www.researchportal.be - 10 Jul 2016 13:20:43
Onderzoeksprojecten (420 - 440 van 989) Zoekfilter: Classificaties: Genetica, cytogenetica
Identificatie van nieuwe genen betrokken bij Charcot-Marie-Tooth neuropathieën gebruik makend van "next generation" sequentiebepaling van het volledige genoom. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Charcot-Marie-Tooth (CMT) is de meest voorkomende erfelijke perifere neuropathie en is zowel klinisch als genetisch uiterst heterogeen. Dit project behandelt de identificatie van CMT-veroorzakende mutaties en genen voor twee onopgeloste loci (DI-CMTA en CMT2G) door middel van whole genome sequencing. Bovendien zal een cohorte van kernfamilies getroffen door DI-CMT en CMT2 systematisch gescreend worden voor pathogene mutaties in de gekende CMT-genen, waarna uitgebreide genotype/fenotype-correlaties zullen worden opgesteld. Dit onderzoek draagt bij tot de diagnosestelling en finaal het ontrafelen van de pathomechanismen die aan de basis liggen van neuropathie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Albena Jordanova • Kristien Peeters
Identificatie van nieuwe genen betrokken bij idiopatische epilepsieën via comparatieve genoom hybridizatie (CGH). Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is de identificatie van nieuwe genen betrokken bij het ontstaan van epilepsie. Onze hypothese is dat bij sommige patiënten met een syndromale vorm van epilepsie chromosomale afwijkingen zoals deleties en duplicaties voorkomen. De epilepsie maakt dan deel uit van een contiguous gene syndrome. In dergelijke regio's liggen waarschijnlijk dan ook dosage gevoelige genen die betrokken zijn bij epilepsie. We veronderstellen verder dat puntmutaties in deze genen gelijkaardige of verwante epilepsiesyndromen kunnen veroorzaken zoals aangetoond in 'severe myoclonic epilepsy of infancy' (SMEI) en 'generalized epilepsy with febrile seizures plus' (GEFS+). De genen betrokken bij epilepsie gelegen in gedeleteerde of gedupliceerde gebieden geïdentificeerd in patiënten met syndromale vormen worden vervolgens geanalyseerd voor mutaties in patiënten met zuivere vormen van epilepsie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Godelieve Claes
Identificatie van nieuwe genen en risicofactoren voor de ziekte van Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Dementie is een progressieve, neurodegeneratieve hersenziekte en wordt gekenmerkt door een cognitieve achteruitgang van de patiënt. Dementie komt voornamelijk voor bij ouderen en vormt een belangrijk gezondheids- en socio-economisch probleem. Daarenboven is er nog geen therapie ontwikkeld die de ziekte een halt kan toeroepen. De ziekte van Alzheimer (AD) is de frequentste vorm van dementie. De ziekte treedt bij de meeste patiënten pas op latere leeftijd op, hoewel er een kleine groep patiënten met jonge aanvangsleeftijd is. In deze groep vertoont de ziekte dikwijls een familiaal karakter en positionele klonering heeft tot de identificatie van 3 causale genen (amyloïde precursor proteïne, APP; preseniline 1 en 2, PS1 en PS2) voor autosomaal dominante vormen van AD geleid. Naast causale genen is ook een risicogen (apolipoproteïne E, APOE) geïdentificeerd. Deze 4 genen verklaren echter minder dan 30% van de genetische variatie voor AD en er zijn nog families met autosomaal dominante AD waarin geen mutaties in de causale genen worden teruggevonden. Het doel van dit project is via moleculair genetische aanpak een bijdrage te leveren in het ontrafelen van de etiologie en de epidemiologie van AD en neurodegeneratie. Hiertoe worden volgende stappen ondernomen: (1) Genetische karakterisatie en uitbreiding van een AD patiëntenpopulatie, hiervoor zal een mutatieanalyse van de gekende dementiegenen en een APOE-genotypering uitgevoerd worden, en verzamelen van multiplex families en patiëntentrio's vanuit deze populatie. (2) Identificatie van nieuwe causale AD genen in de multiplex families dmv positionele klonering. (3) Identificatie van nieuwe AD risicogenen in de patiëntentrio's via associatiestudies. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van familiegebaseerde (in patiëntentrio's) en klassieke patiënten/controle associatiestudies. (4) Bepaling van Ab42/Ab40 ratio's in plasma om niet symptomatische 'at risk' individuen te identificeren, of als co-variant in associatiestudies te gebruiken. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Nathalie Brouwers
Identificatie van nieuwe genen en risicofactoren voor de ziekte van Parkinson. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Parkinson (PD) is de tweede meest voorkomende progressieve neurodegeneratieve hersenaandoening. De meerderheid van de patiënten zijn sporadisch, toch heeft een minderheid (~15%) een familiehistoriek van PD. Hoewel er verschillende genen voor PD gekend zijn, wordt nog 80% van de genetische variatie in PD veroorzaakt door ongekende genetische factoren. Er zal gezocht worden naar nieuwe causale genen en risicogenen via respectievelijk koppelingsstudies in PD families en patient/controle associatiestudies. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Karen Nuytemans
Identificatie van nieuwe genen en risicofactoren voor de ziekte van Parkinson. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de basis van genetische susceptibiliteit voor complexe ziekten zoals de ziekte van Parkinson (PD) ligt een ander spectrum van sequentievariaties dan dat van de klassieke coderende mutaties die monogenische ziekten veroorzaken. Tot dit complexe mutatiespectrum behoren exon- en gen- kopijnummervariaties (CNVs) en variaties in regulatieve sequenties die genexpressie beïnvloeden, zoals al gerapporteerd werd voor SNCA, PARK2 en DJ-1. Het is duidelijk dat differentiële expressie, hetzij via DNA dosage hetzij via regulatie van transcriptie of translatie, kan leiden tot variabele aanvangsleeftijden, ziekteprogressie en fenotypes beschreven voor complexe neurologische aandoeningen. We hebben daarom het moleculair genetisch onderzoek van PD uitgebreid van de standaard mutatieanalyse van coderende sequenties naar deze complexe
variaties. Op dit ogenblik voeren we een extensieve analyse uit van de SNCA 5'regulatieve regio. We identificeren de genetische varianten die verantwoordelijk zijn voor het verhoogde risico op PD via directe sequentiebepaling van gDNA van patiënten en controlepersonen. De rol van deze variaties in de pathogenese wordt nagegaan m.b.v. reportergen assays in humane neuronale en niet-neuronale celmodellen en andere standaard moleculair biologische technieken. Kortelings starten we ook met een vergelijkbare analyse van de PARK2 promotor en andere geconserveerde regulatieve regio's. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Karen Nuytemans
Identificatie van nieuwe genen en ziekteprocessen in idiopathische epilepsies. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we de genetische studies in patiënten en families verderzetten. Dit project zal een bijdrage leveren aan het begrijpen van de genetische mechanismen die aan de basis liggen van één van de meest voorkomende en complexe neurologische aandoeningen (Hauser et al. 1993). De epilepsieën zijn een klinisch heterogene groep waar beide genetisch bepaalde en verworven epilepsiesyndromen toe behoren. De meeste epilepsiesyndromen zijn complexe ziekten die veroorzaakt worden door zowel genetische als omgevingsfactoren (Berkovic et al. 1998). Er wordt gesuggereerd dat een genetische oorzaak belangijk is in ongeveer 40% van de epilepsiepatiënten. Recente genetische studies hebben aangetoond dat verschillende epilepsiesyndromen veroorzaakt worden door mutaties in ionenkanalen: mutaties in de nicotine acetylcholine receptor a4 en b2 subeenheid (CHRNA4 en CHRNB2) veroorzaken nachtelijke frontale kwab epilepsie (ADNFLE), de kalium kanalen KCNQ2 en KCNQ3 zijn gemuteerd in benigne neonatale familiale convulsies, mutaties in de a1, a2, b1 en b2 subeenheid van een voltage-gated natrium kanaal (SCN1A, SCN2A, SCN1B en SCN2B), de g2 subeenheid van een GABAA receptor (GABRG2) veroorzaken GEFS+ (gegeneraliseerde epilepsie met koortsconvulsies plus), en mutaties in GABRA1 veroorzaken JME (juveniele myoclone epilepsie). Hiernaast werden ook mutaties gevonden in het LGI1 (leucine-rich, glioma inactivated 1) gen in patiënten met partiële epilepsieën. In vitro studies van gemuteerde ionenkanalen laten toe nieuwe anti-epileptische medicatie te ontwikkelen. Dit is nodig omdat ondanks het feit dat de bestaande anti-epileptische medicijnen efficient zijn, er toch nog patiënten zijn die hierop niet reageren. Biochemische en morfologische veranderingen die het anders normale brein epiletisch maken (epileptogenese) blijven grotendeels onbekend. Inzicht in deze mechanismen kan leiden tot de ontwikkeling van therapieën die het brein beschermen tegen vormen van verworven epilepsieën zoals bijvoorbeeld na een hersentrauma. Belangrijk bij dit onderzoek zijn diermodellen gebaseerd op de verschillende epilepsiegenen. Moleculair genetische studies van epilepsiesyndromen hebben met succes verschillende loci en genen geïdentificeerd met behulp van koppelingsstudies in multiplex families en de analyse van kandidaatgenen gelegen in deze loci (Kaneko et al. 2002). Desalniettemin werden slechts in 10 genen mutaties gevonden die aanleiding geven tot epilepsie. Het is eveneens geweten dat gekende loci en genen slechts een klein deel uitmaken van alle genetisch bepaalde epilepsiesyndromen, hetgeen nogmaals de klinische en genetische heterogeniteit van deze groep van neurologische ziekten benadrukt. Dit wordt ondersteund door het feit dat wij recent 4 verschillende loci gevonden hebben, telkens in één familie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Peter De Jonghe
Identificatie van nieuwe genen, oorzakelijk voor syndromatische vormen van microcefalie, met behulp van genoomwijde benaderingen KU Leuven Abstract: Microcefalie is een conditie waarbij de hersenen geen normale groei vertonen. Deze conditie kan veroorzaakt worden door genetische en niet-genetische factoren en is vaak een kenmerk van een breder syndroom. De genendie aan de oorzaak liggen van syndromatische microcefalie zijn grotendeels onbekend, maar er is evidentie dat genen betrokken in de regulering van de celcyclus een belangrijke rol spelen. Op basis van het succesvol identificeren van genen die de celcyclus beïnvloeden in syndromatische microcefalie, de expertise en de grote beschikbaarheid van patiënten met ontwikkelingsstoornissen, en een groot aantal kandidaat loci voor microcefalie, geïdentificeerd door de genoomwijde 'copy number variation screen', stellen we een meervoudige benadering voor voor het ontdekken van nieuwe causale genen. In de eerste plaats zullen we systematisch cellijnengenereren en screenen voor defecten in de celcyclus. In geselecteerde cellijnen zal het expressieprofiel worden bepaald. Ten tweede willen Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Joris Vermeesch • Koenraad Devriendt • Goedele Demeter
Identificatie van nieuwe genen verantwoordelijk voor preseniele dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project gaat de aandacht voornamelijk uit naar de identificatie van nieuwe genetische factoren verantwoordelijk voor neurodegeneratieve dementies. Met behulp van familie- en populatie gebaseerd patiëntenmateriaal worden zowel nieuwe causale dementie genen, als genetische variaties verantwoordelijk voor een predispositie voor dementie opgespoord. Het labo beschikt over 10 autosomaal dominante families met klinisch gediagnosticeerde Alzheimer dementie (AD), afkomstig uit een grote Nederlandse epidemiologische studie. Nadat in deze families mutaties in de gekende AD-genen worden geëxcludeerd, toonden we aan dat 2 families (F1083 en F1270) in staat zijn om onafhankelijk van elkaar tot significante genetische koppeling te leiden. Op een totaal van 66 stalen werd vervolgens een genomische zoektocht uitgevoerd met 400 microsatelliet merkers verspreid over het volledige genoom op een gemiddelde onderling afstand van 10 cm. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Rosa Rademakers
Identificatie van nieuwe genen voor dementie Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel dementie, vierde doodsoorzaak in westerse landen, een typische ouderdomsziekte is, bestaan er ook vormen met een vroege aanvangsleeftijd. Deze hebben meestal een familiaal karakter, soms met autosomaal dominante overerving. Hoewel dementiegenen gekend zijn, is de genetische oorzaak in ongeveer 80% van dementiefamilies ongekend. In deze families zal gezocht worden naar nieuwe dementiegenen, hetgeen relevant is voor het begrijpen van de biologie van dementie in het algemeen.
Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven • Veerle Bogaerts
Identificatie van nieuwe genen voor frontotemporale kwabdementie via genoom sequentieanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Wereldwijd zijn er ongeveer 35,6 miljoen mensen gediagnosticeerd met dementie. Dementie is verantwoordelijk voor 3,4% van de overlijdens in de industrielanden. Therapeutische mogelijkheden om dementie te voorkomen of te behandelen zijn beperkt en het aantal patiënten blijft exponentieel toenemen. Door de vergrijzing van de bevolking wordt er geschat dat het aantal dementiepatiënten elke 20 jaar zal verdubbelen. In België alleen al leven ongeveer 163 500 patiënten met dementie. In dit doctoraatsproject ligt de focus op fronto-temporale-kwabdegeneratie (FTLD). FTLD is, na de ziekte van Alzheimer, de tweede meest voorkomende oorzaak van dementie in patiënten die jonger zijn dan 65 jaar. Het is een klinisch heterogene aandoening die veroorzaakt wordt door neuronale degeneratie van de frontale en temporale kwabben. De belangrijkste klinische eigenschappen zijn veranderingen in persoonlijkheid en gedrag, problemen in het vinden van woorden en andere taalproblemen. Ongeveer 50% van de FTLD patiënten hebben een familiale achtergrond van dementie. FTLD wordt vaak autosomaal overgeërfd en in minder dan 50% van deze patiënten kan de ziekte verklaard worden door mutaties in één van de gekende FTLD genen (MAPT, C9orf72, GRN, VCP en CHMP2B). Voor de andere 50% familiale FTLD patiënten blijft de genetische oorzaak ongekend. Hierdoor is er nog steeds nood aan verder onderzoek naar de genetische oorzaken van FTLD. Het doel van mijn project is de identificatie van de ontbrekende genen door gebruik te maken van volledige genoomsequenties. De volledige genomische sequentie van verwante en niet-verwante familiale FTLD patiënten worden geanalyseerd en er wordt speciaal gekeken naar de aanwezigheid van segregerende en/of gedeelde varianten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Stéphanie Philtjens
Identificatie van nieuwe genen voor frontotemporale kwabdementie via genoom sequentieanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Wereldwijd zijn er ongeveer 35,6 miljoen mensen gediagnosticeerd met dementie. Dementie is verantwoordelijk voor 3,4% van de overlijdens in de industrielanden. Therapeutische mogelijkheden om dementie te voorkomen of te behandelen zijn beperkt en het aantal patiënten blijft exponentieel toenemen. Door de vergrijzing van de bevolking wordt er geschat dat het aantal dementiepatiënten elke 20 jaar zal verdubbelen. In België alleen al leven ongeveer 163 500 patiënten met dementie. In dit doctoraatsproject ligt de focus op fronto-temporale-kwabdegeneratie (FTLD). FTLD is, na de ziekte van Alzheimer, de tweede meest voorkomende oorzaak van dementie in patiënten die jonger zijn dan 65 jaar. Het is een klinisch heterogene aandoening die veroorzaakt wordt door neuronale degeneratie van de frontale en temporale kwabben. De belangrijkste klinische eigenschappen zijn veranderingen in persoonlijkheid en gedrag, problemen in het vinden van woorden en andere taalproblemen. Ongeveer 50% van de FTLD patiënten hebben een familiale achtergrond van dementie. FTLD wordt vaak autosomaal overgeërfd en in minder dan 50% van deze patiënten kan de ziekte verklaard worden door mutaties in één van de gekende FTLD genen (MAPT, C9orf72, GRN, VCP en CHMP2B). Voor de andere 50% familiale FTLD patiënten blijft de genetische oorzaak ongekend. Hierdoor is er nog steeds nood aan verder onderzoek naar de genetische oorzaken van FTLD. Het doel van mijn project is de identificatie van de ontbrekende genen door gebruik te maken van volledige genoomsequenties. De volledige genomische sequentie van verwante en niet-verwante familiale FTLD patiënten worden geanalyseerd en er wordt speciaal gekeken naar de aanwezigheid van segregerende en/of gedeelde varianten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Stéphanie Philtjens
Identificatie van nieuwe genen voor recessieve vormen van het Ehlers-Danlos syndroom Universiteit Gent Abstract: Via studie van twee consanguine families met fenotypische kenmerken van zeldzame EDS-varianten beogen we de identificatie van nieuwe genen voor recessieve EDS-fenotypes. Via Next Generation sequenering van verschillende kandidaatregio's zal getracht worden de causale gendefecten te identificeren. Ook zal de rol van recent ontdekte genen nagegaan worden bij patiënte met EDS-fenotypes waarbij het genetisch defect ongekend is. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Identificatie van nieuwe LBD genen via genoom sequentie technologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Lewy body hersenziekten zijn veelvoorkomende aandoeningen die een belnagrijke handicap en vermindering van de levenskwaliteit veroorzaken. De ziekte van Parkinson en 'Lewy body' dementie zijn diverse manifestaties van dit ziektespectrum en vertonen een aanzienlijke klinische overlap wat suggereert dat deze ziekten kunnen veroorzaakt worden door gelijkaardige ziekteprocessen. Zonder de ontwikkeling van vroeg-diagnostische tests en therapieën die een interventie in een vroeg ziektestadium toelaten vormen Lewy body hersenziekten een groot sociaal-economische probleem in onze samenleving. Om dit te bereiken hebben we een grondige kennis nodig van de onderliggende biologische processen en een daaropvolgende efficiënte vertaling van deze nieuwe inzichten naar verbeterde patiëntenzorg. Met dit onderzoek willen we de onderliggende oorzaken en mechanismen van Lewy body hersenziekten ontrafelen met name door de identificatie van nieuwe causale genen voor familiale Lewy body aandoeningen. We zullen gebruik maken van state-of-the-art technologieën om de identificatie van nieuwe genen te versnellen en hun rol te onderzoeken in het ontstaan van de verschillende aandoeningen van het Lewy body spectrum en verwante hersenziekten. We streven er ook naar om het biologisch effect van de geïdentificeerde gendefecten te bestuderen om zo tot nieuwe inzichten te komen in de onderliggende ziekteprocessen. Deze kennis zal uiteindelijk leiden tot verbeterde therapieën en meer accurate diagnostische tests. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven
Identificatie van nieuwe proteïne kinase doelwitten voor de verbeteringvan de therapie van gastro-intestinale stromale tumoren (GIST): een paradigma voor de optimalisering van doelgerichte kankertherapieën. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Proteïne Fosforylatie en Proteomics
Onderzoekers: • Maria Debiec-Rychter • Raphael Sciot • Johan Van Lint • Patrick Schöffski
Identificatie van (nieuwe) susceptibiliteitsgenen voor de ziekte van Crohn, en hun functionele weerslag. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Paul Rutgeerts • Isabelle Cleynen
Identificatie van ontregelde microRNA expressie in T-cel acute lymfatische leukemie dmv microRNA specifieke arrayCGH Universiteit Gent Abstract: ArrayCGH analyse heeft aangetoond dat deleties en/of amplificaties in T-ALL voorkomen in genomische regio's waar bepaalde microRNAs of microRNA clusters gelegen zijn. Een geïntegreerde analyse van microRNA expressieprofilering en arrayCGH analyse (oligo-array specifiek aangerijkt voor genomische regio's met microRNAs en microRNA clusters), will possibly lead to discovery of deletions and/or amplifications in T-ALL through deregulation of these specific microRNAs. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Identificatie van proteïne-proteïne interacties die tussenkomen bij hetintact houden van de celwand van Candida albicans onder stresscondities KU Leuven Abstract: Candida albicans is een commensaal organisme dat veelvuldig voorkomt op de huid, in de mond en het spijsverteringsstelsel van mensen. Onder specifieke omstandigheden kan deze schimmel echter een pathogeen worden en schimmelinfecties (candidiasis) veroorzaken. Het is de meest geïsoleerde schimmel in gehospitaliseerde patiënten. Een groot probleem is echter de toenemende resistentie van deze schimmel tegen de bestaande producten. Het is dus belangrijk om naar de toekomst toe nieuwe producten teontwikkelen die kunnen helpen in het bestrijden van schimmelinfecties. Een belangrijke target is de celwand van C. albicans. Deze celwand komt als eerste in contact met het immuunsysteem van de patiënten en vormt een belangrijke factor voor de overleving van C. albicans. Een goede kennis over de celwandhomeostase kan bijdragentot het ontwikkelen van nieuwe anti-schimmel middelen. Hiervoor worden homozygote (in de MTL locus) C. albicans cellen gebruiktom via een mating strategie proteïne interacties Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Floris Schoeters
Identificatie van recessieve genen en netwerken voor Charcot-Marie-Tooth neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van mijn project is de moleculaire basis van autosomale recessieve Charcot-Marie-Tooth (ARCMT) neuropathieën beter te begrijpen door de identificatie van nieuwe causale genen. Dit wordt verwezenlijkt door het combineren van exome sequencing en bioinformatica met intra- en inter-familiale homozygosity mapping, haplotype sharing en koppelingsanalyse. Ik bestudeer een grote collectie van ARCMT families met gedocumenteerde verwantschap en/of geografische of etnische clustering, wat het vinden van genen vergemakkelijkt. De gevonden genen kunnen nieuwe pathomechanismen van neurodegeneratie aantonen of kunnen het belang van de reeds gekende nog versterken. Daarnaast biedt deze studie de gelegenheid tot een verbeterde moleculaire diagnose, prognose en ziektepreventie en kunnen potentiële doelwitten voor geneesmiddelen worden gevonden om de ziekte te behandelen. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova • Derek Atkinson
Identificatie van subtelomere rearragmenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Mentale retardatie komt voor bij naar schatting 1-3% van de totale bevolking. Cytogenetisch onzichtbare subtelomere afwijkingen veroorzaken 5-10% van alle gevallen van idiopathische mentale retardatie. Het opsporen van herschikkingen in deze genrijke subtelomere regio's is belangrijk zowel vanuit diagnostisch als vanuit wetenschappelijk oogpunt. Doel van dit onderzoek is mentale retardatie patiënten te screenen op het voorkomen van deze subtelomere deleties en na te gaan welke genen gedeleteerd zijn.Tevens zal een nieuwe, snellere diagnostische methode op punt gesteld worden. Organisaties: • Centrum medische genetica • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor affectieve stoornissen.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt de identificatie van susceptibiliteitsgenen die betrokken zijn in de etiologie van de psychiatrische aandoeningen schizofrenie (SZ) en bipolaire stoornis (BP). Beide zijn ernstige psychiatrische ziekten met een prevalentie van ongeveer 1% wereldwijd. Bipolaire stoornis is een stemmingsstoornis die wordt gekenmerkt door het cyclisch optreden van manische en depressieve periodes, schizofrenie kenmerkt zich door het optreden van psychoses (perioden waarin het contact met de realiteit is verstoord), affectieve en cognitieve symptomen. Het zijn complexe aandoeningen, waarbij het optreden van de ziekte een resultante is van de interactie tussen verschillende genetische factoren en omgevingselementen. Ondanks de hoge prevalentie, morbiditeit en socio-economische kosten zijn de pathofysiologie en etiologie van BP en SZ nog ongekend. In dit project zullen we gebruik maken van een positionele kloneringsstrategie. Aan de hand van een genomische zoektocht zullen chromosomale gebieden afgebakend worden die gekoppeld zijn met de ziekten en positionele kandidaatgenen worden geëvalueerd voor hun bijdrage in de etiologie van de aandoeningen d.m.v. associatiestudies. Ook reeds gekende functionele kandidaatgenen zullen geanalyseerd worden aan de hand van populatie-gebaseerde associatiestudies. Voor de genomische zoektocht beschikken we over een unieke familie-gebaseerde patiëntenpopulatie uit de Skellefteå regio van de provincie Västerbotten (Noord-Zweden). Deze Skellefteå populatie is een geografisch geïsoleerde populatie, gesticht in 1320 en gekarakteriseerd door lage immigratie en emigratie en een hoge expansiesnelheid. Voor de associatiestudies hebben we patiënten-controle populaties bestaande uit 276 SZ patiënten en 500 gezonde onverwante individuen en 276 BP patiënten en 500 gezonde onverwante individuen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven • Maaike Alaerts