Onteigening in crisistijd VERENIGING VOOR ONTEIGENINGSRECHT (VVOR) Seminar: het effect van de crisis op grondzaken 12 september 2013 Amersfoort Mr. W.J. (Willem) Bosma, Van der Feltz advocaten
1
Onteigening in crisistijd • Onderwerpen: – Crisis- en herstelwet • Ervaringen • Onduidelijkheden • Onvolkomenheden
– Schadeloosstelling en crisis • • • • •
Zekerheidstelling Peildatum, werkelijke waarde Schade woning en bedrijf Afbreken en afzien onteigeningsprocedure door crisis Uitsmijter: onteigening woning met restschuld 2
Crisis- en herstelwet (I) • Aanpassing administratieve procedure – Art. 78, eerste lid: algemeen bestuur (meestal gemeenteraad) verzoekt Kroon om tot onteigening te besluiten – Art. 78, zesde lid: besluit Kroon wordt genomen binnen zes maanden na tervisielegging • Voorheen was die termijn negen maanden, inclusief bekendmaking • Niet: bekendmaking binnen zes maanden, in tegenstelling tot art. 87, zesde lid (oud) – Vgl. HR 26 april 2013, NJ 2013/262 • In de praktijk heeft dit niet of nauwelijks tot een versnelling geleid, omdat de Kroon zelf kan besluiten wanneer tervisielegging plaatsvindt (zie ook annotatie W.J.E. van der Werf onder 3 KB 3 maart 2011, BR 2011/115)
Crisis- en herstelwet (II) • Voorwaarden aan KB – Hoewel naar aanleiding van het parlementair debat omtrent de Chw wat onduidelijkheid ontstond, worden de opschortende en de ontbindende voorwaarde als vanouds in het KB opgenomen • Soms wordt dit om onduidelijke redenen echter verzuimd (vgl. KB 2 mei 2012, BR 2012/66) • Voorwaarden kunnen ook aan verzoekbesluit worden verbonden, vgl. KB 17 april 2013, nr. 13.000785 (Stc. 2013, nr. 13050) • In uitzonderlijk geval een extra voorwaarde, zie KB 25 februari 2012 (Stc. 2012, nr. 4849)
– Geen ontkoppeling onteigening/planologie 4
Crisis- en herstelwet (III) • Afdeling 2 Chw van toepassing op KB? – Afdeling 2 heeft betrekking op bezwaar en beroep bij een bestuursrechter. Het indienen van zienswijzen bij de Kroon is geen bezwaar of beroep, terwijl de Kroon geen bestuursrechter is (vgl. art. 1:4 Awb) • Zie: HR 5 april 2013, NJ 2013, 215 • Verandert (nog) niet onder de Omgevingswet
• Lex silencio positivo van toepassing op KB? – Niet op grond van Chw, maar op grond van de Dienstenwet? • Aanvraag om vergunning is een beslissing over de toegang tot of de uitoefening van een dienst 5 • Heeft een KB betrekking op een dienst?
Crisis- en herstelwet (IV) • ‘Neveneffecten’ Chw – Wijzigingen door Chw hebben (onbedoeld) gevolgen voor vervroegde descente • Voorheen kon verzoek ex art. 54a worden ingediend na de tervisielegging, onder overlegging van kopie van het raadsbesluit òf het KB (art. 88, derde lid, Ow (oud)) • Tegenwoordig kan het verzoek ex art. 54a bij Titel IVonteigeningen, op grond van de letterlijke tekst van art. 80, aanhef en onder b, alleen nog worden ingediend met kopie van (en dus na het verschijnen van) het KB • Waarschijnlijk omissie: eerdere ‘weeffout’ met betrekking tot de tweemaandentermijn van art. 54m lid 1 is opgelost in HR 5 oktober 2012, RvdW 2012, 1225
6
Schadeloosstelling en crisis (I) • Overheid is niet meer “goed voor haar geld” – Onteigende heeft zonder meer recht op zekerheid (art. 54i, vierde lid) – Zie: HR 23 december 2011, NJ 2012/22 en HR 8 februari 2013, NJB 2013, 276.
7
Schadeloosstelling en crisis (II) • Peildatum, art. 40b (I) – Afhankelijk van het object van onteigening, kan uitstellen gerechtelijke procedure voordelig uitpakken voor onteigenende overheid • Dalende woning-/bouwgrondprijzen tegenover stijgende prijzen voor agrarische grond • Referentiemethode minder geschikt? – Zie bijvoorbeeld Rb Midden-Nederland, LJN: BZ2329
– Nadat vervroegde onteigening is uitgesproken, kunnen plannen worden bijgesteld (fasering, aanpassing programma, etc.), kan gevolgen hebben voor de werkelijke waarde van het onteigende op de peildatum (= dag inschrijven vonnis, art. 40a) 8
Schadeloosstelling en crisis (III) • Peildatum, art. 40b (II) – Verhouding met urgentietoets Kroon? • Urgentietoets aan de orde in het onteigeningsgeding, niet bij de schadeloosstellingsprocedure. – Vgl. KB 12 oktober 2012, nr. 12.002382 (Stc. 2012, nr. 22926) • Vgl. A-G IJzerman onder HR 25 mei 2012, RvdW 212/779: “Inderdaad kan het thans alleen nog gaan om vaststelling van de schadeloosstelling. Binnen deze procedure kan enig beroep op vertraging met betrekking tot de aanvang van het werk waartoe werd onteigend, geen invloed hebben op de hoogte van de schadeloosstelling”
9
Schadeloosstelling en crisis (IV) • Peildatum, art. 40b (III) – Gevolgen nieuw lijn in rechtspraak met betrekking tot eliminatie (art. 40c) • Bij waardering geen rekening houden met bestemming, indien die bestemming is bepaald door een ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan al bestaand (concreet) plan voor het werk waarvoor onteigend wordt en het bestemmingsplan in zoverre dan ook slechts is vastgesteld teneinde daarmee de juridische planologische onderbouwing en regeling te geven, die de beoogde aanleg van dat werk mogelijk maakt. – Zie recent: HR 8 februari 2013, NJ 2013, 318 (Ballast Nedam)
• Vaker wegdenken geeft ruimte voor verwachtingswaarde, maar door crisis minder vaak aanleiding voor verwachtingswaarde 10
Schadeloosstelling en crisis (V) • Afbreken onteigeningsprocedure door crisis (I) – Kan leiden tot schade in de vorm van onverkoopbare grond door onteigeningstitel en/of deskundigenkosten in administratieve fase – Komen deze schadeposten voor vergoeding in aanmerking en zo ja, hoe? – Onverkoopbare grond door onteigeningstitel: kan mogelijk worden verhaald op grond van art. 6:162 BW • zie voor een extreem geval: EHRM 23 september 1982, NJ 1988, 290 11
Schadeloosstelling en crisis (VI) • Afbreken onteigeningsprocedure door crisis (II) – deskundigenkosten in administratieve fase • Uit parlementaire geschiedenis volgt dat art. 50 met opzet ruim is geredigeerd, ook de prae processuele kosten komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking • HR 6 maart 1991, NJ 1991, 818: “Uit deze wetsgeschiedenis blijkt dat kosten van rechtsbijstand en van bijstand door andere deskundigen, voor vergoeding in aanmerking komen ongeacht of die kosten voor of tijdens het onteigeningsgeding zijn gemaakt en dat aan de vergoeding van deze kosten geen nadere eis is gesteld dan dat zij naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs zijn gemaakt.” 12
Schadeloosstelling en crisis (VII) • Afzien van onteigeningsprocedure door crisis – Bestaand gebruik wordt “wegbestemd” en onder het overgangsrecht gebracht – In het kader van bestemmingsplanprocedure moet aannemelijk worden gemaakt dat bestaand gebruik gedurende de planperiode ook daadwerkelijk wordt beëindigd, bijvoorbeeld door onteigening – Grondeigenaar heeft echter geen middel om af te dwingen dat hij, zo nodig, onteigend wordt (“recht op onteigening”). Moet dat veranderen? • Onder (extreme) omstandigheden misschien wel: EHRM 29 maart 2011, EHRC 2011, 99 – Zie oratie Sluysmans (2013)
13
Schadeloosstelling en crisis (IIX) • Uitsmijter: onteigening van woning met restschuld • Uitgangspunt is aankoop vervangende woonruimte – Vgl. HR 14 juli 2000, NJ 2001, 94
• Vergoeding negatieve vermogenswaarde? – Neen, geen onteigeningsgevolg
• Restschuld kan leiden tot hogere financieringslasten – Financieringsschade komt in beginsel (als inkomensschade) wel voor vergoeding in aanmerking
14
Einde
Dank voor uw aandacht! W.J. (Willem) Bosma, Van der Feltz advocaten
15