Vandaag heeft de meerderheid van de Antwerpse jongeren buitenlandse roots. Binnenkort zal geen enkele etnischculturele gemeenschap nog een meerderheid vormen. De stad wordt een kleurige mozaïek van vele minderheden.
In deze expo heten 17 Antwerpenaars u welkom in onze stad. Ondanks hun verschillende achtergronden hebben ze één ding gemeen: de band met Antwerpen en haar bewoners. Ze getuigen over hun liefde voor alles wat mooi en lelijk is in onze stad en belichten telkens andere aspecten van onze gelaagde en complexe samenleving.
Samenleven in een superdiverse stad is niet altijd evident. Het vergt soms inspanningen om ondanks alle verschillen op een respectvolle manier samen te leven. Maar een diverse stad is ook een bron van nieuwe mogelijkheden.
Deze expo past binnen de herdenking van 50 jaar migratie. Vijftig jaar geleden ondertekende België akkoorden met Marokko en Turkije om arbeidsmigratie naar ons land mogelijk te maken. De arbeidsmigratie die hierdoor op gang kwam, ging hand in hand met een wereldwijde trend naar meer globalisering. Hierdoor hebben onze Vlaamse steden in amper twee generaties een grondige metamorfose ondergaan.
‘Welkom in mijn Stad’ toont dat de Antwerpenaars, ongeacht hun afkomst, klasse, leeftijd, gender, levensbeschouwing of andere verschillen, onze stad maken tot wat ze is.
Ontdek meer op www.welkominmijnstad.be
1 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“De schoonheid van Antwerpen heeft iets magisch”
Alina Morar • modeontwerpster • geboren: Zalâu, Roemenië • 29 jaar
“Antwerpen was voor mij liefde op het eerste gezicht. Ik weet nog dat ik zes jaar geleden in het Centraal Station uit de trein stapte. Ik keek omhoog en zag de glazen koepels met de rode stalen bogen en het felle licht dat daar doorheen viel. Even was ik ademloos. Zoiets moois had ik nog nooit gezien. De schoonheid had iets magisch. Het was bijna onwerkelijk.
Ik voelde me onmiddellijk op mijn plaats. Het was een verademing om na al die jaren studeren eindelijk echt aan het werk te zijn. Het klikte onmiddellijk met An. Ze was onder de indruk van mijn werk en bood me een baan aan. Ik heb niet lang geaarzeld. Dit is wat ik wil. Vandaag ben ik de rechterhand van An en verantwoordelijk voor de hele kledinglijn.
Droomstad
Ik voel me heel erg thuis in Antwerpen. Ik heb veel gereisd en overal gewoond. Maar nergens voel ik mij meer op mijn plaats dan in deze havenstad. Ik ben trots op mijn Roemeense wortels en ik ben blij als ik mijn ouders terugzie. Zij hebben mijn fascinatie voor mode nooit begrepen, maar wel geaccepteerd en zijn trots op mij. Roemenië zit in mijn bloed. Maar ik hoor er niet. Mijn plek is hier.
De liefde is de afgelopen jaren niet minder geworden. Integendeel, mijn band met Antwerpen is heel sterk. Deze stad heeft mij alles gegeven waarvan ik ooit droomde. Ik ben opgegroeid in een klein stadje op het platteland van Roemenië. Van kinds af was ik gefascineerd door mode. Maar vrijwel niemand in mijn omgeving deelde mijn passie op dezelfde manier. Er waren geen modeopleidingen en ook geen modewinkels. Ik heb het allemaal stap voor stap zelf moeten ontdekken.
Op zoek naar een kamer ben ik bij aankomst in Antwerpen in de Anselmostraat op het Zuid terechtgekomen. Ik woon nog steeds in dezelfde buurt. Je hebt hier alles bij de hand: bakker, slager, supermarkt en boekhandel. Het is als leven in een dorp. Maar toch zit je midden in de stad.
Op mijn 18 jaar ging ik in Cluj studeren. Cluj ligt in de regio Transsylvanië in het noorden van Roemenië. Vanuit Cluj vertrok ik voor een jaar met een beurs naar Schotland. In de modewereld worden regelmatig wedstrijden uitgeschreven om nieuw talent te ontdekken. Je moet dan schetsen inzenden en de beste ontwerpen worden er uitgepikt. De inzenders worden uitgenodigd om in het land van de wedstrijd vier of vijf outfits te komen maken. Ik was een actief deelneemster aan dat soort wedstrijden. Het bracht mij in de Verenigde Staten, China, Rusland, Japan en Spanje. Het was een fantastische tijd. Ik zag de wereld. Mijn reizen werden betaald en overal kwam ik leeftijdsgenoten tegen die ook door mode waren gefascineerd.
Antwerpenaars zijn heel vriendelijke mensen. Het duurt een tijdje voor je hun vertrouwen hebt gewonnen. Maar als je door die fase heen bent, komt het paradijs. Dan zit je in hun hart en kan er nog weinig misgaan. In Roemenië zijn contacten sneller opgebouwd, maar vaak ook vluchtiger.
Zoet en zuur Antwerpen is een stad vol contrasten. Je hebt stille en drukke wijken. Het is zoet en zuur tegelijk. Kleurrijk en grijs tesamen. Ik wandel graag door het oude stadscentrum met zijn verborgen steegjes en gangetjes zoals de Vlaaikensgang. Ook de Schelde vind ik bijzonder mooi. Regelmatig ga ik naar een feestje in de Scheld’apen en Tenace Boat. Of pak ik een pintje in café Korsakov aan het Mechelseplein of in Witzli Poetzli bij de kathedraal. Antwerpen heeft veel mooie plekken en het culturele leven is heel uitgebreid. Waar ik ben opgegroeid, was er geen cinema, theater of opera. Het is een ongelooflijke rijkdom dat ik overal op de fiets naartoe kan.
Verantwoordelijk voor kledinglijn Wie gefascineerd is door mode komt vroeg of laat naar Antwerpen. Het is een modestad met een sterke persoonlijkheid. Alle grote namen van de Belgische modewereld verenigen zich hier. In 2008 besloot ik de stap te zetten en deed ingangsexamen voor de modeacademie. Ik werd geselecteerd en in mijn tweede jaar ging ik stage lopen bij de bekende Antwerpse modeontwerpster A.F. VANDEVORST.
Ik kan me niet voorstellen dat ik deze stad ooit nog verlaat. Misschien voor korte tijd, maar ik zal altijd terugkeren.”
2 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“De stad is een mozaïek van puzzel-stukjes die in elkaar grijpen”
Jean-Pierre ‘Jempi’ Vermeulen • gids / verteller / acteur / muzikant | geboren: Sint-Niklaas | 65 jaar
“Ik ben opgegroeid in Sint-Niklaas. Als kind kwam ik geregeld met mijn ouders naar Antwerpen om te wandelen op het noorderterras en de boten te zien aanmeren aan de kade. Toen was Antwerpen nog een echte havenstad. De haven bevond zich pal in het stadscentrum, en aan de kaaien stonden nog van die prachtige kranen die allemaal namen hadden. Tegenwoordig is Antwerpen geen echte havenstad meer. De haven bevindt zich kilometers buiten de stad. In het straatbeeld zie je geen dokwerkers meer, en hun typische geroep en geroezemoes is uit de stad verdwenen.
Daarom woon ik graag waar ik nu woon, in de buurt van de Dageraadplaats. Voor mij is die buurt ideaal. Ze is geluidsvriendelijk en bovendien centraal gelegen zodat alle voorzieningen binnen handbereik zijn. Dat is belangrijk want ik geniet graag van het leven. Voor een theatervoorstelling of een concert ben ik altijd te vinden.
Veranderende stad De stad verandert ja. Alles verandert. De grootste verandering voor mij is de vaststelling dat er geen stilte meer is. Alles is jachtig, druk, raast maar door. Overal braken televisies en radio’s constant geluiden uit. Het ritme van de samenleving is doorheen de jaren gevoelig verhoogd. En alles wordt gepland: je kan niet zomaar bij iemand op bezoek komen, je moet op voorhand een afspraak vastleggen. Zelfs een bezoek aan je kinderen moet je tegenwoordig agenderen… Maar je hoort mij niet klagen. Alles verandert. Blijven stilstaan is achteruitgaan. Wij veranderen, de stad verandert mee. Antwerpen is een levende stad, geen stoffig museum. God verhoede dat Antwerpen zou evolueren tot een soort Brugge.
Omzwervingen en Ferre Grignard Toen ik twee jaar was, ben ik blind geworden als gevolg van een hersentumor. Als gevolg van deze aandoening werd ik veroordeeld tot een traject langsheen bijzonder onderwijs en beschermde werkplaatsen. Hierdoor heb ik zeker geen gelukkige jeugd gehad. Op mijn achttiende was ik aan de slag in een beschermde werkplaats in Brugge, toen ik besloot mijn leven eindelijk zelf in handen te nemen. Ik wou mijn leven zelf invulling kunnen geven in plaats van een voorgekauwd traject te moeten doorlopen. Ik trok de wijde wereld in, en kwam via enkele omzwervingen in Antwerpen terecht. Ik werd opgevangen in het toen roemruchte café De Muze, in de periode dat Ferre Grignard en andere helden er bekend werden.
Antwerpen wordt steeds meer een mozaïek van minderheden. Ook mensen met een handicap, zoals ik, horen ergens tot een minderheid. Veel mensen zien je vaak niet voor vol aan, nemen je niet helemaal serieus, alleen maar omdat je een handicap hebt. Maar minderheden zijn het hart van een samenleving. Minderheden kloppen voortdurend tegen de gevestigde orde aan en stellen die in vraag, komen met alternatieve voorstellen. Een samenleving die rekening houdt met haar minderheden, is in staat om zich verder te ontwikkelen en ten goede te evolueren. Het alternatief is een zelfgenoegzame, onverschillige en verstarde samenleving.
Klanken en geuren van de stad Ik ben nagenoeg blind, dus ik kan niet op mijn ogen vertrouwen om mij een ‘beeld’ te vormen van de stad. De stad is voor mij een mozaïek van puzzelstukjes die in elkaar grijpen. Zodra ik een puzzelstukje kwijt ben – bijvoorbeeld als ik mij niet meer goed herinner in welke straat of aan welke kant van de straat ik mij bevind, ben ik het overzicht van de puzzel kwijt. Ik moet dus altijd goed nadenken en mij de ‘puzzel van de stad’ voor de geest proberen te halen. Anders ben ik echt verloren. Die puzzel van de stad vul ik aan met wat ik ruik, hoor en voel. Aan de tegels van de stoep voel ik waar ik ben. In combinatie met geuren en geluiden kan ik mijn beeld vervolledigen. Zo spreek ik graag af in de buurt van een koffiesalon. De geur van koffie vormt voor mij een duidelijk oriëntatiepunt. Het geroezemoes, de klanken en de talen in de stad variëren van buurt tot buurt. In sommige wijken is er heel veel autoverkeer en achtergrondruis. Zulke plekken maken het mij moeilijk om mij te oriënteren, dus ik mijd ze liever.
Pas op voor onverschilligheid Ik heb geen angst voor de toekomst. Ik heb geen tijd om wakker te liggen van wat komen zal. Het enige wat mij misschien verontrust, is de toenemende onverschilligheid. Wij mensen van de stad moeten blijvend leren leven met elkaar. Een continu proces van betrokken zijn, interesse tonen, nieuwsgierig zijn… Antwerpen is een kosmopool waarin de hele wereld aanwezig is, terwijl het maar een scheet groot is. Er zijn hier zoveel verhalen te ontdekken, maar als je niet luistert, doe je niks op. Samenleven kan nog prettiger worden als we er in slagen onze stad ‘eerlijk te delen’.” 3
© 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“In Antwerpen wonen de mensen die mij liefhebben en steunen”
Aminata Barry • Verzorgster • geboren: Conakry • 29 jaar
Nomadenvolk
“In december kreeg ik een tweeling. Ze heten Omar en Jamila. Het zijn de mooiste baby’s van de wereld. Maar dat vindt natuurlijk elke moeder. Ik zorg alleen voor mijn kinderen. Dat is soms erg zwaar. Als de een slaapt, is de ander wakker en omgekeerd. Ik ben de hele dag bezig met voeden en verzorgen. Gelukkig heb ik veel vrienden en vriendinnen die mij vaak komen helpen. De vader van mijn kinderen woont in Portugal. Hij is muzikant en heeft in Portugal meer werk dan hier. Af en toe komt hij voor een optreden naar België en zijn we weer even samen.
Nadat ik in 2005 mijn papieren kreeg, ben ik drie keer teruggegaan naar Guinee Conakry. Ik voelde mij er een vreemdeling. Het was fijn om mijn familie terug te zien. Als vakantieland is het prima. Maar ik heb geen enkele behoefte om weer in mijn geboorteland te gaan wonen. Ik ben een Peul. Dat is een Afrikaans nomadenvolk. Het reizen zit in mijn bloed. Toen ik klein was, ontvluchtte ik ook vaak het drukke gezin. Ik ging dan bij de buren slapen. Ik vond het leuk om ergens anders te zijn. Voor de geboorte van mijn kinderen heb ik veel gereisd. Soms alleen en soms met vrienden. Mijn Portugese man heb ik leren kennen op het Sfinks festival in Boechout. We hebben 1,5 jaar in Portugal gewoond. Maar toen ik moest bevallen van de tweeling ben ik alleen teruggekomen. Antwerpen is mijn stad.
Politiek vluchteling Toen ik zeventien jaar was, ben ik vanuit Guinee Conakry naar België gevlucht. Mijn moeder is overleden tijdens de geboorte van mijn zusje. Mijn vader sneuvelde in de oorlog. Ik ben grotendeels door mijn oma opgevoed. Er woonden meer dan 20 mensen in ons ouderlijk huis. Het was er altijd druk en we hadden weinig geld.
Hier wonen de mensen die ik lief heb en die mij steunen. Ik wist dat ik hen nodig zou hebben in de eerste zware maanden na de geboorte. Ze hebben mij niet teleurgesteld. Ik paste vroeger dikwijls op de zoon van Els Dottermans, nu helpt hij mij met mijn kinderen.
De eerste jaren in België waren heel zwaar. Ik had geen geldige papieren en woonde in het opvangcentrum in Kapellen. Ondanks mijn problemen genoot ik van het leven. Ik had veel vriendinnen en ging vaak naar festivals en muziekoptredens. Ondertussen volgde ik een opleiding in de jeugd-en gehandicaptenzorg.
Liefde en respect Ik heb veel vertrouwen in de toekomst van mijn kinderen. Ik wil hen dezelfde waarden en normen meegeven als mijn vader mij gaf. In Guinee Conakry is negentig procent van de bevolking moslim. Mijn vader was imam. Liefde, respect en verdraagzaamheid zijn altijd heel belangrijk geweest in ons gezin. En structuur ook. Kinderen hebben een duidelijke structuur nodig. Ik zal mijn zoon en dochter aansporen op school hun best te doen. Je bent niets zonder diploma.
Later ben ik in Antwerpen-Zuid gaan wonen en vond ik werk als opvoedster. Ik leerde de actrice Els Dottermans kennen en werd de vaste babysit van haar gezin. Dankzij Els ging ik ook bij andere gezinnen babysitten. Zo bouwde ik een netwerk op van mensen bij wie ik terechtkon. Ik zorgde voor de kinderen, maar tegelijk zorgden de gezinnen ook een beetje voor mij. De vertrouwensband was groot en bestaat nog steeds. Deze mensen hebben mij een thuis gegeven toen ik het moeilijk had.
De stad is de laatste 12 jaar duidelijk verkleurd. Ik wilde nooit in Borgerhout wonen, maar sinds kort huur ik er een appartement en voel ik me er thuis. Natuurlijk is er discriminatie. Ik ben ooit in het stadspark keihard in mijn rug geslagen door iemand die mij zwarte hoer noemde. Dat was geen leuke ervaring, maar het heeft mij niet bang gemaakt. Ik ben eigenlijk nergens bang voor. Dat wil ik mijn kinderen ook meegeven: blijf wie je bent, dan moet je nergens bang voor zijn.”
4 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Ik ben een outsider tussen de outsiders”
Gregor Engelen • muzikant • geboren: Antwerpen • 38 jaar
Gedeeld verleden
“Ik ben aan de Charlottalei geboren. Toen ik 14 jaar was, verliet ik het ouderlijk huis. Ik heb in instellingen over het hele land gezeten. Het was geen makkelijke tijd. Zonder muziek was ik er wellicht niet meer geweest. Ik woonde lang in bij een groep krakers in een pand aan de Schelde. De politie durfde er niet te komen en andere mensen bleven er ook weg.
Zigeunermuziek kent geen grenzen. Dat gaat heel diep. Ik ken geen enkele andere cultuur waar met zoveel emoties muziek wordt gemaakt. Je kan dat alleen doen als je overal in de wereld bent geweest. De Roma zijn een miskend volk. Ze hebben een rijke cultuur en ze spreken verschillende talen. Ook in Antwerpen worden ze weggestopt op een desolate plek aan de Schelde. Overal zijn ze het mikpunt van spot en discriminatie. Misschien voel ik mij daarom zo verbonden met hun muziek. Ik ben ook een outsider tussen de outsiders. Ik herken iets van mezelf en mijn eigen geschiedenis in hen.
Ik werd niet echt muzikaal opgevoed. Toch was muziek altijd aanwezig in ons gezin. Als kleine jongen volgde ik muziekschool en speelde ik trompet. Ik zong ook vaak mee met de radio. En mijn ouders zongen beiden in een Antwerps koor. Ik was niet echt geïnteresseerd in de muziek van mijn ouders. En mijn trompet had ik sinds mijn 12 jaar niet meer aangeraakt.
Behalve zigeunermuziek speel ik ook Klezmer. Dat is de instrumentale muziek van de Jiddischsprekende Joden die voornamelijk uit Oost-Europa komen. Dankzij Klezmer kom ik op veel plekken en feesten waar niet-Joodse mensen geen toegang toe hebben. De Roma en de Joden hebben in Antwerpen heel weinig contact met elkaar. Toch hebben ze op muzikaal gebied een gedeeld verleden.
Roma muziek langs de Schelde Vlakbij het krakerspand was een zigeunerkamp waar muziek werd gespeeld. De klanken van de zigeunermuziek maakten iets in mij los. Samen met andere mensen begon ik te spelen. In het begin leek het nergens op. Ik kon namelijk geen noten lezen. Gelukkig waren er twee meisjes die dat wel konden. Het was een bijzondere ‘kakafonie’ van klanken. Maar we bleven oefenen en werden steeds enthousiaster. Zo is eind jaren 90, in het niemandsland aan de Schelde en ver weg van de bewoonde wereld, een fanfare van krakers ontstaan. We noemden onze band Antifare La Familia. In 2002 werd uit deze band de Ambrassband geboren.
Weinig mix in Antwerpen Ik heb een haat-liefdeverhouding met Antwerpen. Ik ben hier opgegroeid en als ik door de stad wandel kom ik overal bekenden tegen. Antwerpen is eigenlijk een dorp. Tegelijk staat deze plek mij soms ook tegen. We leven hier erg gescheiden, ook al zijn sommige wijken wel gemixt en een goede afspiegeling van de Antwerpse bevolking.
We trokken Antwerpen in en speelden op straten en pleinen. Al gauw ontmoetten we andere muziekgroepjes. We leerden een fanfare uit Rusland kennen en namen met hen een album op. Ondertussen bestaat de Ambrassband uit 12 muzikanten en spelen we al meer dan 12 jaar op straten, pleinen, podia, cafés, huwelijksfeesten en begrafenissen.
Ik zie deze mix niet altijd terug tijdens mijn optredens. Dat is anders in Brussel. Daar wonen veel mensen die geïnteresseerd zijn in andere muzieksoorten. Toch wil ik niet in Brussel wonen want die stad is te groot. Als ik ooit kinderen krijg, weet ik niet of ik in Antwerpen blijf wonen. De stad is overbevolkt. Er is weinig groen en het fijn stof is een groot probleem. In de Balkan is de natuur nog ongeschonden. Maar op bestuursvlak heerst er totale anarchie. Je zou het beste van de twee werelden moeten samenvoegen. Eigenlijk doe ik dat ook. Ik woon in Antwerpen en dankzij de muziek zie ik de rest van de wereld.”
Ik ben ook de bandleider van Antwerp Gipsy Ska Orkestra en lid van Gregor Terror & The Calypso Gigolo’s. We treden dikwijls op in en buiten Antwerpen. Onlangs stonden we nog op het bekende Balkan Trafik Festival in Brussel. We treden ook op in het buitenland. Zo speelden we op een festival in Auschwitz in het voorprogramma van Peter Gabriël. En laatst waren we met de band nog in Siberië. Ik zing in het Romale, de taal van de Roma. Maar ook in het Roemeens of Turks. Daarnaast speel ik ook trompet. 5
© 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Ik wil mijn stad terug claimen”
Anissa Boujdaini • student rechten • geboren: Mechelen • 24 jaar
Vrijheid wordt ingeperkt
“Ik studeer rechten. En dat is een bewuste keuze. Als je je rechten kent, kan niemand je iets wijsmaken. Dan ben je onafhankelijk en dan kan je voor jezelf opkomen. Mijn doel is, inshallah, om als goede advocaat grote klanten binnen te halen die flink betalen, zodat ik ruimte heb om mensen die minder geld hebben pro deo te helpen.
Er is een groeiende onverdraagzaamheid in onze stad. Onze jongeren zijn daar de dupe van. Wat vroeger werd gezien als kattenkwaad is vandaag een misdrijf. Waarom mag je als jongere niet op een bankje in een park hangen? Waarom is dat overlast? Deze jongeren terroriseren de buurt niet. Ze amuseren zich.
Als jong Belgisch meisje met Marokkaanse roots heb ik een paar onrechtvaardige dingen zien gebeuren. Die gebeurtenissen hebben indruk op mij gemaakt. Onschuldigen werden beschuldigd, maar niemand greep in. Ik begreep er niets van. Toen ontstond het idee om advocaat te worden, en dat is sindsdien alleen maar sterker geworden.
Politici moeten mensen emanciperen en een menselijk gezicht tonen. In de plaats daarvan kiezen ze voor een beperking van bewegings- en meningsvrijheid of roepen ze vijandbeelden op van bepaalde gemeenschappen. Denk maar aan het hoofddoekverbod. Er is een harde sfeer ontstaan in onze stad waarbij het bon ton is geworden om hardop te roepen dat de hoofddoek verboden moet worden. Of dat de islam een gewelddadige en onderdrukkende godsdienst is.
Naarmate ik ouder werd, ontdekte ik dat oneerlijke dingen geen uitzondering zijn. De samenleving is heel hard en onrechtvaardig. Zeker op wereldschaal. Denk maar aan de ongelijke situaties in het Noorden en het Zuiden. Maar ook dichterbij in ons land en ook in onze stad.
Steeds meer mensen staan op en verzetten zich tegen deze bekrompen en racistische denkbeelden. Dat is goed. Zeker omdat mensen zich bijna schamen om iets als racistisch te bestempelen uit angst voor de beschuldiging dat ze zich in een slachtofferrol wentelen. Het verzet hoeft niet alleen te bestaan uit protestmarsen of demonstraties. Toon gewoon wie je bent en wat je kan. Dat zegt genoeg.
Teksten voordragen Ik treed vaak op als spoken word artiest. Ik schrijf teksten en draag die voor op verschillende plaatsen. Met mijn teksten wil ik mensen aanzetten tot denken. Moeten we 50 jaar migratie echt vieren? Ik vind dat er weinig te vieren valt. Dus geef ik tegengas en zeg luidop wat ik om me heen zie. Ik zie bijvoorbeeld dat je als Marokkaanse op de tram zonder reden wordt uitgescholden. Dat veel allochtone jongeren moeilijk een baan vinden. En dat wij door veel Antwerpenaars nog altijd niet worden gezien als één van hen.
Haat en liefde Met Antwerpen heb ik op dit moment een haat-liefde verhouding. Ik ben mijn stad een beetje kwijt. Mensen zeggen soms: ‘Maar de stad heeft jou toch ook veel gegeven. Je hebt er een thuis en volgt er een opleiding. Er zijn plekken op de wereld waar het een stuk minder leuk is.’ Ja, natuurlijk. Maar dat impliceert dat ik dankbaar moet zijn. Waarom? Ik ben hier geboren en heb hier altijd gewoond. Ik moet alleen mijn ouders en grootouders dankbaar zijn omdat ze naar Antwerpen zijn gekomen. De stad zelf moet ik niet dankbaar zijn. Zeker niet als de kansen hier niet voor iedereen gelijk zijn.
Soms vergroot ik het uit en klinkt het best hard. Maar dat is wat ik doe als spoken word artiest. Dat hoort erbij. Het is nodig om mensen wakker te schudden. Er moet over nagedacht worden, anders gaat het verloren. Ik wil benadrukken dat ik niet voor een groep spreek. Ik ben niemands spreekbuis. Het gaat puur om hoe ik als artiest naar de dingen kijk.
Maar ik heb Antwerpen niet opgegeven. Ik voel de nood om mijn stad terug te claimen. Je moet vechten voor je liefde. Daarvoor heb je afstand nodig en nieuwe energie. Het is een van de redenen dat ik in Brussel studeer. Je moet je elders opladen om er weer tegen te kunnen. Je kan het vergelijken met een verre reis: Op een vreemde plek in een nieuwe omgeving weet je pas weer waar je echte thuis is. 6 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Je moet water bij de wijn durven doen”
Jean Jacques Tamba • voormalig cafébaas • geboren: Boma, Congo • 74 jaar
Samen met mijn vrouw opende ik een café aan de tramhalte in de Korte Nieuwstraat. Op de gevel van het geklasseerde pand stond ‘In de Soete Naem Jesus’. We vonden de naam zo mooi dat we besloten ons café ook zo te noemen. Later verhuisden we naar de Oude Koornmarkt en namen de naam mee. Meer dan dertig jaar lang heb ik er achter de toog gestaan. In mijn café ben ik rijk geworden. Niet door geld te verdienen, wel door de verhalen van de mensen die ik hoorde. Het leven is voor mij een open boek.
“Toen ik in 1960 voor de eerste keer in Antwerpen kwam, zag ik in de haven een witte arbeider met een zak op zijn rug rondlopen. Ik wist niet wat ik meemaakte. Een blanke die fysiek zwaar werk deed. Dat kende ik niet. In Congo deden de zwarten het zware werk en gaven de blanken de bevelen. Er ging een heel nieuwe wereld voor mij open.
Verboden voor Afrikanen In Congo had ik veel familie en vrienden. Hier kende ik vrijwel niemand. Op een mijnenveger van het Belgische leger had ik een vriend leren kennen. Wij speelden samen voetbal en volleybal. Hij had zijn adres in Antwerpen gegeven en eenmaal hier ging ik hem opzoeken. Ik weet nog dat ik bij hem thuis kwam en zijn moeder mij een biertje aanbood. Een blanke vrouw die een zwarte man bediende? Ik viel van de ene verbazing in de andere. Ik werd daar ook door blanke vrouwen ten dans gevraagd. In Congo was het in die tijd strafbaar om als zwarte met een blanke te dansen.
Het was een nachtcafé en achter de toog had ik een stoelpoot liggen voor als het uit de hand liep. Die heb ik niet vaak moeten gebruiken. Door rustig en kordaat op te treden, kan je veel ruzies in de kiem smoren.
Jongeren moeten hun kansen grijpen Ik heb een gelukkig leven in Antwerpen. Mijn vrouw heeft daarbij een grote rol gespeeld. Zij is altijd achter mij blijven staan. In elk huishouden zijn er wel eens problemen, maar we hebben elkaar weten vast te houden. Je moet water in de wijn durven doen. En ik zeg met opzet ‘durven’. Het is geen zwakte om te zoeken naar een manier van leven die voor iedereen houdbaar is. Elke cultuur kent spelregels die je moet volgen. Blijf niet vasthouden aan gewoontes die botsen met de samenleving waarin je woont. Dat werkt niet.
Het waren niet alleen maar positieve ervaringen. In die tijd was ik een van de weinige zwarten in de stad. Kinderen die ik op straat tegenkwam, waren bang van mij. Ze begonnen hard te gillen en liepen weg. Veel cafés hadden een bordje op de deur met ‘Verboden voor Afrikanen’.
Lange vaart
Het leren van de taal is cruciaal om je ergens thuis te voelen. In mijn tijd waren er nog geen taallessen voor nieuwkomers. Ik heb de taal op de werkvloer geleerd. Nieuwkomers geef ik altijd hetzelfde advies mee: leer de taal. Dan komt alles goed.
Ik ben als zeeman in Antwerpen terechtgekomen. Ik was officier in opleiding voor de lange vaart en voer op de Leopoldville, een passagiersschip van de Companie Belge Maritiem du Congo. In Antwerpen ging ik aan de Hogere Zeevaartschool verder studeren.
In die dertig jaar heb ik de samenleving enorm zien veranderen. Onlangs werd ik aan mijn knie geopereerd en de hoofdverpleegster in het ziekenhuis was een zwarte vrouw. Vandaag krijgen migranten wél kansen aangeboden en grijpen ze die ook. Racisme zal er altijd zijn, aan beide kanten. Maar je moet je daar boven stellen en het relativeren. Toen ik als Afrikaan niet binnen mocht in een café had dat niet alleen met mijn huidskleur te maken. De mannen waren jaloers en dachten dat ik hun vrouw ging afpakken. Als je het zo bekijkt, wordt het al een stuk minder moeilijk om het te plaatsen.
Al snel leerde ik mijn vrouw Lucia kennen. Ze werkte als vrijwilligster in een zeemanshuis. We kregen samen één zoon. In 1966 heb ik het varen opgegeven, omdat ik meer thuis wilde zijn. Ik kreeg een baan aangeboden bij General Motors en daar heb ik zeven jaar gewerkt. Maar het ritme van de fabriek viel niet te combineren met mijn Afrikaanse klok. Bovendien maakten al mijn collega’s promotie en ik niet. Ik keerde kort terug naar het zeemansleven. Maar besefte al snel dat de enige manier om een beter leven te krijgen, was door voor mezelf te beginnen.
Wie zijn best doet en de geboden kansen met twee handen grijpt, kan ver komen. Dat stemt mij gelukkig. Ik ben absoluut niet gefrustreerd dat mijn leven anders is gelopen. Ik heb mijn eigen weg gezocht en gelukkig ook gevonden.” 7
© 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
Freya Staes
“De vanzelfsprekendheid waarmee kleuters omgaan met diversiteit is heel bijzonder”
• kleuterjuf • geboren: Lokeren • 23 jaar
Werelden samenbrengen
“Mijn wieg stond in Verrebroek, een klein dorp in de buurt van Beveren. Er was niets te doen. Het was er ronduit saai. Toen ik ging studeren, kwam ik in Antwerpen-Noord terecht. Veel van mijn vrienden uit Verrebroek zouden het misschien anders ervaren. Maar ik vond het daar meteen fantastisch. In de zomer zit iedereen op straat. Er klinkt muziek uit de huizen. Verschillende geuren schieten in je neus als je voorbij loopt. Iedereen ziet er anders uit. Het is alsof je permanent vakantie bent.
In het tweede jaar mocht ik geen stage lopen, omdat ik niet geslaagd was voor zang. Toen ik las over het project spoorzoekers in het MAS heb ik mij daar direct voor aangemeld. Spoorzoekers is een project waarin Antwerpenaars op zoek gaan naar Marokkaanse sporen in de stad. Ik zag een kans om mij meer te verdiepen in de leefwereld van veel kleuters aan wie ik lesgeef. Tijdens mijn opleiding had ik gemerkt dat bijna alle verhaaltjes voor kleine kinderen zich afspelen in een typisch Westerse context, terwijl steeds meer kinderen in Antwerpen een andere culturele achtergrond hebben. Ik vond dat een tekort en wilde kinderverhaaltjes uit de Marokkaanse cultuur opsporen en toegankelijk maken.
Platteland en stad groeien uit elkaar Eerst ging ik productontwikkeling studeren, maar al snel ben ik overgeschakeld op kleuterjuf aan de Karel de Grote Hogeschool. In Verrebroek was ik actief bij de Chiro en dat lag mij wel. In de opleiding kleuterjuf kon ik het sociale koppelen aan het creatieve. Het eerste jaar was een ramp. In mijn klas zaten bijna alleen maar meisjes. Ik vond weinig aansluiting bij mijn klasgenoten. Ik kreeg de smaak pas te pakken toen ik in het tweede jaar stage liep op een kleuterschool in Stuivenberg.
Het werd een lange zoektocht, maar uiteindelijk slaagde ik er in om een Marokkaans verhaaltje uit te werken. Ik heb enorm veel warme reacties van Marokkaanse moeders en vaders gekregen. Ik weet zeker dat het zeer waardevol is voor deze kinderen die in twee verschillende werelden opgroeien. Ik leid nu ook kleuterklassen rond in het MAS en ik begeleid verjaardagsfeestjes die er plaatsvinden.
Het viel mij onmiddellijk op dat Antwerpse kinderen een heel rijke cultuur hebben. Ze zijn nauwelijks vier jaar, maar leggen mij zonder schroom uit dat Kaat wel kerstmis viert, maar Ahmed niet. Hij is moslim en gaat naar de moskee. De vanzelfsprekendheid waarmee die kleintjes dat brengen, is heel bijzonder. Opgroeien in een superdiverse samenleving maakt van hen heel open en ruimdenkende mensjes. De kleuters stellen ook heel andere vragen dan je zou verwachten. Ze knutselen en goochelen op een zeer creatieve manier met woorden, omdat ze vaak meertalig worden opgevoed. Het verschil met een kleuter uit Verrebroek is immens.
Nieuwe loyaliteit Vorig jaar studeerde ik af als kleuterjuf. Ik besloot er nog een extra jaar aan vast te plakken waarin ik Nederlands en PAV (Project Algemene Vakken) studeer. Nu krijg ik ook te maken met leerlingen in het vijfde van 18 jaar. Het valt mij op dat ze zich wel identificeren met de stad waarin ze wonen, maar veel minder met het land België. Als ik hen vraag of ze voor hun land zouden strijden, is het antwoord nee. Maar als de stad waarin ze wonen, wordt bedreigd, zeggen ze wel in actie te schieten. Ze voelen zich dus wel Antwerpenaar, maar geen Belg.
Ik zie die kloof de komende jaren alleen maar groter worden. Dat is een gek idee, want we leven toch in eenzelfde land. Maar het platteland en de stad groeien steeds verder uit elkaar.
Ik ben heel benieuwd hoe de jongste generatie daarover denkt. Waar ligt over 15 jaar de loyaliteit van diegenen die vandaag vier jaar zijn? De jongeren van vandaag zijn opgegroeid in twee verschillende werelden. De kleuters van vandaag worden groot in een samenleving waarin de werelden zich meer en meer mengen. Ik ben benieuwd wat dat met de stad zal doen.” 8
© 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Het is goed dat de grenzen tussen gemeenschappen vervagen”
Havva en Zeynep Akcaoglu • studenten Humane Wetenschappen / Wetenschappen-Talen • geboren: Antwerpen • 17 jaar
Onze beste vrienden komen uit alle hoeken van de wereld. Het is echt tof om te zien hoe Turkse, Marokkaanse en andere culturele gemeenschappen aan het openbloeien zijn. Vroeger waren die gemeenschappen sterk op zichzelf gekeerd, met weinig vertrouwen in de buitenwereld. Maar tegenwoordig vervagen de grenzen, dat is echt heel fijn.
“Wij zijn opgegroeid aan het Kiel. Het Kiel is echt een allochtonenwijk, een getto, maar wel een goed getto. Het Kiel is een dorp in de stad. Bijna heel onze familiewoont op het Kiel. Het Kiel is van ons, haha. Het Nederlands dat hier in de buurt gesproken wordt, is doorspekt met leenwoorden vanuit andere talen, vooral uit het Arabisch. Onze leerkracht Nederlands zei ons ooit dat je in een migrantenbuurt woont als je in drie verschillende talen iets beledigend over iemands moeder kan zeggen. Wij kennen er meer dan drie.
We beseffen dat niet alles perfect is. Antwerpenaars zijn stoefers hé, dikke nekken. Als we op schooluitstap gaan, dan laten we ons kennen. Dan roepen we luid ‘Antwerpen en de rest is parking’.
Één taal één mens, twee talen twee mensen
Onbekend maakt onbemind Wat ook niet perfect is, zijn de vooroordelen die nog leven in de stad. Wanneer je zoals wij met een hoofddoek door de stad wandelt, moet je soms wel afkeurende blikken en denigrerende commentaar trotseren. Mensen hebben makkelijk een oordeel klaar. Ze denken bijvoorbeeld dat wij verplicht zijn om onze hoofddoek te dragen, of dat we later uitgehuwelijkt zullen worden. Wij hebben zelf gekozen voor die hoofddoek, zelfs tegen de wens van onze papa in. Het is dus echt een persoonlijke keuze. De hoofddoek herinnert ons eraan dat we moeten blijven proberen een beter mens te worden. Dankzij onze hoofddoek moeten anderen ons beoordelen op basis van wie we zijn en waar we voor staan, in plaats van louter op basis van ons uiterlijk. Want geef toe: hoe vaak worden mensen niet beoordeeld op basis van hun uiterlijk?
Onze ouders spraken zowel Nederlands als Turks met ons. Vooral als ze kwaad waren vloog het Turks ons om de oren. We zijn onze ouders dankbaar dat ze ons die talen hebben geleerd, want vandaag spreken we vloeiend Nederlands en Turks. Ons Nederlands is wel beter want dat gebruiken we meer, zoals op school en in het maatschappelijk leven. Maar om emoties zoals woede, liefde of angst uit te drukken schakelen we over naar het Turks. De moedertaal is de taal van het hart. Wanneer je meer talen kent, sta je veel sterker in het leven. De profeet Mohamed zei ooit: ‘één taal maakt één mens, twee talen maken twee mensen’. Wanneer wij later kinderen hebben, gaan we hen absoluut ook onze moedertaal meegeven. Daardoor zullen ze sterker in het leven staan en zullen ze zich beter ontwikkelen. Bovendien is het Turks een deel van wie we zijn. Wij zijn fier op onze moedertaal, en we willen die fierheid doorgeven.
Meer overeenkomsten dan verschillen Onze ouders hebben ons bewust naar een katholieke school gestuurd. Ze wilden dat we in contact kwamen met mensen met andere achtergronden. We hebben dus een katholieke opvoeding gehad terwijl we zelf moslima’s zijn. We kennen het Onze Vader en veel van de parabels van Jezus. Eigenlijk zijn er veel gelijkenissen tussen deze verhalen en de verhalen die wij kennen uit de islam. Spijtig genoeg beklemtonen mensen vaak de verschillen in plaats van te zoeken naar overeenkomsten.”
De wereld komt samen in Antwerpen Wij zijn echt fiere Antwerpenaars. Antwerpen is onze stad. De geschiedenis van Antwerpen is ongemeen boeiend. De stad is door haar ligging en haar haven altijd een knooppunt geweest waar culturen en volkeren met elkaar in contact kwamen. Soms lijkt het alsof de Antwerpenaars niet beseffen hoe waardevol dit is. In Antwerpen ligt de wereld binnen handbereik. Al die verschillende mensen, talen, stijlen... Dat is toch fantastisch.
9 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Ik ben nooit bezig met waar iemand vandaan komt”
Johannes Faes alias Tourist LeMC • Zanger en maatschappelijk werker | geboren: Antwerpen | 29 jaar
Migratie is van alle tijden
“Ik groeide op in de Seefhoek, vlakbij de Lange Beeldekensstraat. De kinderen waar ik op straat mee speelde, kwamen van overal. Voor mij is dat nooit bijzonder geweest. Het maakte mij niet uit of iemand Afrikaanse, Marokkaanse, Turkse of Belgische roots had. Ik ben daar nooit mee bezig. Niet als kleine jongen en ook niet nu ik volwassen ben.
In Visa Paspor vertel ik dat rijkdom relatief is, maar dat we in het Westen een goede financiële standaard hebben. Het is daarom niet onlogisch dat er economische vluchtelingen zijn. Wie wil er geen betere toekomst voor zichzelf en zijn gezin? Migratie is trouwens van alle tijden. Je moet maar eens een kijkje gaan nemen in het Red Star Line museum. Daar kan je zien dat een eeuw geleden ook veel Vlamingen verhuisden naar Wallonië of Amerika, op zoek naar een beter leven.
Gelukkig in de Seefhoek Toen alle blanke gezinnen wegtrokken uit onze buurt zijn mijn ouders gebleven. Niet uit idealisme, maar omdat we het ons niet konden veroorloven om te verhuizen. En ook omdat we ons gelukkig voelden in de Seefhoek. Ik ben hen daar zeer dankbaar voor. Ik heb een heel gelukkige jeugd gehad. Het heeft mijn blik op de wereld verruimd.
Het Westen heeft jarenlang geprofiteerd van het Zuiden. Termen zoals geopolitiek en modern imperialisme zijn nog steeds actueel. Het is dus niet moreel te verantwoorden om de grenzen volledig af te sluiten. Ik ben niet blind voor de kwetsbaarheid van ons sociaal systeem. Maar mij maak je niet wijs dat de rijkdom niet eerlijker verdeeld kan worden.
Natuurlijk vallen er soms harde woorden en er wordt ook wel eens een conflict uitgevochten. Ik maak niets mooier dan het is. Maar als het er op aan komt, overbrugt vriendschap elk cultureel verschil. Dat geloof ik echt. En ik ervaar het ook.
Visa Paspor staat op ons eerste album. Voor het einde van dit jaar hopen we een tweede album uit te brengen met daarop het nieuwe liedje Bilan. Het gaat over het opmaken van de balans van het leven. Ik zing: ‘Mensen krijgen wat hen toekomt. Maar ik wil alleen jou’. In dit verhaal is de liefde belangrijk. Zonder liefde heeft het allemaal geen zin.
Politici stellen de multiculturele samenleving in vraag. Antwerpse jongeren zijn daar niet mee bezig. Voor hen is het een feit. Of de multiculturele samenleving een succes is, is een ander onderwerp. Maar ik geloof van wel. Kijk naar mij: ik heb Antwerpse ouders, ben getrouwd met mijn Pools buurmeisje en heb vrienden van over de hele wereld. Eigenlijk ben ik het perfecte voorbeeld van een geslaagde multiculturele samenleving. En ik ben echt geen uitzondering.
De liefde overwint Een ander nummer op de Bilan EP heet Huwelijk van de toekomst en gaat over relaties tussen mensen van andere origine. In Antwerpen heeft de helft van de bewoners een nietBelgische achtergrond. Gemengde huwelijken zijn daarom de toekomst.
Mensen kennen mij beter onder mijn artiestennaam Tourist LeMC. Ik zing altijd in het Antwerps dialect. Mijn liedjes hebben soms een maatschappelijke boodschap. Maar dat is nooit het vertrekpunt. Ik haal eruit wat er in zit. Ik maak muziek over wat ik om me heen zie en schrijf de zorgen van me af. Het hoeft niet altijd heel serieus te zijn. Soms probeer ik ook wel eens grappig te zijn.
Ik kan me niet voorstellen ooit in een andere stad te wonen dan Antwerpen. Het is de leukste stad die ik ken. Hier vind je alles. Het is klein genoeg om regelmatig vrienden en bekenden op straat tegen te komen. Groot genoeg om je nooit te vervelen. En we hebben hier den Antwaarp. Het is de oudste voetbalclub van het land met een heel schare trouwe fans. Voor topvoetbal moet je er niet naartoe, maar er is des te meer ambiance en verbondenheid.
Mijn jeugd in de Seefhoek is een inspiratiebron bij het schrijven van liedjes. Het liedje Visa Paspor gaat over iemand uit Tanger die in Antwerpen het geluk komt zoeken. Hij komt uit een arme streek en neem afscheid van zijn familie en geliefde. In Antwerpen valt het hem op dat de Handelsstraat op Casablanca lijkt en hij weet dat Borgerhout gekend is tot in Rabat.
Antwerpenaars worden wel eens arrogant genoemd. Maar dat klopt niet. Ze zeggen gewoon wat er te zeggen valt. Het spreekwoord luidt: ‘Oost, west, thuis best’. Thuis is in dit geval ‘wij’. En dan bedoel ik ‘wij allemaal samen’.” 10
© 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Antwerpen is Antwerpen niet meer”
José Janssens • cafébazin café Scaldis • geboren: Antwerpen • 63 jaar
Dat is vandaag wel anders. Antwerpen vandaag lijkt steeds meer op steden zoals Brussel of Parijs, waar je heel veel verschillende mensen ziet in het straatbeeld, ook in het centrum van de stad.
“De haven zit in mijn bloed. Dat is geen verrassing: mijn moeder deed de binnenvaart en mijn vader de lange omvaart. In 1946 openden ze café Scaldis op het Eilandje. Meer dan 70 jaar later zet ik hun werk verder. Ik zou niets anders willen. In dit café ben ik opgegroeid en zijn mijn ouders oud geworden. Op zijn 88ste stond mijn vader hier nog steeds achter de toog. Ik ben dankbaar voor al de verhalen die ik hier heb gehoord, voor de situaties die ik hier heb meegemaakt, voor al de mensen die ik hier heb mogen leren kennen. Dit café is een stuk van wie ik ben, en ik zou er voor geen geld van de wereld afstand van willen doen.
Die verandering, dat weet ik nog goed, is begonnen met de werken aan de metro. De stad Antwerpen wilde een ondergrondse metro aanleggen. Maar ze vond niet genoeg ‘gewone Belgen’ om het vuile en harde werk te doen. Men heeft toen arbeidskrachten uit verre landen gerekruteerd. Ik weet nog dat de mensen in het begin blij waren met de komst van deze arbeidskrachten, want deze mensen kwamen ons helpen. Maar de meesten gingen er ook wel vanuit dat deze migranten na een paar jaar terug zouden keren naar hun eigen land. Wat dus niet gebeurde. Die mensen zijn hier gebleven en hebben hier kinderen en kleinkinderen gekregen.
Vergane havenglorie In de beginjaren van het café was het Eilandje een en al leven. Schepen meerden aan, dokwerkers liepen af en aan, matrozen die eindelijk voet aan wal konden zetten zochten vertier in de cafeetjes hier in de buurt of trokken wat verder naar het Schipperskwartier. Er waren toen veel goed draaiende cafés en winkeltjes op het Eilandje.
Antwerpen is Antwerpen niet meer Voor mij is Antwerpen Antwerpen niet meer. Toch niet zoals ik het me uit mijn jeugd herinner. Toen ik jong was, had je veel minder Antwerpenaars met wortels in andere landen. Antwerpen was bijna zoals een dorp waar iedereen iedereen kende en waar iedereen een vergelijkbare achtergrond had. Het was toen veel overzichtelijker.
Maar het bleef niet duren. De haven breidde uit en de grote bedrijven verhuisden naar de rand van de stad. De zeemannen en dokwerkers kwamen niet meer zover stad inwaarts. Het Eilandje stierf een stille dood. Langzaam maar zeker vertrokken de winkeliers en caféhouders. In die periode hebben we echt wel zwarte sneeuw gezien. Maar ik heb volgehouden en heb mijn café kunnen behouden.
Bepaalde wijken zijn echt fundamenteel veranderd. Ik heb bijvoorbeeld van 1968 tot 1983 in een chique stoffenzaak gewerkt in de Diepestraat. De Diepestraat in Antwerpen-Noord was toen een straat die echt grandeur en klasse uitstraalde. Je vond er allemaal winkels met luxegoederen. Maar stilaan veranderde de buurt door de instroom van vreemdelingen. De oorspronkelijke inwoners trokken weg en de plaatselijke middenstand ging helemaal verloren. Dat vond ik toen heel erg.
Van metro tot metropool Al in de beginperiode van het café was Antwerpen een plek waar veel nationaliteiten en culturen samenkwamen. Van jongs af aan kwam ik in contact met ‘de vreemdelingen’. In het café kwamen matrozen en officieren uit de meest exotische landen over de vloer: Congolezen, Chinezen, Noren, Zweden, noem maar op. Zij waren onze klanten, dus we moesten wel een open houding aannemen ten aanzien van hen. Communiceren gebeurde met handen en voeten. Af en toe gebruikten we een woordje Frans of Engels. De vreemdelingen verbleven hier maar zo lang hun schip hier was aangemeerd. Al hun bezigheden speelden zich hier in de buurt rond de haven af. Je zag hen niet terug in het centrum van de stad.
Al die veranderingen zijn voor ons misschien wat te snel gegaan. Uiteindelijk besef ik ook wel dat je je daar niet druk in hoeft te maken. Alles verandert, dat is het leven. Dat leer je wel met het ouder worden. Dus ook onze stad verandert.”
11 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Het moet mogelijk zijn het leven in de stad nog aangenamer te maken”
Merdan Taplak • DJ • geboren: Antwerpen • 30 jaar
Dorp in de stad
“Mijn Turkse vader is een groot muziekliefhebber. Thuis stond de televisie altijd aan. We keken naar voetbal of naar Turkse televisieshows met klassieke orkesten die oude Anatolische muziek speelden. Mijn vader kon daar intens van genieten. Het ritmische heb ik van hem. Toen ik later als vijftienjarige voor de eerste keer een DJ aan het werk zag, wist ik meteen dat dit iets voor mij was. Mijn debuutalbum ‘In it for the honey’ was een ode aan mijn Turkse identiteit en geïnspireerd op de Anatolische muziek.
Turkije is een heel fijne plek om te zijn. Ik herken er de klanken, het eten, het weer en de omgangsvormen. Alles herinnert mij aan mijn jeugd en de lange vakanties in Turkije. In Istanbul kom ik thuis in een vreemde stad. Ik loop er heel ontspannen rond. Toch is het ook fantastisch om daarna terug in Antwerpen te zijn. Antwerpen is voor mij de ideale plek om te wonen. De stad is groot genoeg om er een nacht in te verdwalen en klein genoeg om in 20 minuten doorheen te fietsen. Alsof je in een dorp woont en overal bekenden tegenkomt.
Met de auto naar Turkije Mijn ouders hebben elkaar in Turkije leren kennen. Mijn moeder komt uit Antwerpen en was op vakantie in Turkije. De liefde was zo groot dat mijn vader begin jaren 70 naar Mortsel verhuisde. Het was een moeilijke beslissing. Hij kwam tussen twee culturen terecht. In Antwerpen is hij altijd de Turk gebleven. In Turkije is hij de Belg geworden. Het is met ups en downs gegaan. Ook de twee families hebben aan elkaar moeten wennen.
Op muzikaal gebied blijft Antwerpen voor mij als DJ een inspiratiebron. De stad heeft een zeer rijk nachtleven. Antwerpen is een voorloper op het vlak van elektronische muziek. Er wonen hier veel grote muziektalenten. Ik ben trots dat ik daar op een bescheiden manier deel van uitmaak. Ik vind Antwerpen ook een heel tolerante stad. Dat heeft alles te maken met de geschiedenis. Antwerpen is altijd een havenstad geweest waar veel verschillende soorten mensen wonen. De laatste 50 jaar is die tolerantie onder druk komen te staan door een grote migratiegolf. Antwerpenaars zijn bang geworden. Terwijl dit eigenlijk niet in hun aard ligt.
Elke zomer gingen we voor zes weken naar Turkije. We maakten deze lange reis met de auto. Hoe dichter we bij de Turkse grens kwamen, hoe vrolijker mijn vader werd. Hij begon te zingen en grapjes te maken. Het idee weer in zijn vaderland te zijn, maakte een andere mens van hem.
Cement van de samenleving
Ik heb niet dezelfde nostalgische gevoelens voor Turkije als mijn vader. Ik ben in Antwerpen geboren en opgegroeid. Dit is mijn thuis. Bovendien spreek ik geen woord Turks. Mijn vader heeft mij in het Nederlands opgevoed. Mensen vragen vaak of dat niet jammer is. Natuurlijk, maar ik ben het beu om het als een gemiste kans te zien. Dertig jaar geleden dacht men heel anders over tweetalig opvoeden. Pas de laatste jaren wordt het als een verrijking gezien.
De overheid heeft de migratie niet op een goede manier begeleid. Men dacht dat de arbeidsmigranten vanzelf zouden terugkeren naar hun vaderland. Dat is nooit gebeurd. Toen men eindelijk tot dat besef kwam, was er al veel misgegaan op het vlak van integratie. De overheid moet het cement zijn tussen de verschillende gemeenschappen. Daar slaagt ze onvoldoende in. Migranten worden afgeschilderd als opportunisten die op kosten van de samenleving leven. Ze worden niet gezien als mensen die hun familie en vrienden achterlaten om in een vreemde stad met slecht weer een nieuwe start te maken. Dat vergt veel moed en doorzettingsvermogen. Migranten willen een beter leven voor hun kinderen. Wie wil dat eigenlijk niet?
We aten thuis geen halal en de islam speelde geen grote rol in onze opvoeding. Mijn ouders zijn allebei heel pragmatisch. Ze zochten naar een tussenweg en deden beiden water bij de wijn. Die tolerante houding mis ik vandaag in het debat over samenleven met verschillende culturen. Iedereen blijft angstvallig vasthouden aan zijn eigen gelijk.
Ik hoop dat de bange gevoelens van de Antwerpenaars van voorbijgaande aard zijn. Migratie is van alle tijden. Het moet mogelijk zijn om het samenleven in deze stad aangenamer te maken.” 12 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Wie snel wil gaan, moet alleen gaan. Wie ver wil, moet samen gaan”
Elly Severino Fernandes • spoken word artiest • geboren: spanje • 29 jaar
Als je anderen laat schitteren, word je zelf ook mooier. Hoe meer mensen aan spoken word en slam poetry doen, hoe meer invloed we krijgen. En dat komt ons allemaal ten goede.
“Mijn vader komt uit de Dominicaanse Republiek. Mijn moeder is Portugese. En ik ben geboren in Spanje. Toen ik twee jaar was, verhuisden we naar België. We woonden eerst in Oostende, daarna in Gent en toen werd het Antwerpen. Ik heb nog steeds een speciale band met Gent, maar ik voel me 100 procent Antwerpse. In Antwerpen komt de hele wereld samen. We zijn allemaal Antwerpenaar, maar ook nog zoveel meer. Niemand verloochent zijn afkomst. Hier mag je je roots benoemen. Alles wat ik heb opgebouwd, is hier begonnen.
Bij Mama’s Open Mic leer je van elkaar. We zijn een spiegel, leidraad en opvangnet voor elkaar. Een Afrikaanse wijsheid zegt: ‘Wie snel wil gaan, moet alleen gaan. Wie ver wil, moet samen gaan.’ Dat is ook mijn motto. Ik ben de mama van Mama’s Open Mic. Dat was nooit de bedoeling. Organisatorisch ben ik een chaoot. In het creëren van een warme, familiaire sfeer ben ik wel sterk. De eerste avonden heb ik bijna moeten smeken om mensen op het podium te krijgen. Maar nu komt er elke editie meer volk. Elke avond draait rond een thema. In het begin protesteerden artiesten daartegen. Nu zijn ze heel enthousiast en schrijven hun teksten aan de hand van het thema.
Slam poetry Het is niet altijd gemakkelijk geweest om als metisse in Antwerpen op te groeien. Ik heb vaak met racisme te maken gehad. Een paar jaar geleden ontdekte ik slam poetry. Slam poetry werd door hiphop icoon Russel Simmons uitgevonden. Hij organiseert in New York wedstrijden waar jongeren op muziek hun zelf geschreven teksten voordragen. Toen de organisatie van Russel Simmons naar Antwerpen kwam, heb ik niet getwijfeld. Ik moest en zou erbij zijn. Ik heb toen in een café een gedicht voorgedragen. Ik was vreselijk zenuwachtig en stond met gebogen hoofd voor het publiek. Toch wist ik onmiddellijk dat ik hier verder mee wilde gaan. Eindelijk had ik een vorm gevonden om me te uiten. Een manier om de teksten die ik in mij heb te laten horen.
Engagement opnemen Spoken word en slam poetry is nieuw in Vlaanderen. Antwerpen loopt voorop. Wij moeten de standaard zetten en de kwaliteit garanderen. Ik leg de lat daarom erg hoog. Het kan nooit goed genoeg zijn. Ik zeg altijd: ‘blijf jezelf uitdagen. Alleen op die manier word je steeds beter. Werk aan je vakmanschap. Het is geen vrijblijvende hobby. Neem het serieus.’
Met mijn teksten eis ik het recht op om mezelf te zijn. Ik laat me niet in een hokje duwen. Door niemand. Dus ook niet door politici of beleidsmakers. Mijn bloed is heel gemengd, mijn hart telt vele kamers en mijn talenten schieten alle kanten op. En ik zie in Antwerpen dat ik geen uitzondering ben. Onze stad telt zoveel kleuren, overtuigingen en ideologieën. Hoe harder er naar beneden wordt geduwd, hoe sneller wij van onderuit groeien en hoe luider onze stem zal klinken.
Zelf doe ik dat ook. Ik volg zanglessen en heb sinds kort een coach. Hij helpt mij om te gaan met mijn zenuwen. Daarnaast ben ik door Guy Cassiers gevraagd voor het theaterstuk Het vertrek van de mier. Bij de voorbereidingen word ik professioneel begeleid. Hierdoor beweeg ik me vrijer en bewuster. Ik ben hyperactief. Op het podium vliegen mijn armen en benen alle kanten op. Daar krijg ik nu meer controle over.
Samen sterker Een paar jaar geleden richtte ik Mama’s Open Mic op. Ik begon zelf spoken words avonden te organiseren in MamaMatrea, een café in de Lange Nieuwstraat. Iedereen die zin heeft, mag dan de microfoon nemen. Ik wil een plek creëren waar artiesten zich veilig voelen, fouten durven maken, opnieuw beginnen en steeds beter worden. Ik geloof sterk in zo’n gemeenschap. We zijn onderdeel van een groep. Ik zou er ook voor kunnen kiezen om voor mijn eigen solo carrière te gaan, maar dan bereik je uiteindelijk veel minder.
Je kan in deze tijden als artiest niet relevant zijn als je geen sociaal engagement opneemt. De vibe is sterk omdat we elkaar opzoeken en ons verenigen. De stad is wel degelijk ook van ons.”
13 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Ik heb vaak tussen twee vuren gestaan”
Mustapha Nait Birrou alias Musty • Pleinfilosoof • geboren: Marokko • 52 jaar
Jeugdbendes
“Vorig jaar heb ik een boekje uitgegeven met als titel De ekster bij Dageraad. Er staan 31 verhalen en gedichten in over het leven in de stad. Inspiratie haal ik uit wat ik op de Dageraadplaats zie. Ik heb altijd een klein notitieboekje bij me en daar krabbel ik indrukken in.
geholpen worden.
Onlangs ben ik aan een nieuw verhaal begonnen. Het gaat over een vader en zijn dochter Fatima Zohra. Ze is vernoemd naar mijn twee zussen die Fatima en Zohra heten. De vader woont in Antwerpen en Fatima Zohra in Marokko. Ze missen elkaar en schrijven brieven naar elkaar. In die brieven laat ik de vader over de Dageraadplaats vertellen. Fatima is nooit in Antwerpen geweest, maar toch is het alsof ze er dagelijks komt.
De nabijgelegen Dageraadplaats werd mijn tweede thuis. Hier heb ik mijn ogen opengedaan. Ik zag de verschillende jeugdbendes er met elkaar op de vuist gaan. Elk plein had wel een jeugdbende: De Dageraadplaats, het Montgomeryplein, de Vismarkt, de Veemarkt,… Soms ging het om een meisje, soms was het vechten om te vechten. Eerst bestonden die bendes voornamelijk uit blanke jongeren, later kwamen daar steeds meer allochtonen bij.
Vorige week belde ik naar mijn moeder in Marokko om een detail te vragen dat ik in het verhaal wil verwerken. Ze vroeg waarom ik niet terug in Marokko kom wonen. Misschien komt die dag nog. Ik ben al eens langere tijd in Marokko geweest. Op een gegeven moment zat ik in het plat Antwerps tegen mezelf te mompelen. Toen ben ik maar teruggekomen.
Vandaag zijn er geen dergelijke bendes meer. Drugshandel en diefstal kwamen in de plaats. De Dageraadplaats heeft verschillende levens gehad. Het is een slechte buurt geweest waar je beter niet kwam. Nu is het een populair plein met veel te dure huizen.
Al snel sprak ik het beste Nederlands van de buurt. Ik moest met iedereen mee naar de ziekenkas en de vakbond. Misschien dat daar de drang om iedereen te helpen vandaan komt. Ik bied graag hulp, maar zelf wil ik niet
Mijn vader verhuisde in 1981 naar Wallonië. Hij wilde dat zijn kinderen Franstalig onderwijs gingen volgen voor als ze terug zouden gaan naar Marokko. Hij vroeg of ik meeging, maar wat had ik daar te zoeken? Ik ben als enige van het gezin in Antwerpen gebleven. Het gezin is nooit meer teruggegaan. Ja, mijn vader wel. Tussen vier planken nadat hij in België was gestorven.
Ronselen voor de mijnen Mijn vader is begin jaren 60 geronseld door een koppelbaas die iedereen monsieur Mohra noemde. Monsieur Mohra beloofde alle Marokkaanse mannen een prachtig leven in België. Mijn vader kwam terecht in de mijnen bij Winterslag. In 1964 liet hij mij en mijn stiefmoeder overkomen. Ik ben dit jaar precies 50 jaar in België. De herdenking van 50 jaar migratie is tegelijk de herdenking van mijn leven in dit land.
Mijn buurt mijn leven Ik ben hier jarenlang in dienst van de stad Antwerpen pleintoezichter geweest op de Dageraadplaats. Vorig jaar werd mijn contract beëindigd. Sindsdien is er eigenlijk weinig veranderd. Ik ben het werk gewoon blijven doen. Ik voel me beter. Nu ben ik niet langer gebonden. Vrijheid is heel belangrijk voor mij.
In het begin woonden we in oude barakken die in de Tweede Wereldoorlog werden bewoond door strafarbeiders. In onze barak stond een oude Leuvense stoof. Mijn stiefmoeder bakte daar de heerlijkste cakes in. Op zaterdag werd de plaat gepoetst en rook de barak de hele dag naar koperpoets. Geuren zijn ankerpunten in mijn geheugen. Ik herinner me ook sterk de geur van de steenkoolkachels die in de straten van de stad hing.
Gemakkelijk is het niet geweest. Ik heb vaak tussen twee vuren gestaan en nog steeds. Ik spreek Marokkaanse jongeren aan die voor overlast zorgen. Of ik licht de ouders in. Dat wordt mij niet in dank afgenomen. Ik ben vaak uitgemaakt voor verrader. Door Belgen word ik ook niet altijd serieus genomen. Als ik op het plein een krantje zit te lezen, komt men mij soms vragen of ik wel kan lezen. Houd je die krant niet op zijn kop? Het is bedoeld als grapje, maar wat is daar grappig aan?
Toen mijn vader ziek werd, adviseerde de dokter hem om naar Antwerpen te verhuizen. Daar was de lucht beter. De Schelde zou het stof uit zijn longen blazen. We kwamen in de Marinistraat terecht. Ik was het enige Marokkaanse kind in de buurt. Nog weinig mannen hadden in die tijd hun vrouw en kind al laten overkomen. Er waren nog geen gebedshuizen, geen halal slagers of Marokkaanse bakkers. Mijn vader kocht op zaterdag een kip op de Vogeltjesmarkt en slachtte die in de badkamer.
In deze buurt wonen mensen van heel verschillende afkomst. Het samenleven is moeilijk te managen. Maar toch heb ik daar mijn levenswerk van gemaakt. Het is gelukt om de Orthodoxe joden terug naar het plein te halen. Als ik dan zie dat ze samen met Marokkaanse moeders met een hoofddoek een bankje in de zon delen, ben ik gelukkig.”
14 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Meer kennis leidt tot meer begrip”
Nadine Iarchy Zucker • gepensioneerd / gids en spreker over het Jodendom | geboren: Antwerpen | 67 jaar
Ik vind het klimaat met de dag onverdraagzamer worden. Veel Joden vertellen mij dat ze op straat worden uitgescholden. ‘Ga terug naar je eigen land,’ wordt er dan geroepen. Als je er goed over nadenkt, is het volkomen belachelijk om zoiets naar een Jood te roepen.
“Ik ben een Joodse. Daarom denken veel mensen dat mijn wortels in het buitenland liggen. Maar mijn familie woont al generaties lang in Antwerpen. Ik kom uit een open Joods gezin dat altijd in dialoog trad met andersdenkenden. Ik ben jarenlang lid geweest van de Werkgroep Interlevensbeschouwelijke Dialoog Antwerpen (WIDA). Tijdens de oorlog tussen de Palestijnen en Joden stond ik samen met mijn vriend Saïd voor de klas. We beantwoordden er vragen over onze religies. Het was een fantastische tijd. Saïd en ik hebben echt bruggen geslagen. Het beeld dat wij in die scholen uitdroegen was immens belangrijk. We hebben pionierswerk geleverd en taboedoorbrekend gewerkt. Joden en moslims hoeven geen vijanden te zijn. Er is meer dat ons bindt dan dat ons scheidt.
Zelf heb ik het ook al meegemaakt. Ik liep op het voetpad en vanuit een voorbijrijdende auto kreeg ik allerlei verwensingen naar mijn hoofd geslingerd. Ik geef ook mijn e-mailadres niet meer aan iedereen. Want soms lees ik de vreselijkste dingen in mijn mailbox.
Velen verlaten Antwerpen Veel jonge Joden verlaten Antwerpen. In de diamantsector is weinig werk. Veel activiteiten zijn naar India verplaatst. Dat heeft een enorme impact op de Joodse gemeenschap. Er is veel verdoken armoede onder Joden in Antwerpen.
Gebrek aan historisch perspectief Tijdens de Cordobawandelingen ontvang ik mensen in de synagoge in de Hoveniersstraat. In de unieke sfeer van de synagoge vertel ik hen over het Jodendom en beantwoord hun vragen. Ik geef ook lezingen op scholen. Onlangs heb ik nog acht klassen van een middelbare school uit Brugge over de vloer gehad.
Bij niet-Joodse ondernemingen krijgen Joden bijna geen kans uit angst voor problemen op de werkvloer. Ik ken pas afgestudeerde Joden met een goed diploma. Ze hebben tientallen sollicitatiebrieven verstuurd, maar worden nergens op gesprek gevraagd. Een groot deel van hen vertrekt naar het buitenland. De sfeer in bijvoorbeeld Londen is anders dan in Antwerpen. Londen is echt een zeer diverse stad. Daar wonen heel veel mensen die wortels hebben in een andere cultuur.
Mensen vragen mij dikwijls of ik wel echt Joods ben. Jongeren vinden niet dat ik er Joods uitzie. Maar we zijn niet allemaal ultraorthodox Joods. Er is namelijk een grote verscheidenheid binnen de Joodse gemeenschap. Het gebrek aan kennis en historisch perspectief is onthutsend. Sommige jongeren denken dat de Tweede Wereldoorlog honderden jaren geleden plaatsvond. Als ik zeg dat de vader van mijn echtgenoot werd vergast, willen ze dat nauwelijks geloven. Volgens mij leidt kennis tot meer begrip. Daarom wil ik de kennis over het jodendom vergroten.
Vroeg of laat volgen de ouderen. Zij willen graag dicht bij hun kinderen en kleinkinderen wonen. Ook mijn twee kinderen wonen in het buitenland. Maar zelf denk ik niet aan vertrekken. Mijn wortels zitten in deze grond en ik heb hier mijn bezigheden. Bovendien vind ik Antwerpen een bijzonder boeiende stad. Op cultureel vlak is er zoveel te doen. Elke avond kan je naar een concert, lezing of tentoonstelling. Op dat vlak zijn we echt verwend in Antwerpen.
‘Ga terug naar je eigen land’ Laatst vroeg mijn huisarts waarom ik niet eens een koffietje ga drinken in plaats van zo hard te werken. Stilzitten is niets voor mij. Zeker niet op een moment dat de polarisatie in de stad toeneemt.
Uitwaaien op Linkeroever Als het me allemaal wat te veel wordt, wandel ik door de voetgangerstunnel naar Linkeroever. Daar heb je het mooiste zicht op de stad. Als ik na een lange wandeling op de dijk ben uitgewaaid, keer ik met een leeg hoofd en frisse moed weer terug naar huis.”
15 © 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Er zijn verschillende waarheden”
Selam Ouad • hoofd supervisor preventie bij een beveiligingsbedrijf • geboren: Antwerpen • 39 jaar
In dancings werden we steevast geweigerd. Als een Vlaams meisje ons vergezelde, lukte het soms wel om binnen te geraken. Eigenlijk gebruikten we elkaar: zij vond het cool om met Marokkaanse jongens op te trekken en wij konden een avondje uit. We deden er stoer over, maar de openlijke discriminatie was bijzonder pijnlijk.
“Op de middelbare school had ik een tweedehands koffertje. Ik had het goedkoop op te kop kunnen tikken en was er bijzonder trots op. Maar lang heb ik het niet gebruikt. Tijdens de les wiskunde moest ik samen met vijf andere Marokkaanse jongens achteraan in de klas zitten. De leraar richtte zich alleen tot de eerste rijen. Als we een vraag hadden, negeerde hij ons. Niemand bemoeide zich met ons. Al gauw dachten we ‘foert’. We haalden onze Nintendo boven en speelden eindeloos King Kong.
Door de negatieve ervaringen op school en op straat ben ik lang defensief en agressief geweest. Ik vertrouwde niemand. Ik gebruikte geen woorden, maar kende alleen mijn vuisten.
Luizen in bed Ik herinner me dat we op bosklassen gingen. Er waren luizen gevonden in onze slaapkamer. Er sliepen ook drie Vlaamse jongens, maar ik was de enige die er uit werd gehaald. Of ze even in mijn haar mochten kijken? Ik voelde me vreselijk vernederd. Het kon mij allemaal steeds minder schelen. Ik werd opstandig en zocht ruzie met de leraren. Uiteindelijk werd ik van school gestuurd.
Verre reizen
In totaal heb ik op vier verschillende middelbare scholen gezeten. Overal liep het fout. Behalve in mijn laatste school. Frans Van Den Wijngaert, een Belgische topscheidsrechter, was er schooldirecteur. Hij wist hoe hij met ons moest omgaan en beheerste perfect het spel van geven en nemen.
Sandra heeft mij de wereld leren kennen. Dankzij haar ben ik gaan reizen. Een paar jaar geleden zijn we acht maanden weggeweest. We vertrokken in België. Via Duitsland reisden we naar Polen, Rusland, Mongolië, China, Vietnam en Cambodja. Het heeft mijn blik op de wereld verruimd. Er is niet één waarheid, maar er zijn verschillende waarheden. Dat inzicht heeft mij milder gemaakt. Het agressieve ben ik grotendeels kwijt.
Het keerpunt kwam toen ik mijn vriendin Sandra leerde kennen. Ik kwam haar op straat tegen zoals ik bijna al mijn vriendinnen op straat oppikte. Ze is bijna vier jaar jonger en komt uit Borsbeek. Het leek een naïef meisje. Ik had nooit gedacht dat we nog altijd een koppel zouden vormen. Maar ze gaf niet op en we zijn nog steeds samen.
Het is zeker niet alleen de schuld van de leraren. Meer dan 25 jaar geleden was er geen beleid of visie over diversiteit in het onderwijs. De leraren wisten niet wat ze met die Marokkaanse jongeren aan moesten. Dat was een gemiste kans. We hadden veel meer in onze mars, maar het is er niet uitgekomen. Een generatie die nagenoeg volledig is verloren.
Op het werk is het ook helemaal goed gekomen. In korte tijd ben ik opgeklommen tot hoofdsupervisor bij een beveiligingsbedrijf. Mijn baas zag dat ik hard kon werken en heel loyaal was. Hij heeft mij gestimuleerd om een stapje hoger te zetten.
Slenteren door het Century Center Ik kom uit een gezin met negen kinderen. We woonden in een klein huisje in Borgerhout. Mijn ouders hadden weinig geld en spraken geen Nederlands. Thuis moest je hard schreeuwen om gehoord te worden. Iedereen wilde de aandacht van mijn moeder, maar zij had het altijd druk.
Door externen word ik vaak niet herkend als de leidinggevende. Zij veronderstellen dat mijn blanke collega de baas is. Ik reageer daar heel ontspannen op. Er is al veel veranderd tegenover 30 jaar geleden, maar vooroordelen zijn hardnekkig. Als ik in mijn gewone kleren op straat loop, grijpen nog steeds veel mensen naar hun handtas. Heb ik mijn bedrijfsuniform aan, dan glimlachen ze naar mij. Terwijl ik toch precies dezelfde Selam ben.”
Samen met andere Marokkaanse jongeren hing ik vaak op straat rond. Er waren begin jaren 80 nog geen jeugdhuizen of verenigingen. We moesten onszelf vermaken. Dus slenterden we eindeloos door het Century Center op de De Keyserlei. Of we gingen aan cinema Rex op zoek naar vertier en mooie meisjes. 16
© 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
“Antwerpen is vaak een voorloper en rebel tegelijk geweest”
Vic Mees • cafébaas, communicatiedeskundige en toneelspeler • geboren: Schoten • 55 jaar
speelstraat indienen. Wil je met de buren een feestje bouwen dan mag dat alleen op die ene dag. En iedereen gaat op dezelfde dag ten miles lopen door de stad.
“Ik ben geboren en opgegroeid in Schoten. Ons gezin is altijd heel erg op Antwerpen gericht geweest. Elke zaterdagavond gingen we naar de film in ’t stad. Eerst aten we bij de Express Bar op het Astridplein en daarna gingen we naar de cinema in de Quellinstraat. Om de avond af te sluiten aten we een sandwich op het De Coninckplein.
De regels en wetten leiden er toe dat burgers zich minder verantwoordelijk voelen. We worden passieve mensen die klagen over een vieze matras op de stoep. Maar als je hen vraagt waarom ze die niet zelf opzij leggen of de vuilkar bellen, reageren ze heel verbaasd. Dat is toch niet mijn taak? Is het leefbaar houden van de stad niet de taak van ons allemaal? We willen toch niet dat alleen de politie en de vuilnismannen zich daarmee bezig houden?
Fantastisch vond ik dat. Ik heb altijd veel prikkels nodig gehad. We woonden in Schoten en daar zat ik vaak binnen te lezen. Toen mijn moeder acht maanden zwanger was van mij kwam mijn ouder broertje om bij een verkeersongeval. Daardoor heb ik een vrij beschermde jeugd gehad. De uitstapjes naar Antwerpen waren het hoogtepunt van de week. Alles waarover ik had gelezen of wat ik had opgevangen van een gesprek tussen volwassenen kon ik daar met eigen ogen zien. De zaterdagen met mijn ouders in Antwerpen zijn een mooie herinnering.
Antwerpen moet terug van de mensen worden. Dan kunnen ze dansen op het plein als ze goesting hebben en gaan hardlopen als hen dat uitkomt. Vroeger ontstond een feest als mensen blij waren en iets te vieren hadden. Het spontaan feesten kan niet meer. De stress is toegenomen, maar het ventiel om stoom af te blazen is steeds kleiner geworden.
Cafébaas op het De Coninckplein Het leven kan gek lopen, want nu heb ik zelf een café op het De Coninckplein. Het pand van Kiebooms heb ik toevallig ontdekt toen ik een locatie zocht voor een van de stadsprojecten van Antwerpen Averechts waar ik inhoudelijk medewerker ben.
Homohaat
Behalve cafébaas ben ik ook toneelacteur en psycholoog. Het lijken misschien drie heel verschillende beroepen, maar er zijn meer overeenkomsten dan je denkt. Als psycholoog probeer je mensen te helpen die met een psychisch probleem kampen. Een toneelspeler heeft de ambitie om de blik van het publiek te verruimen. Een goede cafébaas doet eigenlijk een combinatie van die twee.
De slinger van de samenleving zwiept vroeg of laat altijd weer de andere kant op. Antwerpen is in haar geschiedenis vaak voorloper én rebel geweest. Vaak ten gunste van de stad en haar inwoners. We moeten onze creativiteit en positieve ingevingen vaker durven omzetten in acties en initiatieven.
Toch geloof ik dat het tij zal keren. Ik zie buren foert zeggen en wél spontaan een feest op straat organiseren. Jongeren gaan zich verzetten tegen de GAS boetes. Er ontstaat een geweldige animo rond Ringland.
Antwerpen heeft als internationale haven- en cultuurstad in het verleden van zich laten spreken. We moeten opnieuw geloven dat de kracht van deze stad zit in de ganse stad en in al haar bewoners. Dan wordt Antwerpen misschien opnieuw dé Metropool.
Elke wijk heeft een plek nodig waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en een babbeltje maken. Een café houdt de buurt bij elkaar. De sociale functie is heel belangrijk. Er is veel eenzaamheid in de stad. Dat zie ik als ik achter de toog sta. In een goed café kan je jezelf zijn. Wie vrolijk is, lacht hardop. Wie verdriet heeft, vindt er een schuilplek. Wil je dansen? Prima. Liever op een stoel zitten en kijken? Ook goed.
Misschien dat ik mij als homoseksueel weer prettiger voel in deze stad. Want op dat vlak worden we soms veertig jaar terug in de tijd geworpen. Homo’s die hand in hand over straat willen, lopen in bepaalde buurten gevaar in Antwerpen. Dat maakt mij kwaad. Iedereen mag er zijn eigen waarden en normen op nahouden, maar verdraagzaamheid is een hoog goed. Daar valt niets op af te dingen.”
Spontaan dansen op straat Ik mis de spontaniteit in Antwerpen. Alles is in regels gegoten en aan wetten gebonden. Als de kinderen op straat willen spelen, moet je van tevoren een aanvraag voor een
17
© 2014 – WELKOM IN MIJN STAD is een productie van Stad Antwerpen | Atlas – www.atlas-antwerpen.be 50 jaar migratie, van gastarbeider tot Antwerpenaar. Ontdek tal van activiteiten en migratieverhalen van Antwerpenaars op www.50jaarmigratie.be
colofon
Welkom in mijn Stad is een productie van Stad Antwerpen | Atlas
Fotografie: Yel Ratajczak | www.yelphoto.be Vormgeving: Gnoe | www.gnoe.be Reportages: Andres Lübbert, Mike De Ridder, Alex Cordova Interviews: Atlas | Stad Antwerpen Onze bijzondere dank gaat uit naar de 17 Antwerpenaars die meewerkten aan WELKOM IN MIJN STAD: Alina Morar, Aminata Barry, Anissa Boujdaini, Elli Severino, Freya Staes, Gregor Engelen, Havva en Zeynep Akcaoglu, Jean Jacques Tamba, Jempi Vermeulen, Johannes Faes, José Janssens, Merdan Taplak, Mustapha ‘Musty’ Nait Birrou, Nadine Iarchy Zucker, Selam Ouad en Vic Mees.
Atlas is het stedelijk centrum voor diversiteit en inburgering van de stad Antwerpen. Verschillende diensten die werken aan gelijke kansen, inburgering en Nederlandse taallessen werken samen onder één dak. U kan in Atlas ook terecht voor een open activiteitenaanbod rond de thema’s diversiteit en stedelijkheid. U vindt het programma op www.atlasantwerpen.be Atlas Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen Tel. 03 338 71 30 | atlas@stad.antwerpen.be www.atlas-antwerpen.be
18
www.atlas-antwerpen.be 03 338 71 30