www.researchportal.be - 22 Jun 2016 10:47:22
Onderzoeksprojecten (300 - 350 van 989) Zoekfilter: Classificaties: Genetica, cytogenetica
Ontrafeling van de biologische functie van sclerostin - een inhibitor van botvorming - door onderzoek naar de transcriptionele regulatie en interactie met Wnt signaaltransductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Scleroserende botaandoeningen worden gekenmerkt door een verhoogde densiteit van het botweefsel. Gedurende de laatste jaren werd de moleculaire genetica van enkele van deze aandoeningen voor een groot stuk opgehelderd door de identificatie van twee genen, SOST en LRP5. Mutaties in deze genen zijn verantwoordelijk voor ziektebeelden die radiologisch zeer sterk op elkaar gelijken, namelijk een verdikking van de cortex van de lange beenderen langsheen het endosteum en van de schedel. In dit project zullen we trachten een beter inzicht te krijgen in de functionele rol van beide genen in het botweefsel. Een eerste doelstelling is het bestuderen van de regulatie van de SOST transcriptie. Aangezien de expressie van dit gen grotendeels beperkt is tot regio's in het botweefsel waar actieve osteogenese plaatsvindt, meer bepaald in osteocyten en osteoblasten, zullen we ons concentreren op de transcriptionele regulatie in cellijnen met een osteoblast en osteocyt fenotype. De minimale promoter zal gekarakteriseerd worden en bijkomend zal gezocht worden naar enhancer en silencer elementen. Als tweede doelstelling beogen we te onderzoeken of er een interactie is tussen de metabole wegen waarin het SOST genproduct sclerostin en LRP5 betrokken zijn. Dit zal voornamelijk uitgevoerd worden in in vitro celsystemen. Initieel zal gekeken worden of sclerostin de LRP5/Wnt signaaltransductie moduleert. Indien er modulatie wordt waargenomen, wordt gezocht naar de bindingspartner(s) van sclerostin. Een studie naar de regulatie van SOST expressie alsook naar de gesuggereerde interactie van sclerostin met Wnt/LRP5 signaaltransductie kan ons helpen een stuk van de puzzel op te helderen van de complexe processen in het botmetabolisme en 'homeostase, en in het bijzonder van het mechanisme van osteoblastische botvorming. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Wendy Balemans
Ontrafelen van Myc-interactienetwerken door geïntegreerde genoomwijde bioinformatica-analyse van hoge doorvoer genexpressie- en ChIP-data. Universiteit Gent Abstract: Abnormaal hoge expressie van Myc (MYC/MYCN) transcriptiefactorgenen wordt aangetroffen in verscheidene tumoren. Geavanceerde experimentele technologieën zullen ingezet worden om genexpressie en gen-DNA-binding in detail te bestuderen. Dit project zou moeten leiden tot een beter begrip van de rol van Myc in normale ontwikkeling en kanker door middel van de identificatie van ontregelde Myc-aangedreven reactiewegen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Ontrafelen van het 17q enigma in neuroblastoom: van functionele genomica tot moleculaire therapie Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom (NB) is een pediatrische tumor van het zenuwstelsel. In deze studie wensen we de rol van 17q toename in deze tumor te onderzoeken. Hierbij beogen we (1) de studie van het 17q verstoorde oncogene transcriptoom-landschap door middel van geïntegreerde genomische analyse van chromosoom 17q transcripten in NB, medulloblastoma, tumor-initiërende cellen en normale precursorcellen (2) functionele identificatie van oncogene chromosoom 17 miRNA genen (3) bepaling van het chromosoom 17q genomische mutatie-landschap en (4) analyse van kandidaat chromosoom 17q genen in NB en MB. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Ontrafelen van genetische mechanismen bij het ontstaan van borstkanker op jonge leeftijd Universiteit Gent Abstract: Op dit moment kunnen de gekende borstkankergenen slechts 28% verklaren van de families met een vermoedelijk erfelijke belasting voor borstkanker. Met behulp van volledige exoom sequenering in constitutioneel en tumor DNA van jonge patiënten met borstkanker, willen we nieuwe borstkankergenen identificeren. We beogen door integratie van genoomwijde miRNA en mRNA expressie data nieuwe signalisatie pathways te identificeren betrokken bij erfelijke borstkanker. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Kathleen Claes
Ontrafelen van een nieuw pathomechanisme van de ziekte van Charcot-Marie-Tooth en de therapeutische toepasbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Aminoacyl-tRNA synthetasen zijn essentiële enzymen, die de precieze translatie regelen van genetische informatie naar proteïnes. Mutaties in zes ervan leiden tot verschillende subtypes van de ziekte van Charcot-Marie-Tooth (CMT), de meest voorkomende erfelijke perifere neuropathie. Wij hebben vastgesteld dat dominant-intermediaire CMT type C (DI-CMTC) wordt veroorzaakt door genetische afwijkingen in tyrosyltRNA synthetase (YARS). Het is een uitdaging om te begrijpen hoe mutaties in dit primordiale enzym specifiek leiden tot neuronale degeneratie. Om inzicht te verwerven in de pathologie van de ziekte, ontwikkelden we een Drosophila DI-CMTC model, dat succesvol meerdere typische kenmerken van CMT-pathofysiologie recapituleert. Hier zullen we dit model gebruiken als een functioneel platform om de hypothese te valideren dat de neuronale toxiciteit van YARS wordt uitgeoefend in de nucleus, waar DI-CMTC mutaties interfereren met een buiten-translationele functie van dit eiwit. Ondersteund door veelbelovende preliminaire data, zullen we verschillende "omics"-technologieën combineren om regulerende netwerken en pathways van neurotoxiciteit te identificeren, die worden geactiveerd door de DI-CMT mutaties in de nucleus. Verder zal de therapeutische toepasbaarheid geëvalueerd worden met een in vivo, chemische, genetische screening in Drosophila. Op deze manier zal ons DICMTC proefmodel niet enkel gebruikt worden als een genetische middel om ziektemechanismen te ontrafelen, maar ook als een preklinisch platform voor de ontdekking van medicijnen voor CMT. Onze bevindingen zullen bijdragen tot een beter begrip van de fundamentele rol van tRNA synthetasen in de biologie van het organisme, zullen mechanistische inzichten leveren in de neurodegeneratieve processen geassocieerd met DICMTC en andere aandoeningen met een gemeenschappelijke etiologie, en zullen de weg vrijmaken voor de ontwikkeling van nieuwe
behandelingswijzen voor CMT-patiënten. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova • Paulius Palaima
Ontrafelen van de rol van niet coderende variatie in erfelijke blindheid: de ziekte van Stargardt als model Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt de rol van niet coderende variatie in de ziekte van Stargardt, een frequente vorm van erfelijke blindheid, te ontrafelen. Eerst zal het regulatorische domein van het ziektegen afgebakend en gekarakteriseerd worden. Met massieve parallelle sequenering zullen mutaties in deze regio worden geïdentificeerd en vervolgens worden gefilterd en gevalideerd door middel van een integratieve filteringsstrategie en functionele testen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Elfride De Baere • Bart Leroy
Ontrafelen van de nucleaire functie van tyrosyl-tRNA synthetase en zijn link met het dominant-intermediaire type C van de ziekte van Charcot-Marie-Tooth. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Ontrafelen van de nucleaire functie van tyrosyl-trna synthetase en zijn link met het dominant-intermediaire type C van de ziekte van Charcot-Marie-Tooth. Universiteit Antwerpen Abstract: Aminoacyl-tRNA synthetasen zijn essentiële enzymen, die de precieze translatie regelen van genetische informatie naar proteïnes. Mutaties in vier ervan leiden tot verschillende subtypes van de ziekte van Charcot-Marie-Tooth (CMT), de meest voorkomende erfelijke perifere neuropathie. Wij hebben vastgesteld dat dominant-intermediaire CMT type C (DI-CMTC) wordt veroorzaakt door genetische afwijkingen in tyrosyltRNA synthetase (YARS). Het is een uitdaging om te begrijpen hoe mutaties in dit primordiale enzym specifiek leiden tot neuronale degeneratie. Om inzicht te verwerven in de pathologie van de ziekte, ontwikkelden we een Drosophila DI-CMTC model, dat succesvol meerdere typische kenmerken van CMT-pathofysiologie recapituleert. Hier zullen we dit model gebruiken als een functioneel platform om de hypothese te valideren dat de neuronale toxiciteit van YARS wordt uitgeoefend in de nucleus, waar DI-CMTC mutaties interfereren met een buiten-translationele functie van dit eiwit. Ondersteund door veelbelovende preliminaire data, zullen we verschillende "omics"-technologieën combineren om regulerende netwerken en pathways van neurotoxiciteit te identificeren, die worden geactiveerd door de DI-CMT mutaties in de nucleus. Onze bevindingen zullen bijdragen tot een beter begrip van de fundamentele rol van tRNA synthetasen in de biologie van het organisme, zullen mechanistische inzichten leveren in de neurodegeneratieve processen geassocieerd met DI-CMTC en andere aandoeningen met een gemeenschappelijke etiologie, en zullen de weg vrijmaken voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingswijzen voor CMT-patiënten. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova • Sven Bervoets
Ontrafelen van de moleculaire basis en genetische epidemiologie van Charcot-Marie-Tooth neuropathieën: bijdrage van Noordoost-Brazilië. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Ontrafelen van de moleculaire architectuur van perifere zenuwen - een "systems genetics" benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit projectvoorstel is het begrip van de moleculaire architectuur van perifere zenuwen te vervolledigen door de moleculaire basis van de ziekte van Charcot-Marie-Tooth te ontrafelen. We zullen "omics"-technologieën gebruiken voor het bestuderen van patiënten en modelorganismen (gist, Drosophila, muis). Hierbij concentreren we ons op de identificatie van causale en modificerende CMT-genen en de regulerende netwerken waarin deze betrokken zijn. Aan de hand van onze uitgebreide datacollectie zullen we de mechanistische en systemische basis trachten te verklaren van zowel homeostase als dysfunctie van de perifere zenuw. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Ontrafelen van de moleculaire architectuur van autosomaal recessieve Charcot-Marie-Tooth neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova
Ontrafelen van de genetische etiologie van sensoriële aandoeningen: De rol van calcium signalerende genen aan de ribbon synaps van de binnenste haarcellen van het gehoor en identificatie van nieuwe genen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Isabelle Schrauwen
Ontrafelen van de genetische basis van epilepsie - een populatiegebaseerde benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van de genetica van epilepsieën in de populatie van Europese Roma-zigeuners. Hiervoor worden de patiënten, klinische en genetische data en de expertise van twee onderzoeksgroepen samengebracht. Met name de Neurogenetica groep, departement Moleculaire Genetica en de onderzoeksgroep van Prof. Luba Kalaydjieva, Center for Medical Research, Western Australian Institute for Medical Research (WAIMR). De nieuwe inzichten die voortkomen uit dit onderzoek zijn van belang voor de wetenschappelijke wereld en de algemene samenleving. De identificatie van loci en genen betrokken bij de gevoeligheid voor epilepsie vergemakkelijkt de vroegtijdige opsporing van at risk personen en het instellen van een adequate therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Albena Jordanova
Ontdekken van nieuwe grenzen voor biologisch en medisch onderzoek door "Next generation sequencing". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim Van Hul • Dries Knapen • Kris Laukens • Christiaan Vrints • Herman Goossens • Gerardus Beemster • Marc Peeters • Geert Mortier
Ontcijfering van de cis-regulatorische enhancer architectuur in verschillende melanoma celpopulaties gebruikmakende van high-throughput parallel synthetische enhancer assays om het dynamische gedrag van melanoma in kaart te brengen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts • Jean-Christophe Marine • Stephanie Everaerts • Wouter Geens
Onderzoek van TMEM106B als eerste risicofactor voor FTLD in een Vlaams-Belgische populatie van klinisch gediagnosticeerde patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontotemporale kwab degeneratie (in het Engels: frontotemporal lobar degeneration of FTLD, ook wel FTD) is een dodelijke neurodegeneratieve aandoening en na de ziekte van Alzheimer één van de belangrijkste oorzaken van dementie die voornamelijk de jongere populatie treft. Wereldwijd zijn er meer dan 1 miljoen mensen getroffen door de ziekte, waarvan naar schatting 10.000 in België. De ziekte treft patiënten typisch in het midden van hun loopbaan van 45 tot 65 jaar, maar kan ook voorkomen op jongere en oudere leeftijd. Hoewel in de voorbije jaren veel vooruitgang werd geboekt in het identificeren van causale FTLD genen en de onderliggende hersenpathologie, is de oorzaak en het ziektemechanisme van FTLD nog weinig begrepen en is er geen effectieve therapie beschikbaar. FTLD heeft een sterke genetische component en 40 à 50% van de patiënten hebben een ander familielid met de ziekte. De genen die vandaag gekend zijn kunnen ongeveer 10 à 20% van alle patiënten verklaren. Er blijft dus een aanzienlijke fractie van patiënten over waarvan de oorzaak van de ziekte niet gekend is. Om hieraan tegemoet te komen richten de recente moleculair genetische studies zich nu op de identificatie van meer frequente genetische factoren die het risico op FTLD verhogen. In de huidige studie zullen we de rol van TMEM106B, de eerste potentiële risicofactor voor FTLD, verder onderzoeken in een krachtige, sterk-gedocumenteerde, homogene studiepopulatie uit Vlaanderen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Julie van der Zee
Onderzoek van RAB7 en HSP22/27 in relatie tot Charcot-Marie-Tooth neuropathie type 2B en distale hereditaire motorische neuropathie type II. Universiteit Antwerpen
Abstract: In het lopende FWO onderzoeksproject (G.0411.05, 2005-2008) onderzoeken we de moleculaire en functionele genetische aspecten van genen betrokken in erfelijke perifere zenuwaandoeningen. Dit nieuwe onderzoeksproject (2006-2009) heeft echter als doel het functioneel onderzoek uit te breiden met de studie van transgene muismodellen voor CMT2B en distale HMN type II. CMT2B en distale HMN type II vormen twee extreme fenotypes waarbij in CMT2B vooral de sensorische neuronen aangetast zijn, terwijl in distale HMN II de motorische neuronen betrokken zijn. Voor beide fenotypes werden in onze onderzoeksgroep de ziekteverwekkende genen geYdentificeerd; RAB7 voor CMT2B, en HSP22/HSP27 voor distale HMN type II. Muismodellen zijn essentieel voor het bestuderen van de pathologische mechanismen, zoals neurodegeneratie, en het bestuderen van magelijke therapeutica voar erfelijke perifere neuropathieen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Onderzoek van oncogene coöperatie en zelfvernieuwingscapaciteit in muismodellen voor T-cel acute lymfoblastische leukemie en implicaties voor therapie. KU Leuven Abstract: het genereren van muismodellen voor T-ALL. Hiervoor wordt de TLX1 trangene lijn van de groep van Dr. Ferrando gebruikt om muismodellen temaken waarin TLX1 gecombineerd wordt met andere kankergenen die samen voorkomen met TLX1 in humane T-ALL patiënten. Op deze manier kan de co-operatie tussen verschillende T-ALL geassocieerde oncogenen bestudeerd worden.in vitro cultuur van primaire T-ALL stalen op stroma cellen die delta-ligand tot expressie brengen en aan muis xenotransplant modellen van deze primaire T-ALL stalen. Het materiaal dat op deze manier gegenereerd wordt kan vervolgens gebruikt worden voor de verdere moleculaire karakterisatie van T-ALL en voor het testen van nieuwe combinaties van geneesmiddelen. Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jan Cools • Kim De Keersmaecker
Onderzoek van de met Polycomb geassocieerde RNA sequentie wijdte en functionele gevolgen. Universiteit Gent Abstract: Lange niet-coderende RNAs vormen een belangrijke nieuwe gen klasse, met essentiële functies voor menselijke gezondheid. Desondanks, is het nog steeds onduidelijk hoe ze hun rol precies uitvoeren. Dit zal via onafhankelijke testen in vitro en in vivo onderzocht worden, ondersteund door de expertise die aanwezig is in de buitenlandse host groep van Prof. J. Lee (Harvard, USA). Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Onderzoek van de genetische basis en de pathogenische mechanismen betrokken bij bicuspiede aorta klep geassocieerd thoracaal aorta aneurysmanon. Universiteit Antwerpen Abstract: Een bicuspiede aorta klep is het meest voorkomende congenitale hart defect. Het is geassocieerd met aneurysmafs van de aorta ascendens waardoor het een belangrijk gezondheidsprobleem vormt. Het overervingspatroon is meest suggestief voor een autosomaal dominante aandoening met variabele penetrantie en expressiviteit. In dit project zullen we de genetische basis identificeren aan de hand van copy number variation analyse en whole exome sequencing en de potentiele contributie van TGF signalisatie cascades onderzoeken. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Geert Mortier • Bart Loeys
Onderzoek van de epigenetische stabiliteit en veiligheid van geassisteerde voortplantingstechnieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veel koppels met vruchtbaarheidsproblemen worden geholpen met geassisteerde voortplantingstechnieken (ART). Sinds enkele jaren wordt een associatie vermoed tussen ART en epigenetische defecten. Epidemiologische studies bij de mens en gegevens van diermodellen suggereren dat epigenetische defecten in de vroege ontwikkeling kunnen leiden tot een gewijzigd fenoytype zoals een laag geboortegewicht of een verhoogd voorkomen van metabole en cardiovasculaire aandoeningen op latere leeftijd. Door epigenetisch onderzoek in menselijke gameten, vroege embryo's, navelstrengbloed en placenta stalen, na ART en na spontane concepties (SC), kan inzicht verkregen worden in de fundamentele epigenetische herprogrammeringsprocessen bij de mens alsook in de invloed van ART op het epigenoom. In gameten en vroege embryo's zullen chromatine configuratie en globale DNA methylatie patronen nagegaan worden, alsook de expressie en lokalisatie van DNA methyltransferases. In een tweede luik worden de expressie en DNA methylatie patronen van specifieke genen ("imprinted" zowel als "non-imprinted") betrokken bij groei en nutritie tijdens de foetale en placentaire ontwikkeling vergeleken. Deze resultaten kunnen gelinkt worden aan parameters via de gegevensbank van de follow-up studies van de ART kinderen (geboortegewicht, alsook data van cardiovasculaire en metabole biomerkers). Organisaties: • Hematologie • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • Hilde VAN DE VELDE • Michel DE VOS • MARTINE DE RYCKE • INGEBORG LIEBAERS • MARY-LOUISE BONDUELLE
Onderzoeksexcellentiecentrum NEURO. Universiteit Antwerpen Abstract: Het OEC NEURO legt zich toe op biomedisch onderzoek van neurodegeneratieve hersenziekten van het centrale zenuwstelsel zoals Alzheimer dementie, de ziekte van Parkinson en frontaalkwab dementie. Bij deze ziektes treedt neurodegeneratie op: zenuwfuncties gaan verloren omdat zenuwcellen afsterven. Bij een kleine groep patiënten kan neurodegeneratie verklaard worden door een erfelijke mutatie, maar bij de meeste patiënten is er sprake van een complexe mix van genetische en omgevingsfactoren. Vandaag is er nog geen therapie of medicatie beschikbaar die deze ziektes kan stoppen of voorkomen, of die neurodegeneratie kan omkeren. De kerngroep van het OEC-NEURO wordt gevormd door de VIB8 Neurodegeneratieve Hersenziekten groep. Daarnaast maakt ook het IBB - laboratorium voor Neurochemie en Gedrag ook deel uit van NEURO.
Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Christine Van Broeckhoven
Onderzoek rond de vermindering van nevenwerkingen bij volwassen chemotherapiepatienten(NISCHE-project). KU Leuven Abstract: The proposed project aims at developing and evaluating a nurse-led integrated supportive care program to reduce symptom burden in adult chemotherapy patients. This supportive care program wil be patient-centered and address patient education, assessment of side effects from chemotherapy and symptom counseling /coaching in self-care. At the same time it will be multidisciplinary and transmural as it will concern oncology nurses, oncologists and general practitioners. Organisaties: • Laboratorium Experimentele Oncologie
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Koen Milisen • Hans Wildiers
(Onderzoek naar) veilligheid en ontwikkelingscapaciteit van gevitrificeerde immature ovariële follikels met verbeterde verlengde kultuurtechniek en nieuwe biomoleculaire merkers (HOPE-project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De mogelijkheden die moeten geboden worden aan prepubaire- en geslachtsrijpe vrouwelijke kankerpatiënten om hun fertiliteit veilig te stellen voor oncotherapie (Guidelines van ASCO, BFS e.a.) gaan door een aantal recente technologische verwezenlijkingen een beloftvolle toekomst tegemoet. In de voorbije 4 jaren werden volgende punten verwezenlijkt: 1) na transplantatie van oviaal corticaal weefsel werden 6 gezonde kinderen geboren; 2) de vitrificatie van eicellen/ follikels werd uitgewerkt; 3) verbeterde follikelculturen bij primaten werden opgezet door aanwending van biomaterialen als extracellulaire matrix. Daar er reeds een langdurige samenwerking VUb/UCL bestand die heeft geleid tot de geboorte van het eerste kind na ovariële cortex transplantatie, werd er besloten om expertise in het domein 'fertiliteitsbewaring' te bundelen in een onderzoeksplan dat werd gehonoreerd door de Stichting tegen Kanker voor 50% van de noodzakelijk middelen in elke instelling. De profesionalisering van het domein fertiliteitspreservatie op Belgisch niveau vraagt middelen om de organisatorische aspecten vereist door de recente decreten van de Europese Commissie (EU Tissue and Cells Directives) te implementeren in de kliniek en om een stapsgewijze integratie naar een centrale weefselbank te kunnen opzetten. Het opzetten van deze logistiek zowel als het uitgebreide multidisciplinaire onderzoeksluik vraagt een contributie van verschillende competenties in elke instelling. Vandaar dat bestaande vorsers van FOBI/VUB deeltijds (a rato van 5%) expertise zullen bieden en dat een voltijds (100%) wetenschappelijk medewerker noodzakelijk is om op dagdagelijkse basis het kostbaar onderzoeksmateriaal dat afkomstig is vanuit de fertiliteits- en gyneacologische kliniek te kunnen processen naar de verschillende experimenten gaande van het cryopreserveren tot en met het onderhouden van de langdurige eicel- en follikelculturen. Het luik onderzoek dat door het VUB Lab (FOBI) zal uitgewerkt worden omcat het opzetten van testen 1) om nieuwe biomaterialen voor verlengde follikelculturen uit te testen; 2) om nieuwe prognostische testen uit te werken voor routinegebruik (bvb AMH-assay gevoeligheid opdrijven) die moeten dienen voor longituinale follow-up studies van met chemo-/radiotherapie behandelde vrouwen; 3) om innovatieve experimentele protectie methoden tegen ioniserende stralen op in vitro gekweekte follikels uit te testen in preklinische fase en 4) om de chromosomale constitutie en het imprintingspatroon in volgroeide eicel vanaf gevitrificeerde ovariële cortex of follikel na te gaan. Dit project past in de strategie van de VUB om de instelling verder te profileren als een Center of Excellence binnen het fertiliteitsgebeuren en brengt door de externe samenwerking complementaire expertise in. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Onderzoek naar 'slapende borstkankercellen': nieuwe moleculaire inzichten. KU Leuven Abstract: Breast cancer remains the second-leading cause of death in women and the majority of these dead results from recurrent distant metastasis. Breast cancer cells can remain in a dormant state for many years before they grow into secondary distant tumors. Such recurrent cancers are often resistant to (chemo)therapy, resulting in poor prognosis. The molecular mechanisms allowing breast cancer cells to enter a dormant phase, escape from therapy, reawaken and become occult metastases after many years of dormancy remain poorly understood. The goal of this study is to elucidate the molecular pathways that control breast cancer dormancy and therapy resistance. We expect that the proposed research will provide fundamental new insights into this major clinical, but poorly understood problem. Organisaties: • Laboratorium Experimentele Oncologie
Onderzoekers: • Hans Wildiers • Paul Clement • Laura Van den Mooter • Georg Halder
Onderzoek naar Ontwikkeling v/e gebruiksvriendelijk informatiesysteem v/h chemisch risico in beroepsomgeving ikv Europees project "Risques chimiques" (N°23- DOCUP fédéral FSE) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een beheersinstrument van het scheikundig risico ten behoeve van de preventieraadgevers, de administraties (bijvoorbeeld Tewerkstelling en Arbeid, Volksgezondheid), het Fonds voor Beroepsziekten en de organisaties die de sociale partners vertegenwoordigen. Ter aanvulling van de vaak zeer academische wetenschappelijke publicaties beoogt dit instrument het ter beschikking stellen van informatie, een toenaderingsweg en rechtstreeks nuttige en praktische aanbevelingen, die zeer snel toegankelijk zijn en regelmatig bijgehouden worden dankzij internet-technologie. Het instrument richt zich op het toxicologische aspect van de verplichtingen voorzien door de Codex over het Welzijn op het Werk die vrij dikwijls tot moeilijkheden leidt in de dagelijkse praktijk. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld de KMOs) bestaat de moeilijkheid eruit de informatie te vinden, in andere situaties zit het probleem in het sorteren van deze soms zeer omslachtige informatie, er de krijtlijnen uithalen, of nog, het verwoorden van praktische aanbevelingen voor de medische opvolging van blootgestelde werknemers. Tot op heden werden twee onafhankelijke instrumenten ontwikkeld, die elk een bijzonder aspect van het scheikundige risico dekt. Enerzijds een methodologische benadering van de evaluatie van het scheikundige risico verenigbaar met de preventiepolitiek in de schoot van de ondernemingen, KMO's inbegrepen (REGETOX: http://www.regetox.med.ulg.ac.be). Dit eerste lijn-instrument werd ontwikkeld aan de Universiteit
van Luik. En daarnaast een evaluatie-instrument van het carcinogeen/mutageen risico (Carcinogenic Risk in Occupational Settings, CRIOS: http://www.crios.be) ontwikkeld aan de VUB, de KUL, de ULg, de RUG, en de UCL. Het huidige project is toegespitst op de potentiële complementariteit van deze twee initiatieven waarvan de promotoren de interactie in partnerschap met het FBZ wensen te promoveren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Onderzoek naar neurologische ziekten: een moleculair genetische benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: We beogen nieuwe genen te identificeren voor de ziekte van Alzheimer, epilepsie en Charcot-Marie-Tooth neuropathie door gebruik te maken van verschillende moleculair genetische technieken. Ziekteverwekkende genen worden geïdentificeerd door genomische zoektochten uit te voeren in informatieve families die niet kunnen verklaard worden door mutaties in gekende genen. Genotype/fenotype correlaties worden gemaakt op basis van klinische, neurofysiologische en neuropathologische gegevens. In vitro studies zullen uitgevoerd worden met nieuwe mutaties in gekende of nieuw geïdentifceerde genen. Inspanningen zullen geleverd worden voor het aanmaken van transgene muismodellen door het genereren van enerzijds constructen met mutaties die aanleiding geven tot zeer ernstige fenotypes en/of anderzijds multipele transgene modellen. De identificatie van genen verantwoordelijk voor neurologische ziekten is een belangrijke stap voor het begrijpen van de fundamentele biologische processen ter hoogte van het centraal en perifeer zenuwstelsel. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Onderzoek naar ncRNA's die bijdragen aan oncogen-geïnduceerde senescentie. KU Leuven Abstract: Onderzoek naar ncRNA'sdie bijdragen aan oncogen-geïnduceerde senescentie. Kanker is eenverzamelnaam voor verschillende ziektes van de cellen. Alle weefsels en organenvan het menselijk lichaam zijn opgebouwd uit ontelbare cellen: hersencellen, spiercellen, huidcellen enz. Normale cellen groeien en delen zich om oude cellen te vervangen. Kanker ontstaat als er iets misgaat in een cel, waardoor de normale groei van de cel ontregeld geraakt. Kankercellen beginnen zichongecontroleerd te delen, dringen door in het omliggende weefsel en richten daar schade aan.Wanneer normale cellen oud worden stoppen ze onherroepelijk met delen. Dit proces noemt mensenescentie. Cellen kunnen ook senescent worden onder invloed van een kankergen (oncogen). Wij bestuderen de rol van een bepaalde soort moleculen in de cel, niet-coderende RNA moleculen (ncRNAs), die mogelijk bijdragen aan dit senescentie-proces. ncRNAs zijn boodschappermoleculen waarvan we de volledige functionele reikwijdte nog moeten leren ke Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jean-Christophe Marine • Laura Standaert
Onderzoek naar monogene vormen van doofheid met dense genoomwijde SNP data. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt gezocht naar nieuwe loci voor niet-syndromale erfelijke vormen van gehoorverlies. Een unieke set van 30 zeer informatieve Iraanse families met een hoge graad van bloedverwantschap staat ter beschikking. Na een initiële screening van recurrente mutaties, wordt een genoomwijde zoektocht uitgevoerd met de meest geavanceerde technieken voor genotypering (DNA chips), waarna de ziektelocus wordt toegewezen via koppelingsanalyse. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen
Onderzoek naar monogene en complexe vormen van slechthorendheid en vestibulaire disfunctie. Universiteit Antwerpen Abstract: Gehoorverlies is de meest voorkomende zintuiglijke handicap. Ouderdomsslechthorendheid (OSH) vormt een probleem voor ongeveer de helft van de bejaarden. Ook vestibulaire disfunctie komt frequent voor: 3 tot 5% van de bevolking wordt gedurende zijn leven met vertigo of duizeligheid geconfronteerd. Dit project bestudeerd zowel een complexe vorm van gehoorverlies (OSH) via de identificatie van OSH vatbaarheidgenen, als een monogene vorm van gehoorverlies via functionele studies op het DFNA5 gen. Tenslotte wordt ook het vestibulair aspect onderzocht via de identificatie en karakterisatie van het gen verantwoordelijk voor het hoofdschuddende fenotype in een ENU mutante muis. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Onderzoek naar lokale genetische adaptaties aan metaalverontreiniging bij riviergrondels (Gobio gobio) uit het Netebekken. Universiteit Antwerpen Abstract: De Industriële Revolutie en de daarmee gepaard gaande exponentiële toename van de menselijke verstoring van het milieu hebben op korte tijd geleid tot het uitsterven van veel dier- en plantensoorten. In de talloze studies die de impact hiervan op natuurlijke populaties onderzochten, werden veelal de acute, korte termijn-effecten nagegaan. De wetenschappelijke gemeenschap wordt er zich echter steeds meer van bewust dat het vooral de effecten op lange termijn zijn die de overlevingskansen van dergelijke populaties bepalen. Polluenten kunnen immers selectiedruk uitoefenen die de genetische samenstelling van populaties verandert. Verschillende onderzoekers suggereren dat in populaties van verschillende diersoorten door deze selectie relatief snel adaptieve strategieën kunnen onstaan die een hogere tolerantie voor het betrokken toxicant mogelijk maken. Indien op een multidisciplinaire manier, door het bestuderen van genetische, fysiologische en ecologische kenmerken, onderzocht wordt of natuurlijke vispopulaties lokale genetische adaptaties aan een verslechterende waterkwaliteit vertonen, kunnen de effecten hiervan op aquatische ecosystemen beter worden geëvalueerd. Een dergelijke geïntegreerde studie is van vitaal belang voor het ontwikkelen van een duurzaam natuurbeleid.
In deze studie worden de lange termijn-effecten van cadmium- en zinkpollutie op populaties van de riviergrondel (Gobio gobio) geëvalueerd door op zoek te gaan naar genetische adaptaties aan de aanwezigheid van deze metalen. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van zowel moleculairgenetische als populatiegenetische technieken. Verder zal deze kennis worden ingepast in het concept van de conservatie-eenheid, om deze geschikt te maken voor gebruik bij door de mens verstoorde populaties. De studie zal uitgevoerd worden op populaties die reeds gedurende vele generaties blootgesteld zijn aan beide zware metalen in het bekken van de Grote Nete. Genetische merkers (microsatellieten en allozymen) zullen gebruikt worden om genetische verschillen tussen de populaties op te sporen. Er kan dan worden onderzocht of er een verband bestaat tussen het voorkomen van bepaalde unieke allelen of patronen in allel- en/of genotypefrequenties en de verontreinigingsgraad. Indien zo'n verband bestaat suggereert dit dat verschillende metaalconcentraties in het verleden een verschillende selectiedruk hebben uitgeoefend. Bovendien worden deze merkers gebruikt om de genetische variatie in de verschillende populaties te bestuderen. Hiermee kan nagegaan worden of een langdurige blootstelling een verlaagde genetische variatie tot gevolg heeft ten gevolge van genetische drift of inteelt. Ten slotte zal onderzocht worden of de genetische variatie een effect heeft op de fysiologische conditie van de populaties, die een maat is voor hun biologische fitness. Het proteine thioneine is in staat Cd en Zn te complexeren (waarna het metallothioneïne (MT) wordt genoemd), waardoor de toxische effecten ervan in belangrijke mate verminderen. Het is in met metalen verontreinigde gebieden een van de belangrijkste middelen tot detoxificatie. Het gen, coderend voor dit proteine, is dan ook uiterst onderhevig aan selectie. Het bepalen van de nucleotidensequentie van dit gen zal toelaten na te gaan of verschillende mutaties zijn opgetreden tussen de verschillende groepen. Door het kwantificeren van de hoeveelheid geproduceerd messenger RNA (mRNA) kan de expressie van het MT-gen bestudeerd worden. Een hogere genexpressie kan een verhoogde MT-productie tot gevolg hebben, en is een andere vorm van genetische adaptatie dan een rechtstreekse mutatie van het gen zelf. Het kwantificeren van de hoeveelheid geproduceerde MT's is een maat voor de posttranscriptionele controle van het MT-gen. De hoeveelheid MT's zal gerelateerd worden aan de concentratie Cd en Zn in de weefsels. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Dries Knapen
Onderzoek naar het verband tussen sfingolipiden, specifieke signaleringswegen en niet-coderende DNA-regio's in processen die leiden tot celdood, celgroei en stressresistentie in gist. KU Leuven Abstract: Het hoofddoel van het voorgestelde IOF mandaat is het ontrafelen van derol van (i) sfingolipiden en (ii) een DNA regio die gepostuleerd werd niet te coderen voor ORFs (open reading frames), in processen die leiden tot celdood, celgroei en stress-resistentie in gist. Deze informatie kandan immers gebruikt worden voor valorisatie in de domeinen van (i) controle van schimmelinfecties bij mens en dier, en (ii) controle van ziekten die gekarakteriseerd zijn door een verhoogde apoptose (zoals neurodegeneratieve ziekten) of door afwezigheid van apoptose (zoals in kanker). Hiertoe werd een samenwerking opgestart tussen CMPG-PFI (Prof. Cammue, promotor) en LFB (Prof. Winderickx, copromotor) met als doel het onderzoekop CMPG-PFI, gericht op de betrokkenheid van sfingolipiden bij celdood in gist, en het onderzoek op LFB, gericht op stressresistentie, nutirëntsignalering en groeicontrole in gist, samen te voegen. Het geplande onderzoek voor dit IOF mandaat zal zich toespitsen op (i) de identificat Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Joris Winderickx • Bruno Cammue • Karin Thevissen
Onderzoek naar Golgi stress in cellen van patiënten met CDG KU Leuven Abstract: Congenital Disorders of Glycosylation (CDG) zijn een groep van zeldzamemetabole ziekten veroorzaakt door genetische defecten in de glycosylatie. We hebben recent een deficiëntie van MAN1B1 ontdekt, en het blijkt een van de meer frequente vormen van CDG te zijn, gekenmerkt door o.a. verstandelijke beperking en obesitas. Het MAN1B1 enzym bevindt zich normaalin het Golgi compartiment en heeft wellicht een functie in het herkennen en verwerken van foutief gevouwen glycoproteïnen. Deze worden in normale omstandigheden teruggestuurd naar het endoplasmatisch reticulum voor afbraak.Onze hypothese is dat de MAN1B1 deficiëntie aanleiding geeft tot een opstapeling van foutief gevouwen glycoproteïnen in het Golgi, waardoor de capaciteit van dit compartiment wordt overtroffen. In preliminaire experimenten hebben we aangetoond dat de Golgi trafiek en de morfologie sterkt afwijkend zijn in cellen die MAN1B1 missen. Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Gert Matthijs
Onderzoek naar genen betrokken in mannelijke onvruchtbaarheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project zal de functie van het PRY gen in meer detail geanalyseerd worden, en het belang van apoptose in mature zaadcellen zal bestudeerd worden. We zullen tevens drie genen bestuderen die mogelijk belangrijk zijn voor de spermatogenese. Deze genen, die uitgedrukt worden in testis weefsel, zullen gekarakteriseerd worden om alzo hun functie in de normale spermatogenese te bepalen, en bijgevolg hun mogelijke functie in mannelijke infertiliteit. Tenslotte zullen genen afgezonderd worden die gelegen zijn in het tranlocatie breekpunt gebied 1p22 en hun functie zal bepaald worden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • WILLY LISSENS • ANDRE VAN STEIRTEGHEM • INGEBORG LIEBAERS • PAUL DEVROEY
Onderzoek naar genen betrokken in arteriële tortuositeit en aorta anaurysmata Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt nieuwe inzichten te verwerven in de moleculaire basis en de pathogenese van erfelijke bindweefselziekten met structurele afwijkingen van de grote arteriën. Specifieke doelstellingen zijn: 1. Ontrafelingvan de genetische basis van het Arterial Tortuosity Syndrome (locus 20q13) 2. Studie van de rol van microfibrillaire eiwitten (LTBP's) in familiaal thoracale aorta-aneurysmata (zonder causale FBN1 mutatie). 3. Studie van de fenotypische variabiliteit binnen het Marfan syndroom Organisaties:
• Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Paul Coucke
Onderzoek naar de ziekte mechanismen veroorzaakt door HSPB1 en HSPB8 mutaties in iPSC afgeleide motorische neuronen van Charcot-Marie-Tooth patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Onderzoek naar de tumor en zijn micro-omgeving als aanknopingspunt voor de beoordeling van therapierespons Universiteit Gent Abstract: De ontwikkeling van nieuwe moleculaire hulpmiddelen om nauwkeurig respons op therapie te meten is een van de grote uitdagingen in klinisch kankeronderzoek. Volgens recente bevindingen, kunnen circulerende miRNA moleculen dienen als biomerkers voor kankerdiagnose en prognose. In dit project zullen we de expressie van circulerende miRNA's in het serum van neuroblastoom patiënten voor en na behandeling meten. Ons doel is om een miRNA signatuur te ontwikkelen die de respons op de behandeling in de hoog-risico neuroblastoom patiënten kan voorspellen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Onderzoek naar de rol van TGF-beta1 in het botmetabolisme en van andere nieuw te identificeren genen in de osteoblastdifferentiatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject zal trachten nieuwe genen betrokken in de osteoblastdifferentiatie te identificeren en bouwt daarnaast verder op het functionele TGF-b1 onderzoek opgestart tijdens mijn doctoraat. De eerste doelstelling zal gerealiseerd worden door het uitvoeren van een functionele screen mbv een siRNA-bibliotheek: via selectieve knock-down van genen die mogelijk betrokken zijn bij de differentiatie van osteoblastprecursorcellen, kunnen die genen die een invloed op dit proces hebben, opgepikt worden. In het tweede luik zal getracht worden een antwoord te geven op een aantal openstaande vragen rond TGF-b1 signaaltransductie. De concrete doelstellingen zijn: Aantonen en karakteriseren van een intracriene signaalpathway waarvoor de type 2 mutanten een indicatie vormen; In vivo en in vitro studie van de functie van mutant TGF-b1 in het botmetabolisme door de aanmaak van een knock-in muismodel; Nagaan van de rol van latent TGF-b binding protein (LTBP) in het fenotypisch tot uiting komen van de mutaties. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Katrien Janssens
Onderzoek naar de rol van resistine in het ontstaansmechanisme van obesitas en osteoporose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt verder op onze resultaten bekomen tijdens een vorig project betreffende resistine en heeft dan ook als algemene doelstelling het onderzoeken van de rol van resistine in het ontstaansmechanisme van obesitas en osteoporose. Hiervoor zullen we kijken naar de invloed van resistine op verschillende cellulaire niveaus, gaande van de mesenchymale stamcel tot de mature osteoblast en adipocyt, alsook de invloed ervan op genetisch vlak. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Sigri Beckers
Onderzoek naar de rol van LRP4 in de regulatie van Wnt signaaltransductie en botvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul
Onderzoek naar de rol van genetische varianten in Wnt signaaltransductie genen in de regulatie van piekbotdensiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is bij te dragen tot de opheldering van de genetische regulatie van piek BMD (pBMD) in de algemene populatie om op die manier de pathogenese van osteoporose beter te begrijpen. Concreet gaat hierbij onze aandacht naar enkele genen die de b-catenine afhankelijke Wnt signaaltransductie moduleren. Via associatiestudies in een goed gekarakteriseerde, Deense cohorte jonge mannen zal onderzocht worden of vier extracellulaire modulatoren van Wnt signaaltransductie (Dkk1, Dkk2, sFRP1 en SOST) genetische risicofactoren zijn voor de regulatie van pBMD. Voor geassocieerde genen zullen we vervolgens op zoek gaan naar de causatieve variant(en) waarvoor we eveneens het functioneel effect zullen bestuderen. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wendy Balemans
Onderzoek naar de moleculaire basis van het Ehlers-Danlos syndroom, een genetisch model voor de studie van gewrichtshypermobiliteit
Universiteit Gent Abstract: Gewrichtshypermobiliteit is een prominent kenmerk van verschillende erfelijke bindweefselaandoeningen waaronder het Ehlers-Danlos syndroom. Weinig is echter geweten over de genetische basis van gewrichtshypermobiliteit en genetische heterogeniteit wordt gesuggereerd. In dit project zal in eerste instantie een recent geïdentificeerde kandidaat locus voor het hypermobiel subtype van EDS geanalyseerd worden d.m.v. next generation sequencing teneinde het causaal genetisch defect te identificeren. Vervolgens zal het genoom van een cohorte hypermobiele EDS patiënten gescreend worden op genomische alteraties d.m.v. CGH. Tot slot zullen veranderingen in het proteoom en het secretoom van hypermobiele EDS patiënten geëvalueerd worden d.m.v. proteomics gebaseerde technologie. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Onderzoek naar de identificatie van een gen voor bipolaire affectieve aandoening in chromosoomregio 8q24. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire affectieve aandoening (BPAD) wordt gekenmerkt door ernstige, abnormale gemoedsveranderingen met alternerende periodes van manie en depressie. Het heeft een levensprevalentie van ongeveer 1% in alle humane populaties en geeft aanleiding tot aanzienlijke kosten ten gevolge van de hoge morbiditeit en mortaliteit. Behandeling met geneesmiddelen is vaak teleurstellend door hun niet gerichte actie en hun bijkomende neveneffecten en bovendien hebben de episoden de neiging om terug te keren. Hoewel de etiologie en pathofysiologie nog volstrekt onbekend zijn, tonen familie-, tweeling-, en adoptiestudies aan dat erfelijke factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de ziekte. De meerderheid van deze studies duidt op een mogelijke betrokkenheid van meerdere genen met kleine effecten en/of het voorkomen van belangrijke allelische effecten in epistase. Koppelingsanalyse is één van de best beschikbare methoden om de chromosomale loci met genen voor BPAD te identificeren. Hoewel er wereldwijd door verschillende onderzoeksgroepen veelbelovende koppelingsresultaten werden gevonden, is er tot op heden nog geen enkel gen geïdentificeerd. De koppelingsgebieden zijn meestal grote genetische regio's (>10 cM), wat het systematische onderzoek naar kandidaatgenen bemoeilijkt. Genidentificatie is echter reeds mogelijk gebleken bij andere ziekten met een complexe overervingswijze (Diabetes mellitus type 2, Ziekte van Crohn) met behulp van linkage disequilibrium (LD), dat detecteerbaar is over korte genetische afstanden (<1 cM). Tot voor kort werd de zoektocht naar LD in kandidaatgebieden aanzienlijk beperkt door gebrek aan dichtbij elkaar gelegen merkers (single nucleotide polymorphisms (SNPs) en microsatellieten), fysische kaarten, grote groepen van patiënten en snelle, goedkope en nauwkeurige methoden om SNPs te genotyperen. Door de komst van het Humane Genoom Project en de ontwikkeling van de technologie voor genotypering, werden deze problemen aanzienlijk gereduceerd. Dit project is gebaseerd op de koppelingsresultaten van een recent uitgevoerde genoomscan in families met BPAD en zal zich voornamelijk richten op de aanwezigheid van LD in een gebied op chromosoom 8q24, omdat hier het sterkste bewijs voor koppeling werd gevonden, om dan tenslotte het gen dat betrokken is bij de ontwikkeling van BPAD te identificeren. De identificatie van een ziekteveroorzakend gen zal ons in staat stellen de aard van de overeenkomstige genprodukten en hun ziekte veroorzakende afwijkingen te begrijpen. Dit inzicht in de etiologie van BPAD zal perspectieven openen voor nieuwe diagnostische en therapeutische toepassingen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Markus Nöthen • Sven Cichon • Ann Van Den Bogaert
Onderzoek naar de identificatie van een gen voor bipolaire affectieve aandoening in chromosoomregio 8q24. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire affectieve aandoening (BPAD) wordt gekenmerkt door ernstige, abnormale gemoedsveranderingen met alternerende periodes van manie en depressie. Het heeft een levensprevalentie van ongeveer 1% in alle humane populaties en geeft aanleiding tot aanzienlijke kosten ten gevolge van de hoge morbiditeit en mortaliteit. Behandeling met geneesmiddelen is vaak teleurstellend door hun niet gerichte actie en hun bijkomende neveneffecten en bovendien hebben de episoden de neiging om terug te keren. Hoewel de etiologie en pathofysiologie nog volstrekt onbekend zijn, tonen familie-, tweeling-, en adoptiestudies aan dat erfelijke factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de ziekte. De meerderheid van deze studies duidt op een mogelijke betrokkenheid van meerdere genen met kleine effecten en/of het voorkomen van belangrijke allelische effecten in epistase. Koppelingsanalyse is één van de best beschikbare methoden om de chromosomale loci met genen voor BPAD te identificeren. Hoewel er wereldwijd door verschillende onderzoeksgroepen veelbelovende koppelingsresultaten werden gevonden, is er tot op heden nog geen enkel gen geïdentificeerd. De koppelingsgebieden zijn meestal grote genetische regio's (>10 cM), wat het systematische onderzoek naar kandidaatgenen bemoeilijkt. Genidentificatie is echter reeds mogelijk gebleken bij andere ziekten met een complexe overervingswijze (Diabetes mellitus type 2, Ziekte van Crohn) met behulp van linkage disequilibrium (LD), dat detecteerbaar is over korte genetische afstanden (<1 cM). Tot voor kort werd de zoektocht naar LD in kandidaatgebieden aanzienlijk beperkt door gebrek aan dichtbij elkaar gelegen merkers (single nucleotide polymorphisms (SNPs) en microsatellieten), fysische kaarten, grote groepen van patiënten en snelle, goedkope en nauwkeurige methoden om SNPs te genotyperen. Door de komst van het Humane Genoom Project en de ontwikkeling van de technologie voor genotypering, werden deze problemen aanzienlijk gereduceerd. Dit project is gebaseerd op de koppelingsresultaten van een recent uitgevoerde genoomscan in families met BPAD en zal zich voornamelijk richten op de aanwezigheid van LD in een gebied op chromosoom 8q24, omdat hier het sterkste bewijs voor koppeling werd gevonden, om dan tenslotte het gen dat betrokken is bij de ontwikkeling van BPAD te identificeren. De identificatie van een ziekteveroorzakend gen zal ons in staat stellen de aard van de overeenkomstige genprodukten en hun ziekte veroorzakende afwijkingen te begrijpen. Dit inzicht in de etiologie van BPAD zal perspectieven openen voor nieuwe diagnostische en therapeutische toepassingen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Sven Cichon • Ann Van Den Bogaert
Onderzoek naar de heterogeniteit van gamma-secretase. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers:
• Bart De Strooper • Lutgarde Serneels • Hermien Acx
Onderzoek naar de genetische en moleculaire architectuur van ontwikkelingsinstabiliteit bij de zebravis (Brachydanio rerio). Universiteit Antwerpen Abstract: De genetische basis van ontwikkelingsinstabiliteit en de overerfbaarheid ervan is slechts beperkt gekend. In dit project zal de overerfbaarheid en genetische basis ervan bestudeerd worden aan de hand van klassieke quantitatieve genetische experimenten, QTL mapping en micro-array technieken. Aangezien de mate van ontwikkelingsinstabiliteit vaak stijgt onder stress zal de genetische en moleculaire architectuur onder verschillende stress factoren onderzocht worden Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Stefan Van Dongen
Onderzoek naar de genen betrokken in mannelijke infertiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Infertiliteit en subfertiliteit komen voor in ongeveer 15% van de koppels met actieve kinderwens. in 50% van deze koppels kan de oorzaak toegewezen worden aan vrouwelijke infertiliteit, in 30% aan een probleem langs de kant van de man en in 20% is er geen verklaring voor de infertiliteit. Verschillende factoren die een rol vormen bij mannelijke infertiliteit zijn ondertussen gekend. Naast factoren van chemische, infectueuse of immunologische aard, is het ook duidelijk dat in een aantal gevallen genetische factoren aan de basis liggen. Zo is bijvoorbeeld duidelijk aangetoond dat in de meerderheid van mannen met obstructieve azoöspermie tengevolge van congenitale bilaterale afwezigheid van het vas deferens (CBAVD) de infertiliteit veroorzaakt wordt door mutaties in hetzelfde gen dat defectief is bij mucoviscidose patiënten (het CFTR-gen). Dit project omhelst de studie van twee genetische wijzigingen waarvan geweten is dat zij betrokken zijn of tenminste meer frequent voorkomen bij onvruchtbare dan bij normaal fertiele mannen: microdeleties ter hoogte van de lange arm van het Y-chromosoom (verder genoemd Yq11 deleties) en chromosoomtranslocaties. In beide gevallen is het doel van het project de (mogelijk) betrokken factoren beter te karakteriseren, hun normale functie te bestuderen en hieruit hun rol bij onvruchtbaarheid (beter) te definiëren. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica • Gynecologie - Urologie
Onderzoekers: • WILLY LISSENS • ANDRE VAN STEIRTEGHEM • INGEBORG LIEBAERS • PAUL DEVROEY
Onderzoek naar de cooperatieve onderlinge relatie tussen TLX1 en PHF6 en T-cel acute lymfoblastische Leukemie door middel van modellering in zebravis Universiteit Gent Abstract: De zebravis zal gebruikt worden om de IL7R gemedieerde interactie tussen PHF6 en TLX1 in vivo te onderzoeken. IL7R expressie en globale genexpressie in PHF6 deficiënte en TLX1 transgene zebravissen zal geëvalueerd worden. PHF6-TLX1 coöperativiteit in T-ALL oncogenese zal nagegaan worden en de verkregen T-ALL?s zullen gekarakteriseerd worden. Finaal zullen JAK/STAT inhibitoren getest worden op zebravissen die T-ALL ontwikkelden. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman • Pieter Rondou
Onderzoek in het domein van de translationele neurobiologie "Post-genomic investigation of therapeutic targets for the treatment of neurodegenerative disorders". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • VIB DMG - Translationele Neurobiologie
Onderzoekers: • Stuart Maudsley
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Guido Van Camp