Artikel vierde lid, dat de daarin worden en wethouders. Uiteraard door gedeputeerde staten in plaats van gaat het hierbij om de projecten waarop artikel ge betrekking heeft. De dat. Onderdeel B Als gevolg van het Sa m som is i n artikel ge
ggL..!!!53!!~;(gJ!!§J~Q.!!1..!ll§..l!!!.!lM.!!J!ä!U~!!LrulU:n!MULim
Rn~~~~~~2W~~~äRllQUH~~mu~~~~~~~illU~~LHet
ligt in de rede dat dezelfde wordt gevolgd ten aanzien van de in artikel 9f voorziene taken voor gedeputeerde staten. Deze wijziging voorziet daarin. Daarnaast wordt onderdeel b aan de door middel van dat amendement voorgeschreven realisatienorm voor de
Jurisprudentie BY6671 en BY6672 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
deze punten
19 december 2012, 201204057/1/R1, citaat:
3.5. Uit de geschiedenis van de van de Crisis- en herstelwet II 2009/2010, 32 127, nr. 3, blz. volgt voorts dat de in artikel ge, tweede lid, van de van de Elektriciteitswet 1998 opgenomen betrekking heeft op de bevoegdheid als zodanig, en niet op de vorm of anderszins inhoudelijke zodat provinciale staten nog steeds een uit een oogpunt van een goede acceptabele beslissing zullen moeten nemen. Nu, gelet op hetgeen in 3.4. is overwogen, provinciale staten zich in op het hebben kunnen stellen dat het realiseren van windturbines op de locatie niet in overeenstemming is met de uitgangspunten van de en evenmin met de Omgevingsverordening, omdat met het realiseren van windturbines de ter plaatse niet worden behouden en versterkt, hebben staten in geen gebruik behoeven te maken van hun bevoegdheid tot het voor de beoogde locatie.
Hoordewindwaait aan PS en GS 4 maart 2013
6
Bijlage LIJST WINDMOLENPLANNEN bij brief 4-3-2013 lijst januari 2013 van GS, aangevuld door HoorDeWindWaait (groen en rood) d.d . 11-2-2013 Gemeente Zut~hen
Culemborg Aalten Neder Betuwe Totaal draaiend
Aantal turbines 3x2MW 3x2MW 8x2MW 4x2MW
Vermogen MW 6 6 16 8 36
Status draaiend draaiend draaiend draaiend
2x3MW 4x2MW 6x2 MW
6 8 12
Onherroepelijk plan wacht op SDE idem idem
4x2 MW
8 34
idem
Nijmegen Oude IJsselstreek Oldebroek Zaltbommel Arnhem Zevenaar Totaal in ontwikkeling
5x3MW 9x3MW 4x3MW 4x3 MW 4x3 MW 5x3MW
15 27 12 12 12 15 93
Groen licht raad Groen licht raad Concept MER Groen licht raad Groen licht raad Groen licht raad Inpassingsplan - Gemeente tegen
Wageningen Lingewaard Totaal in onderzoek
3x3 MW 4x3MW
9 12
Zutphen
3x3 extra
6
Maasdriel, Kerkdriel A2 Neerijnen 1
4x3
12
10x3
30
Neerijnen 2
4x3
12
Geldermalsen
6x3
18
Wageningen
5x3 extra
Ede Duiven Montferland/Oude IJsselstreek Buren Totaal onherroe~eliik
Draagvlak onderzoek Haalbaarheidsonderzoek
21
15 I
uiting gemeenteraad, Stentor 14 1 2013, Gemeentelijk onderzoek Brabants Dagblad 11 -1-2013 Prodeon Molenveld Gelderlander 29-1-2013 Winvast aanvraag via prov Gelderlander 29-1-2013 Winvast+OranJewlnd AVRI aanvraag via prov Gelderlander 29 1-2013 gemeentelijke website, plus extra plaatsing In de EHS
93 div best plannen
Mogelijk te behalen
??
184/277
Brief van Hoordewindwaait aan PS en GS 4 maart 2013
bijv Seingraaf gemeente Duiven en Businespark A 18 Doetinchem , vastgesteld alleen Zevenaar tegen
7
I
Lijst opgenomen in BLOW 2007 van de hand van de provincie Gelderland, niet meer actueel maar toen al 176-193 MW met gemeentelijke instemming I aU1IC'1 IIICI. tJl UJIIC''''''YIIC'I Cla"lC'lC'l UC' yCyCYe'II::»
Basis~f\'fDS "~U
Voor ee-u tOfuchtlnr: 0 af
\·o ~loolfn
I Vin
Kan de groudpoSllie ten belffil mering zijn"
Project is COIIcr..t!) en pastl) in pro\'inciaal rrsp . getl~eJltelijk beleid
Ja/n ••/~
A('httrhofk l ... l~ Oudt lJ.stlstreeki Mootferland BerkeU:wdlOo" Oelr. Oost Oelre Bronckhorsr
Pl'oJ.ctuaam of locati. Het Ooor.· H.genwwd Nenerdeü BtltrunlSf \'fld
Oe Laarber~ Rh. BrOD(kbo r~1 Bmrwaard Knooppuot Arnhem-:\ijmeun Duiven l.tb\1Ill Arnhem I.odtou. Kleefscbe Waard N1Lme.roiOverbetuwe Oe Grift/AIS Beuningen ASO.' Ma., eo W'31weg Sttdtnd.i.hoek Zutpben I Oe Mars ~Id ooro I EcofactoriJ :"oOl'dWt'iI~\'f'luWf
H3tteu~'O ldtbroek
H3tt~me-rbrotk
D. ",!lei Edt ru,itrtnl:tnd
ISEV 'A30
Ctllewbo r~ Ntderb~nlwe
Burcu Oeldermah.n!Ti.l Nttri Iltll TOI •• I
N320iRiorveid A 15iHoo ~broek A1 5 AVRl-tOfTOill Molen\,.ld
Zlf eSt- tabtl op pat:Ul3 .: St~t\lS (>U
iVIW ' s
~m ••ut.
~
df pl'OjfctfD
Min
S; 16 9
27 8
9 16 ~~
12 12 10 10 l~
6
8
M.lX. JalD ••/~
Pro" .
GeUl_
Pl'oj.ctfa~.n
Projecten in de Initiatieffase3) die nog niet in pro cedlIre zijn
31-12 2006
31-12 2007
x
x
33 24 18 18 6: 12 12 20 18 :0 6 14
;,
3
j,
j.
•
,
I'
3
,
?
3
?
;.
,
• ;.
• ja
;,
j.
X
x
x x x
x
x x x
x
31-1~ -
2006
31-12 2007
Projecten Iinitia
tieyen wa..'Ui."OOf alle verg1.umin gen z~n Vet leend
31-12 2006
31-12 2007
x
x
X
x
x x
x x
34
36
x x
x
x
x x
3
,
j.
J.
x
X
x
14 6
•
J'
x
6
x
::::-
•
ja
49
6 8 8
6 8 S 15 18 .281
3
ia
HO
Projecten !Initiatien·tl in bouw e,,'of miliell\'er gtuuungprocedll reCs)
l~~
20 12
14 14 4 4
9 IS
outwikkfliul!$fasfu
1~
• •,
•
210-182
x
•
I'
x 3 X 1;6-193 138-204
x
x
:0
!'1
x x 12:-174
Conclusie is dat met de optelsom van de bestaande door GS gepubliceerde, maar onvolledige lijst windmolenplannen het door GS op haar website (Gelderland Leeft) vermelde aantal van niet 7 maar 15 Gelderse gemeenten die concrete windmolenplannen willen communiceren de uitbreiding die onze Aktiegroep zonder uitputtend onderzoek kan aandragen o met 6 gemeenten die hun concrete windmolenplannen hebben gepubliceerd o met 2 bestemmingsplannen die windmolens reeds mogelijk maken, hoeveel nog meer? de optie om de tiphoogte van windmolens te vergroten van 170 naar bijna 200m het opgestelde vermogen doet stijgen van 3MW naar meer dan 7MW per stuk (o.a. geplaatst in de Wieringermeer), waarmee de provincie Felevoland haar regio norm geheel mee gaat invullen de lef die per PS-motie is aangereikt om de regionorm ook met andersoortige duurzame energieopstelling in te vullen naar een 'Gelderse maat' de Gelderse Regionorm van 210 MW reeds in veelvoud is overschreden. Inmiddels is een werkconcept van de Omgevingsvisie verschenen, waarin niet wordt gesproken over de oude Z.g. zoekgebieden windenergie (deze hadden al te weinig argumentatie). In tegenstelling daarmee wordt veel oppervlak opengesteld voor eventuele windenergie, maar dan wel in samenspraak met gemeenten. Voor de Bijvanck betekent dit dat meer dan de helft niet zou passen wegens ligging in waardevol open gebied, terwijl juist veel alternatieven voor handen komen. Voor ook de andere helft ontbreekt samenwerking met Zevenaar. Overigens komt het Rijk met slechts 10% van hetgeen op land is gerealiseerd lang niet aan dezelfde regiojnoordzeenorm van eveneens 6000 MW.... Brief van Hoordewindwaait aan PS en G54 maart 2013
8