DE INVLOED VAN INSPRAAK, WAARONDER BURGERPARTICIPATIE, OP HET INDIENEN VAN BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN Onderzoeksrapport
Opgesteld door: M.F.G. (Fariesha) Soebratie Studentennummer: 500547639 Opdrachtgever: Gemeente Teylingen, Afdeling Advies & Ondersteuning, team Juridische Zaken Praktijkbegeleider: Dhr. mr. P. J. Koomen Docentbegeleidster: Mevr. mr. K. Lont Datum: 2 juli 2013
De invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van beroep- en bezwaarschriften Auteur: Studentennummer:
M.F.G. (Fariesha) Soebratie 500547639
Opdrachtgever:
Gemeente Teylingen Afdeling Advies & ondersteuning Team Juridische Zaken
Adres:
Raadhuisplein 1 2215 ZJ Voorhout
Communicatie:
Telefoon: 14 0252 E-mail:
[email protected] Website: www.teylingen.nl
Onderwijsinstelling:
Hogeschool van Amsterdam Maatschappij & recht opleiding HBO-Rechten
Adres:
James Wattstraat 77-79 1097 DL Amsterdam
Communicatie:
Telefoon: 020 - 595 28 10 E-mail:
[email protected] Website: www.hva.nl
Praktijkbegeleider: Docentbegeleidster: Docentbeoordelaars:
dhr. mr. P.J. Koomen mevr. mr. K. Lont dhr. mr. B.R. Benevento mevr. mr. P.G.C. Bunt Afstudeercoördinator: mevr. mr. F. Aouattah
Voorhout, 2 juli 2013
2
Voorwoord Gedurende achttien weken, van 4 maart 2013 tot en met 2 juli 2013, heb ik een onderzoek verricht naar de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van beroep- en bezwaarschriften. Uit het onderzoek is dit onderzoeksrapport voortgekomen. Dit onderzoeksrapport is opgesteld in opdracht van de gemeente Teylingen op de afdeling Advies & Ondersteuning, team Juridische Zaken onder begeleiding van dhr. mr. P. J. (Peter) Koomen. Het onderzoeksrapport is bestemd voor de gemeente Teylingen. Ik hoop dat het onderzoeksrapport een bijdrage levert aan het in kaart brengen van de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van beroep- en bezwaarschriften. Ik heb de afstudeerperiode bij de gemeente Teylingen als zeer plezierig en leerzaam ervaren en heb veel kennis opgedaan binnen de gemeente. Daarom wil ik alle ambtenaren, wethouders, burgers, bedrijven en organisaties bedanken die een bijdrage aan dit onderzoeksrapport hebben geleverd. Met betrekking tot mijn afstudeerbegeleiding wil ik de heer mr. P.J. Koomen, die mij heeft begeleid vanuit de gemeente Teylingen en mevrouw mr. K. Lont, die mij heeft begeleid vanuit de Hogeschool van Amsterdam bedanken voor hun excellente begeleiding. Daarnaast wil ik de heer mr. E.J.M. Rietveld, mevrouw J.G. Roosjen, mevrouw S. de Jong en de heer S. Bhikhoe bedanken voor de gesprekken en het delen van hun kennis en ervaringen. Verder wil ik mijn collega’s bij de gemeente Teylingen bedanken voor de adviezen en gezelligheid. Ik wens u veel plezier bij het lezen van mijn onderzoeksrapport.
Voorhout, 2 juli 2013
M.F.G. (Fariesha) Soebratie
3
Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst ........................................................................................................................ 7 Afkortingenlijst ........................................................................................................................................ 9 Samenvatting......................................................................................................................................... 10 1.
Inleiding ......................................................................................................................................... 12 1.1 De aanleiding en het projectkader ........................................................................................... 12 1.2 Doelstelling van het onderzoek ................................................................................................ 12 1.2.1
Doel van het onderzoek................................................................................................... 12
1.2.2
Bijdrage die het onderzoek zal leveren aan het doel ...................................................... 12
1.3 Centrale vraagstelling ............................................................................................................... 13 1.4 Deelvragen ............................................................................................................................... 13 1.5 Methodologische verantwoording ........................................................................................... 13 1.6 Onderzoeks- en begripsafbakening .......................................................................................... 15 1.7 Leeswijzer ................................................................................................................................. 17 2.
Het verschil tussen inspraak en burgerparticipatie....................................................................... 18 2.1 Het begrip ‘inspraak’ ................................................................................................................ 18 2.2 De huidige inspraakprocedure ................................................................................................. 18 2.2.1
Inspraakprocedure bij formele inspraak ......................................................................... 18
2.2.2
Inspraakprocedure bij informele inspraak ...................................................................... 19
2.3 Inspraakbijeenkomsten 2011-2012.......................................................................................... 20 2.4 Het begrip ‘burgerparticipatie’................................................................................................. 21 2.5 Het huidige burgerparticipatiebeleid ....................................................................................... 21 2.5.1
De doelen van burgerparticipatie .................................................................................... 22
2.5.2
De Teylingse aanpak ........................................................................................................ 24
2.5.3
De spelregels.................................................................................................................... 24
2.5.4
De werkwijze ................................................................................................................... 25
2.5.5 De participatieladder ............................................................................................................ 25 2.6 Burgerparticipatieprojecten 2011-2012................................................................................... 27 2.7 het verschil tussen inspraak en burgerparticipatie .................................................................. 28 2.8 Deelconclusie: het verschil tussen inspraak en burgerparticipatie.......................................... 29 3.
Oorzaken van het aantal beroep- en bezwaarschriften ................................................................ 30 3.1 De hoofdoorzaken van het aantal bezwaarschriften ............................................................... 30 3.1.1
Het aantal ingediende bezwaarschriften in 2011............................................................ 31
3.1.2
Het aantal bezwaarschriften in 2012............................................................................... 32
4
3.2 De hoofdoorzaken van het aantal beroepschriften ................................................................. 34 3.2.1
Bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond ................................................................... 34
3.2.2
Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen ............................................................ 35
3.3 Deelconclusie: Oorzaken van het aantal beroep- en bezwaarschriften .................................. 36 4.
De invloed van inspraak op de beroep- en bezwaarschriften ....................................................... 37 4.1 Invloed van inspraak en burgerparticipatie ............................................................................. 37 4.2 Invloed inspraak en burgerparticipatie op bezwaarschriften .................................................. 38 4.2.1
Meningen gemeente en belanghebbenden .................................................................... 38
4.2.2
Dossier bezwaarschriften ................................................................................................ 39
4.2.3
inspraak- en participatieprocedures besluiten................................................................ 39
4.3 Invloed inspraak en burgerparticipatie op beroepschriften .................................................... 40 4.3.1
Meningen gemeente en belanghebbenden .................................................................... 40
4.4 Deelconclusie: Invloed inspraak op beroep- en bezwaarschriften .......................................... 41 5.
Inspraak en burgerparticipatie in andere gemeenten .................................................................. 42 5.1 Vergelijking inspraak en burgerparticipatie met andere gemeenten ...................................... 42 5.1.1
Gemeente Teylingen........................................................................................................ 42
5.2 Gemeente Edam/Volendam..................................................................................................... 42 5.2.1
Vergelijking gemeente Teylingen en gemeente Edam/Volendam .................................. 43
5.3 Gemeente Gorinchem .............................................................................................................. 43 5.3.1
Inspraakverordening........................................................................................................ 43
5.3.2
Participatieladder ............................................................................................................ 43
5.3.3
De Gorcumse routeplanner ............................................................................................. 43
5.3.4
De spelregels van burgerparticipatie............................................................................... 44
5.3.5
De doelen van burgerparticipatie .................................................................................... 45
5.3.6
Vergelijking gemeente Teylingen en gemeente Gorinchem ........................................... 45
5.4 Gemeente Castricum................................................................................................................ 45 5.4.1
Inspraakverordening........................................................................................................ 45
5.4.2
Participatieladder ............................................................................................................ 45
5.4.3
De spelregels van burgerparticipatie............................................................................... 46
5.4.4
De doelen van burgerparticipatie .................................................................................... 46
5.4.5
Vergelijking gemeente Teylingen en gemeente Castricum ............................................. 47
5.5 Deelconclusie: inspraak en burgerparticipatie in andere gemeenten ..................................... 48 6.
Conclusies ...................................................................................................................................... 49 6.1 Conclusies ................................................................................................................................. 49
5
6.2 Aanbevelingen .......................................................................................................................... 53 6.3 Reflectie op het onderzoek (nawoord) .................................................................................... 55 Literatuuroverzicht ................................................................................................................................ 57 Literatuurlijst ..................................................................................................................................... 57 Bronnenlijst ....................................................................................................................................... 58 Bijlagen .................................................................................................................................................. 60 Bijlage I
Overzicht bezwaarschriften 2011-2012 ............................................................................... 61
Bijlage II
Overzicht leeftijd reclamanten woonachtig in Teylingen ................................................ 62
Bijlage II.1
Leeftijdsoverzicht reclamanten 2011 .......................................................................... 62
Bijlage II.2
Leeftijdsoverzicht reclamanten 2012 .......................................................................... 62
Bijlage III
Overzicht leeftijd appellanten woonachtig in Teylingen ................................................. 63
Bijlage IV
Overzicht participatieprojecten 2011-2012 .................................................................... 64
Bijlage V
Vragenlijsten ambtenaren ............................................................................................... 65
Bijlage V.1
Vragenlijst afsluiting Jacoba van Beierenweg ............................................................. 65
Bijlage V.2
Vragenlijst Jan Dekkerbrug, Warmond ....................................................................... 68
Bijlage V.3
Vragenlijst Bedrijventerreinen Teylingen.................................................................... 70
Bijlage V.4
Vragenlijsten Koudenhoorn, Warmond ...................................................................... 72
Bijlage VI
Vragenlijsten burgers....................................................................................................... 76
Bijlage VI.1
Vragenlijst afsluiting Jacoba van Beierenweg ............................................................. 76
Bijlage VI.2 Vragenlijst omgevingsvergunning Jan Dekkerbrug ........................................................ 82 Bijlage VI.3 Vragenlijst bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond ................................................ 84 Bijlage VII
Interviews wethouders .................................................................................................... 86
Bijlage VII.1
Interview wethouder Kees van Velzen ................................................................... 86
Bijlage VII.2
Interview wethouder John Stuurman ..................................................................... 89
Bijlage VIII
De Gorcumse routeplanner ............................................................................................. 91
Bijlage IX
Verordening inspraak en burgerparticipatie gemeente Teylingen............................... 98
6
Verklarende woordenlijst Beleidsvoornemens:
het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Burgers:
inwoners van de gemeente Teylingen.
Burgerparticipatie:
een manier van werken waarbij de gemeente burgers en belanghebbenden zoveel mogelijk probeert te betrekken bij gemeentelijke besluiten om zo de betrokkenheid van de burgers en belanghebbenden te vergroten. Het doel van burgerparticipatie is om de kwaliteit van het beleid, de besluiten en de uitvoering te verhogen. De gemeente Teylingen zoekt in een zo vroeg mogelijk stadium, voor zover dit mogelijk is, samenwerking met burgers, bedrijven en organisaties in en rond Teylingen om met hen in open wisselwerking te werken aan het oplossen van maatschappelijke opgaven, vraagstukken en problemen in Teylingen. Zie ook Teylingse aanpak.
Het college:
met het college wordt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen bedoeld.
Formeel:
verplicht volgens regels en wetten.
Gegrond:
wanneer een bezwaar- of beroepschrift gegrond wordt verklaard, betekent dit dat het bezwaar terecht is ingediend. Het aangevochten besluit dient te worden verbeterd of vervangen. Het bezwaar- of beroepschrift wordt inhoudelijk beoordeeld. De inhoudelijke beoordeling is het volledig heroverwegen van het (genomen) besluit.
Informeel:
niet verplicht, vrijblijvend.
Inspraak:
de mogelijkheid voor burgers en belanghebbenden om betrokken te worden en hun mening te geven bij het voorbereiden van beleid van de overheid.
Klankbordgroep:
een speciaal geselecteerde groep mensen die aangeeft wat er speelt in de samenleving.
Niet-ontvankelijk:
wanneer een bezwaar- of beroepschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard, betekent dit dat het bezwaarschrift niet voldoet aan de formele eisen conform art. 6:5 lid 1 van de Awb, niet tijdig is ingediend, niet gericht is tegen een besluit als bedoeld in art. 1:3 lid 1 van de Awb of de reclamant/appellant is geen direct belanghebbende bij het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht. Het bezwaar- of beroepschrift wordt niet inhoudelijk beoordeeld.
Ongegrond:
wanneer een bezwaar- of beroepschrift ongegrond wordt verklaard, betekent dit dat het bezwaar onterecht is ingediend. Het bezwaar- of beroepschrift
7
wordt inhoudelijk beoordeeld. De inhoudelijke beoordeling is het volledig heroverwegen van het (genomen) besluit. Ontvankelijk:
wanneer een bezwaar- of beroepschrift ontvankelijk wordt verklaard, betekent dit dat het bezwaarschrift voldoet aan alle formele eisen conform art. 6:5 lid 1 van de Awb, tijdig is ingediend, gericht is tegen een besluit als bedoeld in art. 1:3 lid 1 van de Awb en dat de reclamant/appellant direct belang heeft bij het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht. Het bezwaar- of beroepschrift wordt niet inhoudelijk beoordeeld.
De raad:
met de raad wordt de gemeenteraad van de gemeente Teylingen bedoeld.
Partners+Pröpper:
Partners+Pröpper is een bestuurskundig onderzoeks- en adviesbureau en werkt aan innovatie en verbetering van beleid- en werkprocessen in het openbaar bestuur.
Portefeuillehouder:
een portefeuillehouder is een lid van het dagelijks bestuur aan wie bepaalde onderwerpen/aandachtsgebieden van het dagelijks bestuur zijn toegewezen. De portefeuillehouder is verantwoordelijk voor de onderwerpen/aandachtsgebieden die aan hem/haar zijn toegewezen.
Reclamant:
een persoon die een bezwaarschrift heeft ingediend tegen een besluit van de gemeente. Reclamanten kunnen individuele burgers zijn, maar ook bedrijven en organisaties, bijvoorbeeld personenvennootschappen en rechtspersonen.
De Teylinger:
De Teylinger is een krant die wordt bezorgd bij alle inwoners van de gemeente Teylingen, waarin het lokale nieuws uit de dorpen Voorhout, Sassenheim en Warmond wordt opgenomen. Daarnaast worden berichten en nieuws van de gemeente Teylingen in De Teylinger gepubliceerd.
Teylingse aanpak:
de gemeente Teylingen zoekt in een zo vroeg mogelijk stadium samenwerking met burgers, bedrijven en organisaties binnen en rond de gemeente Teylingen, om op deze manier in open wisselwerking te werken binnen het aanpakken van maatschappelijke opgaven, vraagstukken en problemen in de gemeente Teylingen.
Verordening:
algemeen verbindende voorschrift oftewel een gemeentelijk besluit van algemene strekking.
VNG-model:
een (voorbeeld)model van de Vereniging Nederlandse Gemeenten voor bijvoorbeeld verordeningen, richtlijnen en beleid.
8
Afkortingenlijst ABRvS:
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Art.:
artikel
Awb:
Algemene wet bestuursrecht
Het bestuur:
het gemeentebestuur (van de gemeente Teylingen) bestaat uit: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester
Gemw:
Gemeentewet
De raad:
gemeenteraad (van de gemeente Teylingen)
Het college:
het college van burgemeester en wethouders (van de gemeente Teylingen)
Commissie BK:
de commissie Bezwaarschriften en Klachten van de gemeente Teylingen
VNG:
Vereniging Nederlandse Gemeenten
VNG-model:
model voor een inspraakverordening die is opgesteld door de Vereniging Nederlandse Gemeenten
Wro:
Wet ruimtelijke ordening
9
Samenvatting De gemeente Teylingen heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op burgerparticipatie en wilde weten of inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed heeft gehad op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012. Daarnaast wilde de gemeente weten in hoeverre het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012 kan worden verminderd middels inspraak, waaronder burgerparticipatie. Dit zijn dan ook de centrale vragen binnen het onderzoek. Bovendien is het onderzoek er op gericht om duidelijkheid te scheppen over en het in kaart brengen van de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012. Allereerst is het van belang om te weten wat de begrippen ‘inspraak’ en ‘burgerparticipatie’ inhouden. Inspraak is het betrekken van burgers en belanghebbenden bij de voorbereiding van het gemeentelijk beleid. Inspraak kan formeel (verplicht) en informeel (niet-verplicht) zijn. Daarnaast kan onder burgerparticipatie worden verstaan: het actief deelnemen van burgers en belanghebbenden bij de voorbereiding van een gemeentelijk beleid of besluit. De huidige inspraak- en burgerparticipatieprocedure zijn geregeld in een inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid. Bovendien is inspraak ook wettelijk geregeld. Als inspraak wettelijk is geregeld, dan geldt de wettelijke inspraakprocedure op grond van afdeling 3.4 van de Awb. Inspraak dient te worden verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Het burgerparticipatiebeleid is vastgelegd en bekendgemaakt. Voor burgerparticipatie dient een plan van aanpak te worden opgesteld voor de burgerparticipatie, waarin naar voren komt wie de belanghebbenden zijn en wat hun specifieke belangen zijn. Ook de rollen van de raad, het college en de ambtelijke organisatie dienen bekend te zijn. Bij de voorbereidingen van de bestemmingsplannen Koudenhoorn, Warmond en Bedrijventerreinen Teylingen is nagegaan op welke manier er inspraak is gehouden en hoe participatie is verlopen. Voor het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond is geen informele inspraak gehouden en er is ook geen apart participatieplan opgesteld. Bovendien waren de rollen van de burgers ook niet duidelijk naar voren gekomen, de keuze van de raad leidde namelijk tot veel commentaar. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen is er geen afzonderlijk participatieplan opgesteld, omdat er toentertijd nog geen procedures en standaarden voor burgerparticipatie beschikbaar waren. Wel is er formele en informele inspraak gehouden. De werkwijze, voorschriften en procedures van de gemeente Teylingen zijn vergeleken met drie andere gemeenten, die ongeveer een gelijk inwonertal hebben. Dit heeft het volgende opgeleverd. De inspraakverordeningen van de gemeente Teylingen, gemeente Edam/Volendam, de gemeente Castricum en de gemeente Gorinchem zijn alle gelijk, omdat de verordeningen zijn vastgesteld aan de hand van het VNG-model. De gemeente Edam/Volendam heeft geen burgerparticipatiebeleid. Daarentegen hebben de gemeente Teylingen, de gemeente Gorinchem en de gemeente Castricum hebben alle een verschillende burgerparticipatiebeleid. Daarnaast is het van belang om te weten wat de hoofdoorzaken waren voor het indienen van een beroep- en bezwaarschrift. De voornaamste redenen van het aantal beroep- en bezwaarschriften liggen bij het feit dat appellanten en reclamanten het niet eens waren met het besluit en ze vonden
10
dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met hun belangen bij het nemen van een besluit of het vaststellen van een bestemmingsplan. Tevens zijn de meeste bezwaarschriften ingediend door burgers in de leeftijdsklasse van 41 – 50 jaren en de gemiddelde leeftijd van de appellanten bedraagt 56 jaren. Voorts kan inspraak, waaronder burgerparticipatie, zowel een positieve, als een negatieve invloed hebben. De ambtenaren en wethouders zijn van mening dat inspraak, waaronder burgerparticipatie, draagvlak creëert voor het te nemen besluit. Ook zijn de ambtenaren en wethouders van mening dat het verminderen van het aantal bezwaar- en beroepschriften een gevolg is van de inzet op inspraak, waaronder burgerparticipatie. Inspraak, waaronder burgerparticipatie, vervult volgens een ambtenaar een belangrijke zeeffunctie. Bovendien stelt een ambtenaar dat het houden van een (extra) inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan kan leiden tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak. Aan de andere kant zijn de burgers, bedrijven en organisaties van mening dat zij niet of nauwelijks worden gehoord door de gemeente tijdens de inspraak en/of burgerparticipatie inloopavonden. De burgers, bedrijven en organisaties willen dat de gemeente meer naar hun luistert en rekening houdt met de door hun naar voren gebrachte argumenten. Al met al kan worden geconcludeerd dat inspraak, waaronder burgerparticipatie, zowel een positieve, als negatieve invloed heeft gehad op het indienen van beroep- en bezwaarschriften in de jaren 2011 en 2012. Daarnaast kan het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012 worden verminderd middels inspraak, waaronder burgerparticipatie. Het bestuursorgaan dient meer te luisteren naar en rekening te houden met de door de burgers en belanghebbenden naar voren gebrachte argumenten. Om het aantal beroep- en bezwaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012 te verminderen dient de gemeente de inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid op te nemen in één verordening. Ik heb een voorstel voor een inspraak- en burgerparticipatieverordening in bijlage XI opgenomen. Bovendien dient de gemeente de verplichting tot het opstellen van een participatieplan te laten vervallen. Verder dient er altijd informele inspraak te worden gehouden bij de voorbereiding van een bestemmingsplan en tot slot dient burgerparticipatie ook ingezet te worden op de leeftijdsklasse.
11
1.
Inleiding
In hoofdstuk 1, de inleiding, worden de aanleiding en de kaders van het onderzoek uiteengezet. In paragraaf 1.1 komen de aanleiding en het projectkader aan bod. Vervolgens wordt de doelstelling van het onderzoek beschreven in paragraaf 1.2. In paragraaf 1.3 wordt de centrale vraag van het onderzoek beschreven. Daarna worden de deelvragen uiteengezet in paragraaf 1.4. Daaropvolgend worden de methoden van het onderzoek verantwoord in paragraaf 1.5. Aansluitend volgen de onderzoeks- en begripafbakeningen in paragraaf 1.6. Tot slot komt de leeswijzer aan bod in paragraaf 1.7.
1.1
De aanleiding en het projectkader
De gemeente Teylingen heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op burgerparticipatie. Burgers, bedrijven en organisaties binnen de gemeente Teylingen worden hierdoor meer betrokken bij de voorbereiding van besluiten die de gemeente Teylingen dient te nemen. Een aantal medewerkers binnen de gemeente Teylingen vraagt zich af waarom er geen afname van het aantal bezwaarschriften is. De medewerkers zijn namelijk van mening dat het aantal bezwaarschriften zou afnemen, omdat er meer draagvlak voor de besluiten zou ontstaan bij de burgers, bedrijven en organisaties. Echter, aan de andere kant is een aantal medewerkers van mening dat burgerparticipatie geen invloed heeft op het indienen van een bezwaarschrift, omdat dit niet onder het doel van burgerparticipatie valt. De opdrachtgever, de gemeente Teylingen wilde in eerste instantie dat er een onderzoek diende te worden verricht naar de invloed van burgerparticipatie op het indienen van een bezwaarschrift, om de invloed van burgerparticipatie na te gaan op het indienen van een bezwaarschrift in kaart te brengen. Om het draagvlak, de reikwijdte en het juridisch aspect van het onderzoek te vergroten is de centrale vraagstelling binnen het onderzoek bijgesteld en is er een onderzoek verricht naar de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van bezwaarschriften. Het onderzoek heeft tevens betrekking op de in 2011 en 2012 ingestelde beroepen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State naar aanleiding van twee vastgestelde bestemmingsplannen, namelijk de bestemmingsplannen Koudenhoorn, Warmond en Bedrijventerreinen Teylingen.
1.2
Doelstelling van het onderzoek
1.2.1 Doel van het onderzoek Het onderzoek is er op gericht om duidelijkheid te scheppen over en het in kaart brengen van de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012. Daarnaast zal er in kaart worden gebracht of de betrokkenheid van burgers en belanghebbenden bij het nemen van gemeentelijke besluiten een rol heeft gespeeld bij het indienen van een beroep- of bezwaarschrift. 1.2.2 Bijdrage die het onderzoek zal leveren aan het doel Door middel van de onderzoeksresultaten zal de gemeente Teylingen kennis verkrijgen en er zal duidelijkheid ontstaan bij de medewerkers omtrent de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift.
12
1.3
Centrale vraagstelling
De centrale vraag binnen dit onderzoek luidt: “In hoeverre heeft inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed gehad op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012 en in hoeverre kan het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012 worden verminderd middels inspraak, waaronder burgerparticipatie?”
1.4
Deelvragen
De onderstaande deelvragen zijn er op gericht het onderzoek specifieker en gerichter te maken. De deelvragen vormen het fundament van de voorgenoemde centrale vraag. 1. Wat houden de begrippen inspraak en burgerparticipatie in? 2. Hoe verloopt inspraak, waaronder burgerparticipatie, nu? 3. Wat zijn de hoofdoorzaken voor het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012? 4. Binnen welke leeftijdsklasse worden de meeste beroep- en bezwaarschriften ingediend? 5. Hoe zijn de inspraak- en burgerparticipatieprocedures verlopen bij de bestemmingsplannen Bedrijventerreinen Teylingen en Koudenhoorn, Warmond? 6. Heeft inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed gehad op het aantal beroep- en bezwaarschriften in de jaren 2011 en 2012? Zo ja, op welke manier en zo nee, waarom niet. 7. Hoe is inspraak, waaronder burgerparticipatie, geregeld binnen andere gemeenten ten opzichte van de gemeente Teylingen?
1.5
Methodologische verantwoording
Ter voorbereiding van het onderzoek is bepaald welke onderzoeksmethodes het meest geschikt zijn binnen het onderzoek en gebruikt zullen worden voor het onderzoek. Hieronder volgt een lijst van de onderzoeksmethodes die tijdens het onderzoek zijn gebruikt. Bronnenonderzoek Een bronnenonderzoek is het onderzoeken van authentieke documenten waar de mening van de auteur niet wordt gegeven. Het kan hierbij gaan om bronnen zoals wet- en regelgeving, jurisprudentie en kamerstukken, maar het kan ook gaan om cliëntendossiers van de gemeente. Binnen dit onderzoek is er gebruik gemaakt van verschillende bronnen zoals de bezwaarschriften van de gemeente Teylingen en de Gemeentewet, maar ook van het participatiebeleid en de inspraakverordening van de gemeente Teylingen. Daarnaast zijn ook het participatiebeleid en de inspraakverordening van de gemeente Edam/Volendam, gemeente Castricum en gemeente Gorinchem gebruikt binnen het onderzoek. De inspraakverordening en het participatiebeleid van deze gemeenten worden vergeleken met de inspraakverordening en het participatiebeleid van de gemeente Teylingen. Hierbij wordt er gekeken naar de spelregels, de doelen en de participatieladder die zijn opgenomen in het participatiebeleid en de artikelen die zijn opgenomen in de inspraakverordening. De gemeenten zijn gekozen op grond van het inwonersaantal en de geografische ligging. De gemeenten hebben namelijk allemaal ongeveer hetzelfde inwonersaantal als
13
de gemeente Teylingen (35 800: per 1 januari 2013 vastgesteld door het CBS) en liggen allen in het westen van Nederland. Literatuuronderzoek Binnen een literatuuronderzoek wordt er een onderzoek gedaan naar geschriften over het onderwerp waarnaar een onderzoek wordt verricht. De geschriften bevatten een opinie van de schrijver(s) over het onderwerp. Een geschrift kan bestaan uit: een handboek, een monografie, artikelsgewijs commentaar, tijdschriftartikelen, onderzoeksrapporten, proefschriften en scripties. Interviews en vragenlijsten Tot slot heb ik gebruik gemaakt van vragenlijsten en interviews. Ik heb vier besluiten gekozen waartegen burgers, bedrijven en organisaties bezwaar of beroep hebben ingesteld. De vier besluiten staan hieronder opgesomd: 1. de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg te Voorhout; 2. de vergunningverlening voor de Jan Dekkerbrug te Warmond; 3. het vaststellen van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond; 4. het vaststellen van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen. De eerste twee besluiten zijn gekozen, omdat de meeste bezwaren zijn ingediend tegen deze besluiten. Daarnaast zijn de twee onderste twee besluiten gekozen, omdat Marcel Schuring, het afdelingshoofd van de afdeling Ruimte deze heeft aangedragen. De vragenlijsten zijn verstuurd naar negentien burgers, bedrijven en organisaties en naar vijf ambtenaren die te maken hebben gehad met één van de bovenstaande besluiten. De vragenlijst is aangepast op de bovenstaande besluiten en is per besluit verzonden naar de des betreffende ambtenaar, burger, bedrijf en organisatie. Ik heb van vijf burgers, bedrijven en organisaties en van alle vijf ambtenaren een respons gekregen. Bovendien heb ik twee wethouders, wethouder Kees van Velzen en wethouder John Stuurman, van de gemeente Teylingen geïnterviewd over hun bevindingen met betrekking tot de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, bij het nemen van een beslissing, beroep of bezwaar. Ik heb de volgende vragen(lijst) gesteld aan de wethouders en verzonden naar de ambtenaren: 1. In hoeverre zijn de rollen van de gemeente, de burgers en de belanghebbenden aan de orde gekomen tijdens het inspraak-/participatietraject? Zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van hun rol tijdens het inspraak-/participatietraject? 2. In hoeverre werden de burgers en belanghebbenden op de hoogte gesteld van hun invloed binnen het inspraak-/participatietraject? 3. In hoeverre is er een kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden heeft getoetst? Op welke manier zijn de belangen afgewogen? 4. In hoeverre wordt het gedeelte van een plan of beleid dat al vast staat medegedeeld aan de burgers en belanghebbenden? 5. In hoeverre is er gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement binnen het inspraak-/participatietraject?
14
6. In hoeverre hebben de raad, het college en de ambtelijke organisatie samengewerkt binnen het inspraak-/participatietraject? (overeenstemming over de onderlinge rol- en taakverdeling) 7. In hoeverre is er een participatieplan opgesteld binnen het inspraak-/participatietraject?(wat is er wel opgesteld en wat niet bijv. wel de reikwijdte van het participatietraject, maar niet de rollen van de belanghebbenden, het bestuur etc.) 8. In hoeverre heeft u het gevoel dat er middels inspraak en participatie meer draagvlak is gecreëerd voor het beleid/besluit? 9. In hoeverre is het participatie- en inspraaktraject ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen? Ik heb de volgende vragenlijst verzonden naar de burgers, bedrijven en organisaties: 1. Bent u betrokken geweest bij de voorbereidingen van de …? 2. Kon u bij de voorbereidingen van de …, voordat het besluit tot …. werd genomen, uw mening geven? Als u uw mening heeft gegeven, hoe heeft u dit gedaan? 3. Was het u duidelijk of er met uw reactie rekening kon worden gehouden door de gemeente? 4. Hoe bent u op de hoogte gebracht van de voorbereidingen omtrent de …? 5.
Waarom heeft u bezwaar/beroep ingediend tegen het besluit tot …?
6. Hoe had de gemeente kunnen voorkomen dat u in bezwaar/beroep ging? 7. Wat voor rapportcijfer geeft u de voorbereidingen …? Omcirkel het cijfer en licht uw antwoord toe. 1 – 2 zeer.slecht
–
3
–
4
–
5
–
6
–
7
–
8
–
9
10 uitstekend
8. Wat wilt u nog kwijt met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van …?
1.6
Onderzoeks- en begripsafbakening
Het onderzoek beperkt zich tot alle bezwaarschriften, met uitzondering van de bezwaarschriften met betrekking tot sociale zaken, gemeentelijke belastingen en personeelsbesluiten, van de gemeente Teylingen over de jaren 2011 en 2012. Het kan gaan om bezwaarschriften met betrekking tot het omgevingsrecht maar ook om bezwaarschriften met betrekking tot het handhavingsrecht en de uitvoering van diverse gemeentelijke verordeningen en andere regelgeving. Daarnaast strekt het onderzoek zich uit tot alle beroepschriften die betrekking hebben op de bestemmingsplannen Bedrijventerreinen Teylingen en Koudenhoorn, Warmond van de gemeente Teylingen die zijn ingediend in 2011 en 2012.
15
Doelgroep Het onderzoek is verricht in opdracht van de gemeente Teylingen. Binnen de gemeente Teylingen werken er juristen en niet-juristen die te maken hebben met inspraak en burgerparticipatie. Met het oog op deze doelgroepen is het onderzoek verricht en het onderzoeksrapport opgemaakt. Plaats Het onderzoek is voornamelijk verricht vanuit het bestuurscentrum van de gemeente Teylingen. Daarnaast hebben er verschillende consultgesprekken plaatsgevonden met de docentbegeleider op de Hogeschool van Amsterdam. Tijdsafbakening De periode waarbinnen het onderzoek is verricht bedraagt achttien weken, is op 4 maart 2013 van start gegaan en eindigde op 2 juli 2013. Begripsafbakening Onder de term ‘verminderen’ versta ik: het afnemen van het aantal beroep- en bezwaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012. Onder de term ‘bezwaarschriften’ versta ik: alle bezwaarschriften waarover advies is gegeven op grond van de Algemene wet bestuursrecht en gericht zijn tegen besluiten van de gemeente Teylingen die zijn ingediend en behandeld door de Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen in 2011 en 2012. De bezwaarschriften die niet worden behandeld door de Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen en dus ook niet worden meegenomen in het onderzoek, zijn bezwaarschriften met betrekking tot: − sociale zaken; − gemeentelijke belastingen; − en personeelsbesluiten (de commissie behandelt deze zaken wel, maar deze bezwaren worden vanwege privé redenen niet behandeld in het onderzoek). Onder de term ‘beroepschriften’ versta ik: alle beroepschriften die betrekking hebben op de bestemmingsplannen Bedrijventerreinen Teylingen en Koudenhoorn, Warmond van de gemeente Teylingen en zijn ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in 2011 en 2012. Onder de term ‘burgerparticipatie’ versta ik: een manier van werken waarbij een bestuursorgaan van de gemeente burgers en belanghebbenden zoveel mogelijk probeert te betrekken bij gemeentelijke besluiten om zo de betrokkenheid van de burgers en belanghebbenden te vergroten. Het doel van burgerparticipatie is om de kwaliteit van het beleid, de besluiten en de uitvoering te verhogen. De gemeente Teylingen zoekt in een zo vroeg mogelijk stadium, voor zover dit mogelijk is, samenwerking met burgers, bedrijven en organisaties in en rond Teylingen om met hen in open wisselwerking te werken aan het oplossen van maatschappelijke opgaven, vraagstukken en problemen in Teylingen. Onder de term ‘inspraak’ versta ik: het betrekken van burgers en belanghebbenden bij het voorbereiden van een gemeentelijk beleid binnen de gemeente Teylingen.
16
Onder de term ‘verordeningen’ versta ik: alle algemeen verbindende voorschriften oftewel overheidsbesluiten van algemene strekking binnen de gemeente Teylingen die vanaf 2011 tot op heden van kracht zijn.
1.7
Leeswijzer
De opbouw van het onderzoeksrapport is als volgt. In hoofdstuk 2 van dit onderzoeksrapport worden de begrippen inspraak en burgerparticipatie uiteengezet en met elkaar vergeleken. Vervolgens komen de hoofdoorzaken van het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften in 2011 en 2012 aan bod in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie op het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften in 2011 en 2012 toegelicht. Verder worden de inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid van andere gemeenten bekeken en vergeleken met de inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Teylingen in hoofdstuk 5. Tot slot wordt er in hoofdstuk 6 antwoord gegeven op de centrale vraagstelling van dit onderzoek en er worden aanbevelingen gedaan omtrent het verminderen van het aantal beroep- en bezwaarschriften middels inspraak, waaronder burgerparticipatie.
17
2.
Het verschil tussen inspraak en burgerparticipatie
Alvorens in te gaan op het onderzoek worden de begrippen ‘inspraak’ en ‘burgerparticipatie’ uitgelegd. Daarnaast dienen de verschillen tussen de twee begrippen naar voren gebracht te worden, zodat er meer duidelijkheid ontstaat over de twee begrippen. In paragraaf 2.1 wordt het begrip ‘inspraak’ uiteengezet. Vervolgens komt de huidige inspraakprocedure aan bod in paragraaf 2.2. Hierop volgend wordt er een aantal inspraakbijeenkomsten van de jaren 2011 en 2012 uiteengezet in paragraaf 2.3. In paragraaf 2.4 wordt het begrip ‘burgerparticipatie’ uitgelegd. Vervolgens wordt het huidige participatiebeleid uiteengezet in paragraaf 2.5. Bovendien komt een aantal participatieprojecten van de jaren 2011 en 2012 aan bod in paragraaf 2.6. In paragraaf 2.7 worden de verschillen tussen inspraak en burgerparticipatie toegelicht. Tot slot wordt er een conclusie getrokken over de verschillen tussen inspraak en burgerparticipatie.
2.1
Het begrip ‘inspraak’
Inspraak is één van de instrumenten van een bestuursorgaan om burgers en/of belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding van het gemeentelijk beleid. Onder inspraak kan worden verstaan dat burgers en/of belanghebbenden worden betrokken bij de voorbereiding van het gemeentelijk beleid. 1 In dit geval gaat het om het beleid van de gemeente Teylingen. Inspraak kan betrekking hebben op verschillende soorten beleid, zoals beleidsmaatregelen van algemene strekking 2 en concrete beschikkingen, zoals verkeersbesluiten. Tijdens inspraak worden burgers en/of belanghebbenden op de hoogte gebracht van de voornemens die het bestuursorgaan heeft. Burgers en/of belanghebbenden krijgen door middel van inspraak de mogelijkheid om hun zienswijze binnen de voorbereiding van gemeentelijk beleid naar voren te brengen. Daarnaast hebben burgers en/of belanghebbenden ook de ruimte om mogelijke alternatieven met betrekking tot de voornemens van het bestuursorgaan naar voren te brengen. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen twee vormen van inspraak: formele inspraak en informele inspraak. Er wordt van formele inspraak gesproken wanneer er een wettelijke inspraakplicht geldt 3, dit is bijvoorbeeld zo bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. 4 Wanneer de gemeente niet verplicht is om inspraak te houden, maar wel inspraak houdt, wordt er gesproken van informele inspraak. 5
2.2
De huidige inspraakprocedure
2.2.1 Inspraakprocedure bij formele inspraak Op grond van artikel 150 lid 1 van de Gemeentewet dient de raad een verordening vast te stellen met betrekking tot de wijze waarop burgers en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken. De gemeente Teylingen heeft aan de hand van het VNGmodel en op grond van artikel 150 lid 1 van de Gemeentewet haar inspraakverordening vastgesteld. In de inspraakverordening zijn de inspraakprocedures bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid opgenomen. Bovendien zijn er aanvullende wetten waarin de inspraakprocedure verplicht wordt gesteld, onder andere bij de voorbereiding van ruimtelijke visies, bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Indien inspraak bij de wet verplicht wordt gesteld, geldt daar de wettelijke 1
o
Kamerstukken II, 1985/1986, 19 403, nr. 3, p.34 (MvT) j art. 1 sub a Inspraakverordening. Dit kunnen wettelijke regelingen of beleidsnota’s zijn, maar doorgaans gaat het over plannen. 3 Inspraak 2013. 4 Art 3.8 lid 1 Wro. 5 Inspraak 2013. 2
18
inspraakprocedure voor. Daarnaast is in artikel 2 lid 2 van de Inspraakverordening opgenomen dat inspraak altijd dient te worden verleend, indien de wet daartoe verplicht, bijvoorbeeld bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, dan dient de wettelijke inspraakprocedure te worden gevolgd. Echter, uit eerdere jurisprudentie is gebleken dat het schenden van de verplichting voor inspraak van de inspraakverordening bij bestemmingsplannen geen gevolgen heeft voor de rechtmatigheid van de bestemmingsplanprocedure en de daaruit voortvloeiende besluiten. 6 De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kent één inspraakprocedure, namelijk de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. De uniforme openbare voorbereidingsprocedure is in beginsel van toepassing op alle voorbereidingen van besluiten, tenzij bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan anders is bepaald. De uniforme openbare voorbereidingsprocedure wordt hieronder in het kort beschreven. De uniforme openbare voorbereidingsprocedure De uniforme openbare voorbereidingsprocedure is geregeld in afdeling 3.4 van de Awb. Binnen deze voorbereidingsprocedure dient het bestuursorgaan op grond van de artikelen 3:11 lid 1 en 4 jo 3:16 lid 1 van de Awb, het ontwerp van het te nemen besluit en de daarbij behorende stukken gedurende zes weken ter inzage te leggen, waarbij de termijn begint te lopen op de dag dat het ontwerp ter inzage is gelegd. Voorafgaand de ter inzagenlegging geeft het bestuursorgaan in een gebruikelijke weg 7 kennis van het onderwerp. De belanghebbenden hebben gedurende zes weken, gerekend vanaf de dag van de ter inzagenlegging, de tijd om hun zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. Vervolgens neemt het bestuursorgaan een besluit. De termijn bij het nemen van een besluit is afhankelijk van het soort besluit en de zienswijze (is er een zienswijze ingediend of niet). 2.2.2 Inspraakprocedure bij informele inspraak Elk bestuursorgaan van de gemeente Teylingen dient ten aanzien van zijn bevoegdheden te besluiten of inspraak al dan niet wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid op grond van artikel 2 lid 1 van de Inspraakverordening. Bijvoorbeeld wanneer het college beleidsvoornemens heeft met betrekking tot subsidieverlening, dan dient het college te besluiten om inspraak al dan niet te verlenen. Een ander voorbeeld is wanneer het college een aantal beleidsvoornemens in een voorontwerp van een bestemmingsplan opneemt, dan dient het college te besluiten of inspraak al dan niet wordt verleend op het voorontwerp van het bestemmingsplan. Het bestuursorgaan is dus verplicht om een besluit te nemen met betrekking tot het al dan niet verlenen van inspraak bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid, maar het bestuursorgaan is niet verplicht om inspraak te verlenen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Dit blijkt uit de artikelgewijze toelichting van het VNG-model. Bovendien kan onder inspraak bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden verstaan dat inspraak dient te worden verleend op het moment dat het beleidsvoornemen is uitgekristalliseerd, maar de definitieve besluitvorming daarover nog niet heeft plaatsgevonden én als het beleidsvoornemen nog kan worden beïnvloed. Echter, er gelden een aantal uitzonderingen bij het verlenen van inspraak. Inspraak wordt namelijk niet verleend wanneer er sprake is van: − een ondergeschikte herziening van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen; 6
o
ABRvS 21 april 2010, LJN BM1800, r.o. 2.3.1. j ABRvS 21 april 2010, LJN BM1788, r.o. 2.2. Bijvoorbeeld op de gemeentepagina van de gemeente Teylingen of onder de gemeenteberichten in De Teylinger.
7
19
− −
een uitsluiting van inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift; uitvoering van hogere regelgeving, waarbij er geen of nauwelijks beleidsvrijheid is voor het bestuursorgaan; − een begroting, tarief voor gemeentelijke dienstverlening en belasting als bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet; − spoedeisendheid in de uitvoering van een beleidsvoornemen, waarbij spoedeisendheid niet kan worden afgewacht; − en wanneer de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving zwaarder weegt dan het belang van inspraak. 8 Op grond van artikel 4 lid 1 van de Inspraakverordening is voor inspraak de procedure van afdeling 3.4 van de Awb, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing bij de voorbereiding van een gemeentelijk beleid. Daarnaast kan een bestuursorgaan een andere inspraakprocedure vaststellen op grond van artikel 4 lid 2 van de Inspraakverordening. Het bestuursorgaan dat een beleidsvoornemen heeft dat niet verplicht is gesteld bij de wet, overweegt of het onderwerp geschikt is voor een inspraakprocedure. Als het bestuurorgaan het besluit neemt om een inspraakprocedure te starten, dan maakt het bestuursorgaan via een gebruikelijke weg, bijvoorbeeld via de gemeenteberichten in De Teylinger, bekend dat er een inspraakprocedure van toepassing is op het onderwerp van het ontwerpbesluit. Het bestuursorgaan legt het onderwerp met de daarbij behorende stukken ter inzage. In sommige gevallen houdt het bestuursorgaan een inspraakbijeenkomst, waarbij burgers en belanghebbenden een inspraakreactie kunnen geven. Het bestuursorgaan geeft aan hoelang de burgers en belanghebbenden de tijd hebben om een inspraakreactie te geven en op welke manier de burgers en belanghebbenden een inspraakreactie kunnen geven. De wijze en de termijn voor het geven van een inspraakreactie hangt af van het onderwerp. 9 Doorgaans wordt er binnen de gemeente gebruik gemaakt van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, waarbij de burgers en belanghebbenden zowel schriftelijk, als mondeling hun inspraakreactie kunnen geven binnen een termijn van zes weken. 10 Vervolgens weegt het bestuursorgaan het algemeen belang tegen de individuele belangen af en neemt op basis van de afweging een definitief besluit over het voorstel. De burgers en belanghebbenden die een inspraakreactie hebben gegeven, worden na het definitief besluit geïnformeerd. Tot slot worden alle inspraakreacties en het gemeentelijk commentaar in een inspraakverslag opgenomen. 11 Al met al mag het bestuursorgaan in beginsel zelf bepalen of er een inspraakprocedure wordt gehouden bij de voorbereiding van een gemeentelijk beleid, tenzij inspraak verplicht wordt gesteld bij de wet of wanneer er sprake is van een uitzondering op grond van artikel 2 lid 3 van de Inspraakverordening.
2.3
Inspraakbijeenkomsten 2011-2012
De gemeente heeft de afgelopen jaren een aantal inspraakbijeenkomsten georganiseerd. Een aantal van deze inspraakbijeenkomsten die zijn gehouden in 2011 en 2012 zijn hieronder uiteengezet. 8
Art. 2 lid 3 Inspraakverordening. Art 4 lid 2 Inspraakverordening. 10 Art. 4 lid 1 Inspraakverordening jo art. 3:15 lid 1 Awb jo art. 3:16 lid 1 Awb. 11 Art. 5 lid 1 jo lid 2 Inspraakverordening. 9
20
Voorontwerp bestemmingsplan Sassenheim-West Op 14 februari 2011 is er een inloopavond gehouden over het voorontwerp van het bestemmingsplan Sassenheim-West. Ongeveer 30 mensen bezochten de inloopavond. Voorontwerp bestemmingsplan Sassenheim-Noord Op 30 mei 2011 is er een inloopavond gehouden, waarbij het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan Sassenheim-Noord werd besproken. Ongeveer 40 mensen bezochten de inloopavond. Voorontwerp bestemmingsplan Voorhout-Oost Op woensdag 8 juni 2011 is er een inloopavond gehouden in het kader van het voorontwerp van het bestemmingsplan Voorhout-Oost, waarbij 30 mensen aanwezig waren. Aanleg rotonde Jacoba van Beierenweg De gemeente heeft op 7 december 2011 een bewonersbijeenkomst georganiseerd omtrent de aanleg van een rotonde op de Jacoba van Beierenweg. Deze bijeenkomst werd bijgewoond door zes mensen. Aanpassing fietsoversteek Wasbeeklaan-Oosteinde De gemeente heeft aan de inwoner s van de Wasbeeklaan gevraagd om mee te denken over de aanpassing van de fietsoversteek Wasbeeklaan-Oosteinde. De gemeente heeft in totaal vijf reacties gehad van de inwoners.
2.4
Het begrip ‘burgerparticipatie’
Onder burgerparticipatie wordt verstaan: het actief deelnemen van burgers en belanghebbenden. Participatie is afgeleid van de Latijnse woorden pars (deel) en cipere (nemen). 12 Onder burgerparticipatie vallen alle gevallen waarin de gemeente samenwerking zoekt met de burger en belanghebbende. Voorbeelden van burgerparticipatie zijn: het meedenken door burgers en belanghebbenden bij het maken van gemeentelijke plannen of beleid, het doen van een voorstel om het woonplezier en de leefomgeving te verbeteren met hulp van de gemeente of het onder de aandacht brengen van een onderwerp bij de gemeente. 13
2.5
Het huidige burgerparticipatiebeleid
Burgers, bedrijven en organisaties van de gemeente Teylingen hebben mede door middel van burgerparticipatie en op grond van de Verordening op het burgerinitiatief van de gemeente, de mogelijkheid gekregen om een vraag, een probleem, een voorstel of een onderwerp onder de aandacht te brengen van de gemeenteraad. Zo mogen burgers bellen of e-mailen met een raadslid, inspreken in een raadsvergadering, een werkbezoek van de raad organiseren en een onderwerp op de agenda plaatsen via een burgerinitiatief. Daarnaast mogen burgers en belanghebbenden tot een bepaalde hoogte meedenken als de gemeente Teylingen beleid en plannen maakt die belangrijk zijn voor Voorhout, Sassenheim of Warmond. De gemeente heeft bij de meeste plannen al aangegeven met wie zij allemaal samenwerkt, of er een mogelijkheid is voor de burger en/of belanghebbende om mee te denken en wat de mogelijkheden voor de burger en belanghebbende zijn om te participeren. De rol en invloed 12 13
Voorbij de Scheidslijnen 2011, p.3. Meedenken, meedoen 2013.
21
van de burger en belanghebbende is in iedere situatie anders. In sommige gevallen kunnen burgers, bedrijven en organisaties alleen meedenken of –praten wanneer zij woonachtig of gevestigd zijn in de wijk of straat waar het plan over gaat, het gaat hier dan om burgers, bedrijven en organisaties die een rechtstreeks belang hebben bij het plan. Daarnaast is er per plan aangegeven bij wie de burger en belanghebbende terecht kan en waar en wanneer er bijeenkomsten zullen plaatsvinden die zij kunnen bijwonen. De gemeente kondigt deze informatie aan in de kolom ‘gemeenteberichten’ in De Teylinger en op de website van de gemeente. Bovendien heeft de gemeente Teylingen de ambitie om in de toekomst online met burgers en belanghebbenden samen te werken. De gemeente zal de burgers en belanghebbenden dan online doorverwijzen naar websites die specifiek zijn opgericht om met burgers en belanghebbenden samen te kunnen werken. 14 2.5.1 De doelen van burgerparticipatie Door burgerparticipatie in te zetten bij de voorbereiding van een besluit of beleid streeft de gemeente een aantal doelen na. De doelen van burgerparticipatie binnen de gemeente Teylingen zijn in de onderstaande tabel benoemd. 15 Doelen van burgerparticipatie 1. Inhoudelijke verrijking 2. hoger ambitieniveau 3. Betere samenwerking
7. Verantwoordelijkheid maatschappelijke partijen vergroten 8. Meer invloed voor externe partijen
4. Begrip en wederzijds vertrouwen
9. beter inspelen op wat leeft in de samenleving 10. Verbeteren interne organisatie
5. Draagvlak voor beleid
11. Imagoverbetering
6. Verkorten tijdsduur, versnellen proces
12. Anders, namelijk…
De hierboven genoemde doelen van burgerparticipatie worden hieronder toegelicht. Inhoudelijke verrijking De gemeente wil door middel van burgerparticipatie meer informatie en alternatieve probleemoplossingen beschikbaar krijgen. Daarnaast wil de gemeente door middel van burgerparticipatie meer inzicht krijgen in de voor- en nadelen van het voorbereidende besluit of beleid. Hoger ambitieniveau Met het doel ‘hoger ambitieniveau’ streeft de gemeente ernaar om sneller een beleid vast te stellen middels burgerparticipatie, waarbij de ideeën van de burgers, bedrijven en organisaties worden meegenomen in het vast te stellen beleid. Betere samenwerking Ook is een betere samenwerking een van de doelen van burgerparticipatie. De gemeente streeft 14 15
Mogelijkheden om te participeren 2013. Tabel: Participeren in Teylingen: Beleidsuitgangspunten 2011, p. 9.
22
ernaar om middels burgerparticipatie beter samen te werken met de burgers, bedrijven en organisaties. Begrip en wederzijds vertrouwen Een ander doel van burgerparticipatie is het begrip en wederzijds vertrouwen tussen de gemeente, de burgers, de organisaties en de bedrijven. Door middel van burgerparticipatie wil de gemeente er voor zorgen dat er een exact beeld wordt geschetst van de wensen, eisen en zorgen van de burgers, organisaties en bedrijven. Draagvlak voor beleid Daarnaast probeert de gemeente door middel van burgerparticipatie feitelijke steun voor het beleid te creëren. De gemeente geeft dan aan in hoeverre zij haar beleid kan en zal aanpassen aan de wensen van de burgers, bedrijven en organisaties. Verkorten tijdsduur, versnellen proces Door middel van burgerparticipatie wil de gemeente ervoor zorgen dat de tijdsduur en het proces bij het vaststellen van een beleid of het nemen van een besluit wordt verkort. Verantwoordelijkheid maatschappelijke partijen vergroten Bovendien streeft de gemeente ernaar om middels burgerparticipatie een grotere bereidheid bij burgers, maatschappelijke instellingen en/of bedrijven te creëren door hen meer verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid te geven bij de uitvoering van publieke zaken. Meer invloed voor externe partijen Ook wil de gemeente door middel van burgerparticipatie er voor zorgen dat externe partijen meer invloed krijgen, bijvoorbeeld op hun (leef)omgeving. Door middel van burgerparticipatie krijgen externe partijen ook een stukje verantwoordelijkheid bij het realiseren van maatschappelijke opgaven. Beter inspelen op wat leeft in de samenleving Tevens wil de gemeente door middel van burgerparticipatie meer inzicht krijgen op wat er leeft in de samenleving. Door de inbreng van burgers, bedrijven en organisaties krijgt de gemeente meer inzicht over wat er speelt binnen de gemeente. De gemeente kan hierdoor, voor zover mogelijk, (beter) inspelen op de wensen van de burgers, bedrijven en organisaties. Verbeteren interne organisatie Verder streeft de gemeente er naar om haar interne organisatie te verbeteren door middel van burgerparticipatie. De interne organisatie vergaart meer kennis en kunde door de inbreng van de burgers, bedrijven en organisaties. Imagoverbetering ten slotte wil de gemeente door middel van burgerparticipatie er voor zorgen dat het beeld van de gemeente wordt verbeterd door burgers, bedrijven en organisaties (meer) te betrekken bij de voorbereiding van een besluit en beleid. Anders, namelijk. Binnen dit participatiedoel is men vrij in het stellen van een doel, maar er dient gekeken te worden naar de mate van tevredenheid bij de gemeente, maar ook bij de burgers, bedrijven en organisaties.
23
2.5.2 De Teylingse aanpak Binnen de gemeente Teylingen wordt er gebruik gemaakt van de Teylingse aanpak, dit houdt in dat de gemeente Teylingen, in een zo vroeg mogelijk stadium, samenwerking zoekt met burgers, bedrijven en organisaties in en rond de gemeente Teylingen om met hen gedachten uit te wisselen omtrent het aanpakken van maatschappelijke opgaven, vraagstukken en problemen die spelen binnen de gemeente. De Teylingse aanpak is door het gemeentebestuur ontwikkelt en beschrijft de ambities, de spelregels en de werkwijze van de gemeente, indien er een samenwerking is tussen burgers, bedrijven, organisaties, het gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie. Anders gezegd is de Teylingse aanpak een handleiding voor de burgerparticipatie binnen de gemeente Teylingen. 16 2.5.3 De spelregels Indien burgers, bedrijven en/of organisaties willen deelnemen aan burgerparticipatie, dienen zij zich te houden aan een aantal spelregels. Ook de gemeente dient zich te houden aan die spelregels. Hieronder staat schematisch weergegeven wat de gemeente van de burgers, bedrijven en organisaties mag verwachten en andersom. 17 Wat mogen burgers, bedrijven en organisaties van de gemeente verwachten? Een open houding:
Wat mag de gemeente van burgers, bedrijven en organisaties verwachten? Spelregels volgen:
De gemeente dient te luisteren naar de belangen Burgers, bedrijven en organisaties dienen zich te van de burger, het bedrijf of de organisatie en houden aan de spelregels. De gemeente mag dient de inbreng zorgvuldig af te wegen. hen hierop aanspreken en andersom. Heldere verwachtingen:
Eigen belang inbrengen én over de eigen schutting heen kijken:
De gemeente dient duidelijk te maken waarover burgers, bedrijven en organisaties mee mogen praten en waarover niet. De gemeente dient kaders aan te geven: wat staat er vast en wat niet, wat is de rol en invloed van burgers, en organisaties en hoe wordt er met hun inbreng omgegaan.
Burgers, bedrijven en organisaties dienen iedereen de ruimte te geven om hun belangen naar voren te brengen. Burgers, bedrijven en organisaties dienen zich te verplaatsen in de belangen van anderen en de positie van de gemeente.
Toezeggingen waarmaken:
Juiste onderwerpen op de juiste plek:
De gemeente dient duidelijke en concrete toezeggingen te doen en deze toezeggingen vervolgens waar te maken.
Burgers, bedrijven en organisaties dienen hun inbreng te beperken tot het onderwerp dat ter sprake is.
Hulp bij het meedoen:
Eigen verantwoordelijkheid en initiatief:
De gemeente dient burgers, bedrijven en organisaties te helpen bij het meepraten, -denken en –doen.
Burgers, bedrijven en organisaties dienen duidelijk te maken wat zij zelf kunnen inbrengen en wat zij eventueel zelf willen doen.
Respectvolle omgang:
16 17
Achtergrondinformatie over de Teylingse aanpak 2013. Schema: Participeren in Teylingen: Beleidsuitgangspunten 2011, p. 5-6.
24
De gemeente dient burgers, bedrijven en organisaties met respect te behandelen. Op tijd contact: De gemeente dient burgers, bedrijven en organisaties vroegtijdig te betrekken bij het maken van plannen. Met vroegtijdig wordt bedoeld: wanneer de plannen nog niet vastliggen. De gemeente dient burgers, bedrijven en organisaties genoeg tijd te geven om hun inbreng te leveren. De gemeente informeert iedereen actief over belangrijke ontwikkelingen en mogelijkheden om mee te denken, te beslissen of te doen. 2.5.4 De werkwijze Om een participatieproject op te starten dienen er een aantal stappen af te worden gelopen. Allereerst dient er een bewuste afweging te worden gemaakt over de vorming van het participatieproces. Vervolgens dient er een plan van aanpak opgesteld te worden voor de participatie. Het plan van aanpak bevat een analyse van de opgave, de politieke vraagstukken, de beoogde maatschappelijke effecten en de kernvoorwaarden voor participatie. Daarnaast dienen de belanghebbenden en hun specifieke belangen kenbaar te zijn, alvorens het participatieproject start. Ook dient er duidelijk te zijn waar de participatie over gaat en welke rol de raad, het college en de ambtenaren in het proces spelen. Wanneer het participatieproject van start is gegaan, dient er tussentijds een evaluatie plaats te vinden met de belanghebbenden en dient het participatieproces eventueel bijgesteld te worden om in te spelen op nieuwe omstandigheden. Na afloop van het participatieproject worden de ervaringen van de belanghebbenden geëvalueerd, zodat de aanpak de volgende keer beter kan. 18 2.5.5 De participatieladder De eerste stap bij het starten van een participatieproject is het afwegen van de vorming van het participatieproces. In de gemeente Teylingen wordt er gebruik gemaakt van een participatieladder om de vorm van het participatieproces te bepalen. 19 De participatieladder is op de volgende pagina weergegeven.
18 19
Participeren in Teylingen: Beleidsuitgangspunten 2011, p. 7. Participeren in Teylingen: Beleidsuitgangspunten 2011, p. 11.
25
De participatieladder is ontworpen door Igno Pröpper en is een hulpmiddel om de rollen van de participant (burger en/of belanghebbende) en de gemeente te verhelderen. Des te hoger de participant op de ladder staat, des te groter is de zeggenschap van de participant. De treden van de participatieladder worden hieronder uitgelegd. De bovenste trede (faciliterende stijl) komt als eerste aan bod en de laagste trede (gesloten autoritaire stijl) komt als laatste aan bod. Daarnaast wordt er per trede een voorbeeld gegeven. Faciliterende stijl: rol van initiatiefnemer, beleidseigenaar & bevoegd gezag Bij de bovenste participatievorm van de participatieladder heeft de participant de rol als initiatiefnemer, beleidseigenaar of bevoegd gezag. Het gemeentebestuur biedt ondersteuning aan de participant om beleid te ontwikkelen en eventueel uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is een campagne door Veilig Verkeer Nederland om stapvoets te rijden in de buurt van scholen. De gemeente kan in dit voorbeeld financiële middelen verschaffen om de campagne te realiseren. Samenwerkende stijl: rol van samenwerkingspartner Bij de tweede trede van de participatieladder werkt het bestuur samen met een andere partij op gelijkwaardig niveau. De gemeente kan bijvoorbeeld samenwerken met een projectontwikkelaar. Delegerende stijl: rol van medebeslisser De gemeente geeft participanten de bevoegdheid om binnen randvoorwaarden, zelf beslissingen te nemen en beleid uit te voeren. Voorbeeld: een vereniging van appartementen krijgt de bevoegdheid om invulling te geven aan de huisregels om zo de leefbaarheid binnen het appartementencomplex te vergroten. Participatieve stijl: rol van adviseur beginspraak Bij de vierde trede van de participatieladder heeft de participant de rol als adviseur. De gemeente vraagt een open advies, waarbij de partijen veel ruimte hebben om hun standpunt in te brengen. Daarnaast is er ruimte voor de partijen om te discussiëren. Voorbeeld: de gemeente heeft een stuk braakliggend grond en vraagt zich af wat er met de grond dient te gebeuren. Participanten kunnen vanaf het begin meedenken, -praten en discussiëren.
26
Consultatieve stijl: rol van adviseur eindspraak Het bestuur vraagt de mening van een bepaald doelgroep over een gesloten vraagstelling. Voorbeeld: het bestuur heeft een plan opgesteld met betrekking tot de inrichting van de boomspiegels en vraagt aan omwonenden en belanghebbenden of het plan voldoet aan hun wensen. Open autoritaire stijl: rol van toeschouwer, ontvanger informatie, informant Het bestuur voert haar beleid geheel zelfstandig uit, maar informeert wel over het beleid. Indien nodig overtuigt het bestuur een bepaald doelgroep. Voorbeeld: het bestuur stelt leges vast voor een sloopvergunning en maakt bekend dat er een kwijtscheldingsregeling is. Gesloten autoritaire stijl: geen rol Het bestuur voert geheel zelf haar beleid en voorziet de participanten niet van informatie. Voorbeeld: het bestuur ontslaat een ambtenaar.
2.6
Burgerparticipatieprojecten 2011-2012
In 2011 is de gemeente Teylingen begonnen met een aantal participatieprojecten om burgers en belanghebbenden te betrekken bij besluiten die de gemeente toentertijd zou nemen. Een aantal van deze projecten uit de jaren 2011 en 2012 zijn hieronder uiteengezet. Herinrichting Mecklenburg in Sassenheim In het eerste kwartaal van 2011 zijn er vier bijeenkomsten geweest met de klankbordgroep die is aangesteld voor de herinrichting van de Mecklenburg in Sassenheim. Ook is er op 17 januari 2011 een bewonersbijeenkomst gehouden, waarin een conceptontwerp werd gepresenteerd. De gemeente heeft na de reacties van de klankbordgroep en de bewoners gewerkt aan een aantal ontwerpen voor de herinrichting van de Mecklenburg in Sassenheim. De inwoners konden een keuze maken uit een van de ontwerpen, dat uiteindelijk het definitief ontwerp zou worden. Herinrichting recreatie-eiland Koudenhoorn De gemeente Teylingen heeft op 23 maart 2011 een inloopbijeenkomst gehouden om het definitieve ontwerp voor de herinrichting van het recreatie-eiland Koudenhoorn te tonen. Dit ontwerp is tot stand gekomen door een samenwerking met een klankbordgroep en betrokkenen van het eiland Koudenhoorn. De klankbordgroep heeft gedurende zes bijeenkomsten voorafgaand het definitieve ontwerp, gesproken over onder andere de beplanting, de infrastructuur, de paden, de stranden en de voorzieningen die dienden te worden aangelegd op het recreatie-eiland Koudenhoorn. Aanleg watertuinen Sassenheim In samenwerking met de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het Havenhoofd en het Voorhavenkwartier heeft de gemeente Teylingen de inrichting voor de watertuinen in Sassenheim gerealiseerd. De bewoners van het Havenhoofd en Voorhavenkwartier zullen vijf van de bomenspiegels aan de Vaartkade onderhouden. Bovendien zullen de ondernemers Shoeby’s en Hemels zes boomspiegels in het Voorhavenkwartier onderhouden. De burgers en ondernemers zullen het zwerfafval verwijderen, de boomspiegels van water voorzien en het onkruid verwijderen. Reconstructie van de Nagelbrug Voor direct omwonenden en belanghebbenden werd er op 22 juni 2011 in samenwerking met de provincie Zuid-Holland een informatiebijeenkomst gehouden over de plannen die de provincie heeft met betrekking tot de Nagelbrug. De Nagelbrug zal worden gereconstrueerd door de provincie Zuid-
27
Holland, maar de gemeente dient de bestemmingsplannen voor de reconstructie van de Nagelbrug wel goed te keuren. Bouwweg fase 1a Hooghkamer Op 27 juni 2011 heeft de gemeente een informatieavond gehouden met betrekking tot de Bouwweg fase 1a Hooghkamer. Ongeveer 50 mensen hebben de informatie avond bezocht. De gemeente heeft spontane reacties gekregen van mensen die zitting willen deelnemen in diverse groepen. Daarnaast heeft de gemeente op 30 november 2011 een inloopavond georganiseerd waarbij ongeveer 32 mensen aanwezig waren.
2.7
het verschil tussen inspraak en burgerparticipatie
Nu de begrippen ‘inspraak’ en ‘burgerparticipatie’ zijn gedefinieerd en de procedures van de begrippen zijn behandeld, kan er een balans worden opgemaakt van de verschillen tussen inspraak en burgerparticipatie. Inspraak is één van de instrumenten om burgers te betrekken bij gemeentelijke beleidsvoornemens. Inspraak komt namelijk voor op de derde en vierde trede van de participatieladder. Binnen deze treden is de participant namelijk een adviseur eindspraak (derde trede) en een adviseur beginspraak (vierde trede). Daardoor is inspraak één van de vormen van burgerparticipatie. Daarnaast is inspraak geregeld in de wet. Voor de overige treden van de participatieladder bestaat er geen wetgeving. Daarbij komt nog dat er twee vormen van inspraak zijn, namelijk de formele (verplichte) inspraak en de informele (niet verplichte) inspraak. Burgerparticipatie kent echter zeven processen, namelijk de zeven treden van de participatieladder. Verder zijn de processen van burgerparticipatie gericht op het meedenken, -doen, -werken, – adviseren en voor zover mogelijk meebeslissen, terwijl inspraak specifiek gericht is op het naar voren brengen van voornemens en bezwaren tegen (concrete) plannen. Tevens heeft de burger en/of de belanghebbende minder zeggenschap bij inspraak in vergelijking met de overige treden van de participatieladder. Hoe hoger de burger en/of de belanghebbende op de ladder staat, hoe hoger de zeggenschap van de burger en/of de belanghebbende is.
28
2.8
Deelconclusie: het verschil tussen inspraak en burgerparticipatie
Er kan worden geconcludeerd dat inspraak één van de instrumenten van burgerparticipatie is, waarbij burgers en/of belanghebbenden worden betrokken bij gemeentelijke beleidsvoornemens. Inspraak komt namelijk voor in de derde en vierde trede van de participatieladder. Daarnaast kan er worden geconcludeerd dat inspraak is geregeld in de wet, terwijl de overige treden van de participatieladder niet aan regels zijn verbonden. Bovendien kent inspraak twee vormen, terwijl burgerparticipatie zeven deelprocessen kent. Verder richt inspraak zich specifiek op het naar voren brengen van voornemens en bezwaren op (concrete) voorstellen, terwijl de processen van burgerparticipatie zich richten op het meedenken, -doen, -werken, -adviseren en voor zover mogelijk meebeslissen. Tot slot heeft de burger en/of de belanghebbende minder zeggenschap bij inspraak in vergelijking met de overige treden van de participatieladder.
29
3.
Oorzaken van het aantal beroep- en bezwaarschriften
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste oorzaken van het aantal beroep- en bezwaarschriften over de periode 2011 en 2012 belicht. Allereerst komen de hoofdoorzaken van het aantal bezwaarschriften over de jaren 2011 en 2012 aan bod (paragraaf 3.1). Vervolgens worden de hoofdoorzaken van het aantal beroepschriften over de jaren 2011 en 2012 opgesomd in paragraaf 3.2. Ten slotte wordt er een conclusie getrokken met betrekking tot de hoofdoorzaken van het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012.
3.1
De hoofdoorzaken van het aantal bezwaarschriften
In 2011 zijn er 68 bezwaarschriften (incl. personeelszaken) en in 2012 zijn er 59 bezwaarschriften (incl. personeelszaken) ingediend. In bijlage 1 is een overzicht van het aantal bezwaarschriften per categorie, per jaar (2011 en 2012) weergegeven. Gekeken te hebben naar het overzicht, kan er worden geconstateerd dat het merendeel van het aantal bezwaarschriften per jaar betrekking heeft op het omgevingsrecht. Het gaat hierbij om bouwzaken, zaken omtrent aanlegvergunningen en zaken omtrent sloopvergunningen. De meest voorkomende oorzaak waardoor reclamanten bezwaar indienen, heeft te maken met het feit dat zij het niet eens zijn met het besluit van het bestuursorgaan en zij vinden dat het bestuursorgaan onvoldoende rekening heeft gehouden met hun omstandigheden. Daarnaast zijn er reclamanten die van mening zijn dat zij onevenredig in hun belangen zijn geschaad of zich niet gehoord voelen. Bovendien zijn er reclamanten die menen schade te hebben opgelopen bij plannen en/of besluiten die de gemeente heeft gemaakt. De bezwaarschriften kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld, namelijk: 1. beslissing op bezwaar; 2. bemiddeling/intrekking bezwaar; 3. werkvoorraad. Beslissing op bezwaar Op een groot aantal bezwaarschriften neemt het desbetreffende bestuursorgaan een beslissing. Het gaat hierbij om het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, waartegen het bezwaar is gericht. Daarnaast voorziet een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie, genaamd: de commissie Bezwaarschriften en Klachten (hierna: commissie BK) van de gemeente Teylingen het bestuursorgaan van advies. Het bestuursorgaan is niet verplicht het advies van de commissie BK op te volgen en neemt na het advies van de commissie BK een beslissing op het bezwaar. Het bestuursorgaan kan het bezwaarschrift, ontvankelijk, niet-ontvankelijk en/of gegrond, ongegrond of gedeeltelijk gegrond verklaren. Bemiddeling/intrekken bezwaar Op grond van artikel 6 lid 3 van de Verordening Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen verstrekt de commissie BK een kopie van het bezwaarschrift aan de desbetreffende portefeuillehouder. De portefeuillehouder kan dan bezien of partijen tot een oplossing kunnen komen, alvorens het bezwaarschrift door de commissie BK wordt behandeld. Wanneer partijen tot een oplossing zijn gekomen, kan de reclamant ervoor kiezen om zijn bezwaar in te trekken.
30
Werkvoorraad Bezwaarschriften die aan het einde van het jaar binnenkomen en niet meer behandeld kunnen worden in dat zelfde jaar worden onder de werkvoorraad geplaatst. De bezwaarschriften van 2011 die onder de werkvoorraad zijn geplaatst, zijn behandeld in 2012 en zijn daarom meegenomen in het onderzoek. De bezwaarschriften van 2012 die onder de werkvoorraad zijn geplaatst, worden behandeld in 2013 en zijn daarom niet meegenomen in het onderzoek. 3.1.1 Het aantal ingediende bezwaarschriften in 2011 De 68 bezwaarschriften (incl. personeelszaken) die zijn ingediend in 2011 kunnen dus worden onderverdeeld in drie categorieën. Hieronder is een schema van het aantal bezwaarschriften per categorie. Binnen dit schema is de werkvoorraad van 2011 die behandeld is in 2012 ook meegenomen. Categorie
Totaal aantal bezwaarschriften 2011 (incl. behandelde zaken werkvoorraad) Beslissing op bezwaar 50 Bemiddeling/intrekken 18 bezwaar Werkvoorraad -
Aantal Aantal bezwaarschriften bezwaarschriften 2011 2011 behandeld in behandeld in 2012 2011 (Werkvoorraad 2011) 43 7 14 4 11
Totaal aantal bezwaarschriften 2011 (incl. werkvoorraad) 50 18
-
-
50 Bezwaarschriften zijn voorzien van advies door de commissie BK en behandeld door het bestuursorgaan. Van deze 50 bezwaarschriften zijn er zes bezwaarschriften ontvankelijk en gegrond verklaard, vijf bezwaarschriften ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond verklaard, 33 bezwaarschriften ontvankelijk en ongegrond verklaard en zes bezwaarschriften niet-ontvankelijk verklaard. Uit de schijf hieronder kan worden geconstateerd dat meer dan de helft van alle bezwaarschriften waarop een beslissing op bezwaar is genomen en is ingediend in 2011, ontvankelijk en ongegrond is verklaard. Overzicht beslissingen op de bezwaren 2011 12%
12%
10%
66% ontvankelijk en gegrond ontvankelijk en ongegrond
ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond niet-ontvankelijk
31
De meeste bezwaarschriften (10) die ontvankelijk en ongegrond zijn verklaard, zijn gericht tegen een omgevingsvergunning voor de bouw van een melkstal in de Wasbeeklaan te Warmond. Daaropvolgend zijn er acht bezwaarschriften ontvankelijk en ongegrond verklaard die gericht waren tegen een besluit omtrent een planschadevergoeding vanwege een woningbouw Herenstaete vlakbij de Boerhaavestraat te Voorhout. Op de derde plaats zijn er twee bezwaarschriften ontvankelijk en ongegrond verklaard. Deze bezwaarschriften waren gericht tegen het plaatsen van een afscheiding in de Linnaeuslaan te Voorhout. Tot slot zijn de overige bezwaarschriften gericht tegen verschillende besluiten van de gemeente. Leeftijdsklasse reclamanten Het is van belang om te weten wat de leeftijden zijn van de reclamanten, met name de burgers. Door te weten binnen welke leeftijdsklasse de meeste bezwaren zijn ingediend, kan de gemeente er voor kiezen om de burgerparticipatie en/of inspraakbijeenkomsten te richten op een specifieke doelgroep. In bijlage II.1 is een overzicht gegeven van de leeftijden van alle burgers die woonachtig zijn in de gemeente Teylingen en een bezwaarschrift hebben ingediend tegen een besluit van de gemeente in 2011. Bedrijven en organisaties worden niet meegenomen in het overzicht. Daarnaast is er zo nu en dan een bezwaarschrift dat wordt ingediend door meerdere reclamanten. Deze reclamanten worden allemaal meegenomen in het overzicht. Dit betekent dat het aantal reclamanten geen verband houdt met het aantal ingediende bezwaarschriften. Bovendien zijn de reclamanten die aan het einde van het jaar een bezwaarschrift hebben ingediend en waarvan de bezwaarschriften in de werkvoorraad zijn opgenomen, ook meegenomen in het overzicht. In 2011 hebben 58 burgers bezwaar ingediend tegen een besluit van de gemeente Teylingen. De leeftijden van deze reclamanten kunnen worden verdeeld in leeftijdsklassen om te bepalen binnen welke leeftijdsklasse het meeste bezwaar is ingediend. Leeftijdsklasse ≤ 40 jaren 41 – 50 jaren 51 – 60 jaren 61 – 70 jaren ≥ 71 jaren
Aantal reclamanten 2011 6 20 12 17 5
Binnen de leeftijdsklasse 41 – 50 jaren is er in totaal 20 keren bezwaar aangetekend tegen een gemeentelijk besluit en die leeftijdsklasse heeft daarmee het vaakst bezwaar aangetekend in 2011. Op de tweede plaats komt de leeftijdsklasse 61 – 70 jaren met een aantal van zeventien reclamanten. Op de derde plaats komt de leeftijdsklasse 51 – 60 jaren met een aantal van twaalf reclamanten. De meeste bezwaarschriften in 2011 werden dus ingediend door reclamanten tussen de 41 en 70 jaren. 3.1.2 Het aantal bezwaarschriften in 2012 Zoals in het begin van paragraaf 3.1 al was beschreven, zijn er 59 bezwaarschriften ingediend in 2012. Ook deze 59 bezwaarschriften kunnen worden onderverdeeld in de drie hiervoor genoemde categorieën. Op de volgende pagina is een schema weergegeven van het aantal bezwaarschriften per categorie.
32
Categorie
Aantal bezwaarschriften 2012
Beslissing op bezwaar
14
Bemiddeling/intrekken bezwaar Werkvoorraad
36 9
De meeste bezwaarschriften die zijn ingediend en behandeld in 2012 zijn ingetrokken door middel van bemiddeling. Daarnaast zijn er veertien beslissingen genomen op de bezwaren. Van deze beslissingen is er één bezwaarschrift ontvankelijk en gegrond verklaard, zijn er twee bezwaarschriften ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond verklaard, acht bezwaarschriften ontvankelijk en ongegrond verklaard en er zijn drie bezwaarschriften niet-ontvankelijk verklaard. Overzicht beslissingen op de bezwaren 2012 7% 21% 14%
58% ontvankelijk en gegrond ontvankelijk en ongegrond
ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond niet-ontvankelijk
Uit de schijf hierboven kan worden geconstateerd dat iets meer dan de helft van alle bezwaarschriften waarop een beslissing op bezwaar is genomen, ontvankelijk en ongegrond is verklaard. De meeste bezwaarschriften (3) die ontvankelijk en ongegrond zijn verklaard, zijn gericht tegen een omgevingsvergunning voor het slopen van twee monumentale garages aan de Dorpsstraat te Warmond. Verder zijn de overige bezwaarschriften individueel gericht tegen verschillende besluiten van de gemeente. Leeftijdsklasse reclamanten In bijlage II.2 is een overzicht gegeven van de leeftijden van alle burgers die woonachtig zijn in de gemeente Teylingen en die in bezwaar zijn gegaan tegen een besluit van de gemeente. Bedrijven en organisaties worden niet meegenomen in het overzicht. Daarnaast is er zo nu en dan een bezwaarschrift dat wordt ingediend door meerdere reclamanten. Deze reclamanten worden allemaal meegenomen in het overzicht. Dit betekent dat het aantal reclamanten geen verband houdt met het aantal ingediende bezwaarschriften. Bovendien zijn de reclamanten die aan het einde van het jaar een bezwaarschrift hebben ingediend en waarvan de bezwaarschriften in de werkvoorraad zijn opgenomen, niet meegenomen in het overzicht.
33
In 2012 zijn er 42 burgers die in bezwaar zijn gegaan tegen een besluit van de gemeente Teylingen. De leeftijden van deze reclamanten worden in dezelfde leeftijdsklassen verdeeld als de leeftijden van de reclamanten in 2011. Leeftijdsklasse ≤ 40 jaren 41 – 50 jaren 51 – 60 jaren 61 – 70 jaren ≥ 71 jaren
Aantal reclamanten 2012 2 13 10 11 3
De reclamanten met de leeftijd tussen de 41 en 50 jaren hebben het vaakst een bezwaarschrift ingediend tegen de gemeente in 2012. Op de tweede plaats komen de reclamanten die in de leeftijdsklasse 61 – 70 jaren vallen, er zijn namelijk elf reclamanten die bezwaar hebben aangetekend. Op de derde plaats komt de leeftijdsklasse 51 – 60 jaren met een aantal van tien reclamanten. De meeste bezwaarschriften in 2012 werden dus ingediend door reclamanten tussen de 41 en 70 jaren.
3.2
De hoofdoorzaken van het aantal beroepschriften
De beroepschriften die zijn meegenomen in het onderzoek, zijn de beroepschriften die zijn gericht tegen de bestemmingsplannen Koudenhoorn, Warmond en Bedrijventerreinen Teylingen. Deze beroepschriften zijn ingediend in 2012. Tegen deze bestemmingsplannen hebben dertien appellanten in totaal zes beroepen ingesteld. Er waren acht burgers die gezamenlijk of individueel beroep hadden ingesteld tegen de bestemmingsplannen. De gemiddelde leeftijd van deze burgers is 56 jaren. In bijlage III wordt een leeftijdsoverzicht gegeven van deze appellanten. 3.2.1 Bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond Het bestemmingplan Koudenhoorn, Warmond is een bestemmingsplan waarin de bestemming is geregeld voor de grond van het recreatie eiland Koudenhoorn te Warmond. Het bestemmingsplan is vastgesteld op 21 juni 2012. Voorafgaand de vaststelling van het bestemmingsplan is er een burgerparticipatietraject doorlopen. Hieronder is het burgerparticipatietraject kort beschreven. Burgerparticipatietraject Koudenhoorn, Warmond Het recreatie eiland Koudenhoorn is heringericht. Voor de herinrichting heeft de gemeenteraad ingestemd met drie scenario’s. Onder begeleiding van projectleider Chrissy van der Pijl hebben bewoners en gebruikers van het eiland middels burgerparticipatie aangegeven welk ontwerp hen het meest aansprak. De raad heeft het ontwerp toen vastgesteld. Vervolgens werden er verschillende inloopavonden gehouden inzake de indeling van het eiland. Burgers, bedrijven en organisaties mochten aangeven waar paden, speeltuintjes, riet etc. dienden te worden geplaatst. Op grond van de reacties is er een definitief ontwerp opgesteld. Op 23 maart 2011 is er een inloopavond geweest over het definitief ontwerp voor de belangstellenden. Vervolgens is in De Teylinger bekend gemaakt dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage lag en dat men hierop hun zienswijze kon inbrengen. Enkele zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Vervolgens is het bestemmingsplan op 21 juni 2012 vastgesteld. 20
20
Vaststellingsbesluit bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond.
34
Zes weken lang na de dag waarop het bestemmingsplan is bekendgemaakt, hadden belanghebbenden de mogelijkheid om beroep aantekenen tegen het bestemmingsplan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is één beroepschrift ingediend tegen het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit beroepschrift is ingediend door een rechtsvertegenwoordiger namens zeven belanghebbenden. Uit het beroepschrift blijkt dat de appellanten het niet eens waren met het bestemmingsplan en van mening waren dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met hun belangen bij het vaststellen van het bestemmingsplan. Dit was dan ook de voornaamste reden waardoor het beroep werd ingediend. Op 5 maart 2013 is het beroepschrift ingetrokken, omdat de gemeente samen met de reclamanten een convenant heeft opgesteld. In dit convenant zijn afspraken gemaakt onder meer over onderwerpen waarin het bestemmingsplan niet voorzag, zoals de openingstijden van horecagelegenheden. Bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond is geen informele inspraak gehouden en er is ook geen aparte participatieplan opgesteld. Er is geen informele inspraak gehouden, omdat er een uitgebreid voortraject is geweest waarin de drie scenario’s voor de herinrichting van het eiland werden gepresenteerd, besproken etc. Bovendien waren de rollen van de burgers ook niet duidelijk naar voren gekomen, omdat de keuze van de raad leidde namelijk tot veel commentaar. 3.2.2 Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen In het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen wordt de bestemming geregeld voor de gronden van alle bedrijventerreinen binnen de gemeente Teylingen. Het bestemmingsplan vervangt (deels) 21 oude bestemmingsplannen en is vastgesteld op 20 september 2012. Voorafgaand de vaststelling heeft er een voorbereidingsprocedure plaatsgevonden conform artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Binnen deze voorbereidingsprocedure wordt de inspraakprocedure van afdeling 3.4 van de Awb gevolgd. De gemeente heeft naast deze inspraakprocedure ook een informatieavond gehouden over het voorontwerp van het bestemmingsplan onder begeleiding van een externe projectleider. Burgers, bedrijven en organisaties konden hun wensen met betrekking tot het bestemmingsplan kenbaar maken. De inspraakreacties hebben op bepaalde punten tot aanpassing van het bestemmingsplan geleid. Vervolgens is het ontwerp van het bestemmingsplan nogmaals ter inzage gelegd conform afdeling 3.4 van de Awb. Op 7 juni 2012 heeft de commissie Ruimte een hoorzitting gehouden. Naar aanleiding van de reacties van de insprekers tijdens de hoorzitting, zijn er nog enkele wijzigingen doorgevoerd in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen is op 20 september 2012 vastgesteld. 21 Het bestemmingsplan heeft de dag na de bekendmaking zes weken ter inzage gelegen. Binnen deze termijn konden belanghebbenden beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er zijn vijf beroepschriften ingediend tegen het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Uit de beroepschriften blijkt dat de appellanten het niet eens waren met het bestemmingsplan en van mening waren dat de
21
Gemeenteraadsbesluit 20 september 2012 inzake vaststelling bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen.
35
gemeente onvoldoende rekening had gehouden met hun belangen bij het vaststellen van het bestemmingsplan. Dit was dan ook de voornaamste rede waardoor het beroep werd ingediend. Echter, bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is er geen afzonderlijk participatieplan opgesteld, omdat er toentertijd nog geen procedures en standaarden voor burgerparticipatie beschikbaar waren.
3.3
Deelconclusie: Oorzaken van het aantal beroep- en bezwaarschriften
Al met al kan worden geconcludeerd dat de voornaamste redenen van het aantal beroep- en bezwaarschriften liggen bij het feit dat appellanten en reclamanten het niet eens waren met het besluit, waartegen het bezwaar of beroep zicht richtte en ze vonden dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met hun belangen bij het nemen van een besluit of het vaststellen van een bestemmingsplan. Daarnaast waren er ook andere hoofdoorzaken van het aantal bezwaarschriften. De reclamanten waren van mening dat zij onevenredig in hun belangen waren geschaad of voelden zich niet gehoord. Bovendien waren er reclamanten die meenden schade te hebben opgelopen bij de besluiten die de gemeente heeft gemaakt. Bovendien kan worden geconcludeerd dat de meeste bezwaarschriften worden ingediend door burgers in de leeftijdsklasse van 41 – 50 jaren en dat de gemiddelde leeftijd van de burgers die een beroepschriften hebben ingediend 56 jaren is.
36
4.
De invloed van inspraak op de beroep- en bezwaarschriften
In hoofdstuk 4 komt naar voren in hoeverre inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed heeft gehad op het indienen van een bezwaar- en beroepschrift. Allereerst is in paragraaf 4.1 uitgelegd in hoeverre inspraak en burgerparticipatie invloed kan hebben op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift. In paragraaf 4.2 komt naar voren in hoeverre inspraak en burgerparticipatie invloed hebben gehad op het indienen van een bezwaarschrift. Vervolgens wordt in paragraaf 4.3 beschreven in hoeverre inspraak en burgerparticipatie invloed hebben gehad op het indienen van een beroepschrift. Ten slotte wordt er in paragraaf 4.4 geconcludeerd in hoeverre inspraak en burgerparticipatie invloed hebben gehad op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift.
4.1
Invloed van inspraak en burgerparticipatie
Door het nakomen van de wettelijke verplichtingen van de gemeente en het faciliteren van initiatieven van burgers kunnen inspraak en burgerparticipatie succesvol zijn. Partners+Pröpper beschrijft vijf ambities voor burgerparticipatie en inspraak als leidraad voor een ontwikkelingsproces. De vijf ambities zijn hieronder weergegeven: 1. inspraak op orde; 2. interactieve trajecten op projectbasis; 3. een ingeburgerde huisstijl voor participatie; 4. politieke keuzes als inzet van participatie; 5. het samenspel met andere partijen staat centraal. 22 De eerste ambitie van Partners+Pröpper houdt in: het op orde hebben van inspraak. Inspraak is een uitstekende wijze voor het toetsen van plannen op aanvaardbaarheid en onvolkomenheden. Daarnaast worden de burgers, bedrijven en organisaties door middel van inspraak op de hoogte gesteld van de plannen die de gemeente heeft en de redenen waarom de gemeente deze plannen heeft. Hierdoor bevordert het draagvlak van het beleid of besluit. Bovendien heeft inspraak een ander effect: burgers, bedrijven en organisaties zullen minder tegenwerking bieden tegen het besluit of beleid. Door het doel van inspraak duidelijk naar voren te brengen kan het vertrouwen in dat beleid of besluit toenemen en de burgers, bedrijven en organisaties zullen niet of nauwelijks overwegen om in bezwaar of beroep gaan. Er ontstaat dan minder tot geen vertraging door bezwaaren beroepschriftenprocedures, wanneer de besluitvorming is afgerond. 23 Als inspraak op een verkeerde manier wordt ingezet, kan dit leiden tot een vooruitgeschoven bezwaar- of beroepschriftenprocedure. Burgers, bedrijven en organisaties die ontevreden zijn over de wijze van inspraak of niet wisten wat de bedoeling was van inspraak, zullen in bezwaar of beroep gaan. De gemeente kan dit voorkomen door burgerparticipatie in aanvulling op inspraak te organiseren. Daarnaast kunnen burgers, bedrijven en organisaties inspraak zien als een bezwaarschriften- of beroepsprocedure. De gemeente dient een duidelijke scheiding te maken tussen inspraak vóór de besluitvorming en de bezwaar- en beroepschriftenprocedure ná de besluitvorming. 24 22
Partners+ Pröpper 2006, p. 10. Partners+Pröpper 2006, p.13. 24 Partners+Pröpper 2006, p. 16. 23
37
Daarnaast dient er binnen het burgerparticipatietraject duidelijkheid te zijn over de rol en de invloed van de gemeente en van burgers, bedrijven en organisaties. Tevens dient er een kader te worden gesteld waaraan het bestuursorgaan de inbreng van burgers, bedrijven en organisaties toetst en er dient een duidelijk afwegingskader te zijn voor het afwegen van de belangen van de burgers, bedrijven en organisaties.
4.2
Invloed inspraak en burgerparticipatie op bezwaarschriften
Om te kijken naar de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van bezwaarschriften in de praktijk, is er gekeken naar de ingevulde vragenlijsten van de ambtenaren, burgers, bedrijven en organisaties die betrokken zijn geweest bij de volgende besluiten: − de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg; − het verlenen van een omgevingsvergunning voor de Jan Dekkerbrug. Daarnaast is er ook gekeken naar de interviewverslagen. De ingevulde vragenlijsten van de ambtenaren zijn te vinden in bijlage V.1 en bijlage V.2, de ingevulde vragenlijsten van de burgers, bedrijven en organisaties zijn te vinden in bijlage VI.1 en bijlage VI.2 en de interviewverslagen met de wethouders zijn te vinden in bijlage VII. 4.2.1 Meningen gemeente en belanghebbenden Mening ambtenaren Uit de vragenlijsten die zijn verstuurd naar de ambtenaren is gebleken dat de ambtenaren van mening zijn dat er middels inspraak en burgerparticipatie draagvlak is gecreëerd voor het gemeentelijke besluit. Er zijn welvier bezwaarschriften ingediend tegen het besluit omtrent de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg, maar van de vier bezwaarschriften zijn er twee bezwaarschriften overgebleven, omdat de andere twee bezwaarschriften via mediationtechnieken waren ingetrokken. Daarnaast zijn alle zeven bezwaarschriften die waren ingediend tegen het besluit omtrent het verlenen van omgevingsvergunning voor de Jan Dekkerbrug via mediationtechnieken ingetrokken. Bovendien kan worden geconstateerd dat één van de ambtenaren van mening is dat het verminderen van het aantal bezwaarschriften een bijvangst is van burgerparticipatie en inspraak. Door direct contact (persoonlijk, telefonisch en per mail) te hebben met de burgers, bedrijven en organisaties zijn de burgers, bedrijven en organisaties op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen omtrent het besluit. Deze burgers, bedrijven en organisaties hebben dan ook geen bezwaar ingediend tegen het besluit. Mening wethouders De wethouders zijn van mening dat er, in een zekere zin, draagvlak is gecreëerd voor het genomen besluit. Wethouder Kees van Velzen is van mening dat de betrokkenen alles mochten inbrengen wat zij wilden met betrekking tot het te nemen besluit. De inbreng werd vervolgens afgewogen en werd al dan niet meegenomen in het besluit. Bovendien is wethouder John Stuurman van mening dat er altijd een aantal ontevredenen zal zijn. Volgens wethouder John Stuurman, zal er altijd een bezwaarschrift binnen kunnen komen, omdat er niet individueel kan worden geparticipeerd. Bovendien is het inspraak- en participatietraject niet ingezet om het aantal bezwaarschriften te verminderen. Het doel is om draagvlak te creëren bij burgers, bedrijven en organisaties. Echter, wethouder John Stuurman stelt dat burgerparticipatie en inspraak kan leiden tot afname van het
38
aantal bezwaarschriften, als burgerparticipatie en inspraak goed wordt ingezet. Daarnaast krijgen burgers, bedrijven en organisaties beslissingsbevoegdheid door middel van burgerparticipatie volgens wethouder Kees van Velzen. Mening burgers, bedrijven en organisaties De reclamanten die bezwaar hebben aangetekend tegen het besluit tot afsluiting van de Jacoba van Beierenweg hebben het inspraak- en participatietraject een rapportcijfer gegeven. Het gemiddelde rapportcijfer is een 5,5. Één van de reclamanten heeft het inspraak- en participatietraject een twee gegeven. De reclamant stelt dat de gemeente tijdens de inloopavond had medegedeeld dat ‘alles nog mogelijk was’. Echter, de reclamant is van mening dat de gemeente niet wilde luisteren naar de argumenten van de reclamanten tegen het toen nog te nemen besluit. De reclamant zou geen bezwaar hebben ingediend als de gemeente meerdere mogelijkheden voor het afsluiten van de Jacoba van Beierenweg ter keuze had gelegd aan de burgers, bedrijven en organisaties. Aan de andere kant heeft een reclamant het inspraak- en/of participatietraject een negen gegeven. De reclamant stelt dat hij niet goed had begrepen wat er met de Jacoba van Beierenweg zou gebeuren, dit is dan ook de reden waarom hij/zij in bezwaar ging. Als de gemeente duidelijk was geweest in het verschaffen van de (benodigde) informatie omtrent de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg, dan had de reclamant geen bezwaar ingediend. Dit geldt ook voor een andere reclamant die bezwaar had ingediend tegen het besluit omtrent de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg. Een reclamant die bezwaar heeft aangetekend tegen het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning voor de Jan Dekkerbrug geeft het inspraak- en participatietraject een vier. De reclamant is van mening dat de doorvaartbreedte onvoldoende doordacht is. Als de gemeente een beter ontwerp had opgesteld, dan was de reclamant niet in bezwaar gegaan. Daarnaast geeft de reclamant aan dat de reactiedata waarbij de reclamant zijn mening kon geven te krap was. 4.2.2 Dossier bezwaarschriften Uit een bezwaarschrift d.d. 10 januari 2011 tegen het besluit tot de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg is gebleken dat reclamanten in bezwaar zijn gegaan doordat er een inloopavond is gehouden waarbij burgers en belanghebbenden konden inspreken. Bij de reclamanten is een verwachting gewekt dat hun inbreng zou worden meegenomen in het besluit. De reclamanten hebben tijdens de inloopavond ingesproken en zijn van mening dat de gemeente niet inhoudelijk is ingegaan op de door hun geuite bezwaren en ingebrachte suggesties. Daarnaast kan uit een bezwaarschrift d.d. 18 januari 2011 tegen het besluit tot de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg worden geconstateerd dat de reclamant de inloopavond als een verlenging van de bezwaarschriftenprocedure heeft gezien. De reclamant heeft tijdens de inloopavond laten weten dat hij het niet eens is met het voornemen van de gemeente. Vervolgens heeft de reclamant zijn punt nogmaals kenbaar gemaakt middels een bezwaarschrift, hij schreef namelijk: ‘Laat de Engelselaan maar zo blijven’. 4.2.3 inspraak- en participatieprocedures besluiten Afsluiting Jacoba van Beierenweg De raad had besloten dat de wijk diende te worden ingericht op grond van een variant uit een studie van de RBIO, het 3C+ model. Voordat de gemeente besloot om de Jacoba van Beierenweg af te sluiten is er in de voorbereidingsfase burgerparticipatie geweest met een aantal direct betrokkenen, zoals de huisarts, de bedrijven en de burgers. Daarnaast is er ook een apart overleg geweest met de
39
scholen. Op grond van de gesprekken en een variant uit een studie van de RBOI, het 3C+ model, is een conceptontwerp opgesteld. Het conceptontwerp is vervolgens aan alle geïnteresseerden gepresenteerd op een inloopavond. Nadat alle reacties, van de inloopavond, verwerkt waren is er een definitief ontwerp opgesteld. Op grond van het definitief ontwerp is er een besluit genomen. Gedurende het inspraak- en participatietraject is er geen projectplan of participatieplan opgesteld. Wel is er gewerkt met een projectleider, namelijk dhr. A. Visser van de afdeling Gemeentewerken. Bovendien hebben de raad, het college en het ambtelijke organisatie gedurende het gehele traject samengewerkt, in die zin dat de raad besloot wat het onderwerp was en oordeelde of er voldoende sprake was van burgerparticipatie, het college bepaalde hoe burgerparticipatie zou worden ingezet en de ambtelijke organisatie burgerparticipatie uitvoerde. Omgevingsvergunning verlening Jan Dekkerbrug De Jan Dekkerbrug was aan vervanging toe. De gemeente had daarom drie ontwerpen tentoongesteld waaruit de burgers, bedrijven en organisaties van de gemeente Teylingen mochten kiezen. In eerste instantie werd er gekozen voor het derde ontwerp, een moderne brug met uitstekende palen. Echter, Stichting ophaalbrug Koudenhoorn kwam met het idee om een ophaalbrug te plaatsen. Door een ophaalbrug te plaatsen, kon er weer worden gezeild in de Leede. Daarnaast past een ophaalbrug beter binnen de recreatie van Warmond. De gemeente heeft daarom gekeken of een ophaalbrug financieel mogelijk zou zijn. Uiteindelijk heeft de gemeente de ophaalbrug kunnen realiseren middels een subsidieverstrekking in 2011. 25 Voor het project Jan Dekkerbrug is geen participatieplan opgesteld. Ook de rollen van de gemeente en de participanten zijn niet aan de orde gekomen. De participanten konden tijdens een inloopbijeenkomst hun voorkeur kenbaar maken. Bovendien stelt de reclamant dat de tijd om een reactie te kunnen geven op het plan te krap was. Binnen het project Jan Dekkerbrug is er echter wel gewerkt met een projectleider.
4.3
Invloed inspraak en burgerparticipatie op beroepschriften
Om te kijken naar de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van beroepschriften tegen de bestemmingsplannen in de praktijk, dient er te worden gekeken naar de ingevulde vragenlijsten van de ambtenaren, burgers, bedrijven en organisaties die betrokken waren bij de volgende besluiten: − het vaststellen van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen; − het vaststellen van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond. Daarnaast dient er ook te worden gekeken naar de interviewverslagen. De ingevulde vragenlijsten van de ambtenaren zijn te vinden in bijlage V.3 en bijlage V.4, de ingevulde vragenlijsten van de burgers, bedrijven en organisaties zijn te vinden in bijlage VI.3 en de interviewverslagen met de wethouders zijn te vinden in bijlage VII. 4.3.1 Meningen gemeente en belanghebbenden Mening ambtenaren Uit de vragenlijsten die zijn verstuurd naar de ambtenaren is gebleken dat de ambtenaren van mening zijn dat er middels inspraak en burgerparticipatie (meer) draagvlak is gecreëerd voor het 25
Wethouder kijk nog naar ophaalbrug 2009.
40
gemeentelijke besluit. Daarnaast kan worden geconstateerd dat één van de ambtenaren van mening is dat participatie- en inspraak een belangrijke ‘zeeffunctie’ vervuld. Burgerparticipatie en inspraak beperken het aantal beroepen, dat bij de Raad van State wordt ingediend. De gemeente Teylingen is van 42 inspraakreacties naar drie beroepschriften gegaan bij het vaststellen van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen. Er is dus een klein aantal beroepschriften binnengekomen tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen ten opzichte van het aantal inspraakreacties. Daarnaast stelt één van de ambtenaren dat een extra inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan kan leiden tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak. Bovendien zijn alle beroepschriften tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond ingetrokken. Mening wethouders De wethouders delen dezelfde mening over de invloed van inspraak en burgerparticipatie op zowel het aantal bezwaarschriften als het aantal beroepschriften. Zie subparagraaf 4.2.1 onder het kopje ‘Mening wethouders’. Mening burgers, bedrijven en organisaties Een appellant heeft het inspraak- en participatietraject voorafgaande het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond een drie gegeven. De appellant is van mening dat er niet aan zijn zienswijze tegemoet was gekomen. Als de gemeente bereid was geweest om te luisteren naar en rekening te houden met de naar voren gebrachte argumenten, dan zou appellant geen beroepschrift hebben ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.4
Deelconclusie: Invloed inspraak op beroep- en bezwaarschriften
Al met al kan inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed hebben op het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften. Inspraak, waaronder burgerparticipatie, kan een positieve en een negatieve invloed hebben. Als inspraak, waaronder burgerparticipatie, wordt ingezet kan er draagvlak worden gecreëerd voor het te nemen besluit en zullen burgers, bedrijven en organisaties niet of minder in beroep of bezwaar gaan. Aan de ander kant kan inzet op inspraak er voor zorgen dat burgers en belanghebbenden, inspraak gaan zien als een vooruitgeschoven bezwaar- of beroepschriftenprocedure, dit kan worden tegen gegaan door vooraf burgerparticipatie te organiseren. De ambtenaren en wethouders zijn van mening dat inspraak, waaronder burgerparticipatie, draagvlak creëert voor het te nemen besluit. Ook zijn de ambtenaren en wethouders van mening dat het verminderen van het aantal bezwaar- en beroepschriften een gevolg is van de inzet op inspraak, waaronder burgerparticipatie. Inspraak, waaronder burgerparticipatie, vervult een belangrijke zeeffunctie. Bovendien kan het houden van een (extra) inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan leiden tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak. Aan de andere kant zijn een aantal burgers, bedrijven en organisaties van mening dat zij niet of nauwelijks worden gehoord door de gemeente tijdens de inspraak en/of burgerparticipatie inloopavonden. De burgers, bedrijven en organisaties willen dat de gemeente meer naar hun luistert en rekening houdt met de door hun naar voren gebrachte argumenten.
41
5.
Inspraak en burgerparticipatie in andere gemeenten
In dit hoofdstuk worden het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van andere gemeenten bekeken en vergeleken met het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van de gemeente Teylingen. In paragraaf 5.1 komen de punten waarop het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening worden vergeleken aan de orde. Vervolgens worden de drie gemeenten: gemeente Edam/Volendam (in paragraaf 5.2), gemeente Gorinchem (in paragraaf 5.3) en de gemeente Castricum (in paragraaf 5.4) vergeleken met de gemeente Teylingen. Tot slot wordt er een conclusie getrokken met betrekking tot de vergelijkingen tussen de gemeente Teylingen en de andere gemeenten in paragraaf 5.5.
5.1
Vergelijking inspraak en burgerparticipatie met andere gemeenten
Naast het bekijken van het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van de gemeente Teylingen, is het ook van belang om te kijken hoe andere gemeenten hun beleid voeren en hun verordeningen hebben vastgesteld. Door het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van andere gemeenten te bekijken en te vergelijken, kan worden vastgesteld wat de gemeente Teylingen eventueel anders kan doen. Om het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van de gemeente Teylingen te vergelijken met andere gemeenten, is er gekozen voor gemeenten die ongeveer hetzelfde inwonersaantal 26 en dezelfde geografische ligging 27 hebben als de gemeente Teylingen. Het gaat om de gemeenten: gemeente Edam/Volendam, gemeente Gorinchem en gemeente Castricum. Het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van de gemeente Teylingen worden hieronder vergeleken met het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van de hiervoor genoemde gemeenten. De vergelijking wordt gemaakt op grond van de volgende punten: 1. de participatieladder die is opgenomen in het burgerparticipatiebeleid; 2. de spelregels die zijn opgenomen in het burgerparticipatiebeleid; 3. de doelen van burgerparticipatie die zijn opgenomen in het burgerparticipatiebeleid; 4. de artikelen die zijn opgenomen in de inspraakverordening. 5.1.1 Gemeente Teylingen De gemeente Teylingen heeft haar inspraakverordening vastgesteld aan de hand van het VNG-model en haar burgerparticipatiebeleid aan de hand van de modellen van Partners+Pröpper. Het burgerparticipatiebeleid en de inspraakverordening van de gemeente Teylingen zijn al eerder aan bod gekomen in hoofdstuk 2.
5.2
Gemeente Edam/Volendam
De gemeente Edam/Volendam heeft net zoals de gemeente Teylingen haar inspraakverordening vastgesteld aan de hand van het VNG-model. Daarnaast heeft de gemeente Edam/Volendam geen burgerparticipatiebeleid en dus ook geen doelen, spelregels en een participatieladder voor het burgerparticipatiebeleid. De gemeente Edam/Volendam biedt de inwoners, organisaties en bedrijven binnen de gemeente echter alleen het recht op een burgerinitiatief op grond van de Verordening op het burgerinitiatief Edam-Volendam. Dit betekent dat de inwoners, organisaties en bedrijven van de 26 27
35 800 inwoners per 1 januari 2013, vastgesteld door het CBS. In het westen van Nederland.
42
gemeente Edam/Volendam de mogelijkheid hebben om een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen. De inwoners, organisaties en bedrijven dienen schriftelijk en gemotiveerd een verzoek in bij de gemeenteraad, zodat de gemeenteraad beraadslaagt en besluit over de door hun geformuleerde voorstel dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid. 28 5.2.1 Vergelijking gemeente Teylingen en gemeente Edam/Volendam De inspraakverordening van de gemeente Teylingen en de gemeente Edam/Volendam zijn dus hetzelfde. De gemeente Teylingen en de gemeente Edam/Volendam hebben beide hun inspraakverordening vastgesteld aan de hand van het VNG-model. Bovendien heeft de gemeente Edam/Volendam geen beleidsregels omtrent burgerparticipatie. De gemeente Edam/Volendam heeft alleen het recht op het burgerinitiatief. De gemeente Teylingen heeft naast het recht op het burgerinitiatief ook beleidsregels opgesteld omtrent burgerparticipatie.
5.3
Gemeente Gorinchem
5.3.1 Inspraakverordening Binnen de gemeente Gorinchem wordt er gebruik gemaakt van een inspraakverordening om de inspraakprocedure te regelen. De inspraakverordening is vastgesteld aan de hand van het VNGmodel en bevat dezelfde artikelen als de inspraakverordening van de gemeente Teylingen. 5.3.2 Participatieladder Daarnaast heeft de gemeente Gorinchem ook een burgerparticipatiebeleid opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van een participatieladder en de Gorcumse routeplanner. De gemeente maakt gebruik van de participatieladder van Sherry Arnstein, binnen deze treden vallen de participatieniveaus: − (mee)beslissen; − coproduceren; − adviseren; − raadplegen; − informeren. Bij het participatieniveau ‘informeren’ hebben burgers en belanghebbenden weinig tot geen mogelijkheid om te participeren binnen een (gemeentelijk) beleids- of besluitvorming en bij het participatieniveau (mee)beslissen hebben burgers en belanghebbenden veel mogelijkheid om te participeren binnen de voorbereiding van een gemeentelijk beleid of besluit. 29 5.3.3 De Gorcumse routeplanner De Gorcumse routeplanner beschrijft de werkwijze en de spelregels die toegepast dienen te worden bij de start van elk beleidsonderwerp, plan, project of werk. De routeplanner biedt houvast en is een hulpmiddel voor het (systematisch) stellen van de juiste vragen die leiden tot een voor de hand liggende aanpak van participatie. De gemeente Gorinchem heeft echter weinig tot geen ervaring met de werkwijze voor participatie en ziet de Gorcumse routeplanner als een werkwijze (in de maak)
28 29
Art. 1 sub d Verordening op het burgerinitiatief Edam-Volendam. Participatie in Gorinchem: Stappen vooruit met de Gorcumse routeplanner 2013, p. 5.
43
waaraan steeds gewerkt zal worden totdat de routeplanner goed aansluit bij haar werkwijze. 30 De Gorcumse routeplanner is opgenomen in bijlage VIII. 5.3.4 De spelregels van burgerparticipatie De gemeente Gorinchem hanteert tien spelregels om de manier van burgerparticipatie in Gorinchem vorm te geven. De tien spelregels luiden als volgt: 1. Onze basishouding is ‘Altijd participatie, tenzij…’ Binnen de gemeente Gorinchem dient er altijd goed gemotiveerd te worden waarom er (geen) participatie wordt gehouden. Daarnaast levert participatie ‘omdat het moet’ alleen maar frustraties op. Soms valt er niets of weinig te kiezen. 2. We weten dat participatie maatwerk is De Gorcumse routeplanner stelt de juiste vragen om tot de beste aanpak te komen. Elk project verloopt anders en bij elk project kan een ander aanpak gelden. 3. We geven iedereen een training Alle raadsleden, collegeleden en ambtenaren binnen de gemeente hebben behoefte aan een training in participatie, denk bijvoorbeeld aan de termologie, keuze, aanpak en verwachtingen. 4. We gebruiken dezelfde terminologie en werken met een structurele aanpak Het is van belang dat de gemeenteraad, het bestuur en de ambtelijke organisatie dezelfde termen gebruiken en een vaste werkwijze volgen. De gemeente Gorinchem heeft zich laten inspireren door de terminologie en instrumenten die elders zijn ontwikkeld. 5. We denken eerst dan doen bij participatie is het van belang om eerst goed na te denken voordat de participatie daadwerkelijk kan worden ingezet. Door vooraf goed te hebben nagedacht over de participatie kan er tijdwinst worden behaald. 6. We zijn open en transparant Openheid en transparantie zijn zeer belangrijk voor het succes van participatie. 7. We managen de verwachtingen Door in elke fase aan te geven waar we zijn, wat er van de mensen wordt verwacht en wat de rol is van de gemeente, kan er een goed resultaat worden bereikt. 8. We vallen niet te vaak (dezelfde) burgers lastig Om participatiemoeheid bij de burgers te voorkomen heeft de gemeente Gorinchem ervoor gekozen om niet te vaak (dezelfde) burgers lastig te vallen. 9. We besteden veel aandacht aan het proces De kwaliteit van het proces dient goed te zijn. Burgers dienen tevreden te zijn over het proces van de participatie, want niet iedereen zal tevreden zijn met de uitkomst van het participatieproces. 30
Participatie in Gorinchem: Stappen vooruit met de Gorcumse routeplanner 2013, p. 9.
44
10. We hebben aandacht voor ‘oud zeer’ In het verleden heeft de gemeente Gorinchem het niet zo nauw genomen met de communicatie tussen de burgers en de participatieprocessen verliepen niet volgens de regels. De gemeente Gorinchem probeert daarom haar best te doen om deze fouten te voorkomen in de toekomst. 31 5.3.5 De doelen van burgerparticipatie Binnen de gemeente Gorinchem is het doel van participatie niet altijd hetzelfde. Ook is participatie niet altijd voor iedere doelgroep weggelegd. Het gaat meestal om een (combinatie) van de volgende doelen: − het vergroten van draagvlak; − het streven naar kwaliteitsverbetering; − het verhogen van betrokkenheid bij leefomgeving/maatschappij. 32 5.3.6 Vergelijking gemeente Teylingen en gemeente Gorinchem De inspraakverordening van de gemeente Gorinchem is net zoals de inspraakverordening van de gemeente Teylingen vastgesteld aan de hand van het VNG-model. De inspraakverordeningen bevatten dezelfde artikelen en zijn dus hetzelfde. De gemeente Gorinchem voert echter een ander burgerparticipatiebeleid in vergelijking met de gemeente Teylingen. De spelregels van de gemeente Gorinchem zijn namelijk gericht op de gemeente zelf, terwijl de spelregels van de gemeente Teylingen gericht zijn op de gemeente, de burgers, de bedrijven en de organisaties. Daarnaast hanteert de gemeente Gorinchem een andere participatieladder ten opzichte van de gemeente Teylingen. De participatieladder van de gemeente Gorinchem (vijf treden) bevat minder treden ten opzichte van de participatieladder van de gemeente Teylingen (zeven treden). Bovendien heeft het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Teylingen meer doelen (twaalf doelen) ten opzichte van de doelen van het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Gorinchem (drie doelen).
5.4
Gemeente Castricum
5.4.1 Inspraakverordening De gemeente Castricum heeft aan de hand van het VNG-model haar inspraakverordening vastgesteld. Echter, de gemeente Castricum heeft artikel 4 van haar inspraakverordening op een paar punten gewijzigd. Aan artikel 4 lid 1 van het Inspraakverordening Castricum is het volgende toegevoegd: ‘behoudens het gestelde in lid 2’ en aan artikel 4 lid 2 van het Inspraakverordening Castricum is ook het volgende toegevoegd: ‘mits deze procedure niet in strijd is met het gestelde in lid 1 dan wel met enige andere wettelijke bepaling.’ Deze toevoegingen houden in dat er niet van de inspraakprocedure zoals is gesteld in artikel 4 lid 1 van de Inspraakverordening Castricum mag worden afgeweken, als dit in strijd is met een wettelijke bepaling. 5.4.2 Participatieladder Daarnaast heeft de gemeente Castricum ook een burgerparticipatiebeleid opgesteld. Binnen het burgerparticipatiebeleid wordt er gebruik gemaakt van een participatieladder. De participatieladder is ontworpen door Igno Pröpper en bevat zeven treden. De participant heeft geen rol bij de eerste
31 32
Participatie in Gorinchem: Stappen vooruit met de Gorcumse routeplanner 2013, p. 6. Participatie in Gorinchem: Stappen vooruit met de Gorcumse routeplanner 2013, p. 5.
45
trede en bij de zevende trede heeft de participant de rol als initiatiefnemer. De treden van de participatieladder zijn hieronder weergegeven. − − − − − − −
Faciliterende stijl – rol van de initiatiefnemer Samenwerkende stijl – rol van de samenwerkingspartner delegerende stijl – rol van de medebeslisser participatieve stijl – rol van de adviseur consultatieve stijl – rol van de geconsulteerde open autoritaire stijl – rol van de doelgroep van onderzoek gesloten autoritaire stijl – geen rol 33
5.4.3 De spelregels van burgerparticipatie Het is van belang voor participanten om kaders te stellen waarin voor de participanten duidelijk wordt wat de procedure is en wie de organisator en de gemeentelijke aanspreekpunten zijn. Op deze manier weten de participanten waar zij aan toe zijn. De volgende spelregels dienen ter ondersteuning: − “in de communicatie wordt technisch jargon vermeden; − bij interactieve vormen waar deelnemers schriftelijk kunnen reageren wordt ook altijd schriftelijk gereageerd of teruggekoppeld door de gemeente; − de wijze van schriftelijke berichtgeving door de gemeente is van tevoren kenbaar gemaakt en kan variëren van een brief en/of gemeentelijke advertentie en/of internet en/of het ter inzage leggen en afhalen van de informatie in het gemeentehuis of elders; − bij interactieve vormen waarbij de reacties worden benut voor de besluitvorming in het college en/of de raad worden zowel die reacties als het antwoord van de gemeente op die reacties herkenbaar aan het college en/of de raad aangeboden en herkenbaar afgewogen. Indien wordt afgeweken van een advies dan wordt dit gemotiveerd gedaan, waarbij de inbreng van de deelnemers serieus wordt meegewogen; − de deelnemers worden van de openbare besluiten van het college zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één week na het nemen van het besluit schriftelijk op de hoogte gesteld en niet via de pers; − bij interactieve processen waarbij het collegebesluit gevolgd wordt door behandeling van het voorstel in een raadscarrousel is het van belang dat de deelnemers aan het interactieve proces zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld van die behandeling, ook in verband met het mogelijk benutten van het spreekrecht; − Management van verwachtingen: van te voren duidelijkheid geven over de ruimte van de beslissingsbevoegdheid en de ruimte van het politieke mandaat en niet tijdens of achteraf.” 34
5.4.4 De doelen van burgerparticipatie Om het burgerparticipatieproces te laten slagen is het managen van verwachtingen van groot belang. Door duidelijk te maken wat men met burgerparticipatie wil bereiken, worden valse verwachtingen en teleurstellingen voorkomen. De gemeente Castricum heeft vier doelen opgesteld, deze doelen luiden als volgt: 33 34
Handreiking interactieve beleidsvorming: besturen met inzicht 2013, p.17-18. Handreiking interactieve beleidsvorming: besturen met inzicht 2013, p. 10.
46
−
−
−
−
inventariseren meningen; − inzicht in de opvattingen van deelnemers; − nieuwe inzichten en ideeën; meningsvorming in beperkte kring; − gedeelde oordeelsvorming; − actieve steun van cruciale partijen; meningsvorming in brede kring; − publieke discussie; − agendasetting; − brede actieve steun; samenwerking (coproductie); − samen beleid ontwikkelen; − samen beleid uitvoeren. 35
5.4.5 Vergelijking gemeente Teylingen en gemeente Castricum De gemeente Teylingen en de gemeente Castricum hebben beide hun inspraakverordeningen vastgesteld aan de hand van het VNG-model. Echter, er zijn een paar verschillen, aan artikel 4 van de inspraakverordening van de gemeente Castricum zijn namelijk een aantal zinnen toegevoegd. Deze toevoegingen houden in dat er niet van de inspraakprocedure zoals is gesteld in artikel 4 lid 1 van de Inspraakverordening Castricum mag worden afgeweken, als dit in strijd is met een wettelijke bepaling. Daarnaast verschillen de spelregels en de doelen van het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Castricum ten opzichte van de spelregels en de doelen van het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Teylingen. De spelregels van het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Castricum gaat meer over het proces van burgerparticipatie, terwijl de spelregels van het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Teylingen meer gericht zijn op de verwachtingen van de gemeente, de burgers, bedrijven en organisaties. Bovendien heeft het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Teylingen een breder doel ten opzichte van het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Castricum. De gemeente Teylingen heeft namelijk twaalf doelen, waarvan één doel zelf ingevuld kan worden. In tegenstelling tot de inspraakverordening, de spelregels en de doelen van het burgerparticipatiebeleid hanteren de gemeente Teylingen en de gemeente Castricum dezelfde participatieladder van Igno Pröpper. Er is dus geen verschil in de participatieladder van de gemeente Teylingen en de gemeente Castricum, maar de werking van de participatieladder van de gemeente Castricum is beperkter door de gestelde doelen en spelregels ten opzichte van de gemeente Teylingen.
35
Handreiking interactieve beleidsvorming: besturen met inzicht 2013, p. 13.
47
5.5
Deelconclusie: inspraak en burgerparticipatie in andere gemeenten
Al met al kan worden vastgesteld dat de inspraakverordeningen van de gemeenten gelijk zijn. De inspraakverordeningen binnen de gemeente Teylingen en de andere gemeenten zijn alle aan de hand van het VNG-model vastgesteld. Daarnaast hebben de gemeente Teylingen en de andere gemeenten een verschillend burgerparticipatiebeleid. De doelen, spelregels en de participatieladders van de gemeenten verschillen. Zo heeft de gemeente Edam/Volendam geen burgerparticipatiebeleid en de gemeente Gorinchem en Castricum hebben verschillende doelen en spelregels. Tevens maakt de gemeente Gorinchem gebruik van een andere participatieladder. De gemeente Teylingen en de gemeente Castricum maken gebruik van dezelfde participatieladder, maar de werking van de participatieladder van de gemeente Castricum is beperkter door de gestelde doelen en spelregels ten opzichte van de gemeente Teylingen.
48
6.
Conclusies
6.1
Conclusies
Voor de gemeente Teylingen is er een onderzoek verricht naar de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van beroep- en bezwaarschriften. De centrale vraagstelling luidt als volgt: “In hoeverre heeft inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed gehad op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012 en in hoeverre kan het aantal ingediende beroepen bezwaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012 worden verminderd middels inspraak, waaronder burgerparticipatie?” Om tot beantwoording te komen van de centrale vraagstelling zijn er zes deelvragen opgesteld. Hieronder volgen de belangrijkste antwoorden per deelvraag. 1. Wat houden de begrippen inspraak en burgerparticipatie in? Inspraak is één van de instrumenten van een bestuursorgaan om burgers en/of belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding van het gemeentelijk beleid. Hiermee is inspraak één van de vormen van burgerparticipatie. Inspraak is in de wet en in de inspraakverordening geregeld. Inspraak kent twee vormen: formeel en informeel. Er wordt van formele inspraak gesproken als inspraak verplicht is gesteld, bijvoorbeeld in een wettelijke voorschrift, zoals bij de voorbereiding van bestemmingsplannen. Daarnaast wordt er van informele inspraak gesproken als inspraak niet verplicht is gesteld, bijvoorbeeld bij de voorbereiding van een verkeersbesluit. Onder burgerparticipatie kan worden verstaan: het actief deelnemen van burgers en belanghebbenden. Onder burgerparticipatie vallen alle gevallen waarin de gemeente samenwerking zoekt met burgers en belanghebbenden. Een voorbeeld van burgerparticipatie is: een bestuursorgaan laat de burgers en belanghebbenden meedenken bij het maken van gemeentelijke besluiten of beleid. 2. Hoe verloopt de inspraakprocedure, waaronder de burgerparticipatieprocedure, nu? Wanneer inspraak in de wet verplicht wordt gesteld, dan geldt de wettelijke inspraakprocedure. Indien inspraak niet verplicht wordt gesteld bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid, dan dient het bestuursorgaan te besluiten of inspraak al dan niet zal worden verleend op grond van artikel 2 lid 1 van de Inspraakverordening. De Awb kent één inspraakprocedure: de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Deze inspraakprocedure is geregeld in afdeling 3.4 van de Awb en is in beginsel van toepassing op de voorbereiding van het gemeentelijk beleid, tenzij bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan anders is bepaald. Daarnaast is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure ook van toepassing op informele inspraak op grond van artikel 4 lid 1 van de Inspraakverordening. Bovendien kan het bestuursorgaan op grond van artikel 4 lid 2 van de Inspraakverordening een andere inspraakprocedure vaststellen. Burgerparticipatie kent echter een andere inhoud en procedure. Om een burgerparticipatieproject op te starten dien er allereerst een bewuste afweging te worden
49
gemaakt over de vorming van het participatieproces. Vervolgens dient er een plan van aanpak te worden opgesteld voor de burgerparticipatie. Daarnaast dienen de belanghebbenden en hun specifieke belangen kenbaar te zijn, alvorens het participatieproject van start gaat. Ook dient er duidelijk te zijn waar de participatie over gaat en welke rol de raad, het college en de ambtelijke organisatie in het proces spelen. Wanneer het participatieproces is gestart, dient er tussentijdse evaluatie plaats te vinden met de belanghebbenden en het participatieproces dient eventueel te worden bijgesteld om in te kunnen spelen op nieuwe omstandigheden. Na afloop van het participatieproject worden de ervaringen van de belanghebbenden geëvalueerd, zodat de inzet op burgerparticipatie de volgende keer beter kan. 3. Wat zijn de hoofdoorzaken voor het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012? Er kan worden geconcludeerd dat de voornaamste redenen van het aantal beroep- en bezwaarschriften liggen bij het feit dat appellanten en reclamanten het niet eens waren met het besluit en ze vonden dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met hun belangen bij het nemen van een besluit of het vaststellen van een bestemmingsplan. Daarnaast waren er ook andere hoofdoorzaken van het aantal bezwaarschriften. De reclamanten waren van mening dat zij onevenredig in hun belangen waren geschaad of voelden zich niet gehoord. Bovendien waren er reclamanten die meenden schade te hebben opgelopen bij de besluiten die de gemeente heeft gemaakt. 4. Binnen welke leeftijdsklasse worden de meeste beroep- en bezwaarschriften ingediend? Er kan worden geconcludeerd dat de meeste bezwaarschriften worden ingediend door burgers in de leeftijdsklasse van 41 – 50 jaren. Daarnaast kan worden geconcludeerd dat de gemiddelde leeftijd van de burgers die een beroepschriften hebben ingediend 56 jaren is. 5. Hoe zijn de inspraak- en burgerparticipatieprocedures verlopen bij de bestemmingsplannen Bedrijventerreinen Teylingen en Koudenhoorn, Warmond? Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond is er burgerparticipatie geweest. De gemeenteraad heeft drie scenario’s voor de herinrichting van het eiland vastgesteld waaruit de bewoners en gebruikers van het eiland mochten kiezen. Onder begeleiding van projectleider Chrissy van der Pijl hebben bewoners en gebruikers van het eiland middels burgerparticipatie aangegeven welk ontwerp hen het meest aansprak. De raad heeft het ontwerp toen vastgesteld. Vervolgens werden er verschillende inloopavonden gehouden inzake de indeling van het eiland. Burgers, bedrijven en organisaties mochten aangeven waar paden, speeltuintjes, riet etc. dienden te worden geplaatst. Op grond van de reacties is er een definitief ontwerp opgesteld. Op 23 maart 2011 is er een inloopavond geweest over het definitief ontwerp voor de belangstellenden. Vervolgens is in De Teylinger bekend gemaakt dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage lag en dat men hierop hun zienswijze kon inbrengen. Enkele zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Vervolgens is het bestemmingsplan op 21 juni 2012 vastgesteld. 36 Bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond is geen informele 36
Vaststellingsbesluit bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond.
50
inspraak gehouden en er is ook geen apart participatieplan opgesteld. Er is geen informele inspraak gehouden, omdat er een uitgebreid voortraject is geweest waarin de drie scenario’s voor de herinrichting van het eiland werden gepresenteerd, besproken etc. Bovendien waren de rollen van de burgers ook niet duidelijk naar voren gekomen, de keuze van de raad leidde namelijk tot veel commentaar. Bovendien heeft er voorafgaand de vaststelling van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen een voorbereidingsprocedure plaatsgevonden conform artikel 3.8 van de Wro. Binnen deze voorbereidingsprocedure wordt de inspraakprocedure van afdeling 3.4 van de Awb gevolgd. De gemeente heeft naast deze inspraakprocedure ook een informatieavond gehouden over het voorontwerp van het bestemmingsplan onder begeleiding van een externe projectleider. Burgers, bedrijven en organisaties konden hun wensen met betrekking tot het bestemmingsplan kenbaar maken. De inspraakreacties hebben op bepaalde punten tot aanpassing van het bestemmingsplan geleid. Vervolgens is het ontwerp van het bestemmingsplan nogmaals ter inzage gelegd conform afdeling 3.4 van de Awb. Op 7 juni 2012 heeft de commissie Ruimte een hoorzitting gehouden. Naar aanleiding van de reacties van de insprekers tijdens de hoorzitting, zijn er nog enkele wijzigingen doorgevoerd in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen is op 20 september 2012 vastgesteld. 37 Echter, bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is er geen afzonderlijk participatieplan opgesteld, omdat er toentertijd nog geen procedures en standaarden voor burgerparticipatie beschikbaar waren. 6. Heeft inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed gehad op het aantal beroep- en bezwaarschriften in de jaren 2011 en 2012? Zo ja, op welke manier en zo nee, waarom niet. Inspraak, waaronder burgerparticipatie, kan invloed hebben op het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften. Inspraak, waaronder burgerparticipatie, kan zowel een positieve, als een negatieve invloed hebben. Als inspraak, waaronder burgerparticipatie, wordt ingezet kan er draagvlak worden gecreëerd voor het te nemen besluit en zullen burgers, bedrijven en organisaties niet of minder in beroep of bezwaar gaan. Aan de andere kant kan inzet op inspraak er voor zorgen dat burgers en belanghebbenden, inspraak gaan zien als een vooruitgeschoven bezwaar- of beroepschriftenprocedure, dit kan worden tegen gegaan door burgerparticipatie in aanvulling op inspraak te organiseren. De ambtenaren en wethouders zijn van mening dat inspraak, waaronder burgerparticipatie, draagvlak creëert voor het te nemen besluit. Ook zijn de ambtenaren en wethouders van mening dat het verminderen van het aantal bezwaar- en beroepschriften een gevolg is van de inzet op inspraak, waaronder burgerparticipatie. Inspraak, waaronder burgerparticipatie, vervult een belangrijke zeeffunctie. Bovendien kan het houden van een (extra) inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan leiden tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak. Aan de andere kant zijn een aantal burgers, bedrijven en organisaties van mening dat zij niet of nauwelijks worden gehoord door de gemeente tijdens de inspraak en/of burgerparticipatie inloopavonden. De burgers, bedrijven en organisaties willen dat de 37
Gemeenteraadsbesluit 20 september 2012 inzake vaststelling bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen.
51
gemeente meer naar hun luistert en rekening houdt met de door hun naar voren gebrachte argumenten. 7. Hoe is inspraak, waaronder burgerparticipatie, geregeld binnen andere gemeenten ten opzichte van de gemeente Teylingen? Binnen het onderzoek zijn de inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Edam/Volendam, de gemeente Castricum en de gemeente Gorinchem bekeken en vergeleken met de gemeente Teylingen. Er kan worden vastgesteld dat de inspraakverordeningen van de gemeenten gelijk zijn. De inspraakverordeningen binnen de gemeente Teylingen en de andere gemeenten zijn alle aan de hand van het VNG-model vastgesteld. Daarnaast hebben de gemeente Teylingen en de andere gemeenten een verschillend burgerparticipatiebeleid. De doelen, spelregels en de participatieladders van de gemeenten verschillen. Zo heeft de gemeente Edam/Volendam geen burgerparticipatiebeleid en de gemeente Gorinchem en Castricum hebben verschillende doelen en spelregels. Tevens maakt de gemeente Gorinchem gebruik van een andere participatieladder. De gemeente Teylingen en de gemeente Castricum maken gebruik van dezelfde participatieladder, maar de werking van de participatieladder van de gemeente Castricum is beperkter door de gestelde doelen en spelregels ten opzichte van de gemeente Teylingen. Beantwoording centrale vraagstelling Nu de deelvragen zijn beantwoord, kan er een antwoord worden gegeven op de centrale vraagstelling van het onderzoek. De centrale vraagstelling kan worden opgedeeld in twee aparte vragen, namelijk: 1. in hoeverre heeft inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed gehad op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012?; 2. in hoeverre kan het aantal ingediende beroep- en bewaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012 worden verminderd middels inspraak, waaronder burgerparticipatie? Hieronder wordt er een antwoord gegeven op de twee vragen. 1. In hoeverre heeft inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed gehad op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012? Inspraak, waaronder burgerparticipatie, heeft zowel een positieve, als negatieve invloed gehad op het indienen van beroep- en bezwaarschriften in de jaren 2011 en 2012. De ambtenaren en wethouders zijn namelijk van mening dat inspraak, waaronder burgerparticipatie, draagvlak creëert voor het te nemen besluit. Ook zijn de ambtenaren en wethouders van mening dat het verminderen van het aantal bezwaar- en beroepschriften een gevolg is van de inzet op inspraak, waaronder burgerparticipatie. Volgens een van de ambtenaren vervult inspraak, waaronder burgerparticipatie, een belangrijke zeeffunctie. Bovendien stelt een ambtenaar dat het houden van een (extra) inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan kan leiden tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak. Aan de andere kant zijn de burgers, bedrijven en organisaties van mening dat zij niet of nauwelijks worden gehoord door de gemeente tijdens de inspraak en/of burgerparticipatie inloopavonden. De burgers, bedrijven en organisaties willen dat de gemeente meer naar hun luistert en rekening houdt met de door hun naar voren gebrachte
52
argumenten, dit is dan ook een van de redenen van de burgers, bedrijven en organisaties waardoor zij in beroep of bezwaar zijn gegaan. 2. In hoeverre kan het aantal ingediende beroep- en bewaarschriften per jaar, ten opzichte van het jaar 2012 worden verminderd middels inspraak, waaronder burgerparticipatie? Het aantal ingediende beroep- en bezwaarschriften per jaar kan ten opzichte van het jaar 2012 worden verminderd middels inspraak, waaronder burgerparticipatie. De burgers, bedrijven en organisaties hebben namelijk aangegeven dat zij hun beroep- of bezwaarschrift zouden intrekken als de gemeente meer naar hun luistert en rekening houdt met de door hun naar voren gebrachte argumenten. Daarnaast stelt een ambtenaar dat het houden van een (extra) inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan leidt tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak. Volgens een andere ambtenaar vervult inspraak, waaronder burgerparticipatie, een belangrijke zeeffunctie, waardoor eventuele fouten in het bestemmingsplan kunnen worden verbeterd.
6.2
Aanbevelingen
Nu bekend is dat inspraak, waaronder burgerparticipatie, invloed heeft op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift kan er een aantal aanbevelingen worden gedaan. De aanbevelingen luiden als volgt: −
inspraakverordening en burgerparticipatiebeleid opnemen in één verordening; Uit het onderzoek is gebleken dat inspraak één van de vormen van burgerparticipatie is. Inspraak en burgerparticipatie zijn er beide op gericht om burgers en belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding van onder andere gemeentelijk beleid. De gemeente Teylingen heeft op dit moment een aparte inspraakverordening en een apart burgerparticipatiebeleid. Door de inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid samen te voegen, is er één document waarin de onderwerpen en procedures zijn vastgelegd. Het samenvoegen van de inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid in één verordening is ook gebruiksvriendelijker voor zowel de gemeente als de burgers en belanghebbenden. De gemeente Teylingen, de burgers en de belanghebbenden hoeven slechts één stuk te raadplegen, wanneer zij bijvoorbeeld willen zien wat de procedure van inspraak en burgerparticipatie is en welke onderwerpen van toepassing zijn op inspraak en burgerparticipatie. Als er één inspraak- en burgerparticipatiebeleid bestaat, kan er ook worden bereikt dat er van te voren goed wordt nagedacht over welke vorm (inspraak en/of burgerparticipatie) wordt ingezet. Hierdoor kan worden voorkomen dat men meerdere procedures uitvoert voor één punt, zoals het tegelijk publiceren van inspraak en burgerparticipatie. Daarbij komt ook nog dat er deregulering plaatsvindt door het samen te voegen van de inspraakverordening en het burgerparticipatiebeleid. Onnodige regelingen worden door de samenvoeging verminderd, omdat er nu slechts één verordening dient te worden geraadpleegd wanneer de gemeente de burgers en belanghebbenden wil betrekken bij de voorbereiding van onder andere gemeentelijk beleid. In bijlage IX heb ik een concept voor de verordening met betrekking tot inspraak en burgerparticipatie opgemaakt. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van de Inspraakverordening van de gemeente Teylingen, de Inspraak- en participatieverordening Buren van de gemeente Buren en de Verordening burgerparticipatie
53
en inspraak gemeente Oldambt 2012 van de gemeente Oldambt. −
de verplichting tot het opstellen van een participatieplan laten vervallen; Uit een aantal gesprekken met de ambtenaren, waaronder mevrouw S. de Jong is naar voren gekomen dat het opstellen van een (aparte) participatieplan “overbodig” is, omdat een aantal gedeelten van het participatieplan al zijn opgenomen in een communicatie- of projectplan. Dit blijkt ook uit een aantal vragenlijsten die zijn ingevuld door de ambtenaren. Daarnaast blijkt uit het interview met de wethouder Kees van Velzen dat de wethouder van mening is dat betrokkenen rechten gaan ontlenen aan het participatieplan als alles vaststaat in een participatieplan, terwijl het bestuursorgaan altijd nog zelf de bevoegdheid heeft om te bepalen wanneer er participatie plaats vindt en wat er met de uitkomst van het participatietraject wordt gedaan. Echter, zoals al eerder is opgemerkt is uit het onderzoek gebleken dat het managen van verwachtingen van groot belang is om het burgerparticipatieproces te laten slagen. Door duidelijk te maken wat men met burgerparticipatie wil bereiken, worden valse verwachtingen en teleurstellingen voorkomen. Het laten vervallen van de verplichting tot het opstellen van een participatieplan heeft als risico dat de verwachtingen bij de burgers en belanghebbenden mogelijk niet kunnen worden gemanaged. Door de burgerparticipatieprocedure in het communicatie- en/of projectplan op te nemen, kan er wel worden bereikt dat de verwachtingen worden gemanaged. Een aantal afdelingen, zoals de afdelingen Ruimte, Gemeentewerken en Communicatie van de gemeente Teylingen werken namelijk al met hun eigen communicatie- of projectplan. In artikel 6 lid 2, lid 3 en lid 4 van de conceptverordening in bijlage IX staat beschreven welke punten dienen te worden opgenomen in het communicatie- en/of projectplan, dat de deelnemers geïnformeerd dienen te worden over het communicatie- en/of projectplan en dat het communicatie- en/of projectplan via de gebruikelijke media bekend dient te worden gemaakt.
−
Vaststaande gegevens van te voren kenbaar maken bij burgerparticipatie; In 2012 is een merendeel van het aantal ingediende bezwaarschriften middels mediationtechnieken ingetrokken. Zeven van deze ingetrokken bezwaarschriften hadden betrekking op het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor de Jan Dekkerbrug. De reclamanten waren van mening dat de doorvaartbreedte te smal was. Als de gemeente de doorvaartbreedte tijdens het burgerparticipatietraject al kenbaar had gemaakt, dan hadden de reclamanten daarop kunnen reageren. Hier had dan ook rekening mee gehouden kunnen worden. Waarschijnlijk waren er dan geen bezwaren ingediend. De in acht te nemen doorvaartbreedte stond immers al vast (in een wettelijk voorschrift). Het is daarom van belang om de vaststaande gegevens van te voren kenbaar te maken (en de omgevingsfactoren mee te nemen in het ontwerp). Burgers en belanghebbenden weten dan waar ze aan toe zijn.
−
altijd informele inspraak houden bij de voorbereiding van een bestemmingsplan; Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond is geen informele inspraakprocedure gehouden op het voorontwerp van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond. De rede hiervoor is geweest dat er een uitgebreide burgerparticipatieprocedure was gehouden. In dit geval had informele inspraak opgeleverd dat opmerkingen waren
54
gemaakt waarmee in het bestemmingsplan rekening kon worden gehouden. Nu zijn de punten opgenomen in een convenant nadat de appellanten de beroepschriften hadden ingediend. Daarbij komt ook nog dat de heer Jan Zandstra van mening is dat het houden van een (extra) inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan leidt tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak. −
6.3
burgerparticipatie ook inzetten op leeftijdsklasse; Door burgerparticipatie ook in te zetten op de leeftijdsklasse waarbinnen de meeste bezwaar- en beroepschriften zijn ingediend, kan er worden ingespeeld op de eventuele reclamanten en appellanten. De leeftijdsklasse bij de reclamanten is 41 – 50 jaren en de gemiddelde leeftijd van de appellanten bedraagt 56 jaren. Deze doelgroepen zijn in het algemeen actief op de arbeidsmarkt en hebben meestal een gezin. Dit kan betekenen dat deze doelgroep niet of nauwelijks zal komen opdagen wanneer het bestuursorgaan ervoor kiest om door de weeks een inloopmiddag te houden. Terwijl deze doelgroep wel zou kunnen opdagen wanneer er een inloopavond wordt gehouden in het weekend. Door in te spelen op deze doelgroep is het mogelijk dat de doelgroep meer wordt betrokken bij de voorbereiding van onder andere gemeentelijk beleid. Hierdoor kan het beleid of het besluit draagvlak krijgen van deze doelgroep en er bestaat een kans dat er minder beroep- en bezwaarschriften binnen zullen komen.
Reflectie op het onderzoek (nawoord)
Gedurende een periode van achttien weken heb ik gewerkt aan dit onderzoek: de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van beroep- en bezwaarschriften. Het doel van het onderzoek Het doel van dit onderzoek was het scheppen van duidelijk het over en het in kaart brengen van de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift in de jaren 2011 en 2012. Daarnaast diende er in kaart te worden gebracht of de betrokkenheid van burgers en belanghebbenden bij het maken van gemeentelijke besluiten een rol heeft gespeeld bij het indienen van een beroep- of bezwaarschrift. Waar wil ik met dit onderzoek naar toe? Ik wil ervoor zorgen dat de gemeente Teylingen door middel van de onderzoeksresultaten kennis verkrijgt over de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van beroep- en bezwaarschriften. Daarnaast wil ik ervoor zorgen dat er duidelijkheid wordt gecreëerd bij de medewerkers omtrent de invloed van inspraak, waaronder burgerparticipatie, op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift. Wat heb ik geleerd van het onderzoek? In het begin van het onderzoek was ik niet bekend met het begrip burgerparticipatie. Daarnaast was ik ook niet bekend met de verschillende procedures van burgerparticipatie. Het was voor mij dan ook een uitdaging om dit onderzoek te verrichten. Gedurende het onderzoek heb ik geleerd wat burgerparticipatie inhoudt en welke procedures er worden gevolgd binnen het burgerparticipatietraject. Tevens heb ik geleerd dat inspraak, waaronder burgerparticipatie, zowel positieve als negatieve invloed kan hebben op het indienen van een beroep- en bezwaarschrift.
55
Wat zal ik anders doen bij een volgend onderzoek? − Minder inspannen levert tijdwinst op In het begin van mijn afstudeerstage was ik van mening dat ik in een korte tijd veel werk diende te verzetten om dit schooljaar nog te kunnen afstuderen. Hierdoor ben ik in de eerste week van mijn afstudeerstage van start gegaan met het opstellen van het plan van aanpak en ik was al begonnen aan het eerste hoofdstuk van het onderzoeksrapport. In dezelfde week had ik het plan van aanpak en het eerste hoofdstuk af. Vervolgens ging ik verder met het tweede hoofdstuk en ook dit hoofdstuk had ik binnen een ander halve week af. Dit ging zo een aantal weken door, totdat ik barstende hoofdpijn kreeg. Hierdoor heb ik een tijdje niet meer kunnen werken aan het onderzoek, omdat ik spanningshoofdpijn in combinatie met migraineaanvallen had. Als ik mij niet had ingespannen, dan had ik geen last van spanningshoofdpijn in combinatie met migraineaanvallen gehad. Bij een volgend onderzoek zal ik mij minder inspannen, zodat ik geen spanningshoofdpijn krijg. Ik hoef dan geen rustpauze te nemen, waardoor ik toch nog tijdswinst heb. −
Eerder beginnen met het opstellen van vragenlijsten Ik ben in een laat stadium begonnen met het opstellen van de vragenlijsten voor de burgers. De vragenlijsten dienden namelijk nog te worden gecontroleerd door mijn stagebegeleider en een medewerker van de afdeling Communicatie binnen de gemeente Teylingen. Daarnaast diende de begeleidende brieven te worden ondertekend door Richard Vrieling, het afdelingshoofd van de afdeling Advies en Ondersteuning. Dit proces nam veel tijd in beslag waardoor de vragenlijsten “laat” de deur uitgingen (13 juni 2013). Daarnaast dienden de ingevulde vragenlijsten, nog te worden verwerkt in een systeem, voordat ik deze vragenlijsten kon inzien. Bij een volgend onderzoek zal ik eerder beginnen met het opstellen van de vragenlijsten en rekening houden met de processen binnen de organisatie.
56
Literatuuroverzicht Literatuurlijst Achtergrondinformatie over de Teylingse aanpak 2013 ‘Achtergrondinformatie over de Teylingse aanpak’, Teylingen.nl 31 januari 2013, www.teylingen.nl/Meedenken_meedoen/Achtergrondinformatie_over_de_Teylingse_aanpak. Hoogewerf & Huisjes 2012 C.L. Hoogewerf & S.C. Huisjes, Juridische onderzoeksvaardigheden, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2012. Handreiking interactieve beleidsvorming: besturen met inzicht 2013 Handreiking interactieve beleidsvorming: besturen met inzicht, Castricum: Gemeente Castricum 2013. Inspraak 2013 ‘Inspraak’, Hetbildt.nl 1 april 2013, www.hetbildt.nl/bestuur-enpolitiek/gemeenteraad/inspraak.html. Jaarverslag Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen 2012 2013 Jaarverslag Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen 2012, Teylingen: Gemeente Teylingen 2013. Jaarverslag Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen 2011 2012 Jaarverslag Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen 2011, Teylingen: Gemeente Teylingen 2012. Konijnenbelt, Van Male & Van Wijk 2011 W. Konijnenbelt, R. van Male & H.D. van Wijk, Hoofdstukken van bestuursrecht, Amsterdam: Reed Business 2011. Krol 2005 W.J.R. Krol, Checklists en leidraden juridische kwaliteitszorg, Deventer: Kluwer 2005. Meedenken, meedoen 2013 ‘Meedenken, meedoen’, Teylingen.nl 31 januari 2013, www.teylingen.nl/Meedenken_meedoen. Mogelijkheden om te participeren 2013 ‘Mogelijkheden om te participeren’, Teylingen.nl 31 januari 2013, www.teylingen.nl/Meedenken_meedoen/Mogelijkheden_om_te_participeren. Participatie in Gorinchem: Stappen vooruit met de Gorcumse routeplanner 2013 Participatie in Gorinchem: Stappen vooruit met de Gorcumse routeplanner, Gorinchem: Gemeente Gorinchem 2013. Participeren in Teylingen: Beleidsuitgangspunten 2011 Participeren in Teylingen: Beleidsuitgangspunten, Teylingen: Gemeente Teylingen 2011.
57
Partners+Pröpper 2006 Partners+Pöpper, Wanneer werkt participatie?, Rotterdam: Veenman 2006. Renkema 2004 J. Renkema, Schrijfwijzer, Den Haag: SDU uitgevers 2004. Schelberg 2011 S. Schelberg, ‘Bedankt voor uw mening’, Kijk op het kwartaal 2011-1, p. 1. Schelberg 2011 S. Schelberg, ‘Bedankt voor uw mening’, Kijk op het kwartaal 2011-2, p. 1. Schelberg 2011 S. Schelberg, ‘Bedankt voor uw mening’, Kijk op het kwartaal 2011-3, p. 1. Schelberg 2011 S. Schelberg, ‘Bedankt voor uw mening’, Kijk op het kwartaal 2011-4, p. 1. Schelberg 2012 S. Schelberg, ‘Bedankt voor uw mening’, Kijk op het kwartaal 2012-1, p. 1. Gemiddelde score voor burgerparticipatie 2013 ‘Gemiddelde score voor burgerparticipatie’, De Teylinger 13 maart 2013, p. 17. Schuijt 2010 G.A.I. Schuijt, Leidraad voor juridische auteurs, Deventer: Kluwer 2010. Voorbij de Scheidslijnen 2011 Voorbij de Scheidslijnen, Zwolle: Gemeente Zwolle 2011. Wethouder kijkt nog naar ophaalbrug 2009 ‘Wethouder kijkt nog naar ophaalbrug’, De Teyding.nl 16 oktober 2009, www.deteyding.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=4327.
Bronnenlijst Parlementaire stukken − Kamerstukken II, 1985/1986, 19 403, nr. 3 (MvT). Jurisprudentie − ABRvS 21 april 2010, LJN BM1800. − ABRvS 21 april 2010, LJN BM1788. Wet- en regelgeving − Algemene wet bestuursrecht − Gemeentewet − Inspraakverordening (gemeente Teylingen) − Inspraakverordening Castricum − Inspraak- en participatieverordening Buren − Inspraakverordening gemeente Edam-Volendam
58
− − − − − −
Inspraakverordening gemeente Gorinchem 2011 Verordening burgerparticipatie en inspraak gemeente Oldambt 2012 Verordening Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen Verordening van het burgerinitiatief (gemeente Teylingen) Verordening op het burgerinitiatief Edam-Volendam Wet ruimtelijke ordening
Overige bronnen − Bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond − Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen − Gemeenteraadsbesluit 20 september 2012 inzake vaststelling bestemmingsplan Bedrijventerreinen Teylingen − Vaststellingsbesluit van de Bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond − CBS: Bevolking; geslacht, leeftijd, burgerlijke staat en regio, 1 januari 2013
59
Bijlagen
60
Bijlage I
Overzicht bezwaarschriften 2011-2012 Aantal bezwaarschriften in 2011 38
Aantal bezwaarschriften in 2012 39
7
1
17
14
Handhavingszaken
1
2
Kapvergunningen
2
10
Personeel 40
2
1
Planschadebesluiten
9
-
Sloopvergunningen
-
3
Speelautomaten
-
-
Standplaatsen
1
-
Subsidies
1
5
Verkeersbesluiten
5
1
Weigeringen gehandicapten parkeerplaatsen Weigeringen leerlingenvervoer
1
-
3
2
(Weigeringen) ontheffing innemen ligplaatsen Wet voorkeursrecht gemeenten
3
-
-
-
overig
5
11
Werkvoorraad41
11
9
Totaal
68
59
Aanlegvergunningen Bouwzaken
38
Jaarverslag Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen 2011 2012, p.4. Jaarverslag Commissie Bezwaarschriften en Klachten Teylingen 2012 2013, p.4. 40 De bezwaarschriften over personeelzaken worden niet behandeld in het onderzoek. 41 Bezwaarschriften die aan het eind van het jaar zijn binnengekomen en niet meer door de commissie BK en het desbetreffende bestuursorgaan worden behandeld in hetzelfde jaar. 39
61
Bijlage II Overzicht leeftijd reclamanten 42 woonachtig in Teylingen Bijlage II.1 Leeftijdsoverzicht reclamanten 2011 Leeftijdsoverzicht reclamanten woonachtig in de gemeente Teylingen van 2011 22
1
44
1
56
2
66
1
25
1
45
1
57
4
67
3
33
1
46
2
58
1
69
2
35
1
47
2
60
1
70
2
37
1
48
2
61
1
71
1
39
1
50
5
63
3
77
1
41
2
51
2
64
2
78
1
42
5
54
2
65
2
84
1
Bijlage II.2 Leeftijdsoverzicht reclamanten 2012 Leeftijdsoverzicht reclamanten woonachtig in de gemeente Teylingen van 2012 29
1
47
1
60
1
73
1
30
2
48
5
61
2
79
1
38
1
50
1
62
2
-
-
40
1
51
1
63
1
-
-
42
2
54
4
65
4
-
-
43
1
56
2
67
1
-
-
45
1
58
1
69
1
-
-
46
2
59
1
71
1
-
-
42
Het gaat hierbij om burgers woonachtig in de Gemeente Teylingen. Organisaties en bedrijven die bezwaar hebben gemaakt, worden niet meegenomen in het overzicht.
62
Bijlage III Overzicht leeftijd appellanten43 woonachtig in Teylingen Leeftijdsoverzicht appellanten woonachtig in de gemeente Teylingen 49
1
51
2
63
1
50
1
61
2
66
1
43
Het gaat hierbij om burgers woonachtig in de Gemeente Teylingen. Organisaties en bedrijven die beroep hebben ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden niet meegenomen in het overzicht.
63
Bijlage IV Overzicht participatieprojecten 2011-2012 Participatieprojecten Herzien welstandsbeleid Gratis internet binnen Teylingen Bouw ophaalbrug Koudenhoorn Oplaadpunten elektrische auto’s Aanleggen hemelwaterriool Bloemenschans, Voorhout Baggerwerkzaamheden Teylingen Aanleg riolering buitengebied, Veerpolder Groot onderhoud N443
Jacoba van Beierenweg, afsluiting en woonerf Alcohol-verkeersdag Rijnlands Lyceum Sassenheim Parkeren in de wijken, Voorhout Zwerfaval met basisscholen Herinrichting Ganzenwei en Kloosterwei Wijkmarkten
Verbetering groen Beatrixlaan Warmond Speelplaats Geelhoornlaan Ontmoetingsruimte Springplank Startbaanplaza
PKVW Maximalaan Opening speelplaats prins Clausstraat Sassenheim Zwerfvuil ambassadeurs Honden losloop & opruimactie
Jongerenplek Warmond
Kanteling Wmo
Voor iedere mus een dakpan
Overgang beheer ’t Onderdak
Eenzaamheid de deur uit
Toegang 3D
Rietbeheer Koudenhoorn
Addopteer een bloembak
Dereguleren, meer inkomsten, minder uitgaven en minder regels voor verenigingen Nieuwbouw Andreasschool
Overdracht beheer Overbosch
Relatiegesprekken
Inloophuis veteranen Bollenstreek Beëindigingen langlopende overlastzaak Vogelhuis
Decentralisatie AWBZ taken naar Wmo Uitbreiding Sportpark Elsgeest
Speelplaats Schoonoord
Uitbreiding sportpark Roodemolen Onderwijsachterstanden beleid
Burendag
De Burcht Warmond
Decentralisatie Jeugdzorg
Herinrichting Speelplaats Geraniumhof Herinrichting Speelplaats Poelweg VvE Drive-in Woningen en meanderwoningen Groen en speelplaats Essenrode Uitzicht Rietschelftlaan
Kinderboerderij Voorhout
WWNV/ Participatiewet
Kinderboerderij de Kloosterhof
Kloppend hart Warmond
Parkeren Bloemenschans
VSO/ZMOK bij de KTS
Groenbeheer door bewoners
Regionale Educatieve Agenda Nieuwe school Argos
Groene Schoolpleinen
Extra bladkorven voor initiatiefnemers Groeninrichting Hovenier
Veilige straten voor ouderen
Zwerfkeien Parklaan
Lokalenverdeling Voorhout 2012/2013 Invoering nieuwe verordening onderwijs
64
Bijlage V
Vragenlijsten ambtenaren
Bijlage V.1 Vragenlijst afsluiting Jacoba van Beierenweg
Vragenlijst inzake inspraak- en participatietraject Afsluiting Jacoba van Beierenweg Ingevuld door: Afdeling: Functie: Datum:
Arjen Visser Gemeentewerken specialist Infrastructuur en Openbare Ruimte woensdag 5 juni 2013
1. In hoeverre zijn de rollen van de gemeente, de burgers en de belanghebbenden aan de ordegekomen tijdens het inspraak-/participatietraject van de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg? Zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van hun rol tijdens het participatietraject? Het ontwerpproces is gestart met een aantal zeer direct betrokkenen/belanghebbenden, te weten de huisarts, bedrijven en bewoners. Met de scholen is een apart overleg gevoerd. Hieruit is een concept-ontwerp gekomen wat aan alle geïnteresseerden is gepresenteerd op een inloopavond. Het definitieve ontwerp is basis geweest voor het verkeersbesluit. Hierop zijn 4 bezwaren gekomen, 2 daarvan zijn ingetrokken na mediation (wat overigens een goed gesprek met uitleg over het hoe en waarom inhield aan twee bezwaarmakers die blijkbaar alle uitnodigingen gemist hadden*). Gedurende het hele traject is er veel direct contact geweest (buiten, telefonisch, mail) met bewoners en bedrijven, deze hebben ook geen bezwaar gemaakt*. 2. In hoeverre zijn de burgers en belanghebbenden op de hoogte gesteld van hun invloed binnen het inspraak-/participatietraject van de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg? Zie hierboven. 3. In hoeverre is er een kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden heeft getoetst? Op welke manier zijn de belangen afgewogen? Zie verweerschrift dat bij deze mail is gevoegd. 4. In hoeverre werd het gedeelte van een plan of beleid dat al vast staat medegedeeld aan de burgers en belanghebbenden? De afsluiting maakte onderdeel uit van de Verkeersstuctuur Voorhout 2020 die in 1997 en 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld. Echter, het verkeersbesluit bij deze maatregelen is het moment waar bezwaar gemaakt kon worden. 5. In hoeverre is er gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement binnen het inspraak-/participatietraject van de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg? Blijkbaar heb ik zelf aan die rollen invulling aan gegeven.
65
6. In hoeverre hebben de raad, het college en de ambtelijke organisatie samengewerkt binnen het inspraak-/participatietraject van de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg? (overeenstemming over de onderlinge rol- en taakverdeling) Er is gedurende het gehele traject (2008-2012) afstemming geweest met de portefeuillehouders Gerrit van der Meer en Kees van Velzen. College en raad hebben besluiten genomen en zijn voor de inloopavond uitgenodigd geweest. 7. In hoeverre is er een participatieplan opgesteld binnen het inspraak-/participatietraject van de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg? (wat is er wel opgesteld en wat niet bv. wel de reikwijdte van het participatietraject, maar niet de rollen van de belanghebbenden, het bestuur etc.) Projectplannen of participatieplannen werden toen niet vooraf uitgewerkt. Uiteraard hebben wij wel vooraf goed nagedacht over het te volgen proces, stakeholders, informatiemomenten enz. Zie ook de eerste vraag. 8. In hoeverre heeft u het gevoel dat er middels inspraak en participatie meer draagvlak is gecreëerd voor de afsluiting van de Jacoba van Beierenweg? Als je het meet aan de hoeveelheid bezwaren en kijkt naar de bezwaarmakers* dan is zeker te zeggen dat er draagvlak gecreëerd is! 9. In hoeverre is het participatie- en inspraaktraject van de Jacoba van Beierenweg ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen? Doel was: afsluiten met draagvlak, bijvangst is dan dat het aantal beroeps- of bezwaarschriften laag is. Overige opmerkingen: Uit oude mails heb ik de volgende info gekopieerd: In 1997 en 2008 is de Verkeersstructuur Voorhout 2020 inclusief knip van de Jacoba van Beierenweg door de raad vastgesteld. Op de wijkmarkt van eind 2008 zijn veel opmerkingen gemaakt over de verkeersveiligheid op de kruising van de Jac. met de Engelselaan. Begin 2010 heeft de gemeenteraad besloten de Jacoba van Beierenweg in Voorhout ter hoogte van de Engelselaan in te richten als woonerf en af te sluiten voor doorgaand gemotoriseerd verkeer. Na dit besluit is de schets bij het raadsbesluit in uitgebreid overleg met betrokkenen uitgewerkt tot een gedetailleerd ontwerp. Eind 2010 is dit ontwerp gepresenteerd op de inloopavond in Panorama Tulipland. Nadat alle opmerkingen verwerkt waren is obv het definitieve ontwerp het benodigde verkeersbesluit genomen. Door bezwaren is het verkeersbesluit, na mediation en behandeling bij de commissie Bezwaarschriften en Klachten, halverwege dit jaar definitief geworden. Het bestek is gemaakt en donderdag 10 november is het werk aanbesteed. De uitvoering start maandag 9 januari na kerst en oud&nieuw. Bewoners en bedrijven zitten tijdens de kerstvakantie niet met een opgebroken weg. Het werk wordt gefaseerd uitgevoerd: in fase 1 wordt de aansluiting Engelselaan-Randweg gemaakt en kunnen bewoners van de Engelselaan gewoon via de Jac. hun percelen bereiken. Als deze fase gereed is volgt fase 2 waarin de kruising Jacoba van Beierenweg - Engelselaan afgerond wordt. Zodra fase 1 start is de Jacoba van Beierenweg afgesloten voor doorgaand gemotoriseerd verkeer. Bewoners, bedrijven, hulpdiensten enz. worden over de uitvoering geinformeerd.
66
Op een rijtje gezet: − 1997 gemeenteraad Voorhout stelt de Verkeersstructuur Voorhout vast, incl. de knip/afsluiting van de Jac. − 2008 gemeenteraad Teylingen stelt de Verkeersstructuur Voorhout 2020 vast, incl. de knip/afsluiting van de Jac. − 2008 op de wijkmarkt worden veel opmerkingen gemaakt over de verkeersveiligheid op de kruising Jac.-Engelselaan − 2010 februari, de gemeenteraad besluit de Jac. ter hoogte van de Engelselaan in te richten als woonerf en voor doorgaand gemotoriseerd verkeer af te sluiten (raadsbesluit) − 2010 februari t/m november, participatie: met bewoners, bedrijven enz. wordt de schets verder uitgewerkt tot een ontwerp − 2010 december, inloopavond presentatie ontwerp − 2011 januari, we nemen het verkeersbesluit, na mediation en behandeling bij de commissie B&K wordt het verkeersbesluit half 2011 definitief − het bestek wordt gemaakt − het werk wordt aanbesteed op 10 november 2011 − maandag 9 januari 2012 start het werk en is de afsluiting een feit
67
Bijlage V.2 Vragenlijst Jan Dekkerbrug, Warmond
Vragenlijst inzake participatietraject Jan Dekkerbrug Warmond Ingevuld door: Afdeling: Functie: Datum:
Richard van Eeuwijk Gemeentewerken Projectleider (vakspecialist C) 13 juni 2013
1. In hoeverre zijn de rollen van de gemeente, de burgers en de belanghebbenden aan de orde gekomen tijdens het inspraak-/participatietraject Jan Dekkerbrug Warmond? Zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van hun rol tijdens het participatietraject? De rollen zijn niet aan de orde gekomen, want de voorbereiding van het besluit vond plaats in 2009. Toen waren burgerparticipatie en de participatieladder nog niet in beeld. Er waren wel vijf partijen uitgenodigd om tijdens een bijeenkomst één van de drie ontwerpen te kiezen. 2. In hoeverre zijn de burgers en belanghebbenden op de hoogte gesteld van hun invloed binnen het inspraak-/participatietraject Jan Dekkerbrug Warmond? Ik heb geen idee. Er zijn wel bijeenkomsten georganiseerd: Inloopbijeenkomst d.d. 02-09-2009 Bijeenkomst Adviescommissie d.d. 04-09-2009 Bijeenkomst Beoordelingscommissie d.d. 07-09-2009 3. In hoeverre is er een kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden heeft getoetst? Op welke manier zijn de belangen afgewogen? Inspraakprocedure (inloopbijeenkomst, adviescommissie en beoordelingscommissie). 4. In hoeverre werd het gedeelte van een plan of beleid dat al vast staat medegedeeld aan de burgers en belanghebbenden? De burgers en betrokkenen konden via een inloopbijeenkomst en een ingestelde adviescommissie hun voorkeur kenbaar maken voor één van de brugontwerpen. 5. In hoeverre is er gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement binnen het inspraak-/participatietraject Jan Dekkerbrug Warmond? Interne projectleider (Rene Datema) en extern ondersteuning (Hopman Andres Consultents) 6. In hoeverre hebben de raad, het college en de ambtelijke organisatie samengewerkt binnen het inspraak-/participatietraject Jan Dekkerbrug Warmond? (overeenstemming over de onderlinge rol- en taakverdeling)
68
Voor zover mij bekend, heeft er geen overeenstemming plaatsgevonden over de onderlinge rol- en taakverdeling.
7. In hoeverre is er een participatieplan opgesteld binnen het inspraak-/participatietraject Jan Dekkerbrug Warmond?(wat is er wel opgesteld en wat niet bv. wel de reikwijdte van het participatietraject, maar niet de rollen van de belanghebbenden, het bestuur etc.) Voor dit project is geen participatieplan opgesteld. 8. In hoeverre heeft u het gevoel dat er middels inspraak en participatie meer draagvlak is gecreëerd voor het bestemmingplan Jan Dekkerbrug Warmond? Er is draagkracht gecreëerd door inspraak, Stichting ophaalbrug Koudenhoorn had ingesproken tijdens een inspraakbijeenkomst. De stichting had toen laten weten dat zij samen met andere Warmonders voor een ophaalbrug waren. De gemeente diende toen te kijken naar de mogelijkheden voor een ophaalbrug en of een ophaalbrug financieel wel mogelijk was. De gemeente heeft uiteindelijk in 2011 door middel van subsidieverstrekking de ophaalbrug kunnen realiseren. Door inspraak en participatie is uiteindelijk de eerder beoogde vaste brug vervangen door de nu gerealiseerde ophaalbrug . 9. In hoeverre is het participatie- en inspraaktraject Jan Dekkerbrug Warmond ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen? Dit is in eerste instantie niet het doel geweest van burgerparticipatie en inspraak. Echter, nadat het ontwerp van de ophaalbrug bekend was had de aannemer een omgevingsvergunning aangevraagd. Tegen het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning zijn zeven bezwaarschriften ingediend. De gemeente is toen samen met deze zeven bezwaarmakers, de aannemer en de provincie Zuid-Holland in gesprek gegaan. De zeven bezwaarmakers moesten toen een handtekening plaatsen onder het akkoord. Echter, één bezwaarmaker was iets later met het plaatsen van zijn handtekening. Daarom zijn de bezwaren wel door de commissie BK gehoord. De commissie BK heeft geen uitspraak gedaan, omdat de bezwaarmakers in de tussentijd al zijn handtekening had geplaatst. Door inspraak en participatie met de bezwaarmakers is het ontwerp iets aangepast, maar zijn uiteindelijk alle bezwaren ingetrokken.
Overige opmerkingen: geen.
69
Bijlage V.3 Vragenlijst Bedrijventerreinen Teylingen
Vragenlijst inzake participatietraject Bedrijventerreinen Teylingen Ingevuld door: Afdeling: Functie: Datum:
Jan Zandstra Ruimte Beleidsmedewerker A 4 juni 2013
1. In hoeverre zijn de rollen van de gemeente, de burgers en de belanghebbenden aan de orde gekomen tijdens het inspraak-/participatietraject Bedrijventerreinen Teylingen? Zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van hun rol tijdens het participatietraject? Proces en rolverdeling is helder benoemd en gecommuniceerd in de Nota van uitgangspunten, brieven, bekendmakingen en bijeenkomsten. Belanghebbenden zijn geïnformeerd over hun rol en mogelijkheden tot inbreng. 2. In hoeverre zijn de burgers en belanghebbenden op de hoogte gesteld van hun invloed binnen het inspraak-/participatietraject Bedrijventerreinen Teylingen? Via brieven, bekendmakingen en bijeenkomsten zijn burgers en belanghebbenden geïnformeerd over de mogelijkheden via inspraakreacties en zienswijzen invloed uit te oefenen op het bestemmingsplan. Via kennismakingsbijeenkomsten en inloopbijeenkomsten heeft de gemeente vanaf een vroeg stadium mensen actief uitgenodigd hun wensen voor het nieuwe bestemmingsplan kenbaar te maken. Er zijn daarnaast op veel momenten informele contacten geweest met burgers en bedrijven. 3. In hoeverre is er een kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden heeft getoetst? Op welke manier zijn de belangen afgewogen? In bestemmingsplanprocedures wordt het speelveld in sterke mate beperkt door bestaande rechten, wettelijke procedures en bestaand beleid van andere overheden en gemeenten. Deze kaders bepalen in sterke mate de afweging tussen verschillende van belangen. In de toelichting van het bestemmingsplan en in de nota’s van beantwoording voor de inspraakreacties en zienswijzen is de belangafweging in concrete situaties beargumenteerd. 4. In hoeverre wordt het gedeelte van een plan of beleid dat al vast staat medegedeeld aan de burgers en belanghebbenden? De uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan zijn verwoord in een Nota van uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan. Er is vervolgens inspraak verleend op basis van een vaststaand voorontwerp- en ontwerpbestemmingsplan. Aangezien het in hoofdzaak een consoliderend bestemmingsplan betrof, lagen veel zaken omtrent bestemmingen al min of meer vast. Bestaande situaties zijn positief bestemd. 5. In hoeverre is er gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement binnen het inspraak-/participatietraject Bedrijventerreinen Teylingen?
70
Voor het bestemmingsplan is een externe projectleider ingehuurd van DHV, die ook het inspraak/participatietraject als onder deel van de bestemmingsplanprocedure heeft begeleid. Intern heeft ondersteuning plaats gevonden door Communicatie. 6. In hoeverre hebben de raad, het college en de ambtelijke organisatie samengewerkt binnen het inspraak-/participatietraject Bedrijventerreinen Teylingen? (overeenstemming over de onderlinge rol- en taakverdeling) De onderlinge rol- en taakverdeling is duidelijk en is goed verlopen. De raad is van meet af aan betrokken bij het nieuwe bestemmingsplan (Nota van uitgangspunten). Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met de griffie over het horen van de indieners van zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan. 7. In hoeverre is er een participatieplan opgesteld binnen het inspraak-/participatietraject Bedrijventerreinen Teylingen?(wat is er wel opgesteld en wat niet bv. wel de reikwijdte van het participatietraject, maar niet de rollen van de belanghebbenden, het bestuur etc.) Er is geen afzonderlijk participatieplan vastgesteld. Op het moment dat met de voorbereiding van het bestemming werd begonnen was het participatietraject nog niet uitgekristalliseerd en waren er nog geen procedures en standaarden voor participatie. Aan participatie en inspraak is volop aandacht besteed in de Nota van uitgangspunten van het bestemmingsplan en in de standaardprocedure voor bestemmingsplannen is dit sowieso een belangrijk item. 8. In hoeverre heeft u het gevoel dat er middels inspraak en participatie meer draagvlak is gecreëerd voor het bestemmingplan Bedrijventerreinen Teylingen? De inspraak en participatie heeft zeker geleid tot een betere kenbaarheid van, instemming met en draagvlak voor het nieuwe bestemmingsplan. We merken dat heel concreet aan het kleine aantal beroepschriften bij de Raad van State en aan de positieve reacties die we op het plan hebben ontvangen. 9. In hoeverre is het participatie- en inspraaktraject Bedrijventerreinen Teylingen ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen? Onze ervaring is dat het participatie- en inspraaktraject een belangrijke ‘zeeffunctie’ vervuld. Het helpt weeffoutjes te corrigeren, leidt tot een beter bestemmingsplan en beperkt het aantal beroepschriften bij de Raad van State. Overige opmerkingen: In dit geval zijn we van 42 inspraakreacties naar 3 beroepen gegaan. Dat is een klein aantal voor een zo omvangrijk bestemmingsplan. We zijn er van overtuigd dat de vele informele contacten en de inspraakronde daaraan hebben bijgedragen. De inspraakreacties en zienswijzen hebben op onderdelen geleid tot aanpassingen in het plan. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is inspraak niet verplicht. De gemeente kan direct een ontwerpbestemmingsplan ter inzage leggen, maar wij kiezen altijd voor een extra inspraakronde op basis van een voorontwerpbestemmingsplan. Dat leidt tot een beter bestemmingsplan met minder beroepen en meer draagvlak.
71
Bijlage V.4 Vragenlijsten Koudenhoorn, Warmond
Vragenlijst inzake inspraak-/participatietraject Koudenhoorn, Warmond Ingevuld door: Afdeling: Functie: Datum:
Willemijn Favier A&O communicatie adviseur 13 juni 2013
1. In hoeverre zijn de rollen van de gemeente, de burgers en de belanghebbenden aan de orde gekomen tijdens het inspraak-/participatietraject? Zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van hun rol tijdens het participatietraject? Voor Koudenhoorn zijn de rollen aan de orde gekomen. In eerste instantie konden inwoners meedenken via een participatie website. Hier is vervolgens door de raad een keuze gemaakt voor het type ontwerp. Later is gewerkt met een klankbordgroep. De rol van de inwoners in het eerste traject was misschien niet geheel duidelijk omdat de raad uiteindelijk wel de favoriete variant heeft gekozen, maar deze variant wel iets heeft geüpgrade. Dit leidde tot veel commentaar. De rol van de klankbordgroep was volgens mij wel duidelijk. 2. In hoeverre zijn de burgers en belanghebbenden op de hoogte gesteld van hun invloed binnen het inspraak-/participatietraject? Zie boven 3. In hoeverre is er een kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden heeft getoetst? Op welke manier zijn de belangen afgewogen? Weet ik niet. 4. In hoeverre wordt het gedeelte van een plan of beleid dat al vast staat medegedeeld aan de burgers en belanghebbenden? Keuze raad is via persbericht naar buiten gebracht. 5. In hoeverre is er gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement binnen het inspraak-/participatietraject? Projectleider was Chrissy van der Pijl.
72
6. In hoeverre hebben de raad, het college en de ambtelijke organisatie samengewerkt binnen het inspraak-/participatietraject? (overeenstemming over de onderlinge rol- en taakverdeling) Goed samengewerkt. 7. In hoeverre is er een participatieplan opgesteld binnen het inspraak-/participatietraject?(wat is er wel opgesteld en wat niet bv. wel de reikwijdte van het participatietraject, maar niet de rollen van de belanghebbenden, het bestuur etc.) Durf ik niet te zeggen, waarschijnlijk in het projectplan. 8. In hoeverre heeft u het gevoel dat er middels inspraak en participatie meer draagvlak is gecreëerd voor het bestemmingplan? Zeker bij het tweede deel, de daadwerkelijke inrichting van het eiland is er meer draagvlak gecreëerd voor het bestemmingsplan. 9. In hoeverre is het participatie- en inspraaktraject ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen? ?
Overige opmerkingen: Geen.
73
Vragenlijst inzake formele inspraaktraject Koudenhoorn, Warmond Ingevuld door: Afdeling: Functie: Datum:
Fariq Ishaak Ruimte Beleidsmedewerker B 12 juni 2013
1. In hoeverre is het bestemmingsplan aangepast op grond van de reacties van de insprekers? Het bestemmingsplan is op een aantal punten aangepast n.a.v. de ingebrachte zienswijzen; het gaat om kleine aanpassingen, zowel in de toelichting en de regels als op de verbeelding. Voor de volledigheid (uit de nota van beantwoording):
2. In hoeverre is er draagkracht gecreëerd bij de insprekers? (Zijn de insprekers achteraf toch nog in beroep gegaan en zo ja is dit het merendeel van de insprekers?) Er is zowel in de inspraakfase (met Chrissy) als na de vaststelling gesproken met indieners/appellanten. Uiteindelijk is met de appellanten (beroep ingesteld) een convenant gesloten, waarin een aantal onderwerpen dat niet in het bestemmingsplan is geregeld zoals sluitingstijden horeca nader is vastgelegd. Het merendeel van de indieners (zienswijzen) is dus in beroep gegaan na de vaststelling. Er was een een verzoek om voorlopige voorziening ingediend en deze was afgewezen. Het beroep is met het sluiten van het convenant ingetrokken. 3. Is er aan de insprekers medegedeeld waarom er (niet) tegemoet is gekomen aan hun belangen? Zo ja, op welke wijze en zo nee, waarom niet. Ja, dit is gebeurd met de Nota van beantwoording op de zienswijzen. Ik zou eerder zeggen dat er wel tegemoet is gekomen aan hun belangen, maar niet aan hun nadere wensen totdat het convenant werd gesloten. Waarom is er geen infomele inspraakprocedure gevolgd? Er is een uitgebreid voortraject geweest waarin herinrichtingsvarianten voor Koudenhoorn zijn gepresenteerd, besproken, uitgewerkt, etc.. Het gezamenlijke (met participanten/belangstellenden)
74
product was het DO Koudenhoorn, Natuurlijk in evenwicht +. Dit is de basis geweest bij het opstellen van het bestemmingsplan. Een nieuwe inspraakprocedure zou daarom dubbelop zijn geweest en natuurlijk is niet iedereen altijd tevreden en zijn er dus wel zienswijzen ingebracht/is er beroep ingesteld.
75
Bijlage VI Vragenlijsten burgers Bijlage VI.1 Vragenlijst afsluiting Jacoba van Beierenweg
76
77
78
79
80
81
Bijlage VI.2 Vragenlijst omgevingsvergunning Jan Dekkerbrug
82
83
Bijlage VI.3 Vragenlijst bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond
84
85
Bijlage VII Interviews wethouders Bijlage VII.1
Interview wethouder Kees van Velzen
Datum: dinsdag 11 juni 2013 1. In hoeverre zijn de rollen van de gemeente, de burgers en de belanghebbenden aan de orde gekomen tijdens het inspraak-/participatietraject? Zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van hun rol tijdens het inspraak-/participatietraject? De wethouder geeft aan dat burgers en belanghebbenden zelf mogen bepalen hoe een ontwerp of voorstel eruit dient te zien. Des te groter de inbreng van de burgers en belanghebbenden is, des te groter is hun rol binnen de voorbereiding. (tot zover mogelijk)
2. In hoeverre werden de burgers en belanghebbenden op de hoogte gesteld van hun invloed binnen het inspraak-/participatietraject? Aan burgers en belanghebbenden wordt medegedeeld dat zij kunnen participeren over een bepaald onderwerp. De burgers en belanghebbenden krijgen de beslissingsbevoegdheid over dat onderwerp en dienen gezamenlijk een voorstel/ontwerp te bedenken binnen een bepaalde periode. Als de burgers en belanghebbenden er niet gezamenlijk uit kunnen komen, dan neemt de gemeente een beslissing. Indien de gemeente zelf een beslissing neemt, dan worden de ideeën van de burgers en belanghebbenden meegenomen in de beslissing.
3. In hoeverre is er een kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden heeft getoetst? Aan het begin van een (informatie)bijeenkomst wordt kenbaar gemaakt welke gedeelte van een besluit of beleid al vast staat. Daarnaast wordt ook aangegeven welke gedeelte van het besluit of beleid niet vast staat en waarover kan worden geparticipeerd. 4. In hoeverre wordt het gedeelte van een besluit of beleid dat al vast staat medegedeeld aan de burgers en belanghebbenden? zie antwoord vorige vraag. 5. In hoeverre is er gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement binnen het inspraak-/participatietraject? Er wordt altijd gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement. De wethouder wijst altijd een afdeling aan of huurt externen in om het participatietraject in goede lijnen te laten verlopen.
86
6. In hoeverre hebben de raad, het college en de ambtelijke organisatie samengewerkt binnen het inspraak-/participatietraject? (overeenstemming over de onderlinge rol- en taakverdeling) De raad, het college en de ambtelijke organisatie hebben samengewerkt in die zin dat de raad vaststelt dat er burgerparticipatie dient te worden gehouden bij een bepaald onderwerp. Het college bekijkt dan hoe zij het burgerparticipatietraject zullen inzetten en maken hierbij gebruik van de deskundigheid van de ambtelijke organisatie of externen. 7. In hoeverre is er een participatieplan opgesteld binnen het inspraak-/participatietraject?(wat is er wel opgesteld en wat niet bv. wel de reikwijdte van het participatietraject, maar niet de rollen van de belanghebbenden, het bestuur etc.) Wethouder Kees van Velzen is geen voorstander van een participatieplan, hij is namelijk van mening dat de gemeente er samen met de burgers, bedrijven en organisatie uit dient te komen. Bovendien is de wethouder van mening dat betrokkenen rechten gaan ontlenen aan het participatieplan als alles vaststaat in een participatieplan, terwijl de gemeente altijd nog zelf de bevoegdheid heeft om te bepalen wanneer er participatie plaats vindt en wat er met de uitkomst van het participatietraject wordt gedaan. Daarnaast zijn de verschillende participatietrajecten waarbij geen gebruik is gemaakt van een participatieplan, goed doorlopen. Burgers, bedrijven en organisaties hebben niet geklaagd. 8. In hoeverre heeft u het gevoel dat er middels inspraak en participatie meer draagvlak is gecreëerd voor het beleid/besluit? Er is in een zekere zin draagvlak gecreëerd voor het genomen besluit. De betrokkenen mochten namelijk alles inbrengen wat zij wilden met betrekking tot het te nemen besluit. Daarnaast hebben de betrokkenen alle ruimte gekregen om te bepalen hoe, wat, waar en waarom zij iets wilden of vonden. 9. In hoeverre is het participatie- en inspraaktraject ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen? Het inspraak- en participatietraject is niet ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen. Een van de doelen van het participatiebeleid is om draagvlak bij de burgers, bedrijven en organisaties te creëren. Daarnaast is het inspraak- en participatietraject ingezet om burgers, bedrijven en organisaties binnen de gemeente Teylingen een beslissingsbevoegdheid te geven. Echter, het verminderen van het aantal beroep- en/of bezwaarschriften is wel eén van de gevolgen dat burgerparticipatie en/of inspraak kan hebben. Overige opmerkingen: Project Koudenhoorn, Warmond In het begin van het project Koudenhoorn, Warmond hebben er een aantal interviews plaatsgevonden en zijn er inloopavonden georganiseerd. Binnen deze inloopavonden is de indeling van het eiland besproken. De indeling is vervolgens vastgesteld door de raad. Daarna hebben de
87
inwoners van Warmond aangegeven waar er paden, speeltuintjes, riet, sloten, etc. dienden te worden geplaatst. Ook konden de direct betrokkenen mee participeren binnen de inrichting van het eiland. Na het vaststellen van het bestemmingsplan Koudenhoorn, Warmond is er één bezwaarschrift binnengekomen tegen de vaststelling van het bestemmingsplan. Jan Dekkerbrug, Warmond De Jan Dekkerbrug diende te worden vervangen, daarom werden er drie ontwerpen tentoongesteld waaruit de burgers, bedrijven en organisaties van de gemeente Teylingen konden kiezen. In eerste instantie zou de gemeente een betonnen brug met palen plaatsen, maar de burgers kwamen met het idee om een nostalgische ophaalbrug te laten plaatsen. De raad heeft toen bekeken of er financiële middelen ter beschikking lagen voor het plaatsen van een nostalgische ophaalbrug. Vervolgens is er een klankbordgroep opgericht voor het design van de brug. Verder is de brug vastgesteld naar de normen die gesteld zijn vanuit de wet- en regelgeving. Echter, nadat de omgevingsvergunning voor de Jan Dekkerbrug was verleend en de omgevingsvergunning ter inzage lag, hebben een aantal schippers bezwaar ingediend tegen het verlenen van de omgevingsvergunning. De schippers waren van mening dat de doorvaartbreedte te smal was. Als er een (hevige) wind zou komen opzetten, dan zouden de schippers met hun boten tegen de steunbalken van de brug komen. In overleg met de provincie Zuid-Holland en de schippers is de doorvaartbreedte van de brug verbreed en de schippers hebben hun bezwaar ingetrokken. Jacoba van Beierenweg, Voorhout Op grond van een variant uit een studie van de RBOI, het 3C+ model, heeft de gemeente gekeken naar de mogelijkheden om het wijk in te richten. De gemeente heeft vervolgens een besluit genomen waarbij de Jacoba van Beierenweg definitief werd afgesloten. Na het raadsbesluit heeft de gemeente gesproken met de direct betrokkenen bij het besluit in verband met de parkeer- en woonsituatie. Vervolgens is de rest van de straat geïnformeerd en zijn de “problemen” met iedereen opgelost. Echter, er zijn een aantal bezwaarschriften binnengekomen van reclamanten die gebruik maakten van de weg, deze bezwaarschriften zijn allen niet-ontvankelijk verklaard.
88
Bijlage VII.2
Interview wethouder John Stuurman
Datum: donderdag 13 juni 2013 1. In hoeverre zijn de rollen van de gemeente, de burgers en de belanghebbenden aan de orde gekomen tijdens het inspraak-/participatietraject? Zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van hun rol tijdens het inspraak-/participatietraject? In het begin van de invoering van de burgerparticipatie (sinds 2010) werden er geen afspraken gemaakt met betrekking tot de rolverdeling. Pas in een later stadium (medio 2012) hebben wij geleerd om de rolverdeling toe te passen aan de hand van een participatieladder. We hebben dus eerst een aantal fouten gemaakt, voordat er actief werd gewerkt met de participatieladder. In 2011 en deels 2012 was burgerparticipatie nog onvoldoende. Pas later zijn wij het beter gaan doen. Of de burgers vinden dat wij het beter doen, weet de heer Stuurman niet.
2. In hoeverre werden de burgers en belanghebbenden op de hoogte gesteld van hun invloed binnen het inspraak-/participatietraject? Voor zover de wethouder John Stuurman weet, werd de mate van participatie (instemmend, adviserend, informerend, etc.) van de burgers en belanghebbenden niet benoemd in de jaren 2011 en 2012.
3. In hoeverre is er een kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden heeft getoetst? Volgens de wethouder John Stuurman werd er in de jaren 2011 en 2012 geen kader geschetst waaraan het bestuursorgaan de inbreng van de burgers en belanghebbenden toetste. Pas in een later stadium ontstond de behoefte om de kaders te schetsen en de burgerparticipatie beter in te zetten. In de jaren 2011 en 2012 werd er veel geïmproviseerd. 4. In hoeverre wordt het gedeelte van een besluit of beleid dat al vast staat medegedeeld aan de burgers en belanghebbenden? De verschillende fases van burgerparticipatie werden wel gedeeld met de participanten. Dus ook wat er al vaststond. Daarnaast werden de formele kanten van een besluit ook door de gemeente gepubliceerd, bijvoorbeeld in De Teylinger of op de website van de gemeente Teylingen en indien van toepassing ook rechtstreeks aan betrokkenen toegezonden. 5. In hoeverre is er gebruik gemaakt van projectleiders en een projectmanagement binnen het inspraak-/participatietraject? De projectleiders van de onderwerpen handelden zelf de participatie af. Later zijn we bij ingewikkelde trajecten met speciale mensen gaan werken.
89
6. In hoeverre hebben de raad, het college en de ambtelijke organisatie samengewerkt binnen het inspraak-/participatietraject? (overeenstemming over de onderlinge rol- en taakverdeling) De raad, het college en de ambtelijke organisatie werken niet samen in die zin dat iedereen gezamenlijk burgerparticipatie houdt. De raad beslist wat het onderwerp is en oordeelt of er voldoende sprake is van burgerparticipatie, het college bepaalt hoe burgerparticipatie ingezet zal worden en de ambtelijke organisatie zorgt voor de uitvoering van burgerparticipatie. 7. In hoeverre is er een participatieplan opgesteld binnen het inspraak-/participatietraject?(wat is er wel opgesteld en wat niet bijv. wel de reikwijdte van het participatietraject, maar niet de rollen van de belanghebbenden, het bestuur etc.) In de jaren 2011 en deels 2012 werd er niet gewerkt met een participatieplan. Er werd namelijk weinig nagedacht over de aanpak van de participatie. Sinds eind 2012 is de gemeente begonnen met het opstellen van participatieplannen waarin bijvoorbeeld wordt aangegeven wat de rolverdeling is. Daarnaast kan een participatieplan een onderdeel zijn van een projectplan. (met name bij ingrijpende projecten) De participanten moeten dan namelijk zeker weten wat hun rol tijdens de participatie is. 8. In hoeverre heeft u het gevoel dat er middels inspraak en participatie meer draagvlak is gecreëerd voor het beleid/besluit? Er is draagvlak gecreëerd voor het beleid/besluit. Echter, er zijn altijd raadsleden die vinden dat er iets niet goed is gegaan, bijvoorbeeld de communicatie. Daarnaast wordt er vrijwel niet individueel geparticipeerd, dat kan niet echt. Er kunnen dus altijd een aantal bezwaar- of beroepschriften binnenkomen. 9. In hoeverre is het participatie- en inspraaktraject ingezet om het aantal beroep- of bezwaarschriften te verminderen? Het verminderen van het aantal beroep- en bezwaarschriften is niet het eigenlijke doel van participatie. Het doel op zich is wel het werken aan draagvlak. Als participatie en inspraak goed worden ingezet, dan kan dit wel leiden tot afname van het aantal beroep- en bezwaarschriften. Daarentegen zijn de tijden nu gekeerd, in tijden van crisis zullen burgers, bedrijven en organisaties naar verwachting vaker in bezwaar of beroep gaan, omdat belangen zorgvuldiger worden afgewogen. Overige opmerkingen: Geen.
90
Bijlage VIII − − − −
− −
De Gorcumse routeplanner
De routeplanner volgen we bij de start van ieder beleidsonderwerp, plan, project of werk; de routeplanner participatie is onderdeel van integraal en projectmatig werken. Het initiatief ligt bij de betrokken beleidsmedewerker of projectleider. De beleidsmedewerker/projectleider doorloopt samen met de communicatieadviseur de routeplanner; hun conclusies worden vastgelegd in een communicatie/participatieplan. Afhankelijk van de zwaarte van het onderwerp worden de uitgangspunten uit dat plan besproken/afgestemd met de projectgroep, stuurgroep, portefeuillehouder (pho), college en/of raad. De participatie bij deze routeplanner gaat over meepraten, meedoen en meebepalen, dus over processen waarbij sprake is van tweerichtingsverkeer. Nota bene: participatie is niet per se een langdurig en/of intensief traject met vele middelen en participanten. Als een opzichter een uurtje overlegt met een winkeliersvereniging over de vraag hoe herbestrating de bedrijfsvoering het minste hindert, is dat ook participatie.
De stappen van de routeplanner De routeplanner doorloopt vier stappen: 1. Leent het onderwerp zich voor participatie 2. aanpak van de participatie 3. uitvoering 4. Evaluatie De eerste twee stappen zijn het meest uitgebreid beschreven, hoewel het doorlopen van de vragen en antwoorden in de praktijk best snel gaat.
91
Vraag
Toelichting
Stap 1. Leent het onderwerp zich voor participatie? 1. Is er een wettelijke verplichting tot inspraak? Ja? In dat geval is er altijd sprake van participatie; zorg dan dat deze minimaal voldoet aan de wettelijke kaders. 2. Gaat het om beleidsonderwerpen, plannen, projecten of uitvoeringswerken die gevolgen hebben voor (groepen) inwoners of andere belanghebbenden? Ja? Dan is in principe participatie mogelijk, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken.
Bekijk altijd of de wettelijke inspraakkaders voldoende zijn of dat we een hogere ambitie hebben. M.a.w. volg ook dan deze routeplanner.
Onze basishouding tegenover participatie is ‘ja, tenzij’. Dit betekent dat we niet stilstaan bij de vraag of participatie gewenst is, maar of het onderwerp geschikt is. Is het antwoord ja, dan doorlopen we de volgende stappen van deze routeplanner. Is het antwoord nee, of zijn er andere gegronde redenen om af te wijken van onze basisafspraak, dan melden wij dit onderbouwd in het startdocument of beleidsvoorstel. Deze overwegingen zijn dan onderdeel van de informatieverstrekking over het onderwerp (meeweten).
3. Is het onderwerp/plan geschikt voor participatie? 3a. Valt er écht iets te kiezen?
Participatie waar geen echte keuzes aan vastzitten, leidt alleen maar tot teleurstellingen. Ja → ga naar 3b. De keuzemogelijkheden kunnen beperkt zijn Nee→het (hoofd)onderwerp is niet geschikt voor door juridische of financiële kaders of andere participatie. beperkingen, zoals een dringend en overwegend belang van een bepaalde groep of van de Doorloop de routeplanner eventueel voor openbare orde of tijdsdruk door externe deelonderwerpen en/of vervolgfases omstandigheden zoals dreigend gevaar. Tijdsdruk die is ontstaan door foutieve planning is geen goede grond om van participatie af te zien. N.B. Zeg niet te snel ‘nee’! Soms kan de hoofdkeuze voor iets vastliggen, maar valt er nog wel te kiezen of te adviseren over een (deel van) de uitvoering. 3b. Is het onderwerp voldoende belangrijk/interessant voor (een bepaalde groep) inwoners of andere belanghebbenden? Ja → ga naar 3c. Nee → het onderwerp is niet geschikt voor participatie.
Het heeft weinig zin om een participatietraject op te starten over een onderwerp dat maar weinig impact heeft voor de stad en de bewoners c.a. De aan technisch bestuurlijke onderwerpen of ‘onzichtbare’ aanpassingen aan de stad die ook weinig overlast met zich meebrengen.
92
NB. Er is geen lineaire relatie tussen hoe belangrijk een onderwerp binnen de gemeente wordt gevonden en daarbuiten! 3c. is de problematiek voldoende begrijpelijk te maken zodat mensen een afgewogen keuze kunnen maken? Ja →ga naar 3c. Nee → het onderwerp is mogelijk niet geschikt voor participatie, Check altijd goed of er niet ergens specialistische kennis bestaat binnen de doelgroep. (zie 3d.) 3d. Hebben inwoners of belangengroeperingen speciale (ervarings)kennis en inzichten? Ja → Profiteer ervan. Participatie zal zowel het draagvlak als de kwaliteit van de plannen ten goede komen. Nee → Als het antwoord op 3a, b en c positief is, toch participatie. 3e. Hoe sterk speelt het ‘NIMBY’-principe? Het not-in-my-backyard (oftewel het primamaar-niet-hier-)principe kan een contra-indicatie zijn voor participatie, tenminste over de ‘ja/nee’en de ‘waar’-vragen. Het dilemma is wel dat NIMBY-projecten vaak projecten zijn waarover mensen juist willen meepraten.
3f. Is er bestuurlijk/politiek commitment?
Het antwoord op deze vraag zal zelden volledig ‘nee’ zijn. Met name bij onderwerpen die erg belangrijk zijn voor belanghebbenden moeten we tot het uiterste gaan om complexe materie zo te presenteren dat mensen er over mee kunnen praten, al is het maar over deelonderwerpen. Een keuze voor meepraten i.p.v. meedoen of meebepalen ligt bij dit soort onderwerpen wel voor de hand. Participatie waarbij het zwaartepunt ligt bij dit punt heeft vaak de vorm van adviesraden en omwonenden overleggen. Ook sociale media kunnen hiervoor erg geschikt zijn.
Het NIMBY-principe speelt bij dossiers waarbij sprake is − van algemeen maatschappelijk belang, of een zeer groot belang voor een bepaalde groep − en van qua uitvoering en locatie sterk omstreden voorzieningen. Participatie over de ‘ja/nee’- en de ‘waar’-keuzes leidt meestal meer tot problemen dan oplossingen. Veel hangt af van de speelruimte bij de plannen. Is er een reële kans dat de participatie tot andere uitkomsten leidt? Of is het aantal mogelijkheden beperkt en leidt eigenlijk elke keuze tot weerstand? Dan is het meestal verstandiger dat de politiek de basiskeuzes zelf maakt. (Daarbij kunnen de verschillende partijen natuurlijk hun achterban raadplegen.) Bespreek ook of, hoe en wanneer college en raad betrokken willen zijn.
Bij participatie over onderwerpen waarbij bestuurlijk/politieke besluitvormingen aan de orde is, is politiek/bestuurlijke commitment een sine qua non. Zowel aan het participatieproces zelf als aan de resultaten ervan. Daarom is het participatieplan onderdeel van de college- en raadsvoorstellen. Is de keuze voor participatie gemaakt? Ga nu werken aan een goede opzet/aanpak en leg dat neer in een participatieplan.
93
Vraag
Toelichting
Stap 2. Aanpak van de participatie
1. Wat wil je bereiken met participatie? Formuleer in enkele zinnen wat je hoopt te bereiken en toets dit bij anderen (projectleden, bestuurder etc.): zie zij dit ook zo? Consensus hierover is belangrijk. Je doel zal vrijwel altijd neerkomen op een variant/combinatie van een van de volgende mogelijkheden: a. Vergroten van draagvlak voor plannen. b. Verhogen kwaliteit van plannen. c. Verhogen betrokkenheid bij leefomgeving/ maatschappij. Hierbij kan ook van belang zijn dat je gebruik wilt maken van de kennis en of ervaringen van mensen in de buurt.
Je doelstelling is van groot belang om echt maatwerk te kunnen maken van participatie en is ook heel belangrijk als je met je doelgroepen gaat communiceren. Je moet zelf goed eerst weten wat je van hen wilt ( en niet wilt) om dat helder met hen te kunnen delen. Zo voorkom je teleurstelling achteraf! Je doel is ook van belang voor de methodes die je kiest. Draagvlakvergroting hoofddoel: zoveel mogelijk inwoners mobiliseren: bijeenkomsten, sociale media + zeer goede communicatie over die participatiemogelijkheden. Kwaliteitsverhoging hoofddoel: kleinschalige vormen: adviesraden, klankbordgroepen, burgerpanels. Die vormen maken het mogelijk om hoog gemotiveerde en naar diversiteit geselecteerde inwoners bij elkaar te brengen en die van de nodige informatie te voorzien. Zij beredeneerd advies uit te brengen. “Werkt het zoals bedoeld? Zijn risico`s en onverwachte, soms tegengestelde effecten in beeld gekomen?” Het verhogen van betrokkenheid komt vooral naar voren bij wijkbeheerprojecten, omwonendenoverleggingen etc.
2. Breng de voorgeschiedenis in kaart −
− − − −
−
Is dit nieuw beleid of een nieuw project of borduren de plannen voort op eerder beleid/eerdere plannen? Wat is er bij eventuele eerdere (fases van de) plannen gebeurd? Welke doelgroepen zijn eerder betrokken geweest en in welke rol? Zijn er eventueel afspraken gemaakt of verwachtingen gewekt? Is er ‘oud zeer’ bij betrokken doelgroepen of in het plangebied (NB. Dat kan dus ook over totaal andere onderwerpen zijn geweest.) Welke relevante maatschappelijke ontwikkelingen zie je (bijvoorbeeld in landelijke of lokale media)?
94
3. breng de relevante doelgroepen in kaart Inventariseer welke groepen relevant zijn, zowel intern als extern.
Analyseer elke doelgroep, bijvoorbeeld op basis van de volgende vragen: • Hoe ziet een doelgroep eruit (omvang/gewoontes, samenstelling, kenmerken) • Hoe kijkt een doelgroep aan tegen dit plan (en tegen de gemeente)? • Zit er eventueel ‘oud zeer’? • Wat is hun belang? En hoe groot is dit? Tegenstanders van een plan zijn vaak eerder geneigd om tijd en moeite te besteden aan participatie. Bedenk hoe ook potentiële voorstanders gehoord kunnen worden. Laagdrempelige middelen als sociale media kunnen daarbij helpen. Heb ook oog voor de verschillende burgerschapsstijlen van de betrokkenen. In hoeverre zijn ze bereid en in staat om naast hun eigen belang ook het algemeen belang mee te wegen? Hoeveel extra moeite wil je doen om burgers die niet erg bereid zijn om te investeren in participatie, toch te betrekken? Dat laatste hangt vooral af van de mate waarin betrokkenen geraakt worden door de plannen en de mate waarin het welslagen van de plannen van hen afhangt.
4. Bepaal per fase welke rol/positie je de verschillende doelgroepen wilt geven a. In welke positie zit een doelgroep in dit project/beleid: zijn het beïnvloeders, beslissers/bepalers, uitvoerders, gebruikers? b. Welke rol geven we de doelgroep: meeweten, meedenken, meewerken of meebepalen. c. Kijk ook in welke fase iedere doelgroep een rol speelt en of die rol in iedere fase dezelfde is. NB. Naast de doelgroepen voor participatie, kan er ook sprake zijn van partijen die op een andere manier bij de plannen betrokken zijn, bijvoorbeeld als (mogelijke) maarschappelijke partner. Breng deze partijen op dezelfde manier in kaart.
Meeweten = eigenlijk geen echte participatie, maar volledig, tijdig en zorgvuldig informeren/inzicht vergroten in de plannen. Meepraten = de gemeente vraagt inwoners om hun mening, visie, inzichten, ideeën en/of advies over gemeentelijke plannen en houdt hiermee rekening bij de besluitvorming. Meewerken = inwoners werken intensief samen met de gemeente. De gemeente ziet inwoners als partners in de planvorming en is in hoge mate gecommitteerd aan de besluitvorming. Meebepalen = een groep inwoners neemt binnen door de raar aangegeven kaders besluiten. Ad c. Participatie in de hele beleidscyclus is zelden haalbaar. Het is verder goed mogelijk dat een groep in een vroege planfase een andere rol heeft dan in een latere. De meestal onderscheiden fases: a. Agendavorming. Inwoners dragen actief onderwerpen aan voor beleid.
95
b. Beleidsvorming. Deelnemers geven advies of denken mee over beleidsalternatieven of scenario`s c. Beleidsvorming. Gemeentebestuur/raad neemt zelf een besluit of geeft het kader aan waarbinnen beslissingsbevoegdheid wordt gedelegeerd. d. Uitvoering. Bij de uitvoering van beleid worden vaak nog allerlei schijnbaar kleine, maar voor betrokken inwoners belangrijke beslissingen genomen. e. Evaluatie. Inwoners hebben rol in beoordeling van effecten van beleid. 5. Formuleer de ‘kernboodschap’ De kernboodschap is de rode draad voor het beleid/project die moet aansluiten bij het perspectief van de doelgroepen. Het is een brug tussen de doelen van de organisatie en de beleving van de buitenwereld. a. Wat wil je bereiken? b. Waarom wil je dat? c. Wat vraag je van de doelgroepen? Denken ook goed na over de formulering van de randvoorwaarden/speelruimte voor participatie die zijn voortgevloeid uit de voorafgegane beslissingen. 6a. Maak een planning en begroting Bepaal de inhoudelijke mijlpalen van het beleid/project, zoals start, inventarisatie, ontwerp, toetsing en terugkoppeling. Bekijk of het structureel is of incdenteel kort- of langlopend. Dit bepaalt voor een deel je instrumenten. Bepaal of je externe deskundigheid of capaciteiten nodig hebt. Bepaal je middelen. (zie 6b). Maak een begroting 6b. Kies geschikte middelen per doelgroep Zet die in een middelen/doelgroep-overzicht.
Hulpmiddelen Maak per rol (van meewetenden tot meebeslissers) een overzicht. Vermeld hierin de doelgroepen, inhoudelijke mijlpalen, communicatiemiddelen (zoals brief, website,
96
overlegvormen en persoonlijk contact) Relevante vragen bij het kiezen van middelen: Wat wil je bereiken (zie stap 2 vraag 1) Wil je dat mensen kennis/ervaringen inbrengen of ligt de nadruk meer op creativiteit? Is er veel weerstand te verwachten? Gaat het om een langdurige, eventueel structurele inbreng of om een eenmalige raadpleging? Stap 3 uitvoering van de participatie Bekijk voor iedere fase of je aannames nog kloppen: kernboodschap, tol/positie doelgroepen, de gekozen middelen. Bij afwijkingen: doelgroepen informeren. Stap 4 Evaluatie
97
Bijlage IX Voorstel verordening inspraak en burgerparticipatie voor de gemeente Teylingen Verordening inspraak en burgerparticipatie gemeente Teylingen Tekst van de regeling De raad van de gemeente Teylingen; gelet op artikelen 147, 149 en 150 van de Gemeentewet BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden participeren bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid en kunnen inspreken op concrete beleidsvoornemens (Verordening inspraak en burgerparticipatie gemeente Teylingen). Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsomschrijvingen De verordening verstaat onder: 1. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid; 2. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid; 3. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven; 4. burgerparticipatie: een werkwijze, waarbij gemeente, ingezetenen, en belanghebbenden samen in een zo vroeg mogelijk stadium in een onderling open houding en via een vooraf vastgestelde aanpak samenwerken aan de voorbereiding van gemeentelijk beleid of besluit; 5. burgerparticipatieprocedure: de wijze waarop aan burgerparticipatie in het concrete geval invulling zal worden gegeven. Artikel 2 Onderwerp van burgerparticipatie of inspraak 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of burgerparticipatie en /of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van beleid van de gemeente. 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht. 3. Geen inspraak wordt verleend: a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen; b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten; c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft; d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet; e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie of inspraak niet kan worden afgewacht;
98
f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving. Artikel 3 Burgerparticipatie- of inspraakgerechtigden 1. Inspraak wordt verleend aan belanghebbenden en ingezetenen. 2. Bij participatie kunnen in ieder geval belanghebbenden en ingezetenen worden betrokken. Hoofdstuk 2 Inspraakprocedure Artikel 4 Inspraakprocedure 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen. Artikel 5 Eindverslag 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op. 2. Het eindverslag bevat in elk geval: a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure; b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht; c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegevenop welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan. 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar. 4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag. Hoofdstuk 3 Burgerparticipatieprocedure Artikel 6 Burgerparticipatieprocedure 1. Het bestuursorgaan stelt voor elk onderwerp waarop participatie wordt verleend een participatieprocedure vast. 2. De participatieprocedure bevat ten minste: a. het exacte onderwerp en de kaders waarbinnen de burgerparticipatie zich afspeelt; b. het doel van de burgerparticipatie; c. de schaal waarop de burgerparticipatie zich afspeelt; d. wie de beoogde deelnemers zijn aan de burgerparticipatie; e. de rollen van de deelnemers, de raad en het college; f. de status van de inbreng van de deelnemers aan de burgerparticipatie; g. de inrichting van en communicatie over het burgerparticipatieproces; h. de begroting van de kosten van de burgerparticipatie; i. de wijze waarop een evaluatie van de burgerparticipatie plaatsvindt. 3. De in het tweede lid genoemde onderdelen worden opgenomen in de communicatieparagraaf als onderdeel van het plan van aanpak van het desbetreffende project en/of in het communicatieplan van het desbetreffende project.
99
4. De deelnemers worden geïnformeerd over het in het derde lid genoemde plan van aanpak en/of het communicatieplan door het ter zake bevoegde bestuursorgaan. Dit plan van aanpak en/of communicatieplan wordt tevens via de gebruikelijke media bekend gemaakt. 5. Elk bestuursorgaan evalueert jaarlijks het proces en de kwaliteit van de burgerparticipatie procedures. 6. Van de resultaten van een burgerparticipatieprocedure wordt alleen om zwaarwegende redenen afgeweken. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 7 Intrekking oude verordening De inspraakverordening 2006, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 januari 2006 vervalt bij inwerkingtreding van de bij dit besluit behorende Verordening inspraak en burgerparticipatie gemeente Teylingen. Artikel 8 Inwerkingtreding Deze verordening treedt op de achtste dag na bekendmaking in werking. Artikel 9 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inspraak en burgerparticipatie gemeente Teylingen Aldus vastgesteld door de raad van Teylingen op [datum] de griffier, de burgemeester [voorletters + achternaam griffier] [voorletters +achternaam burgermeester]
100