Ongelijkheid en polarisatie in de stad
Ronald van Kempen Hoogleraar Stadsgeografie Faculteit Geowetenschappen Universiteit Utrecht 1
Vragen • Wat is polarisatie en ongelijkheid? • Waarom zoveel over polarisatie en ongelijkheid in (wereld)steden? • Wat leren we van die literatuur? • Zijn er effecten van segregatie/concentratie? • Wat moeten we met al die nadruk op menging?
2
Feit In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is het aandeel lage inkomens 1,7 keer zo groot als landelijk. Een op de vijf huishoudens met een laag inkomen woont in een van deze steden (SCP, Armoedemonitor 2007) Hoe meer inwoners een gemeente heeft, des te groter is over het algemeen het aandeel huishoudens met een laag inkomen (SCP, Armoedesignalement 2012) 3
Polarisatie en ongelijkheid: iets over definities • Sociale polarisatie – Het aantal rijken wordt groter – Het aantal armen wordt groter – De middengroepen slinken
• Van ei tot zandloper • Inkomen, maar ook opleiding • Sociale ongelijkheid – Armen worden armer – Rijken worden rijker
4
Polarisatie en ongelijkheid: verschillen per schaalniveau • Wereldschaal: duidelijk... • Binnen een land? • Binnen een stad: relatie met verhuizingen en migratie • Binnen een buurt: relatie met rolvoorbeelden
5
Polarisatie en ongelijkheid: Waarom is het erg? • Gevoel van onrechtvaardigheid • Bron voor onrust
6
Polarisatie en ongelijkheid groot onderwerp in wereldsteden
Waarom?
7
Wat zijn wereldsteden? • The hub points in the global network (Short & Kim, 1999) • Volgens John Friedmann (1986): – Basing points in the spatial organization of production and markets – Sites for the concentration and accumulation of international capital – Centres of corporate headquarters etc. – Points of destination for migrants – They constitute a world wide system of control over production
8
Wereldsteden volgens Saskia Sassen • Global cities command and control the world economy • Global cities are production centres and market places for high-value production • Global cities are the places for companies that focus on innovation and research
9
“Space of flows” (Manuel Castells) • The global city is not a place but a process • Information technology changed the world: technology is a facilitator of global city development • World cities are strategically important places in a network • Global cities house the management elite • Places can be “connected” or “disconnected”, globals cities are super-connected
10
The growth of world cities Source : www.cia.gov
11
Friedman & Wolff (1982) “The primary social fact about world city formation is the polarization of its social class divisions”
12
Hamnett (1994, p. 401) “A key element of the global cities thesis … is that … they are said to be characterised by a growing ‘polarisation’.”
13
Het belang van multinationals “The actors principally responsible for reorganizing the economic map of the world are the transnational companies” (Friedmann & Wolff, 1982)
14
Of is het toch anders? “If New York, London and Tokyo, among others, are strategic locations… then this is because such cities represent an agglomeration of specialist activities. It is certainly not because such cities simply have a concentration of multinational headquarters.” (Scott, 1999) 15
Globalisering • • • •
Economische globalisering Culturele globalisering Politieke globalisering Effecten op de stedelijke demografie
16
Waarom economische concentratie in de stad? • Kapitaal is zeer mobiel, binnen seconden van de ene naar de andere plek op de wereld • “Kapitaal” zoekt de beste plek • Vooral de keuzes van grote, multinationale ondernemingen zijn van groot belang: concentratie op de “beste” plekken • Concentratie van diensten (producer services, FIRE; consumer services) • Trekt nieuwe bedrijven • Migratie naar de stad: rijk en arm • De crux: op sommige plekken meer dan op andere plekken 17
Er is meer: cultuur! • Grote evenementen maken een stad (of niet): op de kaart zetten, inkomen, verlies en winst • Kleinere evenementen, gelegenheden, mix van mogelijkheden • Olympische Spelen, EK/WK voetbal e.a. • Is het tijdelijk of blijvend?
18
De rol van het beleid en de politiek • Van welvaartstaat naar markteconomie (entrepreneurialism) • Invloed op bedrijven, op huishoudens, op individuen: wie laat je profiteren? • Internationale competitie: steden proberen de beste te zijn: wie wil je in je stad? • Urban boosterism, urban competition, flagship projects • Maar ook: initiatieven van onderaf: hoe maak je buurten leuk?
19
In combinatie... • Mensen trekken naar steden, daar is werk, het is er leuk en gezellig • Attractief voor de YUP, de expat, de directeuren en managers • Behoefte aan low-key diensten • Behoefte aan laag-opgeleiden • Trek naar de stad van laag-opgeleiden • Kans op een mix op stadsniveau is groot: rijk, middengroepen, arm, allerlei etnische groepen 20
Maar vervolgens: ruimtelijke uitsortering • • • •
Wie woont waar? Hoe gemengd wonen arm, midden en rijk? In stad en stadsgewest? Zware invloed van huisvestingsbeleid en RObeleid • Waar is/wordt wat gebouwd en voor wie? • Specifieke concentraties of zware mix?
21
Ruimtelijke uitsortering: uitkomsten • Mogelijk zware ruimtelijke concentraties van lage-inkomensgroepen (getto’s, slums, probleemwijken etc.) • Mogelijk zware concentraties van hogere inkomens (ook in gated communities) • Of in toenemende mate een aardige mix?
22
Feit De vijf armste buurten in Nederland • Transvaalkwartier-Zuid, Den Haag (23,6%) • De Kolenkit, Amsterdam (22,1%) • Nieuwe Westen-Zuid, Rotterdam (21,5%) • Schilderswijk-West, Den Haag (21,3%) • Oostbroek-Zuid, Den Haag (21,3%) (SCP, Armoedesignalement, 2011)
23
Feit "Wat we wel kunnen zien is dat de lage-inkomstengroep steeds vaker woonachtig is in de aandachtswijken, terwijl de hoge-inkomstengroep vaker in de andere buurten woonachtig is.“ (SCP, Wonen, Wijken en Interventies, 2011, p. 58)
24
Specifieke aandacht: menging als beleidsdoel • In Nederland: enorme preoccupatie met gemengde buurten • Zowel op Rijks- als gemeenteniveau en ook bij corporaties • Menging is goed (Mantra van de Mix)
25
Waarom is menging goed? • Verbetert contacten tussen verschillende soorten mensen • Verbetert sociale cohesie • Leidt tot rolvoorbeelden voor degenen zonder baan • Toegang tot nieuwe netwerken (arbeidsmarkt) • Vergroot sociale mobiliteit en sociale stijging • Verkleint sociale polarisatie en ongelijkheid • Vergroot mogelijkheden op de woningmarkt 26
Invloed van de buurt? • Kans op contacten tussen verschillende groepen is zeer gering (huurders/eigenaars, allochtoon/autochtoon, arm/rijk, nieuw/oud) • Verschillen in leefstijlen • Creatie van een nieuwe buurtsamenleving is een zaak van zeer lange termijn • Buurt is voor velen niet zo belangrijk • Kans op sociale stijging is gering door geringe sociale contacten met anderen (andere variabelen veel belangrijker) • Voor sociale en economische mobilteit: individuele kenmerken en structurele ontwikkelingen van de arbeidsmarkt doen er veel meer toe dan de buurt (Musterd et al., Andersson)
“The limits to the evidence for the neighbourhood effects of mixed tenure means that policy to promote mixed tenure has been largely based on conviction.” Rebecca Tunstall, 2003, p. 157
Tot slot: enkele punten van discussie • Zijn er genoeg argumenten om polarisatie en ongelijkheid te onderzoeken? • Is de stad een aparte dimensie? • Maakt het uit in welke buurt je woont? • Hoe kunnen we ongelijkheid en polarisatie het beste beïnvloeden?