Raad Onderwerp:
V200900873 Onteigening van de woning met erf Robrechtstraat 19 in Heusden voor de realisatie van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”
Raadsvoorstel Inleiding: Op 16 juni 2009 heeft uw raad besloten om het besluit tot onteigening van 23 september 2008 in te trekken gelet op de omstandigheid dat de Kroon te kennen had gegeven geen goedkeuring te kunnen verlenen aan het onteigeningsbesluit als gevolg van een formeel gebrek. Tevens heeft uw raad op 16 juni 2009 besloten opnieuw een ontwerpraadsbesluit tot onteigening en ontwerponteigeningsplan “Castellum oud Heusden” gedurende 6 weken ter inzage te leggen. Gedurende deze periode zijn zienswijzen ingekomen.
Feitelijke informatie: Onteigening Titel IV Onteigening conform titel IV Onteigeningswet, onteigening in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling en van de volkshuisvesting, ten name van de gemeente kan plaatsvinden voor de uitvoering van of ter handhaving van de feitelijke toestand overeenkomstig een bestemmingsplan (artikel 77 Onteigeningswet). Het vorenstaande betekent dat een bestemmingsplan met daarin opgenomen een belang in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvestiging aan een onteigening ten grondslag dient te liggen. Voorbehoud Het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” is inmiddels goedgekeurd door de provincie en onherroepelijk. Te onteigenen perceel De begrenzing van het onteigeningsplan “Castellum oud Heusden” valt binnen de grenzen van het vastgestelde bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”. In dit onteigeningsplan is één te verwerven perceel grond opgenomen, in eigendom van de heer R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19 te Heusden. Met voormelde partij is in voorbereiding op het eerste onteigeningsbesluit reeds intensief onderhandeld over de aankoop langs minnelijke weg van het voor planrealisatie benodigde perceel. Deze onderhandelingen hebben tot nu toe nog niet tot het gewenste resultaat, namelijk verwerving langs minnelijke weg, geleid. Lijst van de te onteigenen percelen De grootte van het te onteigenen perceel is vermeld op de “lijst van te onteigenen percelen”, naast de gehele oppervlakte, de aard en de tenaamstelling van dit perceel. Op de grondplantekeningen is het te onteigenen perceel figuratief aangeduid. Noodzaak voor onteigening Voor een uitvoerige beschrijving van de noodzaak kan worden verwezen naar de zakelijke beschrijving die in het onteigeningsplan is opgenomen. In dit voorstel leggen wij u thans de te volgen administratieve onteigeningsprocedure uit en geven wij aan waaruit een onteigeningsplan dient te bestaan, zoals wordt voorgeschreven in de Onteigeningswet en de Algemene wet bestuursrecht. Bevoegd gezag De bevoegdheid om het onteigeningsbesluit met bijbehorende stukken vast te stellen ligt bij de gemeenteraad. De gemeenteraad moet ook besluiten om het ontwerpraadsbesluit ter visie te leggen, hetgeen is gebeurd bij raadsbesluit van 16 juni 2009. 1/4
Raad Onderwerp:
V200900873 Onteigening van de woning met erf Robrechtstraat 19 in Heusden voor de realisatie van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”
Tussentijdse overeenstemming en eigendomsoverdracht Wij hopen dat met belanghebbenden alsnog overeenstemming wordt bereikt. Als gedurende de procedure die overeenstemming wordt bereikt en de onroerende zaak juridisch wordt geleverd zal de onteigening worden stopgezet. Zienswijzen Tijdens de ter inzage legging van het onteigeningsplan in de periode vanaf 29 juni 2009 tot en met 10 augustus 2009 is met betrekking tot dit onteigeningsplan één zienswijzengeschrift met aanvulling ingediend door de heer R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19 in Heusden. De hiervoor genoemde belanghebbende heeft tijdig zijn zienswijzengeschrift bij uw raad ingediend en is dus ontvankelijk. De ingediende zienswijzen met de aanvullingen als ook de weerlegging daarvan ligt op de gebruikelijke wijze ter inzage en wordt geacht hier te zijn opgenomen. De ingediende zienswijzen geven geen reden niet over te gaan tot onteigening.
Afweging: Om onnodig uitstel van de realisering van het plangebied te voorkomen, adviseren wij u het nog niet aangekochte perceel dat zoals het zich thans laat aanzien niet minnelijk te verkrijgen is voor onteigening aan te wijzen. De ingediende zienswijzen geven ons geen aanleiding om het onteigeningsplan aan te passen en wij adviseren u om de ingediende zienswijzen te weerleggen zoals op de ter inzage liggende stukken behorende bij dit raadsvoorstel is opgenomen.
Inzet van middelen: dekking De kosten van deze procedure zullen worden verantwoord op het krediet dat uw raad beschikbaar heeft gesteld voor de herstructurering.
personele consequenties Betreft de inzet van de ambtelijke organisatie voor deze procedure.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven
de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems
Naar aanleiding van de informatievergadering: BIJLAGEN: TER INZAGE:
- lijst van “te onteigenen percelen”; - zakelijke beschrijving; - bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” (bestemmingsplankaart en voorschriften); - grondplantekening; - overzichtstekening; - uittreksel uit de kadastrale legger - ingediende zienswijzegeschrift met bijlagen; - weerlegging zienswijzen. 2/4
Raad Onderwerp:
V200900873 Onteigening van de woning met erf Robrechtstraat 19 in Heusden voor de realisatie van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”
BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 29 september 2009; gezien het voorstel van het college van 18 augustus 2009, doc.nr. V200900873.; gelet op Titel IV Onteigeningswet en de Algemene wet bestuursrecht; overwegende, dat de gemeente de kern Oudheusden wil revitaliseren en de functionele en ruimtelijke situatie in deze kern wil versterken; dat hiertoe op 18 december 2007 het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” is vastgesteld en vervolgens ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant is gezonden en is goedgekeurd; dat realisering van bovengenoemd bestemmingsplan noodzakelijk en urgent is; dat de gemeente er nog niet in is geslaagd om met alle eigenaren en gebruikers van de in het bestemmingsplan gelegen, noodzakelijk te verwerven percelen tot overeenstemming te geraken; dat ook de verwachting bestaat dat de voortgezette onderhandelingen niet tot resultaat zullen hebben, dat de gemeente langs minnelijke weg de eigendom van al deze percelen verwerft; dat de raad van de gemeente Heusden de bevoegdheid heeft het onteigeningsplan en onteigeningsbesluit vast te stellen; dat daarom een plan tot onteigening is opgesteld als bedoeld in artikel 80 van de Onteigeningswet, welk plan onder de naam onteigeningsplan “Castellum oud Heusden”, ingevolge artikel 3:11 juncto artikel 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende een periode van zes weken, en wel vanaf 29 juni 2009 tot en met 10 augustus 2009 in de gemeentehuizen van Drunen en Vlijmen en in de bibliotheek van Heusden ter inzage heeft gelegen; dat van deze ter inzage legging ingevolge artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht op de wettelijk voorgeschreven wijze vooraf door een publicatie in de Staatscourant van 24 juni 2009 en het weekblad De Scherper van 24 juni 2009, openbare bekendmaking is gedaan, waarbij ingevolge artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht werd gewezen op de mogelijkheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van hun zienswijzen; dat belanghebbenden persoonlijk op de hoogte zijn gesteld van dit besluit per aangetekende brief en dat zij het ontwerpraadsbesluit met bijkomende stukken toegestuurd hebben gekregen conform artikel 3:13 Algemene wet bestuursrecht; dat binnen de termijn een zienswijzengeschrift is ingediend door de heer R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19 in Heusden;
3/4
Raad
V200900873
Onderwerp:
Onteigening van de woning met erf Robrechtstraat 19 in Heusden voor de realisatie van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”
dat het ingekomen zienswijzegeschrift geen reden geeft niet over te gaan tot onteigening. gelet op de Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
met overneming van de in het voorstel van het college weergegeven overwegingen, welke worden geacht van dit besluit deel uit te maken: I de ingediende zienswijze van de heer R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19 in Heusden op het onteigeningsplan te weerleggen; II
ten name van de gemeente Heusden in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling voor onteigening conform titel IV van de Onteigeningswet aan te wijzen de gebouwde en ongebouwde eigendommen, gelegen in het bestemmingsplan “Castellum oudHeusden” dat op door 11 december 2007 door de gemeenteraad van Heusden is vastgesteld e n vervolgens aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant is gezonden. Bedoeld perceel is opgenomen op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondplantekening en lijst van te onteigenen percelen, onderdelen van het onteigeningsplan “Castellum oud Heusden”. Op genoemde lijst is vermeld de grootte van het perceel volgens de openbare registers van het Kadaster, alsmede de namen van de eigenaar en mede-eigenaren van dit perceel volgens de openbare registers van het Kadaster.
III
de stukken betrekking hebbende op de onderhandelingen met de eigenaar/belanghebbende, op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, niet voor een ieder ter inzage te leggen.
Daarnaast adviseren wij u om de minnelijke onderhandelingen met de eigenaar voort te zetten, waarmee geheel in overeenstemming met de geest en de jurisprudentie van de Onteigeningswet wordt gehandeld, zoals dit in artikel 17 van deze wet nadrukkelijk wordt voorgeschreven.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. H.P.T.M. Willems
4/4
Blad 1. 1036.280-Zakelijke beschrijving
GEMEENTE HEUSDEN ONTEIGENINGSPLAN “CASTELLUM OUD HEUSDEN” ZAKELIJKE BESCHRIJVING
1 Algemeen De kern Oud Heusden is ontstaan in het midden van de twintigste eeuw. In die periode bestond er een grote behoefte aan woningen voor de werknemers in de opkomende scheepsbouw- en conservenindustrie. Deze woningen zijn betrokken door zowel allochtone als autochtone arbeidersgezinnen. Deze eenzijdige samenstelling van de bevolking heeft ertoe geleid dat een kwetsbare sociale structuur is ontstaan. Sinds 1994 is getracht hierin verbetering aan te brengen. In 1998 is begonnen met het maken van een wijkanalyse, gebaseerd op een groot aantal interviews met de inwoners van Oud Heusden. Sinds 2001 werd het realiseren van een wijkvisie nieuw leven ingeblazen, waarbij door bewonersparticipatie de betrokkenheid van de bewoners in de eigen wijk werd gewekt en versterkt. In 2001 is aan bureau Dhondt, Adviesbureau voor Ruimtelijke ordening & Bouwdevelopment te Breda opdracht gegeven om in een rapport de wijkvisie vast te leggen, alsmede een plan van aanpak te maken en het pilotproject te beschrijven dat door de projectgroep Oud Heusden is gekozen. Het rapport van buro Dhondt “Wijkvisie Oudheusden, Voortgangsreportage” is eind oktober 2003 aan de gemeente Heusden aangeboden. Als pilotproject is door de projectgroep gekozen voor het gebied rond de A. Loeffstraat, de C. Verolmestraat, de Robrechtstraat en Suitbertusstraat, omdat uit inventarisatie is gebleken, dat hier de meeste en de grootste knelpunten aanwezig zijn, zoals de hoge woningdichtheid en het gesloten karakter van deze buurt. Voort dit gebied is de wijkvisie uitgewerkt in een door Loods Architecten- en adviesbureau b.v. opgesteld stedenbouwkundig plan, dat op 14 februari 2006 aan de raad van de gemeente Heusden ter kennis is gebracht en vervolgens op 7 maart 2006 door het college van Heusden is vastgesteld. In het ontwikkelde bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” wordt nieuwbouw in het plangebied mogelijk gemaakt en wordt het beheer voor de bestaande en toekomstige functies in het gebied geregeld. Een belangrijke partij in dit plan is de woningcorporatie “Woonveste”, welke de initiatiefnemer is voor de nieuwe ontwikkelingen.
1
Blad 2. 1036.280-Zakelijke beschrijving
Voor de realisering van het bestemmingsplan is het noodzakelijk dat de gemeente Heusden over alle in het gebied gelegen onroerende zaken de volledige beschikking heeft. Omdat de onderhandelingen om langs minnelijke weg deze onroerende zaken te verwerven, niet tot een volledig resultaat hebben kunnen leiden, heeft het college van Heusden aan de raad voorgesteld om de procedure voor het verkrijgen van een onteigeningsbevoegdheid voor de nog niet verworven onroerende zaken in gang te zetten. De belangstellenden naar de aanleiding om tot herindeling van de woonbuurt tussen de A. Loeffstraat, Suitbertusstraat, de Robrechtstraat en de C. Verolmestraat over te gaan, worden verwezen naar de bladzijden 2, 3 en 12 tot en met 16 van het rapport “Wijkvisie Oudheusden, Voortgangsrapportage” van oktober 2003, dat als onderdeel aan het onteigeningsplan “Castellum oud Heusden” is toegevoegd.
2
Bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” Het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” is op 18 december 2007 door de raad van de gemeente Heusden vastgesteld. Vervolgens hebben Gedeputeerde Staten van NoordBrabant op 26 augustus 2008 hun goedkeuring aan dit plan gegeven. Het bestemmingsplan is bij uitspraak van 8 april 2009 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State onherroepelijk geworden. 2.1 Begrenzing Het plangebied van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” heeft een oppervlakte van ongeveer 1 ha. Het ligt in het centrum van de kern Oud Heusden. Het gebied wordt in het noorden begrensd door de A. Loeffstraat en in het oosten door de achtergrenzen van de woonpercelen Suitbertusstraat 12 tot en met 22 en daar voorbij door de Suitbertusstraat. In het zuiden wordt het gebied begrensd door de Robrechtstraat, terwijl de westelijke grens wordt bepaald door de oostelijke zijgrenzen van de woonpercelen A. Loeffstraat 8, C. Verolmestraat 9 en 8 en Robrechtstraat 9. Het gebied wordt doorsneden door de C. Verolmestraat.
De grenzen van het onteigeningsplan “Castellum oud Heusden” liggen binnen de begrenzing van het gelijknamige bestemmingsplan. 2.2 Planologisch beleid Aan de ontwikkeling van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” liggen ten grondslag de hierna aangegeven beleidsmaatregelen van de provinciale en gemeentelijke overheid: het Streekplan Noord-Brabant “Brabant in balans”, dat in februari 2002 door Provinciale Staten van Noord-Brabant is vastgesteld. Het hoofddoel van het Streekplan is een zorgvuldig ruimtegebruik met accenten op aandacht voor de bodem, zuinig ruimtegebruik en concentratie van verstedelijking. Inbreiding en herstructurering hebben hierbij de voorkeur boven uitbreiding ten koste van het open gebied. “Uitwerkingsplan Groot-Langstraat”. In het Streekplan 2002 is als basis voor de concentratie van verstedelijking voor de gehele provincie een indeling gemaakt van stads- en streekregio’s. Oud Heusden valt binnen de regio Groot Langstraat, waartoe de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand, Heusden, Vught en ’s-Hertogenbosch geheel of gedeeltelijk behoren. In het “Uitwerkingsplan Groot-Langstraat” is voor deze regio een verstedelijkingsopgave opgenomen van 1.000 woningen en 27 ha bedrijventerrein. De meeste dorpen, waaronder Oud Heusden, kunnen een groot deel van de
2
Blad 3. 1036.280-Zakelijke beschrijving
-
-
-
woningbouwopgave binnen de bebouwde kom opvangen. Daarnaast kunnen bij het dorp Oud Heusden ook nieuwe woonwijken worden gebouwd. “Cultuurhistorische waardenkaart (CHWK)”. Het plangebied valt niet binnen een gebied dat is aangewezen als cultuurhistorisch waardevol. “StructuurvisiePlus”. De “StructuurvisiePlus” is door de raad van de gemeente Heusden vastgesteld op 14 februari 2006. Voor de periode 2006-2010 wordt deze visie op een aantal punten bijgesteld, welke bijstelling echter niet van invloed is op de ontwikkeling van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”. Vigerend bestemmingsplan. Het plangebied ligt in het bestemmingsplan “Oud-Heusden 1989”, dat op 22 augustus 1989 door de raad van de gemeente Heusden is vastgesteld en op 27 maart 1990 door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant is goedgekeurd. Tot dat het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” onherroepelijk is geworden, gelden de voorschriften van het bestemmingsplan “Oud-Heusden 1989”. Welstandseisen. De bouwplannen voor de woningen zijn door de Welstandscommissie beoordeeld. Tevens is daarbij betrokken de stedenbouwkundige opzet van het bestemmingsplan. Op 12 juni 2006 heeft de Welstandscommissie een positief advies over het plan uitgebracht.
2.3 Bestaande toestand De kern Oud Heusden ligt in het rivierengebied van de rivier de Maas. Dit gebied wordt gekenmerkt door grootschaligheid en een open landschapsstructuur, waarbinnen enkele verspreid liggende woonkernen liggen, waaronder Oud Heusden, naast enkele boscomplexen, bosschages en laanbeplantingen. Oud Heusden is in te delen in drie gebieden: een noordelijk deel met overwegend vrijstaande woningen, een zuidelijk deel met voornamelijk aaneengesloten woningen en een middengebied, waar diverse voorzieningen zijn gelegen. Het plangebied ligt in het noordwestelijk kwadrant van het zuidelijke deel.
In het plangebied liggen in de vijftiger jaren van de 20e eeuw gebouwde rijtjeswoningen, aanliggend aan de A. Loeffstraat, de Suitbertusstraat, de C. Verolmestraat en de Robrechtstraat. Deze straten hebben nauwelijks groenaankleding: de voortuinen van de woningen aan de Robrechtstraat worden veelal gebruikt als parkeerplaats. Bestemmingen De belangrijkste bestemmingen in het plangebied zijn de bestemmingen “Wonen” en “Groen en Water”. 2.4
Binnen de bestemming “Wonen” zijn toegestaan: woonruimten met daarbij behorende parkeervoorzieningen, erfontsluitingswegen, voetgangersgebieden, groenvoorzieningen, waterpartijen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen, rioleringswerken, speelvelden en straatmeubilair. Het uitoefenen van een beroep aan huis is onder voorwaarden toegestaan. De bestemming “Groen en Water” betreft o.a. watergangen, fiets- en wandelpaden, kruisende erfontsluitingswegen, speelvelden, bruggen en andere civieltechnische werken. Op de bestemmingsplankaart is binnen de voor woningbouw bestemde blokken aangegeven: het aantal te bouwen woningen, de maximale hoogte en het al dan niet gestapeld zijn van de woningen.
3
Blad 4. 1036.280-Zakelijke beschrijving
Voor een goede beschrijving van de motivering voor en het doel van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”, alsmede voor de gehanteerde uitgangspunten en beleidsoverwegingen wordt verwezen naar de bladzijden 1 tot en met 3 en 7, 8 en 17 van de toelichting op het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”, alsmede naar de bij dit plan behorende bestemmingsplankaart, welke aan het gelijknamige onteigeningsplan zijn toegevoegd.
3
Inrichting van het gebied
3.1 Ontsluiting De kern Oud Heusden is via de provinciale weg N267 op het doorgaand verkeerswegennet ontsloten door de aansluiting op deze weg van de Vestingstraat en de Laagstraat. De weg N267 sluit in het zuiden aan op de Rijksweg A59 tussen Nieuwkuijk en Drunen; in noordelijke richting voert deze weg langs Wijk en Aalburg en gaat voorbij Andel over in de N322, welke bij Hank uitkomt op de Rijksweg A27.
De interne ontsluiting van de kern wordt gevormd door de Steenweg en de Laagstraat in het noorden en door de E. van Gochstraat, de Julianastraat, de Jan Steenstraat en de Rembrandtlaan in het zuiden; voor het zuidelijke deel van de kern zijn ook de aanvullende ontsluitingsroutes Irenestraat-Van Deelenstraat en Oranjelaan-Margrietstraat van belang. Het plangebied wordt ontsloten op de E. van Gochstraat in het westen, de Julianastraat in het zuiden en de Kasteellaan in het noorden; deze laan komt uit op de E. van Gochstraat in het westen en gaat over in de Herptseweg in het oosten. De in het plangebied gelegen delen van de A. Loeffstraat , de C. Verolmestraat en de Robrechtstraat zullen worden gereconstrueerd, waarbij de rijbaan een breedte krijgt van 3,5 m¹, met een opneembare klinkerverharding. De trottoirs krijgen een breedte van 2 m¹ tot 2,20 m¹ en de parkeerstroken worden 2 m¹ breed; de verharding zal bestaan uit straatklinkers. Bij de bestaande bebouwing in de Robrechtstraat blijft het parkeren in de voortuin voorshands gehandhaafd. Ook in de voortuinen van de Suitbertusstraat zal het parkeren in de voortuinen onder voorwaarden worden gehandhaafd. In het verlengde van de C. Verolmestraat wordt een weg voor langzaam verkeer aangelegd, welke aansluit op de Suitbertusstraat. De nieuwe verbindingsweg tussen de A. Loeffstraat en de Robrechtstraat krijgt een rijbaan met een breedte van 4,5 m¹, met aan weerszijden parkeerstroken voor haaks parkeren van 5,5 m¹ breed; de trottoirs worden 2 m¹ breed. De opneembare verhardingen bestaan uit straatklinkers. De parkeernorm is 1,5 pp per woning. Na herstructurering zullen er 164 parkeerplaatsen gerealiseerd zijn voor 109 woningen. Dit is inclusief de parkeerplaatsen in de voortuinen. 3.2 Wonen Voor de nieuwbouw dient de bouwmassa qua maat en schaal aan te sluiten op die van de bestaande kern. De grondgebonden rijtjeswoningen zullen bestaan uit twee woonlagen met incidenteel de mogelijkheid voor een derde laag; hierbij komt de bebouwing iets naar voren. Het appartementengebouw ligt in verband met de bezonning op voldoende afstand van de overige woningen. Dit “castellum” zal uit 17 appartementen in vier woonlagen bestaan met een oppervlakte van 90 tot 40 m² benutbare vloeroppervlakte (BVO). Het binnenplein van het castellum wordt via een onderdoorgang voor het gemotoriseerd verkeer ontsloten op de nieuwe verbindingsweg; voor het langzame verkeer is er tevens een verbinding naar de 4
Blad 5. 1036.280-Zakelijke beschrijving
Suitbertusstraat. De grondgebonden woningen hebben een BVO van 120 tot 130 m² en de zes maisonnettes van 130 tot 135 m². Van de woningen zullen er minimaal 10 worden verkocht; de overige zijn huurwoningen. De woningen op de begane grond van de maisonnettes zullen het type van een patiowoning krijgen. 3.3 Groen Het belangrijkste element binnen de groenstructuur is het castellumperceel op de hoek van de Robrechtstraat en de Suitbertusstraat. Rondom dit gebouw wordt een gracht gegraven. Op het groene, de gracht omringende gebied, wordt een plaats gereserveerd voor speelvoorzieningen. De straten krijgen een groene uitstraling door het aanbrengen van een laanbomenbeplanting in de voor het parkeren ingerichte stroken. In de nieuwe verbindingsweg zal een haag van 80 cm hoog het parkeren afschermen voor de woningen; mede als veiligheidsmaatregel wordt langs de gracht een heg van 1.20 m¹ hoog geplant. 3.4 Water Het plangebied en zijn directe omgeving hebben geen oppervlaktewater. Het regenwater in dit gebied wordt afgevoerd via de riolering.
Het waterbeheer voor het plangebied berust bij het waterschap Aa en Maas, zowel als bij de gemeente Heusden. In het kader van het waterbeheer voor de 21e eeuw eist het waterschap dat er hydrologisch neutraal wordt gebouwd, dat wil zeggen dat het hemelwater in principe in het plangebied wordt opgevangen en bewaard. Dit kan door berging en infiltratie. In dit verband is de gracht rond het castellum een opvangelement. Omdat het gebied ligt in de bufferzone van de natte natuurparel, het natuurgebied ten zuidwesten van Oud Heusden, mag geen verslechtering van de waterhuishouding optreden. In casu wordt eventueel overtollig schoon hemelwater, evenals het afvalwater via de bestaande riolering afgevoerd. Deze riolering is daarvoor van voldoende capaciteit.
4
Milieu
4.1 Geluidhinder-wegverkeerslawaai In overeenstemming met de Wet geluidhinder (Wgh) is in 2007 een akoestisch onderzoek verricht, met name omdat het plangebied is gelegen binnen de geluidzones van de Suitbertusstraat, de Julianastraat, de E. van Gochstraat, de Laagstraat, de Steenweg en de Herptseweg. De resultaten hiervan zijn neergelegd in het rapport van het bureau CaubergHuygen Raadgevende Ingenieurs B.V. van 26 juli 2007. Hieruit blijkt, dat de voorkeursgrenswaarde door het verkeer op de Suitbertusstraat voor enkele woningen enigszins wordt overschreden; de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Geadviseerd wordt om aan de provincie Noord-Brabant een ontheffing voor de afwijking van de voorkeursgrenswaarde aan te vragen, welke procedure inmiddels is gestart. Voor de desbetreffende woningen dient bij de aanvraag voor een bouwvergunning door middel van een gevelisolatieonderzoek te worden aangetoond, dat de noodzakelijke geluidwering is toegepast.
Het verkeer op de overige, onderzochte straten geven geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde door het wegverkeer.
5
Blad 6. 1036.280-Zakelijke beschrijving
4.2 Kwaliteit bodem en grondwater In 2006 is een verkennend bodem- en infiltratieonderzoek gehouden, waarvan de resultaten zijn vermeld in het rapport “Tritium, 0607/002/LP, 8 september 2006”. Hierin wordt aangetoond dat de bodem in het plangebied licht verontreinigd is, welke verontreiniging geen belemmering is voor het huidige en het toekomstige gebruik als woongebied. Tevens wordt geconcludeerd, dat door de aanwezigheid van dikke kleilagen in de ondergrond het infiltreren van hemelwater niet mogelijk is.
Luchtkwaliteit Het Besluit Luchtkwaliteit 2005 schrijft voor, dat overal aan de normen van dit besluit moet worden voldaan. In Heusden geldt, dat deze normen tot in 2015 worden gehaald. Omdat het aantal woningen in de nieuwe situatie gelijk is aan het aantal bestaande woningen, zal geen verslechtering van de luchtkwaliteit ter plaatse optreden. Het aspect luchtkwaliteit is dus geen belemmering voor de realisering van het bestemmingsplan. 4.3
Externe veiligheid Het plangebied valt volgens de risicoatlas van de provincie Noord-Brabant niet binnen risicocontouren van transportstromen of bronnen. Ook bij de gemeente Heusden zijn dergelijke contouren niet bekend. Ook het geplande gebruik “wonen” is geen risicovolle activiteit. In dit opzicht is er geen belemmering voor de in het bestemmingsplan voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. 4.4
Meer en uitgebreide informatie over de op het milieu van invloed zijnde aspecten treft de lezer aan op de bladzijden 13 tot en met 15 van de toelichting op het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”, onderdeel …. van het gelijknamige onteigeningsplan.
5 Urgentie en noodzaak Om het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” te kunnen realiseren, met name wat betreft de inrichting en het voor woningbouw gereed maken van het perceel voor het castellum en de reconstructie van de Robrechtstraat, is het noodzakelijk, dat de gemeente Heusden de volledige beschikking heeft over alle in dit gebied gelegen onroerende zaken. De voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn met een uitgebreide inspraak- en buurtparticipatieronde reeds in 1998 begonnen. In dit verband is het, om de geloofwaardigheid van de gemeente Heusden bij de zo intensief bij de plannen betrokken belanghebbende bewoners niet te verliezen, ook van het grootste belang dat zo spoedig mogelijk met de inrichting van het gebied wordt begonnen. De onderhandelingen om te komen tot verwerving van de benodigde onroerende zaken langs minnelijke weg zijn begin 2006 begonnen; voor één perceel hebben deze onderhandelingen niet tot het gewenste resultaat: verkrijging langs minnelijke weg kunnen leiden. Mede gezien de intensiteit en de lange duur van deze onderhandelingen mag niet worden verwacht, dat dit perceel door de gemeente Heusden langs minnelijke weg in volle eigendom kan worden verworven. Daarom heeft de raad van de gemeente Heusden op voorstel van het college van Heusden van deze gemeente besloten om de procedure tot verkrijging van de bevoegdheid tot onteigening van dit perceel voor te bereiden. Het desbetreffende perceel is opgenomen in de “lijst van te onteigenen onroerende zaken”, welke als bijlage aan het onteigeningsplan “Castellum oud Heusden” is toegevoegd. De
6
Blad 7. 1036.280-Zakelijke beschrijving
ligging van dit perceel is figuratief aangeduid op de bij genoemd onteigeningsplan gevoegde grondplantekening.
6 Ligging in gemeente Het werk is gelegen in de gemeente Heusden. 7 Tenaamstelling onteigening De onteigening geschiedt ten name van de gemeente Heusden.
7
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Heusden van 29 september 2009
gezien de griffier, mw. E. de Graaf
ONTEIGENINGSPLAN "CASTELLUM OUD-HEUSDEN" - LIJST VAN TE ONTEIGENEN PERCELEN Nummer van het grondplan
Te onteigenen grootte
Gemeente Heusden omschrijving kadastraal
ha 1
a
ca
1
43
object
ter grootte van ha
a
ca
1
43
sectie
nummer
C
1378
ten name van:
1/1 eigendom, Van Uden, Ronaldus Hermanus Bartholomeus, geboren 8 - 1 - 1967 te Tilburg, burgerlijke staat onbekend, wonende Robrechtstraat 19 te Heusden.
Behorende bij raadsvoorstel V200900873 van 29 september 2009
Onteigening van de woning met erf Robrechtstraat 19 in Heusden voor de realisatie van bestemmingsplan "Castellum oud Heusden" Betreft 8 pagina’s 29 ingebrachte punten exclusief bijlagen Weerlegging zienswijze R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19 in Heusden
Naar aanleiding van ter inzage gelegde stukken ter voorbereiding van de beslissing tot onteigening van de gemeenteraad is met betrekking tot het onteigeningsplan één zienswijzengeschrift ingediend door de heer R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19, 5256 GN te Heusden, hierna te noemen: “belanghebbende”. De hiervoor genoemde belanghebbende heeft tijdig de zienswijze ingediend en is dus ontvankelijk. Belanghebbende heeft bij brief van 6 juli 2009, ontvangen op 7 juli 2009, een zienswijze ingediend en deze op 22 juli 2009 aangevuld. De eerste zienswijze is uit 28 punten opgebouwd. Gevoegd aan de zienswijze is een vijftal bijlagen. Bij brief van 22 juli 2009, ontvangen op 23 juli 2009, is punt 29 extra ingebracht. Hierna wordt door de gemeente met schuingedrukte tekst op de ingebrachte zienswijze met aanvullingen ingegaan, waarbij de aangevoerde 29 argumenten worden samengevat en worden voorzien van een reactie van de zijde van de gemeente. 1. Onrechtmatige raadsbeslissing. Belanghebbende stelt dat de raadsgriffier ten onrechte het spreekrecht heeft geweigerd tijdens de raadsvergadering van 16 juni 2009. De gemeenteraad heeft een besluit genomen zonder kennis te nemen van de voor belanghebbende relevante argumenten. De gemeente stelt zich op het standpunt dat zij zich in het kader van onderhavige onteigeningsprocedure gehouden heeft aan de hiertoe wettelijk gestelde eisen en aldus rechtmatig heeft gehandeld. Onder andere heeft de gemeente gebruik gemaakt van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. De gemeente neemt de opmerking van belanghebbende voor kennisgeving aan. Ten overvloede merkt de gemeente op dat op de behandeling in de raad het “Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad” van toepassing is. 2. Discriminatie mondige burger. Belanghebbende wijst op uitlatingen gedaan richting zijn persoon. Belanghebbende is van mening dat deze informatie van belang is voor de gemeenteraad bij haar besluitvorming. De gemeente neemt kennis van hetgeen gesteld in de zienswijze. De gemeente acht louter inhoudelijke argumenten aangaande de onteigening specifiek van belang. Deze zienswijze houdt geen verband met onderhavige onteigeningsprocedure en als gevolg daarvan behoeft deze in het kader van onderhavige onteigeningsprocedure inhoudelijk geen beantwoording. 3. Algemeen belang Belanghebbende stelt dat het algemeen belang niet is aangetoond. De bewoners van de wijk bleken in meerderheid een voorkeur te hebben voor behoud en renovatie van de wijk.
1
Belanghebbende stelt voorts dat de milieuoverwegingen van de burgers en onze ingediende zienswijze punten niet zijn besproken. Het College zou volgens belanghebbende het bestemmingsplan geruisloos hebben aangenomen. Belanghebbende merkt daarnaast op dat een onteigening hoorcommissie volgende de nieuwe WRO dient te bestaan uit raadsleden. Belanghebbende acht het derhalve niet gepast indien de Raad voornemens is bevoegdheden naar het College te verschuiven. Tenslotte merkt belanghebbende op dat het nieuwe gebouw “Castellum” als groot opvangscherm zal dienen voor vervuilde westenwind. De gemeente stelt zich op het standpunt dat het publiek belang en het belang ten behoeve van de volkshuisvesting is aangetoond door het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden”. Na een grondige analyse zoals beschreven in de zakelijke beschrijving heeft de gemeente vastgesteld dat het plangebied in de kern Oudheusden rond de A. Loeffstraat, de C. Verolmestraat, de Robrechtstraat en Suitbertusstraat, aanpassing behoeft. Vanwege de ontstaansgeschiedenis kenmerkt de huidige feitelijke bebouwing zich onder andere door een hoge woningdichtheid waardoor de buurt een gesloten karakter heeft. Ook is hierdoor een eenzijdige samenstelling van de bevolking ontstaan waardoor een kwetsbare sociale structuur is ontstaan. Sinds 1994 is getracht hierin verbetering aan te brengen. Om een nieuwe impuls te geven aan het plangebied is het bestemmingsplan “Castellum oud Heusden” opgesteld. De gemeente is voorts van mening dat de zienswijze aangaande de milieuoverwegingen verband houdt met het tot stand komen van het bestemmingsplan en de hiertoe geëigende procedure op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud). Dientengevolge houdt dit argument geen verband met onderhavige onteigeningsprocedure en dient dit argument dan ook buiten deze procedure te worden gehouden. Het horen van belanghebbenden is niet verplicht op basis van de Onteigeningswet. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 1 heeft gegeven. Voor wat betreft de reactie aangaande de luchtkwaliteit merkt de gemeente op dat de reactie van belanghebbende planologisch van aard is. De gemeente stelt zich op het standpunt dat de planologie niet ter discussie dient te staan in onderhavige onteigeningsprocedure. Hiertoe is een procedure gevolgd zoals vastgelegd in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud). De Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening bieden bij het tot stand komen van het bestemmingsplan diverse rechtsmiddelen. Argumenten van planologische aard worden derhalve niet in deze onteigeningsprocedure behandeld. 4. Urgentie Belanghebbende stelt dat tijdens de raadsvergadering van 23 juni 2009 de gemeenteraad besloten heeft om het budget van Castellum voor andere projecten te gebruiken. Er is geen urgentie om tot onteigening over te gaan. Het bestemmingsplan is onherroepelijk. De gemeente wil spoedig met de werkzaamheden aanvangen. Binnen vijf jaar na het Kroon Besluit dient met de uitvoering een begin te worden gemaakt. Deze termijn houdt verband met de in artikel 80 Onteigeningswet genoemde dagvaardingtermijn van twee jaar, vermeerderd met de termijn van drie jaar in artikel 61 Onteigeningswet. Binnen deze termijn van drie jaar dient met het werk waartoe onteigenend is, te worden begonnen.
2
In de raadsvergadering van 23 juni 2009 waarin behandeld o.a. de jaarrekening 2008 en de voorjaarsnota 2010-2013 is niet besloten om het gereserveerde budget voor realisering van het bestemmingsplan te gebruiken voor andere projecten. 5. Groenvoorziening Belanghebbende stelt dat de Robrechtstraat de mooiste straat van het gebied is geweest. De bewoners kunnen de auto in de voortuin parkeren en daarnaast is er nog volop ruimte voor groen. Deze tuinen/parkeer combinatie mogelijkheid is in de Verolmestraat niet. Het is de gemeente niet geheel duidelijk wat belanghebbende met het bovenstaande bedoelt. De gemeente gaat ervan uit dat belanghebbende niet kan instemmen met de groenvoorzieningen zoals deze zijn vastgelegd in het nieuwe bestemmingsplan “Castellum Oud Heusden”, zodat punt 5 kan worden aangemerkt als een argument van planologische aard. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 6. Onderhandeling Belanghebbende stelt dat de noodzaak tot onteigening ontbreekt omdat tot op heden onvoldoende is onderhandeld. Ten aanzien van de onderhandelingen met belanghebbende staat in ieder geval vast dat op 13 september 2005 een aanvang is gemaakt met de onderhandelingen. Vanaf dat moment en ook na 16 juni 2009 hebben de onderhandelingen tot op heden niet geleid tot overeenstemming. Conform bestendige kroonjurisprudentie dient voor de eerste tervisielegging van het onteigeningsplan een aanvang te zijn gemaakt met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving. Tot op heden hebben de onderhandelingen niet het gewenste resultaat bereikt. Omdat de gemeente vreest dat haar planning voor de realisatie van het plangebied niet zal worden behaald heeft zij zekerheidshalve een administratieve onteigeningsprocedure opgestart ter verkrijging van een titelbesluit. De gemeente zal de minnelijke verwerving voortzetten en hoopt alsnog minnelijke overeenstemming te bereiken zodat de onteigening niet hoeft te worden voortgezet. 7. Fruitbomen Belanghebbende somt bedragen op van fruitbomen. De gemeente merkt bovenstaande opsomming van de bedragen van fruitbomen aan als een opmerking die ingaat op de hoogte van de schadeloosstelling. Ingevolge artikel 40 van de Onteigeningswet vindt onteigening plaats op basis van een volledige schadeloosstelling voor alle schade die de onteigende rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. Teneinde minnelijke overeenstemming te bereiken is aan belanghebbende namens de gemeente een schadeloosstelling geboden. Tot op heden hebben belanghebbende en de gemeente nog geen minnelijke overeenstemming over de hoogte van deze schadeloosstelling bereikt. De gemeente stelt zich op het standpunt dat de hoogte van de schadeloosstelling niet in het kader van onderhavige administratieve onteigeningsprocedure ter discussie dient te staan. De hoogte van de schadeloosstelling komt in de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan bod. Overigens zal de gemeente trachten alsnog minnelijk tot overeenstemming te komen. 8. Courtage Belanghebbende geeft aan dat de courtage van Adviesbureau Duiker hoger is dan de gemeente stelt en dat nog geen rekening is gehouden met de inflatie. 3
De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 7 heeft gegeven. 9. Communicatie Belanghebbende maakt onder punt 9 een opmerking ten aanzien van communicatie met de gemeente Heusden en gemeenten in het algemeen. Belanghebbende zou de nieuwbouwplannen pas in 2004 van zijn buurman hebben vernomen. De gemeente stelt zich op het standpunt dat zij zich in het kader van onderhavige onteigeningsprocedure gehouden heeft aan de hiertoe wettelijk gestelde eisen en aldus rechtmatig heeft gehandeld. Onder andere heeft de gemeente gebruik gemaakt van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. De gemeente neemt de opmerking van belanghebbende voor kennisgeving aan en gaat ervan uit dat deze opmerking geen verband houdt met onderhavige onteigeningsprocedure en als gevolg daarvan inhoudelijk geen beantwoording behoeft. 10. Misleiding Belanghebbende stelt dat de wethouder de raad zou hebben misleid. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 9 heeft gegeven. 11. Schending gelijkheidsbeginsel Belanghebbende stelt dat er wordt gediscrimineerd tussen projectontwikkelaars en gewone burgers. Er zou sprake zijn van corruptie en een ongelijke behandeling De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 9 heeft gegeven. 12. Propaganda Belanghebbende stelt dat de gemeente de kranten als propaganda-apparaat gebruikt. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 9 heeft gegeven. 13. Flat Belanghebbende stelt dat het dorp Oudheusden geen infrastructuur heeft voor een grote flat. De hoogte van de flat is volgens belanghebbende in strijd met het gemeentelijk structuurplan. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 14. Bouwmassa Belanghebbende stelt dat de bouwmassa niet aansluit bij de bestaande kern van Oudheusden. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 15. Rioleringszorg Belanghebbende stelt dat de riolering het afval niet aankan.
4
De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 16. Schaduw Belanghebbende stelt dat er een grote schaduw ontstaat als gevolg van een lelijk gebouw van 17,50 meter hoog. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. De gemeente vult hierop aan dat de Wet ruimtelijke ordening voorziet in de mogelijkheid tot schadevergoeding in het geval een (rechtmatige) planologische mutatie schade veroorzaakt. 17. Middeleeuwse bewoning Belanghebbende stelt dat er archeologische schade zal ontstaan door de realisatie van het plangebied. De gemeente merkt bovenstaand argument als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. De gemeente vult hierop aan dat de gemeente zich dient te houden aan de wettelijke eisen die gelden ten aanzien van de archeologie. De gemeente zal ook hier rechtmatig handelen en de wettelijke eisen omtrent “de archeologie” eerbiedigen. 18. Hemelwater Belanghebbende stelt dat kritisch naar het plan zal moeten worden gekeken in verband met het infiltreren van grote hoeveelheden hemelwater. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 19. Wegen Belanghebbende stelt dat de bredere wegen een grotere verkeerstroom zullen aantrekken waardoor trillingen ontstaan in de omgeving. Voorts is geen onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. De gemeente vult hierop aan dat de Wet ruimtelijke ordening voorziet in de mogelijkheid tot schadevergoeding in het geval een (rechtmatige) planologische mutatie mogelijk schade veroorzaakt. 20. Plan – Mer Belanghebbende stelt dat er geen strategische milieubeoordeling is gemaakt. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 21. Onbenutte mogelijkheden van stichting Woonveste Belanghebbende stelt dat Woningcorporaties op grond van artikel 11 C van het Besluit beheer sociale - huursector korting mogen geven op een woning. Stichting Woonveste heeft hiertoe geen voorstel gedaan hetgeen belanghebbende bevreemdt. Belanghebbende verwijst verder naar de verkoop door Woonveste van een pand tegen een lagere prijs.
5
De gemeente merkt het eerste argument aan als gericht tegen de hoogte van de schadeloosstelling en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 7 heeft gegeven. Voor wat betreft de lagere verkoop door Woonveste verwijst de gemeente naar hetgeen gesteld onder punt 6 omtrent de onderhandelingen. 22. Woningproductie Belanghebbende stelt dat de woningproductie moet worden vergoot zoals ook door de Tweede Kamer aangegeven. Het slopen van woningen geeft geen verhoging maar een verlaging. De gemeente merkt op dat het aantal wooneenheden wordt vergroot door het nieuwe plan. De gemeente merkt daarenboven bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 23. Geluid Belanghebbende stelt dat uit akoestisch onderzoek blijkt dat de maximaal toelaatbare geluidwaarde wordt overschreden bij het plan Castellum. De verleende ontheffing is gebaseerd op een berekening in plaats van een meting. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. De gemeente vult hierop aan dat de Wet ruimtelijke ordening voorziet in de mogelijkheid tot schadevergoeding in het geval een (rechtmatige) planologische mutatie mogelijk schade veroorzaakt. 24. ISV subsidie Belanghebbende stelt dat als de gemeente in de ISV aanvraag melding had gemaakt van de ernstige bodemverontreiniging, de subsidieaanvraag soepeler was verlopen. Belanghebbend stelt dat het college de raad niet voldoende heeft geïnformeerd omtrent dit punt. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard (economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan) en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 25. Saneringsplan Belanghebbende geeft aan dat er een kolengruishoudende laag verontreinigde grond is aangetroffen die volgens de huidige milieu wetgeving gesaneerd dient te worden. In de kostenberaming is hier volgens verzoeker geen rekening mee gehouden. Ook is er geen saneringsplan voor deze grond opgemaakt volgens belanghebbende. Belanghebbende is van mening dat er sprake is van discriminatie van de Oudheusdenaren ten opzichte van de inwoners van Heusden. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 3 heeft gegeven. 26. Woning niet gegund. Belanghebbende geeft aan dat A.J. Melkert een verhuizingvoorstel heeft voorgesteld naar Waalwijk. Dit huis heeft de gemeente belanghebbende niet gegund. De gemeente merkt bovenstaande opmerking aan als een opmerking die ingaat op de hoogte van de schadeloosstelling. Ingevolge artikel 40 van de Onteigeningswet vindt onteigening plaats op basis van een volledige schadeloosstelling voor alle schade die de onteigende rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak 6
lijdt. De gemeente stelt primair dat de hoogte van de schadeloosstelling niet in het kader van onderhavige administratieve onteigeningsprocedure ter beoordeling dient te staan. De hoogte van de schadeloosstelling komt in de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. De Onteigeningswet verplicht de gemeente niet tot een schadeloosstelling in de vorm van een ruiling van een andere woning of een oplossing anderszins. In beginsel kan worden volstaan met een schadeloosstelling in de vorm van een geldbedrag. 27. Nieuwe WRO Belanghebbende stelt dat het verplicht is op grond van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening om ruimtelijke plannen digitaal op de stellen. Onderhavig bestemmingsplan is nog niet digitaal beschikbaar volgens belanghebbende. De gemeente merkt bovenstaand argument niet aan als inhoudelijk gericht tegen het onteigeningsplan en ziet geen aanleiding om binnen deze onteigeningsprocedure inhoudelijk een reactie te geven op bovenstaande argument. 28. Machts misbruik Woonveste Belanghebbende stelt dat de woningcorporatie Woonveste de wethouder in 2007 heeft gevraagd de onteigening op de starten. Aangezien het bestemmingsplan pas in 2008 aan Gedeputeerde Staten is voorgelegd vindt belanghebbende het onzinnig om over een onteigening in 2007 te spreken. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 4 heeft gegeven. BIJLAGEN BEHORENDE BIJ ZIENSWIJZE D.D. 7 JULI 2009. Bijlage 1: In bijlage 1 voegt belanghebbende correspondentie omtrent het niet mogen inspreken tijdens de raadsvergadering van 16 juni 2009. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 1 heeft gegeven. Ten overvloede merkt de gemeente op dat belanghebbende bij brief van 4 augustus 2009 in de gelegenheid is gesteld gebruik te maken van de mogelijkheid in te spreken tijdens de informatieve raadsvergadering van 8 september 2009. Bijlage 2: In bijlage 2 voegt belanghebbende een schrijven van zijn hand van 22 juni 2009 toe waarin verwezen wordt naar de onthouding van het spreekrecht. Daarnaast wil belanghebbende de aantijgingen van wethouder Van Mierlo richting raadslid Nieuwkerk ontzenuwen. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen hiervoor onder bijlage 1 is weergeven met doorverwijzing naar het gestelde onder punt 1 Bijlage 3: In bijlage 3 voegt belanghebbende een schrijven van zijn hand van 16 juni 2009 toe. In dit schrijven bespreekt hij de consequenties van het onrechtmatig verkregen raadsbesluit. De gemeente verwijst voor een reactie naar hetgeen hiervoor onder bijlage 1 is weergeven met doorverwijzing naar het gestelde onder punt 1.
7
Bijlage 4. In bijlage 4 voegt belanghebbende een afschrift toe van hetgeen hij tijdens de raadsvergadering van 16 juni 2009 wilde inspreken. De gemeente heeft in de toespraak die belanghebbende wilde inspreken geen nieuwe argumenten gelezen welke niet reeds eerder zijn opgevoerd en in voorgaande punten zijn weerlegt. De gemeente stelt zich nogmaals op het standpunt dat de planologie niet ter discussie dient te staan in onderhavige onteigeningsprocedure. Argumenten van planologische aard worden derhalve niet in deze onteigeningsprocedure behandeld. Bijlage 5. In bijlage 5 voegt bijlage de projectselectiecriteria toe voor toekenning van ISV-subsidie. De gemeente merkt bovenstaand argument aan als planologisch van aard en verwijst voor een reactie naar hetgeen zij als reactie onder punt 24 heeft gegeven onder doorverwijzing naar de reactie onder punt 3.
AANVULLING zienswijze d.d. 21 juli 2009 29. BIK-code. Belanghebbende stelt dat de gemeente conform de Handelsregisterwet niet staat ingeschreven bij de Kamer van koophandel. Het raadsbesluit van 16 juni 2009 is derhalve niet rechtsgeldig. Belanghebbende verwijst met zijn reactie naar de op 1 juli 2008 in werking getreden Handelsregisterwet 2007. Alle ondernemingen en rechtspersonen zijn sindsdien wettelijk verplicht om zich in te schrijven in het Handelregister. Voor bestaande ondernemingen en rechtspersonen bestaat een overgangstermijn tot en met 31 december 2009. De gemeente is van mening dat inschrijving in het Handelsregister niet ziet op de publiekrechtelijke taken en bevoegdheden welke ingevolge de wet toekomen aan de gemeente. Het raadsbesluit van 16 juni 2009 is om die reden rechtsgeldig
8
gemeente heusden
bestemmingsplan castellum oud heusden
gemeente heusden bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting voorschriften plankaart
vastgesteld d.d. goedgekeurd d.d.
97-104 12 oktober 2007
amer adviseurs b.v. ruimtelijke ordening
INHOUDSOPGAVE
Blz.
1
INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel 1.2 Omvang en begrenzing plangebied 1.3 Leeswijzer
1 1 1 1
2
PLANBESCHRIJVING 2.1 Huidige situatie 2.2 Toekomstige situatie
3 3 3
3
BELEIDSKADER 3.1 Provinciaal en regionaal beleid 3.2 Gemeentelijk beleid
7 7 8
4
PLANOLOGISCHE EN MILIEUASPECTEN 4.1 Bodemkwaliteit 4.2 Waterhuishouding 4.3 Natuur en landschapswaarden 4.4 Archeologie en cultuurhistorie 4.5 Wegverkeerslawaai 4.6 Luchtkwaliteit 4.7 Externe veiligheid 4.8 Kabels, leidingen en straalpaden 4.9 Duurzaam bouwen 4.10 Bezonningsstudie 4.11 Marktonderzoek appartementensector
9 9 10 12 13 13 14 14 15 15 15 16
5
JURIDISCHE PLANOPZET 5.1 Wonen 5.2 Groen en water
17 17 17
6
MAATSCHAPPELIJKE EN ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID 6.1 Maatschappelijke haalbaarheid 6.2 Economische uitvoerbaarheid
19 19 19
BIJLAGE 1: ADVIES WATERSCHAP
21
BIJLAGE 2: AKOESTISCH ONDERZOEK
23
BIJLAGE 3: MARKTONDERZOEK APPARTEMENTENSECTOR
24
BIJLAGE 4: COMMENTAARNOTA ARTIKEL 10 EN INSPRAAKREACTIES
27
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
Afbeelding1: Ligging plangebied
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
1 1
INLEIDING
1.1
Aanleiding en doel In 2001 is het initiatief ontwikkeld om voor de kern Oud-Heusden, deel uitmakend van de gemeente Heusden, een wijkvisie te ontwikkelen. De wijkvisie had tot doel inzicht te geven in de mogelijkheden om de sociale structuur van de kern Oud-Heusden te verbeteren door de knelpunten in het gebied in beeld te brengen. Deze moeten worden aangepakt om de functionele en ruimtelijke situatie in de kern te verbeteren. Aan de hand van de wijkvisie is besloten over te gaan tot een nieuwe invulling van delen van Oud-Heusden. Voor het gebied rond de Adrianus Loeffstraat, de Cornelis Verolmestraat, de Robrechtstraat en de Suitbertusstraat is een uitwerking opgesteld. De keuze voor deze locatie is niet alleen gebaseerd op de analyse van de inventarisatie en de knelpunten, maar ook op de haalbaarheid van het project. Uit de inventarisatie is gebleken dat in deze buurt de meeste en grootste knelpunten aanwezig zijn. De wijkvisie is voor het plangebied uitgewerkt in een stedenbouwkundig plan. Het stedenbouwkundig plan is ter kennis gebracht aan de gemeenteraad op 14 februari 2006 en vervolgens door het college vastgesteld op 7 maart 2006. Het doel van het bestemmingsplan is: x Het mogelijk maken van de bouw van het nieuwe woongebied; x Het ontwerpen van een heldere beheerregeling voor de bestaande en toekomstige functies in het gebied. De ontwikkeling behelst de sloop van rijwoningen, de toevoeging van straten en parkeerplaatsen, daarmee tevens de herinrichting van het openbaar gebied. De gesloopte woningen worden vervangen door grondgebonden woningen, maisonnettes, ouderenwoningen en een castellum (gestapelde bouw), in totaal circa 40 woningen.
1.2
Omvang en begrenzing plangebied De totale nieuwbouwlocatie is circa 1 hectare groot, gelegen in de bebouwde kom van Oud-Heusden in de gemeente Heusden, binnen de rode contour. Het betreft de volgende straten: Adrianus Loeffstraat, de Cornelis Verolmestraat, de Robrechtstraat en de Suitbertusstraat.
1.3
Leeswijzer In onderhavige toelichting bij de plankaart en voorschriften van dit bestemmingsplan wordt aandacht besteed aan de volgende aspecten van de voorgestelde ruimtelijke ontwikkeling: x In hoofdstuk 2 wordt een beknopte schets gegeven van de huidige situatie en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling; x In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het beleidskader; x In hoofdstuk 4 worden de planologische en milieuaspecten behandeld; x In hoofdstuk 5 volgt een korte uiteenzetting van de in het onderhavige plan gehanteerde juridische plansystematiek; x Tot slot wordt in hoofdstuk 6 stilgestaan bij de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
2
Afbeelding 2: Huidige situatie
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
3 2
PLANBESCHRIJVING
2.1
Huidige situatie Oud-Heusden is gelegen in het open rivierengebied in het noorden van de gemeente Heusden op een stroomrug langs oorspronkelijke Maasmeanders. Het rivierengebied wordt gekenmerkt door grootschaligheid en een open landschapsstructuur. Oud-Heusden wordt al vanaf de 8e eeuw bewoond. In die tijd is er sprake van een versterkte plaats, een ‘kasteel’, aan het Oude Maasje. Dit kasteel droeg de naam ‘Nieuwenrooy’. Op de plaats van dat oude kasteel staat nu de openbare basisschool ook genaamd ‘Nieuwenrooy’. De kerk van Oud-Heusden is na diverse verwoestingen na de franse tijd niet meer herbouwd. Doordat de loop van de Maas zich steeds verder noordwaarts verlegt, ontstaat al in de 12e eeuw de behoefte elders een versterkte plaats, een ‘nieuw’ kasteel te bouwen. In de directe nabijheid van dit ‘nieuwe’ kasteel ontwikkelt zich in de loop der eeuwen de vestingstad Heusden. In het midden van de 20e eeuw is de huidige kern van Oud-Heusden ontstaan door een grote vraag naar woonruimte voor arbeiders in Heusden-Vesting, die binnen de muren van dit vestingstadje niet gevonden kon worden. De huidige situatie wordt gekenmerkt door een hoge woningdichtheid en een gesloten karakter. De woningen zijn allemaal rijtjeswoningen variërend van 4 tot 7 aaneen gesloten woningen. Hoewel de woningen in de Robrechtstraat een voortuin hebben, is de eenvormigheid in zowel woningtype als straatbeeld groot, met uitzondering van de Suitbertusstraat. Ook laten de huidige bouwblokken en straten een duidelijke oostwest-oriëntatie zien. De buurt sluit aan de westzijde aan op de Everardus van Goghstraat, maar met het gebied daarachter bestaat geen relatie. Ook aan de oostzijde bestaat er geen relatie met de Van Ruysdaelstraat. Hierdoor is de buurt erg op zichzelf aangewezen. De parkeerdruk in de buurt is erg hoog en er is nauwelijks openbaar groen aanwezig.
2.2
Toekomstige situatie De toekomstige situatie is beschreven aan de hand van het stedenbouwkundig plan eerste fase wijkvisie Oud Heusden d.d. 18 januari 2006 dat opgesteld is door Loods Architecten- en adviesbureau bv. Het stedenbouwkundig plan is ter kennis gebracht aan de gemeenteraad op 14 februari 2006 en vervolgens door het college vastgesteld op 7 maart 2006. Verkaveling Het uitgangspunt van het ontwerp is het zorgdragen voor meer licht, lucht en ruimte in de buurt. In het verkavelingsvoorstel is gekozen voor een verbinding tussen de Adrianus Loeffstraat en de Robrechtstraat. Hierdoor wordt de saaie en eentonige oostwest-oriëntatie doorbroken. De woningen met de daarbij behorende bijgebouwen aan: de A. Loeffstraat met de even huisnummers 10 t/m 24, de C. Verolmestraat met de huisnummers 10 t/m 26, de Robrechtstraat met de oneven huisnummers 11 t/m 25 en Suitbertusstraat met de even huisnummers 24 t/m 30, dienen te worden gesloopt om de nieuwbouw mogelijk te maken.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
4
Afbeelding 3: Stedebouwkundig plan
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
5 Om meer licht en lucht in de wijk te brengen wordt voorgesteld om ter plaatse van deze woonclusters een zogenaamde groene knoop te realiseren. Rond deze groene knoop worden nieuwe bouwblokken gesitueerd, deels gestapeld en deels grondgebonden. In het midden van de groene knoop wordt gestapelde woningbouw voorgesteld in de vorm van een appartementencomplex. De geprojecteerde nieuwe verbindingsweg tussen de Adrianus Loeffstraat en de Robrechtstraat zal worden begeleid door grondgebonden woningen. Door zowel te kiezen voor gestapelde als grondgebonden woningbouw wordt het woningaanbod gedifferentieerder, hetgeen ook in sociaal maatschappelijk opzicht een gewenste ontwikkeling is. Bovendien biedt de keuze voor gestapelde woningbouw de mogelijkheid om meer openbare ruimte en derhalve licht en lucht in de wijk te creëren. Wonen De bouwmassa van de nieuwbouw dient qua maat en schaal aan te sluiten bij die van de bestaande kern. De grondgebonden woningen bestaan daarom hoofdzakelijk uit twee bouwlagen met incidenteel de mogelijkheid voor een derde bouwlaag. Ten aanzien van de situering van een derde bouwlaag is het van belang dat deze bouwmassa geen negatief effect heeft op de bezonning van de reeds bestaande woningen. Het appartementengebouw kent aan alle zijden de nodige afstand tot de grondgebonden woningen. Het is immers etagebebouwing in een groene setting. Alhoewel de bouwmassa altijd qua maat en schaal afgestemd dient te worden op de bebouwing in de omgeving zijn vier bouwlagen in dit opzicht voorstelbaar, gegeven de relatief grote afstand tot de grondgebonden woningen. Het hoogteaccent aan de Adrianus Loeffstraat schuift een travee naar het zuiden op, zodat er een hoekwoning ontstaat van twee bouwlagen (met een eventuele kap). De overgang naar de lage bestaande bebouwing aan de noordzijde van de Adrianus Loeffstraat wordt zo geleidelijker. De drielaagse bebouwing komt iets naar voren, dat geeft meer plasticiteit aan de gevelwand en sluit meer aan bij de architectuur van het 'kasteel'. Het plan omvat vijftien grondgebonden woningen met een vloeroppervlakte van 120 m2 tot 130 m2 BVO, zes maisonnettes variërend van 130 –135 m2 BVO, 17 appartementen variërend van 90 – 140 m2 BVO. Er worden minimaal 10 woningen verkocht. De overige woningen zijn huurwoningen. Om ervoor te zorgen dat de ouderenwoningen zo weinig mogelijk geluidshinder ondervinden van de bovengelegen maisonnettes, wordt er gekozen voor de patiowoning als typologie voor de ouderenwoning. Bereikbaarheid en parkeergelegenheid Zoals al gemeld komt er een verbinding tussen de Adrianus Loeffstraat en Robrechtstraat. Deze zal voor gemotoriseerd verkeer in twee richtingen te berijden zijn evenals de oostelijke delen van de Adrianus Loeffstraat en Robrechtstraat. Het oostelijk deel van de Cornelis Verolmestraat zal als langzaamverkeersroute worden ingericht. De Suitbertusstraat vervult mede een functie voor de afwikkeling van langzaam verkeer, in het bijzonder in relatie tot de nabijgelegen. Het straatprofiel biedt beperkte ruimte voor de voetgangers, het parkeren en het gemotoriseerd verkeer. Verkeerscirculatiemaatregelen worden in dit kader overwogen.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
6 Om de snelheid van het verkeer voldoende te kunnen reduceren zullen ter plaatse van de aansluitingen met andere straten zogenaamde plateaus worden aangebracht. Om de parkeerbalans gelijk te houden is het parkeren in de 'nieuwe' straat geïntensiveerd. Ook strekt de parkeerstrook zich uit tot aan het voet-/fietspad aan de noordzijde van het 'kasteel'. De Adrianus Loeffstraat en de Cornelis Verolmestraat worden aan beide zijden langsparkeren zoals in de wijkvisie staat omschreven, alsmede het deel van de Robrechtstraat, dat grenst aan het ‘kasteel’. Bij de bestaande bebouwing in de Robrechtstraat wordt momenteel geparkeerd in de voortuin en dat blijft in het nieuwe plan gehandhaafd. Omdat de wijkvisie in groter verband uiteindelijk in meerdere fases zal worden gerealiseerd en dus niet enkel betrekking heeft op vier straten, kan het parkeren mogelijk bij een volgende fase alsnog worden gewijzigd. Voor de Suitbertusstraat kunnen maatregelen voor de verkeerscirculatie in aanmerking komen. De westzijde van de Suitbertusstraat blijft langsparkeren. Dit is alles conform de wijkvisie. Omdat de voortuinen aan de oostzijde van de Suitbertusstraat meer dan 7 m diep zijn, wordt het hier in afwijking van de wijkvisie toegestaan om onder strikte voorwaarden in de tuin te parkeren. Om de parkeerbalans kloppend te houden wordt de groenstrook aan de Suitbertusstraat gebruikt voor haaks parkeren. De parkeernorm die gehanteerd wordt in het plan is 1,5, met inbegrip van voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein (tuinen). Een hogere parkeernorm (1,8 of 2) is bij herstructurering in de regel (en zeker ook in deze situatie) niet haalbaar omdat de ruimte hiervoor ontbreekt. Na herstructurering van het openbaar gebied in de directe omgeving van de nieuwe woningen zijn er inclusief de parkeerplaatsen in de tuin 164 parkeerplaatsen op 109 woningen. Groen en openbare ruimte Het belangrijkste element binnen de groenstructuur vormt de groene knoop waarin het appartementencomplex een plaats krijgt. Ook zal in deze knoop ruimte voor speelvoorzieningen worden opgenomen. In de wijkvisie was geen vervanging voor de ‘oude’ speelplek opgenomen. Om deze toch in het plan op te nemen was er ruimte nodig aan de noordzijde van het ‘kasteel’. Daarom is het dwarsparkeren aan de Robrechtstraat naast het ‘kasteel’ vervangen door langsparkeren. Dat gaat ten koste van elf parkeerplaatsen, die nu elders worden gerealiseerd zodat de totale parkeerbalans gelijkt blijft. De straten krijgen een groene uitstraling door de realisatie van laanbeplanting. Om echter ook voldoende parkeercapaciteit in de openbare ruimte te kunnen realiseren is een efficiënte inrichting van de openbare ruimte noodzakelijk. Er is geprobeerd om zoveel mogelijk aan alle uitgangspunten te voldoen. Het maken van keuzes tussen groen en parkeervoorzieningen blijft echter zo nu en dan onvermijdelijk. Er komt een haag van 80 cm hoog langs de parkeervakken in de ‘nieuwe’ straat om het zicht op het parkeren vanuit de woningen af te schermen. Er komt ook een haag van 120 cm hoog rondom de ‘kasteeltuin’ om veiligheidsredenen. Zo kan er niemand in het water vallen. De speelweide opent zich naar de nieuwe straat en vormt een verbinding tussen de nieuwe en de bestaande wijk. Ook is de onderdoorgang en de binnenplaats van het kasteel overdag openbaar en versterkt het de verbinding oudnieuw.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
7 3
BELEIDSKADER Deze paragraaf geeft een beknopt overzicht van het ruimtelijk relevante beleid voor het voorliggende bestemmingsplan op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau.
3.1
Provinciaal en regionaal beleid Streekplan Noord-Brabant In het streekplan Noord-Brabant “Brabant in balans” (vastgesteld februari 2002) wordt veel aandacht besteed aan de ‘onderste lagen’, zoals bodem, water, beeldkwaliteit en cultuurhistorie. Het hoofddoel van het Streekplan is een zorgvuldiger ruimtegebruik, gebaseerd op meer aandacht voor de onderste lagen, zuinig ruimtegebruik, concentratie van verstedelijking, zonering van het buitengebied en grensoverschrijdend denken en handelen. Zuinig ruimtegebruik Het Streekplan 2002 legt een zwaar accent op inbreiding en herstructurering als alternatief voor uitbreiding ten koste van het open gebied. Intensief en meervoudig ruimtegebruik moeten dit mogelijk maken. De provincie spreekt de wens uit dat economische groei gepaard gaat met een minder dan evenredige groei van het ruimtebeslag. Dat economische groei telkens samen gaat met uitbreiding van het ruimtebeslag mag volgens Gedupeerde Staten geen vanzelfsprekendheid meer zijn. Hier is wat dat betreft winst te behalen. Ruimtelijke ingrepen zijn in beginsel uitsluitend toelaatbaar als deze ingrepen gericht zijn op behoud of versterking van de cultuurhistorische waarde. Als de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkeling daartoe aanleiding geven dringt de provincie er op aan een beeldkwaliteitplan op te stellen, als aanvulling op een ruimtelijke plan. Uitwerkingsplan Groot-Langstraat Het streekplanbeleid voor de regio Groot Langstraat is uitgewerkt in het uitwerkingsplan Groot Langstraat. De landelijke regio Groot-Langstraat omvat gebieden die behoren tot de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand, Heusden, Vught en 's-Hertogenbosch. Voor deze regio omvat de verstedelijkingsopgave 1.000 woningen en 27 ha bedrijventerrein. De meeste dorpen waaronder Oud-Heusden kunnen een groot deel van de woningbouwopgave binnen de bebouwde kom opvangen. Bij het dorp Oud-Heusden kunnen nieuwe woonwijken worden gebouwd. Cultuurhistorische waardenkaart (CHWK) De cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant vermeldt de cultuurhistorische waarden. Er is sinds februari 2005 een nieuwe kaart beschikbaar. Deze kaart is echter nog niet definitief vastgesteld. Op deze kaart zijn onder andere de rijksmonumenten en de geïnventariseerde monumenten, de MIP’s (monumenten inventarisatieproject) vermeld. Echter het plangebied valt niet binnen een gebied dat aangewezen is als cultuurhistorisch waardevol.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
8
3.2
Gemeentelijk beleid StructuurvisiePlus De nieuwe gemeenteraad van Heusden heeft bij het raadsbesluit van 25 april 2006 de StructuurvisiePlus van de gemeente ingetrokken. Ondanks het feit dat deze structuurvisie nog van zeer recente datum was, (vastgesteld door gemeenteraad 14 februari 2006) bestaat er op een aantal essentiële punten strijdigheid met de ambitie die de huidige nieuwe coalitie voor de periode 2006-2010 heeft uitgezet. De StructuurvisiePlus zal daarom worden bijgesteld. De bijstelling heeft in hoofdlijnen betrekking op de volgende onderdelen: x de ontwikkelingspotenties van de zogenaamde zuidoost lob in Vlijmen; x de ontwikkelingspotenties voor de glastuinbouw; x de vestiging van zogenaamde Nimby-bedrijvigheid; x de centrale landschappelijk ecologische verbindingszone; x de hoofdwegenstructuur; x de zoekgebieden voor bedrijvigheid. De gemeente hoopt en verwacht met deze bijstelling te kunnen komen tot een visie die aansluit bij het ambitieniveau van de huidige coalitie. De nieuwe structuurvisie zal naar verwachting in december 2006 ter visie worden gelegd. Geldend bestemmingsplan De betreffende gronden zijn op dit moment geregeld in het bestemmingsplan OudHeusden 1989 (vastgesteld op 22 augustus 1989 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 27 maart 1990). Welstandseisen Bouwwerken dienen volgens de wet te voldoen aan redelijke eisen van welstand. Om dat objectief te kunnen beoordelen wordt door de gemeente Welstandszorg NoordBrabant ingeschakeld. Deze zorgt voor de bemensing van de welstandscommissie en heeft ook zitting in de commissies “het Hoog“ en de monumentencommissies, zodat ook voor de voor deze commissie relevante gebieden aan redelijke eisen van welstand wordt getoetst. De bouwplannen voor de woningen zijn door de welstandscommissie beoordeelt. Hierbij is tevens de stedenbouwkundige setting op tafel is gekomen waarin de woningen zijn gesitueerd. De welstandcommissie heeft op 12 juni 2006 positief geadviseerd over het plan.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
9 4
PLANOLOGISCHE EN MILIEUASPECTEN
4.1
Bodemkwaliteit Daar waar een bestemmingsplan een planologische basis biedt voor bebouwingsmogelijkheden, die uitstijgen boven de “standaard uitbreidingsmogelijkheden”, die een bestemmingsplan nu eenmaal biedt, dient inzicht te worden gegeven in de kwaliteit van de bodem. Voor die situaties dient een verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. In opdracht van de gemeente is er een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Onderzoeksresultaten Ter plaatse van de Kasteellaan e.o. in Oud-Heusden is in verband met de voorgenomen herontwikkeling van de locatie een verkennend bodemonderzoek en een infiltratieonderzoek uitgevoerd (Kenmerk: Tritium, 0607/002/LP, 8 september 2006). De bodem op de onderzoekslocatie bestaat tot 3,0 m-mv (=einddiepte diepste boring) uit matig fijn tot matig grof zand. Op een groot deel van de onderzoekslocatie worden in de bodem diverse kleilagen aangetroffen, variërend in laagdikte van 0,5 tot 2,5 meter. De freatische grondwaterspiegel bevond zich ten tijde van het onderzoek op een diepte van 1,5 m-mv. Tijdens de uitvoering van het veldwerk is in de bovengrond tot circa 1 m-mv lokaal een zwak puinhoudende bodemlaag aangetroffen. Op één plaats (boring 6) is een zwak kolengruishoudende bodemlaag aangetroffen. De bovengrond (0,0 – 0,5 m-mv) is plaatselijk licht verontreinigd met koper, zink, PAK en minerale olie. De aangetroffen zwak puinhoudende grond met sporen kolengruis is licht verontreinigd met kwik, lood, zink en PAK. De overige ondergrond (0,5 – 2,0 m-mv) is plaatselijk licht verontreinigd met kwik en nikkel. Het grondwater is lokaal licht verontreinigd met chroom, xylenen en arseen. Het grondwater is niet verontreinigd met de overige onderzochte stoffen. Uit het infiltratieonderzoek blijkt het volgende: De gemiddelde doorlatendheid van de onverzadigde zone varieert van 0,2 m/d tot 2,2 m/d. Alle gemeten zones kunnen met het oog op infiltratie van hemelwater als slecht doorlatend beschouwd worden. De in-situ gemeten gemiddelde doorlatendheid van de verzadigde zone varieert van 2,2 m/d tot 17 m/d en kan daarmee als redelijk tot zeer goed doorlatend beschouwd worden. De redelijke tot goede doorlatendheid wordt bevestigd door in het laboratorium bepaalde zeefkrommen. De doorlatendheid varieert van 10,4 m/d tot 11,4 m/d. Consequenties voor het bestemmingsplan De aangetoonde lichte verontreinigingen in de bodem vormen geen belemmering voor het huidige gebruik van het onderzoeksgebied (wonen met tuin). Indien de grond wordt afgegraven en van de locatie wordt afgevoerd, dient er rekening mee te worden gehouden dat deze grond elders niet zonder meer toepasbaar is. Met betrekking tot het elders hergebruiken van de grond zijn de regels van het bouwstoffenbesluit van toepassing, hetgeen een aanzienlijk grotere onderzoeksinspanning vereist.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
10 Met betrekking tot de K-waarde bepaling kan samenvattend gesteld worden dat infiltratie van hemelwater in het beschouwde gebied naar verwachting niet zondermeer mogelijk is. De gemeten slechte doorlatendheden in de zone tot 0,5 à 0,75 m-mv en het veelvuldig voorkomen van (dikke) kleilagen zijn hiervan de oorzaak. Het infiltreren van grote hoeveelheden hemelwater leidt naar verwachting tot grote problemen in het gebied. Daarnaast wordt opgemerkt dat de grondwaterstand gedurende grote delen van het jaar ondieper staat dan tijdens de veldmetingen in de zomer van 2006. In dat geval is de onverzadigde zone voor een belangrijk deel gereduceerd tot voornamelijk slecht doorlatende lagen. Plaatselijk, overwegend op een diepte nabij de grondwaterzone, word een betere doorlatendheden gemeten. Geadviseerd wordt dan ook om niet te infiltreren tenzij bodemverbetering wordt toegepast. 4.2
Waterhuishouding Huidige situatie Het plangebied ligt in het stroomgebied van de Maas. Het plangebied grenst echter niet aan waterkeringen en ligt het ook niet in het winterbed van de Maas. In het plangebied en de directe omgeving is geen oppervlaktewater aanwezig. Het diepe grondwater stroomt van zuid naar noord. In het plangebied is geen soprake van een kwel- of inzijgingssituatie. Het regenwater wordt voornamelijk afgevoerd via de riolering in het plangebied. Er zijn slechts kleine stukjes (openbaar) groen aanwezig waar een zeer kleine hoeveelheid hemelwater kan infiltreren. Mede gezien de bodemopbouw is deze infiltratie van zeer beperkte omvang. Binnen het plangebied speelt geen verdroging van (natte) natuurgebieden. Het waterbeheer in het plangebied is een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente en het Waterschap Aa en Maas. Het plangebied valt binnen een bufferzone van een natte parel. Het beleid in deze gebieden, is gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur en externe bescherming voor ingrepen die een ongewenste beïnvloeding van natuurwaarden kunnen hebben. Er is een hydrologische standstill van toepassing. Er mogen in het gebied of in de omgeving geen activiteiten plaatsvinden die een verslechtering van de situatie in de natte natuurparel tot gevolg hebben.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
11
Natte Parels inclusief 500 m buffer Ligging plangebied Afbeelding 4: waterkansenkaart waterschap aa en maas Toekomstige situatie Het nieuwe waterbeleid voor de 21ste eeuw anticipeert op veranderingen in het klimaat die zullen leiden tot hogere rivierafvoeren en grotere neerslag. Er kunnen negatieve effecten optreden zoals het toenemen van wateroverlast, een achteruitgaande waterkwaliteit, verdroging van natuurgebied, etc. Dat vergt een nieuwe aanpak van het waterbeheer in samenhang met de ruimtelijke ordening. Sleutelbegrippen zijn meer ruimte voor water, waterbewust bouwen en inrichten. Het waterbeheer in het plangebied is een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente en het Waterschap Aa en Maas. In het kader van "waterbeheer 21e eeuw" is de eis van het waterschap dat er hydrologisch neutraal gebouwd wordt. Een bui met T= 10 moet geborgen kunnen worden. Dit betekent dat een hoeveelheid regenwater van 27,6 mm/uur vermenigvuldigd met het verhard oppervlak geborgen moet worden op eigen terrein. Daarbij geldt de volgende voorkeursvolgorde. 1. Hergebruik van regenwater 2. Bovengrondse infiltratie / vegetatiedaken 3. Ondergrondse infiltratie 4. Afvoer naar het oppervlaktewater De hoeveelheid berging kan beperkt worden door het beperken van de verharding binnen het plan. Daarnaast moet er bij het afvoeren of infiltreren van regenwater rekening gehouden worden met de milieutechnische kwaliteit van de bodem en met de toe te passen bouwmaterialen. Uit de bouwmaterialen die in contact komen met regenwater mogen geen milieuverontreinigende stoffen uitlogen.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
12 De initiatiefnemer en de gemeente hebben overleg gehad met het waterschap Aa en Maas in oktober 2006 (zie bijlage 1). In dit overleg is overeengekomen dat in ieder geval hydrologisch neutraal gebouwd zal gaan worden ten opzichte van de huidige situatie. Desalniettemin streeft de gemeente er naar dat door middel van uitvoeringsmaatregelen naar een hydrologisch nog betere situatie ontstaat dan de hydrologisch neutrale situatie. In de nieuwe situatie zal het overgrote deel van het plangebied, net als in de huidige situatie, verhard zijn. Het gaat dan om verharding in de openbare ruimte, erfverharding en dakvlakken. Het areaal verhard oppervlak dient zoveel mogelijk te worden beperkt. Uit het gebied mag niet meer geloosd worden op oppervlaktewater dan de oorspronkelijke landbouwkundige afvoer. Bij de afgifte van de bouwvergunning wordt als eis gesteld dat geen uitlogende materialen in de nieuwbouw toegepast worden. In het overleg met het waterschap heeft de gemeente aangegeven dat de ambitie is dat er geen schoon hemelwater naar de riolering gaat, maar zoveel mogelijk ter plaatse zal worden geïnfiltreerd. De gemeente gaat een onderzoek doen dat moet uitwijzen of infiltratie ter plaatse mogelijk is. Gedacht wordt aan waterdoorlatende bestrating, eventueel in combinatie met infiltratieriool of andere voorzieningen. Daarnaast zal het hemelwater met name op het oppervlaktewater worden geloosd. In de nieuwe situatie wordt rond de appartementen een ‘gracht’ gegraven. Het hemelwater zal hier grotendeels op geloosd kunnen worden. Het overige hemelwater zal via de riolering moeten worden afgevoerd, net zoals reeds inde huidige situatie het geval is. Bij de inrichting van de openbare ruimte wordt getracht het verhard oppervlak zo veel mogelijk te beperken. De breedte van de wegen en straten wordt beperkt van omvang en tot het uiterste minimum beperkt. Het afvalwater uit de woningen zal via het riool worden afgevoerd. Consequentie voor het bestemmingsplan In oktober 2006 heeft voerleg plaatsgevonden tussen de initiatiefnemer, de gemeente en het waterschap Aa en Maas. In dat overleg is overeengekomen dat ten minste gestreefd wordt naar hydrologisch neutraal realiseren van de ontwikkeling en waar mogelijk naar een nog hydrologisch betere situatie. Binnen de bufferzone van de natte natuurparel mag geen verslechtering van de betreffende natuurwaarden plaatsvinden. Aangezien het plangebied een reeds bestaand woongebied betreft, is er in de ogen van de gemeente van een verslechtering geen sprake. 4.3
Natuur en landschapswaarden Het plangebied maakt geen deel uit van een gebied waar natuur voorkomt of dat is aangewezen als landschappelijk waardevol. Consequentie voor het bestemmingsplan De ecologische waarde van de aanwezige flora en fauna en de landschappelijke waarden zijn beperkt. Een onderzoek op basis van de Flora- en Faunawet wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
13
4.4
Archeologie en cultuurhistorie Door ondertekening van het verdrag van Malta heeft Nederland zich verplicht tot het tijdig betrekken van de archeologische belangen bij plannen met een ruimtelijk planologisch aspect. Indien het bestemmingsplan de mogelijkheid van verstoring creëert van op grond van de AMK bekende, of de IKAW onbekende (te verwachten) archeologische waarden, dient aangegeven te worden hoe te zijner tijd bij feitelijke verstoring met die archeologische waarden wordt omgegaan, dat wil zeggen wie de kosten draagt van het vereiste vooronderzoek en een eventuele archeologische opgraving. Consequenties voor het bestemmingsplan Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een gebied dat is aangewezen als gebied met hoge of middelhoge verwachtingswaarde. Een archeologisch onderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
4.5
Wegverkeerslawaai In opdracht van de gemeente Heusden is door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V. een akoestisch onderzoek uitgevoerd (d.d. 26 juli 2007) naar de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer ten behoeve van het bestemmingsplan Castellum te Oud-Heusden. Het akoestisch onderzoek is opgenomen in bijlage 2. Uit dit onderzoek is gebleken dat de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van het wegverkeer op de Suitbertuslaan voor bouwblok D wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde voor wegverkeerslawaai wordt echter niet overschreden. Om een ontheffing te verkrijgen, dient bij de gemeente Heusden een hogere waarde procedure te worden gevolgd. Als argumenten voor het verlenen van een ontheffing kan worden aangedragen dat het treffen van bronmaatregelen (stiller wegdek) en overdrachtsmaatregelen (schermen, wallen) op respectievelijk financiële en stedenbouwkundige bezwaren stuiten bij de realisering van dit plan. Naar aanleiding van het akoestisch onderzoek is door de gemeente een procedure voor hogere grenswaarde opgestart. Deze loopt qua planning gelijktijdig met het bestemmingsplan. Op het moment dat dit bestemmingplan door de gemeenteraad wordt vastgesteld, is duidelijk of de ontheffing is verleend. De ontheffing wordt als separate bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd. Daarnaast dient bij de bouwvergunningsaanvraag door middel van een gevelisolatieonderzoek te worden aangetoond dat voor bouwblok D wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in artikel 3,1 van het Bouwbesluit. De noodzakelijke geluidwering GA;k van de oostgevel van bouwblok D bedraagt 25 dB(A). Op de gevels van de overige bouwblokken (A, B en C) wordt ten gevolge van het verkeer op de Suitbertuslaan de voorkeursgrenswaarde niet overschreden. Uit dit onderzoek is gebleken dat de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van het wegverkeer op de Julianastraat,Everardus Van Gochstraat, Laagstraat, Steenweg en Herptseweg op de gevels van de nieuw te bouwen woningen niet wordt overschreden. De Wet geluidhinder stelt geen restricties ten aanzien van deze wegen bij realisering van het nieuwbouwplan.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
14 Consequenties voor het bestemmingsplan Wegverkeerslawaai vormt geen belemmering voor de in dit bestemmingsplan voorgestane ruimtelijke ontwikkeling, omdat de hogere grenswaarde procedure tijdig zal worden opgestart en de benodigde ontheffing kan worden verleend. 4.6
Luchtkwaliteit Het Besluit Luchtkwaliteit 2005 schrijft voor dat er overal in de buitenlucht, met uitzondering van de werkplek en op de weg aan de normen uit het Besluit Luchtkwaliteit moet worden voldaan. Dit betekent dat voor ruimtelijke plannen aangetoond dient te worden of ter plaatse van het plangebied wordt voldaan aan de geldende normen (grenswaarden en plandrempels) ten aanzien van de luchtkwaliteit en welke gevolgen de voorgestelde ruimtelijke ontwikkeling heeft op de luchtkwaliteit elders. Momenteel is de situatie dat in de gehele gemeente Heusden de luchtkwaliteitsnormen in 2015 gehaald zullen worden. Dat geldt dus ook voor het plangebied. Het aantal woningen in het plangebied zal niet toenemen. Dit betekent dat ook het (toekomstig) aantal verkeersbewegingen niet anders (meer) zal worden dan met de huidige bebouwing en aantallen woningen het geval is. Dit betekent dat er als gevolg van de ontwikkeling geen verslechtering van de luchtkwaliteit ter plaatse zal optreden en dat kan worden voldaan aan de geldende normen (grenswaarden en plandrempels) ten aanzien van de luchtkwaliteit. Consequentie voor het bestemmingsplan Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de in dit bestemmingsplan voorgestane ruimtelijke ontwikkeling.
4.7
Externe veiligheid
Afbeelding 5: risicokaart provincie Noord-Brabant, november 2006
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
15 Uit de risicoatlas van de provincie Noord-Brabant kan worden afgeleid dat het plangebied niet valt binnen risicocontouren van transportstromen en/of vaste bronnen (zie afbeelding 5). Hierbij moet worden opgemerkt dat de provincie heeft aangegeven dat de risicokaart nog niet geheel compleet is. Echter, ook bij de gemeente zijn er geen risicocontouren van transportstromen en/of vaste bronnen bekend die gelegen zijn in of in de nabijheid van het plangebied die gevolgen hebben voor de voorgenomen ontwikkeling. Het geplande gebruik (woonfunctie) is geen risicovolle activiteit. Het project heeft derhalve geen gevolgen voor de externe veiligheid. Consequenties voor het bestemmingsplan Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de in dit bestemmingsplan voorgestane ruimtelijke ontwikkeling. 4.8
Kabels, leidingen en straalpaden Er bevinden zich in en nabij het projectgebied geen straalpaden, ondergrondse en bovengrondse leidingen die belemmeringen voor de voorgestane ontwikkeling met zich meebrengen. Consequenties voor het bestemmingsplan Kabels, leidingen en straalpaden vormen geen belemmering voor de in dit bestemmingsplan voorgestane ruimtelijke ontwikkeling.
4.9
Duurzaam bouwen Als minimum kwaliteitsniveau voor de woningen wordt de ‘maatlat’ van VROM gehanteerd. Deze maatlat is gekoppeld aan het Nationaal Pakket Woningbouw (NPW). Gebruik van de maatlat komt erop neer dat alle vaste maatregelen toegepast worden, alsmede de variabele maatregelen die niets kosten of extra geld opleveren. De energieprestatienorm (EPN) is gesteld op 0,7.
4.10
Bezonningsstudie Voor de ontwikkeling van de nieuwe woningen is een bezonningsstudie uitgevoerd door het adviesbureau De Loods (d.d. 25-09-2006). In deze studie is de schaduwwerking van de nieuwe bebouwing onderzocht in de diverse jaargetijden en op verschillende tijdstippen (10.00 uur ’s ochtends, 15.00 uur ‘s middags en 18.00 uur ’s avonds). Uit deze bezonningsstudie blijkt dat er op de diverse tijdstippen en jaargetijden geen onevenredige nadelen en/of effecten voor de omgeving optreden in de ochtend en avond. Consequenties voor het bestemmingsplan De resultaten uit de bezonningsstudie hebben geen gevolgen voor de regeling in het bestemmingsplan en vormen geen belemmering voor de in dit bestemmingsplan voorgestane ruimtelijke ontwikkeling.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
16
4.11
Marktonderzoek appartementensector Het adviesbureau Companen heeft in november 2005 een marktonderzoek gedaan naar de appartementensector binnen de gemeente Heusden. Hierbij is met name gekeken naar de situatie in de kernen Vlijmen en Drunen. Op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren, wordt geconcludeerd dat een bouwprogramma van 70-80 appartementen per jaar voor de gemeente Heusden realistisch is. Dit spoort ook met de bevindingen van Ecorys in en recente studie voor de kern Drunen. Zij komen in hun berekeningen op een aantal van 72 appartementen op jaarbasis voor de gehele gemeente. Ook ten opzichte van het totale bouwprogramma is dit een reële aanname. Tot 2020 neemt de groep vragers, onder invloed van demografische ontwikkelingen, iets in omvang toe. Een verhoging van het aantal appartementen met maximaal 10 tot 20 per jaar na 2010 behoort dan tot de mogelijkheden. Voor het volledige marktonderzoek wordt verwezen naar bijlage 3. Het plan Castellum te Oud-Heusden omvat 15 grondgebonden woningen, 6 masionnettes en 17 appartementen. De appartementen variëren in grootte van 90 tot 140m2 BVO. Het woningaanbod op de locatie in Oud-Heusden wordt daarmee gedifferentieerder, hetgeen ook in sociaal maatschappelijk opzicht een gewenste ontwikkeling is. Het plan speelt daarom in op de conclusies van het onderzoek om meer differentiatie in de woningmarkt aan te brengen: huur/koop, prijsklasse, binnen één project en op meerdere locaties. Verder bleek uit het behoefteonderzoek een vraag naar 180 appartementen per jaar. Companen plaatst daarbij wel de kanttekening dat een aantal van 80 meer realistisch is. Gemeente Heusden bouwt gemiddeld 72 appartementen per jaar en dit betrof tot op heden voornamelijk appartementen in de kernen Drunen en Vlijmen. In de overige kernen zijn er nauwelijks appartementen gerealiseerd, terwijl daarnaar wel vraag is. Geconcludeerd wordt daarom dat het plan Castellum aansluit bij de conclusies van het onderzoek.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
17 5
JURIDISCHE PLANOPZET De ruimtelijke indeling van het gebied, alsmede de toegestane functies en maten zijn op de plankaart en in de voorschriften vrij gedetailleerd geregeld. Voor niet-ingrijpende afwijkingen bevatten de voorschriften diverse vrijstellingsbepalingen (ex artikel 15 WRO). Voor meer ingrijpende ruimtelijke en functionele veranderingen en nieuwe ontwikkelingen bevatten de voorschriften een aantal algemene wijzigingsbevoegdheden (ex artikel 11 WRO). Het plan biedt zo een redelijke mate van zekerheid omtrent de realiseringsmogelijkheden (rechtszekerheid) én de nodige bescherming van de belangen van rechthebbenden en derden (rechtsbescherming).
5.1
Wonen Woonbestemming De opgenomen woonbestemming is een vrij globale bestemming. Binnen de woonbestemming zijn toegestaan de woonruimten, met de daarbij behorende (parkeer)voorzieningen, erfontsluitingswegen en andere voorzieningen ten behoeve van het verkeer, voetgangersgebied, groenvoorzieningen, waterpartijen en straatmeubilair. Voorgaande betekent dus dat de woonstraten worden meegenomen in de woonbestemming. Woningen dienen te worden gerealiseerd in de op de plankaart aangegeven bouwvlak. De bouwvlakken zijn redelijk strak om de bestaande woningen geplaatst. Voor de bouwhoogte wordt in de voorschriften uitgegaan van een standaardmaat (7 m); afwijkende hoogtematen van de woningen staan op de plankaart aangegeven. Ook is aangegeven of er sprake is van aaneengesloten woningen (a) of gestapelde woningen (g). Ter verduidelijking is bij code a toegevoegd: "aaneen, niet-gestapeld"; dit om duidelijk te maken dat het hier om ‘grondgebonden’, niet-gestapelde woningen gaat. Het maximaal toegestane aantal woningen is in het bouwvlak aangegeven. Op de plankaart is tevens een ‘zone bijgebouwen’ opgenomen. Hierbinnen zijn de bijgebouwen toegestaan tot een hoogte van 3,5 m danwel 5 m ten behoeve van een kapconstructie. Deze zone behorende bij het bouwperceel mag per woonperceel met maximaal 50% worden bebouwd tot een maximum van 60 m². Per kavel is 12 m² aan overkappingen toegestaan. Beroep aan huis In de doeleindenomschrijving is, voor de duidelijkheid, expliciet bepaald dat beroep aan huis is toegestaan. Dergelijke beroepsactiviteiten mogen op zich als recht in een woning worden uitgeoefend.
5.2
Groen en water In het belang van de versterking van de groenstructuur zijn de gronden rondom de kasteelwoningen specifiek bestemd tot "Groen en Water". Binnen deze bestemming mogen tevens bruggen, speelvoorzieningen, fiets- en voetpaden e.d. aangelegd worden.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
18
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
19 6
MAATSCHAPPELIJKE EN ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
6.1
Maatschappelijke haalbaarheid Voorontwerp bestemmingsplan Het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft gedurende een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is iedereen in de gelegenheid gesteld om zijn of haar op- of aanmerkingen kenbaar te maken. Van een en ander is vooraf openbare kennisgeving gedaan op de in de gemeente gebruikelijke wijze. Gedurende de termijn zijn twee inspraakreacties ontvangen. De beantwoording van deze inspraakreactie is in Bijlage 4 verwerkt. Daarnaast is het plan toegezonden aan diverse instanties, die volgens art 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening bij de planvorming betrokken dienen te worden. In bijlage 4 is de reactie van de desbetreffende instantie integraal opgenomen en van een gemeentelijke reactie voorzien. Ontwerp bestemmingsplan Het ontwerp van het bestemmingsplan heeft met ingang van 17 augustus gedurende een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is iedereen in de gelegenheid gesteld om zijn of haar op- of aanmerkingen kenbaar te maken. Van een en ander is vooraf openbare kennisgeving gedaan op de in de gemeente gebruikelijke wijze. Gedurende de termijn zijn geen zienswijzen ontvangen.
6.2
Economische uitvoerbaarheid De nieuwe situatie voor het plangebied wordt in dit bestemmingsplan vastgelegd en planologisch-juridisch geregeld. Aan de uitvoering van het plan zijn voor zowel de initiatiefnemer (de Woonveste) als de gemeente kosten verbonden. In het kader van de economische uitvoerbaarheid is een kostenraming door de raad van de gemeente Heusden op 19 september 2006 vastgesteld. Hieruit is gebleken dat er een geraamd tekort is van circa 2 miljoen euro. De gemeente en de Woonveste hebben een krediet beschikbaar waarmee dit tekort wordt afgedekt. Elk neemt 50% voor zijn rekening. Dit is in een intentieovereenkomst vastgelegd. Om het tekort te dekken is inmiddels een ISV-subsidie aangevraagd.
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
20
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
21 BIJLAGE 1: ADVIES WATERSCHAP
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
22
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
Verslag overleg i.k.v. watertoets Bestemmingsplan Castellum, Oud Heusden Aanwezig:
Gemeente Heusden Waterschap Aa en Maas
Datum:
16 oktober 2006
Plaats:
Gemeentehuis Heusden
William Peters , Herman Ottevanger Joris van den Bergh
Aanleiding: De gemeente Heusden heeft het voornemen om voor een binnenstedelijk gebied in de kern Oud-Heusden herstructurering te laten plaatsvinden. In kader van de watertoets heeft op maandag 16 oktober tussen de initiatiefnemer en de waterbeheerder plaatsgevonden.
Situatie: De ontwikkeling behelst de sloop van rijwoningen, de toevoeging van straten en parkeerplaatsen, daarmee tevens herinrichting van openbaar gebied. De gesloopte woningen worden vervangen door grondgebonden woningen, maisonnettes, ouderen woningen en een castellum (gestapelde bouw), in totaal circa 40 woningen. In het concept bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen (4.2 waterhuishouding). In deze paragraaf wordt het waterbeleid weergegeven. Wat ontbreekt is de beschrijving van de huidige en toekomstige situatie van het wateraspect. In het overleg heeft de gemeente aangegeven dat de ambitie is dat er geen schoon hemelwater naar de riolering gaat, maar zoveel mogelijk ter plaatse zal worden geïnfiltreerd. De gemeente gaat een onderzoek doen dat moet uitwijzen of infiltratie ter plaatse mogelijk is. Gedacht wordt aan waterdoorlatende bestrating, eventueel in combinatie met infiltratieriool of andere voorzieningen.
Conclusie / Afspraken: De gemeente geeft uitkomsten van onderzoek kort weer in de waterparagraaf van het bestemmingsplan. Tevens wordt aangegeven welke oplossingsrichting wordt gekozen voor het verwerken van het schone afstromende hemelwater. Het waterschap spreekt het vertrouwen in de gemeente uit dat een meest optimale oplossing wordt nagestreefd. De gemeente legt voorontwerp bestemmingsplan in kader van het artikel 10 Bro overleg formeel voor aan het waterschap.
23 BIJLAGE 2: AKOESTISCH ONDERZOEK
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
24
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
25 BIJLAGE 3: MARKTONDERZOEK APPARTEMENTENSECTOR
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
26
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
Gemeente Heusden Marktonderzoek appartementensector 11 november 2005
Projectnr. 797.71
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet
[email protected] www.companen.nl
Gemeente Heusden Marktonderzoek appartementensector 11 november 2005
Inhoud
1.
Inleiding
1
2.
Vraaganalyse 2.1. Kwantitatief: bevolkingssamenstelling in de gemeente Heusden 2.2. Kwalitatieve behoefte aan appartementen 2.3. Een regionale woningmarkt?
2 2 3 5
3.
Aanbodanalyse 3.1. De woningmarkt anno 2005 3.2. Woningbouwprogramma 2005-2015
7 7 8
4.
Confrontatie vraag en aanbod 4.1. Stagnatie in de markt: behoefteonderzoek te optimistisch 4.2. Programma voor Vlijmen
10 10 11
1. Inleiding De markt voor (koop)appartementen is een aandachtspunt in de gemeente Heusden. De laatste jaren is in Vlijmen een behoorlijk aantal koopappartementen gereed gekomen en er komen signalen uit de markt over verzadiging. Als tegelijkertijd op meerdere locaties appartementen in ontwikkeling komen is er een kans op overaanbod op de markt. Daar komt bij dat de markt aan de vraagzijde kritisch is: de potentiële doelgroep zijn vaak mensen die al goed wonen en niet persé hoeven te verhuizen. Ze kijken de kat uit de boom en happen toe als het gebodene echt helemaal aan de eisen en wensen voldoet. En bij een ruim aanbod kunnen ze rustig afwachten en vergelijken. Haast is er immers niet. Vraagstelling Gelet op deze situatie en het feit dat in de kern Vlijmen een relatief groot aantal appartementen gebouwd is en zal worden (Centrumplan), wil de gemeente Heusden weten of er genoeg markt is voor de bouw van appartementen, hoe groot die markt is, hoe dit zich verhoudt tot het planaanbod in de komende jaren en wanneer er mogelijk meer lucht in de markt komt. Leeswijzer x Eerst gaan we in op de vraag naar appartementen (hoofdstuk 2). We schatten de omvang van het marktpotentieel voor huur- en koopappartementen in, naar prijsklasse en doelgroepen. Ook kijken we naar de toekomstige ontwikkeling aan de vraagzijde. Verder komt de reikwijdte van de markt aan bod: is er een groter rekruteringsgebied dan de kern Vlijmen c.q. de gemeente Heusden zelf? Is het mogelijk mensen van elders aan te trekken? En zijn mensen uit bijvoorbeeld Drunen bereid naar Vlijmen te verhuizen? x Hoofdstuk 3 gaat in op de aanbodzijde. Wat is er recent gereedgekomen en wat staat er op stapel in Vlijmen? En wat is het aanbod aan appartementen in de nabije omgeving, nu en straks? x Hoofdstuk 4 zet vraag en aanbod tegen elkaar af. Het trekt conclusies over de afzetmogelijkheden van appartementen, het soort appartementen en de prijsklassen. De vraag- en aanbodanalyse uit voorgaande hoofdstukken en indicaties uit de praktijk van vastgoeddeskundigen1 vormen daarvoor de basis
1
Onderdeel van de analyse was een tweetal gesprekken met lokaal opererende makelaars. Dit waren: ERA
makelaars MATAX te Vlijmen, dhr. Peter Rosbergen en Steevastgoed makelaars te Vlijmen, dhr. Rob Akkermans.
-1-
2. Vraaganalyse Om de omvang van de vraag naar appartementen in te kunnen schatten, brengen we in beeld welke groepen bewoners een appartement wensen en hoe die groepen zich in de tijd ontwikkelen. De basis daarvoor is gelegd in het bestuderen van bestaande informatie en in gesprekken met lokaal opererende makelaars. In de gemeente Heusden blijken twee groepen in belangrijke mate de markt voor appartementen te vormen: senioren en starters. Beide groepen groeien in omvang, de senioren sterk, de starters licht. Er is slechts een beperkte vraag naar appartementen onder doorstromers tot 55 jaar; een groep die bovendien in omvang afneemt. Hoe groot is de vraag vanuit de verschillende doelgroepen? En op welke segmenten richten zij zich met name?
2.1.
Kwantitatief: bevolkingssamenstelling in de gemeente Heusden
Twee leeftijdsgroepen groeien in omvang: starters en 55-plussers Uit woningbehoeftenonderzoeken blijkt het en ook de lokale makelaars bevestigen het beeld. Het zijn met name de kleinere (1- en 2-persoons) huishoudens die zich richten op de appartementensector. Om hoeveel huishoudens gaat het dan, en hoe is de ontwikkeling van die huishoudens? Tabel 2.1 toont de bevolkingsontwikkeling tussen 2005 en 2020 in de gemeente Heusden. x Met name de groep 55-plussers groeit sterk. De grote groep 65-plussers in het jaar 2020 bestaat uit de babyboomers van nu, de 55-plussers van 2010: een doorgaans koopkrachtige maar kritische groep. x Ook de groep starters neemt in omvang toe, zij het minder drastisch. x Het aantal gezinnen neemt af. De afname van het aantal ‘nestvliedergezinnen’, 4554 jaar, is relatief: er is nog een lichte absolute groei, maar het aantal jonge gezinnen tussen 30 en 44 jaar neemt ook in absolute zin sterk af. Tabel 2.1: Gemeente Heusden. Bevolkingsontwikkeling 2005-2020 Leeftijdsklasse
2005
2020
Toe- afname
Procentuele
Ontwikkeling
2005-2020
ontwikkeling
aandeel in totaal
0-19 jaar
11.838
11.902
64
+1%
91
20-29 jaar
4.834
5.693
859
+18%
107
30-44 jaar
10.454
8.814
-1.640
-16%
77
45-54 jaar
6.518
6.876
358
+5%
96
55-64 jaar
5.168
6.736
1.568
+30%
119
65 tot 74 jaar
3.176
5.054
1.878
+59%
145
75 jaar en ouder
2.008
3.286
1.278
+64%
149
43.996
48.361
+10%
100
Totaal
Bron: Bevolkingsprognose Provincie Noord-Brabant, 2002
-2-
Twee belangrijkste doelgroepen : x
Starters: een blijvende vraag naar woningen.
x
Ouderen: sterke toename van het aantal huishoudens, met name 65+
2.2.
Kwalitatieve behoefte aan appartementen
Woonwensen: focus op starters en 55-plussers Met name starters en 55-plussers richten zich dus op de appartementensector. Tabel 2.2 geeft een beeld van de woonwensen van verhuisgeneigden. Uit woonwensenonderzoek blijkt dat de vraag naar appartementen onder 55-plussers groot is: ruim 70% van de verhuisgeneigden in deze groep geeft aan dit te wensen. Maar ook 30% van de starters wenst een appartement. Er is nog een beperkte vraag naar appartementen onder doorstromers tot 55 jaar. Deze kwantificeren wij hier niet. Tabel 2.2: Gemeente Heusden: verhuisgeneigdheid, vraag naar appartementen, huur / koop, 2005 Starters
Doorstromers 55+
Verhuisgeneigden (binnen 5 jaar)
1200
1400
… die een appartement wensen
400
1000
Reële omvang
400
500
65%/35%
55-65 jaar: 40%/60%
Verhouding huur - koop
65+: Benadering aantallen huur of koop
Benadering aantallen huur of koop, per jaar
76%/24%
Gemiddeld circa
Gemiddeld circa
240 huur, 160 koop
270 huur, 230 koop
48 huur, 32 koop
54 huur, 46 koop
Bron: Woonwensen 2003, bewerking Companen
Jaarlijkse vraag stijgt licht tot 2020 als gevolg van demografische ontwikkelingen De groepen die zich richten op de appartementensector zijn tevens de 'groeigroepen'. Dit betekent een licht hogere vraag. Tot 2010 is de groei van de vraag beperkt; jaarlijks circa 5 extra starters en 15 'doorstromers 55+'. In 2020 zullen jaarlijks circa 15 extra starters en 45 'doorstromers 55+' om een appartement vragen. Onder de doorstromers is de groei het grootst bij de 65-plussers. Tabel 2.3 geeft, bij benadering, een beeld van de vraagverandering. Tabel 2.3: Gemeente Heusden: de vraag naar appartementen, huur / koop, 2010 en 2020 Starters
Doorstromers 55+
2010
Benadering aantallen huur of koop per jaar
50 huur, 35 koop
65 huur, 50 koop
2020
55 huur, 40 koop
80 huur, 70 koop
Bron: Woonwensen 2003, prognose provincie Noord-Brabant 2002, bewerking Companen
-3-
Cijfers uit het behoefteonderzoek: x x
Een theoretische behoefte aan circa 180 appartementen per jaar, waarvan circa 100 huur en 80 koop. In de groep waarin de koopwens het grootst is, de 55-65 jarigen, is de groei nog beperkt. De groep waarin meer nadruk op huur ligt, starters en 65-plussers, groeit sterker.
55-plusser in de koopsector wil best betalen, beperkte vraag naar dure huur Belangrijk is te stellen, dat oudere eigenaar-bewoners zeer kritisch zijn ten opzichte van het verhuizen naar een nieuwe woning. De verhuisbereidheid van ouderen wordt veelal overschat. Ze geven het zelf wel vaak aan, maar als het zover dreigt te zijn, dan haken ze vaak af. x Circa 60% van de 55-65 jarigen wil kopen. Boven die leeftijd zien we het tegengestelde: 75% wil huren. x Onder 55-plussers met een huurwens is er volgens het woonwensenonderzoek vooral vraag naar het middensegment (circa 80%, van €307,= tot €565,=) en er is een nichemarkt van circa 5% voor dure huur van meer dan €565,=. x Onder de 55-plussers met een koopwens is de vraag verspreid over de prijsklassen. Van hen zoekt 50% in de dure categorie vanaf € 300.000,= (25% zelfs boven €400.000,=). Slechts een beperkt aandeel van de 55-plussers wenst nog een eengezinswoning. Vanuit woonwensenoverwegingen is er in de koopsector beslist een markt voor dure koopappartementen. x Ouderen zijn georiënteerd op kleinere woningen2. Gezien de woning die de oudere huishoudens achterlaten is dit niet verwonderlijk: het zijn vaak ruime eengezinswoningen die vrij komen. Dit betekent niet dat de woningen voor senioren klein moeten zijn. Het gaat om woningen die in aantallen kamers uitgedrukt weliswaar niet groot zijn, maar toch een behoorlijk aantal vierkante meters kennen. Uitgelicht: dure appartementen voor kritische consumenten Vooral de markt voor dure appartementen is een zeer kritische markt. Deze doelgroep woont nu vaak ruim en comfortabel en kan alleen met kwaliteit verleid worden; kwaliteit in woning én woonomgeving. Een goede en ruime woning met privacy, een royale buitenruimte, uitstraling van woning en omgeving, en een omgeving die veilig en overlastvrij is, zijn voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Kleine missers kunnen de aantrekkelijkheid snel doen verminderen; het plaatje moet kloppen. Compact bouwen op een centrumlocatie hoeft dan ook niet altijd aantrekkelijk te zijn voor de veeleisende groep 55-plussers, zeker als sprake is van overlast en een mindere mate van privacy. Uitgelicht: vooral 65-plussers vragen om voorzieningen nabij Veel huishoudens zijn zeer mobiel en voor hen is de nabijheid van voorzieningen geen doorslaggevende factor in de keuze voor een woning; nabijheid is voor hen een nogal rekbaar begrip. Voor een deel van met name de groep 65-plussers ligt dit iets anders: zij die minder mobiel zijn, door bijvoorbeeld problemen met gezondheid, zijn sterker afhankelijk van de directe nabijheid (loopafstand) tot voorzieningen. Dit doorvertaald naar woningmarktsegmenten, gaat het relatief vaak om huurders. Voor kritische kopers kan té grote nabijheid van voorzieningen zelfs nadelig uitpakken (zie 'uitgelicht' hierboven).
2
Woonwensen 2003, Woningmarktmonitor 2004
-4-
55-plussers: x
markt voor dure appartementen.
x
kritische woonconsument, met name als het gaat om dure appartementen
x
inschatting op basis van behoefteonderzoek: 46 koopappartementen per jaar in de gemeente Heusden.
x
Voorzieningen vooral voor minder mobiele mensen - vaak huurders - een pré
Starters: huur tot €565,=, geen dure koop x In de gemeente Heusden zijn circa 1.200 starters die aangeven zelfstandig te willen wonen. x Onder hen zijn 400 die een appartement wensen. x De starters met een huurwens wensen meestal een middeldure huur, tussen €307,= en €440,=. Tot €565,= en onder €307,= is er echter ook een belangrijke vraag. x Onder starters met een koopwens wil 80% niet meer dan €200.000,= betalen. In de 20% die aangeeft meer te willen betalen dan €200.000,= is de vraag naar eengezinswoningen meegenomen. Bij starters moet voor appartementen doorgaans niet gedacht worden aan prijzen boven €200.000,=. x Bestaand onderzoek geeft voor Vlijmen of de gemeente Heusden geen inzicht in de kwalitatieve eisen van starters ten aanzien van appartementen. Vaak hebben zij simpelweg ook minder te eisen: financiële overwegingen spelen een belangrijke beperkende rol. Het bouwen van eenvoudigere maar kwalitatief goede appartementen is desalniettemin belangrijk voor de leefbaarheid en de toekomstwaarde van de woningen. Starters: x x
Doelgroep met een grotere verhuisgeneigdheid. Inschatting op basis van behoefteonderzoek: 32 koopappartementen voor starters per jaar in de gemeente Heusden.
x
2.3.
Vraag naar koopappartementen: gericht op betaalbare koopsector (< € 200.000,=).
Een regionale woningmarkt?
Circa eenderde van de transacties op de koopmarkt vindt plaats tússen gemeentes Van de circa 700 transacties op de woningmarkt die plaatsvonden tussen januari 2003 en juni 2004 bestond ongeveer eenderde uit transacties tussen gemeenten – kopers die zich vanuit een andere gemeente in Heusden vestigen3. De nieuwbouwwoningen worden drie maanden lang met voorrang verkocht aan de eigen inwoners. Zonder aanvullende voorwaarden mag verwacht worden dat ook in de nieuwbouw zo’n derde van de kopers uit een andere gemeente komt.
3
Bron: CBS. Dit aantal sluit aan bij de geconstateerde verhouding bij de geconsulteerde makelaars.
-5-
Heusden normaal een vestigingsplaats voor stedelingen: momenteel echter niet Volgens de Woningmarktmonitor 2004 spelen gemeentegrenzen in de huidige krappe markt geen rol4. De doorstromingsketen van migratie tussen gemeenten bestond vooral uit mensen van buiten de regio die naar Den Bosch komen en uit mensen uit Den Bosch die naar de regiogemeenten trekken. Deze laatste stap in de keten wordt momenteel minder vaak gemaakt dan in voorgaande jaren. De markt begint naast krapte ook verschijnselen van verzadiging te vertonen. Het gaat daarbij om woningen in het duurste segment, zowel om vrijstaande eengezinswoningen als om appartementen5. Zittende bewoners verwachten momenteel vaak een hogere prijs dan haalbaar is. Hierdoor blijven zij langer zitten in hun woning en komt doorstroming moeilijker op gang. Van de stad naar de regio: markt voor appartementen? De stad trekt mensen aan vanuit de regio (met name jongeren, starters). En andersom trekken huishoudens van de stad naar de regio (over het algemeen mensen in de gezinsfase, op zoek naar ruimte en groen). Appartementen bieden niet direct het groene en ruime voordeel dat een eengezinswoning in een regiogemeente biedt. Het is twijfelachtig of appartementen in een regiogemeente voldoende toegevoegde waarde bieden voor stedelingen. Wij schatten de aantrekkingskracht van de bouw van appartementen in de kernen van de gemeente Heusden op mensen uit de stad dan ook niet hoog in. Dynamiek binnen de gemeente: kernbinding is een belangrijke factor Voor huishoudens met een sterke binding aan de eigen kern maakt het uit of een woning in hun eigen of in een andere kern wordt aangeboden6. De kernen in de gemeente Heusden, in dit kader vooral Vlijmen en Drunen, zijn dan ook niet zonder meer communicerende vaten. De kerngebondenheid en de geografische reikwijdte van de markt verschilt ook per doelgroep. Doorstromers, met name senioren, blijken relatief sterk gebonden aan de eigen kern. Zo zullen huishoudens die nu in Drunen wonen bij voorkeur in Drunen blijven wonen en in Vlijmen idem dito. Starters zijn minder kerngebonden dan (oudere) doorstromers. Voor hen is de markt bovendien nog steeds erg krap en aanbod is daarom een sterk sturende factor7. De vraag naar appartementen zal met name bepaald worden door de vraag uit eigen kern van doorstromers en een iets meer regionale vraag van starters – denk daarbij eerder aan de schaal van de gemeente Heusden dan aan ‘s-Hertogenbosch. Daarbij komt een beperkte vraag van mensen van buiten de regio, die geen binding hebben met een specifieke kern. Vraag uit de regio:
4 5
x
Voor appartementen beperkt, functie Heusden is meer gericht op eengezinskoop.
x
Starters iets minder kerngebonden: met name binnen de gemeente mobiel
x
Dynamiek binnen de gemeente Heusden: vooral doorstromers kerngebonden
Bron: woningmarktmonitor 2004 De geconsulteerde makerlaars geven beide aan in dit segment problemen te zien. De doorlooptijden zijn
hoger en er ontstaat neerwaartse druk op de prijzen 6 De kern heeft meer betekenis dan een meer abstracte gemeentegrens 7
Dat blijkt ook uit ervaringen van de lokaal actieve geconsulteerde makelaars
-6-
3. Aanbodanalyse Tegenover vraag staat aanbod. Hoeveel appartementen er op dit moment in de gemeente Heusden en in Vlijmen zijn is belangrijk om een inschatting te maken van de afzetmogelijkheden op de markt van straks. Daarbij wordt gekeken naar het type, naar huur of koop, én naar het tempo waarin dit de laatste jaren gereed is gekomen. Een grote stroom appartementen van één type brengt namelijk een risico op verzadiging van dat deel van de markt met zich mee. Verder zetten we op een rij hoeveel appartementen er in de toekomst al gepland zijn, in de Vlijmen en in de andere kernen in de omgeving. Een grote productie in de ene kern kán beperkend werken voor de mogelijkheden in de andere kern.
3.1.
De woningmarkt anno 2005
Beperkt aanbod aan appartementen in de gemeente Heusden Vergeleken met de gemeentes in de nabije omtrek zijn er in Heusden relatief weinig meergezinswoningen: slechts 8% van de voorraad vergeleken met 21% in de regio als geheel. Niet alleen in vergelijking met stedelijke, maar ook met enkele landelijke gemeentes in de regio valt het percentage meergezinswoningen in Heusden laag uit. De verhouding huur/koop is ongeveer gelijk aan het regionale beeld: driekwart in de huursector, een kwart in de koopsector. Vergeleken met de voorraad van de totale regio zijn de appartementen in Heusden bovendien relatief vaak klein van oppervlak. Inhaalslag gemaakt in de koopappartementensector Na het jaar 2000 zijn er in de gemeente Heusden en in de kern Vlijmen behoorlijk veel koopappartementen gereed gekomen: in de Vlaemsche Hoeve 112 en in het project Mondriaan 86. Beide projecten liggen niet in het echte hart van Vlijmen, maar wel op redelijke (loop)afstand. Voor de projecten waren voldoende kopers te vinden. De doorlooptijd van de projecten was echter behoorlijk. De Vlaemsche Hoeve ving de behoefte aan appartementen op tussen 1998 en 2003. Mondriaan besloeg de periode van 2003 tot begin 2005. In de Vlaemsche Hoeve zijn vooral appartementen gerealiseerd groter dan 100m2, in prijscategorieën vanaf € 250.000,=. Mondriaan bestaat voor een deel ook uit appartementen tot 100m2. Deze appartementen werden aangeboden vanaf circa €150.000,=. Sterke toename van de voorraad in Vlijmen én Drunen: grenzen van de koopmarkt in zicht Niet alleen in Vlijmen is een inhaalslag gemaakt. Ook in Drunen was de productie fors. Tabel 3.1 geeft zicht op de ontwikkelingen in de voorraad appartementen. Zowel in Vlijmen als in Drunen is de voorraad appartementen recent sterk gegroeid. Beide kernen nemen grofweg de helft van het gemeentelijke totaal voor hun rekening. In de periode 2000-2004 zijn er circa 314 appartementen in de gemeente bijgebouwd, waarvan circa 190 in Vlijmen. Oftewel 80 in de gemeente en circa 50 in Vlijmen per jaar.
-7-
Tabel 3.1: Gemeente Heusden: aantal gerealiseerde appartementen Voorraad
Appartementen 2000
Appartementen 2004
Toename 2000-
Drunen
281
388
107
Vlijmen
237
425
188
29
48
19
2004
Heusden en overige kernen Bron: Woningmarktmonitor
Volgens de makelaars is de markt niet persé verzadigd geraakt – er waren nog wel wat mensen die op de lijst stonden – maar er is hiermee wel in een groot deel van de aanwezige vraag voorzien. Het doorzetten van een soortgelijke bouwstroom in het koopsegment zal tegen de grenzen van de markt aanlopen. Jaarlijks komen in Vlijmen circa 20 bestaande appartementen vrij Vanzelfsprekend hoeft de vraag naar appartementen niet alleen bediend te worden met nieuwbouw. Ook appartementen in de bestaande voorraad komen vrij en beschikbaar voor huishoudens die een dergelijke woning willen betrekken. Gemiddeld genomen verhuist jaarlijks circa 5% van de zittende bewoners. Op gemeentelijk niveau komen er dus ongeveer dit neer op circa 40 bestaande appartementen per jaar, in Vlijmen grofweg 20.
Ervaringen in de afgelopen jaren: x
Een bouwproductie van 80 appartementen in de gemeente, waarvan 50 in Vlijmen: grens van de markt.
x
3.2.
De cijfers van het behoefteonderzoek worden hiermee gerelativeerd: 180 is te ruim!
Woningbouwprogramma 2005-2015
Indicatief programma per kern In de gemeente Heusden zijn in de komende jaren de nodige appartementenprojecten gepland (zie tabel 3.2). Met name in Drunen zijn veel projecten; in totaal goed voor circa 400 appartementen in de komende jaren. Jaarlijks gaat het bij benadering om circa 65-80 appartementen, afhankelijk van realisatiesnelheid. In Drunen wordt vooral voor doorstromers gebouwd, maar ook voor starters, zowel koop als huur. In Vlijmen zijn circa 175 appartementen gepland in de komende jaren; ongeveer 30-40 per jaar. Middeldure en dure koopappartementen (vanaf €200.000,=) bepalen het programma, met uitzondering van een aantal appartementen voor zorgvragers.
-8-
Tabel 3.2: Gemeente Heusden. Appartementen, zekere en mogelijke projecten, vanaf 2005 Locatie
Aantal
Segment
Doelgroep
Periode*
Centrumplan
90
Koop, boven €200.000,=***
Doorstromers
2007-2010
Sint Janshof
55
Huur, aanleun
Zorg
2005-2007
Bots
16
Koop, €200.000-300.000,=
Doorstromers
2005-2007
Grote Kerk
15-18
Koop, tot €200.000,=, niet zeker
Doorstromers
2005-2007
Nog 8 te koop, boven €300.000,=
Doorstromers
2005
Vlijmen
Totaal Vlijmen
176-179
Per jaar**
30-40
Drunen Raadhuisplein e.o.
110
Schoolstraat
63
Koop, boven €200.000,=
Doorstromers
2005-2007
Schoolstraat, De Braken 18
Koop, €200.000-300.000,=
Doorstromers
2005-2007
Wilhelminastraat/ Hilva
49
Koop, tot €200.000, 6-9 duurder
Starters, doorstromers 2007-2010
Zuidwestkwadrant
> 75
Huur, middelduur en duur, €400-536,= Starters, doorstromers 2005-2007
Torenstraat
8
Huur
Starters
2005
J. vd Meijdestraat
13
Koop, tot €200.000, 1 duurder
Starters
2005-2007
Achterstraat
9
Koop, €200.000-300.000,=
Doorstromers
2005-2007
Altio
18
Koop, boven €200.000,=
Doorstromers
2005
Vennepad
11
Koop, boven €200.000,=
Doorstromers
2005-2007
Bruneilaan
17
Huur
Starters, doorstromers 2005-2007
Totaal Drunen
391
Per jaar**
65-80
Bron: Gemeente Heusden – N.B. betreft indicaties * bij benadering ** afhankelijk van realisatiesnelheid *** exacte verdeling nog niet bepaald
Het programma in de komende jaren: x
In Drunen zeer veel appartementen, gedifferentieerd naar huur en koop en prijscategorie
x
In Vlijmen beduidend minder appartementen dan in Drunen, eenzijdig gericht op doorstromers
-9-
4. Confrontatie vraag en aanbod
4.1.
Stagnatie in de markt: behoefteonderzoek te optimistisch
De resultaten van de analyses van de vraag en de aanbodzijde confronteren we met elkaar. In juli 2005 is ook een tweetal gesprekken gevoerd met lokaal opererende makelaars. Zij hebben een goed zicht op de vraag en het aanbod op de vastgoedmarkt in Vlijmen, gemeente Heusden en de regio. Uit beide gesprekken zijn belangrijke richtinggevende aanwijzingen naar voren gekomen. Ook de makelaars herkennen vraag naar appartementen door de twee benoemde doelgroepen: starters en senioren. Zij zien op dit moment echter moeilijkheden in met name het dure segment. Verkoopproblemen huidig bezit belemmert doorstroming naar luxe appartementen In de huidige markt, en de verwachte ontwikkeling daarvan, blijkt het moeilijk om een dure eengezinswoning tegen een hoge prijs te verkopen. Dit heeft ook een nadelig effect op de doorstroming naar luxe appartementen – zowel als huur als koop. Het economisch herstel laat langer op zich wachten en consumenten houden de hand op de knip. Dat geldt voor eventuele appartementenkopers, maar ook voor mensen die de vrijkomende eengezinswoningen kunnen kopen. Mede hierdoor is ‘de rek uit de markt’. De stijgende huizenprijzen van het afgelopen decennium hebben in het dure segment plaatsgemaakt voor neerwaartse druk op de prijzen. Voorbeelden zijn het Paleiskwartier en Haverleij in Den Bosch, waar een sterk verloop is tegen soms dalende prijzen. De groep huidige woningbezitters heeft bovendien een hoog verwachtingspatroon ten aanzien van de verkoopprijs. Door de moeilijke verkoopbaarheid van de eigen woning is de doorstroming beperkt - sterker dan voorheen en sterker dan op basis van de geuite behoefte aan appartementen verwacht zou worden. Verzadiging is sinds kort opgetreden Op zich is er vraag naar appartementen door de groep (oudere) doorstromers, die nu vaak een dure eengezinskoopwoning hebben. Een kritische groep die hoge kwaliteitseisen stelt. Voor hen worden doorgaans dure, ruime appartementen gebouwd, veelal in de koopsfeer. Uit hoofdstuk 3 bleek dat er juist in die categorie veel is bijgebouwd. De markt is – in deze categorie – verzadigd geraakt door de nieuwbouwproductie van de afgelopen jaren. Ongeveer een half jaar geleden is in dit segment dan ook sprake geweest van een kentering. Zowel in Vlijmen als in andere plaatsen staan veel appartementen voor lange tijd te koop8. Er lijkt, vanuit het huidige aanbod bezien, nog wel een markt voor duurdere huurappartementen. Markt voor starterappartementen is zeer kansrijk Er is beslist een grote markt voor starters in de betaalbare sector. Starters hebben als range circa € 150.000,= - €170.000,=, met een maximum van €200.000,=. Appartementen van €170.000,= tot €200.000,= zijn voor sommige starters echter al te duur - denk daarom ook aan appartementen in de klasse rond €130.000,=.
8
Op basis van uitspraken van de consulteerde makelaars
- 10 -
Grote vergrijzing moet nog komen: kansen De markt zit tegen, tempering van de verwachtingen is noodzakelijk. Daar staat tegenover dat de daadwerkelijke vergrijzing van de bevolking nog moet plaatsvinden. In de komende jaren zal dit doorzetten, met name na 2010. Dit biedt weer kansen voor de markt voor levensloopbestendige woningen, waaronder appartementen. 2005-2010: 70-80 appartementen op jaarbasis reëel, na 2010 iets meer mogelijk Op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren, denken wij dat een bouwprogramma van 70-80 appartementen per jaar voor de gemeente Heusden realistisch is. Dit spoort ook met de bevindingen van Ecorys in en recente studie voor de kern Drunen. Zij komen in hun berekeningen op een aantal van 72 appartementen op jaarbasis voor de gehele gemeente. Ook ten opzichte van het totale bouwprogramma is dit een reële aanname. Tot 2020 neemt de groep vragers, onder invloed van demografische ontwikkelingen, iets in omvang toe. Een verhoging van het aantal appartementen met maximaal 10 tot 20 per jaar na 2010 behoort dan tot de mogelijkheden.
4.2.
Programma voor Vlijmen
Luxe appartementen: pas op de plaats, daarna in rustig tempo verder, met meer aandacht voor huur Tegen de tijd dat de bouw van het Centrumplan Vlijmen daadwerkelijk begint, zal door autonome groei van de groep 55-plussers wel weer vraag komen naar appartementen in het luxere koopsegment. Echter, in eerste instantie zal het naar onze inschatting nog om beperkte aantallen gaan. Volgens de woningmarktmonitor wordt er te weinig gebouwd in de dure huursector. Nieuwbouw in het luxe segment kan zich, meer dan in voorgaande jaren, richten op huurappartementen. Forse programmering Drunen hoeft Vlijmen niet te bijten Het grote aantal appartementen in Drunen hoeft voor Vlijmen niet tot problemen in de afzetbaarheid van de appartementen te leiden. Voor de relatief sterk kerngebonden groep consumenten voor luxe appartementen maakt het wel degelijk uit of een appartement in Vlijmen of Drunen staat. En voor de wat mobiele groep jongere huishoudens is het aanbod in Drunen niet zodanig groot dat er verzadiging optreedt; hier is voldoende vraag. Vlijmen: circa 35 appartementen per jaar Kwantitatief gezien lijkt het reëel om uit te gaan van circa 70 (tot 80) appartementen per jaar voor de gemeente Heusden als geheel (45 koop, circa 25 huur). Daarvan kan Vlijmen gezien haar bevolkingsopvang maximaal ongeveer de helft voor haar rekening nemen; circa 35 per jaar. De huidige planning van projecten (tabel 3.2) sluit hier in aantallen goed bij aan, maar sluit minder aan op de kwalitatieve behoefte aan appartementen in de huursector en de vraag naar appartementen door starters. De gewenste huur/koopverhouding schatten wij in op 60/40%. In tabel 4.1 verdelen we het programma verder, naar een periode van 10 jaar.
- 11 -
Doorstromers 55+ Starters
appartementen
Totale productie
Totaal koop
9
> 300.000
Koop duur
€ 200.–300.000
Koop
< € 200.000
Koop
Totaal huur
8
> € 565
Huur duur
€ 307-565
Huur
< € 307
Huur
Tabel 4.1: Gemeente Heusden. Markt voor appartementen in Vlijmen, in 10 jaar
5
35
60
100
5
35
35
75
175
20
60
20
100
65
10
0
75
175
Totaal
350
Gemiddeld per jaar
20
15
35
Bron: Woonwensen 2003, Ecorys 2005, gesprekken vastgoedmakelaars juli 2005, Companen 2005
Meer dan 50 appartementen in Centrumplan kan, maar niet alleen in de dure sfeer x In een onderzoek van BRO werd een aantal van 50 appartementen voor het centrumplan realistisch genoemd. Wanneer de genoemde 50 appartementen slechts gebouwd worden in het luxe koopsegment zal dit naar verwachting alleen verkoopbaar zijn als er gefaseerd wordt opgeleverd (in zeg 2 tot 3 jaar). x Binnen de in tabel 3.2 genoemde 90 appartementen voor het Centrumplan is differentiatie naar huur/koop en prijsklasse aan te bevelen, zeker gezien het vooralsnog ontbreken van een programma voor huurappartementen en appartementen voor starters op andere locaties. x Bij het aantrekken van de marktomstandigheden is een hogere productie (50 appartementen per jaar) wellicht mogelijk, maar dan zal wel goed gedifferentieerd moeten worden over de verschillende prijsklassen. x Het verdient aanbeveling een grotere mate van flexibiliteit in de financieringsvorm van de appartementensector in te bouwen (grotere keuzevrijheid tussen huur en koop, en mogelijke tussenvormen. Tot slot: enkele aandachtspunten x Aandachtspunt is de relatie grondprijs – maximale verkoopprijs – rendement. Het zal nodig zijn om creatief te zijn in het bouwen van goedkope appartementen die met een redelijk rendement te realiseren zijn. Er zijn tegenwoordig concrete voorbeelden (BAM) voor voordelige grondgebonden starterswoningen. Als woningen van €130.000,= lastig te realiseren zijn, dan kunnen constructies als startersleningen een middel zijn om het stapje van € 130.000,= naar € 170.000,= te maken. x Aandachtspunt is flexibiliteit. Door de beperkte marktomvang van appartementen in het topsegment is het raadzaam om voor een bouwwijze te kiezen die splitsing mogelijk maakt indien topappartementen onverkoopbaar blijken. In het project Mondriaan was die mogelijkheid aanwezig en noodzakelijk. Conclusies: x
Behoefteonderzoek toont een ruime behoefte aan appartementen aan (circa 180 per jaar).
x
Realiteit is anders: economie en markt stagneren, behoefte van 80 appartementen is realistischer.
x
Voor Vlijmen vooralsnog circa 35 appartementen per jaar. Differentieer naar huur/koop en prijsklasse, binnen één project of binnen meerdere locaties.
x
9
Faseer, differentieer, en zoek het in ruimere flexibiliteit.
Nota bene: concentreer dit deel van de markt tussen resp. €565,= en circa €650,= / €300.000,= en circa
€350.000. Ook boven die prijscategorieën is vraag, maar dan betreft het niches in de markt.
- 12 -
27 BIJLAGE 4: COMMENTAARNOTA ARTIKEL 10 EN INSPRAAKREACTIES
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
28
bestemmingsplan castellum oud heusden
toelichting
gemeente Heusden
bestemmingsplan Castellum Oudheusden
Commentaarnota inspraak en overleg
16 juli 2007
Inhoudsopgave
Blz.
1.
Inleiding
3
2.
Commentaar op reacties artikel 10-overleg instanties 2.1. Provincie Noord-Brabant 2.2. Provinciale Planologische Commissie Noord-Brabant 2.3. Waterschap Aa en Maas 2.4. N.V. Gasunie 2.5. Essent
4 4 6 6 6 6
3.
Beantwoording van inspraakreacties 3.1. Duiker Onteigeningen 3.2. De heer R. van Uden
8 8 10
commentaarnota inspraak en overleg
2
1.
Inleiding Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden is bezig met de voorbereiding van het bestemmingsplan Castellum te Oudheusden. Het plangebied is circa 1 hectare groot, gelegen in de bebouwde kom van Oudheusden. Het betreft de volgende straten: Adrianus Loeffstraat, de Cornelis Verolmestraat, de Robrechtstraat en de Suitbertusstraat. Het bestemmingsplan heeft tot doel de bouw van grondgebonden woningen, maisonnettes, ouderenwoningen en een appartementengebouw mogelijk te maken. Ook zullen er straten en parkeerplaatsen worden toegevoegd en vindt er een herinrichting van het openbaar gebied plaats. Het voorontwerpbestemmingplan lag in de periode van 7 december 2006 tot en met 18 januari 2007 voor een ieder ter inzage. Gedurende zes weken kon een ieder schriftelijk en/of mondeling zijn zienswijze bekend maken bij de gemeente. Daarnaast stuurden wij het voorontwerpbestemmingsplan op naar de overlegpartners voor vooroverleg in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). Van de overlegpartners ontvingen wij vier schriftelijke reacties. In hoofdstuk twee vatten wij deze samen en voorzagen wij de reacties van een gemeentelijke beantwoording. In het kader van de inspraak ontvingen wij twee schriftelijke inspraakreacties. De inspraakreacties vertegenwoordigen de standpunten van meerdere omwonenden. In hoofdstuk 3 gaven wij per inspraakreactie een antwoord. De ingediende inspraakreacties vormden geen aanleiding voor een ingrijpende aanpassing van het bouwplan en daarmee van het bestemmingsplan.
commentaarnota inspraak en overleg
3
2.
Commentaar op overlegreacties in kader van artikel 10 Bro
2.1.
Provincie Noord Brabant, Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving Postbus 90151, 5200 MC ’s-Hertogenbosch Overlegreactie: 1. Kan er uitvoeriger op het onderzoek “markt voor appartementen” ingegaan worden en in hoeverre past het plan binnen dit onderzoek. Reactie gemeente: Het plan Castellum te Oud-Heusden omvat 15 grondgebonden woningen, 6 masionnettes en 17 appartementen. De appartementen variëren in grootte van 90 tot 140m2 BVO Het woningaanbod op de locatie in Oud-Heusden wordt daarmee gedifferentieerder, hetgeen ook in sociaal maatschappelijk opzicht een gewenste ontwikkeling is. Het plan speelt daarom in op de conclusies van het onderzoek om meer differentiatie in de woningmarkt aan te brengen: huur/koop, prijsklasse, binnen één project en op meerdere locaties. Verder bleek uit het behoefteonderzoek een vraag naar 180 appartementen per jaar. Companen plaatst daarbij wel de kanttekening dat een aantal van 80 meer realistisch is. Gemeente Heusden bouwt gemiddeld 72 appartementen per jaar en dit betrof tot op heden voornamelijk appartementen in de kernen Drunen en Vlijmen. In de overige kernen zijn er nauwelijks appartementen gerealiseerd, terwijl daarnaar wel vraag is. Wij concluderen daarom dat het plan Castellum aansluit bij de conclusies van het onderzoek. In de toelichting worden de resultaten van het onderzoeksrapport in paragraaf 3.2 beknopt weergegeven met verwijzing naar de bijlage. 2. De instelling van de 30km zone in het gebied moet voor de vaststelling van het bestemmingsplan geschieden. Reactie gemeente: Een raadsbesluit voor een 30km zone vindt niet meer plaats voor de vaststelling van het bestemmingsplan. In dat kader lieten wij een akoestisch onderzoek uitvoeren voor de gevolgen van het instand houden van de huidige verkeerssituatie van 50km/uur. De resultaten van het onderzoek voegden wij toe aan het bestemmingsplan. 3. In paragraaf 4.2 is opgenomen dat de gemeente een onderzoek gaat doen dat moet uitwijzen of infiltratie van hemelwater ter plaatse mogelijk is. Onduidelijk is hoe dit zich verhoudt tot paragraaf 4.1 waar de resultaten van het infiltratieonderzoek beschreven staan.
commentaarnota inspraak en overleg
4
Reactie gemeente: Het is bekend dat het infiltreren van grote hoeveelheden regenwater kan leiden tot problemen. Daarom is er een uitvoerig onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. In overleg met het waterschap wordt een passende oplossing gezocht voor het hydraulogisch neutraal ontwikkelingen van dit plan. 4. Gevraagd wordt om het postieve advies van het waterschap als bijlage aan het plan toe te voegen. Reactie gemeente: Het advies van het waterschap voegden wij als bijlage toe aan het bestemmingsplan. 5. Gevraagd wordt het maximaal aantal te bouwen woningen in de voorschriften op te nemen. Reactie gemeente: Het maximaal aantal te bouwen woningen namen wij op in de voorschriften. 6. Het is onduidelijk of de maximale oppervlakte van 12 m2 aan overkappingen per woning is bedoeld Reactie gemeente: Bedoeld is de maximale oppervlakte per kavel. Dit punt pasten wij aan in het bestemmingsplan. 7. De wijzigingsbevoegdheid is te algemeen geformuleerd door het ontbreken van toetsingscriteria en biedt daardoor onvoldoende rechtszekerheid. Bovendien is de toegevoegde waarde van de bepaling niet duidelijk, aangezien de begripsomschrijving van een bedrijf aan huis het mogelijk maakt om vrijstelling te verlenen voor bedrijfsactiviteiten aan huis die voor wat betreft de gevolgen voor de omgeving gelijk kunnen worden gesteld met een categorie 1-bedrijf Wij zijn het eens met deze reactie. De wijzigingsbevoegdheid is in feite niet noodzakelijk omdat in de begripsbepalingen onder bedrijf aan huis ook al bedrijven vallen die gelijk kunnen worden gesteld met categorie 1 bedrijven wat betreft de gevolgen voor de omgeving. Reactie gemeente: De wijzigingsbevoegdheid is komen te vervallen. 8. De woningen aan de Suitbertusstraat nummers 24 t/m 30 maken deel uit van het plangebied. De woningen staan echter niet aangegeven op de afbeelding 2: huidige situatie. Reactie gemeente: De woningen staan wel op de afbeelding aangegeven, maar waren niet ingekleurd. De afbeelding pasten wij aan om de huidige situatie te verduidelijken. 9. Is het bestemmingsplan DURP-proof?
commentaarnota inspraak en overleg
5
Reactie gemeente: De kaarten zijn IMRO-gecodeerd.
2.2.
Provinciale Planologische Commissie Noord-Brabant Postbus 90151, 5200 MC ’s-Hertogenbosch Samenvatting: De Planologische Commissie voor Gemeentelijke Plannen heeft bovenvermelde aangelegenheid, in samenhang met het advies van de directie ROH, behandeld in haar vergadering. De commissie adviseert overeenkomstig voornoemd directieadvies. Reactie gemeente: Opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.
2.3.
Waterschap Aa en Maas Postbus 5049, 5201 GA ’s-Hertogenbosch Samenvatting: Wij hebben geen inhoudelijke opmerkingen ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan “Castellum Oudheusden”. Reactie gemeente: Opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.
2.4.
N.V. Nederlandse Gasunie Postbus 444, 2740 AK Waddinxveen Samenvatting: Naar aanleiding van uw brief van 18 januari jongstleden, waarmee u ons bovengenoemd voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg zoals bedoeld in artikel 10 Bro 1985 deed toekomen, delen wij u mee dat in dit plangebied geen leidingen of stations van ons bedrijf aanwezig zijn. Reactie gemeente: Opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.
2.5.
Essent Postbus 2712, 6030 AA Nederweert Samenvatting:
commentaarnota inspraak en overleg
6
In het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening ontvingen wij van u het voorontwerpbestemmingsplan “Castellum Oudheusden”. Naar aanleiding hiervan delen wij u mede dat bij genoemd plan geen 150 kV transportverbindingen van Essent Netwerk BV zijn betrokken. Reactie gemeente: Opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.
commentaarnota inspraak en overleg
7
3.
Beantwoording van inspraakreacties
3.1.
Duiker Onteigeningen Postbus 28233, 3003KE Rotterdam Namens: De heer en mevrouw A.M.A. van Hooft, Robrechtstraat 21 te Heusden De heer en mevrouw R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19 te Heusden De heer en mevrouw H.C. van Wijk, Robrechtstraat 23 te Heusden De heer en mevrouw C.A. Verhoeven, C. Verolmestraat 12 te Heusden Inspraakreactie: De inspraakreactie bestaat uit een opsomming van bezwaren die wij hieronder afzonderlijk toelichten. 1. De voorgenomen toename van de bebouwingsmogelijkheden leidt tot een toename van het aantal bewoners in het gebied en daarmee tot een toename van verkeersintensiteit. Reactie gemeente: Voor het gebied zijn 37 woningen gepland, dat aantal is gelijk aan het huidige aantal woningen. In relatie hiertoe verwachten wij niet dat het aantal bewoners en de verkeersdruk sterk zal toenemen. Daarnaast zullen wij in overleg met de omwonenden passende maatregelen treffen voor de verkeerssituatie in de nieuwe situatie. 2. Door het bouwplan ontstaat een afname van lichtinval en vermindering privacy Reactie gemeente: Het uitgangspunt voor het ontwerp was meer licht, lucht en ruimte in de buurt. Door het bouwplan is er juist een toename van open ruimte in het gebied en daarmee lichtinval in de wijk. In de bezonningsstudie wordt inzicht verschaft wat de gevolgen van het plan voor het omliggende terrein qua bezonning, of zo men wil beschaduwing is. Om inzicht te verschaffen is voor vier verschillenden dagen, waaronder de kortste en de langste dag van het jaar, op verschillende tijdsstippen de schaduwwerking van de geprojecteerde bebouwing in beeld gebracht. In het kader van dit bestemmingsplan is daarmee voldoende aangetoond dat uitgezonderd de winter periode, als er dan al sprake is van zon, de omwonenden niet of nauwelijks hinder zullen ondervinden van de schaduwwerking van de gebouwen. De bezonningsstudie leggen wij met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage. Indien er sprake is van aantasting van het woongenot, zoals afname van lichtinval of vermindering van privacy, ten gevolge van het bouwplan, dan kunt u na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan daartoe een aanvraag voor planschadevergoeding in dienen.
commentaarnota inspraak en overleg
8
3. Het huidige rioleringsnetwerk is sterk verouderd en dient voor heel Oud Heusden vernieuwd te worden om het fors toenemende aantal bewoners aan te kunnen. De huidige situatie is derhalve milieutechnisch onaanvaardbaar. Reactie gemeente: In het in 2002 opgestelde rioleringsplan werd rekening gehouden met een uitbreiding in Oudheusden. Met de geplande uitbreidingen voldoet het rioleringsstelsel nog steeds aan de milieueisen. 4. De opstallen wijken af van het bestaande karakter van de wijk en bestaande bebouwing Reactie gemeente: Uit de inventarisaties onder de bewoners is geconcludeerd dat er meer ruimte in de wijk moest komen voor groen en parkeren. Bovendien werd de wijk als erg stenig ervaren, met relatief veel woningen op een klein oppervlak. Tegenwoordig hebben mensen veel meer auto’s dan op het moment dat de huizen zijn gebouwd. Hiermee hield men vroeger geen rekening. Daarnaast stelt men tegenwoordig andere eisen aan woonkwaliteit gesteld. Om dit probleem te kunnen oplossen is een visie opgesteld, waarin men afwijkt van de oostwest-orientatie om de wijk zo meer licht, lucht en ruimte te geven. Daarnaast kent het deel van Oudheusden, waar de wijkvisie betrekking op heeft, 4 verschillende woningtypen. Woonveste en gemeente vinden het noodzakelijk de visie uit te voeren. Pas dan kunnen zij een wezenlijke oplossing bieden voor de gesignaleerde knelpunten. Indien de wijk nu niet wordt aangepakt zal de kwaliteit verder achteruit gaan en ontstaat er in de toekomst leegstand. De wijk gaat dus verpauperen. 5. Door de nieuwbouw wordt het schaarse groen (tuinen) in de wijk aangetast. Reactie gemeente: In de huidige situatie is sprake van geen tot weinig (openbaar) groen. Als gevolg van de nieuwe invulling van het plangebied komt er juist meer (openbaar) groen in het gebied. Er is daarmee eerder sprake van verrijking dan van aantasting van het groen in de wijk. Daarnaast hebben de te realiseren grondgebonden woningen ruimte voor de aanleg van een tuin. De tuinen van de omliggende bestaande bebouwing worden door de nieuwbouw niet aangetast. 6. Onduidelijk of althans onvoldoende gemotiveerd is wat de gevolgen zijn van de realisatie van nieuwere bouwwerken voor de archeologische waarden in het gebied. Reactie gemeente: Zoals in het bestemmingsplan aangegeven heeft het plangebied, zowel onder- als bovengronds, geen cultuurhistorische waarde. Het gebied maakt geen deel uit van een gebied dat is aangewezen als gebied met hoge of middelhoge verwachtingswaarde. Wij verwachten dan ook geen gevolgen voor de archeologische waarden van het gebied als gevolg van de nieuwbouw.
commentaarnota inspraak en overleg
9
3.2.
De heer R. van Uden Robrechtstraat 19, 5256 GN Oudheusden Inspraakreactie: De inspraakreactie bestaat uit een opsomming van bezwaren die wij hieronder afzonderlijk toelichten. Wij gebruikten in een aantal gevallen dezelfde beantwoording als bij de bovenstaande zienswijzen, vanwege het overeenkomstige onderwerp. 1. De infrastructuur is niet afdoende nu er appartementengebouw komt. Reactie gemeente: Voor het gebied zijn 37 woningen gepland, dat is gelijk aan het aantal woningen in de huidige situatie. Wij verwachten daarom niet dat het aantal bewoners en de verkeersdruk sterk zal toenemen. Daarnaast zullen wij in overleg met de omwonenden passende maatregelen voor de verkeerssituatie treffen. 2. De hoogte van het appartementengebouw is 17 meter en daarmee in strijd met het gemeentelijk structuurplan. Reactie gemeente: In de structuurvisie gaven wij geen bepalingen aan omtrent de hoogte van gebouwen. Er is dan ook geen strijdigheid met de structuurvisie. 3. De massa van de nieuwbouw sluit niet aan bij bestaande kern Oudheusden. Reactie gemeente: Zie punt 3.4. Over smaak valt niet te twisten. Dit geldt ook voor de stijl waarin men iets bouwt. Wat de één mooi vindt, vindt de ander lelijk. Om hier een onafhankelijk standpunt over in te kunnen nemen is bij wet bepaald dat het gemeentebestuur een commissie in het leven kan roepen die toetst of een aanvraag voldoet aan redelijke eisen van welstand (welstandscommissie). De toets van de welstandscommissie beperkt zich niet uitsluitend tot het ontwerp, maar kijkt ook naar de locatie en of het ontwerp past in zijn omgeving. De welstandscommissie oordeelde dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. 4. De nieuwbouw zorgt voor een waardevermindering van de bestaande bouw. De gemeente is daarvoor aansprakelijk. Reactie gemeente: Het valt niet uit te sluiten dat de bebouwingsmogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt, leiden tot een waardevermindering van de woningen van insprekers. Daarmee is echter niet gezegd dat daarmee sprake is van een plan dat niet voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening. Na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan bestaat de mogelijkheid om een aanvraag om planschade in te dienen in het kader van artikel 49 van de Wro. 5. De huidige riolering kan het grote aantal nieuwe inwoners niet aan.
commentaarnota inspraak en overleg
10
Reactie gemeente: Het rioolstelsel van Oudheusden is in 2002 herberekend. Uit deze herberekening zijn een aantal maatregelen ter verbetering van het rioolstelsel naar voren gekomen. Deze maatregelen voerden wij uit en het rioolstelsel voldoet daarmee aan de eisen van deze tijd. Overigens is er geen sprake van een groot aantal nieuwe inwoners, het aantal woningen blijft immers gelijk en naar verwachting zal daarom het aantal inwoners ook niet toenemen. 6. De bezonningsstudie van adviesbureau de Loods is niet aan de bewoners bekend gemaakt. Reactie gemeente: De conclusies van de bezonningsstudie, uitgevoerd door adviesbureau de Loods, namen wij op in het voorontwerpbestemmingsplan. De bezonningstudie geeft in zeer beperkte mate een schaduwwerking aan voor de bestaande omliggende bebouwing. Het plan behoeft ten aanzien van schaduwwerking als gevolg van de nieuwbouw dan ook geen aanpassing. De bezonningsstudie zelf stuurden wij toe aan diegene die daarom verzochten. Ook via de gebruikelijke wegen was het mogelijk om de bezonningsstudie in te zien / te bespreken. Wij leggen de bezonningsstudie ter inzage met het ontwerpbestemmingsplan. 7. De archeologische schade zal enorm zijn als de gemeente de heipalen voor het appartementengebouw plaatst. Reactie gemeente: Zoals in het bestemmingsplan aangegeven heeft het plangebied, zowel onder- als bovengronds, geen cultuurhistorische waarde. Het gebied maakt geen deel uit van een gebied dat is aangewezen als gebied met hoge of middelhoge verwachtingswaarde. Wij verwachten dan ook geen gevolgen voor de archeologische waarde van het gebied als gevolg van de nieuwbouw. 8. Oudheusden heeft volgens de waterkansenkaart van het Waterschap Aa en Maas de waarde: “natte parels inclusief 500m buffer”. Het infiltreren van grote hoeveelheden hemelwater leidt naar verwachting tot grote problemen in het gebied. Reactie gemeente: Het is bekend dat het infiltreren van grote hoeveelheden regenwater kan leiden tot problemen. Daarom is er een uitvoerig onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. In overleg met het waterschap wordt een passende oplossing gezocht voor het hydraulogisch neutraal ontwikkelen van dit plan. Er is daarom onder andere oppervlakte water toegevoegd aan de wijk. Voor het bestemmingsplan stemden wij af met het Waterschap. Het waterschap gaf hun goedkeuring aan het bestemmingsplan. De schriftelijke reactie van het waterschap namen wij als bijlage op in het bestemmingsplan. 9. Door het realiseren van bredere wegen ontstaat een grotere verkeersstroom. De rustige wijk wordt daardoor onrustig.
commentaarnota inspraak en overleg
11
Reactie gemeente: Voor het gebied zijn 37 woningen gepland, dat is gelijk aan het aantal woningen in de huidige situatie. In relatie hiertoe verwachten wij niet dat het aantal bewoners en de verkeersdruk sterk zal toenemen. Daarnaast zullen wij, na overleg met de omwonenden, passende maatregelen voor de verkeerssituatie treffen. 10. Waarom vindt er geen renovatie aan bestaande woningen plaats in plaats van nieuwbouw. Reactie gemeente: Uit de inventarisaties onder de bewoners is geconcludeerd dat er meer ruimte in de wijk moest komen voor groen en parkeren. Bovendien werd de wijk als erg stenig ervaren, met relatief veel woningen op een klein oppervlak. Tegenwoordig hebben mensen veel meer auto’s dan op het moment dat de huizen zijn gebouwd. Hiermee hield men vroeger geen rekening. Om dit probleem te kunnen oplossen is een visie opgesteld, waarin men afwijkt van de oostwest-orientatie om de wijk zo meer licht, lucht en ruimte te geven. Daarnaast stelt men tegenwoordig andere eisen aan woonkwaliteit. Het deel van Oudheusden waar de wijkvisie betrekking op heeft kent 4 verschillende woningtypen. Bij woningrenovatie verandert de opzet van de woningen niet. Geredeneerd vanuit de huidige woonwensen, zijn de woningen erg krap. Ook zijn ze nauwelijks op huidige gewenste kwaliteitsniveau te brengen. Hier komt nog bij dat woningrenovatie ook altijd een huurverhoging tot gevolg heeft. Woonveste en gemeente vinden het noodzakelijk de visie uit te voeren. Pas dan kan een wezelijke oplossing worden geboden voor de gesignaleerde knelpunten. Indien de wijk nu niet wordt aangepakt zal de kwaliteit verder achteruit gaan en ontstaat er in de toekomst leegstand. De wijk gaat dus verpauperen.
commentaarnota inspraak en overleg
12
Inhoudsopgave 1
Inleidende bepalingen
Artikel Artikel Artikel
1.1 1.2 1.3
2
Bestemmingsbepalingen
Artikel Artikel
2.1 2.2
3
Algemene bepalingen
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Begripsomschrijvingen Wijze van meten en andere toepassingen Nutsgebouwen
Wonen Groen en water
Anti-dubbeltelbepaling Algemene vrijstellingsbevoegdheid Wijzigingsbevoegdheid Algemene gebruiksbepaling Overgangsbepaling voor het gebruik Overgangsbepaling voor het bouwen Algemene strafbepaling Slotbepaling
Bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten
bestemmingsplan castellum oud heusden
1 5 6
7 10
11 11 12 12 13 13 14 14
svb 1
voorschriften
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
1
1
Inleidende bepalingen
Artikel
1.1
Begripsomschrijvingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: a
het plan
het bestemmingsplan Castellum Oud Heusden van de gemeente Heusden, vervat in de plankaart en deze voorschriften en bijlage;
b
plankaart
de kaart met nummer 97-104-20, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen;
c
bestemmingsvlak
een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak met een zelfde bestemming;
d
bouwvlak
een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak, deel uitmakende van het bestemmingsvlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop ook gebouwen zijn toegestaan;
e
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
f
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
g
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
h
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
i
hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie, afmetingen en functie dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
2
j
bijgebouw
een al dan niet vrijstaand gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
k
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd;
l
maaiveld
de bovenkant van het aansluitende afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in heuvelachtig, ongelijk terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden;
m
woonruimte
een besloten ruimte, die al dan niet tezamen met één of meer andere ruimten, bestemd is voor de bewoning door één huishouden;
n
beroep aan huis
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroep of bedrijf dat, in een woonruimte wordt uitgeoefend, inclusief ondergeschikte productiegebonden detailhandel;
o bedrijf aan huis
p
inrichting
bestemmingsplan castellum oud heusden
het bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten: - die in de van deze voorschriften deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en - die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit, elke door de mens bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht;
voorschriften
3
q
kantoor
een ruimte, of bij elkaar horende ruimten, die bestemd zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening zoals een accountantskantoor, adviesbureau of een ontwerpbureau;
r
winkel
een besloten ruimte, die al dan niet te zamen met één of meer andere ruimten, bestemd is voor de uitoefening van detailhandel, met inbegrip van bijbehorende magazijnruimte of werkruimte;
s
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen of bewaren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; dienstverlening door een horecabedrijf wordt hieronder niet begrepen;
t
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
u
seksinrichting
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een bordeel, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar;
v
straatmeubilair
onverminderd het bepaalde in artikel 43, lid 1 onder f Woningwet, wordt hieronder voor de werking van dit bestemmingsplan mede verstaan: (ondergrondse) inzamelbakken voor huishoudafval-, papier-, glas-, kleding en andere afvalbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, werken van beeldende kunst, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri’s en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen;
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
4
w
speelveld
een openbaar terrein zoals een trapveld, basketbalterrein of skatevoorziening dan wel een terrein van vergelijkbare omvang waarop diverse speelvoorzieningen aanwezig zijn;
x
jongerenontmoetingsplek
een openbare voorziening voor jongeren met een zitgelegenheid en een beschutting tegen regen en wind;
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
5
Artikel 1
2
1.2
Wijze van meten en andere toepassingen
Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: a
hoogte
vanaf het maaiveld tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen, liftschachten, opbouwen voor technische installaties e.d. niet meegerekend;
b
diepte
vanaf maaiveld tot aan het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
c
(grond)oppervlakte
tussen (de buitenste verticale projectie van) de buitenzijde van de bovengrondse gevels en/of scheidsmuren;
d
afstand op de plankaart
van/tot het hart van een daarop geplaatste lijn.
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt het volgende in acht genomen: a
bouwen binnen bouwvlak
indien binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven mag, behoudens andersluidende bepalingen in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, uitsluitend worden gebouwd binnen dit bouwvlak;
b
benutten bouwvlak
een bouwvlak mag volledig worden bebouwd tenzij op de plankaart daaraan een maximum is gesteld in de vorm van een aantal vierkante meters aan gebouwen;
c
overschrijden bouwvlak
bij het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen een bouwvlak worden buiten beschouwing gelaten: a ondergeschikte bouwdelen als funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, dakoverstekken, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en goten mits het bouwvlak met niet meer dan 0,5 meter wordt overschreden; b erkers, luifels, balkons en brandtrappen voorzover zij ondergeschikt zijn aan de gevel van het hoofdgebouw, mits het bouwvlak met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden;
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
6
d
Artikel A
1.3
voorzover een hoogte wordt genoemd voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat maximum niet voor werken van beeldende kunst.
Nutsgebouwen
het gebruik 1
B
hoogte
Binnen de bestemmingen Wonen en Groen en water zijn toegestaan: - gebouwen ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen.
het bouwen 1
Binnen deze bestemmingen mogen gebouwen worden gebouwd met: a een hoogte van maximaal 3½ meter dan wel 5 meter ten behoeve van een kapconstructie mits: - het snijpunt van het dakvlak en de buitenzijde van de gevel aan ten minste één zijde op maximaal 3½ meter boven het maaiveld ligt; b een oppervlakte van maximaal 10 m².
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
7
2
Bestemmingsbepalingen
Artikel
A
B
2.1
Wonen
het gebruik 1
Binnen de op de plankaart voor Wonen bestemde gronden zijn toegestaan: a woonruimten, met de daarbij behorende (parkeer)voorzieningen; b erfontsluitingswegen en andere voorzieningen ten behoeve van het verkeer; c voetgangersgebieden; d groenvoorzieningen, waterpartijen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken en speelvelden; e straatmeubilair.
2
Het uitoefenen van een beroep aan huis is toegestaan in een ondergeschikt deel van de woonruimte, mits: a de activiteit wordt uitgeoefend door in ieder geval de bewoner van de woonruimte; b de ruimte(n) waar de activiteiten plaatsvinden niet groter is dan 50 m²; c de ruimtelijke uitstraling of uitwerking in overeenstemming is met een woo nfunctie.
specifieke gebruiksbepalingen Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het (laten) gebruiken van een vrijstaand bijgebouw als zelfstandige woonruimte.
C
het bouwen 1 Binnen het bestemmingsvlak zijn toegestaan: a. overkappingen tot een oppervlakte van maximaal 12 m² per woning; b. bouwwerken geen gebouw zijnde waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven: bouwwerken max. hoogte overkappingen erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn overige erf- of perceelafscheidingen overige bouwwerken geen gebouw zijnde 2
3m 2m 1m 6m
Binnen de zone bijgebouwen zijn voorts toegestaan: a bijgebouwen met een hoogte van maximaal 3½ meter dan wel 5 meter ten behoeve van een kapconstructie, mits
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
8
-
b
3
D
het snijpunt van het dakvlak en de buitenzijde van de gevel aan ten minste één zijde op maximaal 3½ meter boven het maaiveld ligt; binnen de "zone bijgebouwen" mag maximaal 50 % per bouwperceel worden bebouwd tot een maximum van 60 m².
Binnen het bouwvlak zijn daarenboven toegestaan gebouwen met: a een hoogte van maximaal 7 meter, tenzij op de plankaart een ander maximum staat; b. binnen bouwvlakken met op de plankaart de hierna aangegeven code mogen woningen uitsluitend worden gebouwd op de daarbij aangegeven wijze: code: Bouwwijze: a aaneen, niet-gestapeld g gestapeld c. binnen het bouwvlak mag het aantal woningen niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven, met in achtneming van de scheidingslijnen.
specifieke vrijstellingen
1.
Vrijstelling bedrijf aan huis Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in A lid 1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits a. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van een bedrijf aan huis, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte als bedoeld in lid A 2, niet meer bedraagt dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen; b. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf plaatsvindt, c. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat: 1. het parkeren ten behoeve van het bedrijf zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en 2. behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden, en d. de bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de woning en de omgeving niet onevenredig aantasten en daardoor geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen.
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
9
2.
3.
Vrijstelling hoogte erf- of perceelafscheidingen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in C lid 1, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn tot een hoogte van 2 m, mits daardoor geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen. Vrijstelling overkappingen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in C lid 1, ten behoeve van het bouwen van overkappingen zonder eigen wanden: a. tot een oppervlakte van 30 m², en b. tot een hoogte van 3,5 m, mits daardoor geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en \ gebruiksmogelijkheden van die percelen.
4.
Procedure bij vrijstelling Op de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van vrijstelling als bedoeld in D lid 1, lid 2 en lid 3 is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
10
Artikel
A
Binnen de op de plankaart voor Groen en water bestemde gronden zijn toegestaan: a groenvoorzieningen, watergangen, waterpartijen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken; b fiets- en wandelpaden, kruisende erfontsluitingswegen alsmede speelvelden; c bruggen en andere civieltechnische werken; d straatmeubilair.
specifieke gebruiksbepalingen 1
C
Groen en water
het gebruik 1
B
2.2
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het (laten) plaatsen van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van vrijstaande reclame uitingen.
het bouwen 1
Binnen het bestemmingsvlak zijn toegestaan: a bouwwerken geen gebouw zijnde tot een hoogte van maximaal 6 meter, met dien verstande dat: - voor erf- en perceelsafscheidingen, niet gelegen bij een speelveld, de hoogte maximaal 1 meter bedraagt.
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
11
3
Algemene bepalingen
Artikel
3.1
Anti-dubbeltelbepaling
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 1
3.2
Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het plan: a. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat een bouwvlak wordt verschoven indien dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, of in het belang is van een technisch of ruimtelijk dan wel cultuurhistorisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, met dien verstande dat de afwijking maximaal 3 meter mag bedragen; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat geluidwerende voorzieningen worden gerealiseerd tot een hoogte van 3 meter; c. voor afwijkingen van bepalingen, gesteld ten aanzien van maten en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages; d. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat schotelantennes worden geplaatst, waarbij aan de zijde van het openbare gebied de vrijstelling slechts gegeven kan worden voorzover: - de antenne wordt geplaatst binnen het horizontale en verticale vlak van een balkon; e. de bestemmingen Wonen, en Groen en water en toestaan dat een jongerenontmoetingsplek wordt gerealiseerd met de daarbij behorende bouwwerken tot een hoogte van 3 meter en waarbij gebouwen een oppervlakte mogen hebben van maximaal 25 m².
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
12
Artikel
1.
3.3
Wijzigingsbevoegdheid
Algemene wijzigingen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen zodanig, dat: a. de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot, en b. geen van de grenzen met meer dan 10 m wordt verschoven.
2.
Artikel
Procedure bij wijziging Op de voorbereiding van besluiten omtrent het wijzigen van een bestemming, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
3.4
Algemene gebruiksbepaling
1
Het is verboden de gronden en bouwwerken te, doen of laten, gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming(en). Het opslaan, lozen of storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, voer- of vaartuigen of machines wordt in ieder geval als gebruik in strijd met de bestemming of het plan aangemerkt.
2
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
13
Artikel
3.5
Overgangsbepaling voor het gebruik
1
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, en dat in strijd is met een in dit plan gegeven bestemming, mag worden voortgezet of worden gewijzigd in een gebruik dat minder afwijkt van die bestemming, tenzij: - door het wijzigen van het gebruik, de bestaande afwijkingen van de gegeven bestemming naar aard of intensiteit worden vergroot.
2
Lid 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel
3.6
Overgangsbepaling voor het bouwen
1
Bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaan hetzij worden of mogen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet, en die in enigerlei opzicht afwijken van het plan, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot: a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd mits de bouwaanvraag geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan.
2
Lid 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar op dat tijdstip bestaan, maar die zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
3
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet worden vergroot en toestaan dat een éénmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in lid 1 toegestane bouwwerken met niet meer dan 5%.
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
14
Artikel
3.7
Algemene strafbepaling
Overtreding van een verbod opgenomen in: - artikel 2.1 en artikel 2.2, telkens onder B specifieke gebruiksbepalingen; - artikel 3.4, lid 1; wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
Artikel
3.8
Slotbepaling
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Voorschriften deel uitmakende van het bestemmingsplan Castellum Oud Heusden van de gemeente Heusden.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van … De voorzitter,
De griffier,
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
svb 1
BIJLAGE
STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN
Deze staat en de daarachter opgenomen Nadere toelichting zijn ontleend aan "Bedrijven en milieuzonering", Sdu Uitgevers bv, Den Haag (2007)
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
svb 2
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
svb 3
2 2 2
1 G 1 G 1 G
1 1 1
0
30
2
1 G
1
30 C
10
30
2
1 G
1
30 30
10 10
30 30
2 2
1 G 1 G
1 1
0
30
2
1 G
1
30
10
30
2
2 G
2
10
30
0
30
2
1 G
1
10 0 30 30 30 0
0 0 0 0 0 0
30 10 30 10 30 10
0 0 0 10 10 0
30 10 30 30 30 D 10
2 1 2 2 2 1
1 1 2 2 2 1
P G G G G G
1 1 1 1 1 1
10
10
30
10
30
2
2 G
1
10
10
30
10
30
2
1 G
1
30
10
30
10
30
2
1 G
1
30
10
30
10
30
2
1 G
1
30
0
30
0
30
2
1 G
1
0 30 30 0
10 10 10 30
10 10 30 30
0 10 10 0
10 30 30 30
1 2 2 2
1 1 2 1
P G G P
1 1 2 1
0
0
30 C
10
30
2
1 P
1
0 0
0 0
10 C 30 C
10 10
10 30
1 2
1 P 1 P
1 1
10
0
30 C
10
30
2
1 P
1
0
0
30 C
10
30
2
1 P
1
0
10
30
10
30
2
1 G
1
B
10
0
30
10
30
2
2 P
1
B
0
30
10
30 30
10 10
10
0
10
10
10
VISUEEL
10
LUCHT
CATEGORIE
30 30 30
10 10 10
BODEM
GROOTSTE AFSTAND
10 10 0
30 30 30
VERKEER
GEVAAR
INDICES
30 30 30 C
STOF
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-CODE
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007)
Tabel 1: Bedrijven LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Dienstverlening t.b.v. de landbouw: - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations Zuivelprodukten fabrieken: - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 2500 kg meel/week Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 1584 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 1584 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 1592 1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider e.d. VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 18 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 182 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. 20 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 205 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA 22 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2222.6 Grafische afwerking 2223 Binderijen 2223 Grafische reproduktie en zetten 2224 Overige grafische aktiviteiten 2225 Reproduktiebedrijven opgenomen media 223 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN 24 Farmaceutische produktenfabrieken: 2442 - verbandmiddelenfabrieken 2442 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN 26 Aardewerkfabrieken: 262, 263 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 262, 263 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS 30 Kantoormachines- en computerfabrieken 30 VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. 31 Elektrotechnische industrie n.e.g. 316 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. 33 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 36 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 361 Fabricage van munten, sieraden e.d. 362 Muziekinstrumentenfabrieken 363 Sociale werkvoorziening 3661.1 PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER 40 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 40 - < 10 MVA 40 Gasdistributiebedrijven: 40 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 40 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 40 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 40 - blokverwarming 40 WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER 41 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 41 - < 1 MW 41 BOUWNIJVERHEID 45 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 45 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS 50 501, 502, 504 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 01 014 014 014 0142 1551 1552 1581 1581 1584
bestemmingsplan castellum oud heusden
30
30 C
B
B B
L
B
B
voorschriften
svb 4
10 30 30
10 0 10
10 30 30
1 2 2
1 G 3 P 1 P
1 1 1
0 10 0 10 10 30 10 10
0 10 0 0 10 10 10 10
10 30 30 30 30 30 30 30
0 0 0 0 0 0 10 10
10 30 30 30 30 30 30 30
1 2 2 2 2 2 2 2
1 2 2 2 2 2 2 2
P G G G G G G G
1 1 1 1 1 1 1 1
0
10
30
10
30
2
1 G
1
0
10
30
0
30
2
1 G
1
0 30 10 0 0
0 30 10 0 0
30 30 30 30 10
0 30 R 10 0 10
30 30 30 30 10
2 2 2 2 1
1 1 2 2 1
1 1 2 1 1
10
0
30 C
10
30
2
1 G/P 1
0 0
0 0
30 C 30 C
0 10
30 30 D
2 2
2 P 1 P
1 1
10
0
30 C
0
30
2
3 P
1
0 0
0 0
30 C 10 C
0 0
30 10
2 1
2 P 1 P
1 1
0 0
0 0
0 C 0 C
10 10
10 10
1 1
1 P 1 P
2 2
10 10
0 10
10 10
30 30 D
2 2
2 P 2 G
1 2
0 0
0 0
10 30
1 2
1 P 1 P
1 1
30 0
10 0
10 0
30 30 10 30 C
0 0
VISUEEL G G G G P
30 10
30 R 0
30 10
2 1
1 P 1 P
1 1
0 0
30 C 10
10 0
30 10
2 1
2 G 2 P
1 1
0
0
30
0
30
2
2 P
1
30
0
10 C
0
30
2
1 P
1
10
10
0 0 30 0 0 0 10 0
30
30 R
30
2
1 G
1
0 0
30 C 30 C
10 0
30 30
2 2
2 G 2 P
1 1
0 0 0 0 0 0
30 30 10 10 30 C 10 C
30 R 0 0 0 0 0
30 30 10 10 30 10 D
2 2 1 1 2 1
2 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1
G G P P P P
B L
B
B
L
B
L
Tabel 2: Opslagen en installaties 0
OPSLAGEN
bestemmingsplan castellum oud heusden
LUCHT
CATEGORIE
0 0 0
BODEM
GROOTSTE AFSTAND
0 10 0
VERKEER
GEVAAR
71 711 714 72 72 72 73 731 732 74 7481.3 7484.4 85 853 90 9001 9002.2 9002.2 92 921, 922 9262 93 9301.2 9301.3 9301.3 9302 9304 9305
Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) Grth in bloemen en planten Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen Grth in hout en bouwmaterialen: - algemeen: b.o. <= 2000 m² zand en grind: - algemeen: b.o. <= 200 m² Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven VERVOER OVER LAND Taxibedrijven Pomp- en compressorstations van pijpleidingen DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Autoparkeerterreinen, parkeergarages POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven zendinstallaties: - FM en TV - GSM en UMTS-steunzenders VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. Switchhouses SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor huisraad, kunst e.d. GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Kinderopvang MILIEUDIENSTVERLENING rioolgemalen Afvalverwerkingsbedrijven: - verwerking fotochemisch en galvano-afval CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid) Sportscholen, gymnastiekzalen OVERIGE DIENSTVERLENING Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
GELUID
5020.4 5020.5 503, 504 51 511 5122 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5153 5153 5153.4 5153.4 5154 5154 5155.2 5156 517 527 55 5552 60 6022 603 63 6321 64 641 642 642 642 642
OMSCHRIJVING
INDICES
STOF
SBI-CODE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007)
voorschriften
svb 5
6 11 14 14 14 15 16 18 22 25 26 29 31 32 32 33 34 35
bestemmingsplan castellum oud heusden
30
30
2
10 10
-
-
10 10
10 30
10
-
-
10
-
-
-
-
-
-
1 2
-
-
-
10
1
- -
-
10
10
1
- -
-
-
30 R
30
2
- -
-
-
-
10
10
1
- -
-
-
-
-
30
30
2
- -
-
30 10 10 30 0 10 0 0 0
0 0 0 0 0 0 10 0 0
30 30 10 10 30 30 30 10 30
C C
10 10 0 0 10 10 0 10 0
30 D 30 10 30 30 30 D 30 10 30
2 2 1 2 2 2 2 1 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1
P P P P G G G P G
1 1 1 1 1 1 1 1 1
10 30 10 0 30
0 0 10 0 0
30 C 30 C 30 10 C 30
10 10 10 10 10
30 30 30 D 10 30
2 2 2 1 2
1 1 1 1 2
P G P P G
1 1 1 1 1
C C
B B
B
voorschriften
LUCHT
-
BODEM
-
VISUEEL
-
VERKEER
CATEGORIE
6
GROOTSTE AFSTAND
5 6
GEVAAR
5 5
butaan, propaan, LPG (in tanks): - bovengronds, < 2 m3 brandbare vloeistoffen (in tanks): - ondergronds, K1/K2/K3-klasse - bovengronds, K3-klasse: < 10 m3 Overige gevaarlijke stoffen in tanks: - bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in emballage of in gasflessen: - kleine hoeveelheden < 10 ton - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau ontplofbare stoffen en munitie: - < 250.000 patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 - >= 250.000 patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4 INSTALLATIES laboratoria: - chemisch / biochemisch - medisch en hoger onderwijs luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel keukeninrichtingen koelinstallaties ammoniak < 400 kg noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking vorkheftrucks, elektrisch transformatoren < 1 MVA hydrofoorinstallaties stookinstallaties>900kW thermisch vermogen: - gas, < 2,5 MW - olie, < 2,5 MW luchtcompressoren liftinstallaties motorbrandstofpompen zonder LPG
GELUID
1 1 3 3 3 4 4
OMSCHRIJVING
INDICES
STOF
SBI-CODE
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007)
svb 6
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
svb 7 NADERE TOELICHTING STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN 1. Hoofdindeling Tabel 1 omvat de bedrijfstypen met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 1993. Bij die bedrijfstypen is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en Tabel 2 omvat algemene opslagen en ininstallaties. stallaties voor situaties dat: 1. bedrijven bijzondere opslagen en/of installaties hebben, die anders dan "normaal" zijn voor die bedrijven of 2. het betreft opslagen en/of installaties, die op zich niet als een bepaald bedrijf of bedrijfstype kunnen worden aangemerkt, maar wel als een relevante bedrijfsactiviteit in het kader van een bestemmingsplan. 2. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. Bij deze invulling zijn de volgende afstandscategorieën gehanteerd voor omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied: • • • • • • • • • •
10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m 700 m 1.000 m 1.500 m
bestemmingsplan castellum oud heusden
Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen. Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs/activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade. 3. Geluid: continu (C) en zonering (Z) Bij bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor geluid de letter C van "continu" aangegeven. Dat houdt in dat de meeste bedrijven in dat bedrijfstype continu -dag en nacht (evt. ook in de weekends)- die activiteiten uitoefenen die (mede) bepalend zijn voor het geluidniveau. Bij bepaling van de afstand voor geluid is rekening gehouden met "continu" in die zin dat de afstand voor een "continu bedrijf", dus met C, één stap (categorie) hoger is dan voor een vergelijkbaar niet-continu bedrijf. Voorts is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor geluid de letter Z van "zonering" opgenomen. Dit betreft bedrijven die zeer veel geluid produceren en als zodanig zijn aangewezen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb), krachtens de Wet milieubeheer. Indien dergelijke bedrijven in het bestemmingsplan voorkomen of daarin niet worden uitgesloten, moet voorschriften
svb 8 NADERE TOELICHTING STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN in dat plan een zonering voor geluid worden opgenomen.
6.
4.
De aspecten verkeer(saantrekkende werking) en visueel (visuele hinder) zijn kwalitatief beoordeeld. Dat weerspiegelt zich in een indicatie omtrent de bronsterkte: 1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking; 2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking; 3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking. Bij het aspect verkeer (verkeersaantrekkende werking) is onderscheid gemaakt tussen goederenvervoer (G) en personenvervoer (P). Het kan een indicator zijn voor eventuele verkeers- en parkeerhinder in de omgeving. Het aspect visueel (visuele hinder) is een zeer grove, subjectieve indicator voor de visuele inpasbaarheid van bedrijven. Zo hebben hoge omvangrijke bedrijfbouwwerken, index 3, kleine(re) kantoorgebouwen, index 1. Ook (mogelijke) lichthinder, zoals assimilatieverlichting en verlichting van sport- en industrieterreinen, valt onder dit aspect. Het aspect bodem (bodemverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft. Het aspect lucht (luchtverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht heeft die mogelijk in planologisch opzicht relevant is.
Gevaar: risico (R) en vuurwerk (V)
Voor bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor gevaar de letter R van “risico” aangegeven. Dat houdt in dat voor deze bedrijfsactiviteiten moet worden nagegaan of het Bevi van toepassing is. Daarnaast is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor gevaar de letter V van “vuurwerk” opgenomen. Voor deze bedrijfsactiviteiten dient getoetst te worden aan het Vuurwerkbesluit. 5. Grootste afstand en categorie In de kolom "grootste afstand" is de grootste afstand aangegeven van de afstanden, die daarvóór in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar, zijn vermeld. Bij bepaalde bedrijfstypen is na de grootste afstand de letter D van “divers” aangegeven. Dit betreft bedrijfsactiviteiten met een grote variatie in productieprocessen en milieubelasting. Van die grootste afstand is de zogenaamde milieucategorie, vermeld in de kolom "categorie", afgeleid. Onder de kop "categorie" is een indeling opgenomen, in tien mogelijke milieucategorieën: milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3 6
grootste afstand 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m 700 m 1.000 m 1.500 m
bestemmingsplan castellum oud heusden
Indices voor verkeersaantrekkende werking, visuele hinder, bodem (B) en lucht (L)
voorschriften
svb 9 NADERE TOELICHTING STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN 7. < > = cat. e.d. kl. n.e.g. o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d w j B C D L Z R
V
Verklaring gebruikte afkortingen : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : :
niet van toepassing / niet relevant kleiner dan groter dan gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag week jaar bodemverontreiniging continu divers luchtverontreiniging zonering op basis van Wet geluidshinder : risico (Besluit externe veiligheid inrichting mogelijk van toepassing) : vuurwerkbesluit van toepassing
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
svb 10 NADERE TOELICHTING STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN
bestemmingsplan castellum oud heusden
voorschriften
Kadastraal bericht object
pagina 1 van 1
Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: HEUSDEN C 1378 23-4-2009 Robrechtstraat 19 5256 GN HEUSDEN GEM 14:18:08 HEUSDEN Uw referentie: 1021.416 Toestandsdatum: 22-4-2009
Kadastraal object Kadastrale aanduiding: HEUSDEN C 1378 Grootte: 1 a 43 ca Coördinaten: 137728-415030 Omschrijving kadastraal object: WONEN Locatie:
Robrechtstraat 19 5256 GN HEUSDEN GEM HEUSDEN Koopsom: € 49.916 Jaar: 1994 Oorspronkelijke koopsom is NLG 110.000 Ontstaan op: 29-1-1986
Publiekrechtelijke Beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de gemeentelijke beperkingenregistratie en de kadastrale registratie.
Gerechtigde EIGENDOM De heer RONALDUS HERMANUS BARTHOLOMEUS VAN UDEN Robrechtstraat 19 5256 GN HEUSDEN GEM HEUSDEN Geboren op: 8-1-1967 Geboren te: TILBURG (Persoonsgegevens zijn conform GBA) Recht ontleend aan: HYP4 BREDA 9700/ 1 Eerst genoemde object in brondocument: HEUSDEN C 1378
d.d. 16-12-1994
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT ONBEKEND Ontleend aan: BSA 505/ 13007 BDA
d.d. 9-5-2005
Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.