Onderzoeksrapport Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever: Opdrachtnemer / onderzoeksteam: Datum:
College van B&W MT Onderzoeksteam; dhr. A. van der Horst, dhr. C. Smeets, dhr. E. Smolenaers, mevr. E. Wijnen., dhr. W. Kaldenhoven. September 2010 (21-09-10)
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Samenvatting ............................................................................................................4 1.
Inleiding..............................................................................................................6 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2.
Onderzoeksopzet...............................................................................................7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3.
Aanleiding voor het onderzoek ........................................................................................ 6 Achtergrondinformatie....................................................................................................... 6 Opdracht ............................................................................................................................. 6 Opdrachtgever en onderzoekers..................................................................................... 6 Leeswijzer ........................................................................................................................... 6 Doelstelling van het onderzoek ....................................................................................... 7 Probleemstelling ................................................................................................................ 7 Onderzoeksvragen ............................................................................................................ 7 Aanpak van het onderzoek .............................................................................................. 7 Normenkader en toetsingscriteria ................................................................................... 8 Beslispunten en actiepunten............................................................................................ 9 Afbakening........................................................................................................................ 11
Bevindingen .....................................................................................................12 3.1 Doelstelling milieu- preventie......................................................................................... 12 3.1.1 Inzamelhoeveelheden huishoudelijk afval ........................................................... 13 3.1.2 Hoeveelheid huishoudelijk afval in relatie tot BBP ............................................. 14 3.1.3 Kunststof in restafval............................................................................................... 15 3.1.4 Bewustzijn inwoner.................................................................................................. 16 3.1.5 Conclusie .................................................................................................................. 18 3.2 Doelstelling milieu- bronscheiding................................................................................. 19 3.2.1 Bronscheiding huishoudelijk afval Roermond ..................................................... 19 3.2.2 Bronscheiding per hoofdstroom en component .................................................. 19 3.2.3 Uitvoering actiepunten bij bronscheiding ............................................................. 23 3.2.4 Conclusie .................................................................................................................. 24 3.3 Doelstelling kosten .......................................................................................................... 26 3.3.1 Kosten begroting versus realisatie........................................................................ 26 3.3.2 Kosten afvalinzameling en verwerking en gevolgen door veranderingen in het proces of door de burger ................................................................................. 27 3.3.3 Heffing Roermond, gemiddelde Limburg en gemiddelde Nederland .............. 30 3.3.4 Heffing Roermond in vergelijking met vergelijkbare gemeenten...................... 31 3.3.5 Uitvoering actiepunten bij kosten .......................................................................... 32 3.3.6 Conclusie .................................................................................................................. 33 3.4 Doelstelling dienstverlening ........................................................................................... 35 3.4.1 Bewonersonderzoek ............................................................................................... 35 3.4.2 Uitvoering actiepunten bij dienstverlening ........................................................... 37 3.4.3 Conclusie .................................................................................................................. 39
4.
Conclusies ......................................................................................................40 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
Milieu- preventie............................................................................................................... 40 Milieu- bronscheiding ...................................................................................................... 40 Kosten ............................................................................................................................... 40 Dienstverlening ................................................................................................................ 41 Hoofdonderzoeksvraag................................................................................................... 41
Aanbevelingen .................................................................................................42
2
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Hoofdstromen en afvalstromen 2003-2008 en 2009 Reserve egalisatie afvalstoffenheffing Illegaal gedumpt afval en zwerfafval Afkortingen Literatuurlijst
3
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Samenvatting In 2003 is het Huishoudelijk Afvalstoffenplan 2003-2008 (verder: HAP) door de Raad vastgesteld. In het HAP zijn de optimalisering van de inzamelstructuur, intensivering van het flankerend beleid (tariefstructuur, communicatie en dergelijke) en afvalpreventiemaatregelen opgenomen. De expiratie van het HAP is de aanleiding van deze evaluatie. Op grond van artikel 213a van de Gemeentewet is het college van burgemeester en wethouders verplicht jaarlijks onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. Bij het nakomen van deze verplichting heeft het college aansluiting gezocht bij een reeds bestaande onderzoeksbehoefte en heeft besloten dat de evaluatie van het HAP als een 213a onderzoek wordt uitgevoerd. Het onderzoeksplan voor de evaluatie van het HAP is op 26 augustus 2009 door het MT, als ambtelijk opdrachtgever vastgesteld. Het doel van het onderzoek is het evalueren van de doelstellingen van het afvalbeleid als vastgelegd in het ‘Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008’. De probleemstelling luidt als volgt: In hoeverre zijn de doelstellingen die de raad in 2003 heeft vastgesteld voor de inzameling van huishoudelijk afval op het gebied van milieu, kosten en dienstverlening gerealiseerd en hebben die het beoogde effect bereikt? In het HAP zijn milieudoelstellingen voor preventie en bronscheiding, kostendoelstellingen(en) en dienstverleningsdoelstelling(en) opgenomen. Op de centrale probleemstelling is o.a. een antwoord gevonden door middel van de volgende onderzoeksvragen: 1. is het HAP 2003-2008 volledig uitgevoerd; 2. a. op welke wijze (stijging of daling) heeft de totale afvalhoeveelheid (in kg per persoon) zich ontwikkeld en b. is de stijging/ daling van de afvalhoeveelheid het gevolg dat de burger bewuster met zijn afval omgaat; 3. wordt het huishoudelijk afval vanaf 2003 meer gescheiden ter verwerking aangeboden; 4. op welke wijze hebben de kosten van afvalinzameling en verwerking zich ontwikkeld. In welke mate zijn deze kostenontwikkelingen het gevolg van veranderingen in het proces (ophalen en verwerken) of door de burger die afval aanbiedt; 5. hoe is de verhouding van de afvalstoffenheffing in vergelijking met een vergelijkbare gemeente met een soortgelijk systeem; 6. in welke mate is de burger tevreden over de dienstverlening door de gemeente. Door middel van dossieronderzoek, interviews en vragenlijsten hebben de onderzoekers bevindingen gedaan. Op basis van de bevindingen heeft het onderzoeksteam een aantal conclusies getrokken. De conclusies zijn onderstaand per doelstelling geformuleerd: Milieu- preventie In de periode 2003-2008 is meer afval ter verwerking aangeboden, derhalve is de doelstelling niet gehaald. Het gevoerde gemeentelijk afvalpreventiebeleid heeft daarin geen omslag teweeg kunnen brengen. Afvalpreventieve maatregelen kunnen een bijdrage leveren, maar de Roermondse resultaten zijn niet meetbaar. Milieu- bronscheiding De doelstelling voor bronscheiding wordt grotendeels behaald: er wordt 60% aan de bron gescheiden en de helft van de doelstellingen per component wordt behaald, zowel voor textiel, grof herbruikbaar huishoudelijk afval en klein chemisch afval (in kilogram per inwoner) en glas (in percentage van de vrijkomende hoeveelheid). Uit het onderzoek is eveneens gebleken dat bepaalde afvalstromen effectiever kunnen worden ingezameld en processen effectiever kunnen worden ingericht, zoals bijvoorbeeld de blikinzameling.
4
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Kosten Alle actiepunten die betrekking hebben op de kosten zijn uitgevoerd. De doelstelling is behaald: de kosten zijn relatief laag, waardoor ook de afvalstoffenheffing laag is in vergelijking met gemeenten met een soortgelijk systeem. De afvalstoffenheffing is in de onderzoeksperiode nagenoeg stabiel gebleven. Daarbij zijn incidentele fluctuaties opgevangen door de inzet van de reserve egalisatie afvalstoffenheffing. Dienstverlening Uit het bewonersonderzoek 2008 en het onderzoek ‘Staat van de gemeente, voorjaar 2008’ blijkt dat de inwoner tevreden is over de dienstverlening van de afvalinzameling door de gemeente. De conclusie is dat de dienstverlening in ieder geval op een hoog niveau in stand is gebleven. Inwoners geven wel verbeterpunten aan, zoals ruimere openingstijden op het milieupark.
Het antwoord op de vraag of het HAP is uitgevoerd kan op basis van de conclusies bevestigend worden beantwoord. Gesteld kan worden dat het beoogde effect is bereikt: de kosten zijn relatief laag, waardoor ook de afvalstoffenheffing laag is en inwoners geven aan tevreden te zijn over de dienstverlening. De doelstellingen uit het HAP worden grotendeels bereikt. Op grond van de bevindingen en de conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan: Aanbeveling 1 In het nieuwe afvalbeleid afvalpreventie niet als hoofddoelstelling opnemen. De gemeentelijke invloed is moeilijk meetbaar. Projecten gericht op bewustwording en of bewustzijn zijn wel mogelijk, de afvalpreventieprojecten die goed lopen blijven uitvoeren en waar mogelijk aansluiten bij landelijke campagnes. Overige projecten opnieuw bezien (en kans van slagen bekijken). Aanbeveling 2 De effectiviteit van gescheiden inzameling en verwerking van afvalstromen en de uitvoering hiervan onderzoeken, zoals: - onderzoek naar de gescheiden inzameling van de deelstromen luier- en incontinentiemateriaal, blik 1 en drankenkartons die wettelijk niet aan de bron gescheiden hoeven te worden, in relatie tot verwerkingsmogelijkheden, kosten en bedrijfsvoering; - onderzoek naar de optimalisatie van afvalinzameling (zoals inzameling bedrijfsafval samen met het huishoudelijk restafval (via monobakken), containerclusters plaatsen in wijken waar deze ontbreken e.d.); - onderzoek naar (onrechtmatig) gebruik milieupark. Aanbeveling 3 Met betrekking tot de kosten: - daar waar mogelijk aanbestedingen uit te voeren in samenwerking met andere gemeenten; - de relatief hoge reserve egalisatie afvalstoffenheffing afvalverwijdering in de komende periode afbouwen. Aanbeveling 4 Met betrekking tot de dienstverlening: - structureel inzetten op meer en betere voorlichting over afvalinzameling, de mogelijkheid van herinvoering van bijv. een milieukrant onderzoeken; - onderzoek naar verbreding van de openingstijden van het milieupark.
Roermond, september 2010
1
Bronscheiding van luier- en incontinentiemateriaal, drankenkartons en blik is landelijk niet verplicht (dit is opgenomen in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021)
5
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding voor het onderzoek
In 2003 is het Huishoudelijk Afvalstoffenplan 2003-2008 (verder: HAP)door de Raad vastgesteld. In het HAP zijn de optimalisering van de inzamelstructuur, intensivering van het flankerend beleid (tariefstructuur, communicatie en dergelijke) en afvalpreventiemaatregelen opgenomen. De expiratie van het HAP is de aanleiding van deze evaluatie.
1.2
Achtergrondinformatie
Het onderzoek is uitgevoerd conform artikel 213a van de gemeentewet. Op grond van artikel 213a van de Gemeentewet dient het college van burgemeester en wethouders periodiek onderzoek te verrichten naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. Daarbij wordt getoetst of het beleid effectief is uitgevoerd en de boogde effecten zijn bereikt. De resultaten van dit onderzoek vormen de basis voor het nieuw huishoudelijk afvalstoffenbeleid van de gemeente Roermond. In de begroting 2010 is in programma 4.6 opgenomen dat na de evaluatie nieuw beleid (een nieuw HAP) wordt vastgesteld en is een doelstelling opgenomen voor de bronscheiding van huishoudelijk afval (60%).
1.3
Opdracht
Het evalueren van het Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008. Hierbij is het college bestuurlijk opdrachtgever, de uitvoering van het onderzoek is neergelegd bij het MT (ambtelijke opdrachtgever).
1.4
Opdrachtgever en onderzoekers
In paragraaf 1.2 is al opgenomen dat het onderzoek wordt uitgevoerd op grond van artikel 213a. Daarmee is het college de bestuurlijk opdrachtgever van dit onderzoek. De uitvoering van het onderzoek is neergelegd bij het MT die daarmee de ambtelijke opdrachtgever is. De evaluatie van het HAP wordt ter kennisgeving aan de raad voorgelegd. Het onderzoek is uitgevoerd door een onderzoeksteam. De vijf leden van het team zijn dhr. Kaldenhoven (controller), dhr. Smolenaers (financieel adviseur) dhr. van der Horst (beheerder afval), mevr. Wijnen (beheerder afval) en C. Smeets (coördinator milieu).
1.5
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 is de aanleiding van het onderzoek beschreven en de opdracht. In hoofdstuk 2 zijn de doelstelling, probleemstelling, de onderzoeksvragen en het normenkader geformuleerd. Verder is aangegeven hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden (onderzoeksaanpak) en welke zaken wel en welke niet zijn onderzocht (afbakening van het onderzoek). In hoofdstuk 3 staan per doelstelling de bevindingen van het onderzoeksteam, hierin komen ook de onderzoeksvragen aan de orde. Op basis daarvan worden in hoofdstuk 4 conclusies getrokken en in hoofdstuk 5 worden aanbevelingen gedaan.
6
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
2.
Onderzoeksopzet
2.1
Doelstelling van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is het evalueren van de doelstellingen van het afvalbeleid dat is vastgelegd in het ‘Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008’.
2.2
Probleemstelling
In hoeverre zijn de doelstellingen die de raad in 2003 heeft vastgesteld voor de inzameling van huishoudelijk afval op het gebied van milieu, kosten en dienstverlening gerealiseerd en hebben die het beoogde effect bereikt? In het HAP 2003-2008 worden als eerste de doelstellingen voor milieu beschreven, daarna de doelstelling voor kosten en dienstverlening. Duidelijk is dat deze deelgebieden elkaar onderling beïnvloeden. In de begroting wordt o.a. ook getoetst aan de milieudoelstelling. Het onderzoeksresultaat wordt gebruikt als voeding voor een nieuw HAP dat in 2010 wordt opgesteld.
2.3
Onderzoeksvragen
De centrale probleemstelling is opgesplitst in de volgende onderzoeksvragen (tussen de haken staat de relatie met de doelstelling uit het HAP): 1. is het HAP 2003-2008 volledig uitgevoerd; 2. a. op welke wijze (stijging of daling) heeft de totale afvalhoeveelheid (in kg per persoon) zich ontwikkeld en b. is de stijging/ daling van de afvalhoeveelheid het gevolg dat de burger bewuster met zijn afval omgaat (milieu); 3. wordt het huishoudelijk afval vanaf 2003 meer gescheiden ter verwerking aangeboden (milieu); 4. op welke wijze hebben de kosten van afvalinzameling en verwerking zich ontwikkeld. In welke mate zijn deze kostenontwikkelingen het gevolg van veranderingen in het proces (ophalen en verwerken) of door de burger die afval aanbiedt (kosten); 5. hoe is de verhouding van de afvalstoffenheffing in vergelijking met een vergelijkbare gemeente met een soortgelijk systeem (kosten); 6. in welke mate is de burger tevreden over de dienstverlening door de gemeente (dienstverlening).
2.4
Aanpak van het onderzoek
Voordat het feitelijke onderzoek van start is gegaan hebben de onderzoekers een onderzoeksplan opgesteld, waarin onder andere het onderzoekskader (doelstelling, probleemstelling, onderzoeksvragen, afbakening) en de onderzoeksaanpak (dossieronderzoek, interviews, vragenlijsten, normenkader en toetsingscriteria) zijn neergelegd. Dat onderzoeksplan, door het MT vastgesteld op 26 augustus 2009, ligt ten grondslag aan deze onderzoeksrapportage. Een antwoord op de onderzoeksvragen is verkregen via: 1. Dossieronderzoek Op basis van de doelstellingen van het HAP 2003-2008 en de beschikbare kwantitatieve gegevens heeft een analyse plaatsgevonden. De bij de analyse in kaart gebrachte trends en ontwikkelingen zijn zoveel mogelijk objectief verklaard en gerelateerd aan de doelstellingen van het HAP 2003-2008. In het onderzoek is de periode 2003-2008 weergegeven, de resultaten en een korte doorkijk naar 2009 zijn opgenomen in een bijlage 1. 2. Beschikbaarheid gegevens De volgende gegevens zijn bij het onderzoek betrokken: - Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008 - Kwantitatieve gegevens afvalinzameling (hoeveelheden en jaarrekening) 2003-2008 - Onderzoek ‘Staat van de gemeente’ (2008) - Inhoudelijke wijzigingen in beleid 2003-2008 - Landelijke en provinciale afvalcijfers en gegevens - Sorteeranalyse 2009 - Inhoudelijke wijzigingen n.a.v. herindeling Swalmen (per 1-1-2007)
7
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
3. Interviews Met de steller van het Huishoudelijk afvalstoffenplan (in 2003) heeft een interview/gesprek plaatsgevonden om de onderzoeksaanpak door te nemen. 4. Onderzoeken Bewonersonderzoek: om een goed beeld te krijgen van de mening van de burger over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening is tijdens het onderzoek een bewonersonderzoek gehouden. Gedurende de uitvoering van het onderzoek is als knelpunt gesignaleerd dat de onderzoeksvragen (opgenomen in paragraaf 2.3) de probleemstelling niet volledig beantwoorden. Bij de onderzoeksvragen is bijvoorbeeld opgenomen dat de afvalstoffenheffing van Roermond in verhouding wordt bekeken met een vergelijkbare gemeente. Bij het toetsen van de doelstelling kosten is ook de vergelijking met de gemiddelde Limburgse en Nederlandse heffing interessant (zie paragraaf 2.5 b). Dit is in het plan van aanpak ‘Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008’ wél opgenomen onder kostendoelstellingen en de uitwerking daarvan, maar niet als onderzoeksvraag. Voor de leesbaarheid van het rapport is daarom gekozen om aan de hand van de doelstellingen uit het HAP het rapport op te bouwen (milieu, kosten, dienstverlening). Dit betekent dat de onderzoeksvragen niet in chronologische volgorde bij de bevindingen, conclusies en aanbevelingen aan bod komen. De actiepunten uit het HAP (zie paragraaf 2.6) zijn eveneens per doelstelling opgenomen. Dit houdt in dat zij ook niet in chronologische volgorde zijn opgenomen in het onderzoek.
2.5
Normenkader en toetsingscriteria
De uitkomsten van het onderzoek zijn getoetst aan het normenkader dat in het Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008 is opgenomen. Het normenkader bestaat uit milieu-, kosten- en dienstverleningsdoelstellingen. Het doel van het gemeentelijk afvalbeleid en de –uitvoering is niet uitsluitend het realiseren van de milieudoelstellingen, maar ook het zo laag mogelijk houden van de kosten en het bieden van een adequaat dienstverleningspakket/ voldoende service. De prestatiegebieden ‘milieu’, ‘kosten’ en ‘dienstverlening’ beïnvloeden elkaar. Bijvoorbeeld: ‘hoe hoger de dienstverlening, hoe hoger de kosten’ en ‘hoe hoger het hergebruik, hoe lager de kosten’ en wellicht ‘hoe hoger de service, hoe beter het afvalscheidingsgedrag’ (en dus: hoe lager de kosten). In het HAP zijn concrete milieudoelstellingen opgenomen en abstracte doelstellingen voor kosten en dienstverlening. In de begrotingen 2009 en 2010 is een goede dienstverlening en scheiding van afval (beoogd resultaat 60%) als doelstelling opgenomen. a. Milieudoelstelling De milieudoelstelling kan verdeeld worden in preventie en bronscheiding: 1. Preventie - maximaal inzetten op preventie; - de groei van het huishoudelijk afval ombuigen en relatief ontkoppelen van de economische groei; - de subdoelstelling van preventiebeleid is maximaal 15% niet herbruikbare kunststof in het aangeboden huishoudelijk restafval. 2. Bronscheiding De doelstelling in het HAP is 60% gescheiden inzameling aan de bron en hergebruik. Per component zijn ook subdoelstellingen weergegeven, zie de tabel op de volgende pagina.
8
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Component GFT Papier Glas Textiel Blik Grof huishoudelijk afval – herbruikbaar KCA Wit- en bruingoed Restafval Grof huishoudelijk restafval Totaal
Kilogram per inwoner per jaar 94 78 25 5,3 1,5 108
Percentage van de vrijkomende hoeveelheid 65 % 85 % 85 % 75 % 30 % 90 %
1,5 Niet bekend 195 12 520,3
90 % 90 % 50 % 10 % 60 %
Om de milieudoelstelling te toetsen is o.a. de ontwikkeling van de groei van de totale hoeveelheid afval weergegeven. Om de mate van ontkoppeling te beoordelen is de ingezamelde totale hoeveelheid huishoudelijk afval vergeleken met de economische groeicijfers. De subdoelstelling van maximaal 15% niet herbruikbare kunststof in het aangeboden huishoudelijk restafval wordt via de sorteeranalyses op het huishoudelijk afval getoetst. Het bereiken van de doelstelling voor de gescheiden inzameling en hergebruik wordt gemeten aan de hand van ingezamelde hoeveelheden via bronscheiding. b. Kostendoelstellingen De doelstelling voor de kosten is het zo laag mogelijk houden van de kosten (en daarmee de afvalstoffenheffing) die worden gemaakt voor het realiseren van het gewenste afvalscheidingsniveau en voor de dienstverlening aan de inwoners (doelmatigheid). De doelstelling ‘het zo laag mogelijk houden van de kosten’ is niet verder gekwantificeerd. Om de kosten toch vergelijkbaar en meetbaar te maken is hiervoor het volgende kader gehanteerd: - historische ontwikkeling kosten 2003-2008 (begroting vs realisatie); - gemiddelde Limburgse afvalstoffenheffing, gemiddelde Nederlandse afvalstoffenheffing; - hoogte afvalstoffenheffing Roermond in vergelijking met een vergelijkbare gemeenten, met identieke inzamelsystematiek. c. Dienstverleningsdoelstelling De doelstelling voor dienstverlening is het bieden van een adequaat dienstverleningspakket/ voldoende service aan de inwoners. Hiervoor is in het HAP geen concrete doelstelling opgenomen. De dienstverlening is getoetst via een bewonersonderzoek gericht op afvalscheiding en inzameling. Het resultaat van het onderzoek ‘Staat van de gemeente’, onderdeel afvalinzameling wordt ook meegenomen. Dit onderzoek is uitgevoerd in 2008.
2.6
Beslispunten en actiepunten
In het Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008 zijn 24 beslispunten geformuleerd. Daarnaast is een planning met actiepunten opgenomen ter uitvoering van het HAP. Deze twee aspecten uit het HAP 2003-2008 zijn in onderstaande tabel in elkaar geschoven. Uit de beslispunten volgen de actiepunten. In het onderzoek wordt teruggekomen op de uitvoering van de actiepunten en de resultaten.
9
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Beslispunten 1. instemmen met de gemeentelijke doelstellingen ten aanzien van preventie en gescheiden inzameling van huishoudelijk afval; 2. het Afvalpreventieplan 2003-2008 vaststellen; 3. instemmen met de uitvoering van de afvalpreventieprojecten uit het Afvalpreventieplan 2003-2008. 4. instemmen met het handhaven van de duobak en de emmers ten behoeve van de inzameling van GFT en restafval. 5. instemmen met de wijziging (verruiming) van het toewijzingsbeleid voor emmers bij laagbouwaansluitingen; 6. instemmen met het opnemen van een tarief voor omwisselingen in de ‘Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten’ (iedere bewoner heeft recht op een kosteloze wisseling voor emmers- duobakken per jaar). 7. instemmen met de voorgestelde aanpak voor de gescheiden inzameling van GFT in de hoogbouw. 8. instemmen met het realiseren van ondergrondse verzamelcontainers voor de inzameling van restafval bij de hoogbouw. 9. instemmen met het uitwerken van een wijkgerichte aanpak (communicatie, handhaving en eventueel verfijning van het inzamelsysteem) voor het bevorderen van de inzamelrespons van papier en karton (Binnenstad, Roermonds Veld, Kemp, Kitskensberg, Componistenbuurt, Sterrenberg, Vliegeniersbuurt en Donderberg). 10. instemmen met het voortzetten van de huidige inzamelstructuur voor glas, textiel, blik en KCA. 11. in beginsel instemmen met de voorgenomen uitbreidingen van ondergrondse clusters. 12. instemmen met het handhaven van de huidige inzamelstructuur voor grof huishoudelijk afval, bruikbare spullen en wit- en bruingoed en voor grof tuinafval; 13. instemmen met het gratis versnipperen van grof tuinafval aan huis gedurende twee weken in het voorjaar en twee weken in het najaar (proef). 14. instemmen met het nader uitwerken van optimalisering van de inzamelstructuur voor klein WEB (wit- en bruingoed). 15. het Communicatieplan Afvalinzameling en -verwijdering vaststellen als kader voor de communicatie over huishoudelijk afval voor de planperiode. 16. instemmen met de voorgestelde aanpak voor het monitoren en evalueren van de inzameling en verwijdering van huishoudelijk afval (prestatiegebieden, jaarlijkse voortgangsrapportages, uitvoeren sorteeranalyses en tevredenheidsonderzoeken). 17. instemmen met uitbreiden van het aantal formatieplaatsen voor toezicht op en handhaving met betrekking tot het gescheiden aanbieden van huishoudelijk afval en illegaal dumpen in de openbare ruimte met twee fte. 18. instemmen met het inzetten van (spoedeisende) bestuursdwang bij de aanpak van het illegaal dumpen van afval in de openbare ruimte. 19. vooralsnog geen vorm van tariefdifferentiatie invoeren voor de fracties GFT en restafval. 20. instemmen met de wijziging van het acceptatie- en tarievenbeleid voor grof huishoudelijk afval (inzameling aan huis én op het milieupark); 21. instemmen met het invoeren van een pasjessysteem ten behoeve van het intensiveren van de toegangscontrole op het milieupark; 22. bovenstaande wijzigingen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeente Swalmen; 23. het gewijzigde acceptatie en -tarievenbeleid en toegangspasjes -na nadere technische uitwerking- in te voeren per 1 januari 2005. 24. instemmen met de inzet van (een gedeelte van het saldo van) de Voorziening Afvalverwijdering en -verwerking (t.b.v. de heffing).
Actiepunten (uit planning uitvoering HAP) 1. uitvoering afvalpreventieprojecten
2. implementatie ondergrondse containers hoogbouw 3. wijkgerichte aanpak verbetering inzamelrespons oud papier
4. aanpak verbetering inzamelrespons blik 5. uitbreiden containerclusters glas, textiel en blik 6. aan huis inzamelen grof tuinafval, versnipperen snoeihout aan huis
7. inzamelstructuur klein wit- en bruingoed optimaliseren 8. uitvoering communicatie(plan) 9. softwarepakket monitoring huishoudelijk afval 10. sorteeranalyses restafval 11. tevredenheidsonderzoek 12. Uitbreiding handhavingscapaciteit en wijzigen organisatorische inbedding
13. aanpassing acceptatie- en tarievenbeleid grof huishoudelijk afval inclusief aanschaf toegangspasje
10
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
25. overige actiepunten (uit planning uitvoering HAP)
2.7
14. Europese aanbesteding beheer en exploitatie milieupark 15. Europese aanbesteding inzameling GFT en restafval 16. overige overeenkomsten bezien en zo nodig opnieuw (Europees) aanbesteden 17. onderzoek organisatie inzameling en verwijdering huishoudelijk afval gemeente Roermond
Afbakening
Middels de uitvoering van het HAP 2003-2008 wil de gemeente stimuleren dat inwoners bewuster omgaan met afval. Onderstaande elementen spelen hierbij in het kader van dit onderzoek een rol: - inzameling huishoudelijk afval (kosten en hoeveelheden); - sorteeranalyse: in welke mate scheidt de burger zijn afval en is het mogelijk dit gedrag te beïnvloeden; - bewonersonderzoek: in welke mate is de burger tevreden over de dienstverlening; - inzameling bedrijfsafval vergelijkbaar met huishoudelijk afval bij bedrijven. De volgende punten worden niet meegenomen bij de evaluatie, zij maken geen deel uit van het HAP 2003-2008: - prullenbakken openbare ruimte; - zwerfafval openbare ruimte; - reiniging openbare ruimte. Zwerfafval en reiniging openbare ruimte zijn beleidsmatig vastgelegd in het ‘plan van aanpak zwerfafval’ in 2009 en het ‘Reinigingsplan gemeente Roermond 2006’.
11
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
3.
Bevindingen
In het rapport worden de onderzoeksvragen aan de hand van de doelstellingen beantwoord. De doelstellingen komen als volgt aan de orde: - paragraaf 3.1 Doelstelling milieu- preventie - paragraaf 3.2 Doelstelling milieu- bronscheiding - paragraaf 3.3 Doelstelling kosten - paragraaf 3.4 Doelstelling dienstverlening Dit houdt in dat de onderzoeksvragen niet in chronologische volgorde worden beantwoord. Uit het HAP blijkt dat de doelstelling van milieu veelomvattend is en kan worden gesplitst naar een doelstelling voor preventie en bronscheiding. Vandaar dat de doelstelling milieu opgeknipt is in twee paragrafen.
3.1
Doelstelling milieu- preventie
De milieudoelstelling gericht op preventie is: - maximaal inzetten op preventie zodat wordt voorkomen dat het afvalaanbod blijft groeien; - de groei van het huishoudelijk afval ombuigen en relatief ontkoppelen van de economische groei; - de subdoelstelling van preventiebeleid is maximaal 15% niet herbruikbare kunststof in het aangeboden huishoudelijk restafval. Om te toetsen of de doelstelling is behaald worden de volgende onderwerpen in deze paragraaf behandeld: - inzamelhoeveelheden huishoudelijk afval: de ontwikkeling van de groei van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval; - afvalaanbod Roermond t.o.v. economische groei: de ontwikkeling van de totale hoeveelheid afval afgezet tegen de economische groei; - kunststof verpakkingen in restafval: de ontwikkeling van kunststof verpakkingen in het huishoudelijk restafval; - bewustzijn inwoner: hoe bewust is de inwoner m.b.t. preventie van afval.
12
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
3.1.1 Inzamelhoeveelheden huishoudelijk afval De doelstelling van preventie is voorkomen dat afval ontstaat, zodat wordt tegengegaan dat het afvalaanbod blijft groeien. Voor Roermond is de doelstelling dat de totale hoeveelheid huishoudelijk afval niet meer bedraagt dan 520,3 kg in 2008. Om de groei te toetsen wordt aan deze vraag onderzoeksvraag 2 gekoppeld. Onderzoeksvraag 2: a. op welke wijze (stijging of daling) heeft de totale afvalhoeveelheid (in kg per persoon) zich ontwikkeld en b. is de stijging/ daling van de afvalhoeveelheid het gevolg dat de burger bewuster met zijn afval omgaat (milieu). a. Ontwikkeling totale afvalhoeveelheid In onderstaande tabel is voor de periode 2003-2008 de hoeveelheid afval per inwoner in Roermond weergegeven. Naast de resultaten van Roermond is het landelijk gemiddelde per persoon geplaatst.
Huishoudelijk afval per jaar 700 595
600 549
561 531
562 537
570
561
569 548
561
508
kg per inwoner
500
400
per inw oner Roermond per inw oner landelijk Lineair (per inw oner Roermond)
300
200
100
0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar Figuur 1
Uit de grafiek blijkt dat de hoeveelheid huishoudelijk afval per persoon in Roermond gestaag is toegenomen. In 2007 is echter een daling zichtbaar, de oorzaak kan de herindeling met Swalmen zijn. Mogelijk was de inwoner van stadsdeel Swalmen nog niet gewend aan het afschaffen van de tariefdifferentiatie bij gft- en restafval en het voor hen nieuwe tarievenbeleid op het milieupark. Waarschijnlijk heeft de inwoner uit Swalmen in 2008 een inhaalslag gemaakt, de hoeveelheid huishoudelijk restafval is in 2008 namelijk hoger dan andere jaren. De stijging in 2006 en 2008 is daarnaast mede te wijten aan het gewijzigde acceptatie- en 2 tarievenbeleid op het milieupark . Er is dat jaar meer afval afgevoerd via het milieupark dan voorgaande jaren, zoals bijvoorbeeld grof tuinafval en grof huishoudelijk afval. De inzameling van gescheiden huishoudelijk afval en restafval duobak is constant gebleven (zie ook 3.2.2, figuur 5). Landelijk is het huishoudelijk afval per inwoner eveneens toegenomen, met uitzondering van 2008. Roermond zit tot en met 2005 onder het landelijk gemiddelde en in 2006 en 2008 boven het landelijk 2
In 2006 is het acceptatie- en tarievenbeleid op het milieupark gewijzigd. De inwoner kan gesorteerd afval de eerste drie bezoeken gratis aanbieden, daarna wordt een tarief van €7,- betaald per bezoek. Voorheen werd een tarief per m3 betaald voor gesorteerd afval.
13
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
gemiddelde. De verklaring staat in bovenstaande alinea vermeld: de herindeling en de wijziging van het acceptatie- en tarievenbeleid op het milieupark. b. Ontwikkeling gevolg bewustzijn burger Het is moeilijk vast te stellen of het gedrag van de inwoners direct kan worden gekoppeld aan de toegenomen afvalhoeveelheden. Bij de afvalpreventieprojecten die zijn uitgevoerd is geen nulsituatie vastgesteld en de afvalpreventieve invloed is moeilijk te meten (zie ook paragraaf 3.1.4). Ook heeft gewijzigd gemeentelijk beleid invloed op de afvalhoeveelheden. De wijze waarop producten als afval worden afgedankt is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van een product en de verpakkingsindustrie. De gemeente heeft hier nagenoeg geen invloed op. Conclusie De totale afvalhoeveelheid in Roermond is gestaag toegenomen. In de jaren 2006 t/m 2008 hebben de gevolgen van de herindeling en het gewijzigd acceptatie- en tarievenbeleid op het milieupark extra gevolgen gehad voor de hoeveelheden. Het is moeilijk vast te stellen of het gedrag van de inwoners direct kan worden gekoppeld aan de toegenomen afvalhoeveelheden. Gewijzigd gemeentelijk beleid (bijvoorbeeld op het milieupark) en de ontwikkeling van producten en de verpakkingsindustrie zijn mede van invloed op afvalhoeveelheden. De ontwikkeling van producten en de verpakkingsindustrie valt niet onder de gemeentelijke invloedssfeer. 3.1.2 Hoeveelheid huishoudelijk afval in relatie tot BBP De doelstelling in het HAP is de groei van het huishoudelijk afval van Roermond ombuigen en relatief te ontkoppelen van de economische groei. De economische groei wordt in Nederland uitgedrukt als Bruto Binnenlands Product (BBP). Het BBP is geïndexeerd op het jaar 2003 en afgezet tegen het geïndexeerde ingezameld gewicht aan totaal huishoudelijk afval per inwoner in Roermond en Nederland. Dit verband is weergegeven in onderstaande figuur.
Roermond en Nederland: trend totale hoeveelheid huishoudelijk afval in relatie tot het Bruto Binnenlands Product (BBP) 125
indexjaar 2000 NL=100
120
115 110
kg/inw oner Roermond BBP Nederland
105
kg/inw oner Nederland
100
95 90 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
Figuur 2
Figuur 2 laat voor Roermond sinds 2003 geen relatieve ontkoppeling zien tussen het totale aanbod van huishoudelijk afval en de economische groei. Het Roermondse afvalaanbod stijgt in lijn met die groei, dit in tegenstelling tot de “Nederlandse” cijfers. In onderstaande alinea wordt hierop nader ingegaan.
14
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Om meer inzicht in het aantal kg per inwoner in Roermond te krijgen is een grafiek gemaakt waarbij als basis de vier hoofdstromen van het huishoudelijk afval zijn gebruikt. De hoofdstromen staan weergegeven en nader uitgelegd in paragraaf 3.2.2. In onderstaande grafiek worden de hoofdstromen gescheiden huishoudelijk afval en restafval duobak weergegeven en de totale hoeveelheid afval op het milieupark (al het grof huishoudelijk afval, restafval en asbest) afgezet tegen het BBP in Nederland.
Uitspliting Roermond en Nederland: hoofdstromen Roermond in relatie tot het Bruto Binnenlands Product (BBP) 180 170
indexjaar 2000 NL=100
160 150
afval via milieupark
140
BBP Nederland
130
gescheiden huishoudelijk afval en restafval duobak
120 110 100 90 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
Figuur 3
Uit figuur 3 blijkt dat er wel een relatieve ontkoppeling is op bepaalde hoofdstromen van het huishoudelijk afval. Tussen het gescheiden huishoudelijk afval en restafval duobak is een relatieve ontkoppeling te zien met de economische groei. Tussen het afval dat naar het milieupark wordt gebracht en de economische groei is geen relatieve ontkoppeling zichtbaar. In paragraaf 3.2.2 wordt nader ingegaan op de toename van afvalstromen op het milieupark. Conclusie Er heeft geen relatieve ontkoppeling plaatsgevonden tussen het totale aanbod van huishoudelijk afval in Roermond en de economische groei. Als het huishoudelijk afval wordt onderverdeeld in hoofdstromen blijkt er bij de stromen gescheiden huishoudelijk afval en restafval duobak wel sprake van een geringe trendbreuk, die echter niet van toepassing is op het afval dat naar het milieupark wordt gebracht. 3.1.3 Kunststof in restafval De subdoelstelling van het preventiebeleid is dat in 2008 maximaal 15% niet herbruikbaar kunststof in het aangeboden huishoudelijk restafval zit. In 2003 bestond het huishoudelijk afval voor gemiddeld 21% uit niet herbruikbaar kunststof. Dit percentage was in vergelijking met andere gemeenten erg hoog. Gescheiden inzameling was geen optie, (geschikte) verwerkingsmogelijkheden waren destijds niet voorhanden. In het HAP is daarom ingezet om d.m.v. preventieactiviteiten de hoeveelheid niet herbruikbaar kunststof terug te dringen. Om te toetsen hoe het aandeel kunststof/ niet herbruikbaar kunststof zich heeft ontwikkeld is een sorteeranalyse uitgevoerd in 2008/2009. Hieruit blijkt dat het aandeel kunststof is toegenomen naar 22%. Uit landelijk onderzoek in 2008 blijkt dat de gemiddelde verhoudingen herbruikbaar en niet
15
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
3
herbruikbaar kunststof bekend zijn . Als de landelijk verhoudingen worden toegepast zou in Roermond 18% herbruikbare kunststof zijn en 4% niet herbruikbaar kunststof. De totale hoeveelheid kunststof is welliswaar toegenomen naar 22%, maar de niet herbruikbare hoeveelheid is afgenomen naar 4%. Door technische ontwikkelingen zijn er tegenwoordig meer toepassingen voor hergebruik van kunststof dan in 2003. Als in dit licht bovenstaande percentages worden bezien, blijkt dat de doelstelling door deze ontwikkelingen en niet door gemeentelijke inspanningen wordt behaald. Derhalve kan worden gesteld dat de doelstelling niet is bereikt via afvalpreventie, zie ook paragraaf 3.1.4. Vanaf december 2009 is in de hele gemeente gescheiden inzameling gestart om het herbruikbare kunststof uit het restafval te verwijderen, in bijlage 1 wordt hier uitgebreider op ingegaan. Conclusie De doelstelling dat maximaal 15% niet herbruikbaar kunststof in het aangeboden huishoudelijk restafval in 2008 aanwezig is wordt behaald. Het aandeel niet herbruikbaar kunststof is 4%, 18% kan worden hergebruikt. Aangenomen wordt dat dit niet is bereikt via afvalpreventie, maar door technische ontwikkelingen voor verwerking en hergebruik van kunststof de laatste jaren. 3.1.4 Bewustzijn inwoner De doelstelling van preventie is voorkomen dat afval ontstaat zodat wordt tegengegaan dat het afvalaanbod blijft groeien. Het voorkomen van het ontstaan van afval begint bij het aanschaffen van een product en eindigt bij de wijze van afdanken van het product. In het HAP is het afvalpreventieplan opgenomen, waarin zeven projecten worden beschreven om gedurende de periode 2003-2008 op te pakken. De projecten worden in deze paragraaf beschreven. Uitvoering afvalpreventieprojecten (actiepunt 1) a. intensiveren thuiscomposteren Doel: Het vergroten van de kennis over hoe en waarom van het gebruik van compostvaten, eventueel met behulp van een compostmeester, met als resultaat minder GFT-inzameling. Uitvoering actiepunt: eind 2004 zijn 5 vrijwilligers opgeleid als compostmeester. Een compostmeester is een deskundige in composteren en in preventie van organisch afval en leert zijn medeburgers de fijne kneepjes van het thuiscomposteren. Conclusie: ondanks het feit dat diverse communicatiekanalen zijn ingezet hebben relatief weinig bewoners gebruik gemaakt van de dienst. Het project heeft waarschijnlijk weinig afvalpreventieve invloed gehad. b. versnipperen grof tuinafval Op afspraak biedt de gemeente aan om aan huis twee keer per jaar aan huis (grof) tuinafval te versnipperen. Doel: huishoudens nemen het versnipperde afval zoveel mogelijk terug voor gebruik in eigen tuin. Uitvoering actiepunt: het versnipperen van grof tuinafval is in 2004 geïmplementeerd. Het aantal deelnemers schommelt tussen de 100 en 200 per jaar. Met de start in 2004 hebben 220 aansluitingen deelgenomen, in 2008 slechts 152. Er zijn relatief veel klachten/ opmerkingen, ongeveer 10% heeft nog extra contact met de gemeente na en voor het aanmelden. De kosten van deze dienst zijn in verhouding tot het aantal deelnemers relatief hoog (kosten ca €8.000,-, 200 deelnemers) in vergelijking met de inzamel- en verwerkingskosten op het milieupark. Conclusie: gezien het beperkte aantal deelnemers heeft versnipperen nauwelijks afvalpreventie tot gevolg, verhoudingsgewijs zijn de kosten hoog. In het nieuwe afvalbeleid overwegen het versnipperen wel/ niet voort te zetten. c. groen katern Groen Katern als onderdeel opnemen in de gemeentegids Doel: consumenten snel en eenvoudig verkoopadressen verstrekken van milieuvriendelijke producten en diensten.
3
Landelijk onderzoek in 2008 toont aan dat gemiddeld 19% kunststof in het restafval aanwezig is, wat bestaat uit 80% herbruikbare kunststof (verpakkingen).
16
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Uitvoering actiepunt: niet uitgevoerd. In 2005 zijn verschillende gemeenten overgestapt van drukwerk naar een digitale gids. Ook het bedrijfsleven is meer reclame gaan maken voor milieu- en natuurvriendelijke producten. Conclusie: gezien de bestaande grote diversiteit aan informatiekanalen dit onderdeel ook in de toekomst niet opnemen. d. Preventie op school Doel: leerlingen en de ouders bewust te maken van afvalscheiding en –preventie. Uitvoering actiepunt: Vanaf 2007 is aangehaakt bij de campagne van Nederland Schoon om leerlingen van scholen zwerfafval te laten prikken. Ter voorbereiding hierop ontvangen de leerlingen van de gemeente het lespakket ‘Zwerfafval mooi niet’. Voor de start van het project volgt een toelichting over zwerfafval. Op deze manier wordt geprobeerd de afvalinzameling thuis en op school te koppelen aan gedrag van leerlingen buiten. Jaarlijks nemen twee tot vier scholen deel aan de campagne. De gemeente biedt tevens ondersteuning als scholen het project ad-hoc willen oppakken. Daarnaast kunnen scholen via het Milieu-ontmoetingsprogramma het kringloopcentrum en milieupark bezoeken, waarbij informatie wordt gegeven over afvalscheiding. Conclusie: project loopt goed en kan voortgezet worden. e. Duurzaam verhuispakket Doel: door middel van het uitreiken van het duurzaam verhuispakket inwoners informatie verstrekken over milieuvriendelijke producten voor huis en tuin. Uitvoering actiepunt: Niet uitgevoerd. Dit project sluit aan op het Groen Kartern, vanwege het niet uitvoeren van het Groen Katern is dit project ook niet gevolgd. f. Preventieacties in samenwerking met winkeliers In samenwerking met winkeliers kan de gemeente preventieacties uitvoeren. Zoals ‘Koop Groen’ en ‘Actie Boodschappentas’. Doel: Consumenten te helpen bij en te stimuleren tot het maken van milieuvriendelijke keuzes in de winkel en i.p.v een plastic tas aannemen hun eigen boodschappentas gebruiken. Uitvoering actiepunt: niet uitgevoerd. Veel winkeliers zijn de laatste jaren zelf steeds bewuster omgegaan met het verstrekken van plastic zakken (evt. tegen betaling). Conclusie: onderzoeken of project nog in toekomst wordt opgepakt. g. Voorkom verspilling, koop voedsel op maat Doel: Burgers bewust te maken van de hoeveelheid voedsel die jaarlijks wordt weggegooid. Uitvoering actiepunt: niet uitgevoerd. Nog steeds een zeer actueel thema. Milieudefensie en Milieucentraal proberen hier landelijk aandacht voor te vragen. Aanhaken bij de campagne gestart op 1 december 2009 door Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om in 2015 20% minder voedsel te verspillen is een mogelijkheid. Conclusie: onderzoeken of kan worden aangehaakt bij landelijke campagne. Uitbreiding handhavingscapaciteit en wijzigen organisatorische inbedding (actiepunt 12) Doel: Uitbreiding met twee buitengewone opsporingsambtenaren voor de uitbreiding van meer toezicht en handhaving voor o.a. het aanbieden en scheiden van huishoudelijk afval en illegaal dumpen in de openbare ruimte. Uitvoering: uitbreiding heeft plaatsgevonden per 1 augustus 2004. Begin 2003 zijn met de afdeling Stadstoezicht afspraken vastgelegd over de werkzaamheden die de afdeling stadstoezicht uitvoert in het kader van toezicht en handhaving, dit betreft o.a.: afspraken over periodieke controles van de gescheiden inzameling in wijken, verbaliseren bij het buiten laten staan van inzamelmiddelen, dader achterhalen bij illegaal gedumpt afval. Conclusie: Er heeft meer toezicht en handhaving plaatsgevonden, volgens een betere en gestructureerde aanpak. De afvalpreventieve invloed is moeilijk te meten, wel is duidelijk dat er meer handhavend is opgetreden. Meer informatie over het illegaal dumpen en zwerfafval is opgenomen in bijlage 3. Aanbeveling: geen wijzigingen doorvoeren. Conclusie Drie van de zeven projecten zijn uitgevoerd (intensiveren thuiscomposteren, versnipperen grof tuinafval en preventie op school). Vier projecten zijn niet uitgevoerd, de redenen hiervoor zijn verschillend. Bij twee van de drie projecten uitgevoerde projecten was de deelname gering
17
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
(thuiscomposteren, versnipperen grof tuinafval), positief is dat het draagvlak op scholen bij het project afvalpreventie en -inzameling toeneemt. Door de geringe deelname aan projecten kan worden gesteld dat de afvalpreventieve invloed klein is geweest. Dit is mede een verklaring waarom de doelstelling van 520,3 kg huishoudelijk afval in 2008 niet is behaald. Overigens is het in het algemeen moeilijk te meten in hoeverre projecten bijdragen aan een afvalpreventieve invloed bij de inwoners. 3.1.5 Conclusie De totale afvalhoeveelheid per inwoner is in de periode 2003-2008 gestegen van 500 kg per inwoner naar 595 kg per inwoner. De doelstelling van 520,3 kg per inwoner in 2008 is niet behaald. Een eenduidige oorzaak voor deze toename is niet aan te wijzen. Meerdere factoren spelen daarin een rol, met name het ‘afvalgedrag’ van de inwoners, beleidsontwikkelingen, niet goed aanslaan van preventiebeleid en economische omstandigheden. De toename van de afvalhoeveelheid heeft tot gevolg dat er geen relatieve ontkoppeling heeft plaatsgevonden tussen het totale aanbod van huishoudelijk afval en de economische groei. De doelstelling dat maximaal 15% niet herbruikbaar kunststof in het aangeboden huishoudelijk restafval in 2008 aanwezig is wordt behaald. Het aandeel niet herbruikbaar kunststof is 4%, 18% kan worden hergebruikt. Aangenomen wordt dat dit niet is bereikt via afvalpreventie, maar door technische ontwikkelingen voor verwerking en hergebruik van kunststof de laatste jaren. Door de geringe deelname aan afvalprventieprojecten kan worden gesteld dat de afvalpreventieve invloed klein is geweest. Dit kan mede verklaren waarom de doelstelling van 520,3 kg huishoudelijk afval in 2008 niet is behaald. Ondanks de geringe deelname is het moeilijk te meten in hoeverre projecten bijdragen aan een afvalpreventieve invloed bij de inwoners. Daarom zou de afvalpreventie kunnen worden beperkt tot bijvoorbeeld voorlichting op scholen en bij projecten waarbij kan worden aangesloten bij landelijke campagnes.
18
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
3.2
Doelstelling milieu- bronscheiding
De doelstelling in het HAP is 60% gescheiden inzameling en hergebruik aan de bron. Per component zijn ook subdoelstellingen weergegeven. Achtereenvolgens komt in deze paragraaf het volgende aan de orde: - Bronscheiding huishoudelijk afval Roermond (paragraaf 3.2.1) - Bronscheiding per hoofdstroom en component (paragraaf 3.2.2) - Uitvoering actiepunten bij bronscheiding (paragraaf 3.2.3) 3.2.1 Bronscheiding huishoudelijk afval Roermond Bronscheiding houdt in dat de burger de verschillende soorten huishoudelijk afval en grof huishoudelijk afval zelf gescheiden aanbiedt. Het betreft zowel haal- als brengsystemen. Het grof huishoudelijk afval dat op het milieupark wordt gescheiden in verschillende soorten afval mag dan ook gerekend worden als bronscheiding. De totale hoeveelheid afval (weergegeven in paragraaf 3.1.1) wordt voor een deel door de burger bij de bron gescheiden. Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse percentages bronscheiding weer.
Bronscheiding 70% 64% 62%
percentage bronscheiding
60%
57%
59%
59%
59%
48%
50% 40% bronscheiding 30% 20%
10% 0% 2003
2004
2005
2006
2007
2008
landelijk 2008
jaar Figuur 4
Figuur 4 toont aan dat er vanaf 2003 sprake is van een toename tot en met 2007. In 2007 en 2008 wordt de doelstelling van 60% bronscheiding gehaald. Het jaar 2007 vertoont een piek, mede veroorzaakt door de toename van afval en scheiding hiervan op het milieupark. Uit de figuur blijkt dat het landelijk gemiddelde bij bronscheiding op 48% ligt. Conclusie De doelstelling van 60% wordt behaald vanaf 2007. Gesteld kan worden dat de gemeente Roermond een goede infrastructuur biedt voor het scheiden van afval, te denken valt aan de containers voor inzameling van glas, blik, e.d. tot de scheiding op het milieupark. In vergelijking met de landelijke cijfers scoort de gemeente Roermond zeer goed op de bronscheiding van afvalstromen. 3.2.2 Bronscheiding per hoofdstroom en component Per component zijn ook subdoelstellingen voor bronscheiding weergegeven, deze zijn onderverdeeld in een doelstelling in kg/ inwoner en percentage van de vrijkomende hoeveelheid.
19
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
In deze subparagraaf wordt eerst de bronscheiding per hoofdstroom (onderzoeksvraag 3) en daarna per component weergegeven. Bronscheiding per hoofdstroom Onderzoeksvraag 3: wordt het huishoudelijk afval vanaf 2003 meer gescheiden ter verwerking aangeboden (milieu)? In de periode 2003-2008 zijn 24 afvalstromen in Roermond gescheiden ingezameld op 38 verschillende manieren. Een voorbeeld is KCA, dat is een van de afvalstromen die op diverse manieren wordt ingezameld: aan huis via de chemocar, het brengsysteem naar het milieupark en batterijen via het landelijk brengsysteem bij winkeliers (via de stichting Stibat). De 24 afvalstromen zijn verdeeld in vier hoofdstromen. Deze hoofdstromen zijn: - gescheiden huishoudelijk afval: afval dat gescheiden is afgevoerd, bijvoorbeeld oud papier, kca, glas. Als het niet wordt gescheiden gooien inwoners het in de duobak. - restafval duobak: het afval dat als restafval via de duobak wordt afgevoerd. - grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar: grof huishoudelijk afval dat herbruikbaar of recyclebaar is. Grof huishoudelijk afval is al het afval dat niet in de duobak past. - grof huishoudelijk restafval en asbest: grof huishoudelijk restafval is niet meer herbruikbaar/ recyclebaar en wordt uiteindelijk verbrand. Asbest wordt gestort. In bijlage 1 zijn de hoofdstromen, afvalstromen en hoeveelheden per jaar uitgewerkt. De vier hoofdstromen zijn met de jaarlijkse hoeveelheden weergegeven in onderstaande figuur. Huishoudelijk afval per hoofdstroom 300 241
250 203
kg per inwoner
200
184 174
179 179 178 178 174
209 210
2003
200
191
173
2004
173
2005
159
150
2006
138
2007
116 94
100
2008 landelijk 2008 49
50 14
22 24 27 11
0 gescheiden huishoudelijk afval
restafval duobak
grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar
grof huishoudelijk restafval en asbest
hoofdstroom Figuur 5
Gescheiden huishoudelijk afval De hoeveelheid gescheiden huishoudelijk afval is in de periode 2003-2008 is redelijk stabiel. De hoeveelheid komt overeen met landelijke cijfers. Restafval duobak De hoeveelheid restafval via de duobak is jaarlijks redelijk stabiel qua hoeveelheid, met uitzondering van 2007. Het lage inzamelresultaat in 2007 is een gevolg van de herindeling met Swalmen (per 1 januari 2007). In stadsdeel Swalmen werd voor de herindeling jaarlijks minder restafval ingezameld dan in Roermond en deze trend was ook in 2007 nog zichtbaar. De hoeveelheid restafval van 138 kg
20
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
per inwoner in 2007 in stadsdeel Swalmen heeft tot gevolg dat de totale hoeveelheid restafval in de hele gemeente daalt naar 173 kg per inwoner. In 2008 is de gemiddelde hoeveelheid restafval weer toegenomen, maar ligt nog steeds onder de landelijke hoeveelheid restafval. Dit duidt op een goede scheiding in het aanbieden van afval. Grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar De fractie herbruikbare/ recyclebare afvalstromen van het grof huishoudelijk afval dat voornamelijk via het milieupark wordt afgevoerd is vanaf 2003 gestegen. De toename wordt geleidelijk per jaar hoger. De oorzaak dat er meer grof huishoudelijk afval op het milieupark wordt aangeleverd, is vooral te wijten aan het nieuwe tarievenbeleid (eerste drie bezoeken gratis aanbieden van gesorteerd afval). De afvalstromen schoon puin, grond/zand, grof tuinafval en hout zijn wel met 50% tot 140% toegenomen. In 2009 hebben inwoners die zeer vaak het milieupark bezochten de mogelijkheid gekregen een uitleg hierover te geven. Het blijkt dat er ook ‘illegaal’ gebruik wordt gemaakt door o.a. hoveniersbedrijven en klusbedrijven die regelmatig groenafval of puin wegbrengen. De hoeveelheid herbruikbaar grof huishoudelijk afval dat gescheiden wordt aangeboden ligt beduidend hoger dan de landelijke hoeveelheid. Grof huishoudelijk afval en asbest De hoeveelheid grof huishoudelijk afval en asbest is gedurende de periode 2003-2005 redelijk stabiel. Vanaf 2006 is er een stijging zichtbaar. Dit is te wijten aan de hoeveelheid grof huishoudelijk restafval op het milieupark, deze is van 11 kg per inwoner in 2005 toegenomen naar 27 kg per inwoner in 2008. De stijging in 2006 kan onder andere worden toegeschreven aan de wijziging van het acceptatie- en tarievenbeleid op het milieupark. Ook hier onderscheidt de gemeente zich in positieve zin ten opzichte van de landelijke cijfers. Bronscheiding per component In het HAP zijn de scheidingsdoelstelling per component weergegeven in kg per inwoner en percentage van de vrijkomende hoeveelheid. In onderstaande tabel staan deze doelstellingen en de realisatie. Doelstelling HAP
Doelstelling HAP
Component
Kilogram per inwoner per jaar
GFT Papier Glas Textiel Blik Grof huishoudelijk afval – herbruikbaar KCA Wit- en bruingoed
94 78 25 5,3 1,5 108
Percentage van de vrijkomende hoeveelheid 65 % 85 % 85 % 75 % 30 % 90 %
1,5 Niet bekend
90 % 90 %
Realisatie 2008 Kilogram per inwoner per jaar 68 73 23 6,2 1,2 191
2)
1,7 Zie grof huishoudelijk afval 200 26
Realisatie 2008 Percentage van de vrijkomende hoeveelheid 45% 1) 83% 85% 45% n.b. n.b. 81% n.b.
Restafval 195 50 % n.b. Grof huishoudelijk 12 10 % n.b. restafval 3) Overig 5,3 Totaal 520,3 60 % 595,4 62% 1) er wordt 83% herbruikbaar papier ingezameld, als de sorteeranalyse plaatsvindt incl. het hygiënisch papier wordt er 70% ingezameld. Aangezien dit niet onder de aanbiedregels valt is in de tabel 83% opgenomen. 2) recyclebaar grof huishoudelijk afval, incl. 7,7 kg wit- en bruingoed 3) betreft kunststof, drankkartons, luier- en incontinentiemateriaal en asbest.
Per component wordt hier kort op de ontwikkeling en het resultaat ingegaan. * GFT: De absolute en procentuele doelstelling voor GFT wordt niet behaald. GFT varieert in de periode 2003-2008 tussen de 68 en 80 kg per inwoner, waarbij 68 kg per inwoner in 2008 wordt bereikt. Uit de sorteeranalyse 2008/2009 blijkt dat in het huishoudelijk restafval veel etensresten aanwezig zijn (74 kg) en slechts 4% tuinafval (betreft 8 kg). De oorzaak dat het GFT vanaf 2006 is gedaald is mogelijk het gewijzigde tarievenbeleid op het milieupark, hier is de hoeveelheid grof
21
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
tuinafval van 10 kg per inwoner toegenomen naar 18 kg per inwoner. Vanaf januari 2006 was het grof tuinafval de eerste drie bezoeken gratis, vanaf augustus 2008 kan het ieder bezoek gratis worden aangeboden. Als de hoeveelheid grof tuinafval en het GFT bij elkaar wordt geteld wordt de doelstelling bijna gehaald. * Papier: De absolute en procentuele doelstelling zijn niet behaald, terwijl er wel 83% van de vrijgekomen hoeveelheid herbruikbaar oud papier wordt ingezameld. Een van de oorzaken kan de hoogbouw zijn, uit de sorteeranalyse blijkt dat daar minder oud papier wordt gescheiden. * Glas: De procentuele doelstelling uit het HAP van 85% is behaald, de absolute doelstelling is bijna behaald. De situatie is nagenoeg optimaal, het rendement is naar tevredenheid. * Textiel: De absolute doelstelling van 5,3 kg per inwoner is ruimschoots behaald, dit blijkt echter geen 75% te zijn van de totaalvrijkomende hoeveelheid maar 45%. Gezien de absolute hoeveelheden die gescheiden zijn ingezameld en die nog in het restafval zijn aangetroffen (6,2 kg), kan worden gesteld dat de totale hoeveelheid aangeboden textiel is toegenomen en dat hier mogelijk nog ‘scheidingswinst’ te behalen valt. * Blik: De absolute doelstelling is net niet behaald. Er bevindt zich nog 5,4 kg blik in het restafval dat wordt nu via nascheiding eruit gehaald. Landelijk zijn er momenteel discussies over de bronscheiding van blik, zie ook paragraaf 3.2.3. * Grof huishoudelijk afval (herbruikbaar/ recyclebaar) en wit- en bruingoed: De hoeveelheid grof huishoudelijk afval – herbruikbaar en recyclebaar- zijn alle goederen die naar het milieupark en kringloopcentrum worden gebracht/ worden opgehaald aan huis. Met name vanaf 2007 zijn de hoeveelheden gescheiden grof huishoudelijk afval toegenomen, vanwege het nieuwe tarievenbeleid. Voor het wit- en bruingoed voldoet Roermond ruimschoots aan de LAP (Landelijk afvalbeheerplan) doelstelling van 2 kg per jaar. * KCA (klein chemisch afval): De absolute doelstelling uit het HAP wordt behaald,de procentuele doelstelling niet. De hoeveelheid kca is vanaf 2003 van 1,3 kg per inwoner toegenomen naar 1,7 kg per inwoner. Er bevindt zich nog 0,4 kg kca in het restafval. * Restafval: De doelstelling uit het HAP is net niet gehaald. De hoeveelheden schommelen in de onderzoeksperiode tussen 200 en 211 kg per inwoner, met uitzondering in 2007 (na de herindeling minder restafval via de duobak ingezameld). Opgemerkt dient te worden dat het huishoudelijk restafval samen wordt ingezameld met bedrijfsafval (middels monocontainers). Hierdoor kan een bepaalde vervuiling ontstaat, doordat het afval van de huishoudens wordt vermengt met het bedrijfsafval. De aanwezigheid van bedrijfsafval kan de hoeveelheid huishoudelijk restafval dus negatief beïnvloeden. * Grof huishoudelijk restafval: De hoeveelheid grof huishoudelijk afval is verdubbeld. Met name vanaf 2007 is de hoeveelheid grof huishoudelijk afval toegenomen, vanwege het gewijzigd tarievenbeleid op het milieupark. De doelstelling is hierin niet gehaald, ervan uitgaande dat deze afvalstroom zo veel mogelijk gereduceerd dient te worden. Conclusie Het gescheiden huishoudelijk afval en het restafval uit de duobak is redelijk stabiel gebleven qua hoeveelheden. Enige uitzondering is de hoeveelheid restafval in de duobak in 2007. Dat is te wijten is aan de lage hoeveelheid restafval in het stadsdeel Swalmen. Dit haalt de totale hoeveelheid restafval per inwoner in de gehele gemeente in 2007 omlaag. Op het milieupark heeft een toename plaatsgevonden van de hoeveelheid grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar (vooral puin, grof tuinafval en hout). Er is dus meer afval ter verwerking gescheiden aangeboden. Daarnaast is ook de hoeveelheid grof huishoudelijk afval/asbest toegenomen. De oorzaak is de wijziging van het acceptatie- en tarievenbeleid op het milieupark met ingang van 2006 en mogelijk oneigenlijk gebruik hiervan. Voor een deel van de componenten wordt de doelstelling behaald (soms absoluut en soms procentueel). Per afvalstroom zijn verschillende oorzaken waarom doelstellingen niet worden behaald, zoals wijzigingen in beleid of soort inzamelsysteem.
22
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Uit het onderzoek blijkt dat Roermond 24 verschillende afvalstromen kent, welke op 39 verschillende manieren worden ingezameld. Hierbij bevinden zich ook afvalstromen welke niet wettelijk verplicht zijn aan de bron te scheiden. Ook zijn er afvalstromen waarvoor drie verschillende inzamelsystemen zijn. In de gemeente zijn dus veen verschillende inzamelsystemen. 3.2.3 Uitvoering actiepunten bij bronscheiding Om de doelstelling m.b.t. de bronscheiding te bereiken zijn actiepunten opgenomen voor o.a. verbeteringen aan de inzamelstructuur. In deze paragraaf wordt ingegaan op de uitvoering van die actiepunten. Per actiepunt is het doel, de uitvoering en de conclusie opgenomen. Opgemerkt wordt dat de inzamelstructuur een belangrijke component is bij het realiseren van de doelstellingen uit het HAP. De gemeente is verantwoordelijk voor deze inzamelstructuur en kan hier naar eigen inzicht vorm en inhoud aan geven. Implementatie ondergrondse containers hoogbouw (actiepunt 2) De rolcontainers voor huishoudelijk restafval bij hoogbouw (complexen met drie tot vier woonlagen en hoger) vervangen door ondergrondse container(s). Doel: minder grof huishoudelijk afval in de containers, hygiënischer en brandveiliger. Uitvoering actiepunt: In het najaar van 2005 zijn als proef 5 ondergrondse containers bij het nieuwbouwcomplex Laurentiuskwartier geplaatst. Punten uit de evaluatie zijn meegenomen bij de verdere implementatie in 2009. Inmiddels staan bij 19 bestaande hoogbouwcomplexen 35 containers. In 2010 worden nog 5 containers geplaatst bij enkele bestaande complexen. Nieuwbouw wordt automatisch voorzien van ondergrondse containers. Conclusie: het voornemen was om bij de 44 bestaande hoogbouwcomplexen ondergrondse containers te plaatsen. Uiteindelijk is op basis van nader onderzoek en overleg met eigenaren van de complexen gebleken dat dit niet bij alle hoogbouw mogelijk is (vanwege ondergrondse en/of bovengrondse infrastructuur, juridische kosten bij plaatsing op grond van derden, ondergrondse containers sluiten niet goed aan bij de doelgroep, bijv. ouderen en allochtonen). Het doel is deels gerealiseerd, bij complexen met rolcontainers is de hoeveelheid grof huishoudelijk afval niet afgenomen en is de hygiënischer situatie en brandveiligheid niet gewijzigd. Aanbeveling: n.v.t. (bij toekomstige nieuwbouw worden ondergrondse containers geplaatst). Wijkgerichte aanpak verbetering inzamelrespons oud papier (actiepunt 3) Doel: de inzamelresultaten van oud papier verbeteren in wijken waar minder goed wordt gescheiden (o.a. Binnenstad, Roermondse Veld, de Kemp, Componistenbuurt, Vliegeniersbuurt). Uitvoering actiepunt: in 2004 onderzoek verricht naar de problematiek bij de inzameling in bovenstaande wijken. Met de verenigingen zijn daarna afspraken gemaakt over o.a. de inzet van toezicht en handhaving, informatie verstrekken over afvalscheiding e.d.. Daarna is regelmatig bilateraal overleg geweest tussen verenigingen en gemeente. Conclusie: De inzamelresultaten zijn, met uitzonderling van de wijk de Kemp in de bovengenoemde wijken toegenomen. Aanbeveling: de resultaten per wijk blijven volgen, indien de resultaten wijzigen project opnieuw oppakken. Aanpak verbetering inzamelrespons blik (actiepunt 4) Doel: inzamelrespons blik verhogen door extra en gerichte communicatie naar inwoners. Uitvoering actiepunt: gedeeltelijk uitgevoerd. In 2003 heeft een artikel over blikrecycling in de milieukrant gestaan. De jaren erna zijn landelijke discussies gevoerd of gescheiden inzameling de voorkeur heeft boven het verwijderen van blik uit het huishoudelijk restafval via nascheiding. Een duidelijke uitspraak hierover heeft niet plaatsgevonden en de keuze is overgelaten aan de gemeente. Vanwege deze discussie is geen prioriteit geven aan verdere communicatie. Op dit moment loopt er een landelijke publiciteitscampagne vanuit de Stichting Kringloop Blik. Hierin wordt gecommuniceerd dat blik bij het huishoudelijk restafval kan worden gegooid. Bij de verwerking van deze afvalstroom wordt het blik alsnog via nascheiding gerecycled. Conclusie: de inzamelrespons is ondanks geringe communicatie toegenomen van 0,5 kg per inwoner (2003) naar 1,2 kg per inwoner (2008). Aanbeveling: onderzoek doen naar voortzetten blikinzameling in het nieuwe beleidsplan. Uitbreiden containerclusters glas, textiel en blik (actiepunt 5) Doel: ter verbetering van de dienstverlening in bepaalde wijken clusters plaatsten. Uitvoering actiepunt: op de volgende locaties zijn containers geplaatst:
23
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
- Slachthuisstraat (de glascontainers vervangen door glas-, blik- en textielcontainers in 2003) - Roersingel (glascontainer kerk verwijderd, glas, blik en textiel bij Roersingel geplaatst in 2005) - Musschenberg (nieuwe locatie glas-, blik en textielcontainer in 2005) - Oolderverste (nieuwe locatie glas-, blik en textielcontainer in 2008). Conclusie: de dienstverlening is verbeterd in deze wijken, de inzamelresultaten van textiel en blik zijn toegenomen via de containerinzameling, de inzamelresultaten van glas zijn stabiel gebleven. Landelijk wordt bij de glascontainers aanbevolen één container te plaatsen per 650 inwoners, in Roermond staat één container per 740 inwoners. Bij textiel en blik zijn er geen richtlijnen. Roermond zit dus dichtbij de landelijke richtlijn. Aanbeveling: in wijken waar nog geen containerclusters staan deze alsnog vestigen (de Wijher, Hammerveld), met uitzondering van de blikcontainers Aan huis inzamelen grof tuinafval en versnipperen snoeihout aan huis (actiepunt 6) - Aan huis inzamelen grof tuinafval Doel: hogere deelname aansluitingen voor inzameling van grof tuinafval aan huis Uitvoering actiepunt: in het najaar van 2003 is het tarief voor het ophalen van grof tuinafval gewijzigd van €7,- per m3 naar €7,50 per aanbieding, met een maximum van 3 m3. Conclusie: het aantal aansluitingen dat deelneemt blijft ongeveer gelijk (jaarlijks circa 40-50 aansluitingen), ondanks regelmatige communicatie en verlaging van tarief. Aanbeveling: vanwege het geringe aantal deelnemers en het groot aantal meldingen/ klachten in het nieuwe afvalbeleid overwegen de inzameling wel/ niet voort te zetten. -
Versnipperen grof tuinafval: zie paragraaf 3.1.4.
Inzamelstructuur klein wit- en bruingoed (actiepunt 7) Intensivering communicatie en optimalisatie inzamelstructuur klein wit- en bruingoed. Wit- en bruingoed heet tegenwoordig EEA (Elektrische en Elektronische Apparatuur). Doel: verhoging van de inzamelresultaten van klein wit- en bruingoed. Uitvoering actiepunt: niet uitgevoerd, wel zijn er landelijke campagnes. Conclusie: ondanks dat het actiepunt niet is uitgevoerd zijn de inzamelresultaten toegenomen van 2,3 kg per inwoner (2003) naar 7,7 kg per inwoner (2008). Dit komt mede door de landelijke inzameling van EEA via het Regionaal Sorteercentrum. Aanbeveling: de stichting Light-rec heeft Roermond benaderd voor een landelijke proef bij supermarkten. Indien deze start is de aanbeveling deel te nemen. Een tweede aanbeveling is het inzamelen van EEA bij (basis)scholen onder de aandacht brengen en stimuleren. Landelijk wordt dit geregeld door de NVMP en voor de scholen zitten hier leuke acties aan vast. Sorteeranalyses restafval (actiepunt 10) Doel: het scheidingspercentage per component bepalen. Uitvoering: in 2003 en 2008/2009 zijn sorteeranalyses uitgevoerd. Conclusie: in 2008 blijkt dat er ten opzichte van 2003 minder GFT, oud papier, glas, textiel en drankenkartons in het huishoudelijk restafval aanwezig is. Het GFT dat in het restafval aanwezig is bestaat voor 80% uit etensresten, de hoeveelheid grof tuinafval is afgenomen ten opzichte van 2003. Aanbeveling: de sorteeranalyses bij evaluatie beleid en opzet nieuw beleid uitvoeren/ gebruiken. Conclusie Vijf van de zeven projecten die betrekking hebben op bronscheiding zijn uitgevoerd. Twee projecten (aanpak verbetering inzamelrespons blik en inzamelstructuur wit- en bruingoed zijn niet uitgevoerd door o.a. landelijke ontwikkelingen). De uitgevoerde projecten hebben bijgedragen aan het behalen van de doelstelling voor bronscheiding. 3.2.4 Conclusie De doelstelling van 60% scheiding aan de bron in 2008 is behaald. In vergelijking met de landelijke cijfers scoort de gemeente Roermond zeer goed op het onderdeel bronscheiding van afvalstromen. Mede dankzij de goede infrastructuur voor het scheiden van afval (containers voor inzameling van glas, blik, e.d. tot het milieupark) wordt de doelstelling behaald. Het gescheiden huishoudelijk afval en het restafval uit de duobak is qua hoeveelheden redelijk stabiel gebleven. Enige uitzondering is de hoeveelheid restafval in de duobak in 2007 (herindeling). De wijziging van het tarievenbeleid op het milieupark heeft tot gevolg gehad dat de gescheiden
24
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
inzameling van grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar en het grof huishoudelijk afval/asbest op het milieupark is toegenomen. Er is dus meer afval ter verwerking gescheiden aangeboden. De een deel van de componenten wordt de doelstelling behaald (soms absoluut en soms procentueel). Per afvalstroom zijn verschillende oorzaken waarom doelstellingen niet worden behaald, zoals wijzigingen in beleid of soort inzamelsysteem. Uit het onderzoek blijkt dat Roermond 24 verschillende afvalstromen kent, welke op 39 verschillende manieren worden ingezameld. Hierbij bevinden zich ook afvalstromen welke niet wettelijk verplicht zijn aan de bron te scheiden. Ook zijn er afvalstromen waarvoor drie verschillende inzamelsystemen zijn. In de gemeente zijn dus veen verschillende inzamelsystemen. Vijf van de zeven actiepunten die betrekking hebben op bronscheiding zijn uitgevoerd. Deze actiepunten hebben bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen.
25
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
3.3
Doelstelling kosten
De doelstelling voor de kosten is het zo laag mogelijk houden van de kosten (en daarmee de afvalstoffenheffing) die worden gemaakt voor het realiseren van het gewenste afvalscheidingsniveau en voor de dienstverlening aan de inwoners (doelmatigheid). Bovenstaande doelstelling is niet verder gekwantificeerd. Om de kosten toch te onderzoeken kan gekeken worden naar ontwikkelingen en bijvoorbeeld vergelijkingen met andere gemeenten. Het volgende kader is daarvoor gehanteerd: Gemeentelijke opbouw: - Kosten begroting versus realisatie (zie paragraaf 3.3.1) - Kosten afvalinzameling en verwerking en gevolgen door veranderingen in het proces of door de burger (zie paragraaf 3.3.2) Afvalstoffenheffing: - Heffing Roermond, gemiddelde Limburg en gemiddelde Nederland (zie paragraaf 3.3.3) - Heffing Roermond in vergelijking met vergelijkbare gemeenten (zie paragraaf 3.3.4) Als achtergrondinformatie wordt hierbij vermeld dat de kosten van de afvalinzameling en –verwerking onder andere afhankelijk zijn van inzamelhoeveelheden, aanbestedingsresultaten, indexeringen en landelijke wet- en regelgeving. Op een aantal punten heeft de gemeente direct invloed, denk aan het gemeentelijk beleid (acceptatiebeleid en de vorm van dienstverlening). Op aanbestedingsresultaten, indexeringen en landelijke wet- en regelgeving heeft de gemeente minder of geen invloed. Een voorbeeld bij gewijzigde landelijke wet- en regelgeving is de stortbelasting voor asbest die onlangs is ingevoerd. 3.3.1 Kosten begroting versus realisatie Om de afvalinzameling en – verwerking te dekken betalen inwoners een door de gemeente opgelegde afvalstoffenheffing. Naast de kosten voor afvalinzameling en –verwerking kan ook sprake zijn van baten, voorbeelden zijn de afzet van oud papier en textiel. Figuur 6 geeft de kosten en baten weer. De eerste reeks kolommen zijn de jaarlijks begrote kosten versus de realisatie. De tweede reeks kolommen zijn de begrote baten versus de gerealiseerde baten. De weergegeven baten zijn incl. de afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit 19% overdekking die naar de algemene middelen van de gemeente Roermond vloeit.
26
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Ontwikkeling kosten en baten Roermond
Kosten x 1.000
8.000
Kosten 6.000
4.000
2.000
Kosten en baten (€)
Begroting
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Realisatie
2.000 -
4.000 -
6.000 -
Baten 8.000 -
jaar Figuur 6
Het verloop van de kosten en baten is tot en met 2006 redelijk stabiel. In 2007 stijgen de kosten en baten, oorzaak is de herindeling waardoor de begroting van Swalmen wordt samengevoegd met de begroting van Roermond. In 2008 nemen de begrote en gerealiseerde kosten en baten toe doordat de hoeveelheden afval ook een stijgende lijn laten zien. De baten zijn structureel hoger dan de kosten, doordat in de afvalstoffenheffing een overdekking is van 19%. Deze overdekking vloeit naar de 4 algemene middelen van de gemeente Roermond . Conclusie Zowel kosten als baten zijn toegenomen. Dit hangt samen met de stijging van de hoeveelheid afval in 2008 en 2009. In 2007 is de begroting samengevoegd met Swalmen, wat invloed heeft op de totale kosten en baten. 3.3.2 Kosten afvalinzameling en verwerking en gevolgen door veranderingen in het proces of door de burger Onderzoeksvraag 4: a. op welke wijze hebben de kosten van afvalinzameling en verwerking zich ontwikkeld; b. in welke mate zijn deze kostenontwikkelingen het gevolg van veranderingen in het proces (ophalen en verwerken) of door de burger die afval aanbiedt (kosten). Voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag is gebruik gemaakt van de gegevens uit het financiële systeem van de gemeente.
4
Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is de gemeente structureel gekort op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Om de korting van de uitkering van het rijk te compenseren mag de gemeente de BTW over kosten van de afvalinzameling en –verwerking doorberekenen in de afvalstoffenheffing (de zogenaamde overdekking). In de gemeentelijke begroting dienen kosten echter wel ‘netto’ te worden vermeld, dus zonder de compensabele btw. Daarom lijkt het op basis van de begroting en bij volledige kostendekking alsof geraamde inkomsten hoger zijn dan geraamde kosten.
27
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
a. Ontwikkeling inzamel- en verwerkingskosten De kosten van de afvalinzameling zijn alle kosten die worden gemaakt om het huishoudelijk afval in te zamelen, onder andere bijvoorbeeld de kosten van lediging duobakken, ophalen grof tuinafval, kerstbomen, oud papier e.d., maar ook de kosten van aanschaf van containers. De verwerkingskosten zijn de kosten om het huishoudelijk afval te verwerken, zoals bijvoorbeeld de verwerking van glas, huishoudelijk restafval, maar ook alle afvalstromen die vrijkomen op het milieupark. De jaarlijkse inzamel- en verwerkingskosten zijn weergegeven in figuur 7. In figuur 8 zijn de inzamel- en verwerkingskosten per inwoner weergegeven en in figuur 9 de kosten per ton. De figuren staan op de volgende pagina.
28
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Inzamel- en verwerkingskosten per jaar
kosten x €1.000
€ 3.000
kosten (€)
€ 2.119
€ 2.018
€ 1.929
€ 1.820
€ 2.000 € 1.500
€ 2.528
€ 2.418
€ 2.500
Inzamelkosten per jaar € 1.428
€ 1.122
€ 1.187
€ 1.103
€ 1.111
verw erkingskosten per jaar
€ 1.220
€ 1.000
Lineair (verw erkingskosten per jaar)
€ 500
Lineair (Inzamelkosten per jaar)
€0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
Figuur 7
Inzamel- en verwerkingskosten per inwoner € 50 € 45
€ 40
€ 43
€ 47
€ 44
€ 44
€ 46 Inzamelkosten per inw oner
€ 40 kosten (€)
€ 35 € 30
Verw erkingskosten per inw oner € 25
€ 26
€ 24
€ 24
€ 25
€ 26 € 22
€ 20 € 15
Lineair (Inzamelkosten per inw oner) Lineair (Verw erkingskosten per inw oner)
€ 10 €5 €0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
Figuur 8
Inzamel- en verwerkingskosten per ton € 90
€ 79
€ 80
€ 83
€ 82
€ 81
€ 80
€ 78 Inzamelkosten per ton
€ 70 kosten (€)
€ 60
Verw erkingskosten per ton € 49
€ 49
€ 50
€ 45
€ 43
€ 41
€ 44
€ 40
Lineair (Inzamelkosten per ton) Lineair (Verw erkingskosten per ton)
€ 30 € 20 € 10 €0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
Figuur 9
29
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Inzamelkosten De kosten voor afvalinzameling zijn van 2003 tot en met 2008 toegenomen van ruim €1,1 miljoen naar € 1,4 miljoen (zie figuur 7). De stijging van de kosten is met name te wijten aan de toename van kosten voor de inzameling van gft- en restafval (extra kosten ondergrondse containers) en de toename kapitaalslasten bij de droge componenten (glas-, blik- en textielcontainers). Ook de toename van het aantal aansluitingen heeft invloed op de inzamelkosten (er wordt bijvoorbeeld ook afgerekend per aansluiting). Uit figuur 8 blijkt dat de kosten per inwoner redelijk stabiel zijn en tussen de €25,- en €26,- liggen in de periode 2003-2008 (met een uitschieter naar €22,- in 2007). Dit ondanks een absolute stijging van ongeveer €300.000,-. Figuur 9 toont aan dat de inzamelkosten per ton goedkoper zijn geworden. Ondanks een stijging van de afvalhoeveelheden en totale kosten, zijn de inzamelkosten per ton gedaald. Dit komt o.a. door aanbestedingsvoordelen. Verwerkingskosten De kosten van de verwerking zijn gestegen van 1,8 miljoen naar 2,5 miljoen. De stijging komt voort uit de toename van de afvalhoeveelheden. Er is o.a. meer grof huishoudelijk afval en grof tuinafval op het milieupark aangeboden. De kosten op het milieupark en de verwerking van grof huishoudelijk afval zijn toegenomen met € 686.000,- . Uit figuur 9 blijkt dat de verwerkingskosten tussen de €40,- en €46,- per inwoner liggen. In 2006 stijgen de verwerkingskosten fors, mogelijk veroorzaakt door het tarievenbeleid op het milieupark. De totale verwerkingskosten in 2007 zijn hoger doordat meer aansluitingen afval aanleveren (n.a.v. de herindeling). De kosten per persoon zijn echter lager omdat de hoeveelheid afval is afgenomen en het inwoneraantal is toegenomen. De verwerkingskosten per ton zijn in 2005 en 2006 gestegen en daarna gedaald naar €78,- per ton. De laatste jaren zijn er grote fluctuaties geweest in de verwerkingstarieven en zijn een aantal afvalstromen opnieuw op de markt gezet. Dit heeft geresulteerd in voordeligere verwerkingstarieven. b. gevolgen van verandering in proces of aanbieden inwoner Veranderingen in het proces, zoals het wijzigen van acceptatie- en tarievenbeleid, hebben invloed op afvalhoeveelheden (zie paragraaf 3.1 en 3.2) en daarmee gepaard gaande kosten. Het aanbiedgedrag van de inwoner heeft invloed op inzamel- en verwerkingskosten. De gemeente heeft echter matig invloed op het aanbiedgedrag. Via het beschikbaar stellen van goede faciliteiten (bijv. glascontainers, milieupark) kan de gemeente bijdragen aan de motivatie en het stimuleren bij de inwoner om afval aan de bron te scheiden. Conclusie Zowel de inzamel- als verwerkingskosten zijn toegenomen, door groei van de hoeveelheid afval en groei van het aantal aansluitingen (huishoudens). Het inzamelproces (acceptatie- en tarievenbeleid milieupark) heeft vanaf 2006 invloed op het aanbiedgedrag van de inwoner. Dit is in negatieve zin zichtbaar in de verwerkingskosten. De toename per jaar is aanzienlijk, maar als verrekening plaatsvindt naar de kosten per inwoner en kosten per ton blijkt de stijging minder groot. De kosten per ton zijn zelfs gedaald. Dit komt door voordelige aanbestedingsresultaten. Het aanbiedgedrag van de inwoner heeft invloed op inzamel- en verwerkingskosten. De gemeente heeft echter matig invloed op het aanbiedgedrag, doordat er een vast tarief is voor afvalstoffenheffing. Via het beschikbaar stellen van goede faciliteiten (bijv. glascontainers, milieupark) kan de gemeente bijdragen aan de motivatie en het stimuleren bij de inwoner om afval aan de bron te scheiden. 3.3.3 Heffing Roermond, gemiddelde Limburg en gemiddelde Nederland Aansluitingen waar huishoudelijk afval vrijkomt betalen afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is opgebouwd uit o.a. inzamelkosten, verwerkingskosten, kapitaallasten en overhead. Iedere gemeente heeft een bepaalde vrijheid om bepaalde zaken wel of niet (geheel) door te belasten in de afvalstoffenheffing (bijvoorbeeld zwerfafval uit de openbare ruimte). Omdat iedere gemeente bij de tariefstelling een bepaalde vrijheid heeft zijn afvalstoffenheffingen niet één op één met elkaar te
30
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
vergelijken. Senternovem geeft jaarlijks een rapport uit waarin per gemeente de afvalstoffenheffing, het tariefsysteem, de inzamelaar en het dekkingspercentage wordt gegeven. De begroting afvalstoffenheffing is een gesloten exploitatie. Via een reserve (voorheen voorziening) worden aan het eind van het jaar de baten dan wel lasten verrekend. Jaarlijkse overschotten of tekorten komen ten gunste of ten laste van de reserve, hierdoor worden incidentele stijgingen van de heffing voorkomen en blijft het tarief gelijkmatig, al te grote fluctuaties in het tarief zijn ongewenst. Wel is het tarief (kosten)dekkend. In figuur 10 is de heffing van Roermond, de gemiddelde Limburgse en gemiddelde landelijke heffing weergegeven.
Afvalstoffenheffing t.o.v. landelijk en Limburgs gemiddelde 2003-2008 € 300
€ 250 €226 €224 €218
€242
€238
€235 €219
€195
€ 200 kosten (€)
€230
€249 €247
€250 €249 €234
€219
€223
€197
€194
Roermond € 150
Limburgs gemiddelde landelijk gemiddelde
€ 100
€ 50
€0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar Figuur 10
Figuur 10 laat zien dat de afvalstoffenheffing in Roermond redelijk stabiel is, mede door de inzet van de reserve egalisatie afvalstoffenheffing (zie bijlage 2). De reserve is in 2007 en 2008 afgenomen, maar nog steeds relatief hoog. De gemiddelde Limburgse heffing is tot en met 2006 lager dan de Roermondse heffing, in 2007 en 2008 is de gemiddelde Limburgse heffing hoger. De landelijke heffing neemt toe gedurende de periode 2003-2008. Conclusie De afvalstoffenheffing is redelijk stabiel in de periode 2003-2008. In 2008 is de heffing in Roermond lager dan de gemiddelde Limburgse heffing én de gemiddelde landelijke heffing. De relatief hoger reserve afbouwen. 3.3.4 Heffing Roermond in vergelijking met vergelijkbare gemeenten Onderzoeksvraag 5: de verhouding van de afvalstoffenheffing in vergelijking met een vergelijkbare gemeente met een soortgelijk systeem (kosten). Om de gemeente Roermond te vergelijken zijn in eerste instantie gemeenten gezocht met eenzelfde inwoneraantal. Daarnaast is ook opgelet dat wijze van tariefstelling (vaste heffing) en inzamelaar (particuliere inzamelaar) overeenkomen. De volgende gemeenten zijn geselecteerd: - Etten-Leur, 41.000 inwoners (2008), vast tarief, particuliere inzamelaar; - Vlissingen, 45.000 inwoners (2008), vast tarief, gemeentelijke dienst en particuliere inzamelaar; - Weert 48.000 inwoners (2008), tarief gebaseerd op aantal personen, particuliere inzamelaar.
31
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
De kosten van de heffing zijn weergegeven in figuur 11.
Afvalstoffenheffing in vergelijkbare gemeenten 350
300 250
2003 2004
tarief
200
2005 2006
150
2007 2008
100 50
0 Roermond*
Etten-Leur*
Vlissingen*
Weert **
gemeente Figuur 11
* **
gemeente met een particuliere inzameldienst en een vast tarief gemeente met een tariefsysteem dat gebaseerd is op aantal personen, in 2010 betaalt een 1persoonshuishouden €222,-, een 2-persoonshuishouden € 244,56 en een 3 en meer persoonshuishouden € 269,40
Uit figuur 11 blijkt dat de afvalstoffenheffing in Roermond en Etten-Leur gedurende de periode 20032008 redelijk stabiel is in vergelijking met Vlissingen (forse stijging na 2005) en Weert (gemiddeld hoog tarief). In Vlissingen is vanaf 2006 een zeer grote stijging waarneembaar en in Weert zijn de tarieven in 2007 en 2008 zeer hoog geweest in verhouding met overige jaren. Er kunnen diverse oorzaken zijn: grote investeringen, meer toerekeningen aan de heffing, e.d. Het gelijkmatige tarief komt in Roermond door structureel goed beheer, aanbestedingsvoordelen en de reserve constructie waardoor tijdelijke fluctuaties opgevangen worden. Conclusie Als de afvalstoffenheffing van Roermond wordt afgezet tegen gemeenten met een vergelijkbaar inwoneraantal en systeem heeft Roermond een stabiel en niet te hoog tarief. De gemiddelde landelijke heffing is ook hoger dan de heffing in Roermond in de periode 2003-2008. Roermond behoort dan ook niet tot de duurdere gemeenten op het gebied van afvalstoffenheffing. Structureel goed beheer, aanbestedingsvoordelen en de reserve constructie waardoor tijdelijke fluctuaties worden opgevangen vormen de basis voor dit resultaat. 3.3.5 Uitvoering actiepunten bij kosten Om de kostendoelstelling te bereiken is in het HAP een aantal verbeteringen opgenomen. Deze verbeteringen zijn opgenomen als actiepunten. In deze paragraaf wordt ingegaan op de uitvoering van de actiepunten behorende bij de doelstelling kosten. Per actiepunt is het doel, de uitvoering en de conclusie opgenomen. Aanpassing acceptatie- en tarievenbeleid grof huishoudelijk afval inclusief aanschaf toegangspasje (actiepunt 13) Doel: illegaal gebruik tegengaan door verhoging van tarieven bij veelvuldig gebruik milieupark in combinatie met verbetering van de toegangscontrole. Uitvoering actiepunt: in 2006 zijn naar aanleiding van een motie de tarieven op het milieupark aangepast en is het toegangspasje ingevoerd. De eerste drie bezoeken met gesorteerd afval zijn
32
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
gratis, daarna zijn de kosten €7,- per bezoek. Dit is een ander tarievenbeleid dan in het HAP beoogd (doel HAP: verhoging van tarieven bij veelvuldig gebruik). Het toegangspasje is in 2006 ook in de voormalige gemeente Swalmen ingevoerd. Het tarievenbeleid is vanaf 1 januari 2007 in stadsdeel Swalmen ingevoerd (na de herindeling). Conclusie: de algemene conclusie is dat het toegangspasje goed functioneert, echter in de praktijk blijkt dat er bedrijven zijn die bedrijfsafval brengen. Ook is geconstateerd dat er een groep veelvuldige gebruikers is (die meer dan 15 maal per jaar het milieupark bezoekt met afvalstromen die worden betaald) en inwoners van andere gemeenten afval naar het milieupark Roermond brengen. Aanbeveling: onderzoek naar verhoging van tarieven bij veelvuldig gebruik (bijvoorbeeld vanaf het vierde bezoek) en onderzoek naar betere handhaving, zodat eventueel de toegang geweigerd kan worden bij aangetoond misbruik. Europese aanbesteding beheer en exploitatie milieupark (actiepunt 14) Doel: goede prijs- kwaliteit verhouding Uitvoering actiepunt: per 1 augustus 2004 is het beheer en de exploitatie opnieuw aanbesteed. Gunning heeft plaatsgevonden aan AVR Keunen (inmiddels overgenomen door Van Gansewinkel). Conclusie: er is een goede prijs-kwaliteitverhouding behaald na de aanbesteding. Na gunning werd de besparing in 2004 jaarlijks geraamd op €110.000,Aanbeveling: werkzaamheden ook in de toekomst Europees aanbesteden aan een bedrijf met voldoende kennis over beheer milieuparken. Europese aanbesteding inzameling GFT en restafval (actiepunt 15) Doel: goede prijs- kwaliteit verhouding Uitvoering actiepunt: Europese aanbesteding uitgevoerd per 1 juli 2005, samen met Swalmen, Roerdalen, Weert en Nederweert. Gunning aan van Gansewinkel. Conclusie: er is een goede prijs- kwaliteitverhouding bereikt na de aanbesteding. Opmerking: per 1 januari 2011 loopt het huidige contract ten einde. Inmiddels wordt in regionaal verband samengewerkt aan een nieuwe aanbesteding. Overige overeenkomsten bezien en zo nodig opnieuw (Europees) aanbesteden (actiepunt 16) Doel: goede prijs- kwaliteit verhouding Uitvoering actiepunt: de volgende aanbestedingen zijn uitgevoerd: - beheer, uitgifte milieupassen milieupark per 1 januari 2006 (opdrachtwaarde €50.000) - inzameling grof huishoudelijk afval per 1 januari 2007 (opdrachtwaarde €193.000) - inzameling en verwerking van oud papier per 1 januari 2008 (opdrachtwaarde €245.000) - aanschaf ondergrondse containers inzameling gft- en restafval, plaatsing, service en onderhoud per per 1 augustus 2008 (opdrachtwaarde €220.000) Conclusie: het resultaat is een goede prijs-kwaliteit verhouding voor de dienstverlening. Aanbeveling: zoveel mogelijk aanbesteden, daar waar mogelijk uitgaan van regionale samenwerking. Conclusie Alle actiepunten m.b.t. de kosten zijn uitgevoerd. De aanbestedingen hebben veelal kostenvoordeel opgeleverd, waarbij de goede prijs-kwaliteitverhouding in stand is gebleven of verbeterd, mede door de regionale samenwerking. 3.3.6 Conclusie De totale kosten en baten zijn in de periode 2003-2008 gelijkmatig toegenomen. Als een uitsplitsing in de kosten wordt gemaakt naar inzamel- als verwerkingskosten blijkt dat beide kostensoorten zijn gestegen. De toename per jaar is aanzienlijk, maar te verklaren door de herindeling en toename van aantal aansluitingen. Als de vertaling naar de kosten per inwoner plaatsvindt blijkt de stijging minder groot te zijn, door toename van het aantal aansluitingen. De inzamel- en verwerkingskosten per ton zijn zelfs gedaald, dit heeft te maken met aanbestedingsvoordelen en de toename van het aanbod. Het aanbiedgedrag van de inwoner heeft invloed op inzamel- en verwerkingskosten. De gemeente heeft echter weinig invloed op het aanbiedgedrag, doordat er een vast tarief is voor afvalstoffenheffing. Via het beschikbaar stellen van goede faciliteiten (bijv. glascontainers, milieupark) kan de gemeente bijdragen aan de motivatie en het stimuleren bij de inwoner om afval aan de bron te scheiden.
33
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Als de afvalstoffenheffing van Roermond worden afgezet tegen gemeenten met een vergelijkbaar inwoneraantal en systeem heeft Roermond een stabiel en niet te hoog tarief. De gemiddelde landelijke heffing is ook hoger dan de heffing in Roermond in de periode 2003-2008. Roermond behoort dan ook niet tot de duurdere gemeenten op het gebied van afvalstoffenheffing. Structureel goed beheer, aanbestedingsvoordelen en de reserve constructie waardoor tijdelijke fluctuaties worden opgevangen vormen de basis voor dit resultaat. Alle actiepunten die betrekking hebben op de kosten zijn uitgevoerd. Aanbestedingen hebben veelal financiële voordelen opgeleverd waardoor de kosten en dus de heffing zo laag mogelijk zijn gebleven. De conclusie is dat de doelstelling is behaald: de kosten zijn relatief laag, waardoor ook de afvalstoffenheffing laag is in vergelijking met gemeenten met een soortgelijk systeem. De afvalstoffenheffing is in de onderzoeksperiode nagenoeg stabiel gebleven. Daarbij zijn incidentele fluctuaties opgevangen door de inzet van de reserve egalisatie afvalstoffenheffing. De reserve is in 2007 en 2008 afgebouwd, maar nog relatief hoog. Alle actiepunten die betrekking hebben op de kosten zijn uitgevoerd. Aanbestedingen hebben veelal financiële voordelen opgeleverd waardoor de kosten en dus de heffing zo laag mogelijk zijn gebleven.
34
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
3.4
Doelstelling dienstverlening
De doelstelling voor dienstverlening is het bieden van een adequaat dienstverleningspakket / voldoende service aan de inwoners. In het HAP 2003-2008 was geen concrete doelstelling opgenomen. De dienstverlening is getoetst via een bewonersonderzoek gericht op afvalscheiding en inzameling. Het resultaat van het onderzoek ‘Staat van de gemeente’, onderdeel afvalinzameling is ook in het onderzoek meegenomen. Zie paragraaf 3.4.1. Aanvullend is in het HAP een aantal actiepunten opgenomen ten behoeve van de dienstverlening, deze worden in paragraag 3.4.2 behandeld. 3.4.1 Bewonersonderzoek Aan deze paragraaf kan de volgende onderzoeksvraag worden gekoppeld: Onderzoeksvraag 6: in welke mate is de burger tevreden over de dienstverlening door de gemeente. De tevredenheid van de burger over de dienstverlening is getoetst via onderzoeken onder de bewoners. Daarvoor is in 2009 een bewonersonderzoek uitgevoerd gericht op de afvalinzameling. In 2008 heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan het landelijk onderzoek ‘Staat van de gemeente’. Bij dit onderzoek komt een breed scala van onderwerpen aan bod en wordt ook geïnformeerd naar de afvalinzameling. Staat van de gemeente, voorjaar 2008 In het voorjaar van 2008 is het onderzoek ‘Staat van de gemeente’ uitgevoerd. Op het onderdeel ‘De vuilophaal in de gemeente is goed verzorgd, oordeel burger over afvalinzameling’ scoort de gemeente Roermond een 7,6. Roermond zit hiermee boven het landelijk gemiddelde in relatie tot gemeenten van vergelijkbare omvang (zij scoren een 7,2). Afvalinzameling in de gemeente Roermond 2009 In het najaar van 2009 is een bewonersonderzoek uitgevoerd in opdracht van de afdeling BOR. De vragen uit het bewonersonderzoek zijn te verdelen in een paar categorieën: - aantal ‘traditionele’ afvalstromen (bijvoorbeeld glas, oud papier); - beleidsmatige wijzigingen tussen 2003-2008 (bijvoorbeeld wijzigingen acceptatiebeleid milieupark); - landelijke trends en ontwikkelingen (scheiding spaarlampen, langere openingstijden milieupark, inzameling van plastic). Ten aanzien van de inzameling van plastic is het volgende van belang: de resultaten op dit onderdeel geven een vertekend beeld doordat op het moment van het onderzoek enkel inzameling van plastic in stadsdeel Swalmen plaats vond. Die resultaten zijn daarom niet weergegeven in deze onderzoeksvraag. De beleidsmatige wijzigingen en landelijke trends en ontwikkelingen zijn veelal vragen welke niet in het bewonersonderzoek 2003 zijn meegenomen. Mening over milieupark Inwoners geven aan vaker het milieupark te bezoeken, 50% geeft aan het milieupark twee tot vier keer per jaar te bezoeken (van 35% in 2003 naar 50% in 2008/2009). Het aantal inwoners dat nooit op het milieupark komt is gedaald in 2008/2009. De uitkomst komt overeen met de toename van het aantal bezoekers en de toename van afvalinzameling op het milieupark. Ruim driekwart van de bezoekers geeft aan tevreden te zijn over de openingstijden op het milieupark. Als verbeterpunt wordt aangeven het park op maandag ook te openen en de openingstijden eventueel op werkdagen te verruimen (tot 18.00 uur). Ruim 90% van de respondenten geeft aan het tarievenbeleid goed tot uitstekend te vinden. Bij de meerderheid van de respondenten bestaat de verwachting dat door het tarievenbeleid minder afval wordt gedumpt in de openbare ruimte.
35
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Het milieupark is door inwoners enkel toegankelijk met een milieupas. In het bewonersonderzoek is niet gevraagd naar de mening van bewoners over de milieupas. Wel blijkt dat het systeem goed werkt en dat de registratie zeer goed verloopt. Mening over scheidingsmogelijkheden afval * Etensresten (onderdeel van GFT): Uit de sorteeranalyse blijkt dat in het restafval nog veel GFT zit. Dit GFT bestaat hoofdzakelijk uit etensresten. Bijna 90% gebruikt voor de inzameling van etensresten de duobak. Iets meer dan de helft geeft aan de etensresten niet te scheiden omdat de hoeveelheid afval te weinig is. Ongeveer 20% geeft aan niet te scheiden omdat de etensresten op de composthoop of aan huisdieren worden gevoerd. * Papier en karton: Het oud papier en karton wordt door vrijwel alle inwoners gescheiden (99%). In 2003 lag het percentage iets lager, op 96%. Acht op tien bewoners geeft aan in 2008/2009 tevreden te zijn over de inzamelmogelijkheden, de score ligt ongeveer gelijk met 2003. Als verbeterpunt wordt aangeven vaker aan huis op te halen. * Glas: Een ruime meerderheid (92%) geeft aan glas te scheiden. In 2003 lag dit percentage wat hoger, namelijk op 95%. Van inwoners die dit niet doet geeft 10% aan dat de hoeveelheid glas te weinig is. 81% van de inwoners was in 2008 tevreden over inzameling, ten opzichte van 76% in 2003. Het meest genoemde verbeterpunt is om meer glascontainers in de wijk te plaatsen. * Textiel: Acht op de tien respondenten geeft aan textiel altijd te scheiden, de uitslag is in 2003 en 2008 gelijk. Redenen om het textiel niet te scheiden zijn hoofdzakelijk dat de hoeveelheid textiel te weinig is. De score van tevredenheid over het inzamelsysteem ligt in 2003 en 2008 vrijwel gelijk, verbeterpunten zijn meer inzamelpunten in de wijk, ook deze uitkomst is in 2003 en 2008 hetzelfde. * Blik: Er zijn maar weinig inwoner die blik scheiden, in 2003 en 2008 respectievelijk 35% en 30%. Oorzaken zijn het ontbreken van inzamelpunten in de wijk of dat de hoeveelheid afval te weinig is. Ook het percentage dat tevreden is over de inzameling is in 2003 en 2008 niet gewijzigd, slechts 43%. Als verbeterpunt worden meer inzamelpunten aangegeven. * Elektrische en elektronische apparatuur (EEA): Bijna 80% houdt EEA apart van het restafval. In 2003 gaf 90% het EEA aan altijd te scheiden. Dit percentage is dus iets gedaald. Bijna 40% geeft aan dat de hoeveelheid EEA te weinig is, 25% weet niet wat onder EEA valt en 20% heeft er geen zin in/ kost teveel moeite. In 2008 is de helft van de inwoners is tevreden over de inzamelingsmogelijkheden, dit is in 2003 niet getoetst. Verbeterpunten die worden genoemd zijn vaker ophalen aan huis, meer inzamelpunten in de buurt en meer en beter informatie over de scheiding van EEA. * Spaarlampen: Ruim 60% van de respondenten geeft aan de spaarlampen te scheiden. De reden om spaarlampen niet te scheiden is voornamelijk dat de hoeveelheid afval te weinig is. Bijna 60% is tevreden over de inzamelingsmogelijkheden, verbeterpunten zijn meer inzamelpunten in de buurt en informatie over de gescheiden inzameling. Dit onderwerp is in 2003 niet getoetst. Mening chemocar Ruim 80% geeft aan bekend te zijn met de chemocar. Inwoners zouden meer gebruik maken van de chemocar als de inzameling in de avonduren of op zaterdag plaats vindt. Ook zijn er inwoners die niet het routeschema van de chemocar hebben of kennen. Dit onderwerp is in 2003 niet getoetst. Mening inzamelmiddel gft- en restafval, afrekening en tijdstip plaatsing Een meerderheid (65%) van de inwoners geeft aan de voorkeur te geven aan de duobak. Dit percentage ligt gelijk met het antwoord in 2003 op deze vraag. Driekwart van de respondenten geeft aan het huidige tijdstip van het buiten plaatsen van de duobak (7.30 uur) goed tot uitstekend te vinden. Zo’n 13% is niet tevreden, redenen zijn dat in de praktijk inzamelmiddelen al de avond van te voren worden buitengeplaatst en dit soms tot gevolg heeft dat de middelen worden vernield of verdwijnen. Deze vraag is in 2003 niet getoetst. Indien inwoners op basis van gewicht of volume het gft- en restafval zouden moeten aanbieden staan ze hier in 2008/2009 minder positief tegenover dan in 2003. Ruim een kwart van de respondenten vindt het (zeer) positief, in 2003 was dit 42%. In 2008 is 50% is (zeer) negatief, in 2003 28%. Inwoners geven als reden aan negatief te zijn omdat ze vermoeden dat het illegaal storten en fraude in de hand
36
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
werkt. Mocht toch worden besloten tot deze vorm van afrekening dan geeft 35% de voorkeur aan afrekening op basis van gewicht en ruim 20% op basis van aantal personen per huishouden (in 2003 respectievelijk 25 en 24%). Mening ophalen grof huishoudelijk afval Op de vraag wat inwoners willen betalen voor het ophalen van grof huishoudelijk afval (onbruikbare 3 spullen) geeft 30% aan dat zij €5 tot €10,- per m willen betalen. 65% zou graag zien dat dit binnen de afvalstoffenheffing wordt verrekend en dat zij dus niet persoonlijk hoeven af te rekenen. Deze vraag is in 2003 niet gesteld. Overige punten In het onderzoek was ruimte om open antwoorden te geven. Hiervan hebben veel inwoners gebruik gemaakt, waaruit kan worden afgeleid dat inwoners zeer betrokken zijn bij de afvalinzameling. Uit de open antwoorden komt o.a. het volgende naar voren: - verschillende bewoners geven aan dat de wijze waarop Roermond met afvalstromen omgaat met kop en schouders uitsteekt boven omliggende gemeenten; - inwoners geven aan meer en betere voorlichting over afvalinzameling te wensen; - voor bepaalde afvalstromen zouden meer containers of inzamelpunten moeten komen; - meer voorlichting over het pasjessysteem van het milieupark, met name voor nieuwe bewoners. Conclusie Uit het bewonersonderzoek 2008 blijkt dat de inwoner tevreden is over de dienstverlening van de afvalinzameling door de gemeente. Inwoners zijn tevreden over de inzamelmogelijkheden en afvalstromen worden in sommige gevallen meer of hetzelfde als in 2003 gescheiden. Ook het onderzoek ‘Staat van de gemeente, voorjaar 2008’ toont aan dat inwoners tevreden zijn over de afvalinzameling, Roermond scoort hoger van vergelijkbare gemeenten. Uit het bewonersonderzoek in 2002 blijkt dat de inwoners (zeer) tevreden zijn over de dienstverlening. 3.4.2 Uitvoering actiepunten bij dienstverlening Om de doelstelling voor dienstverlening te bereiken staan in het HAP een aantal verbeteringen opgenomen. Deze verbeteringen zijn opgenomen als actiepunten. In deze paragraaf wordt ingegaan op de uitvoering van de actiepunten behorende bij de doelstelling dienstverlening. Per actiepunt is het doel, de uitvoering en de conclusie opgenomen. Uitvoering communicatie(plan) (actiepunt 8) Doel: inwoners zijn zich bewust zijn van het feit dat gescheiden afvalinzameling goed is voor het milieu en weten dat zij daarvoor gebruik kunnen maken van optimale mogelijkheden voor afvalinzameling. Mede daardoor lukt het de hoofddoelstelling van het gemeentelijk afvalbeleid blijvend te realiseren. In het communicatieplan is een aantal aandachtspunten genoemd: - de communicatieve rol van contactpersonen van gemeente en inzamelaars naar de aanbieders van huishoudelijk afval; - communicatie naar specifieke groepen als senioren, allochtonen, jongeren en nieuwe inwoners; - individuele vragen van de afvalaanbieder beantwoorden middels uitgebreide informatie op internet; - naast traditionele voorlichting inzetten van communicatievormen uit de marketingcommunicatie; - inzetten van externe intermediairen. Op basis van deze aandachtspunten zijn vier deelplannen opgesteld die onderstaand kort worden geëvalueerd. Deelplan 1: Informeren medewerkers Doelgroep: medewerkers van de gemeente en inzamelaars. Doelstelling: het stimuleren van afvalscheiding bij burgers door de medewerkers optimaal te informeren, zodat ze dit goed en klantgericht naar de burgers kunnen communiceren. Gebruikte middelen: actuele informatie voor medewerkers van de servicelijn middels boekvorm en reguliere overleggen en informatieverstrekking voor alle medewerkers via intranet (INTRO). Conclusie: het is van essentieel belang bij communicatie dat degene die in contact komen met de burgers zoals medewerkers van de Servicelijn, wijkopzichters, medewerkers van de inzamelaars de juiste informatie over afvalbeleid en -inzameling tot hun beschikking hebben. Aanbeveling: onderzoeken hoe in relatie tot de excellente dienstverlening en het oprichten van de KCC de informatie voor alle medewerkers van de gemeente beschikbaar wordt gesteld.
37
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Deelplan 2: stimuleren afvalscheiding via reguliere en commerciële middelen Doelgroep: alle bewoners van de gemeente. Doelstelling: het stimuleren van afvalscheiding bij burgers door een positieve, persoonlijke en klantgerichte benadering. Gebruikte middelen: de gemeentepagina in de trompetter, bewonersbrieven, afvalhoofdstuk in stadsgids, de gemeentelijke milieu/afvalkrant, schoonmaakacties met basisscholen en in de wijk tegen zwerfafval. Conclusie: om burgers te bereiken dienen alle middelen die tot onze beschikking staan, ten volle te worden benut. Aanbeveling: onderzoeken naar de mogelijkheden waarmee de burgers het meest efficiënt over het afvalbeleid en –inzameling geïnformeerd kan worden, rekening houdend met kosten. Deelplan 3: stimuleren afvalscheiding specifieke doelgroepen Doelgroep: specifieke doelgroepen. Doelstelling: het stimuleren van afvalscheiding bij specifieke doelgroepen door ze beter op de hoogte te brengen van de mogelijkheden voor afvalpreventie- en scheiding. Gebruikte middelen: voorlichtingsbijeenkomsten op scholen en voor allochtonen, publicaties op de website voor nieuwe inwoners, deelname in geboortekoffer m.b.t. gescheiden luierinzameling. Conclusie: specifieke doelgroepen met name kinderen/jeugd en allochtonen worden educatief benaderd. Aanbeveling: benaderen van scholieren voortzetten middels de milieueducatie medewerkers van KC, effectiviteit en adequaatheid van andere middelen onderzoeken (website, e.d.) en op basis bevindingen voortzetten of stoppen. Deelplan 4: stimuleren afvalscheiding via internetgebruiker Doelgroep: internetgebruikers. Doelstelling: het stimuleren van afvalscheiding bij burgers die beschikking hebben over internet door gegevens van alle mogelijkheden voor afvalscheiding en –preventie toegankelijk te maken via de Website van gemeente Roermond. Gebruikte middelen: digitale afvalwijzer op de website van gemeente Roermond Conclusie: doordat internet in de afgelopen algemeen jaren steeds wordt gebruikt is dit een belangrijk medium in de communicatie naar burgers geworden. Aanbeveling: handhaving van de afvalpagina’s op de website van de gemeente en deze blijvend actualiseren. Overige onderwerpen Overige onderwerpen waarover is gecommuniceerd: inzetten van compostmeesters, versnipperen grof tuinafval, gewijzigd afvalbeleid op milieupark, gescheiden inzameling van droge componenten, bestrijding van zwerfafval. Softwarepakket monitoring huishoudelijk afval (actiepunt 9) Doel: geautomatiseerd afvalregistratie- en informatiesysteem om makkelijk en doelmatig gegevens te genereren, analyses en prognoses te maken en te rapporteren. Uitvoering: in 2004 is het registratie- en informatiesysteem Prevent aangeschaft (de onderdelen klachtenregistratie, hoeveelheden registratie en containerregistratie). Vanwege de reorganisatie in 2005 bij de afdeling milieu/ BOR is het systeem niet direct in gebruik genomen. Van januari 2007 tot en met augustus 2009 is het onderdeel hoeveelhedenregistratie gebruikt voor een aantal afvalstromen. De registratie in Prevent is beëindigd aangezien registratie via een ander systeem beter blijkt te werken. Eind 2009 is proef gedraaid met het klachtenregistratiesysteem binnen Prevent en dit is per 1 januari 2010 met succes in gebruik genomen. Binnen twee afdelingen (PUZA en BOR) zijn 30 collega’s die het systeem gebruiken. Conclusie: het oorspronkelijke doel waarvoor het systeem is aangeschaft is in de periode 2003-2008 niet goed tot zijn recht gekomen. Eind 2009 zijn twee afdelingen gebruik gaan maken van het klachtenregistratiesysteem binnen Prevent, dit is een succes. Aanbeveling: het klachtenregistratiesysteem blijven gebruiken tot er een nieuw (gemeentebreed) klachtenregistratiesysteem wordt opgezet/ in gebruik genomen.
38
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Tevredenheidsonderzoek (actiepunt 11) Doel: de perceptie van het niveau van dienstverlening meten Uitvoering: het tweejaarlijkse onderzoek ‘de staat van de gemeente’ informeert op hoofdlijnen hoe inwoners de kwaliteit van afvalinzameling ervaren. In 2009 is een bewonersonderzoek gericht op afvalinzameling uitgevoerd. Een samenvatting hiervan is opgenomen bij onderzoeksvraag 6. Conclusie: het tevredenheidsonderzoek is een nuttig instrument voor de evaluatie van beleid, het bijsturen en het ontwikkelen van nieuw beleid. Aanbeveling: onderzoek periodiek herhalen t.b.v. evaluatie, sturing nieuw beleid. Onderzoek organisatie inzameling en verwijdering huishoudelijk afval gemeente Roermond (actiepunt 17) Doel: de meest optimale wijze vinden om het beheer van huishoudelijk afval te organiseren. Uitvoering actiepunt: het actiepunt is niet uitgevoerd vanwege de reorganisatie in 2004. Bij deze reorganisatie zijn functies vervallen/ gewijzigd en is op formatie bezuinigd. De organisatie van inzameling, verwerking, communicatie e.d. van het huishoudelijk afval was tot en met 2003 gesitueerd bij de afdeling Milieu. Als onderdeel van de bezuinigingsoperatie is per 1 januari 2004 de afdeling Milieu opgeheven en is de poot “afvalbeheer” ondergebracht bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte (afdeling BOR). Conclusie: Onderzoek naar de organisatie afval in de zin van het HAP heeft daardoor niet plaatsgevonden. Ondanks een capaciteitsgebrek zijn de afvalbeheertaken ook na 2004 adequaat uitgevoerd. De coördinator milieu (afdeling Stedelijke Ontwikkeling) formuleert tegenwoordig in samenspraak met de medewerkers afvalbeheer het te voeren beleid, in voorkomende gevallen vindt vanuit die functie tevens de coördinatie plaats, zo bijvoorbeeld bij regionale samenwerking (bijv. cluster Roerstreek). Conclusie Twee van de drie actiepunten zijn grotendeels uitgevoerd, het actiepunt onderzoek organisatie inzameling en verwijdering huishoudelijk afval gemeente Roermond is niet uitgevoerd vanwege een reorganisatie in 2004 en de hiermee samenhangende krimp van formatie. Ondanks deze reorganisatie en de lagere personele capaciteit zijn de afvalbeheerstaken ook na 2004 adequaat uitgevoerd. 3.4.3 Conclusie Uit het bewonersonderzoek 2008 en het onderzoek ‘Staat van de gemeente, voorjaar 2008’ blijkt dat de inwoner tevreden is over de dienstverlening van de afvalinzameling door de gemeente. Twee van de drie actiepunten m.b.t. dienstverlening zijn grotendeels uitgevoerd, het actiepunt onderzoek organisatie inzameling en verwijdering huishoudelijk afval gemeente Roermond is niet uitgevoerd vanwege een in 2004 doorgevoerde reorganisatie (inclusief krimp van de formatie), toch zijn de afvalbeheerstaken ook na 2004 adequaat uitgevoerd. De conclusie is dat de dienstverlening in ieder geval op een hoog niveau in stand is gebleven. Wel zijn er nog verbeterpunten, zoals ruimere openingstijden op het milieupark.
39
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
4.
Conclusies
4.1
Milieu- preventie
De totale afvalhoeveelheid per inwoner is in de periode 2003-2008 gestegen van 500 kg per inwoner naar 595 kg per inwoner. De doelstelling van 520,3 kg per inwoner in 2008 is niet behaald. De toename van de afvalhoeveelheid heeft tot gevolg dat er geen relatieve ontkoppeling heeft plaatsgevonden tussen het totale aanbod van huishoudelijk afval en de economische groei. Door de geringe deelname aan projecten kan worden gesteld dat de afvalpreventieve invloed klein is geweest. Dit kan mede verklaren waarom de doelstelling van 520,3 kg huishoudelijk afval in 2008 niet is behaald. Het is moeilijk te meten in hoeverre projecten bijdragen aan een afvalpreventieve invloed bij de inwoners. Daarom zou de afvalpreventie kunnen worden beperkt tot bijvoorbeeld voorlichting op scholen en bij projecten waarbij kan worden aangesloten bij landelijke campagnes. Het aandeel kunststof is toegenomen naar 22% in 2008. Via landelijke gegevens wordt aangenomen dat dit voor 18% bestaat uit herbruikbare kunststof (voor verwerking) en voor 4% niet herbruikbaar kunststof is. Det subdoelstelling is behaald. Echter niet door gemeentelijke (afvalpreventie)inspanningen, maar door recente technische ontwikkelingen die mogelijk maken dat er meer kunststof kan worden hergebruikt. In de periode 2003-2008 is meer afval ter verwerking aangeboden, de doelstelling is dus niet gehaald. Het gevoerde gemeentelijk afvalpreventiebeleid heeft daarin geen omslag teweeg kunnen brengen. Afvalpreventieve maatregelen kunnen een bijdrage leveren, maar de Roermondse resultaten zijn niet meetbaar.
4.2
Milieu- bronscheiding
De doelstelling van 60% scheiding aan de bron in 2008 is behaald. In vergelijking met de landelijke cijfers scoort de gemeente Roermond zeer goed op de bronscheiding van afvalstromen. Dankzij de goede infrastructuur voor het scheiden van afval (containers voor inzameling van glas, blik, e.d. tot het milieupark) wordt de doelstelling behaald. Het gescheiden huishoudelijk afval en het restafval uit de duobak is redelijk stabiel gebleven qua hoeveelheden. Enige uitzondering is de hoeveelheid restafval in de duobak in 2007 (herindeling). De wijziging van het tarievenbeleid op het milieupark heeft tot gevolg dat de gescheiden inzameling van grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar en het grof huishoudelijk afval/asbest op het milieupark is toegenomen. Er is dus meer afval ter verwerking gescheiden aangeboden. Uit het onderzoek blijkt dat Roermond 24 verschillende afvalstromen kent, welke op 39 verschillende manieren worden ingezameld. Hierbij bevinden zich ook afvalstromen welke niet wettelijk verplicht zijn aan de bron te scheiden. In de gemeente zijn bij enkele afvalstromen veel verschillende soorten inzamelsystemen. De helft van de doelstellingen per component wordt behaald (soms absoluut en soms procentueel). Per afvalstroom zijn verschillende oorzaken waarom doelstellingen niet worden behaald, zoals wijzigingen in beleid of soort inzamelsysteem. Vijf van de zeven actiepunten die betrekking hebben op bronscheiding zijn uitgevoerd. De actiepunten hebben bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen. De overige actiepunten zijn niet uitgevoerd vanwege onder andere landelijke ontwikkelingen. De doelstelling voor bronscheiding wordt grotendeels behaald: er wordt 60% aan de bron gescheiden en de helft van de doelstellingen per component wordt oftewel absoluut of procentueel behaald.
4.3
Kosten
De totale kosten en baten zijn in de periode 2003-2008 toegenomen. Als een uitsplitsing in de kosten wordt gemaakt naar inzamel- als verwerkingskosten blijkt dat deze kosten zijn toegenomen, door groei van de afvalhoeveelheid en het aantal aansluitingen (huishoudens). De toename per jaar is aanzienlijk, maar als de vertaling naar de kosten per inwoner plaatsvindt blijkt de stijging minder groot. De inzamel- en verwerkingskosten per ton zijn zelfs afgenomen, dit heeft te maken met aanbestedingsvoordelen.
40
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Het aanbiedgedrag van de inwoner heeft invloed op inzamel- en verwerkingskosten. De gemeente heeft echter weinig invloed op het aanbiedgedrag, doordat er een vast tarief is voor afvalstoffenheffing. Via het beschikbaar stellen van goede faciliteiten (bijv. glascontainers, milieupark) kan de gemeente bijdragen aan de motivatie en het stimuleren bij de inwoner om afval aan de bron te scheiden. De afvalstoffenheffing in Roermond is redelijk stabiel. De gemiddelde Limburgse heffing is tot en met 2006 lager dan de Roermondse heffing, in 2007 en 2008 is de gemiddelde Limburgse heffing hoger. De gemiddelde landelijke heffing is hoger dan de heffing in Roermond in de periode 2003-2008. In verhouding met vergelijkbare gemeenten heeft Roermond in de periode van het HAP een redelijk stabiele heffing en niet te hoog tarief. Dit komt mede door de inzet van de reserve. De heffing in Roermond is lager dan de heffing in de gemeente Weert. Alle actiepunten m.b.t. de kosten zijn uitgevoerd. De aanbestedingen hebben veelal kostenvoordeel opgeleverd, waarbij de goede prijs-kwaliteitverhouding in stand is gebleven of verbeterd, mede door de regionale samenwerking. De doelstelling is behaald: de kosten zijn relatief laag, waardoor ook de afvalstoffenheffing laag is in vergelijking met gemeenten met een soortgelijk systeem. De afvalstoffenheffing is in de onderzoeksperiode nagenoeg stabiel gebleven. Daarbij zijn incidentele fluctuaties opgevangen door de inzet van de reserve egalisatie afvalstoffenheffing. Alle actiepunten die betrekking hebben op de kosten zijn uitgevoerd.
4.4
Dienstverlening
Uit het bewonersonderzoek 2008 en het onderzoek ‘Staat van de gemeente, voorjaar 2008’ blijkt dat de inwoner tevreden is over de dienstverlening van de afvalinzameling door de gemeente. Inwoners geven wel verbeterpunten aan, zoals ruimere openingstijden op het milieupark. Twee van de drie actiepunten m.b.t. dienstverlening zijn grotendeels uitgevoerd, het actiepunt onderzoek organisatie inzameling en verwijdering huishoudelijk afval gemeente Roermond is niet uitgevoerd vanwege een reorganisatie in 2004. Ondanks deze reorganisie (incl. krimp van formatie), zijn de afvalbeheerstaken ook na 2004 adequaat uitgevoerd. De conclusie is dat de dienstverlening in ieder geval op een hoog niveau in stand is gebleven. Inwoners geven wel verbeterpunten aan, zoals ruimere openingstijden op het milieupark.
4.5
Hoofdonderzoeksvraag
In hoeverre zijn de doelstellingen die de raad in 2003 heeft vastgesteld voor de inzameling van huishoudelijk afval op het gebied van milieu, kosten en dienstverlening gerealiseerd en hebben die het beoogde effect bereikt? Zoals in paragraaf 4.1 tot en met 4.4 beschreven is een groot deel van de doelstellingen die in het HAP zijn vastgesteld bereikt, mede dankzij het uitvoeren van actiepunten. De actiepunten uit het HAP zijn voor het grootste deel uitgevoerd, daarmee kan de vraag worden beantwoord of het HAP volledig is uitgevoerd (onderzoeksvraag 1). Ondanks dat de doelstelling voor de hoeveelheid huishoudelijk afval in Roermond niet is behaald (520,3 kg per inwoner), is wel de doelstelling tot bronscheiding behaald (60%). De toename van de hoeveelheid afval kan een gevolg zijn van de economische groei van Roermond, de werkeloosheid is de laatste jaren afgenomen en inwoners hebben meer te consumeren. Inwoners zijn betrokken bij de afvalinzameling en de gemeente biedt hiervoor goede faciliteiten waardoor een groot deel van de doelstellingen per component wordt behaald. Ook het gevoerde gemeentelijk afvalpreventiebeleid heeft in de toename van de hoeveelheid huishoudelijk afval geen omslag teweeg kunnen brengen. Afvalpreventieve maatregelen kunnen een bijdrage leveren, maar de Roermondse resultaten zijn niet meetbaar. De doelstelling voor wat betreft de kosten is behaald: de kosten zijn relatief laag, waardoor ook de afvalstoffenheffing laag is in vergelijking met gemeenten met een soortgelijk systeem. Gesteld kan worden dat het beoogde effect is bereikt: de kosten zijn relatief laag, waardoor ook de afvalstoffenheffing laag is en inwoners geven aan tevreden te zijn over de dienstverlening. De doelstellingen uit het HAP worden grotendeels bereikt.
41
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
5.
Aanbevelingen
Op grond van de bevindingen en de conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan: Aanbeveling 1 In het nieuwe afvalbeleid afvalpreventie niet als hoofddoelstelling opnemen. De gemeentelijke invloed is moeilijk meetbaar. Projecten gericht op bewustwording en of bewustzijn zijn wel mogelijk, de afvalpreventieprojecten die goed lopen blijven uitvoeren en waar mogelijk aansluiten bij landelijke campagnes. Overige projecten opnieuw bezien (en kans van slagen bekijken). Aanbeveling 2 De effectiviteit van gescheiden inzameling en verwerking van afvalstromen en de uitvoering hiervan onderzoeken, zoals: - onderzoek naar de gescheiden inzameling van de deelstromen luier- en incontinentiemateriaal, blik 5 en drankenkartons die wettelijk niet aan de bron gescheiden hoeven te worden, in relatie tot verwerkingsmogelijkheden, kosten en bedrijfsvoering; - onderzoek naar de optimalisatie van afvalinzameling (zoals inzameling bedrijfsafval samen met het huishoudelijk restafval (via monobakken), containerclusters plaatsen in wijken waar deze ontbreken e.d.); - onderzoek naar (onrechtmatig) gebruik milieupark. Aanbeveling 3 Uit de conclusies en het onderzoek n.a.v. de kosten komen de volgende aanbevelingen: - daar waar mogelijk aanbestedingen uit te voeren in samenwerking met andere gemeenten; - de relatief hoge reserve egalisatie afvalstoffenheffing afvalverwijdering in de komende periode afbouwen. Aanbeveling 4 Uit de conclusies en het onderzoek n.a.v. de dienstverlening komen de volgende aanbevelingen: - structureel inzetten op meer en betere voorlichting over afvalinzameling, de mogelijkheid van herinvoering van bijv. milieukrant onderzoeken; - onderzoek naar verbreding van de openingstijden van het milieupark.
5
Bronscheiding van luier- en incontinentiemateriaal, drankenkartons en blik is landelijk niet verplicht (dit is opgenomen in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021)
42
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Bijlage 1 Hoofdstromen en afvalstromen 2003-2008 en 2009
Hoofdstroom en component
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
18
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
37 38
2003 per inwoner
2004 per inwoner
2005 per inwoner
2006 2007 2008 2009 per per per per inwoner inwoner inwoner inwoner 78,5 0,0 67,3 2,3 0,3 0,1 1,1 22,1 0,3 0,9 0,5 3,7 0,0 0,5 0 0 1,7 179,3
70,6 0,0 66,9 2,6 0,5 0,1 1,3 24,3 0,1 0,5 0,7 4,2 0,0 1,3 2,5 0,5 1,9 177,9
67,7 0,0 70,7 2,6 0,2 0,1 1,4 23,0 0,0 0,8 0,2 5,2 0,0 1,2 2,4 0,5 1,7 177,7
64,0 0,0 66,2 2,5 0,2 1,8 1,6 22,0 0,0 0,3 0,6 5,3 0,0 1,1 2,2 0,5 1,7 169,9
Gescheiden huishoudelijk afval GFT Afgekeurd GFT Oud papier - Verenigingen Oud papier - Milieupark KCA - Haalsysteem KCA -Stibat KCA - Milieupark Glas- Brengsysteem containers Glas- Brengsysteem mp Textiel - Haalsysteem Textiel - Brengsysteem klc Textiel - Brengsysteem containers Textiel- brengsysteem milieupark Blik Kunststof- brengsysteem containers Drankenkartons- brengsysteem containers Luierinzameling totaal 1-17
74,5 0,2 64,3 2,3 0,3
80,1 0,1 68,2 2,3 0,3
1,0 23,7 0,0 1,1 0,5 3,5 0,5 0,5 0 0 1,6 174,0
0,9 22,5 0,5 1,1 0,3 3,8 0,4 0,6 0 0 2,3 183,6
78,5 0,0 67,3 1,9 0,3 0,1 0,7 22,1 0,3 0,9 0,3 3,7 0,0 0,5 0 0 2 178,7
Restafval duobak Restafval
203,3
211,2
208,8
209,5
173,3
199,6
199,4
Grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar schoon puin vuil puin (BSA) grond/zand metalen ijzer grof tuinafval Grof tuinafval - Haalroute vlakglas Bontglas HDPE/kunststof * B hout * C hout vloerbedekking autobanden EEA- kringloopcentrum EEA - Regionaal sorteercentrum (RSC) Grof huishoudelijk afval – haalsysteem klc1) Grof huishoudelijk afval- brengsysteem klc totaal 19-36
45,3 0,0 13,2 0,6 3,2 8,6 0,5 1,2 0,0 2,0 20,9 3,0 1,6 0,1 2,3 onbekend 11,7 1,7 116,1
50,9 6,9 15,1 0,2 3,6 9,8 0,8 0,8 0,0 2,1 21,4 2,8 1,9 0,1 1,1 onbekend 9,4 nb 126,9
48,8 13,5 17,5 4,0 0,0 10,2 0,0 0,7 0,3 2,4 22,4 3,3 1,7 0,1 1,5 onbekend 9,6 2,3 138,3
53,8 12,4 19,8 4,7 0,0 13,2 0,0 0,8 0,1 1,0 31,2 3,6 1,3 0,2 1,5 2,8 10,5 2,5 159,4
59,8 13,4 24,7 4,8 0,0 14,9 0,0 0,9 0,1 0,2 30,6 4,9 0,3 0,2 2,3 4,5 9,5 2,0 173,1
67,9 12,7 31,8 4,7 0,0 17,9 0,2 0,8 0,0 0,0 30,8 4,7 0,0 0,3 2,7 5,0 8,9 2,7 191,1
60,3 12,2 26,3 4,8 0,0 18,9 0,1 0,8 0,0 0,0 28,4 4,6 0,0 0,2 2,4 5,5 6,2 4,3 175,1
Grof huishoudelijk restafval en asbest asbest grof huishoudelijk restafval totaal 37-38
0,9 13,4 14,2
1,3 7,6 8,9
1,1 9,9 10,9
0,8 20,8 21,7
0,9 23,2 24,1
0,9 26,0 26,9
0,9 27,8 28,7
Totaal per inwoner Roermond
508
531
537
570
548
595
573
43
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Doorkijk 2009 In het rapport is gekozen om 2009 niet op te nemen in de bevindingen en conclusies. De doelstellingen in het HAP zijn allemaal op 2008 gericht. Tijdens de uitvoering van het onderzoek is gerealiseerd dat de periode 2009 wel van belang is om te vermelden. Ondanks dat in 2008 wel een bronscheiding van 60% is, blijkt de hoeveelheid gescheiden huishoudelijk afval en grof huishoudelijk afval herbruikbaar/ recyclebaar te zijn afgenomen. Bij het gescheiden huishoudelijk afval is de hoeveelheid GFT en papier afgenomen in 20009, bij het milieupark is de hoeveelheid schoon puin en zand afgenomen, terwijl er iets meer grof huishoudelijk restafval is ingezameld. Uit het bewonersonderzoek blijkt ook dat inwoners, ondanks dat de informatie wordt gepubliceerd in de Stadsgids en internet, graag meer en betere voorlichting over afvalinzameling te wensen (zie ook paragraaf 3.4.1). Daarnaast is het van belang aandacht te blijven vestigen op de scheiding van afval op het milieupark, zodat de afvalstromen waarbij scheidingsmogelijkheden zijn niet ten onrechte als grof huishoudelijk afval worden afgevoerd. Plastic inzameling In december 2009 is in heel Roermond gestart met de gescheiden inzameling van plastic verpakkingsafval. In Swalmen, Boukoul en Asselt werden plastic verpakkingen al jaren gescheiden ingezameld. De inzameling is vanaf december 2009 kostenneutraal, doordat er vanuit Nedvang, de uitvoeringsorganisatie van VROM, een vergoeding per ton wordt gegeven. Deze vergoeding is afkomstig van het verpakkende bedrijfsleven. De gescheiden inzameling is een succes, in februari/maart 2010 zijn er daarom extra containers voor de inzameling van plastic verpakkingen bijgeplaatst. Door het gescheiden inzamelen van plastic verpakkingen neemt het aandeel plastic verpakkingen in het huishoudelijk restafval af. Dit betekent minder huishoudelijk restafval in de duobak, waardoor het wekelijks aanbieden niet meer bij alle huishoudens noodzakelijk is. Een mogelijkheid zou kunne zijn de duobak alternerend aan te bieden. Op dit moment is dit echter wettelijk (nog) niet mogelijk.
44
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Bijlage 2 Illegaal gedumpt afval en zwerfafval De afdeling Stadstoezicht is belast met het toezicht op en de handhaving m.b.t. onder andere het gescheiden aanbieden van huishoudelijk afval en illegaal dumpen in de openbare ruimte. Illegaal gedumpt afval is afval waarvan de burger zich bewust ontdoet (dus bijvoorbeeld afval naast een glascontainer plaatsen). Illegaal gedumpt afval en zwerfafval worden nog wel eens door elkaar gebruikt, terwijl dit niet hetzelfde is. Zwerfafval is rondzwervende rommel op straat, in het groen en in het water, zoals papiertjes, blikjes, verpakkingsmateriaal, plastic flessen, glas, doppen etc. Illegaal gedumpt afval en zwerfafval hebben wel met elkaar te maken: afval trekt namelijk afval aan. Op schone plaatsen wordt ook minder zwerfafval op de grond gegooid. Op 23 juni 2009 is het “Plan van aanpak zwerfafval gemeente Roermond (2010 t/m 2012) vastgesteld, waarin de doelstelling is beschreven en verbetermaatregelen worden weergegeven. Uit de nulsituatie voorafgaand aan het opstellen van het plan van aanpak blijkt dat Roermond bij een schouwing in de buitenruimte een 7,5 scoort op het gebied van zwerfafval. In 2006 is gestart met het gewijzigd acceptatie- en tarievenbeleid op het milieupark. Inwoners kunnen gesorteerd afval drie keer per jaar gratis aanbieden. Het doel is o.a. dat minder illegaal afval wordt gedumpt in de openbare ruimte. Het illegaal gedumpt afval wordt samen met zwerfafval, afval uit prullenbakken en afval afkomstig van bijvoorbeeld evenementen afgevoerd als reinigingsdienstenafval. In 2005 was het reinigingsdienstenafval 13,8 kg per Roermondse inwoner. In 2008 is de hoeveelheid reinigingsdienstenafval gedaald naar 12,5 kg per inwoner. De invoering van het acceptatie- en tarievenbeleid op het milieupark kan een oorzaak zijn dat minder reinigingsdienstenafval is afgevoerd. De daling is in ieder geval opmerkelijk gezien de groei van bezoekers en evenementen de afgelopen jaren en de hiermee verwachte toename van afval (via bijvoorbeeld prullenbakken).
45
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Bijlage 3 Reserve egalisatie afvalstoffenheffing In onderstaand figuur staat de reserve egalisatie afvalstoffenheffing weergegeven. Uit de figuur blijkt dat de reserve in de periode 2004-2006 is toegenomen. In de jaarrekening wordt het verschil tussen begroting en realisatie jaarlijks gemuteerd via de reserve egalisatie afvalstoffenheffing. Afwijkingen liggen veelal in de grote kostenposten: verwerking huishoudelijk afval en inkomsten afvalstoffenheffing. Fluctuaties in afvalhoeveelheden en aantal aansluitingen in relatie tot de leegstand zijn factoren die de reserve kunnen doen stijgen dan wel dalen. In de periode 2003-2008 is jaarlijks een onttrekking begroot, dit is ook in het HAP geadviseerd.
Reserve egalisatie afvalstoffenheffing 1.000.000 900.000 800.000
reserve (€)
700.000 600.000 500.000
stand per 1 januari
400.000 300.000 200.000 100.000 2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
46
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Bijlage 4 Afkortingen BBP EEA GFT HAP KCA NVMP
Bruto Binnenlands Product Elektrische en electronische apparatuur (voorheen wit- en bruingoed) Groente, fruit en tuinafval Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008 Klein chemisch afval Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten
47
Evaluatie Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008
Bijlage 5 Literatuurlijst -
Afvalinzameling in de gemeente Roermond, TNS Nipo, oktober 2010 Afvalstoffenheffingen 2008, Uitvoering afvalbeheer Senternovem (jaarlijkse uitgaven) Feiten en cijfers bij de miljoenennota over 2008, Ministerie van financiën, 4-8-2010 Gemeentelijke afvalstoffen; hoeveelheden, CBS, 15-7-2010 Huishoudelijk afvalstoffenplan 2003-2008, gemeente Roermond, 30 oktober 2003 Jaarboek afval 2010, Uitgeverij Noordhoek, Maart 2010 Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021, Ministerie van VROM, 16-2-2010 Samenstelling van het huishoudelijk restafval, Resultaten sorteeranalyses 2008, Uitvoering afvalbeheer Senternovem, januari 2009 (jaarlijkse uitgaven) Samenvatting cijfers Roermond uit Staat van de gemeente, Voorjaar 2010, gemeente Roermond afval, april 2010 Sorteeranalyse huishoudelijk afval gemeente Roermond, Bureau Milieu en werk, 30-7-2009 Statusrapportage Programma Gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval 1998, Informatiepunt Afval, april 2000
48