Onherroepelijk Bestemmingsplan Vierambachten
25-03-2010
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
2
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 1.3 Vigerende bestemmingsplannen 1.4 Planvorm 1.5 Leeswijzer
7 7 7 8 8 8
Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie 2.1 Historie 2.2 Bestaande situatie 2.3 Conclusie
11 11 12 12
Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving 3.1 Algemene karakteristiek 3.2 Planopzet 3.3 Handhaving
13 13 13 23
Hoofdstuk 4 Beleidskader 4.1 Rijksbeleid 4.2 Provinciaal en regionaal beleid 4.3 Gemeentelijk beleid
25 25 26 27
Hoofdstuk 5 Ruimtelijke en functionele analyse 5.1 Bedrijven en Milieuzonering 5.2 Luchtkwaliteit 5.3 Geluid 5.4 Bodem 5.5 Externe veiligheid 5.6 Waterparagraaf 5.7 Ecologie 5.8 Archeologie en cultuurhistorie
31 31 34 35 36 39 40 44 44
Hoofdstuk 6 Exploitatie 6.1 Exploitatie 6.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro 6.3 Inspraak
45 45 45 46
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
3
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
4
Toelichting
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
5
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
6
Hoofdstuk 1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een korte beschrijving gegeven van de aanleiding om dit bestemmingsplan op te stellen, het plangebied en het vigerende bestemmingsplan. Vervolgens wordt ingegaan op de planvorm, waarna wordt afgesloten met de leeswijzer waarin de opbouw deze plantoelichting wordt beschreven.
1.1
Aanleiding
De gemeente Spijkenisse heeft een actualiseringsslag voor de komende 10 jaar voor de bestemmingsplannen in de gemeente Spijkenisse ingezet. Het doel van de operatie is te komen tot een actueel en eenduidig juridische planologisch kader. Het bestemmingsplan Vierambachten wordt opgesteld in het kader van deze actualiseringsslag. Het bestemmingsplan Vierambachten omvat het gebied J.A. Heijwegenlaan, J. de Baanlaan, en D. de Roijstraat. In het Stadsplan 2010 is een integrale visie uiteengezet op verschillende beleidsgebieden binnen de gemeente. Het plangebied Vierambachten wordt in het Stadsplan omschreven als ruim opgezet woongebied nabij het centrum. Inmiddels is het gehele gebied ontwikkeld. De woningbouw is gerealiseerd met toepassing van vrijstelling ex artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) en artikel 50, lid 5, Woningwet. Voor de in de zomer 2009 aangelegde rotonde aan de Hekelingseweg - J.A. Heijwegenlaan werd in september 2008 een vrijstelling ex artikel 19, lid 2, WRO verleend. Het bestemmingsplan wordt opgesteld om: y y y
de reeds vergunde ontwikkelingen te formaliseren; bestaande rechten vast te leggen en te handhaven alsmede ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan, en gebruiksveranderingen en verbouwingen binnen de kaders die het plan stelt mogelijk te maken.
1.2
Ligging en begrenzing plangebied
De noordelijke grens van het plangebied wordt gevormd door het de complexen van het Penta College CSG Blaise Pascal, de openbare scholengemeenschap De Eilanden en de openbare school voor Voortgezet Speciaal onderwijs en de voormalige asielzoekers woningen. Het oostkant wordt het plangebied wordt begrensd door de Hekelingseweg, aan de westkant de Baljuwlaan en de zuidkant is gelegen aan de Vierambachtenboezem. De locatie Vierambachten bevindt zich in een grenssituatie. Gelegen aan de Vierambachtenboezem is de directe nabijheid van het open polderlandschap in westelijke richting duidelijk voelbaar. Balancerend aan de rand van het polderlandschap blijft het plangebied gevangen binnen het stadslichaam. Ten oosten van het plangebied ligt het centrum van Spijkenisse. Op korte afstand, in westelijke richting, zijn het Mallebos (aan de Malledijk) en park Vogelenzang gelegen. De zuidgrens wordt gevormd door het boezemwater. De Vierambachtenboezem, slingerend door de gemeente, is een ader van water, groen en bomen en fiets- en wandelroutes via welke men in een mum van tijd vanuit het centrum in het open buitengebied staat.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
7
1.3
Vigerende bestemmingsplannen
Ter plaatse van het gebied vigeert het bestemmingsplan "Centrum-West", vastgesteld op 12 juni 1968 en door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland goedgekeurd op 5 februari 1969, no. 790/2. Hoofdbestemmingen zijn "onderwijsvoorzieningen", "bedrijfsterrein" en "rioolwaterzuiverings-installatie". Daarnaast de gedetailleerde bestemmingen "water" (Vierambachtenboezem en Molenwatering), "verkeer" (Nijverheidstraat en Ambachtstraat) en "groen" (langs Nijverheidstraat, Hekelingseweg en Vierambachtenboezem).
1.4
Planvorm
De juridische planvorm is afgestemd om de bijzondere ruimtelijke opzet te garanderen en voldoende rechtszekerheid te bieden aan de bewoners en ander gebruikers van het gebied. Het betreft een bestaand woon- en werkgebied. Het plan heeft in grote lijnen het karakter van een beheersplan. Er is daarom is een gedetailleerd plan opgesteld evenwel met voldoende flexibiliteitsbepalingen om bepaalde kleine uitbreiding en gebruiksveranderingen toe te staan. Ook de nieuwe rotonde ter plaatse van de aansluiting van de J.A. Heijwegenlaan op de Hekelingseweg is in dit plan opgenomen.
1.5
Leeswijzer
In het eerste gedeelte van deze plantoelichting, hoofdstuk 2 en 3, is de gebiedsvisie van Vierambachten beschreven met daarbij de juridische regeling. Dit betekent dat de gebruikers (burgers en plantoetsers) kunnen volstaan met het lezen van deze hoofdstukken. De hoofdstukken 4 tot en met 7 bevatten de onderzoeken en analyses, op basis waarvan de uiteindelijke belangenafweging heeft plaatsgevonden. Hoofdstuk 2 bevat de gebiedsvisie waarin een korte beschrijving van het plangebied is opgenomen en de uitgangspunten voor de regeling in het bestemmingsplan. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
8
In hoofdstuk 3 wordt in aansluiting op de gebiedsvisie een toelichting gegeven op de gekozen planvorm en de gedachten die ten grondslag liggen aan de juridische regeling, zoals deze op de plankaart en in de voorschriften is opgenomen. In hoofdstuk 4 is een samenvatting opgenomen van het actuele beleidskader dat relevant is voor het plangebied. Hierbij wordt ingegaan op het beleid van het rijk, de regio, provincie en gemeente. De gemeentelijke beleidsdocumenten komen hier beknopt aan bod. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op het beoogde programma waarbij vervolgens in hoofdstuk 6 inzicht wordt gegeven in het onderzoek naar de relevante milieuaspecten. Hoofdstuk 7 gaat ten slotte in op de uitvoerbaarheid van het plan.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
9
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
10
Hoofdstuk 2
2.1
Gebiedsvisie
Historie
Het plangebied de Vierambachten werd gekenmerkt door bedrijvigheid. In het gebied was een diversiteit aan functies te vinden, waaronder een aantal bedrijven (bedrijventerrein Vierambachten), een rioolwaterzuiveringsinstallatie (a.w.z.i), een volkstuinencomplex en middelbare scholen. Van gemeentewege is destijds een actief beleid gevoerd ten aanzien van verplaatsing van functies ten einde ruimte te maken voor woningbouwplannen. Zo zijn een aantal functies naar elders binnen de gemeente verplaatst. In 1993 is bij de Allemanspolder aan de oude Maas een nieuwe a.w.z.i. gerealiseerd. Zodoende kon de toenmalige rioolwaterzuiveringsinstallatie in Vierambachten worden ontmanteld. Het herhuisvesten van het volkstuinencomplex naar elders binnen de gemeente heeft omstreeks diezelfde periode plaatsgevonden. Met betrekking tot de bestaande scholen in het gebied heeft toentertijd enige herschikking plaatsgevonden. In 1992 zijn de noodschoolvoorzieningen aan de Zinkseweg afgebroken omdat een nieuw schoolgebouw, in het gebied Molenwatering ten westen van de Baljuwlaan, was gerealiseerd.
Het stedenbouwkundig ontwerp voor het nieuwbouwplan de Vierambachten is opgezet in een tijd waarin weer volop aandacht was voor de stedenbouwkundige structuur, kwaliteit publieke ruimte en architectuur. In deze periode volgde en versterkte de architectuurtaal steeds meer de stedenbouwkundige verkaveling. Het woonerfprincipe, in de voorgaande periode veelvuldig toegepast, werd losgelaten. Teneinde hoogwaardige architectonische kwaliteit en onderlinge uniformiteit te waarborgen is het plan Vierambachten onder regie van architectenburo DKV tot stand gekomen. Dit heeft geresulteerd in een woningbouwproject met in totaal 292 koopwoningen in verschillende type, zowel laagbouw (Hofwoningen, Verandawoningen en Parkvilla's) als gestapelde flats langs de boezem. Alle woningen zijn kubistisch vormgegeven, er zijn geen schuine dakvlakken toegepast. Aan de Hekelingseweg is een appartementencomplex met een representatieve gevelwand gerealiseerd waarbij de transparante galerijschermen tevens als geluidwerende voorzieningen dienen. Het plan is destijds gerealiseerd met vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
11
2.2
Bestaande situatie
Het gebied is gelegen tussen de hoofdwegen Baljuwlaan, Groene Kruisweg en Hekelingseweg en wordt in het zuiden begrensd door de Vierambachtenboezem. Voor autoverkeer heeft de Nijverheidstraat, nu de J.A.Heijwegenlaan, altijd als enige ontsluitingsmogelijkheid voor de bestaande bedrijven en de gevestigde onderwijsvoorzieningen gefungeerd. Ondanks de gunstige ligging ten opzichte van het hoofdwegennet, heeft het gebied zich nooit echt naar buiten toe gepresenteerd. Verscholen achter dichte beplantingsranden en geluidsschermen manifesteerde het zich bijna als een verborgen gebied. Door eigendomsverhoudingen en bedrijfsbebouwingen was in het plangebied zelf de toegankelijkheid van de waterkant van de boezem nihil. Door de realisatie van een openbaar groengebied langs de boezem en de totale functieverandering naar woningbouw heeft het gebied inmiddels een toegankelijker uiterlijk gekregen. Voor de bereikbaarheid per auto van de diverse functies blijft het totale plangebied echter aangewezen op de J.A.Heijwegenlaan, die aansluiting geeft op de Hekelingseweg. Vanwege fysieke barrières en verkeerstechnische redenen bestaan geen andere mogelijkheden om het plangebied voor de auto op enige andere wijze te ontsluiten (bijv. op de Baljuwlaan en/of de Groene Kruisweg). Naar en door het gebied lopen wel diverse fietspaden om met name de schoolvoorzieningen vanuit alle richtingen goed te bereiken: doorgaande fietspaden langs de Hekelingseweg en Groene Kruisweg, maar tevens solitaire routes zoals vanuit de aangrenzende woonwijk de Hoek via een bruggetje over de boezem en aansluitend op de Zinkseweg, als ook een landelijke route over de Malledijk die langs de boezem onder de Baljuwlaan door vanuit het westen het gebied binnenkomt. Het gebied bestaat functioneel globaal uit twee delen, waarbij de in het midden gelegen J.A.Heijwegenlaan de scheiding vormt. Ten noorden ervan zijn gelegen de complexen van de christelijke scholengemeenschap "Blaise Pascal", de openbare scholengemeenschap "De Eilanden" en de openbare school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs "De Sluis" en de voormalige asielzoekerswoningen. Ten westen van de Zinkseweg waren tot 1992 het complex noodlokalen van de christelijke scholengemeenschap "Angelus Merula" gelegen. Op deze laatste locatie zijn 28 bedrijfsunits gerealiseerd. Ten zuiden van de J.A.Heijwegenlaan, waar voorheen het bedrijventerrein Vierambachten, de afvalwaterzuiveringsinstallatie en het complex van volkstuinenvereniging "Boezemvrienden en Baljuw" waren gevestigd, is woningbouw gerealiseerd. Ook hebben enkele bedrijfactiviteiten hier hun plaats gekregen.
2.3
Conclusie
In dit bestemmingsplan gaat het primair om de gerealiseerde woningbouw ten zuiden van de J.A.Heijwegenlaan en de ontwikkeling van 28 woon-werkunits ten noorden daarvan, ter plaatse van de voormalige noodlokalen. Daarom zijn de bestaande onderwijsvoorzieningen ten noorden van de J.A.Heijwegenlaan buiten de grenzen van dit bestemmingsplan gelaten. De grenzen van het voorliggende bestemmingsplan omvatten een gebied van ca. 13,4 ha, waarvan ca. 1,1 ha ten noorden van de J.A. Heijwegenlaan is gelegen.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
12
Hoofdstuk 3 3.1
Juridische planbeschrijving
Algemene karakteristiek
Zoals eerder is aangegeven is het plan tot stand gekomen als vervangende bebouwing van een voormalig bedrijventerrein. Een paar bedrijven zijn gebleven en worden in het onderhavige plan ingepast. Er wordt van uitgegaan dat deze bedrijven de komende planperiode in werking zullen blijven. Het plangebied heeft duidelijke fysieke grenzen: aan de oostzijde de Hekelingseweg die als hoofdontsluiting voor het gebied fungeert; aan het noorden de J.A. Heijwegenlaan, eveneens een ontsluitingsroute, maar van lagere rangorde. Aan de zuidkant wordt het plangebied gemarkeerd door de Vierambachtenboezem, een waterloop met aan weerszijden een brede groene zone. Alleen de westzijde is wat minder duidelijk ruimtelijk gedefinieerd. De stedenbouwkundige opzet maakt gebruik van deze markante begrenzingen. De Hekelingseweg wordt begeleid door hogere bebouwing met een lineair karakter. De groenzone aan de Vierambachtenboezem wordt zoveel mogelijk in stand gelaten. Daarom is de daarin gerealiseerde bebouwing als hogere accenten weergegeven die de structuur respecteert. In het plangebied zelf treft men diverse "ruimtesoorten" aan, variërend van een rand met markante torentjes tot straten met een steenachtig karakter. Verder zijn er straten met een uitgesproken groen karakter. Ondanks deze verschillen vertoont het gebied een homogene aanblik, vooral vanwege het consequent doorgevoerde principe van de gesloten bouwblokken en een duidelijke scheiding tussen openbaar en privé gebied. Ieder gesloten bouwblok heeft een stil binnengebied dat door de particuliere tuinen wordt gevormd. De bergingen staan vrijwel overal achterin de tuin en vormen aldus een doorlopende strook. De ruimte tussen de woningen en de bergingen is open en als tuin ingericht. In sommige gevallen zijn de open zijden van de bouwblokken door hoge tuinmuren begrensd. Het bedrijvengebiedje (zie afbeelding "verkaveling" grijs opgelicht) is eveneens als een gesloten bouwblok in het plangebied opgenomen. De bedrijven verschillen uiteraard in veel opzichten van hun omgeving, toch voegt dit gebied zich goed in het totaal. Naar verwachting zal in de komende jaren een verdere verbetering van de visuele kwaliteit van dit deelgebied optreden.
3.2
Planopzet
3.2.1
Woningen, ruimtelijke kenmerken.
In de opzet van het aan de orde zijnde bestemmingsplan is veel aandacht besteed aan het zo goed mogelijk weergeven van deze ruimtelijke kenmerken. Daarom is de keuze gevallen op een gedetailleerde regeling. De gebruikelijk flexibiliteit om individuele wensen te kunnen honoreren is weliswaar onderdeel van het plan, maar het waarborgen van de bijzondere ruimtelijke kenmerken weegt toch zo zwaar dat gekozen is voor maatwerk waarin de mogelijkheden om de bebouwing te veranderen of te vergroten maar heel beperkt zijn. Op de plankaart zijn de bouwblokken strak omgrensd: de voor- en achtergevelbouwgrens liggen op de bestaande bouwmuren. Ook de getande structuur van de voorgevels in diverse straten is op de plankaart terug te vinden.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
13
Voor wat betreft de hoogteregeling wordt aangesloten bij het architectonische ontwerp van de te onderscheiden bouwblokken. Zo zijn de individuele torentjes aan de zuidrand alle als afzonderlijke kleine hoogteaccenten weergegeven. Bij een meer globale wijze van regelen zou het gevaar niet ondenkbeeldig zijn dat bewoners in een latere fase de ruimten tussen de torentjes gaan dichtbouwen. Dit zo afbreuk doen aan het stedenbouwkundig ontwerp. In verband hiermee is tevens vastgelegd dat woningen niet voorzien mogen worden van een kap of van een dakopbouw. De woningen zijn ruim opgezet, zodat het ook in dat opzicht niet nodig is om in de komende planperiode uitbreidingsruimte te bieden. Op deze regel geldt één uitzondering en wel de woning aan de Zinkseweg 27. Het betreft een bestaand huis dat van een kap voorzien is. Deze mag uiteraard gehandhaafd blijven. In het desbetreffende perceel is op de plankaart zowel een aanduiding inzake de maximale goothoogte als de maximale totale hoogte geplaatst. In veel gevallen heeft de begane grond van de woningen een grotere oppervlakte dan de verdiepingen. In verband daarmee is deze in voorkomend geval van een afzonderlijke hoogtebepaling voorzien. Veel woningen beschikken aldus reeds over een aanbouw in de tuin. Mede daarom is het minder wenselijk als deze woningen nog verder van aanbouwen zouden worden voorzien. In de voorschriften is daarom aangegeven dat geen verdere bebouwing van de tuin mag worden gerealiseerd. Overigens mag bouwvergunningvrij ook een aanbouw gerealiseerd worden, zodat in de praktijk geen sprake is van onevenredige beperking van mogelijkheden. Bij een aantal woningen is een inpandige garage beschikbaar. Zoals hierboven reeds is vermeld is bij het ontwerp van de woonwijk aandacht gegeven aan het tot stand brengen van een groen binnengebied in ieder bouwblok. In het bestemmingsplan wordt deze karakteristiek beschermd door het aangeven van een zone voor de bergingen. Deze zone heeft een breedte van 10 m. Na aftrek van de breedte van het gemeenschappelijke achterpad resteert per tuin nog ca. 2 m om een berging uit te breiden of te veranderen. Waar deze zone niet is aangegeven is men vrij in de keuze van de plaatsing van een (vrijstaand) bijgebouw. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
14
Zoals reeds is vermeld zijn aan de oost- en de zuidrand van het plangebied flatgebouwen opgericht. Aan de B. de Roijstraat - parallel aan de Hekelingseweg - treft men een tweetal flatblokken aan met een wisselende hoogtenopbouw. Ten zuiden van de J. de Baanlaan bevinden zich drie flats met een hoogte van ca. 30. Alle hoogten zijn als zodanig vastgelegd. Bij laatstgenoemde flats bevindt zich een parkeerterrein waarvan de capaciteit is afgestemd op het aantal woningen per flatgebouw. Deze terreinen zijn eveneens van de woonbestemming voorzien. Op de plankaart is de letter P geplaatst. In de regels van het bestemmingsplan is vastgelegd dat op de desbetreffende terreinen niet gebouwd mag worden en dat het gebruik uitsluitend voor parkeerdoeleinden is bedoeld.
3.2.2
Woningen, functionele kenmerken.
Het spreekt voor zich dat woningen voor woondoeleinden zijn bedoeld. Het gebied heeft dan ook het kenmerk van een rustig woongebied. Op één plek is in een grote aanbouw een dienstverlenend bedrijf gevestigd. Dat is afzonderlijk op de plankaart en in de voorschriften aangegeven. De woningen zijn in de meeste gevallen bruikbaar voor werkzaamheden aan huis. Gedacht wordt aan de uitoefening van vrije beroepen in de adviserende sfeer, dienstverlening op (para-)medisch gebied, kunstzinnige activiteiten, ICT - werk e.d. De in de gemeente gebruikelijke standaardbepalingen zijn van toepassing. Dat betekent dat maximaal 30% van de vloeroppervlakte van een woning voor dergelijke werkzaamheden mag worden gebruikt (eventueel ook verbouwd). De maximale oppervlakte van deze ruimten mag per woning niet meer bedragen dan 50 m2. De woon-werkwoningen worden onder 3.2.6 besproken.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
15
Zoals eerder aangegeven zijn veel woningen gebouwd op een begane grondlaag met een grotere oppervlakte dan die van de erboven gelegen verdiepingen. De "verleiding" kan dan groot zijn om op de platte daken van de begane grond een dakterras aan te leggen. Dit geldt vooral de woningen met de torentjes aan de J. de Baanlaan. In het plan zijn bepalingen opgenomen om dit gebruik te reguleren. Het aanleggen van een dakterras is niet verboden, maar er moet voor gewaakt worden dat het homogene architectonische beeld van de wijk geweld aangedaan wordt als schuttingen en afrasteringen worden aangebracht. Die mogen niet hoger zijn dan 1 m. Verder moet bij de plaatsing van het dakterras gedacht worden aan de privacy van aangrenzende tuinen. Daarom is een bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen opgenomen met behulp waarvan de gemeente enigermate regulerend kan optreden 3.2.3
Bedrijven, ruimtelijke kenmerken.
Het bedrijvengebiedje is, zoals reeds is vermeld, goed geïntegreerd in het woongebied. Niettemin is er een vrij grote ruimtelijke en functionele diversiteit. Een algemeen kenmerk is dat de bebouwing in de meeste gevallen het beloop van de straten volgt en met de voorgevel daarop georiënteerd is. De hoogte van de gebouwen is beperkt en bedraagt niet meer dan ca. 6 m. Aan de J.A. Heijwegenlaan zijn een paar dienstverlenende bedrijven gevestigd; aan de M. Beenstraat een installatiebedrijf en een tweetal woon-werkwoningen. Aan de Zinkseweg is een handelsonderneming gevestigd en een sportschool. Dat laatste bedrijf is meer een inrichting van recreatieve aard. Het open binnenterrein tussen deze bedrijven wordt voornamelijk voor parkeren gebruikt. Dat binnenterrein kan overigens zonder bezwaar voor een gedeelte verder bebouwd worden. Hierbij kan gedacht worden aan vergroting van de bedrijven door het realiseren van een aangebouwd gedeelte in dit binnenterrein. Een beperkende factor is de parkeercapaciteit. Op ieder perceel moet voldoende ruimte voor het parkeren beschikbaar blijven. In de Bouwverordening zijn hierover bepalingen opgenomen. De parkeernormen verschillen per bedrijfssoort en zijn afgestemd op de zgn. CROW -normen (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek). Mede in verband hiermee is bepaald dat maximaal 50% van het binnengebied bebouwd mag worden. Dit wordt per bedrijfsperceel geregeld. Dat wil zeggen: ieder bedrijf mag op eigen terrein deze bouwmogelijkheid realiseren. Voor wat betreft de hoogte van de bebouwing het volgende. Het algemene kenmerk van het plangebied is dat aan de oost en de zuidrand hogere bebouwing voorkomt. Het overige gebied bestaat uit zgn. strokenbouw met hoogten van maximaal 9 m. Mede gelet op dit algemene kenmerk is in het plan voor wat betreft de hoogte van de bedrijfsbebouwing gekozen voor de volgende regeling. Langs de J.A. Heijwegenlaan kan, gelet op de breedte van deze laan, zonder bezwaar bebouwing met een totale hoogte van 10 m gerealiseerd worden. De begane grond kan 4 m hoog zijn. Daarboven zijn twee bouwlagen mogelijk van ieder 3 m. Deze bovenste lagen kunnen dienen als kantoor, bergruimte etc. De bestaande hoogte is ca. 6 m. Dezelfde mogelijkheid tot toevoeging van één verdieping is ook van toepassing op de aangrenzende bebouwing aan de Zinkseweg. Deze weg is vrij breed, mede door de aanwezigheid van een groenstrook met water. Een en ander geldt niet voor de sportschool, omdat deze aan woningen grenst en op eigen terrein niet genoeg plaats beschikbaar is voor extra parkeren. Voor wat betreft de bebouwing aan de M. Beenstraat geldt dat op nr. 6 tot en met 12 woon-werkwoningen gevestigd zijn. Deze bestaat uit twee lagen. Daarnaast is er het installatiebedrijf gevestigd. Deze bebouwing heeft eveneens twee lagen. Omdat daarnaast woningen liggen is hoger bouwen niet wenselijk. Het bedrijf kan overigens wel uitbreiden in noordelijke richting op een nog onbebouwd gebleven terreingedeelte, mits aan de parkeernorm voldaan wordt.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
16
3.2.4
Bedrijven, wijzigingsbevoegdheid
Een bijzonder element in dit bedrijvengebied is een woning op de hoek van de J.A. Heijwegenlaan en de M. Beenstraat. Deze woning wordt in het plan van een woonbestemming voorzien. Niettemin moet er rekening mee gehouden worden dat deze woning binnen de komende planperiode (10 jaar na de vaststelling van het plan door de Raad, dus tot ca. 2020) omgevormd wordt tot bedrijf. Naast het huis is een tuinperceel. Het geheel heeft een oppervlakte van ca. 360 m2 en is uitstekend bruikbaar voor de bouw van een bedrijf of kantoor. Daarom is het perceel op de plankaart van een begrenzing voorzien. Daarbinnen is een wijzigingsbevoegdheid van toepassing. De wijziging kan toegepast worden als aan voorwaarden voldaan is. Voor wat betreft de hoogte van de vervangende bebouwing moet aangesloten worden bij de bestaande situatie dan wel de situatie die op grond van het plan mogelijk is. Dat wil zeggen dat deze hoogte maximaal 10 m mag bedragen. Voor wat betreft de plaatsing van bebouwing geldt dat de bebouwingslijn (voorgevelbouwgrens) aan de J.A. Heijwegenlaan en de M. Beenstraat moet worden aangehouden. Het maximale bebouwingspercentage is op 80% gesteld. Wellicht is dit in de praktijk niet realiseerbaar vanwege de te stellen parkeernorm. Als zich een aanvraag in de richting van een bedrijf of kantoor voordoet kan daaraan op betrekkelijk eenvoudige wijze medewerking worden gegeven. Een dergelijke transformatie vindt uitsluitend op basis van vrijwilligheid plaats. Dat wil zeggen: de gemeente opent de mogelijkheid voor de verandering, maar zal zelf geen initiatieven ontplooien om een en ander te realiseren. Alvorens een wijzigingsplan wordt vastgesteld zullen belanghebbenden in de omgeving van deze kavel worden geïnformeerd. Zij krijgen de gelegenheid op een wijzigingsplan te reageren. Bij de besluitvorming zal met de ingekomen reacties rekening gehouden worden. 3.2.5
Bedrijven, functionele kenmerken
Zoals hierboven reeds is aangegeven is het gebied een restant van een voorheen groter bedrijventerrein. De ondernemingen zijn, voor wat betreft de uitgeoefende activisten divers van samenstelling. Er is in de M. Beenstraat een installatiebedrijf aanwezig. Daarnaast aan de J.A. Heijwegenlaan een vestiging van NetWerk. Aldaar werken dagelijks ongeveer 35 mannen en vrouwen met een verstandelijke beperking. Er worden producten vervaardigd en diensten geleverd. Niettemin is het een gewoon bedrijf. Alleen de manier waarop gewerkt wordt is anders. Er worden producten van hout of textiel vervaardigd. Bijvoorbeeld huishoudelijke producten zoals dienbladen en theedozen. Er is ook een speciale 'babylijn' met kleding en andere spullen voor baby's. Verder wordt licht industrieel werk gedaan, zoals inpakwerk, monteren, etiketteren en labelen. Er is tenslotte een verkoopruimte van ca. 50 m2 waar de geproduceerde goederen te koop worden aangeboden. Aan de Zinkseweg bevindt zich een sportschool. Aldaar wordt een ruime verscheidenheid aan mogelijkheden voor fitnessbeoefening aangeboden. Er is ook een kantine aanwezig. Deze is uitsluitend bedoeld voor de beoefenaren van fitness en eventuele andere bezoekers. Het is niet de bedoeling dat deze kantine zich tot een zelfstandig horecabedrijf ontwikkelt. In verband daarmee is een afzonderlijke gebruiksbepaling aan de regels van het bestemmingsplan toegevoegd. Aan de M. Beenstraat bevinden zich, behalve het reeds genoemde installatiebedrijf ook een tweetal woon-werkwoningen. Op de begane grond van één van die woningen is een ruimte voor sportbeoefening gevestigd.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
17
Voor wat betreft de vraag welke bedrijfsmatige activiteiten toegelaten kunnen worden geldt het volgende. De bedrijfsvoering van bedrijven in een overwegend woongebied is qua milieubelasting aan beperkingen onderhevig. Aan de planregels is de zgn. Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) toegevoegd. Daarin zijn de meeste in Nederland voorkomende bedrijfstypen opgesomd. Voor iedere bedrijfsvorm geldt een categoriebepaling met richtafstanden ten aanzien van de verwachte overlast (geur, geluid, rook, trilling, verkeersbelasting e.d.). In dit gebied kunnen slechts de lichtste categorieën (1 en 2) van deze SvB toegelaten worden. De bestaande bedrijfsvoering past daarbinnen. Tevens zijn voldoende mogelijkheden om te veranderen van bedrijfsvoering. In voorkomend geval moet overigens ook een milieuvergunning worden aangevraagd. Daarbij kunnen voorwaarden worden gesteld. Het is overigens niet noodzakelijk dat in dit gebied uitsluitend bedrijven gevestigd worden of blijven die goederen be- of verwerken. Dit gebiedje ligt - zoals reeds is aangegeven - in een woongebied. Tevens is de afstand tot het centrum en de hoofdontsluitingswegen van de gemeente gunstig voor andere vormen van bedrijvigheid. Daarom wordt tevens de vestiging van kantoren en dienstverlenende bedrijven eveneens mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan. Voorwaarde is wel dat het geen op het publiek gerichte kantoren en dienstverlenende bedrijven betreft. Daaronder te verstaan een postkantoor, een bankfiliaal, kapsalon, een uitzendbureau, een reisbureau een belwinkel etc. Wel toelaatbaar zijn bijvoorbeeld: een advocatenkantoor, accountant, overheidsinstelling, onderzoeksinstituut, ICT - bedrijf etc. Tenslotte is als voorwaarde opgenomen dat de bruto bedrijfsvloeroppervlakte van een kantoorvestiging niet meer dan 750 m2 mag bedragen. Deze beperking vloeit voort uit de provinciale eis dat grotere kantoren alleen gevestigd mogen worden bij knooppunten voor hoogwaardig openbaar vervoer. In het verleden was gebruikelijk dat bij ieder bedrijf tevens een bedrijfswoning toelaatbaar was. Dat is niet langer actueel: bewaking e.d. vindt in het algemeen plaats door gespecialiseerde bedrijven. Continue productieprocessen die een constant toezicht vereisen zijn hier niet aan de orde. Er zijn geen bestaande bedrijfswoningen. 3.2.6
Bedrijven: Woon-werkwoningen.
Aan de E. van Dintelstraat, de J.A. van Heijwegenlaan en de J. Kluitstraat zijn vier blokken woon-werkwoningen ontwikkeld (zie afbeelding grijs opgelicht). Het zijn aaneengesloten gebouwde huizen met op de begane grond ruimten voor uiteenlopende vormen van bedrijvigheid. De er gevestigde bedrijven bewegen zich veelal op het gebied van de dienstverlening (medische diensten, ICT -werkzaamheden, schoonheidssalon e.d.). Er zijn geen productiebedrijven, groothandels-, transport of nijverheidsbedrijven gevestigd. De verdiepingen worden gebruikt voor het wonen van degene die op de begane grond werkzaam is. In enkele gevallen is ook sprake van personeel dat van elders komt. Ruimtelijk bezien is het meer een woon- dan een werkgebied. Dat geldt vooral de twee bouwblokken die op de J.A. Heijwegenlaan zijn georiënteerd. In een aantal gevallen wordt ook op de begane grond gewoond. Dat is niet conform de oorspronkelijke bedoeling; anderzijds is daartegen uit ruimtelijk overwegingen geen overwegend bezwaar. Als een bedrijf is beëindigd, zou voortzetting door een ander bedrijf de voorkeur verdienen. Het is echter onredelijk dit af te dwingen als de oorspronkelijke bewoner de verdiepingen nog bewoont. Er is geen afzonderlijke trapopgang naar deze verdiepingen. In het plan is een en ander op volgende wijze vertaald. De blokken zijn bestemd voor "Wonen en Bedrijf". Er is bepaald dat de begane grond bestemd is voor werkzaamheden tot en met categorie 2 van de SvB. Tevens is gebruik voor kantoor en/of dienstverlening toegestaan. Ook in dit geval geldt dat deze vormen van bedrijvigheid geen publiekaantrekkend karakter mogen hebben. Dat heeft voornamelijk te maken met het gebrek aan parkeercapaciteit en het rustige karakter van het gebied.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
18
Voor het overige zijn de bepalingen die op de woningen betrekking hebben van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van het wonen op de begane grond is vastgelegd dat de aldaar aanwezige ruimten bestemd zijn voor de genoemde niet-woonfuncties, met dien verstande dat burgemeester en wethouders daarvan ontheffing kunnen verlenen als aangetoond is dat in redelijkheid een gebruiksverandering naar wonen niet geweigerd kan worden.
3.2.7
Openbaar gebied. Algemeen.
In het plan is een strikte scheiding tussen openbaar en particulier gebied toegepast. De hierboven besproken bestemmingen hadden alle betrekking op particuliere terreinen. Het openbaar gebied is geregeld in de bestemmingen "Groen", "Verkeer", "Verkeers- en Verblijfsgebied" en "Water". Genoemd onderscheid is nodig om aan te geven waar taken en bevoegdheden gelokaliseerd kunnen worden. Zo heeft de gemeente geen bevoegdheden op de achterpaden bij woningen en op de parkeerterreinen die bij de flatgebouwen horen langs de J. de Baanlaan. Het openbaar gebied bij de diverse woningblokken heeft vaak qua inrichting en vormgeving kenmerken van een eigen terrein; het is niettemin overheidsgrond.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
19
3.2.8
Openbaar gebied. Verkeersbestemmingen.
In het plan komen - zoals gebruikelijk - twee verkeersbestemmingen voor. De Hekelingseweg en de J.A. Heijwegenlaan zijn bestemd voor "Verkeer". Dat wil zeggen dat het primaat is toegekend aan het rijdend verkeer. Ten aanzien van de J.A. van Heijwegenlaan kan nog vermeld worden dat deze slechts gedeeltelijk voor "Verkeer" is bestemd omdat het westelijke deel geen hoofdontsluitingsfunctie heeft, maar dient als buurtontsluitingsroute. In het plan is rekening gehouden met de aanleg van een rotonde ter plaatse van de aansluiting van de J.A. van Heijwegenlaan op de Hekelingseweg. Het daarvoor benodigde gebied - met enige reserveruimte - is voorzien van de bestemming "Verkeer".Tevens is in de voorschriften het aantal rijstroken vastgelegd. De verdere inrichting in rijbanen, groen, parkeren en routes voor langzaam verkeer is niet gedetailleerd weergegeven. De gemeente heeft - met andere woorden - wat dat betreft inrichting vrijheid, zonder het voeren van voorafgaande planologische procedures. Dat neemt niet weg dat de gemeente bij plannen tot verandering van de inrichting vooraf met de belanghebbenden (bewoners, bedrijven) vooraf zal overleggen en kennis wil nemen van opmerkingen en suggesties. De overige straten en wegen in het plangebied zijn bestemd voor "Verkeers- en Verblijfsgebied". De verkeersdeelnemers zijn gelijkwaardig aan elkaar. De inrichting is uiteenlopend, maar gelang de ruimtelijke karakteristiek van de verschillende deelgebieden. Sommige straten hebben een uitgesproken groen karakter, elders overheerst de verharding. Ook hier geldt dat de gemeente inrichtingsvrijheid heeft. Herinrichting kan aan de orde zijn bij geconstateerde tekorten aan parkeerruimte of wijzigingen in het beheer met betrekking tot het groen. Bedrijven zullen op eigen terrein moeten voorzien in de behoefte aan parkeeraccommodatie. Dat betekent dat niet geparkeerd mag worden in het woongebied. Dit kan niet steeds gereguleerd worden. In ieder geval zal geen uitbreiding van de parkeercapaciteit in de woongebieden aan de orde kunnen zijn ten behoeve van bedrijfsparkeren. Plannen tot ingrijpende herinrichting van het gebied zullen aan omwonenden en andere belanghebbenden worden voorgelegd. Zij kunnen daarop reageren. Met de binnengekomen reacties wordt rekening gehouden. Als het gaat om kleinere aanpassingen is deze werkwijze niet altijd nodig.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
20
3.2.9
Openbaar gebied. Groen en water.
Er is onderscheid gemaakt voor wat betreft de hoofdgroenstructuur en het groen op buurtniveau. De hoofdgroenstructuur bestaat uit de groenzone langs de Vierambachtenboezem en de brede groenstrook ten noorden van de J.A. van Heijwegenlaan. Verder geldt dat de gazons met beplanting langs de flats aan de Hekelingseweg en de groenstrook aan de oostkant van de Zinkseweg als structurerend groen moet worden aangemerkt. Deze gebieden zijn opgenomen in de bestemming "Groen". Het onderhoud en het beheer wordt niet in de planvoorschriften geregeld. Dat wil zeggen dat de indeling in gazons, plantvakken, boomgroepen en solitaire bomen, paden, fietsroutes en toegangswegen tot andere gebieden niet op de plankaart zijn weergegeven. Een uitzondering geldt de speelplekken. Deze zijn afgestemd op de lokale behoefte aan speelruimte, afgestemd op het aantal bewoners. In het groen mogen tevens parkeerplaatsen worden aangelegd als daaraan behoefte bestaat. De structuur van de aaneengesloten gebieden mag daardoor niet worden aangetast. Hierbij geldt tevens dat het bij toevoeging van parkeerplaatsen moet gaan om het voorzien in een ondergeschikte behoeft aan additionele plaatsen. Zoals reeds is vermeld maakt de Vierambachtenboezem deel uit van het plan. De plangrens loopt door het midden van deze wetering die onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke hoofdwaterstructuur (zie 5.6 Waterparagraaf). Tevens is deze watergang belangrijk in het kader van de ecologie. De vijvers naast de flats aan de Hekelingseweg zijn eveneens opgenomen in deze bestemming. Hetzelfde geldt voor de kleinere waterpartijen in het groen langs de Zinkseweg. Tussen de twee flats aan de J. de Baanlaan bevindt zich een driehoekige vijver. Deze is eveneens opgenomen in de bestemming "Water". Deze gedetailleerde weergave is noodzakelijk om de blijvende aanwezigheid van dit water te waarborgen. In iedere wijk dient immers voldoende oppervlaktewater aanwezig te zijn als buffer ten tijde van grote regenval. In de voorschriften is de zogeheten watertoets niet opgenomen. Deze watertoets betekent dat wanneer verharding wordt aangelegd tenminste 10% van de oppervlakte daarvan gecompenseerd dient te worden in de vorm van extra oppervlaktewater. Ten tijde van het realiseren van de woonbebouwing bedroeg dit percentage 8%. Onverharde grond fungeert ook als buffer bij grote regenval. In concreto kan dat inhouden dat bij aanleg van paden en parkeergelegenheden in het groen een compensatie voor deze verharding gevonden moet worden in extra oppervlaktewater. Bij de aanleg en de bouw van de wijk is echter al rekening gehouden met de aanwezigheid van oppervlaktewater van voldoende afmetingen. In dat kader kan gewezen worden op de grote vijver tussen de flatgebouwen aan de J. de Baanlaan. Volledigheidshalve moet hier nog vermeld worden dat binnen het groen water mag worden aangelegd als onderdeel van deze bestemming. Met andere woorden: voor een dergelijke aanleg is geen planherziening nodig.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
21
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
22
3.3
Handhaving
Binnen de gemeente Spijkenisse bestaat de uitdrukkelijke wens concreet werk te maken van de handhaving en te komen tot een beleidsmatige aanpak. Daartoe is de Nota Handhaving Spijkenisse op 8 oktober 2003 vastgesteld. In deze nota zijn maatregelen genoemd die de handhavingscapaciteit moeten verbeteren en waardoor doelmatig prioriteiten kunnen worden gesteld. Tot nu toe wordt handhaving gerealiseerd via het handhavingsteam waarin een aantal disciplines is vertegenwoordigd die inspelen op incidenten en excessen. Er wordt tevens gereageerd naar aanleiding van klachten. Het handhavingsbeleid zal zich moeten ontwikkelen tot het vastleggen van een structuur, waarbij van tevoren door het bestuur vastgelegde doelen nagestreefd moeten worden. Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan zogenaamde "oude" gevallen. Bij de opstelling van bestemmingsplannen dient nagegaan te worden welke situaties gehandhaafd moeten worden, welke zaken onder de werking van het overgangsrecht kunnen worden gebracht en welke positief bestemd kunnen worden.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
23
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
24
Hoofdstuk 4
Beleidskader
4.1
Rijksbeleid
4.1.1
Nota Ruimte (2006)
In de Nota Ruimte worden de principes voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. "Ruimte voor ontwikkeling" is niet alleen de titel van de Nota Ruimte, maar is ook het uitgangspunt van het nieuwe ruimtelijk beleid: het rijk geeft meer ruimte aan medeoverheden, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en burgers. "Decentraal wat kan, centraal wat moet" is het motto van het kabinet. Daarbij focust het rijk zich meer dan voorheen op gebieden en netwerken die van nationaal belang zijn. 4.1.2
Nota Mobiliteit (2006)
Een andere relevante rijksnota is de Nota Mobiliteit. Deze nota is een sectorale uitwerking van de Nota Ruimte. Het hoofddoel van die nota is de verbetering van de betrouwbaarheid en voorspelbaarheid van het verkeerssysteem van deur tot deur. Dit binnen de maatschappelijke randvoorwaarden op het gebied van veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Mobiliteit wordt gezien als een voorwaarde voor het economisch functioneren, maar niet altijd en overal. 4.1.3
Nota Mensen, Wensen, Wonen (2000)
Het woonbeleid van de Rijksoverheid is vastgelegd in de nota "Mensen, wensen, wonen", die in december 2000 is vastgesteld. Rondom het motto "de burger centraal" zijn vijf kernthema's gekozen voor het verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit. Een belangrijke constatering uit de nota is dat vraag en aanbod van woonmilieus in de steden slecht op elkaar zijn afgestemd. Minder gewilde milieus dienen daarom te worden getransformeerd tot centrumstedelijke milieus, dan wel tot groenstedelijke milieus. De wijk De Rietvelden heeft een bijdrage geleverd aan de vergroting van het woningaanbod 4.1.4
Vierde Nota Waterhuishouding
De hoofddoelstelling van deze nota (1998) is het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. Zoals reeds is vermeld hebben de waterhuishoudkundige aspecten een belangrijke rol gespeeld bij de planvorming toen de wijk gebouwd ging worden. 4.1.5
Europese Kaderrichtlijn Water
Doel van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) (sinds 2000 van kracht) is de bescherming van de waterkwaliteit van zogenaamde "waterlichamen" (stroomgebiedseenheden). De doelstellingen om de ecologische toestand en de chemische toestand goed te krijgen moeten in 2015 gerealiseerd zijn. In Spijkenisse zijn drie waterlichamen aangewezen, te weten Afwatering Spijkenisse, Vierambachtenboezem-Oost en Vierambachtenboezem-Zuid.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
25
4.1.6
Nota "Anders omgaan met Water"
In dit kabinetsstandpunt uit 2000 deelt men de zorg van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21) dat het huidige systeem van waterbeheer zeker niet in staat is om de toekomstige ontwikkelingen als klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische groei op te vangen. De belangrijkste aanbevelingen - zoals de aanpak van de trits "vasthouden, bergen, afvoeren", zo min mogelijk afwenteling, de stroomgebiedbenadering en de watertoets - worden door het kabinet overgenomen. Het beleid van WB21 en KRW zijn de twee nieuwe pijlers van het integrale waterbeleid en zijn in 2003 gebundeld in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), waaraan rijk, provincies, waterschappen en gemeenten zich hebben geconformeerd. Doelstelling is om in 2015 de waterhuishouding op orde te hebben en richting 2050 op orde te houden.
4.2
Provinciaal en regionaal beleid
4.2.1
Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020
Op provinciaal niveau is het streekplan richtinggevend. Voor de gemeente Spijkenisse is dit het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR2020). In het RR2020 wordt onder andere het provinciale ruimtelijke beleid voor Voorne-Putten aangegeven, waarvan Spijkenisse een onderdeel uitmaakt. De centrale opgave voor het groenblauwe raamwerk van Voorne-Putten is om de landschappelijke kwaliteit te verbeteren, gebruikmakend van de ligging in een verstedelijkte regio. Dankzij het stedelijke karakter van de regio Rotterdam ontstaat een aanzienlijk recreatief potentieel en is er een markt voor landelijke woonmilieus. Vooral de randen van het eiland en het krekenstelsel bieden kansen om de ecologische en recreatieve kwaliteit te verbeteren. De ontwikkeling van de kreken kan tegelijk de waterbergingscapaciteit vergroten. In de meer besloten en verrommelde delen van het landschap, waar de infrastructuur al aanwezig is, geeft het landelijk wonen zicht op investeringen in het landschap. Voorts hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 8 maart 2005 de Nota Regels-voor-Ruimte vastgesteld. Deze nota vormt naast de streekplannen het beoordelingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen en bevat beleidsregels ten behoeve van de goedkeuring van ruimtelijke plannen. De Nota Regels-voor-Ruimte vervangt de Nota Planbeoordeling 2002. 4.2.2
Provinciaal en regionaal verkeers- en vervoersbeleid
Provinciaal verkeers- en Vervoersplan (PVVP 2002-2020) In het gebied van de Stadsregio Rotterdam is het verkeers- en vervoersbeleid van de stadsregio beleidsmatig gezien leidend. De provincie speelt een rol als wegbeheerder. Daarom wordt hier niet verder ingegaan op het provinciaal verkeers- en vervoersbeleid. Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP 2003-2020) De Stadsregio Rotterdam is verantwoordelijk voor de uitwerking van het landelijk verkeers- en vervoersbeleid voor de regio. Het beleid zou gebaseerd moeten zijn op een Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP), maar bij het ontbreken van een vastgesteld NVVP is door de stadsregio een ontwerp-RVVP opgesteld in de geest van het concept-NVVP. Het RVVP 2003-2020 is op 17 december 2003 door de regioraad vastgesteld. Relevant beleidsuitgangspunt in het ontwerp-RVVP is een goede bereikbaarheid voor personen (binnen richtlijnen voor maximale reistijden) van locaties waar bovenlokale voorzieningen zijn gevestigd. De overige beleidsuitgangspunten hebben betrekking op de reistijd naar verschillende bestemmingen, de bereikbaarheid voor het goederenvervoer, het inrichten van "knooppunten" waarop uitwisseling tussen verschillende vervoerswijzen mogelijk is, het bundelen van grote verkeersstromen en de kwaliteit van het openbaar vervoer. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
26
De doelstelling in het "oude" RVVP, dat de groei van het autoverkeer beperkt dient te blijven tot maximaal 15%, is verlaten. In het nieuwe RVVP is het uitgangspunt "mobiliteit mag", maar binnen de grenzen van leefbaarheid en veiligheid met het oog op schaarste aan ruimte en aan financiële middelen. 4.2.3
Nota Bruisend Water en Beleidsplan Milieu en Water 2000-2004
Door middel van de "Nota Bruisend Water (1999) en het "Beleidsplan Milieu en Water (2000)" heeft de provincie aangegeven op welke wijze invulling kan worden gegeven aan duurzame (stedelijke) watersystemen. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in Zuid-Holland moet meer rekening worden gehouden met de consequenties van onder meer klimaatverandering. Bij keuzes ten aanzien van het waterbeheer en ruimtelijke ontwikkelingen moet gezocht worden naar flexibele en veerkrachtige oplossingen. 4.2.4
Waterstructuurplan Voorne-Putten
Door middel van de "Nota Bruisend Water (1999) en het "Beleidsplan Milieu en Water (2000)" heeft de provincie aangegeven op welke wijze invulling kan worden gegeven aan duurzame (stedelijke) watersystemen. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in Zuid-Holland moet meer rekening worden gehouden met de consequenties van onder meer klimaatverandering. Bij keuzes ten aanzien van het waterbeheer en ruimtelijke ontwikkelingen moet gezocht worden naar flexibele en veerkrachtige oplossingen. 4.2.5
Integraal Waterbeheersplan Zuid-Holland Zuid 2, 1999-2003
In het Integraal Waterbeheersplan Zuid-Holland Zuid 2 hebben de samenwerkende waterbeheerders van het gebied Zuid-Holland Zuid zich uitgesproken voor een duurzaam stedelijk waterbeheer. Beleidspunten zijn het minimaliseren van wateroverlast en watertekort door een meer zelfvoorzienend watersysteem, het verbeteren van de stedelijke waterkwaliteit, afkoppelen van verhard oppervlak, het gebruik van duurzame bouwmaterialen en het versterken van natuurontwikkeling door onder andere de aanleg van natuurvriendelijke oevers. In het plangebied zijn natuurvriendelijke oevers aangelegd. 4.2.6
Visie stedelijke vernieuwing 2001-2010 stadsregio Rotterdam
In navolging van het rijk, wil de stadsregio Rotterdam de komende jaren fors investeren in stedelijke vernieuwing. De directe aanleiding daarvoor is dat de regio Rotterdam landelijk gezien de grootste sociaaleconomische achterstanden kent, en derhalve ook de regio is met de omvangrijkste en meest kostbare opgave als het gaat om de vernieuwing van het stedelijk gebied. Het regiobestuur heeft daarom een eigen visie op stedelijke vernieuwing ontwikkeld voor de periode tot 2010. Met betrekking tot het wonen is van belang dat een substantieel deel van de regionale woningvoorraad niet voldoet aan hedendaagse kwaliteitseisen. Kwaliteitstekorten doen zich vooral voor aan de onderkant van de woningmarkt. Daar staat een groeiende behoefte aan bijzondere (duurdere) woonmilieus tegenover. De ernst van deze problematiek maakt een grootschalige herontwikkeling van woonmilieus noodzakelijk. De ambitie van de stadsregio daarbij is zich te onderscheiden als een dynamisch woon- en werkmilieu met moderne karakteristieken. Met het realiseren van de wijk De Rietvelden is deze ambitie gehaald.
4.3
Gemeentelijk beleid
4.3.1
Structuurvisie Spijkenisse 2010-2020
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
27
De structuurvisie 2010-2020 is opgesteld teneinde richting te geven aan de ruimtelijke opgave van Spijkenisse in de periode 2010-2020. De structuurvisie is op 13 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. In dit document wordt de ruimtelijke agenda bepaald. In de nieuwe Wet ruimtelijke Ordening, die per 1 juli 2008 in werking is getreden, ligt de nadruk op een pro actieve aansturing van beleid op het gebied van ruimtelijke ordening. Gemeenten, maar ook provincies en het Rijk, zijn verplicht een structuurvisie op te stellen. Dit is een strategisch beleidsdocument over de ruimtelijke ontwikkeling in een bepaald gebied. Beleidsdoelen uit de structuurvisie worden gerealiseerd in bestemmingsplannen. De structuurvisie geeft de ruimtelijke en functionele ontwikkeling in Spijkenisse op hoofdlijnen weer. De visie is het uitgangspunt voor de politieke agenda. Geen dichtgetimmerd eindplan, maar het vertrekpunt van de gemeente voor gesprekken met hogere overheden en marktpartijen om ontwikkelingen en investeringen in de stad te initiëren. de beoogde ruimtelijke ontwikkeling van Spijkenisse op hoofdlijnen en fungeert als zodanig als algemeen toetsingskader voor gemeentelijke plannen en als basis voor overleg met andere partijen. 4.3.2
Spijkenisse OverMorgen: Stadsplan 2010
Na de beëindiging van de groeikerntaak en het op gang komen van de realisatie van de voorlopige laatste uitbreidingswijk (Maaswijk), werd in Spijkenisse breed de behoefte gevoeld aan een nadere oriëntatie en visieontwikkeling op de toekomst van de stad. In 1997 werd daarom gestart met het opstellen van een stadsplan voor de periode tot 2010. De algemene visie op de verdere ontwikkeling van de stad is als volgt geformuleerd: "Spijkenisse wil een complete stad worden met een sterkere regiofunctie en een daaraan gekoppelde, kwaliteitsvolle identiteit". Op basis van deze doelstelling werd een drietal ontwikkelingsscenario's geformuleerd. Spijkenisse wil zich ontwikkelen tot een complete en volwassen stad met circa 80.000 inwoners. Dit vereist het realiseren van een strategisch en (dus) selectief programma van ontwikkelingen op die terreinen die meerwaarde opleveren (financieel, ruimtelijk, imago, woningmarkt), terwijl tegelijkertijd nadrukkelijk wordt ingezet op verbetering van de bestaande stad. Kort samengevat worden de nieuwe kansen gerealiseerd door: y y y y y y
een beheerste groei van het aantal woningen, in combinatie met aanpak van bestaande wijken (vernieuwing en reconstructie); aanpassing van de verkeersstructuur, waarbij de wens om een aansluiting op de nog te realiseren A4-zuid onverkort gehandhaafd blijft; het bieden van meer werkgelegenheid in Spijkenisse, door bedrijfsontwikkeling en in de sfeer van voorzieningen en dienstverlening; intensiever gebruik van bestaande voorzieningen en versterking van de regionale centrumfunctie op het gebied van zorg, kunst en cultuur, sport en eventueel onderwijs; revitalisering van het bestaande centrumgebied en uitbreiding van het centrum langs de haven richting Kolkplein; de "sprong over de Schenkelweg", waarmee de relatie met de Oude Maas versterkt wordt.
4.3.3
Van wonen naar leven: herziening Stadsplan
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
28
In oktober 2005 stelde de gemeenteraad de herziening van het Stadsplan vast. Het betreft hier een integrale en intersectorale analyse en herijking van doelen en uitgangspunten voor de periode tot 2020. De herziening moet beschouwd worden als een richtinggevende visie die uitgewerkt dient te worden in beleid en projecten. Zo kent het plan ook een ruimtelijke vertaling. Deze ruimtelijke vertaling zal een beeld schetsen van welke ruimtelijke mogelijkheden waar en onder welke condities mogelijk zijn. Evenzeer zal deze ruimtelijke vertaling inzicht geven in de ruimtelijke kaders en beperkingen waarvoor Spijkenisse zich in de toekomst gesteld ziet. De op te stellen Structuurvisie zal dit ruimtelijk beeld schetsen. Deze visie zal het Structuurplan uit 1991 vervangen. 4.3.4
Centrumplan
In het kader van het Stadsplan is het centrum verder ontwikkeld tot "huiskamer van de stad". De nadruk ligt daarbij op versterking van de kwaliteit en niet op het "zomaar" toevoegen van woningen, winkels en voorzieningen. Die kwaliteit zal vooral moeten komen van de ruimtelijk-functionele samenhang en van de mogelijkheid om "nieuw en bestaand" zo aan elkaar te koppelen dat het geheel meer is dan de som der delen. Een samenhangend stelsel van kwalitatief goede openbare ruimtes en routes (inclusief het water) zal als drager moeten fungeren voor het nieuwe centrum. Concreet zal de centrumontwikkeling gestalte moeten krijgen door onder meer: y y y
versterking van het stedelijk wonen; stimuleren en uitbreiden van de werkgelegenheid in en rond het centrum; het creëren van ruimte voor hoogwaardige voorzieningen op het gebied van zorg, welzijn en cultuur.
Binnen het gekozen hoofdmodel voor de centrumontwikkeling zal een aantal belangrijke samenhangende zones tot ontwikkeling worden gebracht. Daarbij gaat het onder andere om: y y y
hoogwaardige stedelijke woongebieden aan de rand van het kerncentrum en aan de rivier; hoogwaardige kantoorgebieden aan de rand van het gehele centrumgebied aan de Groene Kruisweg en bij het centrale metrostation. de zones zijn uiteraard niet monofunctioneel, maar hebben zo wel een ontwikkelingsaccent gekregen waarmee een goed samenhangend geheel in het centrum kan ontstaan.
4.3.5
Spijkenisse Rijp & Groen / Bomenbeleidsplan
In Spijkenisse Rijp & Groen uit oktober 1996 wordt een samenhangend streefbeeld gegeven van het groen in de toekomst. Aan de hand van vijf speerpunten wordt het beleid verder uitgewerkt in diverse concrete voorstellen voor het groen in Spijkenisse. In het plan wordt duidelijk gesteld dat Spijkenisse kiest voor een duurzaam beheer van het groene kapitaal. Het groen is de kracht van Spijkenisse en wordt daarom als zeer waardevol beschouwd. Het duurzame beheer is dan ook gericht op behoud en ontwikkeling van het groen. Op 16 december 2003 is het Bomenbeleidsplan vastgesteld en is daarmee bepalend geworden voor de openbare bomen van de stad. De hoofdstructuur van de bomen is duidelijk benoemd zodat deze beschermd en versterkt kan worden.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
29
4.3.6
Beleidsnota welstand
In juli 2004 is door de gemeenteraad een Beleidsnota welstand vastgesteld. In deze nota is geen afzonderlijk hoofdstuk over de onderhavige wijk opgenomen. Het is een woongebied dat na 1985 is gerealiseerd. Er is - zo zegt de nota - weer aandacht en geld voor architectuur. Er wordt in toenemende mate geëxperimenteerd met nieuwe en afwijkende bouwmaterialen In algemene zin geldt dat het een recent gebied betreft. Gestreefd wordt naar het vasthouden van het beeld dat bij de realisering van de wijk voor ogen stond. Veranderingen aan de voorzijde van de huizen moeten terughoudend benaderd worden vanwege de invloed op het algemene belevingsbeeld. De heldere opzet van lanen singels en straten zou erdoor aangetast kunnen worden. Toevoegingen op plat afgedekte huizen moeten getoetst worden in relatie tot de opbouw van de woning zelf en goed beoordeeld worden in relatie tot de omgeving. Zoals gezegd: de nota bevat geen specifiek welstandscriteria voor Vierambachten. De hierboven weergegeven regels zijn algemeen van aard. In het plan zelf worden overigens specifieke regels geformuleerd ter bescherming van de bijzondere stedenbouwkundige structuur. Deze normering gaat veel verder dan de algemene welstandscriteria. Zo is de toevoeging van aanbouwen aan de voor- en de achterzijde van woningen en is de toevoeging van een extra laag, een penthouse of een dakopbouw niet toegestaan, juist vanwege die bijzondere visuele kenmerken van de wijk. Een algemene mogelijkheid tot verticale verhoging zou in onevenredige mate afbreuk doen aan het architectonische en stedenbouwkundige beeld.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
30
Hoofdstuk 5
Ruimtelijke en functionele analyse
5.1
Bedrijven en Milieuzonering
5.1.1
Algemeen
Het plangebied betreft een voormalig bedrijfsterrein. Door verplaatsing van de bedrijvigheid is het gebied grotendeels vrijgemaakt voor woningbouw. Hierbij is met name die bedrijvigheid verplaatst die met woningbouw in het gebied onverenigbaar is. Een aantal bedrijven, waarvan door middel van specifiek onderzoek is vastgesteld dat de aanwezigheid hiervan geen gevolgen zou hebben voor het toekomstige woonmilieu, is niet verplaatst. Aan een gedeelte van het plangebied is dan ook de bestemming "B-K-D" toegekend. Daarnaast biedt het plan ruimte voor de vestiging van nieuwe bedrijvigheid en bedrijfswoningen binnen de bestemming "W-B". De bestemming "B-K-D" ligt centraal in het plangebied. De bestemming wordt grotendeels omsloten door woningbouw. Ten noorden van de J.A. Heijwegenlaan is de kleinschalige bedrijvigheid onder de woningen gesitueerd ("W-B"). 5.1.2
Planologische regeling voor bedrijven
Bij het opstellen van de planologische regeling voor bedrijven in het plangebied is gebruik gemaakt van de versie van de VNG-Handreiking "Bedrijven en Milieuzonering" d.d. 16 april 2007. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt een Staat van bedrijfsactiviteiten gehanteerd. Deze staat geeft aan de hand van verschillende hinderaspecten, zoals geur, geluid, stof en gevaar, een afstand aan in meters die een genoemde bedrijvigheid/voorziening in acht moet nemen ten opzichte van woningen. De bij dit bestemmingsplan gehanteerde staat komt overeen met het model zoals die is opgenomen in voornoemde VNG-handreiking. Gegeven de functie van het plangebied (overwegend wonen) en de bestaande afstand tussen de bestaande woningen en bedrijven kan in beginsel in het gebied alleen bedrijvigheid worden toegestaan behorende tot categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (de lichtste vorm van bedrijvigheid). De opgenomen bestemmingen "B-K-D" en "W-B" staan dan ook uitsluitend de vestiging van deze bedrijven toe. Een Staat van Bedrijfsacitiviteiten hebben wij als bijlage bij de regels van dit plan opgenomen. 5.1.3 Bestaande bedrijfsmatige en maatschappelijke activiteiten in het plangebied: In de onderstaande tabel is een opsomming gegeven van de binnen het plangebied aanwezige bedrijven en maatschappelijke voorzieningen. Hierbij is gebruik gemaakt van de staat van bedrijfsactiviteiten zoals die hierboven onder de planologische regeling is beschreven.
Adres
Omschrijving activiteit
S.B.I.- categorie Algemene toelaatbaarheid
J.A. Heijwegenlaan 9 Stichting IPSE arbeidscentrum
Cat. 2 (code 3663,1)
Cat. 2
M. Beenstraat 16/18
Cat. 2 (code 453)
Cat. 2
'Centragas Warmtetechniek', installatiebedrijf voor het installeren, repareren en onderhoud van warmteketels
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
31
M. Beenstraat 6-12
Dienstverlening m.b.t. welzijn
Cat 1. (code 85) Cat. 1
Zinkseweg 25
Sportschool "De Hoog"
Cat 2. (code 92) Sportschool
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de gevestigde bedrijven vallen onder de toegelaten bedrijfscategorieën 1 en 2. De aanwezige sportschool wordt binnen de bestemming "Bedrijf, kantoor en dienstverlening" mogelijk gemaakt door middel van de subbestemming "recreatieve indoorsportbeoefening". De afstand van deze sportschool tot het dichtstbijzijnde woonblok bedraagt ca. 4 meter. Op basis van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zou in verband met mogelijke geluidhinder een afstand van 30 meter moeten worden aangehouden. Gezien de omvang en de activiteiten die in de sportschool plaatsvinden kan echter worden aangenomen dat de activiteiten het woonklimaat niet of nauwelijks zullen beïnvloeden. Tevens worden er via de milieuwetgeving in de van kracht zijnde milieuvergunning eisen gesteld aan de maximale geluidsbelasting die omwonenden mogen ondervinden van de school. 5.1.4 Bedrijfsmatige en maatschappelijke activiteiten in de omgeving van het plangebied In de directe nabijheid van het plangebied zijn de volgende onderwijs voorzieningen gehuisvest: y y y
"Blaise Pascal" (voortgezet onderwijs); "De Sluis" (voortgezet speciaal onderwijs); "De Eilanden" (voortgezet beroepsonderwijs);
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
32
Uit de gebruikte handreiking Bedrijven en Milieu zonering van de VNG (d.d. 16 april 2007) blijkt dat voor onderwijsinstellingen een richt afstand tot woningbouw geldt van 30 meter. Mogelijke geluidshinder is de bepalende factor voor de genoemde richt afstand. De afstand van de woningen tot deze voorzieningen bedraagt overal meer dan 30 m. Voor het overgrote deel van het plangebied wordt voldaan aan de genoemde richt afstand. Er zijn echter een aantal situaties waarbij op korte afstand van de onderwijsgebouwen is gebouwd. Op deze situaties wordt hieronder nader ingegaan.
Situering woningbouw ten opzichte van "De sluis" Zoals hiervoor is aangegeven is de milieubelasting soort geluid bepalend voor de afstand die aangehouden zou moeten worden bij woningen in de omgeving van onderwijs voorzieningen. Het geluid van de onderwijsvoorziening wordt voornamelijk geproduceerd op het buitenterrein van een school. De mate van hinder van een dergelijk terrein hangt af van de ligging van het terrein en het aantal leerlingen van de betreffende school. Het aantal leerlingen van "De Sluis" bedraagt circa 150. Het buitenterrein is gelegen op een afstand van circa 40 meter. Gezien het geringe aantal leerlingen en de ligging van het buitenterrein is niet te verwachten dat de woningen onaanvaardbare hinder zullen ondervinden van de onderwijsvoorziening. Afstand van de bedrijfswoningen ten opzichte van de onderwijs voorzieningen. De locatie voor 28 bedrijfswoningen is gesitueerd aan de noordzijde van de J.A. Heijwegenlaan. De locatie ligt in de directe nabijheid van de verschillende onderwijs voorzieningen. Hieronder wordt per school op de situatie ingegaan.
Afstand tot de "Blaise Pascal" De afstand van de dichtstbijzijnde gevel van de school tot aan de locatie bedraagt 38 meter. Op grond van eerder aangehaalde richtlijn "Bedrijven en Milieu zonering" zou een afstand van 30 meter aangehouden moeten worden. De toegang tot de school en het schoolplein liggen op circa 120 meter van de locatie met de bestemming bedrijfsruimte met bedrijfswoningen. Het plein en de toegang worden afgeschermd van deze locatie door het schoolgebouw. Gezien de afstand en de afscherming kan gesteld worden dat voor wat betreft deze situering wordt voldaan aan de staat van bedrijfsactiviteiten.
Afstand tot "De Sluis" De dichtstbijzijnde gevel van het schoolgebouw ligt op een afstand van circa 28 meter van de bedrijfswoningen. De buitenruimte behorend bij het schoolgebouw is gesitueerd aan de westzijde. Ook in dit geval worden de bedrijfswoningen afgeschermd door het schoolgebouw en zal de locatie geen onaanvaardbare geluidhinder ondervinden.
Afstand tot "De Eilanden" De afstand tot de school "De Eilanden" bedraagt circa 15 meter. De toegangsroute en de parkeerplaatsen voor het personeel liggen op 10 meter afstand van de woningen. Gezien het geringe aantal verkeersbewegingen is hier geen hinder te verwachten. Bij de drie hiervoor behandelde situaties dient tevens bedacht te worden dat het gaat om bedrijfswoningen met zeer kleinschalige bedrijvigheid. Feitelijk kan het gebied ten noorden van de J.A. Heijwegenlaan dan ook gezien worden als een gebied met gemengde functies van wonen, lichte bedrijvigheid en maatschappelijke voorzieningen (onderwijs Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
33
instellingen). In dergelijke gebieden zijn belastende activiteiten op kortere afstanden dan de richt waarden minder problematisch dan in een rustige woonwijk. In de VNG-richtlijn "Bedrijven en Milieu zonering" is specifiek aandacht besteed aan locaties met functiemenging. Voor onderwijs voorzieningen is aangeven dat in gemengde gebieden in ieder geval sprake moet zijn van een bouwkundige afscheiding tussen de voorziening en de woning. Dit is overal in het onderhavige plan het geval. 5.1.5
Conclusie
Met betrekking tot de aanwezige bedrijvigheid in het plangebied kan worden gesteld dat deze activiteiten het woonklimaat niet zullen aantasten. Door de in het plan opgenomen bestemmingsregeling mag aangenomen worden dat ook nieuwe bedrijven het woonklimaat niet negatief zullen beïnvloeden.
5.2
Luchtkwaliteit
In november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. In deze wet staat een gebiedsgerichte aanpak via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) centraal. Deze programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en gevolgen voor de luchtkwaliteit. Het onderhavige plan heeft tot doel het vastleggen van reeds bestaande functies. De vaststelling van dit bestemmingsplan zal daarom niet tot gevolg hebben dat er nieuwe woon- of bedrijfsfuncties gerealiseerd kunnen worden die mogelijk een verslechtering van de luchtkwaliteit tot gevolg zouden kunnen hebben. Ten aanzien van de huidige kwaliteit van de lucht in het plangebied kan opgemerkt worden dat de DCMR milieudienst Rijnmond in 2007 een rapportage heeft opgesteld over waarin de luchtkwaliteit in de gemeente Spijkenisse in 2006 is onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat zich alleen op enkele plaatsen langs het hoofdwegen netwerk in Spijkenisse lichte overschrijdingen voordoen van de normen voor fijn stof en NO2 in de lucht. Het voorliggende plangebied is gelegen tussen de hoofdwegen Hekelingseweg en Baljuwlaan. Uit de luchtrapportage van de DCMR milieudienst Rijnmond blijkt dat er zich langs de Baljuwlaan geen overschrijdingen voordoen van de luchtkwaliteitsnormen. Langs de Hekelingseweg wordt op sommige plaatsen de grenswaarde voor NO2 overschreden. De zogenaamde plandrempel wordt echter niet overschreden. Dit betekent dat de verwachting is dat, op basis van de door de regering ingezette generieke maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, er in 2010 geen overschrijding meer zal zijn van de NO2-norm op deze locatie. Ook de daggemiddelde concentratie fijn stof (PM10) wordt op enkele wegvlakken langs de Hekelingseweg vaker overschreden dan de hiervoor gestelde grensnorm. Deze overschrijding doet zich achter voor tot maximaal 10 meter vanaf het wegvlak. Gezien het feit dat alle bebouwing in het plangebied verder van de weg gelegen zullen zich hier geen overschrijdingen voordoen.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
34
5.3
Geluid
5.3.1
Wegverkeer
Het bestemmingsplan Vierambachten heeft betrekking op een reeds bestaande woonwijk die reeds eerder planologisch is vastgelegd. Door het voorliggende plan worden dan ook geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt, er is alleen sprake van het vastleggen van de bestaande situatie. De gehele wijk is tevens ingericht als 30 kilometer zone. Voor deze interne wegen geldt daarom op basis van de Wet geluidhinder geen zone. Naar aanleiding van de planologische procedure voor de realisatie van woningbouw langs de J.A. Heijwegenlaan (ten tijde van dit besluit was er nog geen dertig kilometer zone ingesteld) is op 11 oktober 1996 voor een aantal woningen door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een hogere grenswaarde vastgesteld van 53 dB(A). Tevens zijn voor de bouw van een flatgebouw langs de Hekelingseweg door Gedeputeerde Staten op 1 augustus 1996 hogere grenswaarden vastgesteld.
5.3.2
Eu-geluidskaart
In het kader van de EU-richtlijn omgevingslawaai heeft de gemeente Spijkenisse een geluidsrapportage met geluidskaart opgesteld voor haar grondgebied. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
35
In het betreffende rapport zijn op basis van modelberekeningen de geluidsbelastingen veroorzaakt door het wegverkeer, het railverkeer (de metro), de industrie en de scheepvaart in beeld gebracht. Hierbij is zowel gekeken naar de gemiddelde geluidsbelasting over de gehele dag als de belasting in de nachtperiode. De uitkomsten van het rapport kunnen gebruikt worden als indicatie voor de geluidssituatie in een bepaald gebied in de gemeente. Wanneer gekeken wordt naar het onderhavige plangebied dan blijkt dat het merendeel van de bebouwing gelegen is in de zone waar de gecumuleerde geluidsbelasting van alle bekende bronnen ligt tussen de 50 en de 54 Lden. Aan de randen van het plangebied bevinden zich woningen die een hogere belasting van 55 tot 59 Lden ondervinden. In de nachtelijk periode ligt de geluidsbelasting in vrijwel het gehele plangebied onder de 50 Lnight. Alleen aan de randen bevinden zich enkele woningen die een hogere belasting ondervinden tot maximaal 54 Lnight. Bij belastingen hoger dan 55 Lden over de gehele dag of hoger dan 50 Lnight is er mogelijk sprake van geluidshinder bij bewoners. Alleen aan de randen van het plangebied bevinden zich dus woningen waar sprake is van een in enige mate verhoogde geluidsbelasting. In stedelijke gebieden komen dergelijke situaties erg veel voor en er is dan ook geen sprake van een uitzonderlijke situatie. Aan de hand van de opgestelde geluidskaart zal er door de gemeente Spijkenisse in 2008 een actieplan worden opgesteld waarin wordt aangegeven welke maatregelen er in de toekomst zullen worden genomen om de geluidshinder verder terug te dringen. Bij dit actieplan zal ook worden aangeven vanaf welke geluidsbelasting aan de gevel de gemeente Spijkenisse extra maatregelen noodzakelijk acht (de zogenaamde plandrempel). 5.3.3
Industrielawaai
In Spijkenisse zijn een tweetal gezoneerde bedrijventerrein gelegen, namelijk de bedrijventerreinen "Halfweg" en "Hongerland". Het onderhavige plangebied ligt buiten de geluidscontouren van deze bedrijventerreinen. Buiten Spijkenisse is het industriegebied Botlek-Pernis gelegen. In verband met het industrielawaai van dit industriegebied zijn in het kader van de artikel 19-procedure voor de bouw van woningen binnen het plangebied in 1996 hogere grenswaarden vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Op dat moment kon nog niet vooruitgelopen worden op de resultaten van het saneringsonderzoek geluidhinder Botlek. Inmiddels is het betreffende saneringsonderzoek afgerond. Rondom het industriegebied Botlek is een nieuwe geluidscontour vastgesteld die zich voor een gedeelte uitstrekt over het grondgebied van Spijkenisse. Binnen deze zone wordt de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) overschreden. Voor de sanering van het industriegebied zijn vooruitlopend daarop door de provincie nieuwe geluidscontouren vastgesteld die aangeven waar de contouren voor 55 en 60 dB(A) in 2010 zullen liggen. Het plangebied ligt buiten deze geluidscontouren.
5.4
Bodem
5.4.1
Algemeen
Het plangebied Vierambachten wordt globaal omgeven door: Vierambachtenboezem, Hekelingseweg, J.A.Heijwegenlaan en Baljuwlaan. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
36
Historisch gezien kan over de infrastructuur in en rondom het gebied het volgende worden opgemerkt: y y y y y y y
de Vierambachtenboezem is een oorspronkelijke begrenzing; het terrein wordt doorsneden door de Zinkseweg, een oorspronkelijke polderweg; de Hekelingseweg is aangelegd in circa 1950; de J.A.Heijwegenlaan (voormalige Nijverheidstraat) en de M. Beenstraat (voormalige Ambachtstraat) zijn aangelegd in circa 1960; de Baljuwlaan is aangelegd in 1980-1983. In het gebied was één boerderij met opstallen aanwezig ten behoeve van agrarisch gebruik. Langs de Vierambachtenboezem is een (stoom)watermolen aanwezig geweest.
Na het agrarisch gebruik hebben zich sinds 1960 de volgende activiteiten in het gebied afgespeeld. 5.4.2
Het gebied ten noorden van de Zinkseweg
Dit deel is ontwikkeld als bedrijventerrein. De volgende bedrijven zijn op het bedrijventerrein gevestigd (geweest): aannemingsbedrijven voor bouwkunde, kabels en leidingen en weg- en waterbouw, aardappelhandel, bakkerij, carrosseriebedrijf, garagebedrijven, houtbewerkingsbedrijven, kantoren, las- en constructiebedrijven, op- en overslag van goederen, rioolwater-zuivering, schildersbedrijven, sportschool, vrachtwagenparkeer-terreinen met wasplaatsen. Bij diverse bedrijven zijn ondergrondse opslagtanks voor olieproducten aanwezig geweest. 5.4.3
Het gebied ten zuiden van de Zinkseweg
Het Waterschap De Brielse Dijkring heeft een deel van het gebied gebruikt als locatie voor berging van baggerspecie uit de Vierambachtenboezem. Na deze activiteit is de locatie gebruikt als volkstuinenterrein. Op een deel van het gebied is een tijdelijke onderwijsvoorziening gevestigd geweest met de bijbehorende parkeerterreinen. In 1995 is op deze locatie een aantal tijdelijke wisselwoningen ten behoeve van asielzoekers opgericht. Deze wisselwoningen hebben inmiddels plaats gemaakt voor nieuwe bebouwing. Met uitzondering van J.A.Heijwegenlaan (Nijverheidstraat) 9-11 zijn alle percelen aangekocht door de gemeente Spijkenisse. De opstallen zijn, met uitzondering van het woonhuis op J.A.Heijwegenlaan (Nijverheidstraat) 7 en de bebouwing op J.A.Heijwegenlaan (Nijverheidstraat) 9-11, M. Beenstraat (Ambachtstraat) 2-4, 6 en 8, gesloopt. Het totale gebied is heringericht tot woningbouwgebied 5.4.4
Milieutechnisch onderzoek van de bodem
Algemeen Op 21 juni 2005 is een bodemkwaliteitskaart met een bijbehorend bodembeheerplan voor de gemeente Spijkenisse vastgesteld. In deze kaart is de gemiddelde bodemkwaliteit van de verschillende bodemzones in de gemeente vastgelegd. De bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan zijn conform het provinciale beleid, zoals dat is vastgelegd in de nota "Spitten met kwaliteit 2" , opgesteld. De beoogde planontwikkeling valt binnen de bodemkwaliteitzone wonen noord 1940-1980. De achtergrondconcentratie van de betreffende zone ligt conform het provinciaal beleid voor de toetsing van de 50-percentielwaarde onder de streefwaarde en voor de toetsing van de 95-percentielwaarde boven de streefwaarde en onder de tussenwaarde. Op basis van het hiervoor genoemde vastgestelde bodembeheerplan is binnen deze zone geen vrij grondverzet mogelijk. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
37
Het gebied ten noorden van de Zinkseweg Bij de aankoop door en overdracht aan de gemeente Spijkenisse van de percelen op het bedrijventerrein is de milieutechnische bodemkwaliteit vastgesteld. Deze onderzoeken zijn ter inzage bij de vakgroep Bouw- en Woningtoezicht, afdeling Ontwikkeling en Ontwerp, van de gemeente Spijkenisse. Perceel J.A.Heijwegenlaan (Nijverheidstraat) 9-11 is niet in het bezit van de gemeente Spijkenisse, hiervan zijn geen onderzoeksgegevens bekend. De milieutechnische bodemkwaliteit van het bedrijventerrein varieerde van Streefwaarde tot Interventiewaarde met enkele spots boven de Interventiewaarde. De verontreinigingen concentreerden zich voornamelijk rond de wasplaatsen op de parkeerterreinen, de garagebedrijven en de ondergrondse olietanks. Plaatselijk kwamen oppervlakteverhardingen (voornamelijk slakken) voor waarvan de milieutechnische kwaliteit boven de Interventiewaarde lag. De aanwezige opstallen zijn gesloopt en de ondergrondse opslagtanks zijn verwijderd en gesaneerd. Bodemsaneringen zijn uitgevoerd op de volgende percelen: y y
M. Beenstraat (Ambachtstraat)1-7, 2, 16; J.A.Heijwegenlaan (Nijverheidstraat) 1, 3, 5,
Bij de saneringen zijn de te realiseren saneringsdoelen bereikt. De woonwijk Vierambachten is gerealiseerd in een gebied dat voor de ontwikkeling van de wijk een gemengde functie had. Er bevonden zich in het gebied naast woningbouw o.a. een bedrijventerrein, een A.W.Z.I., schoolvoorzieningen, asielwoningen en een volkstuinencomplex. Gezien het heterogene gebruik van het gebied is het aannemelijk dat er zich puntverontreinigingen bevinden in de bodem van het plangebied. Om inzicht te krijgen in de bodemkwaliteit op de locatie binnen het plangebied zijn de volgende bronnen geraadpleegd: y y
De Bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan van de Gemeente Spijkenisse; de bekende bodemonderzoeken die zijn uitgevoerd in het plangebied.
Terreinen ten zuiden van de Zinkseweg Van de overige percelen is door middel van onderzoek de milieutechnische bodemkwaliteit vastgesteld. De kwaliteit van de onderwaterbodem van de te dempen singel rond het volkstuinencomplex is vastgesteld. De resultaten van deze onderzoeken zijn ter inzage bij de vakgroep Bouw- en Woningtoezicht, afdeling Ontwikkeling en Ontwerp, van de gemeente Spijkenisse. De milieutechnische bodemkwaliteit welke is vastgesteld van de percelen welke worden heringericht voor woningbouw ligt rond of iets boven de streefwaarde. Bij de locaties welke hieraan niet voldoen wordt gesaneerd tot een overeenkomstig niveau, rond of iets boven de streefwaarde. Bodemsaneringen zijn uitgevoerd op de volgende percelen: y y y
Zinkseweg 4, locatie voormalige boerderij; langs de Vierambachtenboezem, de locatie van de vroegere watermolen; Zinkseweg en voormalig parkeerterrein tijdelijke onderwijsvoorziening, verwijderen wegverharding en wegfundering. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
38
Bij de saneringen zijn de te realiseren saneringsdoelen bereikt. 5.4.5
Conclusie
Verschillende delen binnen het plangebied zijn onderzocht en gesaneerd. De bereikte bodemkwaliteit is in overeenstemming met het gebruik. Eén en ander is uitgevoerd conform het provinciale beleid.
5.5
Externe veiligheid
5.5.1
Algemeen
Alle ruimtelijke plannen moeten worden getoetst aan de wetgeving op het gebied van externe veiligheid. Deze verplichting is voor wat betreft de risico's van bedrijven vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS) voor wat betreft het transport van gevaarlijke stoffen. De toetsing aan het externe veiligheidsbeleid moet worden uitgevoerd wanneer het plangebied gelegen is binnen het invloedsgebied van een risicobron. Wanneer dit het geval is moet beoordeeld worden of het plan voldoet aan de grens c.q. richtwaarde van het plaatsgebonden risico van deze risicobron. Verder zal in dat geval het groepsrisico verantwoord moeten zijn. De DCMR Milieudienst Rijnmond heeft op verzoek van de gemeente een inventarisatie gemaakt van alle risicovolle inrichtingen en transportroutes die invloed kunnen op het gemeentelijk grondgebied . Deze inventarisatie vormt de basis voor het opstellen van een externe veiligheidsvisie voor de structuurvisie 2020 van Spijkenisse . In dit rapport is daarom voor zowel de huidige situatie als de toekomstige situatie in 2020 overeenkomstig de (concept) structuurvisie een toetsing van alle plannen uitgevoerd aan de grens- en richtwaarde van het plaatsgebonden risico van de geïnventariseerde risicobronnen en de omvang van het groepsrisico bepaald. 5.5.2
Toetsing aan het externe veiligheidsbeleid
Uit het rapport van de DCMR, dat op 26 februari 2008 bestuurlijk is vastgesteld (zie bijgevoegd besluit), blijkt dat het plan gelegen buiten het invloedsgebied van de risicobronnen die invloed kunnen hebben op het gemeentelijk grondgebied. Het aspect externe veiligheid is daarom voor dit plan niet relevant.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
39
5.6
Waterparagraaf
5.6.1
Watertoets en waterbeheer
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van Waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. De aanleg en het onderhoud van de riolering is in handen van de gemeente. De provincie is verantwoordelijk voor het grondwaterbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is in het kader van de watertoets overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf, de verbeelding (voorheen plankaart) en de regels (voorheen voorschriften). De bouw van de woningen in Vierambachten is in 1997 via een vrijstelling ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juridisch mogelijk gemaakt. Over het ontwerp en de inrichting van het woongebied is uitvoerig overleg gevoerd met de waterbeheerder. Door middel van dit bestemmingsplan wordt de bestaande situatie vastgelegd. Onderhavig bestemmingsplan is derhalve volledig conserverend/consoliderend van aard. Met betrekking tot de inmiddels gerealiseerde bouwplannen heeft op 20 november 2003 overleg plaatsgevonden met de waterbeheerder. Daarbij werd de waterparagraaf uitgebreid besproken. De waterbeheerder heeft hierna schriftelijk gereageerd. De reactie was positief. Voor de in de zomer van 2009 aangelegde rotonde aan de Hekelingsweweg - J.A.Heijwegenlaan werd in september 2008 een vrijstelling ex artikel 19, lid 2, WRO verleend. Ook omtrent de aanleg van deze rotonde heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden met de waterbeheerder. 5.6.2
Bodem en water
Het plangebied is gelegen aan de Vierambachtenboezem, een belangrijke hoofdwatergang van het afwateringssysteem van Spijkenisse. In de Vierde Nota Waterhuishouding is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is duurzaam stedelijk waterbeheer. Ook het beleid van de provincie richt zich op duurzaam stedelijk waterbeheer. Aandachtspunten hierbij zijn: de relatie tussen het stedelijk water en het water in het omliggend gebied, vergroting van het waterbergend vermogen in stedelijk gebied met name in de stadsranden; verbetering van de waterkwaliteit en het vergroten van de belevingswaarde van water zodat kansen worden gegeven voor natuur en recreatie in en rondom stedelijk gebied. Het beleid van de waterbeheerder en waterkwaliteitsbeheerder is primair gericht op het vergroten van de waterbergingscapaciteit en het verbeteren van de waterkwaliteit in stedelijk gebied. In het gemeentelijk rioleringsplan zijn richtlijnen vastgelegd voor de afvoer van afval en hemelwater in verbeterd gescheiden stelsels.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
40
5.6.3
Huidige watersysteem
Afwatering Het plangebied ligt aan de hoofdwatergang de Vierambachtenboezem. In tegenstelling tot de naam is geen sprake van boezemwater maar van polderwater. De Vierambachtenboezem is een belangrijke hoofdwatergang die niet alleen een afvoer- en bergingsfunctie heeft voor het stedelijke gebied van Spijkenisse, maar ook dient voor de afvoer vanuit het landelijk gebied gelegen ten westen van Spijkenisse (gemeente Bernisse). De afvoer van overtollig water wordt vanuit de gebieden in Spijkenisse-Noord in de watergangen richting oosten naar het gemaal van het waterschap Hollandse Delta bij de haven geleid en uitgeslagen op de Oude Maas. In het plangebied is een verschil in peil aanwezig tussen de Vierambachtenboezem en de in het plan aanwezige singels van 5 centimeter. Het peil van de watergangen in het plangebied is - 2,20 m NAP en de Vierambachtenboezem heeft een peil van - 2,25 m NAP. Alhoewel de Vierambachtenboezem in een ander peilgebied is gelegen is met het waterschap afgesproken dat deze boezem mee mag tellen voor de waterberging in onderhavig plangebied. Het waterschap Hollandse Delta heeft het plan Waterbeheer Putten opgesteld en op grond daarvan zal de waterbeheersing op het eiland Putten verbeterd worden. Er vervallen twee bestaande gemalen en er wordt één nieuw gemaal gebouwd. De overige twee bestaande gemalen blijven inzetbaar bij calamiteiten en voor het doorspoelen van het stedelijke gebied. Watervoorziening en waterkwaliteit Via bovenstrooms gelegen inlaten wordt het gebied in droge perioden voorzien van water van goede kwaliteit uit het Voedingskanaal. Via vrij verval worden hiermee de diverse peilgebieden, waaronder dit deel van het plangebied, doorgespoeld waarmee tekorten worden aangevuld en stilstaand water wordt tegengegaan. Met het verbeterd gescheiden rioleringsstelsel is ook een impuls gegeven aan de verbetering van de waterkwaliteit in de watergangen. De waterkwaliteit in het plangebied van de hoofdwatergang en van de watergangen in het woongebied is matig. Riolering Het plangebied is voorzien van een verbeterd en gescheiden rioleringsstelsel. Het schone deel van het hemelwater wordt via dit stelsel geloosd op de Vierambachtenboezem. Een aansluitend maar buiten onderhavig bestemmingsplan vallend bedrijventerrein loost op de sloot langs de Baljuwlaan. Ook deze sloot is niet in onderhavig plangebied gelegen. Oeverinrichting De oevers van de Vierambachtenboezem hebben een sterk landschappelijk en recreatief karakter. Met zichtlijnen en groene zones is gestreefd de beleving van (de zone langs) het water voor dit woongebied te vergroten. Bij de stedenbouwkundige opzet van het plangebied is ervoor gekozen de solitaire hoogbouw in de groene zone aansluitend op de Vierambachtenboezem zoveel mogelijk bij het water te betrekken, met strakke oeverinrichting van de Vierambachtenboezem. Natuurvriendelijke herinrichting van de oevers aan deze zijde van de Vierambachtenboezem past niet bij het stedenbouwkundige karakter van de hoogbouw. Aan de overzijde en verder ten westen aan de Vierambachtenboezem zijn in het kader van het stedelijk waterplan natuurvriendelijke oevers aangelegd. 5.6.4
Normstelling en beleid
Voor het actuele landelijke en provinciale waterbeleid wordt verwezen naar onderstaande drie Beleidskaders. Voor Spijkenisse zijn diverse onderzoeken uitgevoerd en plannen opgesteld waarvan de programma's thans in uitvoering zijn. De relevante onderdelen voor dit plangebied zijn hieronder samengevat. Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
41
In het "Waterstructuurplan", dat inmiddels in samenwerking met de waterbeheerder is opgesteld voor het stedelijk gebied van Spijkenisse worden tot 2015 geen maatregelen voorgesteld om eventueel voorkomende vormen van wateroverlast in het peilgebied ten zuiden van de Vierambachtenboezem te verminderen c.q. op te heffen. Voor het peilgebied ten noorden van de boezem toonden de uitkomsten van de berekeningen in eerste instantie aan dat dit gebied wel gevoelig was voor wateroverlast. Dit werd niet zo zeer veroorzaakt door een tekort aan bergingscapaciteit (het waterpercentage bedroeg destijds 6,13%), maar werd voornamelijk veroorzaakt door een te geringe afvoercapaci- teit van overtollig water richting de Vierambachtenboezem en het uitslaggemaal De Leeuw van Putten. De afgelopen jaren is met het uitvoeren van diverse (her-)inrichtingsplannen extra waterberging gecreëerd en is tevens een extra mogelijkheid voor de afvoer van overtollig water uit dit peilgebied aangelegd. Op basis van deze nieuwe situatie heeft het waterschap herberekeningen uitgevoerd waaruit is gebleken dat voor het treffen van deze maatregelen het onderhavige peilgebied niet meer gevoelig is voor wateroverlast. Verder is in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Spijkenisse een maatregelenpakket opgenomen om de vuilemissie vanuit de gemengde rioolstelsels in de gemeente dusdanig te reduceren dat hiermee voldaan wordt aan de zgn. "basisinspanning". In alle woonwijken welke destijds van een gemengd rioolstelsel zijn voorzien, zijn de geplande maatregelen inmiddels uitgevoerd door het leggen van in totaal vijftien zgn. bergbezinkvoorzieningen (BBV's). De uitvoering hiervan werd bovendien vaak gecombineerd met het sluiten van bestaande overstorten en/of het verhogen van de oorspronkelijke drempelhoogtes. Ook het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering naar oppervlaktewater heeft bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen. Hiermee voldoet Spijkenisse aan de eisen zoals gesteld in de Wet Milieubeheer. Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer Zoals beschreven in het Waterbeheersplan Zuid-Holland Zuid streeft de waterbeheerder naar een duurzaam stedelijk waterbeheer. In dit kader en met het oog op de verwachte klimaatveranderingen (nattere winters, drogere zomers, hevigere buien) dient bij deze ruimtelijke ontwikkeling rekening te worden gehouden met de volgende aspecten: aanleg van een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel, daarnaast afkoppelen van schoon verhard oppervlak naar het open water bij een gemengd rioolstelsel, vergroting van het waterbergend vermogen, het gebruik van duurzame bouwmaterialen en daar waar visueel passend bij de omgeving aanleg van natuurvriendelijke oevers. Dit laatste verhoogt het zelfreinigend vermogen en vergroot de ecologische potenties en de belevingswaarde van het water. Voor nieuw stedelijk gebied met een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel hanteerde de waterkwantiteitsbeheerder de norm van minimaal 8% open water. Deze norm is gebaseerd op het toen (d.w.z. ten tijde van de bouw van de in het plangebied gerealiseerde woningen) geldige beleid van voormalig waterschap De Brielse Dijkring. Inmiddels geldt (voor nieuwe situaties) dat extra oppervlaktewater moet worden gegraven met een oppervlakte van 10%. Gezien het feit echter dat ten tijde van de bouw van alle in het plangebied gerealiseerde woningen de norm van 8% gold en er geen nieuwe ontwikkelingen in het plangebied zijn opgenomen kan vastgehouden worden aan de 8% norm. Aanvullend is van belang dat de waterbeheerder een Waterstructuurplan heeft opgesteld voor heel Voorne-Putten, waarin duurzaam waterbeheer, geënt op het beleid van de Commissie WB21, is uitgewerkt zodat het ingebracht kan worden in de afstemming met de ruimtelijke ordening. Ook de gemeente Spijkenisse streeft naar een duurzaam stedelijk waterbeheer. Zij heeft daartoe in 1998 een Stedelijk Waterplan opgesteld, waarin een actieplan is geformuleerd om de waterkwaliteit in de stad te verbeteren, over de periode 1998-2006. Inmiddels hebben de genomen maatregelen vanuit dit waterplan geleid tot een meetbaar positief effect op de oppervlaktewaterkwaliteit in vrijwel geheel Spijkenisse.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
42
De gemeente wil naast de verbetering van de waterkwaliteit ook de waterkwantiteitsproblematiek aanpakken: wateroverlast en het tekort aan waterberging. Daartoe heeft zij samen met de waterbeheerder het Waterstructuurplan voor de gemeente Spijkenisse opgesteld. Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer in relatie tot het bestemmingsplan In het kader van de bouw van de woningen op grond van de destijds gevoerde artikel 19 WRO-procedure is gelet op het tot stand brengen van oppervlaktewater. In verband daarmee zijn aan de westzijde van de flats B. de Roijstraat waterpartijen van ca. 1.000 m2 aangelegd. In de groenzone langs de Vierambachtenboezem is aanvullend een vijver met een oppervlak van ca. 2.000 m2 gegraven. In combinatie met de onverharde groene gebieden is in voldoende mate voorzien in de opvang en de buffering van regenwater in perioden van overvloedige neerslag. De groene gebieden zullen hun onverharde karakter behouden. Krachtens het plan bestaat de mogelijkheid extra parkeervoorzieningen in dit groen aan te leggen. Tevens kunnen paden aangelegd worden. De daarmee gemoeide oppervlakte zal in relatie tot het gehele oppervlak gering zijn. Het is derhalve niet nodig in de voorschriften beschermende bepalingen op te nemen. Het is ook in het belang van de gemeente zelf om ervoor te zorgen dat de waterbuffering- en afvoer niet in gevaar komt. Als er al sprake is van een toeneming van het verharde oppervlak zal gekeken worden naar eventuele compenserende maatregelen. Het waterschap Hollandse Delta hanteerde als norm dat bij een verbeterd en gescheiden rioleringstelsel 8% van het plangebied uit (polder)water dient te bestaan om te garanderen dat wateroverlast wordt voorkomen. Inmiddels in die norm opgetrokken naar 10%. In het plangebied is 5575 m2 open water aanwezig (exclusief hoofdwatergang), hetgeen bij een plangebied van 13,2 ha overeenkomt met 4,2%. Door de recente aanleg van de natuurvriendelijke oevers en waterberging aan de overzijde van het plangebied aan de Vierambachtenboezem is de waterberging in het gebied aanzienlijk vergroot. Onderhavig plangebied maakt deel uit van een groter gebied (Spijkenisse-Noord) waar een tekort aan waterberging was. In het kader van het Waterstructuurplan (september 2004) zijn maatregelen geformuleerd om dit knelpunt aan te pakken. Zo zijn inmiddels extra waterberging buiten het plangebied gerealiseerd en wordt aan de norm van 8% voldaan. Aanvullend zal zoveel mogelijk ingezet worden op meervoudig ruimtegebruik, bijvoorbeeld door middel van verlaagde groenvoorzieningen, die in natte perioden ook voor waterberging gebruikt kunnen worden. In het gemeentelijk waterstructuurplan zijn oplossingen aangedragen. Zie ook verder onder 5.6.5 en 5.6.6. 5.6.5 Waterberging Uitgangspunt vormen de de berekeningsresultaten zoals deze in de waterstructuurplannen voor het stedelijken landelijk gebied zijn gepresenteerd. De uitkomsten van deze berekeningen toonden in eerste instantie aan dat peilgebied nr. 5.11 (wijken Schiekamp en Vierambachten) gevoelig was voor wateroverlast. Dit werd niet zo zeer veroorzaakt door een tekort aan bergingscapaciteit, maar werd voornamelijk veroorzaakt door een te geringe afvoercapaciteit van overtollig water richting de Vierambachtenboezemen het uitslaggemaal. De afgelopen jaren is met het uitvoeren van diverse (her)inrichtingsplannen extra waterberging gecreeerd en is tevens een extra mogelijkheid voor de afvoer van overtollig water uit dit peilgebied aangelegd. Op basis van deze nieuwe situatie heeft het waterschap herberekeningen uitgevoerd waaruit is gebleken dat door het treffen van deze maatregelen peilgebied nr. 5.11 niet meer gevoelig is voor wateroverlast.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
43
5.6.6 Afvoeren peilgebieden Zoals onder 5.6.5 vermeld is tijdens de voorbereiding van dit plan de afvoersituatie in peilgebied nr. 5.11 aanzienlijk verbeterd. De afvoer van overtollig oppervlaktewater wordt daar zoveel mogelijk in zuidwestelijke richting omgeleid naar het bedrijventerrein Halfweg. Aldaar is voldoende waterberging aanwezig. Al zo wordt een positieve bijdrage geleverd aan een betere afvoermogelijkheid van water uit het plangebied en de aangrenzende bovenstrooms gelegen woonwijken. Momenteel wordt nog in overleg met het waterschap nagegaan in hoeverre bij de ontwikkeling van het voorliggende herinrichtingsplan de afvoer van overtollig water uit het peilgebied nog verder kan worden verbeterd. In combinatie met het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het Waterbeheerplan Putten van het waterschap kan met het graven van de nieuwe waterpartijen een goede derde mogelijkheid worden benut om de afvoer van overtollig water te bevorderen. Deze exta afvoermogelijkheid biedt uitstekende mogelijkheden voor het doorspoelen van waterpartijen in de Vierambachten.
5.7
Ecologie
In ecologisch opzicht zijn in het plangebied geen bijzondere waarden aanwezig. Het groengebied langs de Vierambachtenboezem kwalificeert in dat opzicht nog het hoogste. In combinatie met het water zelf en de groene zone aan de zuidzijde van deze hoofdwatergang is sprake van een bescheiden ecologische zone op stedelijk gebied als gevolg van de aansluiting op het Park Vogelenzang.
5.8
Archeologie en cultuurhistorie
In archeologisch opzicht zijn in het plangebied geen waarden aanwezig die bescherming verdienen. Bij de transformatie van bedrijven- naar woongebied en bij de totstandkoming van de destijds aanwezige bedrijven zijn eventuele archeologisch sporen uitgewist. Voor wat betreft de cultuurhistorie zijn evenmin beschermingswaardige objecten aanwezig.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
44
Hoofdstuk 6 Exploitatie 6.1
Exploitatie
Het voorliggende bestemmingsplan biedt het juridisch-planologische kader om sturing te kunnen geven aan economische, maatschappelijke en andere ontwikkelingen die ruimtelijke gevolgen met zich mee kunnen brengen. Het plan zelf voorziet niet in nieuwbouw of in belangrijke en/of omvangrijke verbouwplannen met functiewijzigingen van de zijde van de gemeente. Op grond daarvan is het opstellen van een exploitatieplan achterwege gebleven.
6.2
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
In het kader van het overleg op basis van art 3.1.1. van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het plan bij brieven 19 november 2008 toegezonden aan de daarvoor in aanmerking komende instanties. Wij hebben de volgende reacties ontvangen. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Bij brief van 9 januari 2009 merkt de VRR op dat er geen bijzondere relevante externe veiligheidsaspecten zijn geconstateerd. Aanvullend wordt aandacht gevraagd voor nieuwe ontwikkelingen waarbij de afdeling preventie van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Voorne-Putten er op toe moet zien dat de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening gerealiseerd moet worden conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). Reactie: Conform de NVBR zullen wij toezien op een goede bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening in het onderhavige gebied. Kamer van Koophandel Rotterdam De Kamer constateert dat er in het plan een aantal onjuistheden zijn vermeld. Zo wordt opgemerkt dat een sociale werkplaats geen overige zakelijke dienstverlening is. Verder is een installatiebedrijf van verwarmingsketels geen detailhandel en reparatie t.b.v. particulieren maar een bedrijf code 453. Verzocht wordt de gegevens te corrigeren. Reactie: Alle opmerkingen van de Kamer hebben wij in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt. De omschrijving van de sociale werkplaats en installatiebedrijf van verwarmingsketels zijn aangepast. Aanvullend hebben wij als bijlage een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen. Stedin De Stedin heeft bericht dat er in het plangebied geen werkzaamheden zijn voor Stedin aan het elektriciteit- en gasnet. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Het ministerie heeft bericht dat het voorontwerpbestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Waterschap Hollandse Delta Het waterschap constateert dat er een aantal onvolkomenheden en doublures in het plan zitten. Verder wordt verzocht om in de tekst een aantal aanpassingen te plegen.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
45
Reactie: Naar aanleiding van de opmerkingen van het waterschap hebben wij in nauw overleg met het waterschap de waterparagraaf, zoals opgenomen in hoofdstuk 5, volledig aangepast, geactualiseerd en uitgebreid met de deelhoofdstukken Waterberging (5.6.5) en Afvoer peilgebieden (5.6.6). Provincie Zuid-Holland De provincie merkt op dat in de plantoelichting is opgenomen dat buiten het plangebied extra waterberging wordt gerealiseerd. Het is echter onduidelijk waar deze extra waterberging gerealiseerd zal worden. Aanvullend wordt opgemerkt dat het percentage waterberging inmiddels is verhoogd van 8 naar 10%. Tot slot wordt opgemerkt dat het plan niet voldoet aan het provinciale beoordelingskader. Reactie: Met verwijzing naar onze reactie op het advies van het waterschap Hollandse Delta merken wij op dat wij de gehele waterparagraaf, zoals opgenomen in hoofdstuk 5, in nauw overleg met het waterschap volledig hebben aangepast, geactualiseerd en uitgebreid met de deelhoofdstukken Waterberging (5.6.5) en Afvoer en peilgebieden (5.6.6). Gezien het feit dat ten tijde van de bouw van de in het plangebied opgenomen woningen de norm van minimaal open water 8% bedroeg en er geen nieuwe ontwikke- lingen in onderhavig plangebied zijn opgenomen kan vastgehouden worden aan de 8% norm. Deze mening wordt gedeeld door het waterschap. Verder is in de toelichting aandacht gegeven aan het provinciale beoordelingskader.
6.3
Inspraak
Gelijktijdig met het onder 6.2. bedoelde wettelijke overleg is de inspraakprocedure gehouden. In dat kader heeft het voorontwerp met ingang van 26 november 2008 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen in het stadhuis. Op donderdag 18 december 2008 is tevens een inloopmiddag/avond gehouden in de burgerzaal van het gemeentehuis. Vier personen hebben toen acte de presence gegeven. Behoudens één informatieve vraag zijn er geen mondelinge en/of schriftelijke inspraakreacties ingediend. Het voorontwerp was tevens in te zien op de gemeentelijke website. De terinzagelegging van het voorontwerpplan is bekendgemaakt in de voorlichtingskrant van de gemeente Spijkenisse "Dit! is Spijkenisse" van 24 november 2008.
Bestemmingsplan Vierambachten (Onherroepelijk)
46