www.researchportal.be - 28 May 2016 22:47:20
Onderzoeksprojecten (22500 - 23000 van 29735) project Liber Floridus Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Project met betrekking tot zorgverlening van type 2 diabetespatiënten gecoördineerd door huisartsen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel na te gaan of via een model van `shared care' gecoördineerd door huisartsen de zorg voor diabetespatiënten significant kan verbeteren. Tevens wordt onderzocht welke maatregelen nodig en effectief zijn en wordt beschreven welke kosten hiermee gepaard gaan. Er wordt een specifieke gecoördineerde 1e-lijnsequipe ontwikkeld, met diëtisten, podologen en de diabeteseducator als steunfiguur voor de huisarts. Een shared care programma wordt opgezet, op basis van een multidisciplinair zorgprotocol en gedefinieerde taakverdelingen en verantwoordelijkheden. Dit 1e- lijnsequipe toelaten de efficiëntie van het zorgproces te optimaliseren. Centraal staat de empowerment van de patiënt vanuit de 1e-lijnsequipe, waarbij de diabetespas een bruikbaar instrument kan zijn. Uiteraard gebeurt dit project ook in samenwerking en overleg met de 2e en 3e lijn. Organisaties: • Huisartsgeneeskunde • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Project MIDP III (Multilingual Information and informatics Development) : Meertaligheid en uitsluiting. Universiteit Antwerpen Abstract: Een punt van discussie in het sociolinguïstische onderzoek naar meertaligheid is of globaliseringprocessen versus regionaliseringsprocessen in de laatste decennia tot meer of minder linguïstische diversiteit geleid hebben, wat onder meer te maken heeft met de veranderlijke en voor een stuk ideologisch bepaalde wijzen waarop de taalpraktijk in meertalige gemeenschappen gecategoriseerd wordt en herleid wordt tot telbare talige eenheden. Minder controversieel is de vaststelling dat deze processen geleid hebben tot een toegenomen visibiliteit en een toegenomen bewustzijn van talige diversiteit, evenals tot een toegenomen sensitiviteit m.b.t. die diversiteit, of kortweg, tot een geïntensifieerd discours rond maatschappelijke meertaligheid. Het onderzoeksproject rond 'Multilingualism and exclusion' start vanuit de hypothese dat dat discours niet altijd rekening houdt met of aanleiding geeft tot maatschappelijke integratie en emancipatie. In de praktijk volgt het discours vaak de mechanismen en effecten van uitsluiting op verschillende niveaus van de samenleving. Het onderzoeksproject en het boek dat uit het project voortvloeit beoogt een kritische analyse van meertalige gemeenschappen (met bijzondere focus op Zuid-Afrika en de Free State Province) en de manier waarop zij een uitdaging vormen voor taalplanners, een kritische analyse ook van het effectieve management van meertaligheid, van de ervaringen van de individuele taalgebruikers in meertalige contexten en in het bijzonder van allerlei 'tools' die ingezet worden om uitsluiting tot stand te brengen, waarbij een van hogerhand opgelegde eentaligheid uiteraard de meest voor de hand liggende is. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Project MIDP IV (Multilingual Information and informatics Development) : Meertaligheid van onderuit. Universiteit Antwerpen Abstract: In het overheersende discours rond taalbeleid en -planning, worden taalgebruikers al te vaak beschouwd als de passieve 'ontvangers' van overheidsbeslissingen op het vlak van taal. In tegenstelling met dat discours wil het MIDP IV project de reële betrokkenheid van de zogezegd ondergeschikte of zwakke ontvanger centraal stellen. Het uitgangspunt is dat diegenen die verondersteld worden taalbeleidsmaatregelen te ondergaan en louter te implementeren, in hun dagelijkse talige praktijk en doorheen hun discursieve percepties en interpretaties van taalverhoudingen de taalrealiteit mee vorm blijken te geven en haar bovendien in nieuwe en onverwachte richtingen te sturen. Dit dialectische interactieproces tussen beslissingen 'van bovenuit' en de actieve respons daarop 'van onderuit' geeft vorm aan de taalverhoudingen binnen meertalige gemeenschappen. Dat is de focus van het onderzoek dat binnen het MIDP IV project in de Xhariep (Free State Province, Zuid-Afrika) wordt opgezet en eveneens de focus van de publicatie die uit het project voortvloeit en waarin ook ander internationaal onderzoek over het thema wordt samengebracht. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Project monniksgieren in Dierenpark Planckendael. Universiteit Antwerpen Abstract: Project monniksgieren in Dierenpark Planckendael. Organisaties: • Gedragsbiologie
Onderzoekers: • Mark Nelissen • Han Weetjens
Project: MPS ID 798-02, DMTA testing on polyethylene oxide for Tapentadol. Vrije Universiteit Brussel Abstract: DMTA testen op polyethyleenoxyde voor het gebruik ervan in een pharmaceutisch tablet Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • Christophe BLOCK • GUY VAN ASSCHE
Project partner overeenkomst: 3D Time-Of-Flight beeldverbetering Processing Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Softkinetic NV' hebben voor het project ' Project Partner Agreement 3D Time-Of-Flight Image Processing Enhancement' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Project planning in public private partnerships KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Erik Demeulemeester • Dennis De Clerck
Project Popularisering Wetenschap, Techniek en Technologische Innovatie "Monumentale Scheikunde". Universiteit Antwerpen Abstract: Project Popularisering Wetenschap, Techniek en Technologische Innovatie "Monumentale Scheikunde". Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Project Psychology of the European Monetary Union Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de attituden t.o.v. de Europese Monetaire Unie, met name de introductie van de Euro. Verschillende sociaal psychologische concepten (vb. equity, nationale identificatie, controle, sociale representaties,..) worden hypothetisch vooruitgeschoven als zijnde van invloed op deze attituden, of worden erdoor beÏnvloed. Dit kan ook verschillen geven tussen de 15 landen van de Europese Unie. Specifiek wordt de verantwoordelijkheid opgenomen voor de coördinatie van het onderzoeksnetwerk in de en van de Europese Unie en voor het onderzoeksgedeelte in België en Luxemburg. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
PROJECTREGIS PILOOTPROJECT WONEN. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Bruno De Meulder
Projectspecifieke bepalingen met betrekking tot de uitvoering van 'Activiteiten GAS Vrouwenstudies'. Universiteit Antwerpen Abstract: Projectspecifieke bepalingen met betrekking tot de uitvoering van 'Activiteiten GAS Vrouwenstudies'. Organisaties: • Vrouwenstudies • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Projectsubsidie cultureel-erfgoeddecreet 2011 - Mercator Digitaal fase 1 Universiteit Gent Abstract: In 1994 werd de vierhonderste verjaardag van de sterfdatum van Gerardus Mercator herdacht met onder meer de herinrichting van het Mercatormuseum. Vooral de schatkamer met: unieke atlassen e 2 globes vormt het pronkstuk van deze realisatie. Intussen zijn we 2 decennia verder en leven wij in een maatschappij waarin digitale elementen en multimedia doorgedrongen zijn tot de dagdagelijkse leefwereld. Om Mercator opnieuw onder de aandacht te brengen van een breed publiek wordt een didactisch-populariserende tentoonstelling over het cartografisch werk van Mercator gepland, maar wel gegoten in een digitale context. Met andere woorden, door het digitaal te presenteren wordt het historische erfgoed in een zeer herkenbare (en bij momenten intrigerende) context van vandaag gegoten. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Projectsubsidie: kunstendecreet 2011: project lijnstad 19 Universiteit Gent Abstract: De Vlaamse ruimtelijke context wordt gekenmerkt door een bijzonder dicht netwerk aan infrastructuur, een verzameling van weinig betekenisvolle plekken, onder meer ingegeven vanuit een economische logica waar ontwerp een ondergeschikte rol toebedeeld kreeg ('netwerkstad'). Het project Lijnstad 19. Ruimte voor infrastructuur behandelt de fundamentele vraag hoe deze infrastructuur een
plaats kan krijgen en een rol kan opeisen in de hedendaagse Vlaamse ruimtelijke context en maatschappij. Het voorliggende dossier geeft aan te willen inspelen op een realiteit die zich vandaag steeds sneller opdringt en wil een platform bieden voor uitwisseling van gedachten over en interpretaties van de ruimte voor infrastructuur. Deze aanvraag voor een projectsubsidie (Fase 1) xordt ingediend om de eerste stap te kunnen zetten naar en groter project (fase 2) waarvoor volgend jaar een nieuwe aanvraag voor zou ingediend worden. Het project wordt gekaderd binnen het onderzoek naar infrastructuur aan de Vakgroep Architectuur & Stedenbouw en aan het Labo Stedenbouw (UGent). Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Pieter Uyttenhove
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
project Vlaamse gebarentaal 2011: ik ben ook maar een mens Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de productie van een documentaire op basis van levensverhalen van rolmodellen in de Vlaamse dovengemeenschap. De documentaire zal worden uitgegeven door Acco, als dvd, in bijlage bij het boek 'ik ben ook een mens'. Empowerment in de Vlaamse en Globale Dovengemeenschap, gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Dr. Goedele De Clerck. Daarnaast zal de documentaire ook online toegankelijk zijn voor idereen via een website. De verhalen van jongere en oudere dove rolmodellen, mannen en vrouwen van een verschillende achtergrond, geven een divers beeld van inspirerende levenstrajecten van leden van de Vlaamse Dovengemeenschap. Wat doof zijn betekent in het dagelijks leven, maar ook reflecties rond teleurstellingen en hoop, dromen en teleurstellingen, frustraties en uitdagingen, vriendschap en solidariteit... Welke levenswijsheid hebben dove rolmodellen verworven in de loop van hun leven? Wie of wat is voor hen inspirerend geweest? Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Project voedselconsumptiepeiling dienstjaar 2007 Universiteit Gent Abstract: In 2007 werden volgende opdrachten uitgevoerd ten behoeve van de Belgisch Voedselconsumptiepeiling (http://www.iph.fgov.be/nutria/). 1) Ontwikkeling van een conversiemodel voor primaire agrarische producten, namelijk fruit en groenten. En dit voor alle geselecteerde voedingsmiddelen en recepten van de voedselconsumptiepeiling 2004. 2) Ontwikkeling van een ingrediëntendatabank 3) Ontwikkeling van een conversiedatabank voor de samengestelde voedingsmiddelen/recepten/ingrediënten "zoals gegeten" naar het "primair agrarisch product". Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
Project voor de Ontsluiting en ontwikkeling van Nieuwe Statistieken in het DWHSB (PONS). KU Leuven Abstract: Het onderzoek in dit project richt zich op het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWHSB). Het DWHSB is een databank voor socio-economisch onderzoek waarvan het beheer is toegekend aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en waarbij de technische ondersteuning wordt verleend door SMALS. Momenteel worden in het DWH AM&SB databestanden van 19 publieke instellingen samengebracht, aangevuld met persoonskenmerken afkomstig uit het Rijksregister. De grote meerwaarde van het DWHSB ligt in de mogelijkheid tot onderlinge koppeling van de verschillende longitudinale databestanden. Het project PONS heeft de verdere ontwikkeling, uitbreiding en uitdieping van het DWHSB tot doel. De kwaliteit, de toegang en de strategische positie van het DWHSB worden verbeterd, zowel voor onderzoek alsbeleidsevaluatie, door het onderhoud en de uitbreiding van het DWH AM&SB en de ontwikkeling van nieuwe instrumenten. Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Jozef Berghman • Luc Sels
Project Vuilbeekvallei (een experimenteel "natuurherstel" gepaard aan een milieusensibilisatie en een beperkt vegetatieonderzoek. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Een experimenteel " natuurherstel " gepaard aan een milieusensibilisatie en een beperkt vegetatie - onderzoek Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • NICO KOEDAM
Project wetenschapsinformatie "Fysica is cool" Universiteit Antwerpen Abstract: Project wetenschapsinformatie "Fysica is cool" Organisaties: • BIOMEDISCHE FYSICA • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx
Project ZORRA (Zien, Opsporen en Reageren op Reclame en Advertenties) in het kader van het emancipatie en gelijke kansen beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: ZORRA is een initiatief van het Centrum voor Vrouwenstudies aan de Universitaire Instelling Antwerpen en kadert in het onderzoeksprogramma "Grenzen aan de mediale constructie van gender" (ID P106/PSWE003057, UNIT 106/PSWE000009). Als meldpunt verzamelt ZORRA reacties van consumenten op stereotype vrouw- en manbeelden in reclame, advertenties en andere mediaproducten in Vlaanderen. Om de beeldvorming van in het ijzonder vrouwen positief te beïnvloeden worden de reacties van het publiek voorgelegd aan de reclame- en mediamakers, d.m.v. voortdurende dialoog via o.m. de ZORRA-website en ZORRA-Nieuwsbrief. Organisaties: • Vrouwenstudies • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Projet d'Aviculture dans la commune rurale d'Ouled Daoud Azkhanine au Maroc. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds UNDP. UA levert aan UNDP de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Projet de renforcement des services d'appui a l'agriculture (ret bird n° 7063-TN): formation et assistance technique Universiteit Gent Abstract: Het project bestaat uit twee delen: 1. missie naar Tunis ten einde een evaluatie te kunnen maken van de mogelijkheden ivm de werking van het laboratorium voor de analyse van bestrijdingsmiddelen 2. opleiding in Gent van het personeel ivm de methodieken en het kwaliteitssysteem Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Prolactin: from Gene to Protein - New Physiological and Pathological Approaches Vrije Universiteit Brussel Abstract: PRL is een belangrijk hormoon van de hypofyse, dat ook voorkomt in niet-hypofyse weefsels. Het is vooral betrokken bij de regulatie van de vruchtbaarheid, de lactatie en de controle van het groeiproces.Het voorgestelde onderzoek is opgesplitst in drie intergerelateerde onderwerpen:1/van PRL afscheidende cel tot prolactinoom (celbiologiegroep)2/ontwikkeling van nieuwe hulpmiddelen om een nieuw inzicht te verkrijgen in de menselijke PRL gen regulatie (moleculaire biologiegroep)3/de biologische functie van PRL in weefsels buiten de hypofyse (immunologiegroep)Elk thema zal onderzocht worden via verschillende doch complementaire manieren van aanpak. Het voorgestelde onderzoek heeft als uiteindelijk doel een beter inzicht te verkrijgen in de complexe mechanismen die de productie, afscheiding en actie van één belangrijk hormoon beheersen. de verkregen informatie zal een hulpmiddel zijn bij de ontwikkeling van therapeutische strategieën voor vruchtbaarheid, lactatie, adenomen en sommige immunodeficiëntiesyndromen. Organisaties: • Farmacologie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • BRIGITTE VELKENIERS-HOEBANCKX • ELISABETH PETERS
Proliferatie en differentiatie van humane B-cel precursoren door genetische manipulatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Proliferatie en differentiatie van humane B-cel precursoren door genetische manipulatie Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Proliferatie en differentiatie van humane bèta-cel precursoren door genetische manipulatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Proliferatie en differentiatie van humane B-cel precursoren door genetische manipulatie Organisaties:
• Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Prolinebiosynthese in verband met osmotische adaptatie bij hogere planten : een moleculaire en fysiologische benadering Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fysiologische karakterisatie van mutante tabaksplanten gewijzigd in proline accumulatie. Onderzoeksproject OZR 370. Promotor: G. Angenon (PLAN; voorheen M. Jacobs, PLAN). Co-promotor: L. Slooten (DNTK). Verslag over de periode van 1 jan 1999 tot 31 december 2001, ingediend door L. Slooten. Inleiding. Proline productie is één van de verdedigingsmechanismen van planten tegen osmotische stress. Proline biosynthese vindt plaats langs twee alternatieve wegen, vertrekkende van resp. glutamaat of ornithine [1]. Sleutel-enzymen hierin zijn resp.Delta-pyrroline-5-carboxylate synthetase (P5CS) en ornithine-d-aminotransferase (d-OAT). P5CS is onderhevig aan feedback inhibitie door proline. In het laboratorium voor Plantengenetika werden mutanten van Nicotiana plumbaginifolia geselecteerd waarin deze feedback inhibitie sterk verminderd is [2]. Dit blijkt het gevolg te zijn van een single-point mutatie die resulteerde in de wijziging van één aminozuur in het P5CS protein [3]. Wanneer één van deze mutanten (RNa genoemd), en het wildtype (P2) blootgesteld worden aan zoutstress, neemt het prolinegehalte in beide sterk toe, maar in RNa meer en vooral sneller dan in P2 [3]. RNa was ook aanzienlijk toleranter voor osmotische stress dan wildtype planten [2]. De bedoeling van dit project was om verschillende proline onder- of overproducerende transformanten te genereren, en deze fysiologisch te karakterizeren, onder meer wat betreft prolinegehalte en osmotolerantie. Eerst zou de RNa mutant van N. plumbaginifolia vergeleken worden met het wildtype (P2). De experimenten die de meest significante resultaten gaven, zouden dan worden geselecteerd voor nader onderzoek van de nog te genereren transformanten van A. thaliana. Methoden. Planten werden gekweekt in een fytotron of in een kweekkamer met RH 80-85%, 12/12 uur dag/nachtlengte, en regelbare temperatuur en lichtintensiteit (in PAR; 1 E = 1 mol quanta.m-2.s-1). Planten werden gezaaid op potgrond. Voor het aanleggen van zoutstress werden 31-33 dagen oude plantjes van de meeste potgrond ontdaan en overgebracht in potjes met vermiculiet die tweemaal met demiwater was gespoeld. Vanaf drie dagen na het overplanten werden de vermiculiet om de andere dag van bovenaf doorgespoeld met een voedingsoplossing (Mn medium [4]) die tweemaal per week werd ververst. Bij testplantjes werd aan de voedingsoplossing NaCl en CaCl2 toegevoegd (zie onder). Proline werd bepaald volgens Bates [5]. De chlorofyl fluorescentieparameter Fv/Fm werd gemeten zoals eerder beschreven [6]. Resultaten worden gegeven als het gemiddelde en fout op het gemiddelde (SE), meestal voor 4 tot 6 planten, tenzij anders aangegeven. De significantie van verschillen (p) werd bepaald in een tweezijdige Student t-test. Resultaten. 1. Het prolinegehalte is in stengelbladen van N plumbaginifolia plm 2-5 maal hoger dan in rozetbladen. Het prolinegehalte neemt een factor 10 tot 50 toe in respons op koude-, droogte- en zoutstress, maar niet in respons op warmtestress. Omgekeerd leek proline-biosynthese geen bescherming te bieden tegen daaropvolgende behandeling met hoge temperaturen. 2. RNa vormt wat meer biomassa en loopt in ontwikkeling wat vooruit in vergelijking met P2. Het verschil in biomassa ontstaat in de eerste zes weken na het zaaien; daarna is er geen duidelijk verschil meer in relatieve groeisnelheid. 3. Wanneer jonge rozetplantjes (plm 42 dagen oud) worden blootgesteld aan zoutstress leidt dat tot remming van de vorming van nieuwe rozetbladen, en tot remming van de stengelgroei. RNa is daar iets minder gevoelig voor dan P2. Het prolinegehalte van zoutgestresste planten is in RNa echter niet hoger dan in P2. Opmerkelijk is verder dat de relatieve groeisnelheid (gemeten aan de toename in het totaal bladoppervlak) weinig of niet beïnvloed werd door zoutstress. Het achterwege blijven van de vorming van nieuwe bladen in planten onder zoutstress werd nl. gecompenseerd door verdere groei van de reeds eerder gevormde bladen. 4. Remming van de bladvorming bleef grotendeels achterwege indien de aanvang van de zoutstress een week werd uitgesteld. Het verschil in gevoeligheid voor zoutstress tussen P2 en RNa was dan ook te verklaren door aan te nemen: a. Dat zoutstress schade toebrengt aan het topmeristeem b. Dat deze schade geringer is naarmate de orgaan-differentiatie van het topmeristeem verder gevorderd is bij de aanvang van de zoutstress c. Dat de differentiatie op het moment van de aanvang van de zoutstress in RNa iets verder gevorderd was dan in P2. 5. Het prolinegehalte neemt in respons op droogtestress (zie punt 1) in RNa niet meer toe dan in P2. Er was visueel ook geen verschil in gevoeligheid voor droogtestress tussen RNa en P2. 6. Het prolinegehalte neemt in respons op koudestress (zie punt 1) in RNa meer toe dan in P2. Afgemeten aan het effect van koudestress op de relatieve groeisnelheid, en aan visuele kenmerken, is RNa echter niet beter bestand tegen koudestress dan P2. Conclusies en vooruitzichten. 1. We hebben de zout-tolerantie van RNa in vergelijking met P2 niet kunnen bevestigen. Ook in andere stress situaties was er geen verhoogde osmotolerantie van RNa in vergelijking met P2 aantoonbaar. Het is echter nog denkbaar dat een verschil in zouttolerantie kan worden aangetoond in de kiemings- en eerste groeifase. Dat kan nog getest worden. 2. Anderzijds hebben we met deze experimenten nuttige ervaring opgedaan voor wat betreft het aanleggen van verschillende varianten van osmotische stress; ervaring die gebruikt kan worden bij het vergelijken van transformanten die proline onder- of overproduceren. 3. Bij het voortzetten van deze experimenten verdient het aanbeveling de vermicultiet te vervangen door een drager die minder stresserend werkt. 4. Zelfs afgezien van het effect van koude of zout op het topmeristeem, lijken jonge planten aanmerkelijk gevoeliger voor zout- of koude stress dan oudere planten. Het lijkt de moeite waard om te onderzoeken hoe dat komt, dmv onderzoek naar gen-expressie, enzym-activiteiten en fysiologische parameters. BIBLIOGRAFIE [1] Roosens NHCJ, Thu TT, Iskandar HM, Jacobs M (1998). Isolation of the ornithine- -transferase cDNA and effect of salt stress on its expression in Arabidopsis thaliana. Plant Physiol 117: 263-271. [2] Sumaryati S, Negrutiu I, Jacobs M (1992) Characterization and regeneration of salt- and water-stress mutants from protoplast culture of Nicotiana plumbaginifolia (Viviani) Theor Appl Genet 83: 613-619. [3] Roosens NH, Willem R, Li Y, Verbruggen I, Biesemans M, Jacobs M (1999) Proline metabolism in the wild-type and in a salt-tolerant mutant of Nicotiana plumbaginifolia studied by 13-C magnetic resonance imaging. Plant Physiol 121:1280-1290. [4] Negrutiu I, Dirks R, Jacobs M (1983) Regeneration of fully nitrate reductase deficient mutant from protoplast culture of Nicotiana plumbaginifolia (Viviani). Theor Appl Genet 66: 341-347 [5] Bates LS (1973) Rapid determination of free proline for water stress studies. Plant Soil 39: 205-207.
[6] Van Camp W, Capiau K, Van Montagu M, Inzé D, Slooten L (1995) Enhancement of oxidative stress tolerance in transgenic tobacco plants overproducing Fe-superoxide dismutase in chloroplasts. Plant Physiol 112: 1703-1714. Organisaties: • Plantengenetica • Natuurkunde
Onderzoekers: • LUIT SLOOTEN • GEERT ANGENON
ProLogIC : Professioneel Omgaan met Logistieke ICT Universiteit Hasselt Abstract: Dit Tetra-project wil een projectmethodologie met ondersteunende werktools ontwikkelen voor de interne projectleider en het interne projectteam van een KMO die een standaardpakket van een geïntegreerd bedrijfssysteem implementeert in samenwerking met een externe implementator of provider. Hierbij gaat de aandacht naar ERP, WMS en TMS. Deze projectmethodologie en ondersteunende tools zijn complementair aan de methodologie die een provider gebruikt voor zijn eigen werking. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
Prolylcarboxypeptidase in lichaamsgewichtcontrole: de rol van perifere peptide splitsing? Universiteit Antwerpen Abstract: Obesitas is wereldwijd een ernstig en groeiend gezondheidsprobleem waarvan vele pathofysiologische aspecten nog ongekend zijn. Verschillende neurotransmitters en hormonen zijn betrokken bij de regulatie van de voedselinname en de energiebalans. Terwijl er reeds veel geweten is over hun synthese en afgifte, zijn de enzymen betrokken in de degradatie van deze peptiden vaak slecht gekend. Momenteel is er een hernieuwde interesse voor het enzym prolylcarboxypeptidase (PRCP) omwille van zijn rol in de regulatie van het lichaamsgewicht. Biochemische studies hebben namelijk aangetoond dat PRCP een anorexigene neuromodulator inactief maakt. We onderzoeken welke perifere peptiden, betrokken in regulatie van de voedselinname, mogelijks ook een substraat kunnen zijn van PRCP. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Anne-Marie Lambeir • Kaat Kehoe
Prolylcarboxypeptidase in lichaamsgewichtcontrole: de rol van perifere peptide splitsing? Universiteit Antwerpen Abstract: Obesitas is wereldwijd een ernstig en groeiend gezondheidsprobleem waarvan vele pathofysiologische aspecten nog ongekend zijn. Verschillende neurotransmitters en hormonen zijn betrokken bij de regulatie van de voedselinname en de energiebalans. Terwijl er reeds veel geweten is over hun synthese en afgifte, zijn de enzymen betrokken in de degradatie van deze peptiden vaak slecht gekend. Momenteel is er een hernieuwde interesse voor het enzym prolylcarboxypeptidase (PRCP) omwille van zijn rol in de regulatie van het lichaamsgewicht. Biochemische studies hebben namelijk aangetoond dat PRCP een anorexigene neuromodulator inactief maakt. We onderzoeken welke perifere peptiden, betrokken in regulatie van de voedselinname, mogelijks ook een substraat kunnen zijn van PRCP. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Anne-Marie Lambeir • Kaat Kehoe
Prolyl oligopeptidase en prolyl oligopeptidase remmers in modellen van neurodegeneratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het bestuderen van interacties tussen prolyl oligopeptidase en relevante biomoleculen, in vitro en in de cel. Drie onderzoeklijnen worden vooropgesteld: (1) de interactie met alfa-synucleïne en de connectie met de ziekte van Parkinson, (2) de interactie met tubuline, intracellulair transport en secretie, (3) co-localisatie met andere peptidasen in het cytosol en de connectie met het aggresoom. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Anne-Marie Lambeir
Prolyl oligopeptidase: partners en pathways in neuronfunctie en neurodegeneratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Anne-Marie Lambeir • Stefanie Dedeurwaerdere
PROMAG: Verwerking van materialen door de toepassing van een sterk magnetisch veld. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de fabricage van materialen met toepassing van sterke magnetische velden met grotere afmetingen aan een redelijke prijs. Voor dit specifieke project werden processen geselecteerd, die van strategische waarde zijn voor de betrokken onderzoeksgemeenschap, alsook voor de materiaalverwerkende industrie in Vlaanderen. De belangrijkste processen zijn: a) het verwijderen van fijne inclusies uit vloeibaar metaal en b) het structureren van functionele keramieken voor verbeterde eigenschappen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool
Promicrobiologische strategieën om orale ziektes te bestrijden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • klinische assistenten Tandheelkunde
Onderzoekers: • Marc Quirynen • Wim Teughels • Isabelle Laleman
promotie correct gebruik van foliumzuur en van preconceptionele adviezen Universiteit Gent Abstract: Uit internationaal onderzoek blijkt dat het aangeraden is om reeds voor de zwangerschap de gezondheidsstatus te laten controleren. ?Preconceptiezorg? richt zich op het tijdig informeren van vrouwen in de vruchtbare leeftijd over eventuele maatregelen die ze reeds voor een zwangerschap kunnen treffen en over de mogelijke risicofactoren voor het ongeboren kind. Het omvat onder meer het verstrekken van informatie over bijvoorbeeld het innemen van foliumzuur en vitaminen, het promoten van een gezonde levensstijl, enz. Door het verwerven van kennis over de risicofactoren zouden vrouwen hun gedrag beter en tijdig kunnen aanpassen waardoor de maternale en neonatale zwangerschapsuitkomst gunstig wordt beïnvloed. Dit project ontwikkelt een toegankelijke, evidence-based website over preconceptioneel advies en het correct gebruik van foliumzuur, met een luik voor het brede publiek en een luik voor zorgverleners Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Xavier Gellynck • Sofie Verhaeghe
Promotie van een actieve levensstijl bij werkende jongvolwassenen: ontwikkelen en testen van een smartphone interventie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voor dit onderzoeksproject ontwikkelen en testen we een smartphone interventie die bijdraagt tot het promoten van een actieve levensstijl bij werkende jongvolwassenen. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Benedicte DEFORCHE
Promotie van een actieve levensstijl bij werkende jongvolwassenen: ontwikkelen en testen van een smartphone interventie. Universiteit Gent Abstract: Beïnvloedende factoren van fysieke activiteit en sedentair gedrag bij werkende jongvolwassenen (18-25 jaar) worden onderzocht om een interventie te ontwikkelen met als doel een stijging van fysieke activiteit en een daling van sedentair gedrag bij jongwerkenden. Een verkennende studie zal uitgevoerd worden om kennis te vergaren. Vervolgens zullen er een representatieve cross-sectionele survey en een smartphone-based interventie studie uitgevoerd worden. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Benedicte Deforche
Promotie van en gezonde leefstijl bij lagere schoolkinderen: evaluatie en implementatie van een online video-intervantie bij ouders ("MovieModels") Universiteit Gent Abstract: Online video?s om ouders van lagere schoolkinderen opvoedingsvaardigheden aan te leren, zullen getest en geïmplementeerd worden. Door zo gezonde voeding, beweging en beperkt zitgedrag te stimuleren, willen we gezondheidswinst bij kinderen bekomen. We willen onderzoeken of ouderschapsvaardigheden verbeteren, of gerelateerde self-efficacy van ouders toeneemt en of kinderen gezonder gedrag vertonen. Een RE-AIM studie zal uitgevoerd worden om behoud te garanderen. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij • Greet Cardon
Promotie van gezonde voeding en beweging en verminderen van sedentair gedrag bij lagere schoolkinderen: effect- en proces evaluatie van een online video-interventie bij ouders Universiteit Gent Abstract: 1. Ontwikkelen van een methodiek voor ouders van lagere schoolkinderen om via videomateriaal en online feedback aan ouders vaardigheden aan te leren voor het bekomen van gezondheidswinst via het gezin. 2. Effect- en procesevaluatie van de methodiek. 3. Ontwikkeling van een implementatiegids met het VIGEZ als primaire partner en in samenwerking met de partnerorganisaties op het terrein. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Promotie van handhygiëne in Vlaamse Woon- en Zorgcentra. Onderzoek naar de invloed van handhygiëne op de infectieuze morbiditeit binnen rust- en verzorgingstehuizen: een interventiestu-die gericht op rusthuispersoneel en bewoners Hogeschool Gent
Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Nursing
Onderzoekers: • David De Wandel
Pro-multilingua. Leonardo Da Vinci : Transfert van innovatie op het gebied van professionele meertalige communicatie. Universiteit Hasselt Abstract: Voor het nieuwe, uitgebreide Europa is het momenteel een grote uitdaging om nieuwe instrumenten te creëren die de weg effenen voor een beter begrip en een betere kennis van haar talen en culturen, en dit in de meest brede zin maar tegelijkertijd ook in de meer beperkte betekenis van bedrijfstalen en -culturen. Een beter begrip van talen en culturen maakt de ontwikkeling van economische en menselijke uitwisselingen mogelijk. PRO-MULTILINGUA, dat zich baseert op de internationale onderzoeksresultaten van Leomep (1998-2000), stelt zich als doel de Roemeense taal te integreren in het meertalig en intercultureel modulesysteem (gerealiseerd tijdens de Europese projecten Leomep-Multi 20002003 en Com-I-N-Europe 2003-2005) en heeft bedrijfskaders die internationaal zakendoen tot doelgroep. De 29 Plurilinguamodules, die aan de basis van dit project staan, werden door de EU uitgebreid gelauwerd voor hun doelgerichtheid en worden gepromoot door beroepsverenigingen, werkgeversorganisaties, opleiders en privébedrijven. Het voorgestelde PRO-MULTILINGUA-partnerschap onderscheidt zich door het feit dat de competentiegebieden van elke ploeg interdisciplinair zijn en perfect de desbetreffende gebieden omvatten. Het Roemeens zal toegevoegd worden, zowel als brontaal en -cultuur als doeltaal en -cultuur en dit in combinatie met Duits en Frans. Dit zal de interactie op het gebied van economische activiteiten vergemakkelijken tussen Roemenië en de Europese lidstaten van de eerste generatie en meer bepaald met de landen die Frans of Duits als één van hun voertalen hebben (Frankrijk, België, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Groot-Hertogdom Luxemburg). De keuze voor het Frans en het Duits beantwoordt aan de Roemeense economische realiteit: de frans- en duitstalige inversteerders zijn de laatste jaren duidelijk meer geïnteresseerd in de Roemeense markt. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Proof-of-mechanism bij psoriasis : naar een nieuwe behandeling met medicijnen en hulpmiddelen voor de klinische evaluatie Universiteit Gent Abstract: Het project is gericht op het verwerven van meer inzicht in de JAK/STAT signaalweg in psoriasis en andere immuun-gerelateerde inflammatoire huidaandoeningen, identificatie van therapeutische targets na de behandeling van psoriasispatiënten met biologicals. en de ontwikkeling van een in vitro en in vivo translationeel psoriasis model. Na validatie dienen de modellen om verschillende klassen therapeutische moleculen (siRNA of small molecules) te testen voor de behandeling van psoriasis, ofwel systemisch of topisch toegediend (waarbij de liposomale formulering m.b.v. ultradeformable liposomen wordt geoptimaliseerd). Organisaties: • Vakgroep Dermatologie
Onderzoekers: • Jo Lambert
Proof-of-mechanisme bij psoriasis : naar een nieuwe behandeling met medicijnen en hulpmiddelen voor de klinische evaluatie Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Dermatologie
Onderzoekers: • Jo Lambert
Propagulen als onbekenden in de mangrovehabitus: de rol van de vroege vasculaire ontwikkeling en het drijfvermogen in de dubbele rol voor lokale vestiging of lange afstandsverspreiding Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ik wil de contrasterende eisen aan deze structuren bestuderen: snelle beworteling en groei als bomen stranden, dus het vermijden van ontworteling van getijden en stromingen en dekking door water, maar ook een noodzaak voor duurzame levensvatbaarheid en zwevende naar verre kusten. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • NICO KOEDAM
Proper heating of historic wooden churches: characterization of airflows, air particulate deposition and strains in the wood. Universiteit Antwerpen Abstract: Proper heating of historic wooden churches: characterization of airflows, air particulate deposition and strains in the wood. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
'Proper to our Genius': A musico-poetic analysis of English opera (c. 1650- c. 1700) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Pieter Bergé • Katherina Lindekens
Proposal for a EIT KIC on Raw Materials KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Duurzaam Materialenbeheer
Onderzoekers: • Karel Van Acker
Proprioceptie in recidiverende niet-specifieke lagerugpijn: van spierspoelen tot sensorimotorische cortex. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Simon Brumagne • Lotte Janssens
Proprioceptieve stoornissen en het effect van proprioceptieve training bij personen met recidiverende aspecifieke lagerugpijn: van spierspoel tot sensorimotorische cortex. KU Leuven Abstract: Lagerugpijn (LRP) is een welgekend gezondheidsprobleem. Zo'n 84% van de wereldbevolking zal minstens één keer in zijn leven LRP ervaren. Wereldwijd is het de hoofdoorzaak van beperking en ziekteverzuim en in België leidt het tot een jaarlijkse kost van euro; 1.2 miljard. In het merendeel van de gevallen (90%) is LRP aspecifiek, aangezien er geen oorzaak voor de klachten gevonden kan worden. Hoewel klinische richtlijnen vermelden dat de prognose van acute aspecifieke LRP gunstig is, blijkt uit recent onderzoek dat twee derde van de patiënten met aspecifieke LRP één jaar na het ontstaan van de klachten nog steeds pijn heeft. Daarenboven blijken huidige behandelinterventies vaak geen succes op lange termijn te hebben, wat verklaard kan worden door het feit dat onderliggende mechanismen van aspecifieke LRP nog niet volledig gekend zijn. Een sleutelfactor in het ontstaan van aspecifieke LRP is een verstoorde posturale controle, of de mogelijkheid om balans te bewaren of te herstellen tijde Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Simon Brumagne • Thierry Troosters • Nina Goossens
PROSENSOLS:Sensibilisatie van het publiek en maatregelen ter bescherming van de bodems in de landbouw Universiteit Gent Abstract: Het project PROSENSOLS heeft tot doel bodemdegradatie grensoverschrijdend aan te pakken in de provincies West- en OostVlaanderen en Henegouwen in België en de departementen Nord, Pas-de-Calais, Aisne en Oise in Noord-Frankrijk. In deze interregionale samenwerking worden landbouwtechnieken en kennis rond bodembeschermingsmaatregelen uitgewisseld. Het project focust op 5 acties waarin de landbouwgemeenschap zowel als het brede publiek wordt ingelicht over bodemdegradatie (actie 1 en 2), de impact van de huidige landbouwpraktijken op bodemdegradatie wordt geëvalueerd (actie 3), aanbevelingen rond bodembescherming voor de administraties worden geformuleerd (actie 4) en de samenwerking tussen de verschillende partners wordt gepromoot (action 5). Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Ann Verdoodt
PROSENSOLS:Sensibilisatie van het publiek en maatregelen ter bescherming van de bodems in de landbouw Universiteit Gent Abstract: Het project PROSENSOLS heeft tot doel bodemdegradatie grensoverschrijdend aan te pakken in de provincies West- en OostVlaanderen en Henegouwen in België en de departementen Nord, Pas-de-Calais, Aisne en Oise in Noord-Frankrijk. In deze interregionale samenwerking worden landbouwtechnieken en kennis rond bodembeschermingsmaatregelen uitgewisseld. Het project focust op 5 acties waarin de landbouwgemeenschap zowel als het brede publiek wordt ingelicht over bodemdegradatie (actie 1 en 2), de impact van de huidige landbouwpraktijken op bodemdegradatie wordt geëvalueerd (actie 3), aanbevelingen rond bodembescherming voor de administraties worden geformuleerd (actie 4) en de samenwerking tussen de verschillende partners wordt gepromoot (action 5). Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Ann Verdoodt
Prospectie en opgraving van een finaalpaleolithisch en mesolithisch sitecomplex langs te Molse Nete te Lommel. KU Leuven Abstract: Ten gevolge van de uitbreiding van het industrieterrein Kristalpark in Lommel, wordt een uitgestrekt finaalpaleolithisch en mesolithisch sitecomplex langs de Molse Nete bedreigd. Voorafgaand aan en samen met deze ontwikkeling, voert de Eenheid Prehistorische Archeologie een preventieve prospectie en opgraving uit, in opdracht van Stad Lommel. Kern van het onderzoek is een c. 12 ha bedreigde zone van het sitecomplex. Het onderzoek, de resolutie van registratie en de schaal van opgraving wordt ingegeven door de informatie die in het sitecomplex besloten ligt. Deonderzoeksvragen hebben betrekking op de tijdsdiepte van de occupatie, de evaluatie van het palimpsest probleem en de relatie tussen mens en landschap gedurende de periode vanaf het laatglaciaal tot het midden holoceen. Het onderzoek bestaat uit een prospectie door middel van landschappelijke en archeologische boringen, het graven van proefputten en het opgraven van geselecteerde delen van het sitecomplex.nbsp; Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Bart Vanmontfort • Philip Van Peer
Prospectief bewegingsonderzoek rond de ontstaansfactoren van schouderletsles (impingement en glenohumerale instabiliteit) bij werpsporters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rond anterieure glenohumerale instabiliteit en impingement bij werpsporters blijven nog steeds klinische en biomechanische vragen. O.a. is og steeds niet duidelijk in welke mate veranderingen in het glenohumerale ritme, de coördinatie er spierpatronen en de proprioceptie een signifiante rol spelen in het ontstaansproces. De gedane studies zijn cross-sectioneel en daarom is het niet duideljk of dysfuncties van de scapulothoracale beweging en spierpatronene en/of verlies van proprioceptie oorzaak zijn of gevolg. Een prospectieve studie is de enige mogelijkheid om verder inzicht hierrond te verkrijgen. Dit onderzoek zal zich toespitsen op: - epidemiologische factoren te onderzoeken met scouting en video-opnames van wedstrijden en/of trainingen, en prestatiegerelateerde fitheidsparameters - bewegingsanalyse naar de gekoppelde bewegingspatronen o.a. glenohumerale ritme... de spieractiviteitspatronen tijdens de werpbeweging, inverse dynamica en proprioceptie. Middels gebruik van dynmisch EMG, electromagnetische trackers, 3D video-analyse, 3D reconstructies van CT-data. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • JAN PIETER CLARYS
Prospectief cohort onderzoek naar valvrees en risicogedrag bij ouderen Universiteit Gent Abstract: De doelstellingen van dit project zijn: (1) het onderzoeken van incidentie en prevalentie van maladaptieve valagnst bij ouderen, (2) het onderzoeken hoe ouderen met en zonder maladaptieve valangst zich onderscheiden op fysiologisch en psychologisch vlak, (3) het onderzoeken hoe ouderen hun valangst bijstellen na blootstelling aan angstgerelateerde activiteiten, (4) het ontwikkelen van een verklarend model rond valangst en verhoogd valrisico bij ouderen. Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Dirk Cambier • Geert Crombez
Prospectief follow-up onderzoek naar reproductieve gezondheid en comborbiditeit bij tweelingen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel om een databank met reproductieve variabelen te realiseren (N = 3500 vrouwelijke tweelingan van 18 tot 46 jaar)ter aanvulling van het bestaande Oost ? Vlaamse meerlingenregister met perinatale gegevens. Beide databanken kunnen informatie leveren over de invloed van nature/nurture op reproductieve factoren enerzijds en het verloop van de reproductie over verschillende generaties heen anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Ilse Delbaere
Prospectief Interventieonderzoek over de implementatie van de huisartsenwachtpost in Merksem, ZNA Jan Palfijn. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstelling van dit project is het leveren van expertise in het kader van het in de titel vernoemde project, meer bepaald de voorbereiding, begeleiding, verwerken van resultaten en beschrijven van de voormeting van dit onderzoek. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Hilde Philips • Roy Remmen
Prospectief Interventieonderzoek over de implementatie van de huisartsenwachtpost in Merksem, ZNA Jan Palfijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Leveren van expertise betreffende de implementatie van de huisartsenwachtpost in Merksem, ZNA Jan Palfijn, meer bepaald de voorbereiding, begeleiding, verwerking van resultaten en beschrijven van de voor- en nameting van het onderzoek. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen
Prospectief onderzoek van directe en indirecte kosten vd zorg voor HIV/AIDS-patiënten na de invoering van de tritherapie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In een patiënt-gecentreerde studie noteren personen met HIV/AIDS in verscheidene stadia van de ziekte aan de hand van een dagboek alle ontvangen zorg en gemaakte kosten gedurende een maand. Dit moet toelaten een vergelijking te maken tss de totale kosten, gebonden aan deze ziekte, voor de invoering van de tritherapie en erna. Aanvullend worden ook facturen bekenen. De gebruikte methodologie laat toe alle vormen van zorg, ook de informele, in het licht te stellen. Aan de hand van bevraging bij patiënten en mantelzorg worden de inkomsten ttz de indirecte kosten berekend. De accuraatheid van de dagboekmethode is groot, maar de practische bruikbaarheid is beperkt. Deze studie zal nagaan hoe dit aspect kan verbeteren om de generaliseerbaarheid te bevorderen. Een vergelijking
tussen gegevens, verkregen met de dagboekmethode en met methoden die het meest worden toegepast in de literatuur zal een bijdrage geven tot de internationale vergelijkbaarheid van de verschillende methoden die in kostenstudies gebruikt worden. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Prospectie van de microbiële gemeenschap bruikbaar voor de thermofiele fermentatie van celluloserijke afvalstoffen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Christiaan Michiels • Sam Crauwels
Prospectieve associaties van sedentair gedrag, fysieke activiteit en fysieke fitheid met metabool risico bij Vlaamse volwassen mannen en vrouwen. KU Leuven Abstract: Het project richt zich op de longitudinale en prospectieve analyse van fysieke (in)activiteit, fysieke fitheid in al zijn dimensies en verschillende gezondheidsgerelateerde parameters, dit bij Vlaamse volwassenen.Een representatieve steekproef van Vlaamse volwassenen is reeds onderzocht geweest in een vroegere grootschalige epidemiologische studie (2002-2004). Op basis van de gegevens verzameld tijdens deze studie werd een continue metabole risicoscore ontwikkeld en vervolgens werd de relatie van deze score met fysieke activiteit en gezondheidsgerelateerde fitheid (morfologische fitheid, musculaire fitheid, cardiovasculaire fitheid, motorische fitheid, metabole fitheid) nagegaan, dit zowel bij mannen als bij vrouwen, dit via een cross-sectionaal design.Aangezien prospectieve studies omtrent deze topic nagenoeg onbestaande zijn, is het de bedoeling van dit project de oorspronkelijke cross-sectionele steekproef van ongeveer 900 Vlaamse mannen en vrouwen opnieuw op te volgen in een longit Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Onderzoekers: • Johan Lefevre
Prospectieve associaties van sedentair gedrag, fysieke activiteit en fysieke fitheid met metabool risico bij Vlaamse volwassen mannen en vrouwen. Universiteit Gent Abstract: Het huidig onderzoeksproject richt zich op de longitudinale of prospectieve analyse van fysieke (in)activiteit, fysieke fitheid en zijn verschillende componenten, en verschillende gezondheidsgerelateerde parameters bij Vlaamse volwassenen. Naast het bepalen van de validiteit van een continue metabole risico score, wordt ook de relatie tussen levensstijl en verschillende gezondheidsgerelateerde fitheidscomponenten onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Jan Bourgois
Prospectieve evaluatie van kleine molecuul EGFR-1 tyrosine kinase remming als eerstelijns behandeling in een fase II studie bij patiënten met gevorderde niet kleincellige longkanker (NKCLK) die een mutant EGFR-gen herbergen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rond longkanker Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • JACQUES DE GREVE
Prospectieve evaluatie van patiëntgerichte outcomes bij beginnende Reumatoïde Artritis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Patrick Verschueren • Rene Westhovens • Philip Moons • Kristien Van der Elst
Prospectieve studie ter vergelijking van één en twee-cel biopsie na preïmplantatie genetische diagnose (PGD) en analyse van de polarisatie in muis- en menselijke embryo's en hoe dit beïnvloed wordt door biopsie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit deel van het project willen we één-cel biopsie en twee-cel biopsie met elkaar vergelijken op niveau van enerzijds efficiëntie en accuraatheid van de testen alsook op niveau van embryonale ontwikkeling, implantatie en zwangerschapspercentages. De patiënten die in het eerste deel van de studie werden opgenomen, zijn patiënten voor dewelke aneuploidiescreenig (PGS) via FISH werd uitgevoerd ofwel patiënten die PGD ondergaan voor een monogene geslachtsgebonden aandoening, eveneens via FISH. Verder werden ook de patiënten opgenomen die PGD ondergingen voor monogene aandoeningen waar de PCR techniek werd gebruikt, op die voorwaarde dat een duplex- of multiplex PCR voorhanden was, zodat meerdere DNA fragmenten simultaan geanalyseerd werden. In een eerste stap werden een aantal duplex-PCRs ontwikkeld. Aangezien een groot deel van onze PGD cycli worden uitgevoerd voor mucoviscidose, was het vrij evident om hiervoor als eerste een duplex-PCR te ontwikkelen. Hierbij werd er in het bijzonder op gelet dat de duplex PCRs minstens dezelfde mate van efficiëntie bereikten dan de afzonderlijke simplex PCRs. Zo werd nagegaan dat het amplificatie percentage niet lager en het percentage Allel Drop Out (ADO) niet hoger was dan bij de simplex-PCRs. Immers, duplex PCRs bieden het grote voordeel dat ADO in
één locus wordt ontdekt door de gelijktijdige analyse van een tweede, of zelfs derde, gekoppelde locus. Dit voordeel zou volledig teniet gedaan worden indien het ADO percentage hoger was in duplex PCRs dan in simplex PCRs. Een belangrijk deel van de activiteit was ook het overzetten van testen die werden ontwikkeld voor de ALFEpress automatische DNA sequenser naar de ABI Avant automatische DNA sequenser. De volgende aandoeningen waarvoor een duplex-PCR werd ontwikkeld zijn ook in de studie opgenomen: Mucoviscidose, Alport syndroom, polykystische nieren, erfelijke borstkanker, _-thalassemie, Charcot-Marie Tooth type 1a, Duchenne musculaire dystrofie, familiale adenomateuze polyposis coli, Fragiele X, de Huntington test voor gekende dragers, de exclusietest voor de ziekte van Huntington, hypokaliemische periodische paralyse, Multiple Endocrine Neoplasia type 2, de ziekte van Marfan, Neurofibromatose type 1 en 2, severe combined immunodeficiency disease (SCID), en spinale musculaire atrofie. Vandaag zijn de meerderheid van de nieuw ontwikkelde testen multiplex-PCRs. Voor de FISH analyses, werd bij PGS in een eerste ronde de chromosomen X, Y, 13, 18 en 21 geanalyseerd, en in een tweede ronde de chromosomen 22 en 16. Voor sexing met FISH werd meestal enkel X, Y, 13, 18 en 21 uitgevoerd, tenzij er een indicatie was voor een tweede rond, bv. indien de patiënte ouder was dan 37 jaar. Op dit ogenblik zijn alle 600 cycli die nodig waren voor de studie uitgevoerd, en werd er gestart worden met de analyse van de bekomen data. Er werden een totaal van ... cycli uitgevoerd met PCR (... in de één cel groep, en ... in de twee-cel groep) en ... cycli voor FISH (...in de één cel groep en ... in de twee cel groep). Eén deel van de eindpunten van de studie, namelijk de accuraatheid van de diagnose en de in vitro ontwikkeling van de embryo's, bereikte reeds vroeger statistische significantie en daarom werden deze gedeeltelijke resultaten reeds in een manuscript vervat. De resultaten van deze studie tot oktober 2004 waren de volgende (tabel 1): Honderdtweeënnegentig cycli werden in de studie opgenomen; 91 in de PCR groep en 101 in de FISH groep. Er werd één cel verwijderd in 46 PCR cycli en 51 FISH cycli, en twee cellen in 45 PCR cycli en 50 FISH cycli. Deze resultaten tonen duidelijk aan dat er meer embryo's zonder diagnose zijn in de één-cel groep, vooral wat betreft de PCR (12 vs 4 % van de embryos, p<0,01), maar dat dit niet leidt tot verkeerde diagnoses of verlies van embryo's voor transfer. Bij heranalyse van de embryo's werd slechts zes maal een aanvaardbare (dwz niet leidend tot de transfer van een aangetast embryo) misdiagnose vastgesteld. Zowel in de PCR als de FISH groep kon geen statistisch verschil waargenomen worden i.v.m. de verdere in vitro ontwikkeling na het verwijderen van één of twee cellen: 46% van de embryo's ontwikkelden tot blastocyst (op dag 6) in de één- cel groep, terwijl 48% van de embryo's het blastocyst stadium bereikten na het verwijderen van twee cellen. In de PCR groep leidden 85% van de cycli in de één- cel groep tot een transfer, terwijl dit in de twee-cel groep 78% waren. Voor de FISH cycli, zijn deze cijfers respectievelijk 61% en 70%. In geen van beide groepen kon een statistisch verschil waargenomen worden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica • Gynecologie - Urologie
Onderzoekers: • KAREN SERMON • PAUL DEVROEY
Prospectieve studie van fysieke (in)activitei, fysieke fitheid en gezondheidsgerelateerde parameters van Vlaamse volwassenen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Onderzoekers: • Johan Lefevre • Evelien Mertens
Prospectieve validatie van electroencefalografie-gecorreleerde functionele MRI (EEG-fMRI) in de preheelkundige evaluatie voor epilepsiechirurgie. KU Leuven Abstract: Epilepsie is een frequente neurologische aandoening met een voorkomen van bijna 0.5% in de populatie. Eén op drie patiënten hebben epileptischeaanvallen die niet onder controle komen met medicatie. Als deze aanvallen steeds uitgaan van dezelfde plaats in de hersenen, kunnen geselecteerde patiënten in aanmerking komen voor epilepsie chirurgie. Tijdens de preheelkundige evaluatie wordt nagegaan waar de epileptogene zone, het deel van de hersenschors dat onontbeerlijk is voor het ontstaan van de aanvallen, zich bevindt en of deze veilig verwijderd of geïsoleerd kan worden.Het doel van dit doctoraatsonderzoek was de meerwaarde van gelijktijdig opgemeten electroencefalografie en functionele magnetische resonantie beeldvorming (EEG-fMRI) in dit diagnostisch proces na te gaan. Epileptische ontladingen (aanvallen en pieken) werden geregistreerd met EEG en de bijhorende hemodynamische veranderingen met fMRI. Door beide technieken te combineren, trachtten we de bron van deze pathologische activi Organisaties: • Onderzoeksgr_Exp_Neurologie
Onderzoekers: • Stefan Sunaert • Wim Van Paesschen • Simon Tousseyn
Prospective study of patient reported outcomes in spine surgery. KU Leuven Abstract: This ongoing project aims at collecting patient reported outcome data at predefined timings before and after spine surgery using standardized questionnaires. This allows for quality auditing and benchmarking as wellas reporting outcomes of new or complex interventions. Organisaties: • Experimentele Neurochirurgie & -anatomie
Onderzoekers: • Bart Depreitere
Prostaatcarcinoom: radiotherapie van MR spectroscopie gededecteerde intra-prostatische lesies: een prospectieve fase I & II trial. Prostate carcinoom: pathologische determinanten van biochemisch falen: een prospectieve, klinische trial Universiteit Gent Abstract: In een fase I-II studie zal de bestrlingsdosis op de via MR-gededecteerde intraprostatische tumor verhoogd worden. We zullen nagaan of het gebruik van de nieuwe 3.0 Tesla MR de sensitiviteit en resolutie verhoogt. Het is tevens de bedoeling om risicogroepen voor lokaal herval en herval op afstand na "salvage" IMRT te definiëren. Risicogroep analyse zal de patiëntengroep met zwakke uitkomst na "salvage" IMRT definiëren. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Willem Oosterlinck • Wilfried De Neve
Prostaatkanker: van functionele genoomanalyse naar gepersonaliseerde geneeskunde KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Endocrinologie
Onderzoekers: • Frank Claessens • N. N.
Protectief effect van xenon op ischemie-reperfusie schade bij niertransplantatie. KU Leuven Abstract: Ondanks oorspronkelijk als chemisch inert beschreven, kon herhaaldelijkaangetoond worden dat het edelgas xenon opmerkelijke biologische eigenschappen heeft. Xenon heeft veel karakteristieken van een ideaal anestheticum. Xenon beïnvloedt de hemodynamica, de myocardiale functie en het neurohumorale stelsel minder dan andere anesthetica. Bovendien is ertoenemende evidentie dat xenon in verschillende omstandigheiden orgaan-beschermende effecten heeft. Xenon induceert zowel vroege als late pharmacologische preconditionering in experimentele modellen van myocardiale ischemie. Xenon heeft eveneens neuroprotectieve eigenschappen en kan ookandere organen tegen ischemie-reperfusie schade beschermen. Zo toonde xenon in humane celculturen van nier-tubuli, in muizen als ook in ratten nefroprotectieve eigenschappen. Onze hypothese is dat de toediening van xenon via inhalatie de renale ischemie-reperfusie schade in niertransplantatie minimaliseert. Deze hypothesewordt getest met behulp van de huidige Organisaties: • Anesthesiologie & Algologie
Onderzoekers: • Steffen Rex
Protectie van endotheel ter preventie van diabetische cardiomyopathie. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale hypothese van dit project is dat stoornissen in endotheel-cardiomyociet communicatie aan de basis liggen van diabetesgeinduceerde cardiomyopathie. De doelstelling van dit project is 2-ledig: 1. Nagaan of een behandeling met een endotheel protectief farmacon "NEBIVOLOL" kan beschermen tegen de ontwikkeling van diabetische cardiomyopathie (en tegen vasculaire endotheel dysfunctie) 2. Nagaan wat de staat is van endotheel-cardiomyociet communicatie op het gebied van de paracriene neuregulin-ErbB as, en of activatie van die as kan beschermen tegen diabetische CMP. Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer • Kris Doggen
Protectie van endotheel ter preventie van diabetische cardiomyopathie. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale hypothese van dit project is dat stoornissen in endotheel-cardiomyociet communicatie aan de basis liggen van diabetesgeinduceerde cardiomyopathie. De doelstelling van dit project is 2-ledig: 1. Nagaan of een behandeling met een endotheel protectief farmacon "NEBIVOLOL" kan beschermen tegen de ontwikkeling van diabetische cardiomyopathie (en tegen vasculaire endotheel dysfunctie) 2. Nagaan wat de staat is van endotheel-cardiomyociet communicatie op het gebied van de paracriene neuregulin-ErbB as, en of activatie van die as kan beschermen tegen diabetische CMP. Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer • Kris Doggen
Protectieve effecten van neuropoietische cytokines op pathologische CZS reacties in multiple sclerose Universiteit Hasselt Abstract: Multiple sclerose (MS) is een demyeliniserende aandoening van het centrale zenuwstelsel met een inflammatoire en neurodegeneratieve component. Het is algemeen bekend dat de chronische productie van proinflammatoire cytokines en neurotoxische factoren aan de oorzaak liggen van de typische hersenpathologie bij MS. Er worden tijdens deze neuro-inflammatoire reacties echter ook factoren geproduceerd die de inflammatie tegengaan en mogelijk ook herstel bevorderen. Onze hypothese is dat leden van de IL-6 familie van neuropoietische cytokines een dergelijke functie hebben en hierdoor interessante kandidaten zijn voor MStherapie. In dit project zal bepaald worden in welke mate leukemia inhibitory factor (LIF), Oncostatin M (OsM) en interleukin-11 een gunstige invloed hebben op de ontwikkeling van nieuwe MS-letsels enerzijds, en op bestaande hersenpathologie anderzijds. Om dit doel te bereiken zullen neuropoietische cytokines gentherapeutisch toegediend worden in de hersenen van MS-proefdieren om zo hun effect op ziekteactiviteit en pathologie na te gaan. Bij klinisch effect zal verder ingegaan worden op de onderliggende beschermende cellulaire en moleculaire mechanismen. In dit project wordt er nauw samengewerkt met prof V. Baekelandt (KULeuven) die expert is in gentherapy voor hersenaandoeningen. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN • Niels HELLINGS • Jerome HENDRIKS
Protectieve en risicofactoren in de ontwikkeling van gedragsregulatie, cognitief en sociaal functioneren en psychopathologie bij prematuur geboren kinderen.
Universiteit Antwerpen Abstract: Protectieve en risicofactoren in de ontwikkeling van gedragsregulatie, cognitief en sociaal functioneren en psychopathologie bij prematuur geboren kinderen. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Dirk Deboutte
Protectieve risicofactoren in de ontwikkeling van gedragsregularisatie, cognitief en sociaal functioneren en psychopathologie bij prematuur geboren kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project is onderdeel van een interdisciplinair prospectief follow-up onderzoek waarin, naast het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, ook de universitaire diensten neonatologie, gynecologie, het Centrum voor aangeboren metabole aandoeningen (CEMA) en het Centrum voor ontwikkelingsstoornissen (COS) paticiperen. In dit onderzoek wordt samengewerkt onder andere met het Child Study Center Yale University ( dr .Linda Mays) en de Universiteit Utrecht (dr. C. de Weerth) met betrekking tot de ontwikkeling en het functioneren van de HPA -as bij infants en the Lausanne University Hospital (dr. B. Pierrehumbert) met betrekking tot ouderlijke stress en de invloed ervan op ontwikkeling en functioneren. Onderzoeksvragen: -Hoe is de ontwikkeling van gedragsregulatie, slaap, stressresponssysteem en relatievorming van een groep kinderen met prematuriteit en een laag geboortegewicht in vergelijking met kinderen met een normaal geboortegewicht en zwangerschapsduur? -Wat is de invloed van matemele stress -psychologisch. fysiologisch, hormonaal -in de perinatale periode op ontwikkeling en functioneren van kinderen met prematuriteit en een laag geboortegewicht? In welke mate is er bij kinderen met prematuriteit en laag geboortegewicht sprake van ontwikkelingsstoornissen of psychiatrische problematiek of stoornissen op de leeftijd van één jaar. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Dirk Deboutte
Protecting the smart grid from external and internal adversaries. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Bart Preneel • Johan Driesen • Ingrid Verbauwhede
Protection as insurance: Production subsidies in an uncertain world with risk-averse consumers. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Internationale Economie Leuven
Onderzoekers: • Gerald Willmann • Toni Glaser
Protection e-Textiles: MicroNanoStructured fibre systems for Emergency-Disaster Wear Universiteit Gent Abstract: Binnen het Sixth Framework Program van de EU participeren de Vakgroepen Informatietechnologie (INTEC) en Textielkunde aan het ProeTEX Integrated Project dat instaat voor de ontwikkeling van intelligente brandweerpakken. Het onderzoek onder leiding van prof. Rogier (INTEC) omvat de ontwikkeling van antennes uit textielmaterialen voor de draadloze communicatie van lichaams- en omgevingsparameters van de reddingswerker naar een centrale commandopost. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Hendrik Rogier
Protection sociale des (ex)détenus et de leur famille. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van de socialezekerheidsrechten van gedetineerden en hun verwanten tijdens en na de gevangenneming. Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Proteeomgebaseerde en geïntegreerde analyse van de regulatie van de immuunrespons Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit interdisciplinair onderzoeksproject is het beter begrijpen van de moleculaire mechanismen die aan de basis liggen van de regulatie van inflammatie. Nieuwe, eiwitgecentreerde data zullen hier geïntegreerd worden en aan cel- en muismodellen voor diverse humane inflammatoire aandoeningen gekoppeld worden. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert • Geert van Loo • Mohamed Lamkanfi • Lennart Martens
Protein adsorption on pectin-alginate hydrogels KU Leuven Abstract: De interessante eigenschappen van hydrofobinen zijn van significant belang voor biotechnologen omdat ze potentieel tot talrijke toepassingen kunnen leiden. Hydrofobinen zijn amfifiele moleculen die voornamelijk geproduceerd worden door Ascomycetes sp. en Basidiomycetes sp. Gebaseerd op verschillen in hydropathische patronen en biofysische eigenschappen kunnen hydrofobinen worden onderverdeeld in twee groepen: Klasse I en Klasse II. Hydrofobinen kunnen zichzelf assembleren in een monolaag op een hydrofobe hydrofiele interface, zoals de water-lucht interface. De monolaag, gevormd door Klasse I hydrofobinen, heeft een sterk geordende structuur en kan alleen worden gedissocieerd door sterke zuren. Klasse II hydrofobinen, daarentegen, vormen een flexibele en elastische structuur die gemakkelijk kan gedissocieerd worden met behulp van ethanol 60%. Deze laatstgenoemde moleculen hebben een grote reikwijdte maar precieze kennis over de oppervlaktechemie van de volledige structuur ontbree Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Guy Derdelinckx
Protein-associated mechanisms in tumor cell invasion: linking novel proteomics with cell biology Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van recent ontwikkelde gel-vrije proteomics technieken (COFRADIC), wensen we een inzicht te verwerven en nieuwe moleculen te identificeren die betrokken zijn in signaalmechanismen die leiden naar tumor invasie en b-cel destructie in diabetes. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Jan Gettemans • Katia Vancompernolle • Christophe Ampe • Kris Gevaert
Protein biomarker discovery from formalin fixed, paraffin embedded human tumor tissues. KU Leuven Abstract: In dit project wordt er op zoek gegaan naar een prognostische eiwit biomerker voor darmkanker. Dit gebeurt aan de hand van een differentiële analyse tussen patiënten die binnen de 5 jaar hervallen en patiënten met een langdurig herstel (10 à 15 jaar). Als startmateriaal wordt gebruik gemaakt van formalin fixed paraffin embedded (FFPE) weefsel. In een eerste fase van het project zal de extractie van proteïnen uit FFPE weefsel geoptimaliseerd worden. Daarnaast zal er ook een verdere optimalisatie plaatsvinden van proteïnelabeling in LC MS/MS (liquid chromatography mass spectrometry) condities en van de staalvoorbereiding voor de 2D-DIGE(2 dimensional differential gel electrophoresis) techniek. In een tweede fase wordt een differentiële studie uitgevoerd met zowel de LC MS/MS als de 2D-DIGE techniek. Wanneer een proteïne of een groep van proteïnen differentieel wordt bevonden, wordt het gevalideerd en wordt de sensitiviteit en specificiteit van het proteïne getest. Indien de biomerker een Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Valérie Broeckx
Proteïnen: interacties die betrokken zijn bij vouwing, functie en supramoleculaire assemblages. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rond fundamentele aspecten van proteïne wetenschappen Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Proteïnen: structuur en vouwing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het laboratorium heeft een vrij stevige ervaring in de structuurbepaling van eiwitten. Een reeks projecten meeen belangrijke structurele component wordt uitgewerkt door een aantal subgroepen van karakteristiek 4 tot 7 medewerkers. Het werk van deze groepen is gefocuseerd op thema's die al een maturiteit hebben verworven in het lab: proteïne-koolhydraat herkenning, bacteriële toxine-antitoxine systemen, enzymes zoals nucleoside hydrolasen en arsenaat reductase. Meer recent werk is gericht op Lipase-Lipase foldase en er blijven in een aantal verbanden structuurstudies op één-domein systemen van kameel-antistoffen. In die zin is dit project te beschouwen als de opvolging van een vorig project: ?Biomoleculaire herkenning - Het structurele luik?. Het is tevens het overkoepelend project voor de structuurstudies van het ganse laboratorium en van alle verdere structuurstudies in het Instituut voor Moleculaire Biologie van de universiteit.We hebben vastgesteld dat in de periode van de laatste 4 jaren in een reeks projecten, onafhankelijk van elkaar, het proteïne-vouwingsprobleem centraal is komen te staan. Dit vanuit zeer verschillende uitgangspunten, mezowel een reeks convergenties als particulariteiten. We hebben deze projecten gegroepeerd in dit project, dat een hechte synergie vereist tussen structurele, biofysische en biochemische methoden. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Proteïnen Tyrosine Fosforylatie in de Ontwikkeling van Kanker en Toepassingen voor Onderzoek KU Leuven Abstract: De cellen van ons lichaam reageren op prikkels uit de omgeving en naburige cellen door activatie van een hele reeks signaaleiwitten in de cel. Deze activatie gebeurt door de plaatsing van een fosfaat-groep op het tyrosine aminozuur van deze signaaleiwitten door de proteïnen tyrosine kinasen (PTKs). Eveneens is het van belang dat de signaaleiwitten tijdig terug worden geïnactiveerd door proteïnen tyrosine fosfatasen (PTPs), welke de fosfaat-groep weer zullen verwijderen. Verstoring van deze balanstussen PTKs en PTPs draagt bij tot de ontwikkeling van kanker. De oorzaak van deze verstoring zijn fouten in het DNA die aanleiding geven toteen overactief PTK of verlies van een PTP, waardoor de cel onophoudelijk het signaal krijgt om te blijven delen. De voorbije jaren werd overactivatie van PTKs intensief bestudeerd in kanker. Hierbij werd het duidelijk dat de continue activatie van de oncogene PTKs leidt tot de transformatie van normale cellen naar kankercellen. Tegenwoordig zijn er m
Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jan Cools • Sofie Pieraets
Protein kinases in tumor heterogeneity, metastasis and therapeutic resistance: new approaches for diagnosis and treatment. KU Leuven Abstract: Cancer patients dont die because of their primary tumors: they die because of the problem of tumor metastasis and the development of therapeutic resistance. Both are very fundamental problems, and are intrinsicallylinked to the continuous evolution of tumor cells into heterogenic populations with distinct behaviour. As time passes, tumor cells acquire an increasing number of mutations that contribute to metastasis and therapyresistance. The discovery of the fundamentalsignaling pathways thatgovern these behavioural changes will be crucial for a better management of the problems of metastasis and therapeutic resistance. Since protein kinases are crucial signaling regulators, as well as excellent therapeutic targets, we have decided to focus on the role of protein kinases inmetastasis and resistance.Therefore, we have assembled a consortiumof key academic and SME partners that will train a set of 15 Early Stage Researchers (ESRs) in this subject. The intertwined problems of tumorevolut Organisaties: • Labo Proteïne Fosforylatie en Proteomics
Onderzoekers: • Johan Van Lint
Protein phosphatases: innovative targets and biomarkers for cancer therapy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Proteïne Fosforylatie en Proteomics
Onderzoekers: • Veerle Janssens
Protein-protein interactions as a potential target voor antiviral therapy: development of inhibitors of the HCV NS5API4KIII-#945; interaction. KU Leuven Abstract: Dit project zal trachten proteïne-proteïne interactie inhibitoren (PPIIs) te ontwikkelen die de NS5A-PI4KIII-α interactie, en bijgevolg ook HCV replicatie, inhiberen. Via een rationele aanpak zal de ontwikkeling van peptiden en peptidomimitische inhibitoren worden uitgevoerd. Daarnaast zullen ook small molecule inhibitoren ontwikkeld worden dmv het screenen van chemische bibliotheken. Geidentificeerde inhibitoren zullen worden gekarakteriseerd op vlak van antivirale activiteit, specificiteit, werkingsmechanisme, en genetische resistentiebarriere. Dit project zal berusten op samenwerkingen met onderzoeksgroepen gespecialiseerd in structurele analyse, molecular modeling en peptide synthese alsook het geneesmiddelenontwikkelingscentrum van de KU Leuven, de CD3. Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Johan Neyts • Jan Paeshuyse • Benjamin Verpaalen
Protein-protein interactions in the human fungal pathogen Candida albicans: analysis of essential interactions in vivo using complementary two-hybrid based methods KU Leuven Abstract: Bimoleculaire fluorescentie complementatie (BiFC) is een zeer waardevolle techniek voor de detectie van proteïne-proteïne interacties in vivo en is complementair aan andere technieken zoals het klassieke two-hybrid systeem. Het biedt informatie over de in vivo lokalisatie van de interactie in de normale cellulaire omgeving. BiFC is gebaseerd op de assemblage van een fluorofoor zoals GFP, YFP of CFP, wanneer twee proteïnen, elk gekoppeld aan een van de twee fragmenten van de fluorofoor, met elkaar interageren. Daarenboven is er geen nood aan staining met bepaalde kleurstoffen en kan de techniek uitgevoerd worden met een standaard epifluorescentie microscoop. 'Single-colour BiFC' is een techniek die reeds vaak gebruikt en beschreven werd voor hogere eukaryoten zoals planten en zoogdiersystemen, maar het werd ook meer recent toegepast op verschillende gisten waaronder de modelsystemen Saccharomyces cerevisiae en Schyzosaccharomyces pombe (Subramaniam et al., 2001; Boruc et al., 2010; Kerp Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Hélène Tournu • Ana Subotic
PROTEINSECT. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys
Proteomic analysis of HIV-1 nuclear import. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Virologie en Gentherapie
Onderzoekers: • Zeger Debyser
Proteomics en lipidomics van plasmamembranen door middel van superparamagnetische nanopartikels: een innovatieve strategie voor de identificatie van nieuwe biomerkers in humane ziekten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Willem Annaert • Liesbet Lagae • Johannes Swinnen • Stein Aerts
Proteoom- en biofilmonderzoek van de plantpathogene bacterie Erwinia amylovora Universiteit Hasselt Abstract: Erwinia amylovora is een gramnegatieve, plantpathogene bacterie die behoort tot de Enterobacteriaceae. Bacterievuur (of perenvuur), veroorzaakt door E. amylovora, vormt een zeer belangrijke bedreiging voor de appel- en perenteelt wereldwijd. Gedurende één groeiseizoen is deze bacterie in staat om hele boomgaarden te vernietigen wat leidt tot grote economische verliezen. Huidige bestrijdingsmiddelen zijn ontoereikend waardoor de vraag naar alternatieve bestrijdingsmiddelen groot is. Dit onderzoek zal een bijdrage leveren in het begrijpen van de mechanismen die de bacterie in staat stellen om de plant binnen te dringen en een succesvolle infectie tot stand te brengen. De bacteriële cel wordt op verschillende niveaus bekeken met behulp van 2D gelelektroforese en we proberen te achterhalen waar de verschillen liggen tussen enkele stammen met een verschillende virulentiegraad. Ook gaan we de functie van biofilmvorming onderzoeken met behulp van specifieke kwantificatiemethoden voor biofilms. Organisaties: • Moleculaire en Fysische Plantenfysiologie
Onderzoekers: • Roland VALCKE • Michelle HOLTAPPELS
Proteoomonderzoek naar de biosynthese van oppervlakte actieve stoffen in gist. Universiteit Antwerpen Abstract: Door gebruik te maken van een proteeomtechnische benadering wordt getracht een metabool profiel van een fermentatie op te stellen. Hierbij wordt Candida bombicola als model gebruikt voor de fermentatie van recycleerbare oliën en de productie van sophorolipiden. Door de cultuurparameters te optimaliseren wordt de lipide productie met het fenotype geliëerd met als doel een stam te selecteren die voor industriële fermentatie gebruikt kan worden. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Erwin J M Witters
Proteoom onderzoek naar de fysiologie betrokken bij cryotolerantie en desiccatie in banaanmeristemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit project is "Een inzicht krijgen in de cryofysiologie door een proteoomstudie van banaanmeristemen." Het stelt tot doel een bijdrage te leveren in de fundamentele kennis inzake de fysiologische processen die aan de basis liggen van stress geïnduceerde schade, adaptatie en acclimatisatie. Veel van deze stressparametes zijn gecorreleerd. Bijvoorbeeld, watergebrek is dikwijls geassocieerd met zoutstress in de wortel en/of met hittestress In de bladeren; . resistentie ten opzichte van vriezen is grotendeels afhankelijk van de resistentie ten opzichte van weefseldehydratatie. Planten vertonen dikwijls ook een kruisresistentie wat impliceert dat de onderliggende mechanismen voor resistentie tegen verschillende stressfactoren gemeenschappelijke eigenschappen hebben. Deze mechanismen zijn complex en het ontrafelen ervan kan via fundamenteel onderzoek alleen maar gebeuren door een langetermijn en multidiscipinair onderzoek. In het kader van dit project zal gewerkt worden met meristeemculturen van banaan (Musa spp.). Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Kris Laukens • Henri Van Onckelen • Erwin J M Witters
Proteoomtechnische analyse van celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen en hun dynamiek in hogere planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Eiwitcomplexen bijvoorbeeld cycline/CDK complexen zijn zowel structureel als functioneel onderhevig aan dynamische veranderingen. Deze dynamische veranderingen worden niet alleen bepaald door de veranderende concentratie van de samenstellende eiwitten, maar ook door (covalente) modificaties van deze eiwitten onder verschillende fysiologische condities en de locatie in het weefsel of de cel. Een belangrijk fysiologisch proces waarin de aanwezigheid en het belang van eiwitcomplexen duidelijk aangetoond, is de celcyclus. Complementair aan de genomische gegevens, voortvloeiend uit technieken zoals cDNA-AFLP en microarray, dienen deze celcyclus-gerelateerde proteïnen/complexen een proteoomtechnische analyse te ondergaan waarbij een beeld kan gevormd worden over de dynamische veranderingen betreffende hun activiteit en structuur. In het voorliggend project wordt geopteerd voor een natieve elektroforetische methode, met name `Blue-native' gelelektroforese (Schägger et al., 1991), om kandidaat celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen op te zuiveren uit `gehele cel' lysaten van gesynchroniseerde plant celculturen (Arabidopsis thaliana en BY-2). Om co-migratie van complexen uit te sluiten zal nog een bijkomende natieve eerste dimensie (ionenuitwisselingsFPLC) geïncorporeerd worden. De analyse van de samenstellende constituenten gebeurt na een scheiding in de tweede dimensie via denaturerende elektroforese. Op deze manier zal getracht worden op elk moment van de celcyclus een beeld te verkrijgen van interacties tussen verschillende eiwitten en zal in samenwerking met de TAP-technologiegroep o.l.v. Dr. Geert De Jaeger (PSB, VIB-Gent) naar nieuwe spelers in de celcyclus gezocht worden. Post-translatie modificaties zullen eveneens onderzocht worden vermits deze van belang zijn voor de biologische activiteit en/of stabiliteit/vorming van eiwitcomplexen. Proteïnecomplexen en hun interagerende constituenten, die fluctuaties vertonen qua abundantie of post-translatie modificaties, zullen geïdentificeerd worden met behulp van massaspectrometrische technieken. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Henri Van Onckelen • Erwin J M Witters • Noor Remmerie
Proteoomtechnische analyse van celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen en hun dynamiek in hogere planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Eiwitcomplexen bijvoorbeeld cycline/CDK complexen zijn zowel structureel als functioneel onderhevig aan dynamische veranderingen. Deze dynamische veranderingen worden niet alleen bepaald door de veranderende concentratie van de samenstellende eiwitten, maar ook door (covalente) modificaties van deze eiwitten onder verschillende fysiologische condities en de locatie in het weefsel of de cel. Een belangrijk fysiologisch proces waarin de aanwezigheid en het belang van eiwitcomplexen duidelijk aangetoond, is de celcyclus. Complementair aan de genomische gegevens, voortvloeiend uit technieken zoals cDNA-AFLP en microarray, dienen deze celcyclus-gerelateerde proteïnen/complexen een proteoomtechnische analyse te ondergaan waarbij een beeld kan gevormd worden over de dynamische veranderingen betreffende hun activiteit en structuur. In het voorliggend project wordt geopteerd voor een natieve elektroforetische methode, met name `Blue-native' gelelektroforese (Schägger et al., 1991), om kandidaat celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen op te zuiveren uit `gehele cel' lysaten van gesynchroniseerde plant celculturen (Arabidopsis thaliana en BY-2). Om co-migratie van complexen uit te sluiten zal nog een bijkomende natieve eerste dimensie (ionenuitwisselingsFPLC) geïncorporeerd worden. De analyse van de samenstellende constituenten gebeurt na een scheiding in de tweede dimensie via denaturerende elektroforese. Op deze manier zal getracht worden op elk moment van de celcyclus een beeld te verkrijgen van interacties tussen verschillende eiwitten en zal in samenwerking met de TAP-technologiegroep o.l.v. Dr. Geert De Jaeger (PSB, VIB-Gent) naar nieuwe spelers in de celcyclus gezocht worden. Post-translatie modificaties zullen eveneens onderzocht worden vermits deze van belang zijn voor de biologische activiteit en/of stabiliteit/vorming van eiwitcomplexen. Proteïnecomplexen en hun interagerende constituenten, die fluctuaties vertonen qua abundantie of post-translatie modificaties, zullen geïdentificeerd worden met behulp van massaspectrometrische technieken. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Noor Remmerie
Proteoomtechnische analyse van celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen en hun dynamiek in hogere planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Eiwitcomplexen bijvoorbeeld cycline/CDK complexen zijn zowel structureel als functioneel onderhevig aan dynamische veranderingen. Deze dynamische veranderingen worden niet alleen bepaald door de veranderende concentratie van de samenstellende eiwitten, maar ook door (covalente) modificaties van deze eiwitten onder verschillende fysiologische condities en de locatie in het weefsel of de cel. Een belangrijk fysiologisch proces waarin de aanwezigheid en het belang van eiwitcomplexen duidelijk aangetoond, is de celcyclus. Complementair aan de genomische gegevens, voortvloeiend uit technieken zoals cDNA-AFLP en microarray, dienen deze celcyclus-gerelateerde proteïnen/complexen een proteoomtechnische analyse te ondergaan waarbij een beeld kan gevormd worden over de dynamische veranderingen betreffende hun activiteit en structuur. In het voorliggend project wordt geopteerd voor een natieve elektroforetische methode, met name `Blue-native' gelelektroforese (Schägger et al., 1991), om kandidaat celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen op te zuiveren uit `gehele cel' lysaten van gesynchroniseerde plant celculturen (Arabidopsis thaliana en BY-2). Om co-migratie van complexen uit te sluiten zal nog een bijkomende natieve eerste dimensie (ionenuitwisselingsFPLC) geïncorporeerd worden. De analyse van de samenstellende constituenten gebeurt na een scheiding in de tweede dimensie via denaturerende elektroforese. Op deze manier zal getracht worden op elk moment van de celcyclus een beeld te verkrijgen van interacties tussen verschillende eiwitten en zal in samenwerking met de TAP-technologiegroep o.l.v. Dr. Geert De Jaeger (PSB, VIB-Gent) naar nieuwe spelers in de celcyclus gezocht worden. Post-translatie modificaties zullen eveneens onderzocht worden vermits deze van belang zijn voor de biologische activiteit en/of stabiliteit/vorming van eiwitcomplexen. Proteïnecomplexen en hun interagerende constituenten, die fluctuaties vertonen qua abundantie of post-translatie modificaties, zullen geïdentificeerd worden met behulp van massaspectrometrische technieken. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Henri Van Onckelen • Erwin J M Witters • Noor Remmerie
Proteoomwijde screening van fragmenten expresseerbaar in gist Universiteit Gent Abstract: Het blijft heden ten dage onvoorspelbaar welke eiwitten al dan niet tot expressie kunnen worden gebracht in de verschillende (ook eukaryote) proteïne productiesystemen. Om die reden streven wij naar het ontwikkelen van een proteoomwijde fragment "expresseerbaarheidsscreening"-technologie in gist. Dit systeem moet dan toelaten het effect van diverse manipulaties van het cellulari secretiesysteem op het "expresseerbaar proteoom" te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Nico Callewaert
Proteoomwijde screening voor eiwitfragmenten die kunnen gesecreteerd worden door gist Universiteit Gent Abstract: Het blijft heden ten dage onvoorspelbaar welke eiwitten al dan niet tot expressie kunnen worden gebracht in de verschillende (ook eukaryote) proteïne productiesystemen. Om die reden streven wij naar het ontwikkelen van een proteoomwijde fragment "expresseerbaarheidsscreening"-technologie in gist. Dit systeem moet dan toelaten het effect van diverse manipulaties van het cellulair secretiesysteem op het "expresseerbaar proteoom" te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Nico Callewaert
Protest and Productive Resistance KU Leuven
Abstract: Power has changed and our understanding of its mechanisms has become incredibly more complicated since Foucault's publication of the Will to Knowledge in 1976. Though it would be correct to say that to different forms of power, different form of resistance should be applied it seems that though we understand power to be productive nowadays, resistance seemsto be locked in the mind frame of political protest, strikes and demonstrations. In my future dissertation I propose to use Foucault's terminology in order to explicitly define a notion of productive resistance. Productive resistance allows the subject to engage power and to formulate new practices and subjectivities, not in an empty space freed power's presence, but with the building bricks that power has made available. I will claim that Foucault's term of 'counter-conduct' and 'spirituality' areanalytics tools that can be used in order to make visible these different forms of resistance which may be perceived at times as a-politic Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman • Guilel Treiber
Protest gemeten tijdens de daad. Contestatie gecontextualiseerd. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Protest surveys. Mogelijkheden en beperkingen van een innovatief onderzoeksdesign. Universiteit Antwerpen Abstract: Moderne Westerse samenlevingen zijn doordrongen van politiek protest Politiek protest wordt wetenschappelijk bestudeerd binnen verschillende wetenschappelijke subdisciplines maar die benaderen protest eenzijdig. Daardoor blijft de kern van de zaak dikwijls buiten beeld: wie protesteert, rond welke thema's en waarom, en hoe komen die mensen tot protest? Vooral de theoretische en methodologische kloof tussen de verschillende 'niveaus' van onderzoek blijft het protestonderzoek parten spelen. Protest ontstaat immers maar bij de gratie van het verbinden van een politieke en maatschappelijke context (macro) waarin een vraag naar protest ontstaat (micro) met een aanbod van protest door mobiliserende actoren (meso). De basisintuïtie die aan dit project ten grondslag ligt, is dat het ter plaatse bevragen van deelnemers aan specifieke protestacties aan de hand van 'protest surveys' de muren tussen beide disciplines kan helpen overbruggen en, net door te focussen op de cruciale link tussen vraag en aanbod, een substantiele bijdrage kan leveren aan het doorgronden van protest De onderzoeksgroep die dit FWO-project uitvoert, is één van de meest actieve groepen in dit nieuwe onderzoeksveld. Doel van dit project is om de specifieke protest-surveymethode en het achterliggende onderzoeksdesign verder uit te bouwen. Ais het direct bevragen van protestdeelnemers een bruikbare, realistische en betrouwbare methode is die onze kennis van politiek protest vooruit kan helpen, hoe kunnen we protest surveys dan verbeteren, uitbouwen en codificeren? Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Prothesebeha's, aangepast aan anatomische veranderingen in de borst en biomechanische afwijkingen na borstheelkunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Prothesebeha's, aangepast aan anatomische veranderingen in de borst en biomechanische afwijkingen na borstheelkunde. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie • Heelkundige Specialiteiten
Onderzoekers: • PIERRE LIEVENS • JAN LAMOTE
Protocol 3 Ouderenzorg: project inzake alternatieve en ondersteunende zorgvormen. KU Leuven Abstract: Protocol 3 Ouderenzorg: project inzake alternatieve en ondersteunende zorgvormen.Het doel van het project is te komen tot de bepaling van de methode, de instrumenten en de operationalisering van de wetenschappelijke evaluatie van de projecten inzake alternatieve en ondersteunende zorgvormen voor ouderenzorg. Organisaties: • LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove • Aniana Declercq
Protocolakkoord inzake partenariaat 2007 : Opleiding en informatie van de werknemers en de hiërarchische lijn over chemische risico's (project n° 23). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project sluit aan bij doelstelling 3 van het federaal EPD ESF (consolidering van de werkgelegenheid) en betreft de ontwikkeling van een strategie inzake de opleiding en de informatie van de werknemers over chemische risicos door de preventieadviseurs van de onderneming met participatie van de werknemers /werkneemsters en de leden van hiërarchische lijn. De ontwikkelde methode doet beroep op de participatie van de werknemers door hun de gelegenheid te geven om hun bekwaamheden te valoriseren (in het bijzonder voor de oudere werknemers) en hun kennis te vergroten (voor de jongere werknemers). Het informaticaluik van de methode kan eveneens een toegangspoort naar nieuwe technologieën openen. Het rekening houden met de genderdimensie en de psychosociale aspecten van de arbeidsvoorwaarden laat synergiën toe met andere projecten betreffende gender en veiligheid/gezondheid op het werk. Informatie- en sensibiliseringssessies zullen georganiseerd worden met het doel de ontwikkelde instrumenten over te brengen naar concrete arbeidssituaties, het is te zeggen op de werkplaatsen. De verspreiding van deze methodologie omvat een essentieel aspect van het partenariaat. Een tweede belangrijk aspect van het partenariaat betreft het onderzoekscontract tussen het Fonds voor Beroepsziekten enerzijds en anderzijds de Université Catholique de Louvain, De Vrije Universiteit Brussel en l'Université de Liège. Deze partners zullen naast hun betrokkenheid bij het project Toxtrainer een bijzondere aandacht schenken aan de integratie van het instrument TOXPRO. Dit instrument moet een concreet antwoord geven aan de sensibiliseringscampagne door een massa feitelijke gegevens over de risicos van chemische agentia ter beschikking te stellen op een informaticadrager
Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Protocolakkoord inzake partenariaat 2008 : Opleiding en informatie van de werknemers en de hiërarchische lijn over chemische risico's (project n° 23). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project sluit aan bij doelstelling 3 van het federaal EPD ESF (consolidering van de werkgelegenheid) en betreft de ontwikkeling van een strategie inzake de opleiding en de informatie van de werknemers over chemische risicos door de preventieadviseurs van de onderneming met participatie van de werknemers /werkneemsters en de leden van hiërarchische lijn. De ontwikkelde methode doet beroep op de participatie van de werknemers door hun de gelegenheid te geven om hun bekwaamheden te valoriseren (in het bijzonder voor de oudere werknemers) en hun kennis te vergroten (voor de jongere werknemers). Het informaticaluik van de methode kan eveneens een toegangspoort naar nieuwe technologieën openen. Het rekening houden met de genderdimensie en de psychosociale aspecten van de arbeidsvoorwaarden laat synergiën toe met andere projecten betreffende gender en veiligheid/gezondheid op het werk. Informatie- en sensibiliseringssessies zullen georganiseerd worden met het doel de ontwikkelde instrumenten over te brengen naar concrete arbeidssituaties, het is te zeggen op de werkplaatsen. De verspreiding van deze methodologie omvat een essentieel aspect van het partenariaat. Een tweede belangrijk aspect van het partenariaat betreft het onderzoekscontract tussen het Fonds voor Beroepsziekten enerzijds en anderzijds de Université Catholique de Louvain, De Vrije Universiteit Brussel en l'Université de Liège. Deze partners zullen naast hun betrokkenheid bij het project Toxtrainer een bijzondere aandacht schenken aan de integratie van het instrument TOXPRO. Dit instrument moet een concreet antwoord geven aan de sensibiliseringscampagne door een massa feitelijke gegevens over de risicos van chemische agentia ter beschikking te stellen op een informaticadrager Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Protocollering van de vraagverheldering door de meldpunten crisisjeugdhulp. Universiteit Antwerpen Abstract: In crisisjeugdhulp dient er snel en doelmatig gereageerd te worden op een cliëntsysteem dat uit balans geraakt is. Snel en doelmatig werken vraagt om een gemeenschappelijke taal die samenwerking over de verschillende sectoren heen kan bevorderen en een eenduidigheid die toeleiding kan faciliteren. Om te komen tot een helder en bruikbaar instrument stelt het onderzoeksteam een stappenplan voor dat uit vier duidelijk onderscheiden stappen bestaat: de inventarisatiefase, de toetsingsfase, de consolidatiefase en de rapporteringsfase. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Protocols voor draadloze multimedia sensornetwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel het opstellen van principes voor algoritmen en protocols gerelateerd met medium access controle, routering en resource allocatie in draadloze multimedia sensornetwerken die toelaten QoS provisionering te ondersteunen, rekening houdend met de karakteristieken van multimedia stromen en van draadloze sensornetwerken. Deze mechanismen zijn gedistribueerd, schaalbaar en passen zich aan aan de dynamiek van het netwerk. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Daniel van den Akker
Proton-conducting deep eutectic solvents as guest molecules for metal-organic frameworks KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Dirk De Vos • Guangxia Fu
Protongeleidende materialen gebaseerd op metaalorganische netwerken en protische zouten als membranen voor hogetemperatuur brandstofcellen metpolymeer-elektrolytmembranen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Dirk De Vos • Jiangshui Luo
Prototype-ontwikkeling en testing van een kwikvrije barometer. Universiteit Hasselt Abstract: Ontwikkelen van een concept dat het kwik kan vervangen in luchtdrukmetingen. Dit concept moet een vergelijkbare precisie en duurzaamheid (levensduur min. 50 jaar) hebben. Ook het decoratieve aspect is belangrijk. Essentieel is: geen gebruik van kwik - maar een milieuvriendelijke vloeistof,geen energieverbruik (batterijen - electriciteit) en makkelijker te transporteren dan het huidige product. De productiekost moet vergelijkbaar zijn met deze van de huidige kwikbarometer. Voor de bepaling van de geschikte vloeistof wordt beroep gedaan op de expertise van Prof. Dr. Carleer van de afdeling toegepaste scheikunde van de UHasselt.
Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Robert CARLEER
Providing briefing paper : The EU and Georgia : Time perspectives in conflict resolution. (= gewijzigde titel/eerder : Conflict settlement in the Georgian breakaway regions) Vrije Universiteit Brussel Abstract: analyse van de betrekkingen tussen de EU en Georgië, meer specifiek in relatie tot conflict resolutie Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
: Provinciale vergaderingen in het Romeinse Westen. Een studie van de socio-economische impact van concilia op Gallia, Germania en Brittania ( 12B.C. - A.D. 284) Universiteit Gent Abstract: De spreiding en uitgebreide organisatie van de Romeinse provinciale vergaderingen suggereren dat hun invloed verder reikte dan institutionele of politieke aspecten. Ik veronderstel dat ze krachtige platforms vormden voor de ontwikkeling van provinciale netwerken, met sterkere contacten tussen de aan de vergadering deelnemende steden en personen hieruit afkomstig tot gevolg. Ik focus op de sociaal-economische aspecten van deze vergaderingen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Koenraad Verboven • Andries Johan Zuiderhoek
Provinciesteden in oorlog. Een vergelijking van lokale publieke sferen in de Duitse, Belgische en Nederlandse grensregio's Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek is een vergelijkende geschiedenis van lokale publieke sferen in een grensgebied tijdens WOI. Als we verschillende veranderingen van de civiele ruimte en hun impact op het dagelijks leven willen begrijpen, is het cruciaal om de transformaties in de publieke sferen in oorlogstijd bloot te leggen. Centraal in dit onderzoek staan drie case studies in de Euroregio Maas-Rijn, waar een Centrale macht (het Duitse Rijk), een bezette entente-staat (België) en een neutraal land (Nederland) elkaar 'raken'. Geïnspireerd op twee volumes van Jay Winter waarin het dagelijkse leven in hoofdsteden in oorlogstijd bestudeerd worden, beschouwen we een stad als een ontmoetingsplaats van de imaginaire gemeenschap van de natie met de ervaren gemeenschap van de naburige regio. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Christophe Verbruggen
Provision of scientific advice and support from Professor Dr. Johan Vanderfaeillie to the study team personnel in Pfizer's Phase IIIb/IV unit within the development Operations group conducting the Pfizer clinical study with Genotropin known as A6281298. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschappelijke steun & advies Pfizer klinische studie met Genotropin Organisaties: • Orthopsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Proxies and Numerical Tools for Assessing Organic Carbon Export Flux and Deep Ocean Processing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van dit voorstel is het kwantificeren van de organische koolstofdeeltjes uitgevoerd uit de bovenste Oceaan. Nadruk wordt gelegd op het proces dat plaatsvind in de schemerzone om de fytoplankton bronnen en degradatie van organisch materiaal en regeneratie op diepteschaal te onderzoeken. Organisaties: • Analytische en Milieu Chemie
Onderzoekers: • MARC ELSKENS • WILLY BAEYENS • Steven BOUILLON • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
PRTNR GZCHT: Partnervorming in een laatmoderne consumptiemaatschappij. Universiteit Antwerpen Abstract: In het Westen is de levensloop van mensen op vlak van gezinsvorming zeer sterk gewijzigd. Door de individualisering van de levensloop bepalen mensen meer dan vroeger hoe hun leven wordt opgebouwd. Trouwen doet men op latere leeftijd of helemaal niet, het huwelijk is ontbindbaar en het krijgen van kinderen wordt steeds meer uitgesteld. In onze partnerrelaties zijn we van een monogamie naar een seriële monogamie geëvolueerd, waardoor zowel het aantal relatiebreuken als het aantal nieuwe relatievormingen zijn gestegen. Binnen de gezinssociologie en demografie is de laatste decennia zeer veel aandacht gegaan naar het in kaart brengen van deze levenslooptransities. Dit doctoraat handelt over de manier waarop mensen elkaar ontmoeten. Hoe worden partnerrelaties aangegaan in een laatmoderne samenleving? Het proces van partnervorming is een transitiedomein dat recentelijk onderhevig is aan sterke veranderingen, onder andere onder invloed van technologische ontwikkelingen. De studie richt zich op het micro-niveau van interacties. Aandacht gaat zowel naar persoonlijke kenmerken (waaronder socio-demografische kenmerken en waardepatronen) als naar eigenschappen van partnerkeuze. Naast de traditionele ontmoetingsgelegenheden zoals werk, school of café wordt ook gekeken naar nieuwe vormen in het kennismakingspatroon zoals cyberdating en professioneel georganiseerde ontmoetingsavonden. De laatste jaren is het aanbod om een (nieuwe) partner te vinden immers sterk toegenomen. Zo nemen datingsites en online
huwelijksbureaus snel in aantal toe en worden steeds meer activiteiten georganiseerd om singles te helpen aan een afspraakje. De opzet van het onderzoek is dubbel. Enerzijds wordt aan de hand van kwantitatieve data inzicht gegeven in de processen van partnervorming in het Westen, waarbij verbanden worden gelegd met verscheidene kenmerken. Anderzijds dient een kwalitatieve bevraging om een beeld te krijgen van de betekenis van het aangaan van een partnerrelatie via verschillende gelegenheden. Organisaties: • Welzijnsplanning • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Britt Dehertogh
Pseudoductiliteit door multi-schaal hybridisatie als vertaaiingsstrategie voor brosse vezelcomposieten KU Leuven Abstract: Vezelversterkte polymeercomposieten worden gekenmerkt door hun hoge specifieke stijfheid en sterkte. De voornaamste toepassingsgebieden zijn dan ook die waar hoge eisen gesteld worden , zoals in de lucht-, ruimtevaart- en sportindustrie, maar ook in de automobiel- en windenergie-sector.Er zijn echter meerdere problemen die er voor zorgen dat het potentieelvan vezelversterkte materialen niet volledig benut kan worden. De meeste vezels zijn zeer bros en falen abrupt, zonder plastisch te vervormen. Daarom moeten er steeds zeer hoge veiligheidsfactoren, zelfs factoren tot 12, in acht genomen worden bij het ontwerpen met polymeercomposieten. De taaiheid en ductiliteit van polymeercomposieten zijn dus de limiterende factoren bij het ontwerp voor structurele toepassingen. Dit project beoogt het verbeteren van deze eigenschappen door de introductie van pseudoductiliteit in het composiet. Pseudoductiliteit wordt gedefinieerd als niet-plastisch materiaalgedrag dat desondanks een spanning-vervorm Organisaties: • Departement Materiaalkunde
Onderzoekers: • Jan Ivens • Larissa Gorbatikh • Yannick Meerten
PSOVORIS: Onderzoek over het ras Blanc Blue Belge. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Nadine Buys
P-splines kwantielregressie in variërende coëfficiënten KU Leuven Abstract: Om de complexisteit van data structuren in een regressiecontext te vatten werden er meerdere klassen van veralgemeende regressiemodellen voorgesteld en bestudeerd in de literatuur. Voorbeelden zijn de uitbreidingen van veralgemeende lineaire modellen en de variërende coëfficienten modellen. De meeste aandacht gaat vaak uit naar het onderzoeken van de gemiddelde invloed van covariaten op de veranderlijke waarin men zich interesseert (de response veranderlijke genoemd). Een alternatief is om de invloed van de covariaten te onderzoeken op de mediaan regressie. Mediaan regressie en algemener kwantielregressie worden veelvuldig gebruikt in statistische analyses en toepassingen. Via het schatten van meerdere kwantiel curves kan men zich een goed idee vormen van de voorwaardelijke verdeling van de response gegeven de covariaten. In dit doctoraatswerk bestuderen we kwantielregressie in de context van variërende coëfficienten modellen. Deze modellen zijn in het bijzonder zeer toepasselijk in he Organisaties: • Afdeling Statistiek
Onderzoekers: • Irène Gijbels • Yudhie Andriyana
Psychic Structures and Post/modern Consciousness in the works of John Banville KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Letteren Kulak
Onderzoekers: • Hedwig Schwall • N. N.
Psychische klachten in de algemene belgische bevolking: de invloed van gemeenschapskenmerken Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van een multilevelbenadering wenst deze studie een contextuele benadering van sociale determinanten van de mentale gezondheid van de algemene niet-behandelde belgische bevolking te verwezenlijken. Steunend op de onderzeokstradities van de sociale epidemiologie en de sociologie wordt - controlerend voor verschillen in individuele kenmerken- het effect van sociale ongelijkheid op psychische klachten (zoals depressiviteit, slaapproblemen, somatisatie en angst), bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Psycholinguïstiek : verwerkings- en verwervingsprocessen van lezen en spellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap is de integratie van de Vlaamse, Nederlandse en internationale expertise omtrent de studie van (i) de verwerving van lezen en spellen en (ii) de verwerkingsprocessen bij ervaren lezers en spellers. Centraal staat de studie van het lezen en spellen van woorden (herkenning en productie van geschreven woorden), meer bepaald de rol die de fonologie en de morfologie daarbij spelen en het belang van de manier waarop de spelling van de taal deze linguïstische dimensies representeert. Concrete doelen zijn: uitvoering van gezamenlijk empirisch onderzoek door diverse subteams van de WOG (experimenten, corpusanalyses, simulaties), meer bepaald in een cross-linguïstisch perspectief, uitwisseling van expertise in de vorm van personeel en middelen, organisatie van workshops en één
internationaal congres. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis
Psycholinguïstiek: verwerkings- en verwervingsprocessen van lezen en spellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van deze wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap is de integratie van Vlaamse, Nederlandse en internationale expertise omtrent de studie van (i) de verwerving van lezen en spellen en (ii) de verwerkingsprocessen bij ervaren lezers en spellers. Centraal staat de studie van het lezen en spellen van woorden (herkenning en productie van geschreven woorden), meer bepaald de rol die de fonologie en de morfologie daarbij spelen en het belang van de manier waarop de spelling van de taal deze linguïstische dimensies representeert. Concrete doelen zijn: uitvoering van gezamenlijk empirisch onderzoek door diverse sub-teams van de WOG (experimenten, corpusanalyses, simulaties), meer bepaald in een cross-linguïstisch perspectief, uitwisseling van expertise in de vorm van personeel en middelen, organisatie van workshops en één internationaal congres. Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Dominiek Sandra
Psychological contract breach and organizational citizenship behavior: Mediation by identification mechanisms KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Karel De Witte • N. N.
Psychological Intervention and Change in Depression. KU Leuven Abstract: Depressive disorders are among the most prevalent psychopathologies worldwide; and are associated with very high psychosocial and economic costs. In Chile, the prevalence of depression is far above the world average. Chile shows high depression rates (11,3 females, 6,5% males, Ministry of Health, 2009), and has one of the fastest growing suicide rates(54.9% in the last 15 years!!) in the world (Health at a Glance, OECD 2011). Belgium, in turn, consistently ranks among the countries with the highest depression and suicide rates in Europe, and the prevention and treatment of depression/suicide is a top priority of the Flemish Ministryof Health, Welfare and Family. Given this epidemiological situation, multidimensional research of interventions aimed at the prevention and treatment of depression are crucial. Nowadays, the effectiveness of both the independent and joint action of treatments for depression (i.e. pharmacological and psychotherapeutic) has been empirically demonstrated. Yet,i Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten
Psychological skills in Portuguese disability sport: study with athletes with several disabilities and in different sports KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Adapt. Phys. Act. & Psychom. Revalidatie
Onderzoekers: • Michel Probst
Psychologische determinanten van electronisch bankieren Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek van psychologische determinanten (bv. Innovatiegerichtheid, computerattituden, locus of control) die een invloed uitoefenen op attituden t.o.v. en het gebruik van, verschillende vormen van electronische bankiersvormen voor de consument (bv. debet- en creditkaarten, Proton, thuisbankieren en telefonisch bankieren). Dit onderzoek wil specifiek aandacht besteden aan verschillen volgens leeftijden en aan interculturele verschillen via vergelijking b-van de Belgische en Nederlandse situatie. via vragenlijsten zullen deze aspecten in beide landen bevraagd worden. Aangezien dit onderzoek aansluit op reeds bestaande expertise, wordt slechts een gedeeltelijke financiering gevraagd. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Psychologische en gedragsmatige trek-kwetsbaarheden in de etiopathogenese van ernstige majeure depressie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe • Lieve Beheydt
Psychologische impact van risicobepaling voor insulineafhankelijke diabetes mellitus. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: In Vlaanderen werd een grootschalige familistudie gestart naar de vroege detectie en preventie van diabetes bij eertserangsverwanten van insuline-afhankelijke diabetici. Op basis van bloedafnames worden personen geïdentificeerd met een vferhoogd risico. Aan risicodragers zal worden voorgesteld om aan preventiestudies deel te nemen. In parallel met dit medisch project, werd een studie gestart naar de psychologische impact van screening op de deelnemers. Doel van deze studie is de psycho-sociale variabalen te identificeren die de selectie, informatieverstrekking en begeleiding van deelnemers aan predictie- en preventiestudies ter voorkoming van diabetes in de toekomst te kunnen optimaliseren. De studiegroep betsaat uit eersterangsverwanten ouder dan 16 jaar te laten testen. Door middel van vragenlijsten wordt voor en na bekendmaking van het testresultaat gepeild naar (verwachte) gevolgen van de screening op levensgewoontes en -kwaliteit van de deelnemers en hun medewerkingsbereidheid aan preventiestudies. Tijdens het verloop van de preventiestudies wordt onderzoek verricht naar de ervaringen en beleving van deelnemers en deze data zullen vergeleken worden met hun attitudes voor de start van de intervantie. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Psychologisering en 'global ethics'. Een kritische analyse van de historische, ethische en politieke aspecten van het fenomeen psychologisering Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsonderzoek beoogt een empirisch onderbouwd (vanuit mediaonderzoek) antwoord op de vraag of de plaats van de psychologie als discours in de zelfervaring en in de publieke sfeer kwalitatief veranderd is in de laatste decennia - of er een verband is met veranderende socio-economische en culturele omstandigheden (globalisering) en wat de morele en ethische consequenties hiervan zijn voor de betrokken actoren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Psychometric models for differential item performance KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoekers: • Rianne Janssen • Dries Debeer
Psychomotore symptomen bij depressie. Universiteit Antwerpen Abstract: De drie doelstellingen van dit onderzoek zijn: 1/ het onderlinge verband tussen de drie genoemde psychomotorische deeldomeinen bij depressieve patiënten te onderzoeken om zo tot een betere definiëring en classificatie van 'psychomotorische vertraging' te kunnen komen. 2/ de relatie nagaan tussen psychomotorische vertraging op het moment van de start van de behandeling en de uitkomst inzake depressieve symptomen en algemeen, sociaal en professioneel functioneren. 3/ de gelijkenissen en/of verschillen in het patroon van psychomotorische afwijkingen tussen MDS en MP gedetailleerd in kaart te brengen en dit voor alle bovenvermelde psychomotorische deeldomeinen. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe • Marianne Destoop
Psycho-neuropolitiek: de "neurological turn" en zijn verband met psychologisering Universiteit Gent Abstract: Dit project binnen de ideologiekritiek en de politieke filosofie analyseert de impact van de neurologische turn in de velden van de politiek en de cultuur. De centrale hypothese is dat de neurologische turn het psychologisch paradigma herbevestigt daar waar het in analogie met psychologisering een ?neurologisering? inhoudt. De drie onderzoeksterreinen zijn: psychologie als wetenschap, cultuur (meerbepaald cybercultuur) en politiek (psycho-biopolitiek. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Psychopathologie en kwaliteit van leven bij meisjes in detentie Universiteit Gent Abstract: Het merendeel van onderzoek omtrent psychopathologie bij gedetineerde minderjarigen focuts op jongens, vertrouwt uitsluitend op zelfrapportage door jongeren, is niet prospectief en mist aandacht voor 'quality of life' (QoL). Inspelend op deze beperkingen, trachten we de kennis inzake gedetineerde meisjes te verruimen. Middels twee metingen van meisjes en ouders, onderzoeken we de relaties tussen psychopathologie, QoL, sociale inclusie en recidivisme. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Wouter Vanderplasschen
Psychose als realisteitsstoornis: een epistemologisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraat is een kritische literatuurstudie binnen d filosofie van de psychiatrie. Centraal aandachtspunt binnen deze optiek is het epistemologisch vraagstuk naar realiteitstoetsing en hierbij de mogelijkheid tot twijfel, verwarring en waanzin. De opzet van dit doctoraat is een epistemologisch onderbouwde benadering van het psychotische subject bewerken zonder segregatie, maar met aanvaarding van deze subjectieve andersoortige vorm van psychische organisatie.
Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Psychose bij 22q11 deletie: genotype en fenotype KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Stephan Claes • Ann Swillen • Elfi Vergaelen
Psychosociale aspecten op het werk en arbeidsongevallen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar het verband tussen psychosociale aspecten op het werk en (ernstige) arbeidsongevallen in België. Preventie van veiligheid in bedrijven door ook aandacht te hebben voor preventie op het niveau van psychosociale aspecten. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lutgart Braeckman
Psychosociale problemen bij de mantelzorger van de oudere patient met kanker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen
Onderzoekers: • N. N.
Psychosociale verklaringsfactoren van jeugddelinquentie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Leuvens Instituut vr Criminologie (LINC)
Onderzoekers: • Stefaan Pleysier • Johan Put • Ena Coenen
PTEN aggregation in human tumors KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Switch Laboratorium
Onderzoekers: • Frederic Rousseau
Publicatie : bijdrage W. Decleir in tijdschrift "DE MENS". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie : bijdrage W. Decleir in tijdschrift "DE MENS". Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs
Publicatie : "De arbeidsgerechten en hun lekenrechters". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie : "De arbeidsgerechten en hun lekenrechters". Organisaties: • Centrum voor rechtssociologie
Onderzoekers: • Francis Van Loon
Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen". Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge.
Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Diana Phillips
Publicatie en organisatie van workshop betreffende mobiliteit en logistiek in Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Presentatie boek "Mobiliteit en Logistiek in Brussel" Organisaties: • Business Technologies and Operations
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Publicatie en verspreiding in Bolivia van de resultaten van cultureel-antropologisch onderzoek (van Koen de Munter) via de lokale organisatie CEPA Universiteit Gent Abstract: Het project omvat enerzijds een publicatie van een in het Spaans geschreven werk dat de bevindingen van het doctoraat van Koen de Munter samenvat en uitbreidt tot een oefening in pluritopische kritiek op de hedendaagse interculturele dynamieken en mondialisering. Anderzijds worden er na de publicatie en voorstelling verschillende seminaries georganiseerd waarbij bepaalde inzichten uit het boek worden bediscussieerd met doelgroepen. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Publicatie: "Fremde Gemeinschaften. Deutsch-jüdische Literatur der Moderne". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Publicatie: Geopolitiek, 'geografisch geweten' van de buitenlandse politiek ? Een kritische, genealogische studie naar de eigenheid en bruikbaarheid van de geopolitieke benaderingswijze in de studie van het buitenlands beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie: Geopolitiek, 'geografisch geweten' van de buitenlandse politiek ? Een kritische, genealogische studie naar de eigenheid en bruikbaarheid van de geopolitieke benaderingswijze in de studie van het buitenlands beleid. Organisaties: • Internationale politiek
Onderzoekers: • David Criekemans
Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Organisaties: • Departement Letteren - overige
Onderzoekers: • Elisabeth Bekers
Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Organisaties: • Individueel onderzoek taalkunde
Onderzoekers: • Alex Vanneste
Publicatie monografie "Ecrire l'expérience totalitaire". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Ecrire l'expérience totalitaire". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Rasson
Publicatie monografie "Maranne et maronne: l'écriture réversible d'André Schwarz-Bart". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Maranne et maronne: l'écriture réversible d'André Schwarz-Bart". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels
Publicatie : monografie 'Onderzoek naar kenmerken van leren en onderwijzen in het hoger onderwijs'. Universiteit Antwerpen
Abstract: Publicatie : monografie 'Onderzoek naar kenmerken van leren en onderwijzen in het hoger onderwijs'. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze." Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Strukturwandel in Grenzdialekten. Die Konsolidierung der niederländisch-deutschen Staatsgrenze als Dialektgrenze." Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Publicatie monografie "Vocaalreductie in het Standaardnederlands in Vlaanderen en Nederland". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Vocaalreductie in het Standaardnederlands in Vlaanderen en Nederland". Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Hanne Kloots
Publicatie naar aanleiding van het Europees jaar van de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting 2010 en het Belgische covoorzitterschap van de EU. Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie naar aanleiding van het Europees jaar van de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting 2010 en het Belgische covoorzitterschap van de EU. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Publicatie proceedings van het symposium "Centenaire de la Belgica (1898-1998)" georganiseerd door het Belgisch Nationaal Comité voor het Antarctisch onderzoek. (14-16 mei 1998 in Paleis der Congressen) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Belgica is een van de beroemdste poolschepen en onlosmakelijk verbonden met de naam van de Belgische poolreiziger Adrien de Gerlache. Het was de Gerlache die het schip kocht in Noorwegen en die het haar naam en haar poolreputatie gaf. Het schip werkte meer dan een halve eeuw in de poolgebieden en voer twintig jaar - van 1896 tot 1916 - onder Belgische vlag. In deze periode maakte de Belgica haar bekendste en belangrijkste reizen. Een verhaal dat begint met de eerste Belgische Zuidpoolexpeditie. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • HUGO DECLEIR
Publicatie "The Making of Samuel Beckett's Stirring Still / Soubresauts and Comment dire / what is the word, volume 1 van The Beckett Digital Manuscript Project." Universiteit Antwerpen Abstract: 'The Making of Samuel Beckett's Stirrings Still / Soubresauts and Comment dire / what is the word' is het eerste volume van het Beckett Digital Manuscript Project (BDMP). Deze elektronische genetische editie van Samuel Becketts worken is een samenwerkingsproject tussen de Universiteiten van Antwerp en Reading, met steun van het Center for Manuscript Genetics, de Beckett International Foundation, het Harry Ransom Center, de Samuel Beckett Estate. Het project bestaat uit: - 26 electronische modules, die samen het hele oeuvre van Beckett bestrijken. - 26 overeenkomstige monografieën in drukvorm, met bibliografische beschrijvingen van de documentaire bronnen en de reconstructie van de tekstgenese. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle
Publicatie : uitgave binnen de serie 'Studies in Writing' over de thema's 'Writing and Cognition' en 'Writing and Digital Media'. Universiteit Antwerpen Abstract: Digital media has become an increasingly powerful force in modern society. This volume brings together outstanding European, American and Australian research in "writing and digital media" and explores its cognitive, social and cultural implications. The book is divided into five sections, covering major areas of research: writing modes and writing environments (e.g. speech technology), writing and communication (e.g. hypervideos), digital tools for writing research (e.g. web analysis tools, keystroke logging and eye-tracking), writing in online educational environments (e.g. collaborative writing in L2), and social and philosophical aspects of writing and digital media (e.g. CMC, electronic literacy and the global digital divide). In addition to presenting programs of original research by internationally known scholars from a variety of disciplines, each chapter provides a comprehensive review of the current state-of-the-art in the field and suggests directions for future research. This wide-ranging international volume presents the very best of current thinking in the field and will be indispensable to anyone doing or contemplating work in the area, both for established researchers as well as newcomers, including graduate students.
More information: http://www.elsevier.com/wps/find/bookdescription.cws_home/707624/description#description Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Publicatie van de monografie "Writing and Speech Recognition: Observing Error Correction Strategies of Professional Writers". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie van de monografie "Writing and Speech Recognition: Observing Error Correction Strategies of Professional Writers". Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Mariëlle Leijten
Publicatie van een boek over de politieke en economische geschiedenis van de telecommunicatiesector in België 17981998 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie over telecombeleid in België (1798-1998) en publicatie van een boek hierover Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
Publicatie van het boek B. De Munck, Learning guild practices. Apprenticeship in Antwerp from the 15th century to the end of the ancien régime (Turnhout, Brepols, 2006). Universiteit Antwerpen Abstract: De middelen van dit project zullen worden gebruikt voor de publicatie van het boek B. De Munck, Learning guild practices. Apprenticeship in Antwerp from the 15th century to the end of the ancien régime. Het boek is het resultaat van een doctoraal onderzoek in het kader van het FWOproject Jongeren tussen opleiding en werk in Brabantse en Vlaamse steden, 1500-1800: sociale, culturele en economische aspecten, dat tussen 1998 en 2002 werd afgerond onder leiding van Prof. dr. Hugo Soly (VUB). Concreet zullen de middelen dienen voor de vertaling en lay out van het werk. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Publicatie van Ptolemaeïsche papyri uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven : 1) Een volledige inventaris van de Brusselse teksten dwz dat er een materiële beschrijving dient te worden opgesteld: afmetingen, staat van bewaring, beschrifting recto en verso, kwaliteit van de schriftdragers, factuur van de papyrus, diplomatieke en bibliologische kenmerken . 2) Gezien de slechte toestand waarin de papyri zich bevionden moeten deze gerestaureerd worden , waarbij het meer leesbaar maken van de teksten zeer belangrijk is . Dit zal gebeuren adhv de modernste technieken , zoals de infrarood CCD camera en image enhancing via computer, maar ook door artisanale technieken . 3) Een survey maken van de andere uit dezelfde bron afkomstige teksten in zeer uiteenlopende collecties . Gezien de reeds behaalde resutaten is de kans reëel dat er nieuwe 'links' gevonden zullen worden naar andere papyri, zowel fysisch als inhoudelijk-archivaal . Dit zal gebeuren door studiebezoeken ter plaatse, door gegevensuitwisselingen meet de aldaar werkende papyrologen en door consultatie van visuele databases op het Internet . 4) De materiële studie van de teksten moet toelaten een beter inzicht te krijgen in de technieken die werden toepast in de fabricage-ateliers van de mummiecartonages bij het vervaardigen van papyri en het recycleren van niet bruikbare teksten tot funeriare objecten . 5) De uitgave en becommentariëring van de teksten zal in voortdurend samenspel met teksten uit andere collecties gebeuren . Niet alleen zullen nieuwe toevoegingen van fragmenten leiden tot een beter begrip van de individuele teksten, maar even belangrijk is de reconstrutie van dossiers en archieven . Organisaties: • Latijn-Grieks
Onderzoekers: • WILFRIED VAN RENGEN
Publicatie "Zelfevaluatie Binnenstebuiten. Onderzoek naar zelfevaluaties in scholen." Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie "Zelfevaluatie Binnenstebuiten. Onderzoek naar zelfevaluaties in scholen." Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Jan Vanhoof
Public Availability of Reliable Financial Statements and Ownership and Control Data of Polish Companies. Universiteit Antwerpen Abstract: Public Availability of Reliable Financial Statements and Ownership and Control Data of Polish Companies. Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Management
Onderzoekers: • Frankie Bostyn
Public health interventions. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders
Public health interventions. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
Public management and Decentralization in Turkey in Period 2002-2009 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert • N. N.
Public-Private Relationships in Chinese Climate Governance KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Hans Bruyninckx • Sarah Van Eynde
Public service leadership in world perspective and Training top civil servants: a comparative research programme KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert • Annie Hondeghem
Publieke ernstinschattingen van criminaliteit en de rol van de media. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Strafrecht en Criminologie
Onderzoekers: • Letizia Paoli
Publieke ernstpercepties van criminaliteit en het verband met mediagebruik KU Leuven Abstract: Probleemstelling, doelstelling en relevantie:We zien de laatste jaren een groeiende beleidsaandacht voor de aanpak en debestrijding van vormen van ernstige criminaliteit, zowel vanuit de EU (e.g.Europol en Eurojust) als nationaal. Toch definieert men in geen van dezebeleidsstukken ernstige criminaliteit, en ook wetenschappelijkonderzoekbrengt geen duidelijkheid in wat ernstige criminaliteit is. Men lijkt zicheerder te baseren op buikgevoel dan op wetenschappelijke definities bij hetbepalen van welke ernstige misdrijven zijn en welke niet. Huidig projecttracht deze leemte in te vullen en teachterhalen wat burgers percipiëren alseen ernstig misdrijf. Meer bepaald willen we de invloed van televisiegebruik oppublieke ernstinschattingen van criminaliteit nagaan, aangezien onderzoek heeftaangetoond dat televisiegebruik een belangrijke factor is in publiekeopinievorming (i.e. cultivatietheorie Gerbner). Twee doelstellingen staanvoorop in dit onderzoek: 1) de gepercipieerde ernst van v Organisaties: • OE Strafrecht en Criminologie
Onderzoekers: • Stefaan Pleysier • Jan Van den Bulck • Letizia Paoli • An Adriaenssen
Publiek en privaat gebruik: een online private sfeer in het auteursrecht? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Publiek en privaat gebruik: een online private sfeer in het auteursrecht? (zie Engelse abstract) Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Communicatiewetenschappen • Metajuridica
Onderzoekers: • Irina BARALIUC • FABIENNE BRISON • SERGE GUTWIRTH
Publiek en privaat initiatief ten aanzien van de orkesten en concertorganisaties in Brussel tussen 1830 en 1940: een exploratief, interdisciplinair bronnenonderzoek naar het initiatief, de institutionalisering, financiering, programmering e
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anno 2005 worden orkesten en concertorganisaties in ons land grotendeels gefinancierd via overheidssubsidiëring. In historisch perspectief blijkt hun hoge mate van afhankelijkheid t.o.v. de overheid pas gegroeid te zijn vanaf de jaren 1930. Hoewel ze sinds hun ontstaan hoofdzakelijk opgericht en gefinancierd werden door vooraanstaande particulieren, had ook de overheid onmiskenbaar een rol in hun maatschappelijke functioneren. In de periode tussen 1830 en 1940 wint het debat omtrent het algemene belang van kunst aan gewicht tegen de achtergrond van de groeiende democratisering en komt na WOI in een stroomversnelling. Er dringt zich een grondige historische studie op van de oprichting en institutionalisering van de belangrijkste orkesten en concertorganisaties, waarbij de interactie tussen particulier en publiek initiatief centraal staat. Vervolgens moet gezocht worden naar de samenhang van deze interactie met het programmerings- en publieksbeleid van deze organisaties. Historisch onderzoek terzake ontbreekt in Vlaanderen, dit in tegenstelling tot de ons omringende landen. Gezien de reële leemte drong zich in eerste instantie een exploratie op van dit probleemgebied, waarbij op systematische wijze de beschikbare bronnen geïnventariseerd en beschreven worden. Deze eerste exploratieve fase (gestart in januari 2006) mondt in een tweede fase - voorwerp van onderhavig onderzoeksvoorstel - uit in de ontwikkeling van een relationele databank waarbij de eerste belangrijkste data zullen worden ingevoerd. Deze databank zal de aanzet vormen voor een interdisciplinair onderzoek waarbij de problematiek vanuit een musicologisch, historisch en sociologisch perspectief op doctoraatsniveau zal worden bestudeerd. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
Publieke Ruimte als een middel voor Sociale Cohesie en Diversiteit: eenMeervoudige Lezing van de Ravalbuurt, Barcelona, Spanje. KU Leuven Abstract: Het thema van dit ERASMUS / IP is : Publieke Ruimte als een middel voorSociale Cohesie en Diversiteit: een Meervoudige Lezing van de Ravalbuurt, Barcelona, Spanje. Deze internationale workshop heeft een meervoudige aanpak om het collectief gebruik van challenged public spaces te bestuderen en ontwerpen, een eis die de snel veranderende hedendaagse samenleving stelt. De resultaten en discussies over de manieren om stedelijke ruimtes toe te eigenen op een tolerante en meervoudige manier, zullen een sterke meerwaarde betekenen voor het beter begrijpen van de hedendaagse openbare ruimte, dat in toenemende mate gescheiden en gespecialiseerd wordt. De workshop is onderdeel van een breder internationaal onderzoeksproject, genaamd Streetscape Territories , dat de relatie tussen het publiek en privaat gebruik van stedelijke ruimte onderzoekt: een reeks van onderzoeks- en ontwerpprojecten richten zich op permeabiliteit,modellen van nabijheid, toegankelijkheid en configuratie van territoriale g Organisaties: • Architectuur Sint-Lucas
Onderzoekers: • Kris Scheerlinck • Gideon Boie
Publiek Private Samenwerking en Publieke Verantwoording. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Tom Willems • Wouter Van Dooren
Publiek Private Samenwerking en Publieke Verantwoording. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Tom Willems • Wouter Van Dooren
Publieksbevraging openbare omroep. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Hildegarde Van den Bulck • Heidi Vandebosch • Alexander Dhoest • Steve Paulussen
Publieksprijs 2006 - voorstudie 2007. Universiteit Antwerpen Abstract: Publieksprijs 2006 - voorstudie 2007. Organisaties: • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
PUFFIN.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Bart Preneel
Pulmonale exacerbaties van CF (mucoviscidose): ontstaansmechanismen en aanpak KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Pneumologie
Onderzoekers: • Lieven Dupont • Elise Lammertyn
Pulmonale toxiciteit van nanopartikels, invloed op de barrière van het longepitheel. KU Leuven Abstract: Nanopartikels (1-100 nm) worden gebruikt in verschillendeindustrieën voor een hele verscheidenheid van producten. Door hun kleine omvangkunnen ze de kleinste biologische structurenvan een cel bereiken en ermee interageren.Er wordt aangenomen dat inademing van nanopartikels de belangrijksteblootstellingsweg is en dat ze ook schadelijk kunnen zijn buiten de longaangezien ze een invloed uitoefenen op het hart en de bloedvaten. In dezethesis werd een celmodel van de long-bloed barrière gemaakt om de effecten vanpartikels te bestuderen en werden twee verschillende diermodellen gebruikt dievatbare menselijke groepen weerspiegelen. We observeerden dat ontsteking enoxidatieve schade belangrijke mechanismen waren van de geobserveerde resultatenin zowel de cel- als dierstudies. Daarnaast veroorzaakten de nanopartikels ookeffecten op de stolling wat een extra bewijs vormt dat de effecten in de longen daarbuiten gelinkt zijn. Normal 0 21 false false false NL-BE XNONE X-NONE <w:LatentStyles Def Organisaties: • Arb_verzek_g
Onderzoekers: • Peter Hoet • Benoit Nemery de Bellevaux • Katrien Luyts
Pulserende B en A sterren in galactische open clusters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sedert meer dan 10jaar observeren wij een aantal pulserende B sterren van het type beta Cephei in de zuidelijke open clusters NGC 3293 en NgC 6231 gebruik makende van instrumenten van de Europese zuidelijke sterrewacht (ESO) in Chili. We hebben op die manier een unieke collectie magniitude en kleur index- data die ons indertijd in staat stelde de hoofdfrequenties van de licht- en kleur variaties te bepalen. Een belangrijke vraag is of de frequenties va deze sterren (periodes van 2 tot 4 uur) constant zijn. Het antwoord op deze vraag vergt een vrij intensieve observationele inspanning met een tijdsbasis van minstens 10jaar en ook toegang tot geeigende apparatuur. Een tweede punt is de afleiding van de inwendige structuur van de geobserveerde sterren via een asteroseismologisch model met kennis van de constante pulsatiefrequenties. Omdat we enerzijds over een unieke dataverzameling beschikken, en omdat we anderzijds nu toegang krijgen tot de Danish 1.5m telescoop in Chili (via Torben Arentoft, Deens Doctoraatstudent op FWO beurs), wensen wij dit onderzoek in de komende drie jaar uit te voeren Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • CHRISTIAAN STERKEN
Pulsvisserij: bepalen van de veiligheidsmarges voor mariene organismen en van de optimale puls voor het vangen van tong (Solea solea) Universiteit Gent Abstract: Bij de pulsvisserij worden elektrische pulsen opgewekt waardoor garnalen en platvissen opspringen of opzwemmen en boven de bodem kunnen worden gevangen. Hierdoor stijgt de selectiviteit inzake vangst en vermindert het bodemcontact in vergelijking met de sleepnetvisserij. In dit project wordt nagegaan welke combinatie van pulsparamaters als veilig kunnen worden beschouwd en welke het meest geschikt zijn voor het vangen van tong. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Maarten Soetaert
Pulsvisserij: bepalen van de veiligheidsmarges voor mariene organismen en van de optimale puls voor het vangen van tong (Solea solea L.) Universiteit Gent Abstract: Bij de pulsvisserij worden elektrische pulsen opgewekt waardoor garnalen en platvissen opspringen of opzwemmen en boven de bodem kunnen worden gevangen. Hierdoor stijgt de selectiviteit inzake vangst en vermindert het bodemcontact in vergelijking met de sleepnetvisserij. In dit project wordt nagegaan welke combinatie van pulsparamaters als veilig kunnen worden beschouwd en welke het meest geschikt zijn voor het vangen van tong. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Koen Chiers
Pultrusie: numerieke modelvorming en experimentele verificatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project kadert in de afronding van de studie van de pultrusie van composieten met een thermohardende matrix, die loopt in samenwerking met Bekaert Composites en de dienst Analyse van Strukturen (STRU). Het doel van deze studie is de ontwikkeling van een kwantitatieve numerieke beschrijving van het pultrusieproces. Voor de numerieke oplossing van het probleem wordt gebruik gemaakt van de eindige elementen methode. Aanpassingen van commerciele software, SAMCEF, worden geïmplementeerd op een SUN werkstation (STRU). Pultrusie-experimenten, uitgevoerd bij Bekaert Composites, voor een eenvoudig en een complex, niet-symmetrisch pultrusieprofiel leveren de vereiste experimentele gegevens om het numeriek model te toesten en te verbeteren. Het afgewerkte numerieke model moet voldoende predictieve
capaciteit bezitten om een optimalisatie van het proces toe te laten, naar harssamenstelling, verwarmingsconfiguratie en pultrusiesnelheid, en dit voor complexe, niet-symmetrische pultrusieprofielen. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Materialen & chemie
Onderzoekers: • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Puntige tesnorcategorieën en quasi-quantum groepen Universiteit Hasselt Abstract: Het project wil een aantal systematische indelingsresultaten van pointed tensor categorieën en quasi-quantum groepen behalen en de Green rings en de Brauer groep van bepaalde klassen van pointed tensor categorieën uitwerken. Het voorgestelde project valt binnen het centrale onderzoeksgebied van de theorie van de quantum groepen en niet-commutatieve meetkunde in de afgelopen decennia, die een belangrijke link heeft met een aantal belangrijke takken van de wiskunde en natuurkunde. Om dit project succesvol af te ronden, ben ik volledig voorbereid. Ik volgde vele voorbereidende cursussen met betrekking tot het voorgestelde project, zoals associatieve algebra's en hun afgeleiden, Lie groepen en Lie-algebra, Hopf algebra, quantum groepen, homological algebra, en tensor categorieën. Bovendien werden reeds gedeeltelijke resultaten verkregen binnen het project. Tot nu toe heb ik verschillende papers afgewerkt met mijn medewerkers op dit gebied. Ik heb ik ook een expliciete en uitvoerbaar werkplan gemaakt. Ik geloof dat er meer vooruitgang of zelfs een doorbraak mogelijk is in het voorgestelde project. Organisaties: • Algebra
Onderzoekers: • Yinhuo ZHANG
PUPA 1.0 Universiteit Gent Abstract: Het Project beoogt primair de opbouw van nieuwe kennis voor de creatie van een nieuw voorwerp (handtas/sjaal) met gebruik van nieuwe technologie (3D-printing). Het is hierbij de bedoeling om 'Intelligent Textiel in Vlaanderen' naar een ander niveau te brengen, door creativiteit, technologie en functionaliteit te verbinden met 3D-printing en intelligent textiel. Vie de ontwikkeling van een interactieve biomimetisce handtas en sjaal, die vormelijk, esthetisch en functioneel geïnspireerd is op de cocon van vlinders en vlinderpatronen wil men een blik op de toekomst geven en de mogelijkheid om te creëren via internet illustreren. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
Purchasing social responsibility Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy
Onderzoekers: • Bertel De Groote • Deborah Branswijck
Purinerge neurotransmissie en de vesiculaire nucleatide transporter (VNUT) in Drosophila melanogaster KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Patrick Callaerts • Yannick Snellings
Purinerge receptoren: interacties tussen verschillende activeringswegen in bloedplaatjes en vasculaire cellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek van de UA partner is gericht op de functie en de expressie van P2 purinerge receptoren in atherosclerosemodellen (konijnen gevoed met 0.3% cholesterol gedurende 30 weken en Apo-E deficiënte muizen) en in een model van intimaverdikking (plaatsing van flexibele manchet rond halsslagader van het konijn). Geïsoleerde bloedvaten met en zonder letsels worden bestudeerd, waarbij verschillende agonisten en antagonisten gebruikt worden om de contractiele functie van de purinerge receptoren te karakteriseren in bloedvaten met en zonder endotheelcellen. RNA wordt geïsoleerd uit de bloedvaten om mRNA expressie van de purinerge receptoren met behulp van RT-PCR. Organisaties: • Farmacologie • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Hidde Bult
Purinoceptoren in het enterisch zenuwstelsel, en hun functie in de pathogenese van het darmlijden bij inflammatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met behulp van morfologische (multipele immunofluorescentie, confocale microscopie,¿) en moleculair biologische technieken (in situ hybridisatie, Real-Time PCR,...), bestuderen we de distributie van P2 purinoceptoren, welke mechanosensorische signalen transduceren, in het darmkanaal van de muis tijdens normale omstandigheden en tijdens inflammatie (i.e. intestinale schistosomiase). Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Luc Van Nassauw
Putting Bourdieu to Work: A Scandinavian Example 17/09/2014 Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Dieter VANDEBROECK
Puumala hantavirus variatie in heterogene omgevingen in West-Europa: de rol van ecologische factoren en de epidemiologische gevolgen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Sanne Helsen
Puumala hantavirus variatie in heterogene omgevingen in West-europa: ecologische drijfkrachten en epidemiologische gevolgen Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we onderzoeken hoe klein - en grootschalige genetische variatie in Puumala virus (PUUV), een veelvoorkomende zoonose in Europa, gelinkt is aan heterogeniteit in PUUV epidemiologie en potentiële micro-evolutionaire patronen in België. Bijkomend, willen we de ecologische drijfkrachten van de geobserveerde genetische variatie in PUUV identificeren, rekening houdend met de genetische karakteristieken van de reservoir gastheer. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Katrien Tersago
P-waarden en effectmaten combineren in de meta-analyse van single-case experimenten: Monte Carlo simulaties, R pakket, en toepassingen bij de behandeling van probleemgedrag bij mensen met verstandelijke beperkingen. KU Leuven Abstract: Dit postdoctoraal project beoogt (1) een methodologische en statistische evaluatie van verschillende methoden die gehanteerd worden om meta-analyses van single case experimenten (SCEMAs) uit te voeren, en voor- en nadelen van deze methoden onder verschillende situaties systematisch te bestuderen (we bekijken zowel methoden voor het combineren van p-waarden als voor het combineren van effectmaten; we zullen deze methoden op een systematische manier vergelijken door middel van Monte Carlo simulaties); (2) het reeds bestaande R pakket rond SCEMAs verder uit te breiden en te verspreiden, teneinde bij te dragen aan de toepasbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van deze statistische technieken voor een breed publiek;en (3) deze statistische technieken en het R pakket te valideren en te illustreren in een inhoudelijk onderzoeksdomein: onderzoek naar interventies voor probleemgedrag bij mensen met verstandelijke beperkingen. Organisaties: • Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek
Onderzoekers: • Beatrijs Maes • Patrick Onghena • Mieke Heyvaert
PYBLIK: uitbouw van een Antenne en een opleiding in de publieke ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project behelst de uitbouw van de Antenne ]Pyblik[ en een opleiding in de publieke ruimte, gericht op adminstraties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het project behelst de uitbouw en ontsluiting van een databank over het ontwerp van de publieke ruimte, de organisatie van een reeks studiedagen en van een theoretische en praktische opleidingscyclus voor ambtenaren die als bouwheer optreden voor infrastructuur en publieke ruimteprojecten in het Gewest. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • Michael RYCKEWAERT
Pyrethroidenresistentie bij malariavectoren: KDR-genvaratie en detectie. Universiteit Antwerpen Abstract: Controle van malaria steunt op het behandelen van patiënten en het bestrijden van de insect vector, de Anopheles mug. Vectorcontrole baseert zich op het gebruik van muggennetten geïmpregneerd met pyrethroide insecticiden. Echter, de laatste jaren neemt de ontwikkeling van pyrethroidenresistentie bij Anopheles muggen alarmerende proporties aan . Voor de evaluatie van de malariacontroleprogramma's is het belangrijk om de insecticidenresistentie in kaart te brengen en de verspreiding ervan op te volgen. De klassieke methode om insecticidenresistentie op te volgen is een bioassay waarbij men muggen gedurende een welbepaalde tijd blootstelt aan een bepaalde concentratie van een insecticide. De test geeft een globaal beeld van resistentie zonder dat het exacte resistentiemechanisme moet gekend zijn. De bioassay heeft echter een aantal nadelen die het moeilijk maken om deze in veldcondities goed uit te voeren: enerzijds heeft men per test een groot aantal muggen nodig en anderzijds wordt een bioassay beïnvloed door wijzigingen in testomstandigheden (klimaatsomstandigheden, leeftijd muggen). Moleculaire detectiesystemen worden bruikbaar wanneer de moleculaire werking van de insecticiden gekend is. Pyrethroiden en DDT blokkeren de zenuwgeleiding doordat ze, na een actiepotentiaal, het sluiten van natriumkanalen van het para-type belemmeren. Een belangrijk resistentiemechanisme tegen pyrethroiden en DDT, gekend als knockdown resistentie of kdr, gaat gepaard met wijzigingen in dit natriumkanaal ter hoogte van het S6 segment van domein II. Puntmutaties in het para-type natriumkanaalgen vormen de moleculaire basis voor kdr bij tal van insecten, waaronder de Afrikaanse malariamug An.gambiae. Een multiplex PCR werd beschreven voor de detectie van de kdr mutatie bij An.gambiae. Hierbij werd een duidelijke relatie aangetoond tussen het voorkomen van het kdr allel in een populatie en de verminderde mortaliteit
van deze muggen in een bioassay. Het doel van deze thesis is om gelijkaardige kdr detectiesystemen te ontwikkelen voor een aantal Afrikaanse (An.arabiensis en An.funestus) en Zuidoost Aziatische (An.sundaicus, An.minimus, An.dirus, An.vagus en An.sinensis) vectoren. Deze testsystemen zullen gebruikt worden voor het bepalen van de kdr frequentie in natuurlijke Anopheles populaties. In een later stadium kunnen deze detectiesystemen opgenomen worden in de malariacontroleprogramma's van Laos, Cambodja, Vietnam en Afrika. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau
Pyrethroidenresistentie bij malariavectoren: KDR-genvaratie en detectie. Universiteit Antwerpen Abstract: Pyrethroidenresistentie bij malariavectoren: KDR-genvaratie en detectie. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau
Pyridazine Derivaten : Onderzoek naar nieuwe methoden voor de rechtstreekse invoering van koolstofsubstituenten en studie van een nieuw halogenide effect in palladium gekatalyseerde C-C bindingsvormende reacties. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal onderzoek verricht worden naar een nieuwe effect van halogenide ionen in transitiemetaal gekatalyseerde reacties op halopyridazine derivaten. Tevens zullen nieuwe methodes worden geëxploreerd voor de C-functionalisering van de pyridazine nucleus via een metaal-halogeen uitwisseling. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Guy Lemiere • Bert Maes • Caroline Meyers
Pyrolytische valorisatie van ingedikt varkensmest in actieve kool voor water zuivering Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 14 februari 2013 het verblijf van dr. Lenia Gonsalvesh-Musakova van de Bulgarian Academy of Sciences, Bulgarije goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal dr. Lenia Gonsalvesh-Musakova onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Jan Yperman (Onderzoeksgroep Toegepaste en Analytische Chemie). Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jan YPERMAN • Robert CARLEER
Q Direct ontwikkeling van referentiedocumenten voor Belgische kwaliteitssystemen voor kleinschalige hernieuwbare energiesystemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tot 2008 werd de ontwikkeling van hernieuwbare energie technologieën omkaderd door weinig veeleisende wetgeving, bestaande uit nietbindende doelstellingen. Sinds de goedkeuring van de Richtlijn Hernieuwbare Elektriciteit en de Richtlijn inzake de bevordering van Hernieuwbare Energie, worden het energie- en milieubeleid onderworpen aan juridisch bindende doelstellingen. Daarom moeten ze beschikken over doeltreffende systemen van prestatie-evaluatie. Sommige hernieuwbare energie technologieën (HET) kennen een snel groeiende markt, met een constant evoluerend product. In België zijn er grote verschillen waar te nemen tussen de technologieën op het gebied van marktpenetratie en marketingkanaal, in het bijzonder omdat de mechanismen en het niveau van financiële steun verschillend zijn in de Gewesten. Een aantal ondersteuningsmechanismen hebben geleid tot een versterkt aanbod van een groot aantal leveranciers en installateurs van HET op de markt, wat geleid heeft tot een reeks van producten en diensten die sterk gediversifieerd zijn en met name dus een gebrek hebben aan gekwalificeerde professionele structuren. In tegenstelling hiermee verwachten de eindgebruikers van deze technologieën producten en diensten van hoge kwaliteit.Veel studies tonen aan dat kwaliteitsborging voor de HET (opkomende of reeds gevestigde) een belangrijk onderdeel is van hun groei en duurzame ontwikkeling in de Europese markt. Een bijzonder aspect van het onderzoek was om het ontwerp van een kwaliteitssysteem aan te pakken op verschillende niveaus, afhankelijk van de doelgroep van begunstigden, het niveau van vermarkting van het product en de technologie. Het belangrijkste doel van het onderzoek was om aanbevelingen voor beleidsmakers te formuleren om de groei van systemen van decentrale productie van duurzame energie in België te ontwikkelen, op basis van gemeenschappelijke ambitieniveaus en kwaliteitsnormen voor de verschillende technologieën. Het geïntegreerde systeem voor kwaliteitscontrole moet zo zijn ontworpen dat het later kan worden beheerd door een operator - onafhankelijke derde partij en moet zorgen voor een niveau van vertrouwen en kwaliteitsgaranties voor de eindgebruiker die vergelijkbaar zijn in termen van product, het ontwerp van het geïnstalleerde systeem, de installatiekwaliteit en prestaties, ongeacht de technologie. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • JACQUES DE RUYCK
Q-MATCH: kwaliteitstoezicht, adaptatie, transport en controle van in-huis multimediadiensten Universiteit Gent Abstract: Heterogenen huisnetwerken, die in-huis multimedia applicaties transportere, zullen tot ernstige QoS conflicten leiden waarvoor momenteel noch lokale noch op-afstand controle-oplossingen voorhanden zijn die ten volle de noden van alle belanghebbenden bevredigen. Dit project odnerzoekt mogelijke oplossingen en de vereisten voor platformen voor multimediaal dienstbeheer, servers voor op-afstand beheer van gebruikstoestellen in de huiskamer, en QoS beheer tot op de gebruikstoestellen.
Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
QoS ondersteuning in heterogene draadloze sensornetwerken met behulp van gedistribueerde 'Reinforcment Learning' technieken Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een adaptieve QoS netwerkarchitectuur voor draadloze sensornetwerken die een waarachtig multi agent systeem gebaseerd Reinforcement Learning algoritme incorporeert. Dit MAS-RL algoritme zal op gedistribueerde wijze intelligente beslissingen nemen omtrent de optimale werkingsmode voor iedere knoop, rekening houdend met de verschillende belangen en beperkingen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Ingrid Moerman
QoS ondersteuning in heterogene draadloze sensornetwerken met behulp van gedistributeerde 'reinforcement learning' technieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hoofddoel van dit project is de ontwikkeling van een adaptieve QoS netwerkarchitectuur voor draadloze sensornetwerken die een waarachtig multi agent systeem gebaseerd Reinforcement Learning algoritme incorporeert. Dit MAS-RL algoritme zal op gedistribueerde wijze intelligente beslissingen nemen omtrent de optimale werkingsmode voor iedere knoop, rekening houdend met de verschillende belangen en beperkingen. Om dit doel te bereiken, voorzien we 4 hoofdtaken, elk met eigen subdoelen: Taak 1: het ontwikkelen van een endogeen multi agent RL algoritme dat concepten ontleent van 'Mechanism Design' (mechanisme-ontwerp). Taak 2: de ontwikkeling van een adaptieve modulaire QoS architectuur voor heterogene draadloze sensornetwerken die geschikt is voor zeer verscheidene applicaties en bijhorende QoS vereisten. Taak 3: de ontwikkeling van een realistische simulatieomgeving voor de optimalisatie van de QoS architectuur en het MAS-RL algoritme. Taak 4: de experimentele validatie van de ontwikkelde oplossingen in een levensechte omgeving in een levensecht scenario Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ANN NOWE • KRIS STEENHAUT
QUAKERECNANKAI : Paleo-tsunami en aardbevingregistratie van breuk langs de Nankai Trog , offshore Zuid - CentraalJapan Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
QUALETRA. KU Leuven Abstract: Volgens het Directoraat-generaal Justitie van de Europese Commissie zalde behoefte aan juridische vertalingen de komende jaren aanzienlijk toenemen. Redenen daarvoor zijn de steeds groeiende mobiliteit van de EU-burgers en de daarmee gepaard gaande globalisering én de implementatie van Richtlijn 2010/64/EU over het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures. Dat heeft belangrijke gevolgen voor de EUlidstaten, debeoefenaars van juridische beroepen, vertalers en uiteindelijk ook voorde opleidingsinstituten. Tot nu toe richtten EU-projecten zich vooral op juridisch tolken en niet op juridisch vertalen.Qualetra beantwoordt aan de Europese oproep voor projecten die de opleiding van vertalers gespecialiseerd in strafzaken bevorderen. Het project wil testen, beoordelings- en evaluatieprocedures onderzoeken en ontwikkelen, alsook opleidingsmateriaal voor juridische vertalers en beoefenaars van juridische beroepen met betrekking tot de specifieke werkomstandigheden van juridische ver Organisaties: • OG QLVL Antwerpen
Onderzoekers: • Hendrik Kockaert
QUALITAS. Assenssing li Quality through Testing and Certification. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Antwerpen
Onderzoekers: • Hendrik Kockaert
Quality criteria used for Self Assessment by Interpreters KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Jose Lambert • N. N.
Quality Evolution during Ambient Storage of Heat Treated Orange / MangoJuice KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Ann Van Loey • Wibowo Scheling
Quality evolution of thermally and high pressure processed apple juicesduring storage KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Ann Van Loey • Carolien Buvé
Quality of service in cognitieve netwerken (QOCON). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van QoON is de ontwikkeling van een oplossing gebaseerd op cognitieve radio en cognitieve netwerken met kwaliteitsgarantie (QoS) bij de draadloze transmissie van data. Het plan van dit voorstel is om het hoofd te bieden aan de overbezetting van het draadloze spectrum en aan de stoorsignalen door het invoeren van 'spectrum sensing', de meest elementaire functie van cognitieve radio's, en cognitieve netwerken. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Quality of service on the internet: evaluation of RSVP based solutions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Ferdinand Put • Flavius-Alexandru Pana
Quantificatie van de functionele instabiliteit van de knie door plotse balansverstoring na conservatieve of chirurgische behandeling van ligamentiare laesies als gevolg van een traumatische kniedistorsie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er is een toenemende druk van overheid en gezondheidszorg om de effecten van therapeutische handelen te objectiveren. Evidence based medicine kan slechts mogelijk worden wanneer men beschikt over betrouwbare en gevalideerde meetinstrumenten. De kwaliteit van de gewrichtsstabiliteit in de knie wordt voornamelijk beschreven in functie van normale of afwijkende mobiliteit, de zogenaamde mechanisme stabiliteit die Röntgenologisch of instrumentaal kan worden geregistreerd. Bij de meerderheid van patiënten met instabiliteitsklachten kan geen afwijkende mobiliteit worden aangetoond. De zogenaamde functionele instabiliteit, dit is de mate waarin een individu tijdens de activiteiten van het dagelijks leven gehinderd is vanwege en gemis aan betrouwbare stabiliteit van de knie is in de wetenschappelijke literauut onvoldoende onerbouwd. Aan de hand van balansverstoring van de knie in belaste positie wordt in dit onderzoek gemeten in welke mate het lichaam de stabiliteit in het gewricht kan controleren. Accelerometrische registratie van de snelheid waarmee de balansverstoring wordt afgeremd, electrogoniometrische evaluatie van het bewegingsverloop en electromyografische meting van de latentietijd en de electromechanishe vertraging in de dijspieren maken het objectiveren van de kwaliteit van de functionele sturing van de gewrichtsstabiliteit mogelijk. Het onderzoeken van de reproduceerbaarheid van de procedure, het meten van de invloed van kniebraces en de beoordeling van effectiviteit van heelkundige en conservatieve therapiën zullen worden bestudeerd. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • PETER VAES
Quantification and reduction of parameter uncertainty of dynamic soil characteristics KU Leuven Abstract: Nauwkeurige numerieke voorspellingen van trillingen in de bebouwde omgeving vereisen een gedetailleerde kennis van de dynamische grondkarakteristieken. Zelfs voor relatief eenvoudige gevallen, is het moeilijk om grondparameters te bekomen die in een goede nauwkeurige voorspelling resulteren, vooral in de hoge frequentie range. Dit project focust op de kwantificering en reductie van parameteronzekerheid met betrekking tot dynamische grondkarakteristieken.Parameteronzekerheid wordt veroorzaakt door beperkte resolutie van geofysische testen die een onnauwkeurige karakterisering van de dynamische grondeigenschappen opleveren. Het eerste deel van het onderzoek zal zich concentreren op het ontwikkelen van een Bayesiaanse updatingsprocedure voor de Spectrale Analyse van Oppervlaktegolven (SASW) methode om de snelheid van S-golven en eigenschappen zoals de Poissons ratio en de materiaal dempingsratios.Aangezien deexploratiediepte van de SASW methode beperkt is zullen er aanvullend SCPT tests, Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Geert Lombaert • Geert Degrande • Ramses Verachtert
Quantification of technical performances, cyclist experience and safetyof speed pedelecs for commuter use KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Elektrotechniek (ESAT) Gent-Aalst
Onderzoekers: • Jan Cappelle • Bram Rotthier
• Teodora-Emilia Motoasca
Quantificeren en reduceren van onzekerheid voor de dynamische analyse van structuren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Geert Lombaert • Geert Degrande • Guido De Roeck
Quantifying aberrant mechanical loading in medical knee osteoarthritis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Sabine Verschueren • Ilse Jonkers • Friedl De Groote • Susana Patrícia Ferreira Meireles
Quantifying the importance of eco-evolutionary processes structuring natstems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Jelena Pantel
Quantitatieve atomaire resolutie elektronentomografie: van structuur tot eigenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Elektronentomografie op atomaire niveau zal worden ontwikkeld en toegepast op verschillende soorten nanomaterialen. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Sara Bals • Bart Goris
Quantitatieve domeinen en modellen voor 'average case execution time' Vrije Universiteit Brussel Abstract: De strukturen die aangewend worden in denotationele semantiek zijn quantitatieve domeinen, namenlijk domeinen (zekere geordende ruimten die een approximatie relatie toelaten), uitgerust met een partiele metriek die de Scott topologie en de oorspronkelijke orde bepaalt. Andere strukturen komen naast de partiele metrieken eveneens aan bod, zoals weighthed quasi-metrieken, measurements of semi-valuaties. We willen een vergelijkende studie doorvoeren met aandacht voor functoriele verbanden en eigenschappen zoals cartesisch geslotenheid, van belang bij modellering van hogere types. We willen het recent door M. Schellekens bewezen resultaat dat ieder domein met een aftelbare basis quantificeerbaar is, uitbreiden door de cardinaliteitsbeperking op de basis te elimineren. Het is ook de bedoeling de wiskundige strukturen te ontwikkelen waarin de methodes voor ACET (Average Case Execution Time) voor een ruime klasse van algoritmen kunnen gemodelleerd worden. Het is van belang de verdeling van input variabelen te kunnen traceren doorheen de berekeningen en "randomness bewaring" of de algemenere "random bag" bewaring drukt dit uit. Daar waar de Scott topologie op een domein precies instaat om berekenbaarheid te modelleren, willen we onderzoeken voor welke topologie het bewaren van randomness kan uitgedrukt worden als een continuiteitsvoorwaarde. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • EVA COLEBUNDERS
Quantitatieve kulturen van PSB-stalen bij COPD-patienten buiten en gedurende een exacerbatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fiberbronchoscopie met bronchoalveolaire lavage (BAL) wordt meer en meer gebruik in de diagnose en fysiopathologisch onderzoek van verscheidene long- en luchtweg aandoeningen. Hoewel in principe een eenvoudige techniek (injectie van een hoeveelheid vocht in een bronchus, en aspiratie van het spoelvocht voor analyse), blijkt er in de praktijk een enorm gebrek aan standaardisatie te bestaan, zodat vergelijking van resultaten van diverse centra zeer moeilijk zijn. Dit behelst zowel de technische uitvoeringsaspecten van BAL (lichaamshouding, hoeveelheid vocht, injectiedruk en -snelheid, wachttijd, inspiratiedruk, opvang spoelvocht, ...), als de analyse van het spoelvocht (cellulaire en biochemische processing, bepaling van "epithelial lining fluid volume", ...). Het is daarom onze bedoeling om, d.m.v. een diermodel, al deze parameters te onderzoeken, en aldus een optimalisatie ven de BAL techniek te realiseren. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • WALTER VINCKEN
Quantitatieve proteoomprofilering van cellulaire doelwitten van Withaferine A betrokken bij kanker therapie chemosensitisatie in B-CLL.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade • Wim Vanden Berghe
Quantitative structure-retention relationships in the studies of post-translational modifications in proteomics. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project worden kwantitatieve structuur relaties gebouwd die de retentie van peptides op bepaalde chromatografische systemen beschrijven en predicties van nieuwe peptiden toelaten. Dergelijke modellen moeten de identificatieprobabiliteit van peptiden in een proteomics context helpen verhogen. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Quantitative testing of conceptual models for hydrothermal carbonate genesis KU Leuven Abstract: De hoofdnoot van dit project is de implementatie van de nieuwe CSMP-GEMScomputer code, met betrekking tot water-gesteente interacties en patronen. Hoewel deze code veelbelovend is, is het nodig deze code verder te testen. Zo moet er meer aandacht besteed worden aan geometrische aspecten (zoals breuken), maar ook aan een vergelijking en van de modellen met natuurlijke systemen.Het Latemar carbonaat platform (Italië) leek hiervoor een geschikte analoog. Zo is het platform opgebouwd uit verschillende lithologiën met elk hun eigen porositeit en permeabiliteit, die een invloed hebben op devloeistof doorstroming. Daarnaast wordt het platform doorsneden door verscheiden breuken en magmatische lichamen, die als paden dienen voor de vloeistof. Kort gezegd, dit platform is een ideale locatie om te testen hoe goed de code de geometrisch evolutie van vloeistof circulatie kan voorspellen. Daarnaast heerst er nog discussie over de exacte samenstelling van de reactieve vloeistof. Bijgevolg kan er dus Organisaties: • Afdeling Geologie
Onderzoekers: • Rudy Swennen • Sarah Fowler • Katreine Blomme
Quantitieve relatie tussen primaire structuur, stabiliteit, activiteit en functionaliteit voor het immunoglobuline variabele domein framework van enkel-domein antilichaam fragmenten van kameelachtigen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Streefdoel De laatste jaren groeit de interesse voor therapeutische en diagnostische toepassingen van antilichaam fragmenten gestaag. Het onderzoek focust hoofdzakelijk op het verbeteren van de antigen bindende eigenschap. Bij toepassing van deze fragmenten komen echter verschillende tekortkomingen aan het licht. De functionele eigenschappen van antilichaam fragmenten zoals stabiliteit, immunogeniciteit of shelf-life blijken nood te hebben aan verbetering. Antilichaam fragmenten zijn opgebouwd uit één of twee immunoglobuline variabele domeinen. De aminozuursequentie van dergelijk domein bestaat uit extreem hypervariabele gebieden (CDR-lussen) en redelijk geconserveerde regio's (framework). Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Dirk SAERENS
Quantity modification in English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Kristin Davidse • N. N. • Lobke Ghesquière
Quantum-chemically supported molecular dynamics of proteins KU Leuven Abstract: Molecular dynamics methods are used to simulate conformational changes of protein structure, and to provide information on the behaviour of themacromolecule in aqueous solution. Combination of molecular dynamics with quantum chemical methods makes it possible to study mechanistic aspects, involving changes in molecular bonding. The proposed project will make use of appropriate hybrid methods to address important issues in biomolecular chemistry of proteins, in collaboration with molecular biology groups at KULeuven. The work is planned according to the detailed analysis of specific cases, which will include: - the photoswitching and photo-convertible behaviour of fluorescent proteins as a function of mutations, - the mechanistic aspects of the interaction between polymerasesand modified nucleic acids - drug-enzyme interactions in biomolecular medicine. Organisaties:
• Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Arnout Ceulemans • Servaas Michielssens • Daryna Smyrnova
Quantum Chemical Studies of the Combustion Pathways and Kinetics of Polycyclic Aromatic Hydrocarbons Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit project is het gedetailleerd bestuderen van het potentiële energie oppervlak geassocieerd met de reactie paden die betrokken zijn in de verbranding van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (Eng. Polycyclic Aromatic Hydrocarbons, PAHs) van toenemende grootte en complexiteit, met nadruk op de karakterisatie van de geassocieerde energie minima en stationaire punten, activatie enthalpieën en entropieën evenals kinetische snelheidsconstanten, gebruik makend van de theorie van Rice Ramsperger-Kassel-Marcus (RRKM theorie). Gedetailleerde studies van deze reacties zijn noodzakelijk voor een grondig begrip van meer complexe reacties die betrokken zijn in de productie van fullerenen, grafenen en roet in verbrandingsvlammen. Organisaties: • Centrum van Moleculair en Materiaal Modelleren
Onderzoekers: • Michael DELEUZE
Quantumchemie: Fundamentele en toegepaste aspecten van density functional theory. (voor verlenging zie FWOWO14 en FWOWO23) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgemeenschap beoogt een krachtenbundeling van vijf Vlaamse Onderzoeksgroepen (VUB: Geerings; KUL: Vanquickenborne; KUL: Schoonheydt; UA/UIA: Van Alsenoy - Martin; UA/RUCA: Van Doren - Van Camp) op het vlak van fundamentele e toegepaste aspecten van Density Functional Theory. Interdisciplinariteit (vooral toegespitst o de samenwerking tussen fysici en chemici) en complementariteit, zowel fundamenteel (conceptontwikkeling en methodologie m.i.v. code-ontwikkeling) als toegepast met daarin een brede waaier aan substraten van atomen over kleine organische moleculen tot biopolymeren zeolieten, halfgeleiders en metalen, staan daarbij centraal.De externe partners (Nalewajski (Cracow), Fowler (Exeter), Schafer en Pulay (Arkansas), Mintmire (Washington), Martins (Lissabon)) consolideren daarbij zowel het fundamenteel als het toegepast aspect. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Quantumchemische - op Density Functional Theory gebaseerde - Studie van de elektronische structuur en reactiviteitsdescriptoren van kleine en middelgrote moleculen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is een verderzetting van het FKFO project "Quantumchemisch studie van op density functional theory gebaseerde descriptoren vann reactiviteit. Toepassingen in de anorganische, organische en biochemie"en beoogt de studie van de elektronische structuur van kleine en middelgrote moleculen naar reactiviteitsscriptoren toe, dit alles in het kader van de density functional theory. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Quantum Chemische Studies van de Verbrandingsroutes en -Kinetica van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit project is het gedetailleerd bestuderen van het potentiële energie oppervlak geassocieerd met de reactie paden die betrokken zijn in de verbranding van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (Eng. Polycyclic Aromatic Hydrocarbons, PAHs) van toenemende grootte en complexiteit, met nadruk op de karakterisatie van de geassocieerde energie minima en stationaire punten, activatie enthalpieën en entropieën evenals kinetische snelheidsconstanten, gebruik makend van de theorie van Rice Ramsperger-Kassel-Marcus (RRKM theorie). Gedetailleerde studies van deze reacties zijn noodzakelijk voor een grondig begrip van meer complexe reacties die betrokken zijn in de productie van fullerenen, grafenen en roet in verbrandingsvlammen. Organisaties: • Centrum van Moleculair en Materiaal Modelleren
Onderzoekers: • Michael DELEUZE
Quantumchemische studie van de structuur en eigenschappen van moleculen in de gasfase en in de kristalfase Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuw (ab-initio) methoden gebaseerd op de MIA-aanpak worden ontwikkeld. Deze methoden worden toegepast in de studie van ofwel biochemische of farmaceutische moleculen zoals neuroleptica, steroiden en kleine peptiden ofwel in de studie van moleculaire kristallen. Organisaties: • Structuurchemie • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christian Van Alsenoy
quantum dots als luminescente labels voor multi-mycotoxine detectie Universiteit Gent Abstract: quantum dots zijn anorganische luminescente nanokristallen die een intense en stabiele luminescentie vertonen afhankelijk van hun grootte. dit laat toe om verschillende partikels bij één golflengte te exciteren met emissie bij multipele golflengten. in het geval van mycotoxineanalyse is het belangrijk om verschillende toxines in één staal samen te kunnen detecteren bij lage concentraties. quantum dot gebasseerde immunochemische sneltesten voor gevoelige simultane mycotoxinedetectie zullen ontwikkeld worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers:
• Sarah De Saeger
Quantum-effecten in clusters en draden Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een interuniversitair research-netwerk met financiering door de federale overheid gedurende 5 jaar. Het platform zal werken rond het topic "Quantum-effecten in clusters en draden", met coordinator UA. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Quantum-mechanical modeling of trap-assisted tunneling for TFET, MOSFETand memory devices KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Guido Groeseneken • Mazharuddin Mohammed
Quantummechanische studie van op density functional theory gebaseerde descriptoren van reactiviteit: toepassingen in de anorganische, organische en biochemie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Quantumchemische studie van op density functional theory gebaseerde descriptoren van reactiviteit : toepassingen in de anorganische, organische en biochemie. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Quantum Spin-Off - aansluiting van scholen met high-tech onderzoek en ondernemerschap Universiteit Hasselt Abstract: Het merendeel van de wetenschapsleerkrachten bevat niet de expertise om nanowetenschappen in de klaslokalen te brengen, daarnaast bezitten ze ook niet het netwerk aan contacten waardoor ze hun leerlingen in contact kunnen laten brengen met echte wetenschappers en ze ook te laten stappen in de wereld van nano-onderzoek en hig-tech ondernemerschap. Aan de andere kant, out-reach activiteiten voor scholen georganiseerd door onderzoekscentra en bedrijven zijn vaak niet van toepassing op de moderne pedagogische benaderingen voor wetenschap en kunnen slechts een kleine impact hebben op de motivatie van de leerlingen. Als resultaat krijgen jonge mensen, terwijl ze toch grote consumenten van high-tech producten zijn, vaak niet de kans de fascinerende processen te begrijpen die komen uit fundamentele wetenschappelijke ideeën tot toegepaste wetenschap, ondernemerschap en uiteindelijk het technologische product dat ze gebruiken. Het doel van dit project is wetenschapsleerkrachten en hun leerlingen in direct contact te brengen met onderzoek en ondernemerschap in de hightech nano sector, om zo een nieuwe generatie van wetenschappelijk geletterde Europese burgers te onderwijzen en jonge mensen te inspireren om te kiezen voor wetenschappelijke en technologische carrières. Teams van leerlingen, begeleid door wetenschapsleerkrachten, zullen uitgedaagd worden een verantwoordelijke en sociaal relevante valorisatie van een wetenschappelijke paper te creëren in samenwerking met actuele onderzoekers en ondernemers. Ze zullen high-tech onderzoekslaboratoria bezoeken en zullen strijden om de Europese Quantum Spin-Off prijs. Wetenschappelijke en technologische inzichten, creativiteit en verantwoordelijk ondernemerschap zullen allen in aanmerking genomen worden door de jury van deskundigen. Leerkrachten zullen getraind worden in internationale en nationale workshops om zo het onderzoekend leerproces van hun leerlingen te ondersteunen. Organisaties: • Engineering Materials and Applications • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Wim DEFERME • Sabine BERTHO
Quantum symmetry groups KU Leuven Abstract: In de zoektocht naar de juiste axioma's voor het begrip kwantumgroep werden veel voorbeelden bekeken als testcase en inspiratiebron. Die voorbeelden kwamen te voorschijn als niet-commutatieve deformaties van bepaalde algebra's van functies van een klassieke groep naar de complexe getallen. Deze constructies waren zuiver algebraïsch en analytisch; in het begin werd nog geen rekening gehouden met het meetkundige aspect die klassieke groepen hebben als groepen van transformaties. Anderzijds verscheen het probleem om kwantumsymmetrieën van een kwantumruimte te definiëren heel natuurlijk in niet-commutatieve meetkunde. De notie van een actie van een kwantumgroep op een kwantumruimte werd gedefinieerd door Podles en Boca en snel beschreef Wang de kwantumautomorfismegroep van eeneindige (klassieke of kwantum) ruimte X als het universele object in decategorie van kwantumgroepen die werken op X. Later werd het geval bestudeerd waar X nog steeds eindig en klassiek is, maar extra structuur draagt Organisaties: • Afdeling Analyse
Onderzoekers: • Johan Quaegebeur • Liebrecht De Sadeleer
Quark correlaties in het nucleon: veralgemeende parton distributies in een relativistisch constituenten-quark model Universiteit Gent Abstract: Veralgemeende patron distributies (GPD's) van hadronen geven een driedimensionaal beeld van hun ladings- en energiedistributies, veroorzaakt door de onderliggende quark/gluon structuur. GPD's kunnen berekend worden in een consituentenquarkmodel voor hadronen. Het Lorentz-covariante Bethe-Salpeter model ontwikkeld in Bonn, is uiterst geschikt om de GPD's van pionen en nucleonen te berekenen.
Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Jan Ryckebusch
Quartz Crystal Microbalance' voor het bestuderen en optimaliseren van cel-interactieve coatings op biomaterialen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is om door middel van 'Quartz Crystal Microbalance' (QCM) na te gaan wat de efficiëntie is van het coating proces van biomaterialen. Hierbij zal worden nagegaan in welke mate bepaalde proteïnen en/of polysacchariden interageren met biomateriaal oppervlakken. Deze studie zal ons toelaten om dergelijke processen te optimaliseren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
Quasi-analytische en niet-quasi-analytische functieruimten in de Fourieranalyse en de benaderingstheorie Universiteit Gent Abstract: Het eerste deel van het project onderzoekt ruimten van ultra-differentieerbare functies in termen van de groei van Fouriercoëfficiënten ten opzichte van spectrale ontwikkelingen die verband houden met elliptische pseudo-differentiaaloperatoren. Het tweede deel behandelt significante uitbreidingen van de befaamde stelling van Beurling-Wiener voor convolutie-algebra?s en toepassingen in de Tauberse theorie van de asymptotiek van integraaltransformaties voor grote waarden van de parameter. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Jasson Vindas Diaz
Quasi-Monte Carlo Methods for the Schrödinger Equation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Ronald Cools • Dirk Nuyens • GOWRI SURYANARAYANA
Quasiprimitieve acties op incidentiestructuren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Quasiprimitieve acties op incidentiestructuren worden onderzocht. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Eric JESPERS • Philippe CARA
Quasiprimitieve acties op incidentiestructuren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op te vragen bij R&d! Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Philippe CARA
Quasi-statische druktransfer in het middenoor. Universiteit Antwerpen Abstract: Quasi-statische druktransfer in het middenoor. Organisaties: • BIOMEDISCHE FYSICA • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx
Quaternionische-Hermitische Cliffordanalyse: een matrixaanpak Universiteit Gent Abstract: Hermitische Cliffordanalyse, een functietheorie die de holomorfe functies van meedere complexe variabelen omvat, steunt op het opleggen van een complexe structuur aan de Euclidische ruimte; de functietheorie wordt ontwikkeld met behulp van circulantmatrices van orde 2. In quaternionisch-Hermitische Cliffordanalyse legt men meerdere complexe structuren op, ter verfijning van het systeem; dit project beoogt de corresponderende functietheorie te ontwikkelen via hogere orde circulantmatrices. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Hennie De Schepper
Quaternionisch-Hermitische Cliffordanalyse op fracatale domeinen (aanvraag Tania Moreno) Universiteit Gent Abstract: Hermitische Cliffordanalyse is een functietheorie die de holomorfe functies van meerdere complexe variabelen als speciaal geval omvat, waarbij dient vermeld dat deze laatste een van de belangrijkste functietheorieën is, zowel wat betreft rijkdom van de theoretische resultaten als toepassingsgerichtheid. In dit project wordt een verfijning van Hermitische Cliffordanalyse ontwikkeld, de zogenaamde quaternionisch-Hermitische Cliffordanalayse, en dit op zeer algemene irreguliere geometrieën.
Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Hennie De Schepper
Quaternionisch-Hermitische Cliffordanalyse op fractale domeinen (aanvraag Ricardo Abreu) Universiteit Gent Abstract: Hermitische Cliffordanalyse is een functietheorie die de holomorfe functies van meerdere complexe variabelen als speciaal geval omvat, waarbij dient vermeld dat deze laatste een van de belangrijkste functietheorieën is, zowel wat betreft rijkdom van de theoretische resultaten als toepassingsgerichtheid. In dit project wordt een verfijning van Hermitische Cliffordanalayse ontwikkeld, de zogenaamde quaternionisch-Hermitische Cliffordanalayse, en dit op zeer algemene irreguliere geometrieën. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Hennie De Schepper
Queer Comrades - A Visual Ethnographic Study of Human Rights Activism within China's Contemporary LGBT Movement KU Leuven Abstract: In een samenleving waar rond de LHBT-problematiek (Lesbisch (L), Homo (H), Biseksueel (B), Transgender (T)) vooral stilzwijgen en stigmatisatieoverheersen, begonnen de eerste Chinese LHBT-organisaties vorm te krijgen in de jaren 1990. De focus van deze organisaties was initieel "inwaarts", en spitste zich toe op het verstevigen van LHBT-gemeenschappen die ondersteuning konden bieden en die bijstand konden verlenen aan Chinese LHBT-mensen die compleet geïsoleerd leefden. Gaandeweg keken deze gemeenschappen niet enkel meer "inwaarts", maar verlegden ze hun focus ook "naar buiten" om zo, in brede lagen van de samenleving, meer bekendheid en begrip te creëren rond LHBT. Queer Comrades (www.queercomrades.com), een LHBT-webcast met een pioniersrol in China, was een van de eerste organisaties die expliciet koos voor een "naar buiten" gerichtefocus en aldus voor een verhoogde zichtbaarheid van LHBT in China. Queer Comrades bestaat sinds 2007, en produceerde reeds meer dan 100 films en nieuwsvi Organisaties: • OG Sinologie Leuven
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Nicolas Standaert • Stijn Deklerck
Queer sounds: De functie en betekenis van muziek in de vorming en evolutie van een LGBT-subcultuur in de stad Antwerpen (1960-2010). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Henk de Smaele • Bart Eeckhout • Alexander Dhoest
Queryen van gedistribueerde dynamische gegevens Universiteit Hasselt Abstract: De mogelijkheid om naadloos gegevens die zich in een aantal verschillende en verspreide databronnen in querry te plaatsen is een belangrijke drijfkracht in de database onderzoek en heeft geleid tot de ontwikkeling van de eerste gedistribueerde database-systemen reeds in de jaren tachtig. Tegenwoordig is onze informatiemaatschappij gekenmerkt door gegevens die inherent zijn verspreid, maar niet per se verblijven in daadwerkelijk met elkaar verbonden databases. Beschouw bijvoorbeeld, de vele, meestal onafhankelijk opererende, dataverzamelingen in de levenswetenschappen, waar verbindingen tussen gegevensbronnen ofwel hard-gecodeerd als expliciete koppelingen of impliciet door de semantiek van de gegevens kunnen zijn. Terwijl elke dergelijke verzameling kan worden opgevraagd via verschillende portalen, zijn er geen centrale portalen die een geïntegreerde interface voor alle gegevens voorzien. Een belangrijke reden voor het ontbreken van deze gecentraliseerde systemen is de aanhoudende groei van het aantal gegevensbronnen op het web als gevolg van het gemak waarmee wetenschappers de gegevens on-line kan aanbieden. De gecombineerde data omvat derhalve een netwerk van gekoppelde databanken waarin gegevensbronnen dynamisch kunnen worden toegevoegd en verwijderd en waarvan de inhoud kan worden gewijzigd, gekopieerd, veranderd of ingetrokken zonder kennisgeving. Het doel van dit voorstel is het bestuderen en ontwikkelen van technieken voor het opvragen van dergelijke dynamische gedistribueerde dataverzamelingen. Onze aanpak is gebaseerd op drie pijlers: (1) de studie van navigatie-query-talen voor gekoppelde gegevens, (2) de studie van distributed computing methoden voor gedistribueerde query-evaluatie, en, (3) het gebruik van herkomst als een bewakingssysteem voor wijzigingen gegevensbronnen. Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Marc GYSSENS • Jan VAN DEN BUSSCHE • Frank NEVEN
Queryen van gedistribueerde dynamische gegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Floris Geerts
QUICOM KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Structurele Materialen
Onderzoekers: • Stepan Vladimirovitch Lomov • Martine Wevers • Ilya Straumit
Quiversingulariteiten en hun toepassingen in algebraïsche meetkunde, invariantentheorie en theoretische fysica. Universiteit Antwerpen Abstract: Quiversingulariteiten en hun toepassingen in algebraïsche meetkunde, invariantentheorie en theoretische fysica. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Lieven Le Bruyn • Rafael Bocklandt
Quorum quenching as a novel tool to fight bacterial infections in aquaculture Universiteit Gent Abstract: In many bacteria, the production of virulence factors is controlled by quorum sensing (QS) and interfering with QS has been proposed as a new strategy to fight infections in aquaculture. Increasing attention is being paid to quorum quenching (QQ), the degradation of QS molecules by bacterial enzymes. The goal of the project is to isolate QS degrading organisms, construct mutants with high QQ activity, and evaluate the effect of QS degrading strains. Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Peter Bossier • Tom Coenye
Raadgeving en ondersteuning bij de implementatie van genotoxiciteitstesten in de cosmetica-industrie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft als doel advies te geven voor het implementeren van verschillende genotoxiciteitstesten in de cosmetica-industrie. Tot op heden werden deze testen niet toegepast bij het op de markt brengen van nieuwe cosmeticaprodukten. Met dit project zal vooral ondersteuning geboden worden bij het introduceren en toepassen van verschillende genotoxiciteitstesten zoals: de comet-assay, de sister chromatide exchange test, de micronucleus test (chromosoom- en genoommutaties) en de chromosoom aberratie test (structurele chromosoom aberraties). Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Raadgeving en ondersteuning bij de implementatie van genotoxiciteitstesten in de cosmetica-industrie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft als doel advies te geven voor het implementeren van verschillende genotoxiciteitstesten in de cosmetica-industrie. Tot op heden werden deze testen niet toegepast bij het op de markt brengen van nieuwe cosmeticaprodukten. Met dit project zal vooral ondersteuning geboden worden bij het introduceren en toepassen van verschillende genotoxiciteitstesten zoals: de comet-assay, de sister chromatide exchange test, de micronucleus test (chromosoom- en genoommutaties) en de chromosoom aberratie test (structurele chromosoom aberraties). Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Raamakkoord met Borealis Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut "Instituut voor Materiaalonderzoek" (UHasselt) en anderzijds "BOREALIS POLYMERS NV". Het Instituut voor Materiaalonderzoek levert aan BOREEALIS POLYMERS NV de onderzoeksresultaten naar *titel onderzoek* onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Robert CARLEER
Raamovereenkomst i.v.m. de gezondheid en het welzijn door de ontwikkeling van initiatieven op het vlak van informatie en preventie. Promotie van initiatieven m.b.t. het bevorderen van de samenwerking en de communicatie tussen de huisartsen en patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil initiatieven ontwikkelen ter bevordering van de samenwerking en communicaties tussen huisartsen en patiënten, in het bijzonder door een internetgebaseerde toepassing. Daartoe zullen artikels of teksten ter beschikking gesteld worden die verband houden met gezondheidspreventie en die benevita wenst te publiceren. Daarnaast kunnen inhoudelijke dossiers m.b.t. gezondheid of welzijn alsook concepten die bijdragen tot de samenwerking van huisartsen en patienten worden ontwikkeld. Tot slot worden testomgevingen voor wetenschappelijk onderzoek georganiseerd. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
RAAMOVEREENKOMST voor het geven van opleidingen o.a. "Starters 98"
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ROSETTE S'JEGERS
Raamwerkovereenkomst. Dienstverlening Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Optoelectronic Industry and Technology Development Association OITDA' hebben voor het project ' Framework Agreement. Providing services on a case by case basis.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE
Rab27B-gemedieerde pre-metastatische niche formatie: mogelijke therapeutische opportuniteiten Universiteit Gent Abstract: RabGTPases zijn sleutelspelers in exocytisch en endosomaal vesikel transport in een cel. Het Rab27BGTPase regelt invasie en metastasering van borsttumoren (Hendrix et al. JNCI 2010). Met dit project zullen we verder de rol van Rab27B vesikels nagaan in invasieve groei en pre-metastatische niche vorming gebruik makende van cel cultuur en muis modellen en multidisciplinaire translationele samenwerkingen Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Olivier De Wever
Racial differentiation in research output. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier
Racism and the Body: A Critical Perspective beyond Racism starting fromEmmanuel Levinas's Philosophy KU Leuven Abstract: Dit project tracht Levinas' conceptie van racisme als de ontkenning vande alteriteit van de Ander uit te diepen. De racist herleidt het verschil van de Ander tot diens fysische verschijning - d.i. tot de 'vorm' - en doet op die manier geweld aan de alteriteit van de Ander. Racismereduceert de alteriteit van de Ander tot diens verschil. Levinas' filosofie van het gelaat als de ethische betekenis probeert de racistische poging van het zelf als totalitaristisch te overkomen door het ontologischimperialisme van het zelf ten val te brengen door de ethische nabijheidvan de Ander te benadrukken. De Ander wordt dan benaderd in zijn of haar ethische betekenis en dus wordt er voorbijgegaan aan zijn of haar 'vorm'. Voor Levinas overstijgt deze niet-reductieve en niet-totaliserende relatie tot de Ander het racisme. De vraag blijft echter of in het herbeschouwen van racisme we de Ander kunnen definiëren als zonder eigenschappen of hem kunnen erkennen als een gelaat 'zonder enig cultureel tooisel'. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Varakukalayil Jojo Joseph Varakukalayil • Rudi Visker
RADESOL Universiteit Hasselt Abstract: Ondanks dat het een redelijk jong onderzoeksgebied is, vertonen organische fotovoltaïsche cellen een opmerkelijke ontwikkeling. Recent werden top efficiënties van boven de 10% aangetoond. Echter, opdat deze technologie een reële en competitieve energiebron voor de toekomst kan worden, is het duidelijk dat een dieper begrip van de inter-relaties tussen materiaal structuur, nanomorfologie en toestelprestaties nodig is, en dat dit gebaseerd is op generische inzichten op de fundamenten van die relaties. Enkel op deze manier kunnen kracht omzettingen van 15% of meer bereikt worden op een redelijke tijdsschaal. Het consortium samengebracht in dit project omvat toonaangevende groepen van Vlaanderen (België), Portugal, en Noorwegen met betrekking tot geavanceerde materialen synthese en karakterisatie. Het hoofd doel van het project is om nanomorfologie vorming op het moleculair niveau en haar effect op toestelprestatie voorbij de state-of-the-art te ontrafelen door middel van een geïntegreerde experimentele poging en een unieke combinatie van apparatuur en expertise, oog op de studie van mengsels via geavanceerde thermische analyse, solid-state NMR, en X-stralen diffractie en ptychography 3D beeldvormingstechnieken, gecombineerd met analyses van de optoëlektrische kenmerken in foto-voltaïsche toestellen. De resultaten zullen leiden tot een geïntegreerd model dat engineering van de moleculaire structuur toelaat in functie van de gewenste nanomorfologie en de dus gewenste foto-voltaïsche parameters. Pas wanneer dat alle partners sterk betrokken worden binnen de Europese onderzoeksgemeenschap actief binnen organische foto-voltaïsche cellen via netwerk programma's en Nationale en Europese projecten, zal verspreiding van de inzichten bereikt worden wat de onderzoeksimpact van Europa zal versterken en de pogingen om Europese activiteiten in organische electronica te valoriseren vergemakkelijken. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Dirk VANDERZANDE
Radiation heat transfer and optical analysis of solar thermal cracking process KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.techn. De Nayer
Onderzoekers: • Nesrin Ozalp • Xiaonan WU
Radiation-resistant ionic liquids for extraction of minor actinides KU Leuven Abstract: De gebruikte kernbrandstof afkomstig van de moderne kerncentrales (drukwaterreactor) bestaat uit verschillende nucliden met verschillende halveringstijden. Daarom is het nodig om deze gebruikte brandstof voor enkelehonderdduizend tot een miljoen jaar af te schermen van de omgeving tot de activiteit gelijk is aan die van natuurlijk uranium. Door gebruik te maken van gekende opwerkingstechnologie zoals het PUREX proces, waarin uranium en plutonium gescheiden worden van de opgeloste gebruikte brandstof, wordt de afschermingstijd verminderd tot enkele honderdduizend jaar.Om de afschermingstijd van de gebruikte brandstof nog verder terug te dringen tot duizend jaar worden ook de transuranium elementen (americium en curium) afgescheiden. Deze elementen kunnen op hun beurt worden omgezet in stabiele of nucliden met kortere halveringstijden door gebruik te maken van een met een versneller aangedreven systeem (transmutatie) of kunnen worden geïmmobiliseerd in een stabiele inerte matrix (conditi Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Koen Binnemans • Thomas Cardinaels • Jakob Luyten
Radicaal belichaamde morele emoties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Willem Lemmens • Erik Myin • Jan Van Eemeren
Radicaal enactivisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een boek af te werken, getiteld 'Enactivism Explicated. Consciousness Clarified', in co-auterschap tussen Professor Dan Hutto (University of Hertforshire, UK), en de promotor (Erik Myin). Het boek -onder contract bij MIT Press- heeft als onderwerp de zogenaamde 'Enactive Approach' of 'enactieve aanpak' van perceptie en bewustzijn. De enactieve aanpak is een hedendaagse poging om het mentale te hersitueren in het belichaamde en gecontextualiseerde handelen van subjecten. In het boek zal een radicale versie van enactivisme uitgewerkt en verdedigd worden, en zal aangetoond worden dat di radicaal enactivisme een plausibele houdiing impliceert ten opzichte van het probleem van het bewustzijn, en tegelijkertijd perfect verzoenbaar is met vooruitgang in de neurowetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Radicale innovatie, competitie, co-operatie en groei. KU Leuven Abstract: The main objective of the proposed research is to better understand howradical innovations contribute to firms performance and economic growth. Radical innovations introduce new concepts that depart significantly from past practices, have the potential to generate new markets and through a mix of competitive and cooperative interactions, trigger follow-up innovations and growth in other firms. Apart from a number of insightful qualitative studies, large-scale empirical studies into the origins and effects of radical inventions arenbsp;almost non-existing.nbsp;A first step in the project is to clearly characterize radical innovations and subsequently to constructnbsp;a set of appropriate indicators measuring the characteristics of radical innovations that can be applied in large scale empirical work across firms, technologies, markets, countries and time. We will draw detailed information from the universe of patent and publication data, such as information on companies and inve Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Marie-Francine Moens • Bruno Cassiman • Bart Van Looy • Rene Belderbos • Wolfgang Glänzel • Dirk Czarnitzki • Otto Toivanen
Radical Evil and the Limit of Free Will KU Leuven Abstract: This will be a systematic investigation into 'Radical Evil', an important concept in Kant's philosophy of religion, exploring the proper place,the complicated meaning, and the possibe deduction of this concept, as well as its significance to Kant's philosophical project and religious theory of German Idealism. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • N. N.
Radical innovation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bart Van Looy • Jurriën Bakker
Radical Innovation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Dirk Czarnitzki • Phara Peeraer
Radical innovations KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Dennis Verhoeven
Radical innovations. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Manuel Gigena
Radical innovation through corporate venturing. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Dirk Czarnitzki • Cem Ermagan
Radicalisering en nieuwe sociale media. Universiteit Gent Abstract: Dit project wil inzicht verwerven in de rol die blootstelling aan radicale inhoud via NSM speelt bij het tot stand komen van gewelddadige uitingen van radicalisering en (zelf)rekrutering bij Belgische adolescenten. Zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek zijn uitgevoerd. (1) Een survey werd afgenomen via facebook. 6020 respondenten werden bereikt. Binaire logistische regressie werd gebruikt. (2) Bijkomende face-to-face interviews werden afgenomen. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Lieven Pauwels
Radicalisering en sociale media: een test van een geïntegreerd model Universiteit Gent Abstract: De studie heeft drie belangrijke doelstelling: Het bestuderen van de aard van de relatie tussen de blootstelling aan extremistische boodschappen in sociale media en radicale attitudes Het nagaan van de relaties tussen de gepercipieerde legitimiteit van het strafrechtelijk systeem (gepercipieerde procedurele rechtvaardigheid), maatschappelijke kwetsbaarheid, de blootstelling aan radicale boodschappen in sociale media en radicale en compliant attitudes Het nagaan van de invloed van extremistische berichten in soicale media op de attitudes tegenover radicalisering Het uiteindelijke doel van de studie is om beter te begrijpen wat de invloed is van extremistische boodschappen in sociale media bij het vormen van radicale attitudes als proces. Bijgevolg zal nieuwe sociale media ingepast worden in een model van radicalisering. De onderzoeksequipe kijkt naar zowel rechts geïnspireerd radicalisme, links geïnspireerd radicalisme, religieus geïnspireerd radicalisme en dierenrechtenactivisme. Op basis hiervan zullen vervolgens beleidsaanbevelingen gedaan worden, rekening houdend met de specifieke rol en werking van nieuwe sociale media in het proces van radicalisering en zelfrekrutering bij adolescenten Organisaties: • Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Criminologie, Strafrecht en Sociaalrecht
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Lieven Pauwels • Marleen Easton
Radioactief gemerkte Pept-Ins voor in vivo beeldvorming. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Radiofarmacie
Onderzoekers: • Guy Bormans • Joost Schymkowitz • Maxime Siemons
Radioecological risk assessment of abandoned uranium mine based on microchemical analysis after recultivation. Universiteit Antwerpen Abstract: Radioecological risk assessment of abandoned uranium mine based on microchemical analysis after recultivation. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Radio-Frequente aansturing van Acousto-Optical Tunable Filters; Design,realisatie en kwalificatie van analoge en digitale modules voor ESA KU Leuven Abstract: Het ALTIUS-instrument is een driekanaals spectrale imager die aanboord zal geplaatst worden van een PROBA-satelliet. Het ALTIUSproject (satelliet plus instrument) wordt ontwikkeld onder toezicht van ESA. HetALTIUS-instrument zal hyperspectrale beelden nemen van de limb van de Aarde. Het zal daarvoor gebruik maken van verschillende technieken, zoals'direct limb viewing', ster- en zonsverduisteringen en metingen uitvoeren in het visuele, nabij infrarode en ultraviolette golflengtegebied vanhet spectrum. In elk van de drie kanalen zal gebruik gemaakt worden vaneen AOTF, een Acousto-Optical Tunable Filter, die zal toelaten snelle golflengtescans uit te voeren in de front end optica van een tweedimensionaal detectiesysteem.Voor deze AOTFs zullen drie sturingen ontwikkeld worden, met telkens andere specificaties voor resolutie, gevoeligheid, frequentiegebied, elektrische en optische performantie. Deze sturingen zullen zo gebouwd worden dat ze een verblijfvan meerdere jaren in een ruimte-omg Organisaties: • Afdeling ESAT - TELEMIC
Onderzoekers: • Emmanuel Van Lil • Paul Leroux • N. N.
Radiography of the Past Universiteit Gent Abstract: Studie van complexe archeologische sites door middel van niet-invasieve prospectiemethoden, gevolgd door best-practice onderzoek van virtuele reconstructies en management van deze sites. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Radiography of the past. Integrated non-destructive approaches to understand and valorise complex archaeological sites Universiteit Gent Abstract: Europees consortium van partners uit Academia en Industrie dat onderzoek uitvoert naar de toepassing en valorisering van nondestructieve prospectietechnieken voor het bestuderen van grote en complexe archeologische sites Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Radionuclide therapie met nanobodies voor de behandeling van kanker(Onderzoeker Matthias D'HUYVETTER) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nucleaire geneeskunde is het specialisme dat gebruik maakt van zogenoemde open radioactieve stoffen. Deze radioactieve stoffen kunnen in het lichaam worden toegediend om zo een diagnose te kunnen stellen (= diagnostiek) of om, van binnenuit, een ziekte te behandelen (= radionuclidentherapie). Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE
Radiosensibiliserend potentieel van M1 - gepolariseerde macrofagen in colorectale kanker: de rol van de door NO gemedieerde inhibitie van cellulaire respiratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colorectale kanker wordt gekenmerkt door een anti-tumorale Ml/Thl polarisatie van het pro-inflammatoir infiltraat, dat o.a. tumorgeassocieerde macrofagen (Tumor Associated Macrophages: TAM) bevat. Het doel van dit project is om het radiosensitizerend potentieel van deze M1-gepolarizeerde macrofagen, waarvan gekend is dat ze nitric oxide (NO) genereren via de induceerbare isovorm van nitric oxide (iNOS), te exploreren. Onze hypothese is dat: (A) Ml macrofagen voldoende NO produceren om de zuurstofconsumptie van nabijgelegen tumorcellen te inhiberen, en dat (B) de hierbij gespaarde zuurstof de oxygenatie en dus ook de radiorespons van hypoxische tumoren verbetert. Een in vitro 'proofof-concept' model zal bestaan uit een co-cultuur van colorectale tumor cellen (van zowel muis als humane oorsprong) met M1 macrofagen onder gelimiteerde zuurstof diffusie in een 'Tissue-Mimetic Culture System'. De kinetiek van zuurstofconsumptie zal gemeten worden m.b. v. 'fibrooptische biosensing', en gelinkt worden met de radiorespons van tumorcellen a.d.h.v. een 'colony formation assay'. voo: de in vivo validatie zal het radiosensibiliserend potentieel van CpG ODN, een klinische M1/Th1-type immunostimulator, onderzocht worden in het CT26 colorectaal kanker model bij BALB/c muizen. Dit experimenteel deel zal aangevuld worden met een translationele studie bij 115 patrenten met rectumkanker, met als doel een gedetalileerde immunotypering van het pro-Inflammatolre infiltraat te linken aan de respons op pre-operatieve radiotherapie. Organisaties:
• Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Mark DE RIDDER
Radiosensibiliserend potentieel van M1-gepolariseerde macrofagen in colorectale kanker: de rol van de door NO gemedieerde inhibitie van cellulaire respiratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Radiosensibilisatie van tumoren door geëxpandeerde T lymfocyten: NO en CO als determinanten van radiosensibiliteit via IFN-? signaaltransductie Inleiding A. Immuniteit en bestralingsgevoeligheid. Tumoren hebben vaak een gebrekkige vascularisatie waardoor ze hypoxisch zijn, wat radioresistentie en immunosuppressie in de hand werkt. Naast bacteriële immunoadjuvants (vb. CpG ODN) en antitumorale vaccins, duikt radiotherapie op als een alternatief middel om de tumorale immuniteit te bevorderen, via de creatie van een pro-inflammatoir milieu en de vrijmaking van tumor specifieke antigenen (1). De groep van Luka Milas toonde in een muis sarcoom model aan dat de toediening van CpG ODN gedurende radiotherapie niet alleen een belangrijke radiosensibilisatie veroorzaakt maar ook tumor rejectie via adaptieve T-cel reacties (2). B. Radiosensibilisatie door stikstofmonoxide (NO). Ons labo heeft het radiosensibiliserend potentieel van NO aangetoond, na vrijstelling door NOdonors en na endogene productie door het cytokine/LPS induceerbaar NOsynthase (iNOS, 3). Andere groepen beschreven een toegenomen bestralings-gevoeligheid van tumorcellen met iNOS overexpressie en chemosensibiliserende mechanismen (4,5). Wij toonden nadien aan dat lipid A en zijn derivaat OM-174, een immunoadjuvants in klinisch gebruik, hypoxische tumorcellen radiosensibiliseert via de secretie van cytokines door immuuncellen, gevolgd door iNOS inductie in tumorcellen (6-8). Deze immunoadjuvants, die derivaten zijn van bacterieel LPS, interageren met TLR4 receptoren op antigen presenterende cellen, maar niet op T cellen. Onze recente hypothese was dat de TLR4 signaaltransductie doorgegeven werd van antigenpresenterende cellen naar T cellen via de IL-2/IL-12/IL-18 cytokine cascade, en dat de geactiveerde T cellen tumorcellen radiosensibiliseren via secretie van interferon (IFN)-? en inductie van iNOS (8). Onze recente data bevestigen dat muriene CD8+ cellen, na beperkte expansie en activatie d.m.v. geïmmobiliseerde anti-CD3/CD28 antilichamen zowel een IFN-?+ fenotype als radiosensibiliserende eigenschappen hebben (9). C. NO signaaltransductie naar heme oxygenase-1 (HO-1). Het HO-1 enzym dat geïnduceerd wordt bij stress, converteert haem naar biliverdine en koolstofmonoxide (CO). Dit gen wordt frequent geïnduceerd na iNOS inductie, als beschermingsmechanisme tegen NO radicalen (10). Dezelfde beschermende effecten werden aangetoond voor de CORMs, een groep van chemische CO donors (11). HO-1 wordt eveneens geactiveerd door hypoxie-reoxygenatie, wat relevant is voor het dynamisch karakter van tumorale hypoxie, te wijten aan tijdelijke occlusies van tumorale bloedvaten en veranderingen in oxygenatie tijdens radiotherapie. Men suggereert dat CO/biliverdine aërobe tumorcellen kan beschermen tegen bestraling via anti-apoptotische mechanismen. Het valt echter niet uit te sluiten dat CO een opponerend effect heeft in hypoxie, en onder deze omstandigheden tumorcellen kan radiosensibiliseren via inhibitie van mitochondriale respiratie en bijgevolg sparen van zuurstof, een cellulair mechanisme dat beschreven werd in 1% zuurstof. D. Colorectale kanker. Preoperatieve (chemo)radiotherapie is "standard of care" in stadium II & III rectumkanker, maar is geassocieerd met acute en laattijdige graad 3 en 4 toxiciteit bij respectievelijk 27% en 14% van de patiënten. Eén manier om deze toxiciteit te verminderen is de creatie van conformele dosisdistributies die nauw aansluiten rond het planningsdoelvolume, via bv. gebruik van intensiteitsgemoduleerde radiotherapie (IMRT, 12). Image-guided radiotherapy (IGRT) laat toe om het bestraald volume omgevende organen verder te verminderen, daar het een reductie toelaat van de veiligheidsmarge die dient genomen te worden om te compenseren voor dagelijkse set-up fouten en beweging van organen (vb. Blaasvulling, 13). Wij onderzoeken in een fase II studie in hoeverre de dagelijkse implementatie van IMRT + IGRT de toxiciteit kan verminderen en of een geïntegreerde simultane bestralingsboost op de tumor, de radiosensibiliserende effecten van 5-FU kan vervangen (14). Een andere manier om de therapeutische ratio te verbeteren is gebruik te maken van specifieke eigenschappen van het tumorale micromilieu, nl. hypoxie en het proinflammatoir tumor infiltraat. Rigoureuze analyse van de operatiestukken van de Nederlandse TME studie toonde aan dat patiënten met een uitgebreid pro-inflammatoir tumor infiltraat een significant lager risico hadden voor locoregionaal herval en voor de ontwikkeling van metastasen (15). Bovendien suggereert onze experimentele data dat het pro-inflammatoir iNOS enzym kan gebruikt worden voor radiosensibilisatie. Binnen deze context is het belangrijk te benadrukken dat de functie van het darmepitheel en de ontwikkeling van colorectale kanker nauw verbonden is met de expressie van iNOS, wellicht als gevolg van de continue blootstelling aan intraluminaal LPS, aanwezig in de celwand van gram- bacteriën (16). E. Hypothese. Recente ontwikkelingen maken het mogelijk om T cellen op grote schaal ex vivo te expanderen door polyclonale stimulatie via CD3TCR (T-cel receptor), het CD28 molecule en IL-2. Deze aanpak werd ontwikkeld voor adaptieve immunotherapie 17,18). Commercieel verkrijgbare kits met CD3/CD28 beads (alternatief voor geïmmobiliseerde antilichamen) zijn verkrijgbaar voor humane en muriene T-cel expansie, al dan niet gecombineerd met priming door tumor specifieke antigenen. Wanneer deze CD4+ en CD8+ T cellen gerestimuleerd worden, vertonen ze naast IFN- ?+, een granzymeB/porfirine+ (markers van cytotoxiciteit) fenotype. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • GUY STORME • Dirk VERELLEN • Mark DE RIDDER
Radiosensibilisering van tumorcellen door stikstofmonoxide:iNOS en NF-kB als effector en regulerende determinanten van bestralingsgevoeligheid in chronische hypoxie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hypoxie-geinduceerde radioresistentie words algemeen beschouwd als een belangrijk probleem in de tumorale radiobiologie. Ons laboratorium heeft in vorige projecten de mechanismen van chemo/radioresistentie verantwoordelijk voor het falen van de conventionele radiotherapie in pancreatische tumoren onderzocht. Het radiosensibiliserend effect van natrium nitropruside (een stikstof-oxide radicaal) bij bestraling tijdens hypoxie werd aangetoond. Het hier voorgestelde project sluit verder aan op deze bevindingen en zal nagaan of stikstof-oxide apoptose kan induceren bij bestraling van hypoxische tumorcellen en zo de radiorespons kan verhogen. De hypothese is dat NO afkomstig van een NO -donor (SNP) of endogeen gevormd (iNOS) apoptose kan induceren bij hypoxische tumorcellen bij bestraling. De belangrijkste objectieven van dit project zijn te onderzoeken of NO apoptose induceert tijdens hypoxie, welke de meest potente NO donoren hiervoor zijn en of deze NO donoren de radiosensiblitiet verhogen via de inductie van apoptose. Bijkomende objectieven zijn het effect van iNOS-gegenereerde NO te onderzoeken, en na te gaan of hypoxie de expressie wijzigt gedurende apoptose. Apoptose - bemiddelde radiosensibilisering is een interessant domein, welke een nieuwe aanpak kan betekenen in de behandeling van hypoxie -geinduceerde radioresistentie. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen • Romaanse Talen
Onderzoekers: • GUY STORME • DIRK VANDEN BERGHE
Radiosensibilisering van tumorcellen door stikstofoxide. INOS en NF-KB : effector en regulerende determinant van radiorespons in chronische hypoxie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ons laboratorium heeft in het verleden het radiosensiterend effect van het stikstofoxideradicaal NO onderzocht. Wij waren de eerste die aantoonden dat induceerbaar stikstofoxide synthase (iNOS), geactiveerd dor cytokines in aeobe omstandigheden, tumor cellen kan radiosensitiseren via de productie van NO. Onze huidige werkhypothese is dat chronische hypoxie, frekwent aanwezig in soliede tumoren, iNOS gemedieerde radiesensitisering kan potentialiseren via transcriptor factor NF-kB dat specifieke bindingssites heeft ter hoogte van de propoterregio van het iNOS-gen. Het eerste deel van dit project zal zich focusseren op de iNOS-pathway in muriene EMT-6 tumorcellen in omstandigheden van chronische hypoxie. Tijdens de tweede stap zullen we onze hypothese reëvalueren op humane tuporcellijnen en zullen we trachten om nieuwe, opNO gebaseerde, radiosensitiserende strategieën op te stellen. De voornaamste doestellingen van dit project zijn dan ook a) de impact van chronische hypoxie op de functionele activiteit van BNF-kB en cytokine geïnduceerde mRNA en proteïnen expressie van iNOS na te gaan b) het effect van NF-kB inactivatie op de expressie van iNOS en de productie van NO vats te stellenc) het radiosensiteserend effect van cytokines in chronische hypoxie en bij normoxie te vergelijken. Organisaties: • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • GUY STORME
RADIOTECT Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ultra breedband radio applicatie voor het localiseren van verborgen personen en detectie van ongeautoriseerde objecten Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
RADIOTECT: ultra breedband radiotoepassing voor de lokalisatie van verborgen personen en de detectie van niet toegelaten objecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het ondersteunen van 4 KMO's in innovatie, aanpassing van hun technologie, ontwikkeling van transnationale samenwerking en de uitbreiding van hun gezamelijke relaties. Deze doelstellingenzullen bereikt moeten worden in jhet specifiek domein van de breedband radio voor de detectie van verborgen personen en objecten. De KMO wensen nieuwe producten op de markt te brengen gebruik makend van een wereldwijd gepatenteerde techniek voor ultra breedband technologie, genaamd Maximale Lengte Binaire Sequentie technologie. De KMO's hebben de ondersteuning van leidende universiteiten zoals RTD providers nodig, om de beste data extractie-technieken voor beeldvorming door wanden en kleren te ontwikkelen, om te adviseren in hardware ontwikkeling en om een zetje te geven aan het ontwikkelingsproces met hun expertise en capaciteit. De KMO's hebben zich voorgenomen om de producten te verkopen aan de veiligheids- en reddingsmarkten. De KMO's in dit project zouden moeten ondersteund worden om te helpen de Europese kapitalen in kennis en vaardigheden op het vlak van ultra breedband technologie te verzekeren, dat heeft bewezen meer en meer geschikt te zijn voor verscheidene toepassingen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
RADOX. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Stefan Janssens
Raingain. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Hydraulica
Onderzoekers: • Patrick Willems
Raising the Level of Abstraction in Behavioral Modeling, Programming Patterns and Transformations (Verhogen van het niveau van abstractie in het modelleren van gedrag, programmeerpatronen en transformaties) KU Leuven Abstract: Sinds het prille begin van software ontwikkeling, was er een niet te stoppen vraag naar hogere productiviteit, betere kwaliteit en complexere software systemen. Als het probleem, dat door het software systeem opgelost moet worden, een hoge complexiteit heeft, dan zal het oplossen onvermijdelijk ook complex zijn. Deze inherente complexiteit wordt vaak aangeduid als essenti ̈ele complexiteit. De manier waarop software ontwikkeld wordt, veroorzaakt echter ook complexiteit. Betere software ontwikkelingsprocessen en betere technieken om software te bouwen, bijvoorbeeld programmeertalen, verminderen deze complexiteit. Lagere expressiviteit en minder abstractie introduceren onnodige en vermijdbare uitdagingen wat vaak aangeduid wordt als accidenti ̈ele complexiteit.Het doel van dit werk is bij te dragen tot een reductie van accidenti ̈ele complexiteit bij het bouwen van software systemen. Verbeteringen op drie verschillende plaatsen in het ontwikkelingsproces worden Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Eric Steegmans • Geert Delanote
Raman en infrarood studie van halogeenbrug gebonden complexen opgelost in vloeibare edelgassen.
Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste doelstelling van het voorliggend project is het aantonen of al dan niet complexen gevormd worden tussen klassieke nucleofielen en verschillende halogeenhoudende verbindingen van het type CF3X, C2F3X en C2F5X (met X = Cl, Br of I).Als nucleofielen zullen moleculen, waarvan de oplosbaarheid in cryogene oplosmiddelen bewezen is, met uiteenlopende elektronendonoren ingezet worden. Naast de klassieke Lewis basen O(CH3)2, N(CH3)3 en S(CH3)2 zal gewerkt worden met CH3F en CH3Cl. Verder zullen, om inzicht te verwerven in mogelijke C-X...¿ interacties, ook complexen met C2H4, C2H2 en C6H6 onderzocht worden. Het voorkomen van eventuele complexen wordt waargenomen door het verschijnen van additionele (absorptie)banden die niet voorkomen in de spectra van de monomeren. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Dieter Hauchecorne
Raman-geinduceerde koeling in silicium-gebaseerde nanogolfgeleiders en verhoging van de Raman-efficientie via traagpropagerend licht in silicium-gebaseerde fotonische-kristal golfgeleiders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project situeert zich in het onderzoeksveld rond nonlineaire optiek, waar men licht materiaal interacties gebaseerd op een nonlineaire respons op het materiaal bestudeerd. Focus ligt op een speciale categorie van nonlineaire interactiesn namelijk Raman verstrooiing, in twee verschillende nanostructuren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Raman optisch activiteit als drijvende kracht in de verzelfstandiging van 'The European Centre for Chirality". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Wouter Herrebout • Nick Nagels • Christian Johannessen
Raman spectroscopie van structuur en kinetiek in oplossingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onze vroegere ervaring heeft aangetoond dat in een aantal gevallen de gezochte informatie niet kan bekomen worden met behulp van infraroodspectroscopie, wat meestal samenhangt met het felt dat de interessante infraroodbanden te zwak zijn om met goed gevolg gedetecteerd en gekwantificeerd te worden. Meestal biedt in die gevallen Raman spectroscopie de oplossing omwille van de vuistregel die zegt dat zwakke infraroodtransities meestal sterk zijn in Raman (en omgekeerd). Het voorgestelde onderzoek zal deze complementariteit zoveel mogelijk uitbuiten. Het project omvat twee luiken. In het eerste wordt een studie voorgesteld die aansluit bij de vroeger opgebouwde expertise van de groep cryospectroscopie en die zich situeert op het vlak van de Raman spectroscopie van zwakke intermoleculaire complexen. In het tweede luik wordt dezelfde techniek, Raman spectroscopie, gebruikt voor de optimalisatie van de reactieparameters van enkele belangrijke recente types reacties die gekatalyseerd worden door palladium- en/of koper-complexen. Dit laatste luik loopt in samenwerking met prof. dr. B. Maes van de onderzoeksgroep Organische Synthese. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Bert Maes
Raman spectroscopie van structuur en kinetiek in oplossingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project omvat twee toepassingen van Raman spectroscopie. Het eerste luik situeert zich op het vlak van intermoculaire interacties en omvat de studie van moleculaire complexen gestabiliseerd door C-Y¿X halogeen- en/of C-H¿X waterstofbruggen via oplossingen in vloeibare edelgassen. Het tweede luik omvat het gebruik van Raman spectroscopie bij de optimalisatie van de reactieparameters van organische reacties die gekatalyseerd worden door palladium- en/of kopercomplexen, en de karakterisatie van reactie-intermediaren. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Bert Maes
Rameau and Rousseau: harmony and history in the age of reason. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Pieter Bergé • Nathan Martin
Raming van de baten geleverd door het Vlaamse Natura 2000 netwerk.
Universiteit Antwerpen Abstract: Eind 2012 wil de Vlaamse overheid de habitatrichtlijngebieden op haar grondgebied definitief aanwijzen. Daarbij worden per Speciale Beschermingszone Instandhoudingsdoelen (IHD) gedefinieerd voor de Europees te beschermen habitats en soorten. Om deze IHD's te realiseren moeten de nodige maatregelen genomen worden en dit vergt investerings- en beheerkosten. Anderzijds worden ook een heel aantal baten gegenereerd. Het in kaart brengen van deze baten is het voorwerp van deze opdracht. De schatting van de baten geleverd door NATURA 2000 gebieden is zowel vereist voor het geheel van de gebieden als op site-niveau. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Raming van het gebruik van 'drugs of abuse' door middel van analyse van afvalwaters. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweedelig. Eerst zullen er geschikte analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd worden om verschillende drugs (cocaïne, amfetamine-achtigen, cannabis¿) en/of hun metabolieten in waterstalen te bepalen. Daarna zullen de concentraties gevonden in afvalwaterstalen gebruikt worden om het verbruik van drugs door de Vlaamse bevolking te schatten en in kaart te brengen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Randvoorwaarden en goede praktijken voor het (her-)organiseren en implementeren van bevolkingsonderzoek naar borst, baarmoederhals- en dikkedarmkanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Rapid manufacturing van gereedschapsgebonden producten Hogeschool Gent Abstract: Het TIS-RM project wil innovatie stimuleren bij bedrijven die betrokken zijn bij het vervaardigen of ontwerpen van producten die gereedschapsgebonden zijn. Het betreft gereedschappen voor spuitgieten, blaasvormen, dieptrekken, plooien, extrusie en andere vormen van gieten of omvormen. De producten kunnen uit kunststof of metaal zijn.De internationale concurrentiekracht van deze ondernemingen moet versterkt worden. De doorlooptijd van de gereedschapsbouw moet drastisch gereduceerd worden. Daartoe wordt gekeken naar innovatie bij de technologische aspecten van de gereedschapsbouw: materiaalgroeitechnieken zoals Selective Laser Sintering, hogesnelheidsverspanen en hard verspanen. Ook de technologie van de verwerking van de files op de computer komt aan bod: cad/cam en het converteren van de digitale formaten voor de productbeschrijving.Om een product snel te kunnen ontwikkelen, moet er ook zorg besteed worden aan de omkadering van het productieproces. Men zal er zorg voor dragen dat het product van de eerste keer aan al de noden van de klant voldoet, terwijl men voortdurend aandachtig blijft voor verbeteringen. Het gebruik van technologische methodes zoals Failure Mode and Effect Analysis (FMEA) kan hierbij een hulp zijn. Ook de organisatorische aspecten zijn belangrijk om de doorlooptijd terug te dringen. Hier kan een aanpak zoals concurrent engineering een oplossing bieden. Naast technologische bijstand in individuele ondernemingen worden ook samenwerkingsverbanden en netwerken gestimuleerd. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Ludwig Cardon
RaPiDo-Vision Guided Random Picking for industrial Robots. KU Leuven Abstract: In vele toepassingen is het zo dat de te verplaatsen producten op willekeurige, vooraf onbekende posities liggen. Voor deze toepassingen is hetinteressant om over te schakelen naar industriële robotarmen die door visiesensoren geleid worden. Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.tech.Diepenbeek
Onderzoekers: • Eric Demeester • Toon Goedemé
Rapid Speaker and Environment Adaptation in Automatic Speech Recognition- Part I: Parametric Normalization; Part II: Latent Variable Approaches (Snelle adaptatie aan spreker en omgeving in automatische spraakherkening - Deel I: parametrische normalisatie; KU Leuven Abstract: Is a subproject of BATS. This subproject focusses on:* noise robustness in indexing of audio archives* handling of accented speech for audio indexing* non-textual indexing techniques Organisaties: • Afdeling ESAT - PSI
Onderzoekers: • Hugo Van hamme • Xueru Zhang
Rapportering van habitat status via aardobservatie en classificatietechnieken (HABISTAT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gericht op het ontwikkelen van een operationele methode om vegetatietypen en -overgangen in kaart te brengen, met als einddoel de toestand van habitats te bepalen. De voorgestelde technieken zijn voldoende algemeen om gelijk welk klassificatieprobleem via aardobservatie op verschillende toepassingen te ondersteunen. Onze focus ligt echter op de rapportering van de status van habitats, met als voorname toepassing de implementatie van de Europese richtlijn rond de Natura 2000 habitats.
In aardobservatie hebben we dikwijls te maken met de beperkingen van de sensor. Er bestaat geen enkele sensor die zowel een optimale spectrale, spatiale als temporele resolutie bezit. De kartering van ecotopen is moeilijk zonder hyperspectrale data. De hyperspectrale satellitedata heft een geode ruimtelijke bedecking, maar heeft slechts een ruwe grondresolutie. Om de spatiale resolutie van satellietbeelden te verbeteren, stellen we een superresolutietechniek voor, die gebruik maakt van de complementiare informatie aanwezig in overlappende beelden. De conventionele classificatiemethoden voor de rapportering van habitats maken onvoldoende gebruik van de ruimtelijke en structurele dimensie. Een van de objectieven in dit project is juist om optimal gebruik te maken van de beschikbare sensoren. Spectrale informatie zal worden uitgebreid met ruimtelijke kenmerken (klassificatie van segmenten, contextuele kenmerken op basis van textuur). Door nabewerking van klassificatieresultaten (via clustering, regel-gebaseerde leerprocessen) zal de samenstelling van vegetatietypen worden bepaald. Dit is zowel van belang voor de diagnose van de huidige status van habitats, als voor modellering van de toekomstige evolutie ervan. Het vernieuwende aan dit voorstel is vooral de combinatie van deze verschillende technieken om de beschikbare gegevens ten volle te benutten. Meer dan een loutere verbetering van "state of the art" technieken als het inzetten van ruimtelijke kenmerken en superresolutie, wil dit project vooral het effect ervan nagaan op de nauwkeurigheid van de klassificatie. Daarbij zal het klassificatiekader worden verbeterd door de introductie van "ensemble classifiers". Het doel is daarbij om na te gaan in hoeverre dit type van classifier operationeel inzetbaar is met betrekking tot stabiliteit, nauwkeurigheid, gebruiksgemak en rekentijd. De ontwikkelde algoritmen and methoden voor de rapportering van de toestand van de habitats zullen specifiek worden geintegreerd en getest voor de rapportering van de status van Natura 2000 habitats in de "Special Areas for Conservation" (SACs). Hoewel deze proposal sterk is gericht op methodologie, spelt de eindgebruiker een voorname rol. Deze zal de ontwikkeling sturen en ook bepalen welke resultaten worden verwacht. INBO en Alterra, beide actief betrokken bij de implementatie van de EU directieve voor de rapportering van Natura 2000 habitats in het bijzonder, en de kartering van vegetatie en habitats in het algemeen, zijn ideal geplaatst om de noden van de eindgebruiker te kennen. Dit inter-disciplinair voorstel is uniek omdat het de rapportering van de status van habitats met behulp van nieuwe en vergevorderde aardobservatietechnieken op een operationele manier benadert. De eindresultaten zullen bepalend zijn voor toekomstige methoden om biodiversiteit te bepalen en habitats op te volgen. Op technisch gebied zullen de resultaten onder andere interessant zijn voor de verdere ontwikkeling van nieuwe algemenemethoden binnen het gebied van de aardobservatie. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders
Rapportering van habitat via aardobservatie en classificatietechnieken (HABISTAT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gericht op het ontwikkelen van een operationele methode om vegetatietypen en overgangen in kaart te brengen, met als einddoel de toestand van habitats te bepalen. De voorgestelde technieken zijn voldoende algemeen om gelijk welk klassificatieprobleem via aardobservatie op verschillende toepassingen te ondersteunen. Onze focus ligt echter op de rapportering van de status van habitats, met als voorname toepassing de implementatie van de Europese richtlijn rond de Natura 2000 habitats. In aardobservatie hebben we dikwijls te maken met de beperkingen van de sensor. Er bestaat geen enkele sensor die zowel een optimale spectrale, spatiale als temporele resolutie bezit. De kartering van ecotopen is moeilijk zonder hyperspectrale data. Hyperspectrale satellietdata hebben een goede ruimtelijke bedekking, maar hebben slechts een ruwe grondresolutie. Om de spatiale resolutie van satellietbeelden te verbeteren, stellen we een superresolutietechniek voor, die gebruik maakt van de complementaire informatie aanwezig in overlappende beelden. De conventionele classificatiemethoden voor de rapportering van habitats maken onvoldoende gebruik van de ruimtelijke en structurele dimensie. Een van de objectieven in dit project is juist om optimaal gebruik te maken van de beschikbare sensoren. Spectrale informatie zal worden uitgebreid met ruimtelijke kenmerken (klassificatie van segmenten, contextuele kenmerken op basis van textuur). Door nabewerking van klassificatieresultaten (via clustering, regel-gebaseerde leerprocessen) zal de samenstelling van vegetatietypen worden bepaald. Dit is zowel van belang voor de diagnose van de huidige status van habitats, als voor modellering van de toekomstige evolutie ervan. Het vernieuwende aan dit voorstel is vooral de combinatie van deze verschillende technieken om de beschikbare gegevens ten volle te benutten. Meer dan een loutere verbetering van "state of the art" technieken als het inzetten van ruimtelijke kenmerken en superresolutie, wil dit project vooral het effect ervan nagaan op de nauwkeurigheid van de klassificatie. Daarbij zal het klassificatiekader worden verbeterd door de introductie van "ensemble classifiers". Het doel is daarbij om na te gaan in hoeverre dit type van classifier operationeel inzetbaar is met betrekking tot stabiliteit, nauwkeurigheid, gebruiksgemak en rekentijd. De ontwikkelde algoritmen en methoden voor de rapportering van de toestand van habitats zullen specifiek worden geintegreerd en getest voor de rapportering van de status van Natura 2000 habitats in de "Special Areas for Conservation" (SACs). Hoewel deze proposal sterk is gericht op methodologie, speelt de eindgebruiker een voorname rol. Deze zal de ontwikkeling sturen en ook bepalen welke resultaten worden verwacht. INBO en Alterra, beide actief betrokken bij de implementatie van de EU directieve voor de rapportering van Natura 2000 habitats in het bijzonder, en de kartering van vegetatie en habitats in het algemeen, zijn ideal geplaatst om de noden van de eindgebruiker te kennen. Dit interdisciplinair voorstel is uniek omdat het de rapportering van de status van habitats met behulp van nieuwe en gevorderde aardobservatietechnieken op een operationele manier benadert. De eindresultaten zullen bepalend zijn voor toekomstige methoden om biodiversiteit te bepalen en habitats op te volgen. Op technisch gebied zullen de resultaten onder andere interessant zijn voor de verdere ontwikkeling van nieuwe algemene methoden binnen het gebied van de aardobservatie. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde
Onderzoekers: • Jianglin MA • FRANK CANTERS • Cheung Wai CHAN
Rapport project nieuwe gevangenissen
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' KONING BOUDEWIJNSTICHTING' hebben voor het project ' Rapport project nieuwe gevangenissen' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • KRISTEL BEYENS
RASCOMBAT. KU Leuven Abstract: Combat Cognitive and Behavioral Deficits in RASopathies. Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Eric Legius
RASTANEWS. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economische Geschiedenis Leuven
Onderzoekers: • Erik Buyst
Rational Design of Foamed Materials : Rheological and Interfacial Aspects (Rationeel ontwerp van geschuimde materialen: reologische en interfase effecten) KU Leuven Abstract: 12.0pt;mso-ansi-language:NL" lang="NL">Deze doctoraatsthesis onderzoekt de factoren die destabiliteit van schuimen en emulsies bepalen. Schuimen en emulsies komen voor in diverse producten en toepassingen zoals slagroom, verf, afwasmiddelen, isolatiemateriaal en bijvoorbeeld bij het blazen van zeepbellen. Zeepbellen worden gevormd door lucht in een dunne waterfilm te blazen totdat de waterfilm zichzelf sluit. Zo krijgen we een luchtbel die omsloten is door een dunne waterfilm in lucht. Lichtreflectie doorheen deze dunne waterfilmen zorgt ervoor dat de bellen er kleurrijk kunnen uitzien.Die kleuren zijn niet alleen mooi, maar zij kunnen ook gebruikt worden om de dikte van de waterfilm rond de luchtbel te bepalen. Het is echter zo dat we geen stabiele bellen kunnen blazen van zuiver water, maar dat we een surfactantoplossing, vaak een zeepoplossing, nodig hebben. Een zeepoplossing bevat bipolaire moleculen die uit een hydrofiel en hydrofoobdeel bestaan. Daardoor zullen ze zich aan de int Organisaties: • Afd. Soft Matter Reologie en Technologie
Onderzoekers: • Jan Vermant • Rob Van Hooghten
Rational design of microporous conjugated polymers for membrane applications KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Polymeerchemie en -materialen
Onderzoekers: • Ivo Vankelecom • Eric Nies • Guy Koeckelberghs • Michael Wübbenhorst
Rationale Krylov methodes voor niet-lineaire eigenwaardenproblemen KU Leuven Abstract: The aim of the PhD project it to develop, analyze and apply new numerical methods for the analysis and control of large-scale nonlinear dynamical systems, which are explicitly or implicitly based on low-order approximations. The approach is at the intersection of numerical linear algebra and optimization, and relies on embedding nonlinear problems into infinite-dimensional linear problems, projection techniques (in particular rational Krylov methods) and solving large-scale Lyapunov equations. Applications are mainly envisaged in the area of systems and control. Particular attention will be paid to distance problems in linear algebra, which lie at the basis of robust control. Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Karl Meerbergen • Wim Michiels • Roel Van Beeumen
Rationale modellering : optimale conditionering en stabiele algoritmen. Universiteit Antwerpen Abstract: Veel toepassingen kunnen geformuleerd worden als een benaderingsprobleem: voor gegeven data moet een model gevonden worden dat deze data "volgt" .Daarenboven worden voor veel van die benaderingsproblemen rationale modellen gebruikt. We denken hierbij, zonder volledig te \villen zijn, aan signaal- en beeldverwerking, vormreconstructie, computer graphics, de berekening van prestatiematen in de telecommunicatie, electromagnetische metamodellen , de optimalisatie van economische modellen , CAD/CAM, quantum computing enz. Voor verschillende van deze rationale modelleringsproblemen hangen de data af van meerdere veranderlijken of/en zijn de data op zich matrices van waarden. Dl. De data Hoe goed het model aan de opgelegde voorwaarden, voortkomend uit de data, moet voldoen, hangt af van de context. Bij minder nauwkeurige data, zoals deze afkomstig van metingen onderhevig aan ruis, moeten zelfs niet noodzakelijk alle gegevens gebruikt worden. Bij een continu benaderingsprobleem wordt de aansluiting van het model aan de gegevens gemeten met behulp van een functienorm. In weer an- dere omstandigheden kunnen discrete data zeer nauwkeurig berekend worden, maar soms ten koste van een erg rekenintensief proces. Een mogelijke rol van het model is dan om een voldoende nauwkeurige maar vereenvoudigde voorstelling van dat numeriek proces te geven. AIs de datapunten
slechts geleidelijk aan beschikbaar worden, dan kunnen ze op een recursieve manier aan het modelleringsprobleem toege- voegd worden. In alle gevallen speelt ook een rol of de datapunten vastliggen of hun locatie tijdens de berekeningen kan gekozen worden. D2. Het model Blijft nog over, de keuze van het model. De parameters van bet model worden berekend uit voorwaarden die volgens een gekozen criterium bet modelleren van de data vertolken. Veeltermen en splines zijn als model redelijk populair en eenvoudig te gebruiken. In de context van een toe passing waarbij een bepaald asymptotiscb gedrag gemodelleerd moet worden, zijn nocb veeltermen nocb splines ecbter bruikbaar omdat zij steeds naar oneindig gaan. Zij kunnen evenmin drastiscbe wijzigingen in de functiewaarde vat ten. In deze omstandigbeden is het gebruik van rationale modellen aan te raden. Wanneer geen specifiek gedrag vereist wordt, vereenvoudigt daarenboven bet rationale model zicb tot een polynomiaal model. In een line air dynamisch systeem, varierend in de tijd, evolueren de coefficienten van bet model in de tijd. Op die manier wordt een 1-dimensionaal probleem soms boger-dimensionaal. Organisaties: • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Brigitte Verdonk • Annie Cuyt
Rationalisatie van farmacotherapie in een oudere populatie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Gerontologie en Geriatrie
Onderzoekers: • Jos Tournoy • Johan Flamaing • Isabel Spriet • Lorenz Van der Linden
Rationalizering van collectief keuzegedrag Universiteit Gent Abstract: Het project zoekt voorwaarden waaraan geobserveerde keuzen moeten voldoen opdat zij kunnen voortgebracht worden door een bepaalde veronderstelling over collectief gedrag. Zo wordt, bijvoorbeeld, nagegaan onder welke voorwaarden het resultaat van een spel de uitkomst kan zijn van individueel optimerend gedrag, waarbij de niet coöperatieve interactie van de spelers wordt beschreven als een Nash evenwicht. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Rationeel emulsiedesign met het oog op de verbetering van de nutritionele en organoleptische kwaliteit van graangebaseerde levensmiddelen. KU Leuven Abstract: Er wordt steeds meer tijd en moeite geïnvesteerd in de zoektocht naar gezondheidsbevorderende levensmiddelen. De incorporatie, bescherming ofin situ productie van bioactieve componenten in levensmiddelen met het oog op het verbeteren van hun nutritioneel profiel én met behoud van hun organoleptische kwaliteit vormt hierbij een complexe uitdaging. Rationeel design van emulsies biedt op dit vlak perspectieven, hoewel conventionele emulsies vaak niet erg stabiel zijn. Het rationeel ontwerpen vangestructureerde emulsies met verbeterde stabiliteit en op maat gemaaktefunctionaliteit heeft reeds zijn nut bewezen bij het verbeteren van hetnutritioneel profiel en de algemene productkwaliteit van vloeibare levensmiddelen. Het is mogelijk om bioactieve en functionele agentia tijdens de productie en vertering van dergelijke levensmiddelen te beschermenof zelfs gecontroleerd vrij te stellen. Rationeel emulsiedesign voor gebruik in droge (graangebaseerde) levensmiddelen daarentegen is een nogg Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Jan Delcour
Rationeel energieverbruik omtrent: De aanwending van elektrische en hybride voertuigen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rationeel energieverbruik omtrent: De aanwending van elektrische en hybride voertuigen Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • GASTON MAGGETTO • JOERI VAN MIERLO
Rationeel gebruik van bestaande en nieuwe methodologieën in scheidingstechnieken Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de scheidingstechnologie kunnen een aantal technieken onderscheiden worden, zoals High Performance Liquid Chromatography (HPLC) en Capillaire Electroforese (CE), die frequent gebruikt worden in de farmaceutische en chemische analyse. Nieuwe ontwikkelingen worden continu geintroduceerd. Zo worden b.v. nieuwe types stationaire fase voor HPLC ontwikkeld, nieuwe chirale selectoren voor chirale scheidingen in CE gesynthetiseerd, terwijl van het meest courant gebruikte type stationaire fase er zowat 600 merken op de markt zijn, die een sterk verschillende selectiviteit vertonen wat de selectie van een geschikte fase niet evident maakt. Ook op het niveau van de technieken ziet men een aantal ontwikkelingen. Zo is er de tendens om enerzijds de technieken te miniaturiseren (b.v. ontwikkeling van Shear-driven Chromatography, SDC) en anderzijds om de analysetijden te minimaliseren (b.v. door gebruik van korte kolommen). Shear-driven Chromatography (SDC) is gebaseerd op het gebruik van kolommen met een zgn. flat-rectangular cross-section, en bestaat uit twee, niet-verbonden delen: één deel dat de stationaire fase draagt en immobiel gehouden wordt, en een tweede deel dat beweegt t.o.v. het stationair gedeelte. Het doel van het project is om de appliceerbaarheid en het rationeel gebruik van een aantal nieuwe ontwikkelingen te bestuderen. Het onderzoek in dit project focust op het potentieel gebruik van macrocycles in de scheidingstechnologie, b.v. in HPLC en CE. Ze zullen eveneens chemisch gebonden worden aan een silica support om een stationaire fase te vormen die zowel in HPLC als in SDC gebruikt wordt, terwijl in CE ze in vrije vorm gebruikt zullen worden in de buffer. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • GINO BARON
Rationeel ontwerp van innovatieve food grade proteïne-gebaseerde nanopartikels voor de encapsulering van hydrofiele (bio-)actieve moleculen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Jan Delcour • Iris Joye
Rationeel ontwerp van mesoporeuze koolstof-adsorbentia voor de verwijdering vna organische polluenten uit water Universiteit Gent Abstract: De recente ontwikkelde geordende mesoporeuze koolstofmaterialen (OMC?s) via de organisch-organisch zachte templaat methode (gemakkelijk en duurzaam procedé), zijn potentiële kandidaten voor de volgende generatie van goedkope, maar uiterst efficiënte adsorbentia ter verwijdering van organische polluenten. Het effect van de adsorptiekarakteristieken, m.n. porievolume, poriediameter, symmetrie, specifiek oppervlak en functionele groepen op het oppervlak, van deze OMC?s op het adsorptiegedrag is tot op heden enkel op een kwalitatieve manier bestudeerd. Dit project gaat uit van een kwantitatieve benadering van de adsorptiekarakteristieken. Hiertoe zullen OMC?s met verschillende adsorptiekarakteristieken gesynthetiseerd worden door te variëren in carbonisatietemperaturen, door gebruik te maken van verschillende templaten, van verschillende koolstofprecursoren en met/zonder functionalisatie. De adsorbaten zijn organische modelmoleculen met verschillende grootte, polariteit en functionele groepen, zoals bisfenol A, carbamazepine en 17-beta-estradiol-acetaat. Deze modelmoleculen zijn polluenten welke behoren tot de zogenaamde ?emerging pollutants? welke volgens de Kaderrichtlijn Water tegen 2015 moeten verwijderd worden uit water. Van de gesynthetiseerde adsorbentia zullen eerst de significante adsorbenskarakteristieken, i.e. de adsorbensdescriptoren, bepaald worden door screening. Vervolgens zullen het evenwicht en de kinetiek van het adsorptieproces opgemeten en gemodelleerd worden. In de modelparameters zullen de adsorbensdescriptoren en adsorbaatkarakteristieken opgenomen worden. Met behulp van deze modellen worden de geschikte descriptorwaarden bepaald die corresponderen met het ideale adsorbens voor een optimale werking. Finaal zullen deze adsorbentia gesynthetiseerd en gevalideerd worden. Organisaties: • Vakgroep Industriële Technologie en Constructie
Onderzoekers: • Jeriffa De Clercq
Rationeel ontwerp van microporeuze katalysatoren via moleculaire modellering Universiteit Gent Abstract: Studie voor het MTO-proces van de specifieke rol van het omliggende rooster op de reactiviteit, en van manipulaties door variaties in topologie, door wijzigingen in compositie of door lokale modificaties aan het rooster met het inbouwen van bepaalde functionaliteiten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Michel Waroquier • Veronique Van Speybroeck
Rationeel ontwerp van nieuwe antibiotica op basis van tRNA synthetase inhibitoren KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Arthur Van Aerschot • Stephen Weeks
Rationeel ontwerp van tRNA synthetase inhibitoren ter ontwikkeling van nieuwe antibiotic. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Arthur Van Aerschot • Sergei Strelkov
Rationeel voorschrijven van antibiotica bij acute rhinosinusitis : evaluatie van de impact en kosten van implementatiestrategieën uitgaande van een multidisciplinaire evidence-based richtlijn. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project ligt in de lijn van de Commissie voor de Coordinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC, FOD Volksgezondheid), m.n. een doelmatig gebruik van antibiotica. Het voorgelegde project wordt ingediend door de twee Vlaamse universiteiten die zich hebben onderscheiden in het exploreren, beschrijven en optimaliseren van het voorschrijven van antibiotica voor luchtweginfecties in het kader van de alarmerend toenemende antimicrobiele resistentie. Zoals (uit de referenties) zal blijken, brachten we het huidige voorschrijfgedrag voor o.a. acute keelpijn, acute hoest en acute rhinosinusitis in kaart, liggen we aan de basis van de ontwikkeling van 'evidence based' richtlijnen 'voor goede medische praktijk', resp. 'voor het goed gebruik van antibiotica' voor deze aandoeningen, en vonden we aanwijzingen dat het implementeren van aanbevelingen in de huisartspraktijk door middel van onafhankelijke artsenbezoekers effectief kan zijn om 'antibiotica minder vaak en beter' te gebruiken in Vlaanderen. Ons eerder klinisch onderzoek werd ook moeilijk door sponsors zoals de farmaceutische industrie gesteund gezien onze vraagstelling niet direct een onmiddellijk commer- cieel of promotioneel karakter heeft. We laten ons bijstaan door Flora Haaijer-Ruskamp van de Universiteit van Groningen, die in dit domein reeds jaren onderzoek verricht. Organisaties:
• Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Paul Van Royen
Rationele en plaatsspecifieke beheersing van schurft bij appel KU Leuven Abstract: De algemene doelstelling is te komen tot een rationele en plaatsspecifieke bestrijding van schurft op basis van doelgerichte monitoring van de initiële sporendruk in de aangetaste bladeren van vorig seizoen, het resistentieniveau van de initiële schurftpopulatie voor bepaalde fungicidenen de actuele ascosporenuitstoot op een perceel. Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Johan Keulemans
Raymond M. Lemaire en het behoud van de oude stad: historische en kritische benadering van zijn Belgische projecten in een internationaal perspectief. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc Verpoest
RDCO-Strategische beleidssteun voor post-conflict reconstructie in D.R. Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: RDCO-Strategische beleidssteun voor post-conflict reconstructie in D.R. Congo. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Tom De Herdt
R&D location decisions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • N. N. • Rene Belderbos
Reactief magnetron sputterdepositie: een hybride model en haar experimentele verificatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project "Reactief magnetron sputterdepositie: een hybride model en haar experimentele verificatie" heeft tot doel de ontwikkeling van een hybride model voor de beschrijving van het reactief sputter proces. Dit doel zal o.a. bereikt worden door een combinatie van simulaties en experimenten. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Reacties op en doelmatigheid van angstprikkels in reclame en sensibiliseringscampagnes. Modererende factoren binnen het Extended Parallel Process Model. Universiteit Antwerpen Abstract: Reacties op en doelmatigheid van angstprikkels in reclame en sensibiliseringscampagnes. Modererende factoren binnen het Extended Parallel Process Model. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
Reacties op verschillende reclamestrategieën voor verscheidene merkstrategieën bij nieuwe productintroducties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel onderzoek te verrichten naar de impact van verschillende soorten reclamestrategieën (rationeel, emotioneel, en gemengd emotioneel) voor nieuwe productintroducties (lijnextensie, merkextensie en nieuw merk). Hierbij worden de persoonlijkheidskenmerken van het doelpubliek in acht genomen. Het onderzoek situeert zich dus binnen het kader van consumentengedrag, reclame en merkenbeleid. In eerste instantie zal de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten bestudeerd worden. Hierbij zal speciale aandacht geschonken worden aan gemengde emoties in reclame. In een tweede fase zal de modererende rol van bepaalde persoonlijkheidskenmerken op de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten worden nagegaan. Tot slot zal gepeild worden naar het effect van herhaling op de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Nathalie Dens
Reacties op verschillende reclamestrategieën voor verscheidene merkstrategieën bij nieuwe productintroducties.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel onderzoek te verrichten naar de impact van verschillende soorten reclamestrategieën (rationeel, emotioneel, en gemengd emotioneel) voor nieuwe productintroducties (lijnextensie, merkextensie en nieuw merk). Hierbij worden de persoonlijkheidskenmerken van het doelpubliek in acht genomen. Het onderzoek situeert zich dus binnen het kader van consumentengedrag, reclame en merkenbeleid. In eerste instantie zal de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten bestudeerd worden. Hierbij zal speciale aandacht geschonken worden aan gemengde emoties in reclame. In een tweede fase zal de modererende rol van bepaalde persoonlijkheidskenmerken op de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten worden nagegaan. Tot slot zal gepeild worden naar het effect van herhaling op de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Nathalie Dens
Reactieve atmosferische plasmaverwerking - eDucation netwerk (RAPID). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
REACTION - Remote Accessibility to Diabetes Management and Therapy in Operational healthcare Networks Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt het onderzoeken en ontwikkelen van een intelligent dienstenplatform dat professionele monitoring en therapie management kan bieden aan diabetes patiënten in verschillende gezondheidsinstellingen verspreid over de EU Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Eugenio MANTOVANI • Paul QUINN • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
Reactivering van de p53-signalisatie tijdens combinatorische melanoma therapie Universiteit Gent Abstract: Hoewel de relevantie van p53 tumorsuppressor signalisatie voor de etiologie van melanomen onduidelijk is, toonden recente data dat p53 in ongeveer 65% van alle melanomen functioneel geïnactiveerd is door verhoogde expressie van MDM4. In dit project willen we de mechanismen blootleggen die leiden tot verhoogde MDM4 expressie en dit door MDM4-associërende eiwitten in melanomen te identificeren. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Reactivering van de p53-signalisatie tijdens combinatorische melanoma therapie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Moleculaire Kankerbiologie
Onderzoekers: • Jean-Christophe Marine
Reactiviteit aan de interfase tussen een vloeistof en een vaste stof. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Steven De Feyter • Jan Plas
Reactiviteit aan het vloeistof/vaste stof grensvlak: van nano tot macro. KU Leuven Abstract: Dit project handelt over 'reactiviteit' van moleculen in monolagenaan het grensvlak tussen een vloeistof en een vaste stof. Scanning probe microscopie, en meerbepaald scanning tunneling microscopie zullen ingezet worden niet alleen om reactiviteit op nanometerschaal in beeld te brengen, maar ook om lokaal reacties te induceren. Chemische gevoeligheid op nanometerschaal wordt nagestreefd via lokale Raman spectroscopie. De doelstelling van het project is om meerbepaald de reactiviteit van nanoporeuze moleculaire netwerken aan oppervlakken te evalueren, ondermeer voor het maken van twee-dimensionale polymeren, en om de nanoporiën te gebruiken als nanoreactievaten. De mogelijkheden die combinatoriële chemie biedt zullen onderzocht worden. In een laatste fase van het project wordt aandacht besteed aan de opschaling van de reacties. Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Steven De Feyter • Hiroshi Ujii • Matthew Blunt
Reactor bypass Universiteit Gent Abstract: The effects of reactor bypass are investigated. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Reading Aristotle in Leuven. Continuity and innovation in Peter de Rivos commentaries on "De anima" and "De sensu et sensato" KU Leuven Abstract: Starting from the critical edition of Peter de Rivo#s commentaries on Aristotle#s «De anima» and «De sensu et sensato», a study on the reception of the soul-body problem in the newly formed University of Leuven, in order to shed light on a rather unknown chapter of the late medieval tradition of Aristotelian psychology, and to offer a better understanding of the intellectual climate of fifteenth century Europe. Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Andrea Robiglio • Violet Soen • Russell Friedman • Serena Masolini
Realisatiefase van de nieuwe studierichting toerisme-ontwikkeling aan de University of the Western Cape. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijs-ondersteuning bij de opstarting van een nieuw curriculum dat samen met de VUB werd ontworpen aan de University of the Western Cape. Deze realisatiefase omvat voornamelijk de verzorging van lessenreeksen met verstrekking van ondersteuning aan de toekomstige lokale docenten ( teaching the teachers ) en verstrekking van studiemateriaal met het oog op de continuïteit van het programma. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • WILLEM VAN DEN PANHUYZEN
Realisatie onderzoeksrapport Gender en tijdsbesteding" en een bijdrage aan de publicatie "Vrouwen mannen in België. Genderstatistieken en genderindicatoren" Editie 2008. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We koesteren graag het beeld dat hedendaagse vrouwen en mannen zich hebben bevrijd uit hun traditionele keurslijf, dat de traditionele rollenpatronen met sterk verschillende gedragsvoorschriften voor vrouwen en mannen in grote mate verleden tijd zijn. Vrouwen hebben nu ook alle kansen om te studeren en carrière te maken en mannen helpen zonder schroom in het huishouden. Nieuwe mannen, zorgende vaders en lieve mama's die het moederschap combineren met een veeleisende carrière zijn de nieuwe cultuurhelden van onze tijd. Ze voeden het idee dat de gedragspatronen van vrouwen en mannen sterk naar elkaar zijn toegegroeid, dat de kloof tussen de leefwereld van vrouwen en mannen erg klein geworden is. Populaire denkbeelden, metaforen, iconen en helden zijn belangrijke signalen die een beeld geven van opvattingen, houdingen en verzuchtingen, ze mogen echter niet verward worden met feitelijke gedragingen of reële omstandigheden. In deze bijdrage gaan we na in welke mate de tijdsbesteding en taakverdeling van vrouwen en mannen daadwerkelijk naar elkaar zijn toegegroeid. Daarvoor analyseren we niet wat vrouwen en mannen daarover denken of vertellen, maar proberen we een zicht te krijgen op hoe ze zich in hun dagelijks leven gedragen. Om een realistisch en vrij genuanceerd beeld van het dagelijks handelen van vrouwen en mannen te vormen, maken we gebruik van het tijdsbestedingsonderzoek 2005 (TBO'05) dat werd uitgevoerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) van de FOD Economie. Voor dit onderzoek hielden 6.400 Belgen vanaf 12 jaar uit 3.474 huishoudens gedurende 2 dagen hun tijdsbesteding bij in een dagboekje. Een gelijkaardig onderzoek werd uitgevoerd in 1999 en de cijfers zijn ook vergelijkbaar met Belgische tijdsbestedingsgegevens uit 1966. Daar waar mogelijk en opportuun gebruiken we deze gegevens om trends in de tijd te analyseren. Het tijdsbestedingsonderzoek uit 1999 heeft betrekking op 8.382 Belgen van 12 jaar of ouder, uit 4.275 gezinnen. De dataset uit 1966 bevat gegevens van 2.077 Belgen tussen 19 en 65 jaar. De onderzoeksgroep TOR van de Vrije Universiteit Brussel analyseerde de tijdsbestedingsgegevens. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Theun-pieter VAN TIENOVEN
Realisatie van 2K spuitgietproducten en -processen van rubbers met thermoplasten KU Leuven Abstract: Twee componenten (2K) spuitgieten is een productieproces dat twee materialen combineert in één productieproces zonder bijkomende assemblagestap. Vooral 2K spuitgieten met thermoplasten wordt reeds veel toegepast in de industrie. Daarnaast is de combinatie van een zacht rubberachtig materiaal met een stijver materiaal een veelal gebruikte toepassing zoals bij tandenborstels of de handgreep van gereedschap. Het rubberachtig materiaal is in deze gevallen een thermoplastisch elastomeer. Voor hoogwaardige toepassingen waar chemische resistentie, langdurig gebruik of specifieke mechanische eigenschappen vereist zijn, voldoet een thermoplastisch elastomeer niet. Een rubber kan dan een oplossing bieden. 2K spuitgietenvan een thermoplast met een rubber is tot op heden nauwelijks onderzocht. Dit doctoraat heeft tot doel om dergelijke 2K spuitgietprocessen technologisch te realiseren. Nadien zullen de mogelijkheden van deze techniek in samenwerking met industriële partners onderzocht worden voor Organisaties: • Faculteit Wetenschappen • TC Materialentechnologie Diepenbeek
Onderzoekers: • Albert Van Bael • N. N. • Frederik Desplentere • Jozefien De Keyzer
Realisatie van de administratief-logistieke component van een internationale knooppuntfunctie in het onderzoeksdomein neuro-informatica. Universiteit Antwerpen Abstract: Realisatie van de administratief-logistieke component van een internationale knooppuntfunctie in het onderzoeksdomein neuroinformatica. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Realisatie van de beleidsaanbevelingen van de studie ?Toestandsbeschrijving van de Volkstuin in Vlaanderen vanuit een sociologische en ruimtelijke benadering? Universiteit Gent Abstract: Het project doorloopt drie fasen: - Een behoeftebepaling aan volkstuinparken in een beperkt aantal kleine gemeenten en de opmaak van een inventaris van knelpunten van bestaande volkstuinparken- De opmaak van een handleiding ter verwezenlijking en gebruik van een volkstuinpark- Een toetsing van de handleidingen aan een praktijkvoorbeeld in een landelijke gemeente. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Realisatie van een Europees Netwerk in Biodosimetrie (RENEB) Universiteit Gent Abstract: het doel van RENEB is om een duurzaam Europees Netwerk in biologische dosimetrie uit te bouwen. Hiervoor werden 23 organisaties met de nodige expertise uit 16 landen geselecteerd via de TENEB ?survey?. Dit netwerk zal een hoge efficiëntie garanderen in de verwerking en het rapporteren van betrouwbare resultaten die dan zullen geïmplementeerd worden in het EU ?emergency? management in het geval van grootschalige stralingsaccidenten. Een goed georganiseerd netwerk waarbij verschillende EU laboratoria betrokken zijn biedt de enige kans voor een snelle en betrouwbare dosisinschatting in het geval van een dergelijke grootschalige noodsituatie. Organisaties: • Vakgroep Medische Basiswetenschappen
Onderzoekers: • Anne Vral
Realisatie van een interactief anti-tabak voorlichtingspakket voor scholieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft als doel om een interactief antirookpakket voor scholen te ontwikkelen. Het einddoel van het project is om Vlaamse (schoolgaande) jongeren op een zeer gerichte en direct manier van het roken af te houden. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon
Realisatie van een realtime adaptief MIMO antennesysteem Hogeschool Gent Abstract: Bij MIMO (Multiple Input - Multiple Output) antennesystemen wordt bij zenden en ontvangen een rooster van antennes gebruikt. Door het kiezen van het juiste amplitude- en faseverband tussen de verschillende signalen is het mogelijk om aan bundelsturing te doen, waardoor de communicatie in een welbepaalde voorkeurrichting verloopt en dit zowel bij zenden als ontvangen. Door het toepassen van bundelsturing wordt als het ware een ruimtelijk kanaal gecreëerd waardoor de capaciteit van een netwerk kan vergroten zonder dat er extra bandbreedte nodig is. Dit principe kan werken voor meerdere signalen in verschillende richtingen op hetzelfde antennerooster. Bovendien neemt de signaalkwaliteit toe in vergelijking met het gebruik van één enkele omnidirectionele antenne. Bij toepassing van bundelsturing in combinatie met mobiele gebruikers is de richting op voorhand niet gekend. Die richting kan geschat worden op basis van de amplitudes en fases van de signalen die op de verschillende antennes ontvangen worden. Dit wordt DOA schatting genoemd, ofwel direction of arrival estimation. Bij mobiele gebruikers kan de aankomstrichting op korte tijd sterk variëren omdat er, vooral in een stedelijke omgeving, veel reflecties op gebouwen voorkomen. Een realtime bundelsturingssysteem zal dus zeer snel opeenvolgende schattingen moeten kunnen maken van de aankomstrichting om de communicatiekwaliteit optimaal te houden. Bij mobiele gebruikers stelt zich ook het probleem van snelle fading van de signalen. Terwijl de gebruiker zich verplaatst, varieert de signaalsterkte drastisch. Dit effect wordt veroorzaakt door de soms constructieve, soms destructieve interferentie van de verschillende gereflecteerde signalen die het antennesysteem bereiken. Bij het gebruik van een antennerooster zal het signaal niet op alle antennes even sterk zijn en kunnen we de signalen op een manier combineren zodat de fading minder hinderlijk is dan bij het gebruik van één antenne. We noemen dit spatial diversity. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Elektronica
Onderzoekers: • Jo Verhaevert • Patrick Van Torre
Realisatie van een wetenschapswinkel en deelname aan de wetenschapsweek (ed. 2006/2008) Universiteit Gent Abstract: Het project betreft geen onderzoek, maar de uitvoering van activiteiten in het kader van wetenschapscommunicatie. Verplichte activiteiten zijn de realisatie van een wetenschapswinkel, een "virtuele" winkel waar non-profitorganisaties terecht kunnen voor gratis (of goedkoop) onderzoek en advies, en de deelname aan de Vlaamse wetenschapsweek. De andere activiteiten zijn vrij te kiezen door de UGent. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Kristof De Moor
realisatie van het federaal jaarboek 2014 - armoede in België
Universiteit Gent Abstract: De federale overheid, en in het bijzonder de POD MI, heeft een instrument nodig voor de evaluatie en analyse van de stand van zaken en de beleidsmaatregelen in verband met armoede en sociale uitsluiting wat de federale bevoegdheden betreft. Een eerste jaarboek werd gepubliceerd in 2012, een tweede in 2013. Het jaarboek 2014 zal de nadruk leggen op de stand van zaken in heel België en op de federale bevoegdheden en hun gevolgen voor de armoede en de sociale Zekerheid, Justitie, Gezinsbeleid, Beleid inzake personen met een handicap, Economie en Financiën, Stedenbeleid, Migratie. Concrete thema's zijn bijvoorbeeld de gezondheid, schuldbemiddeling, kinderarmoede, sociale rechten, huisvesting, integratiebeleid, participatie, mobiliteit, actieve insluiting en het recht op sociale integratie. In de editie van 2014 gaat de aandacht in eerste instantie naar een adequaat socialebeschermingssysteem, waarin de strijd tegen de sociale fraude gecombineerd wordt met de onderbescherming Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
Realisatie van micro-spuitgietproducten door optimalisatie van ontwerp, matrijs en proces Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Ludwig Cardon
Realisatie van onderzoeksmogelijkheden naar ulterieure trajecten en tendensen bij ex-aanvragers van een regularistie. (ROUTE) Universiteit Antwerpen Abstract: Realisatie van onderzoeksmogelijkheden naar ulterieure trajecten en tendensen bij ex-aanvragers van een regularistie. (ROUTE) Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Realisatoren. De opkomst van de architecten tussen crisis en reconstructie. Centraal-Europa 1910-1950 (Diltheyfellowship-VolkswagenStiftung). KU Leuven Abstract: Dit project onderzoekt de opkomst van modernistische architecten rond de periode van de Eerste Wereldoorlog. De aandacht ligt hierbij niet op architecturale stijlkenmerken, maar op de expertenrol die architecten konden vervullen. Geografisch ligt de focus op Centraal-Europa, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan landen die na de Wereldoorlog ontstonden of nieuwe grenzen kregen. Voor deze landen is het bijzonder duidelijkdat modernistische architecten een ruime maatschappelijke invloed uitoefenden, die ver voorbij het specifieke domein van het bouwen ging. De historisch unieke situatie van de nieuw opkomende landen biedt ongetwijfeld inzichten in de relatie tussen experten, de staat en de maatschappij. Deze Centraal-Europese landen steunden sterk op modernistische architecten om hun nieuwe hoofdsteden vorm te geven, en om hun nieuwe openbare gezondheids- en huisvestingsinfrastructuur te ontwerpen. In deze beleidsdomeinen vervulden architecten een doorslaggevende rol, die cruciaal Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Martin Kohlrausch
Realisering van netwerkactiviteiten in het domein van "multiple partonic interactions (MPI)". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Belspo. UA levert aan Belspo de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Nick Van Remortel
Realistic 3D Modeling of Solar Prominences. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Rony Keppens • Chun Xia
Realistische evaluatie van zeer laag energieverbruik reversibele ge"integreerde circuits Universiteit Gent Abstract: Reversibel rekenen is een belangrijke stap in de studie van kwantumcomputer-technologie"en. Ons doel is tweeledig: 1. Studie, met metingen op echte reversibele chips, van de impact van de reductie der afmetingen op verbruik en performantie. Na onderzoek van de technologische nodes van 350 en 130 nanometer, mikken wij op de 65 nanometer node. 2. Ontwikkeling van een poort-bibliotheek voor laag energieverbruik, voor elk van de technologische nodes. Organisaties:
• Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Stéphane Burignat
Realizeren van een paradigmashift in gaschromatografie: verbetering van de detectiegevoeligheid en scheidingssnelheid door middel van geordende micro-pillaarkolommen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project proberen we de detectiegevoeligheid en scheidingssnelheid te verbeteren door gebruik te maken van geordende micropillaarkolommen in gaschromatografie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GERT DESMET
Real-time 3D monitoren en modelleren van vorstschade in beton en sedimentaire gesteenten. Universiteit Gent Abstract: Dit project richt zich op de kinetiek van ijskristallisatie in poriën door middel van zowel experimenten als modellering. Ijskristallisatie processen worden onderzocht via µCT, terwijl mechanische schade gevolgd wordt op poriënniveau onder gecontroleerde temperatuur en/of druk. Experimenten op poriënniveau en externe mechanische schade zullen voor het eerst aan elkaar gekoppeld worden. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Veerle Cnudde
Real Time Automated Media Production (RAMP). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FranItalCo Kulak
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker • Piet Desmet
Real-Time Finite Element Modeling using Parallel Processing Technologiesfor Support during Medical Procedures (Realtime eindige elementen modellering met behulp van parallelle verwerkingstechnologieën voor ondersteuning tijdens medische procedures) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Jozef Vander Sloten • Nele Famaey • Vukasin Strbac
Realtime lokalisatie systeem voor populatie-onderzoek van kleine vogels. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt een nieuw real-time plaatsbepalingssysteem ontwikkeld voor het grootschalig monitoren van bewegingen van kleine vrijlevende vogels. De uiteindelijke doelstelling is om goedkope geminiaturiseerde tags te ontwikkelen (max 1g gewicht) die spatiale informatie via ontvangsmodules op het terrein doorzenden naar een centraal ontvangstsysteem. De hoofddoelstelling van dit project is om de limieten en mogelijkheden van dit systeem duidelijk te kunnen bepalen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Maarten Weyn
Real-time modelling and closed loop control for pathological brain symptoms KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Jean-Marie Aerts • Bart Nuttin • Ioana Gabriela Nica
Real-time monitoring of individual athletes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Daniel Berckmans
Real-time motorische brein-computer interface gebaseerd op electrocorticografie bij de mens. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Marc Van Hulle
Real-Time Moving Horizon Estimation for Advanced Motion Control, Application to Friction State and Parameter Estimation. (Glijdende-horizon-schatters voor gevorderde bewegingscontrole, met toepassing op de schatting in reële tijd van wrijvingstoestanden e KU Leuven Abstract: Wrijving is een niet-lineair fenomeen dat aanwezig is in bijna alle bewegingende systemen. Vaak beperkt wrijving de prestaties van deze systemen: het veroorzaakt volg- en positioneringsfouten en limiet cycli. Indiendeze fouten onaanvaardbaar zijn, moet de regelaar van het systeem het effect van wrijving trachten te compenseren door de wrijvingskrachten te schatten en deze schattingen terug te koppelen naar het aandrijfsysteem.Er bestaan zowel modelgebaseerde als model-vrije schattingstechnieken. Dit proefschrift richt zich op de ontwikkeling modelgebaseerde schattingvan wrijving. Nauwkeurige modelgebaseerde schatting van dewrijving vereist ten eerste een modelstructuur die alle belangrijke fysische karakteristieken van wrijving omvat en ten tweede technieken die in reële tijd zowel de modeltoestanden als de modelparameters nauwkeurig kunnen schatten. In dit proefschrift werden een nieuw gevorderd wrijvingsmodel en een glijdende-horizon schatter ontwikkeld die toestands- en parametersch Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Joris De Schutter • Jan Swevers • Max Romain Bögli
Real-time opvolgen en voorspellen van loopletsel gebruik maakend van sensortechnolgoie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biomechanica van de Menselijke Beweging
Onderzoekers: • Daniel Berckmans • Benedicte Vanwanseele
Real-time segmentation and tracking of 3D transesophageal echocardiodraphic images to improve transcatheter aortic valve implantation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiovasculaire Beeldvorming & Dynamica
Onderzoekers: • Jan D'hooge
Real-time uitlezing en controle van geheugen verwerking in de hippocamus KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Fabian Kloosterman • Davide CILIBERTI
REALU or Reducing greenhouse gas emissions from all land uses in forestrich countries. Assessment of options for harmonization of REALU and FLEGT KU Leuven Abstract: In dit doctoraat zullen de veranderingen in landgebruik en hun drijvende factoren in de Mt. Elgon regio in oost Oeganda onderzocht worden. Het potentieel van agroforestry-systemen en aanverwante koolstofprojecten omde milieudegradatie en armoede aan te pakken zullen worden geanalyseerd. De mogelijke socio-economische voordelen en verbeteringen van de socio-ecologische veerkracht zullen worden geëvalueerd. Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Bruno Verbist • Koen Vanderhaegen
Reason and Religious Consciousness in Schelling's Later Philosophy KU Leuven Abstract: Mythology and revelation rarely enter the scene of philosophical reflection, but Schelling#s later thought is a marvellous exception. His philosophical clarification of the conception of revelation and of mythology as its presupposition helps us understand human religiosity on the basisof historical sources of religious notions. Nevertheless, Schelling#s endeavour remains a philosophical enquiry, not an empirical-historical induction. Schelling calls his philosophical approach #positive philosophy# in distinction from the #negative# one, which only moves within the field of conceptual possibilities without being able to deal with actuality. Therefore, my study must elucidate how Schelling, through his critical appropriation of the Kantian reason, is able to deal with such comprehensive religious phenomena and also with man#s actual consciousness of God. In other words, this project considers how philosophical reason finds itself dissatisfied in its negative stage and therefore welcomes Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Ludovicus De Vos • Hsuan-Ming Chen
Reason's Fidelity to the Divine Absolute: Metanoesis, Metaxology, and the Promise of Freedom KU Leuven Abstract: The purpose of this dissertation is to investigate the relationship between faith and reasonthrough a comparative examination of contemporary philosophy of religion in Hajime Tanabe's #metanoesis#and William Desmond's #metaxology.#These two thinkers are selected at least for three reasons: 1) each of them holds his critical stance toward the problem of metaphysics and the theories of religion in Kantian and Hegelian philosophy;2) they both provide original contributions to the discussion concerning reason's capacity to recognize its constitutive relation to the mysterious richness of faith beyond and in the midst of its autonomy; 3) theirpositive account(s)of reason and its relation to faith is given apart from (and sometimes even critical of) the currently dominant discourses in the phenomenological tradition. With these points in mind, this dissertation will elucidate both Tanabe's and Desmond's systematic reconstruction of reason in its intimate continuity with what each of them def Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • Takeshi Morisato
RECAP. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Sabine Van Huffel • Siegfried Jaecques • Rudi Cuyvers • Bettina Vander Eecken
RECAP: Reservoir Computing voor Auditieve Patroonherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om fundamenteel onderzoek te doen naar de mogelijkheden en problemen rond de toepassing van RC op moeilijke auditieve patroonherkenningstoepassingen, zoals het herkennen van spatiale omgevingen via meerkanaals actieve of passieve sonarsignalen en continue spraakherkenning met achtergrondruis. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Herbert Peremans
Recellularisatie van gedecellulariseerde rattenlever met humane hepatische cellen als nieuw 3D cultuurmodel voor farmacotoxicologisch onderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het huidige project zal een nieuwe en unieke natuurlijk afgeleide rattenlever steiger gebruikt worden als een instrument in de bioengineering van een meer verfijnd, ex vivo 3D systeem voor preklinische geneesmiddelenontwikkeling. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Recente tendensen in de relaties tussen de Europese Unie en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de stille oceaan: een juridische analyse Universiteit Gent Abstract: Het verzet van andere landen op de bestaande juridische regeling tussen de EU-ACS en de nood om de relaties te enten op recente ontwikkelingen werpen een aantal onderzoeksvragen op. Ten eerste, WTO-compatibiliteit van de nieuwe akkoorden (EPAs) en de beoogde integratie in het multilaterale handelssysteem. Ten tweede, het flankerende ontwikkelingsbeleid. In laatste instantie, een grondige analyse betreffende het respect voor de mensenrechten, democratie en goed bestuur. Organisaties: • Vakgroep Europees Recht
Onderzoekers: • Marc Maresceau
Recente trends in de congresmarkt. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek wil op korte termijn een synthese brengen van de trends in de congresmarkt en de manier waarop congrescentra hieraan beantwoorden. Waar mogelijk wordt de internationale evolutie vergeleken met de Antwerpse situatie. Een eerste onderzoeksvraag betreft de internationale tendensen m.b.t. de schaalgrootte, de koppeling aan complementaire infrastructuur (b.v. concertzalen) en activiteiten (b.v. beurzen). Een tweede vraag betreft de organisatorische en financiële onderbouw van de congrescentra met name wat de eventuele binding met complementaire activiteiten betreft. Een derde vraag gaat over de verbinding met het stedelijk weefsel op basis van de ligging en de architectonische karakteristieken (landmark). Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Guido De Brabander
Receptie van James Joyce in Oost-Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling een beeld te schetsen van de verschillen en overeenkomsten in de receptie van het werk van James Joyce in OostEuropa, voornamelijk tot het midden van de jaren tachtig. De drie periodes in deze receptie zullen bestudeerd worden: de historische achtergrnod, de betekenis van de invloed van de Westerse receptie; de vertalingen, de plaats van Joyce in het curriculum, of men Joyce beschouwde als 'een modern klassieker' en de publicatiegeschiedenis van het werk van Joyce en van de Joyce-kritiek. Organisaties:
• Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Marta Goldmann
Receptor identificatie voor orphan peptiden via furan-oxidatie gebaseerde cross-linking voor toepassingen in kankeronderzoek Universiteit Gent Abstract: Furan-gemodificeerde peptiden zullen gesynthetiseerd worden voor cross-linking naar gekende en ongekende doelreceptoren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Christophe Ampe • Annemieke Madder
Recharge - Human rights en Eu external relations and internal policies. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters
Recherches et formations en développement post-conflits et gouvernance locale/régionale. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Recherche sur l'évaluation de la règlementation et des processus de décision et de travail en matière de surveillance éléctronique (evaluatie electronisch toezicht). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de evaluatie van de reglementering, de besluitvorming en de praktijk van het elektronisch toezicht in België tussen 2000 en 2005. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • KRISTEL BEYENS
Recht en maatschappelijke diversiteit. Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • KARIN MEERSCHAUT
Rechterlijke controle op internationale overeenkomsten gesloten door de Europese Gemeenschap Universiteit Gent Abstract: Het Europees Hof van Justitie beschikt over twee categorieën rechterlijke bevoegdheden tav internationale overeenkomsten. De eerste betreft de adviezen voor de sluiting van een akkoord (a priori) en de tweede de interpretatie en/of geldigheid van een gesloten akkoord (a posteriori). Dit doctoraatsproject onderzoekt de institutionele problemen die door deze procedures gesteld worden en poogt hun interdependentie te analyseren. Organisaties: • Vakgroep Europees Recht
Onderzoekers: • Marc Maresceau
Rechterlijk overgangsrecht in het publiek en privaat procesrecht: nieuwe ontwikkelingen aangaande de werking in de tijd van vonnissen en arresten. Universiteit Antwerpen Abstract: Vonnissen en arresten hebben declatatoire en dus settoactieve werking Daar worden stilaan vraagtekens bij geplaatst, zeker in geval van een onvoorziene ommekeer in de rechtspraak Toch voorziet de wetgevet enkel voor vernietigingsar~esten van het Grondwettelijk Hof' en van de Raad van State in de mogelijkheid om de werking in de tijd te beperken Enkele nieuwe wendingen in de Belgische, maar ook de Europese rechtspraak (EHRM en HvJ) geven echter aan dat ook voor andere rechterlijke uitspraken de leer van het rechterlijk overgangsrecht in beweging is Een vergelijking met EU-lidstaten geeft bovendien aan dat bij veel grondwettelijke hoven de werking voor de toekomst juist als regel geldt Dit onderzoeksproject wil het rechterlijk overgangsrecht daarom onder de loep nemen Hierbij rijzen nog diverse vragen, zowel wat betreft de bevoegdheidsgrond als wat betreft de criteria om prejudici&le arresten in de tijd te moduleren Het project focust in het bijzonder op twee onderzoeksvragen De eetste betreft de theotetische fimdamenten en beleidsargumenten die grondslag geven aan de principiele temporele hnctie van arresten in de tijd Vervolgens wordt in de praktijk van Belgische, Europese en buitenlandse rechtscolleges gezocht naar argumenten die een modulering van vonnissen en arresten in de tijd rechtvaardigen Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier • Dirk Vanheule • Beatrix Vanlerberghe
Rechter ventriculaire en atriale functie bij de ultieme atleet: het paard. Universiteit Gent Abstract: Het paard wordt gebruikt als diermodel voor trainingsgeïnduceerde veranderingen van het rechter ventrikel en de atria, die bij humane atleten geassocieerd worden met aritmie en plotse dood. Het effect van geïnduceerde pulmonale hypertensie en training op de rechter ventriculaire en atriale functie en structuur wordt onderzocht aan de hand van echocardiografie, electrocardiografie, cardiale biomarkers en myocardbiopten. Organisaties: • Vakgroep Interne geneeskunde en klinische biologie van de grote huisdieren
Onderzoekers: • Gunther Van Loon
Recht in de gedaante van het Goede: een Aristoteliaans begrip van autoriteit van het recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek vormt een poging de vraag te beantwoorden hoe de actieve burgers van een staat regels naleven wanneer deze regels hen van buitenaf opgelegd worden. Vanuit dit paradigma wordt gesteld dat om regels na te leven, actoren de onderliggende drijfveren moeten erkennen als bestanddelen van rechtsregels die het goede bevorderen. Daarom moet de autoriteit van het recht begrepen worden in een 'ethisch-politieke' zin. Zodoende benadrukken rechtsregels de primaire redenen voor handelen als het goede-bevorderend, en op die manier zijn burgers in staat zich actief in te laten met de fundamentele drijfveren van rechtsregels. Dit model van 'recht in de gedaante van het goede' is in overeenstemming met de idee dat recht een dienst verleent aan burgers en een verschil maakt in het praktisch dagelijkse leven. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Recht op Gegevensverwijdering: Waarborg voor het Individuele Zelfbeschikkingsrecht in de Informatiemaatschappij KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Peggy Valcke • Fahriye Gürses • Jef Ausloos
Recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijf. (UCARE) Universiteit Antwerpen Abstract: Recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijf. (UCARE) Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Paul Mahieu
Recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijf. (UCARE) Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de aandacht van diverse zijden voor het recht op onderwijs van kinderen zonder wettig verblijf, blijkt de kennis over de onderwijssituatie van die kinderen ontoereikend, en schieten maatregelen tekort. Dit project beoogt het gebrek aan kwantitatieve en kwalitatieve data te remediëren. De klemtoon ligt op lager onderwijs. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Paul Mahieu • Wouter Vandenhole
Rechtsbescherming door en tegen de Europese Unie. (Tot 2000 onder titel: "Rechtsbescherming/rechtsafdwinging ten aanzien van het Europees gemeenschapsrecht".) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Hof van Justitie van de EG heeft recentelijk enkele revolutionaire uitspraken gedaan,zowel wat de rechtsafdwinging door particulieren (1), als de rechtsbescherming van particulieren (2) aangaat. 1.) Zo heeft het Hof in zijn arresten Francovich (19.11.91), Brasserie du Pêcheur (5.3.96) en British Telecommunications (26.3.96) uitgemaakt dat lid-staten van de Europese Unie die het Europees Gemeenschapsrecht (EGR) schenden,in beginsel aansprakelijk zijn voor de schade die door die schending wordt veroorzaakt.Voorliggend project zal pogen -4 jaar na het voormelde arrest-een overzicht te maken van rechtspraak in de lid-staten inzake de aansprakelijkheid van lid-staten wegens de niet-naleving van hun EG-verplichtingen.2.) In zijn Deggendorf-uitspraak van 9.3.94 heeft het Hof art.177 EG (prejudiciële procedure) dan weer zo geïnterpreteerd dat particulieren die een communautaire handeling kunnen aanvechten voor het Gerecht van de eerste aanleg van de EG, maar dit verzuimen , later de ongeldigheid van die handeling niet kunnen inroepen voor de nationale rechter .Hoewel prematuur , had de Rechtbank van Koophandel te Gent reeds op 25.2.94 op dezelfde wijze beslist in een zaak van illegale staatssteun.Op 20.9.94 zou een rechtbank in Kortrijk terecht tot hetzelfde besluit komen in een gelijkaardige zaak. Onderhavig project wenst klaarheid te brengen in de mogelijke consequenties van Deggendorf voor andere materies dan die van staatssteun. N.a.v. het zeer recente arrest van het Hof in de zaak Wiljo (30.1.97), zal worden onderzocht waarom en in welke mate de Deggendorf-rechtspraak ook geldt voor toestanden die zich voordeden voor de uitspraak van 9.3.94. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • TONY JORIS • Jeroen UYTTERHAEGEN
• Ann Marie VYNCKE
Rechtspersoonlijkheid gedifferentieerd: de juridische kwalificatie van contractuele vennootschappen met een handelsdoel (België, negentiende eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Het concept 'rechtspersoon' werd in 1873 in het Belgische vennootschapsrecht verankerd. De wet van 18 mei 1873 omschrijft bepaalde vennootschappen met een handelsdoel als "une individualité juridique distincte de celle des associés". In de lijn van bepaalde benaderingen in (vooral Duitse) doctrine is 'rechtspersoonlijkheid' sindsdien een dogmatisch pakket, een Begriff, waarin tal van juridisch ondersteunde eigenschappen worden gebundeld. Precies het samenklitten van vele van die kenmerken in de dogmatische notie 'rechtspersoon' maakt het moeilijk bepaalde verbanden (commerciële maatschap, feitelijke vereniging) als rechtspersoon te aanzien, hoewel ze nochtans voordeel zouden kunnen halen uit juridische ondersteuning van (bepaalde van) hun acties. De 'rechtspersoon' is een product van een theoretische benadering, en stond in het midden van de negentiende eeuw haaks op de juridische praktijk, zoals die ook weerspiegeld werd in Franse doctrine. Een bottom-up benadering, gericht op de acties van commerciële verbanden, is meer vruchtbaar, niet alleen voor een goed begrip van de geschiedenis van het vennootschapsrecht, maar ook ten aanzien van het positief recht. Doel van het project is een nauwgezet onderzoek van de commerciële acties van contractuele vennootschappen (maatschappen, vennootschappen onder firma), en de ondersteuning daarvan in de procespraktijk van de rechtbanken van koophandel en in doctrine, in de periode van 1804 tot 1873. De op grond daarvan uitgeklaarde gedifferentieerde aspecten van de rechtspersoon worden in verband gebracht met het hedendaags recht. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Anne-Marie Van den Bossche • Dave De ruysscher
Rechtspluralisme in België: een mensenrechtenanalyse van familiale conflictenbeslechting bij migrantengemeenschappen (BEPLULEX) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject zal het huidige gebrek aan empirische kennis over officieuze rechtspraktijken inzake familierecht van significante migrantenpopulaties in België invullen. Het onderzoek is erop gericht een beter begrip tot stand te brengen van ?paden naar niet-statelijke rechtsvinding?, deze rechtspraktijken te toetsen aan het kader van het rechts- en normatief kader van de mensenrechten en beleidsaanbevelingen te formuleren. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Rechtspreken in een veranderende penale en laatmoderne context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rechtspreken in een veranderende penale en laatmoderne context. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • Veerle SCHEIRS • KRISTEL BEYENS
Rechtsvergelijkende studie van de principes en regelgevende regimes inzake biologische diversiteit in de EU en in ZuidAmerika Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een juridisch vergelijkende analyse te maken tussen de Europese wetgeving ter bescherming van de biologische diversiteit en deze in Colombia en Peru. In het bijzonder zal het onderzoek zich toespitsen op: 1. het recht op een gezond leefmilieu en de plicht de natuur te beschermen 2. beschermde gebieden en MER en SEA 3. bossenbehoud en 4. aanpassingen aan klimaatswijzigingen. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes • An Cliquet
Rechtsvergelijkend onderzoek meerouderschap en meeroudergezag. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Thalia Kruger
Recht tegen buitenlandse mensenrechtenschendingen vanwege multinationals? Vrije Universiteit Brussel Abstract: A. Inleiding en probleemstelling Het mensenrechtenrecht staat vandaag voor een nieuwe uitdaging: een kader scheppen waarin effectieve bescherming geboden kan worden voor situaties waarin machtige transnational corporations (TNC.s) zich schuldig maken aan, of betrokken zijn bij schendingen van de mensenrechten. In dat verband kan men actueel twee trends onderscheiden: enerzijds de extraterritoriale toepassing van de nationale wet (juridische dimensie), anderzijds een toename aan zelfregulering via .Codes of Conduct. (politieke dimensie). De socio-economische realiteit beantwoordt niet langer aan de klassieke Westfalische conceptie van een internationale rechtsorde waarin enkel de staat rechtssubjectiviteit dient te hebben. De staat is niet langer een tussenpersoon tussen het individu en het internationale recht. Meer en meer staatsfuncties worden geprivatiseerd in handen van private ondernemingen, waaronder TNC.s, en belangrijke componenten van de productie en de handel worden geglobaliseerd. Kortom, bij de uitoefening van maatschappelijk gezien vitale taken leggen TNC.s tegenwoordig steeds meer gewicht in de schaal en maken zich daarbij vaak ongestraft schuldig aan schendingen van mensenrechten. Centraal in dit onderzoek staat de vraag hoe men TNC.s .juridisch. kan verplichten ethisch te ondernemen en hen doeltreffend aansprakelijk kan stellen voor schendingen van de mensenrechten.
Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling in een post-Kyoto akkoord: de belangen en bekommernissen van ontwikkelingslanden Universiteit Gent Abstract: In 2005 starten de onderhandelingen over de tweede verbintenissenperiode van het Kyoto Protocol, de 'post-Kyoto periode' genoemd. De centrale doelstelling van dit project is ook te onderzoeken waaraan een rechtvaardig post-Kyoto akkoord moet voldoen en hoe het (Belgisch) beleid daaraan kan bijdragen. De gekozen invalshoek is duurzame ontwikkeling vanuit Noord-Zuidperspectief en de belangen en bekommernissen van ontwikkelingslanden in de klimaatproblematiek en -onderhandelingen. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Recht van de Europese Unie met bijzondere klemtoon op het Europees internationaal privaatrecht (Jean Monnet leerstoel ad personam) Universiteit Antwerpen Abstract: Project van onderwijs en onderzoek inzake EU-recht. Daarbij zal in het bijzonder de nadruk worden gelegd op de ontwikkeling van de nog jonge subdiscipline van het communautair internationaal privaatrecht. Twee rechtstakken worden aldus met elkaar geconfronteerd: het internationaal privaatrecht (dat grensoverschrijdend verkeer privaatrechtelijk reguleert) en het EG-vrij verkeersrecht (dat een specifieke, verdragsrechtelijke ingekaderde regulering van grensoverschrijdend economisch verkeer beoogt in functie van de in het EG-Verdrag neergelegde doelstellingen). Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen
Reciprocal control of glycolysis by Ras: molecular mechanisms and relevance for industrial yeast fermentation and cancer metabolism KU Leuven Abstract: Yeast is widely used as platform for the production of bio-ethanol and ethanol for alcoholic beverages. However, at the end of the fermentationprocess yeast vitality and viability drops and ethanol productivity ceases. This is a major problem in all industrial alcoholic fermentations and still leaves room for improvement. Because of the abolishment of the fermentation process, remaining sugars are not fermented and are a possible source for more ethanol production with an increase in profit for the industry. Recent findings in yeast revealed the importance of Fru1,6bisP as regulator of the Ras proteins, which causes inhibition of GAPDH through an unknown mechanism. Intracellular acidification is well known to cause activation of Ras and since intracellular acidification occurs in stressed and nutrient-depleted yeast cells, the inhibition of GAPDH byactive Ras may play an important role in the dramatic drop in fermentation rate and loss of cell viability, which happens in the last phas Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Thomas Nicolaï
Reciproke cross-talk tussen menselijke NK-cellen en interleukin-15-gecultiveerde dendritrische cellen in functie van een verbeterde anti-leukemische cytotoxische activiteit Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds STK. UA levert aan STK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Vigor F I Van Tendeloo • Evelien Smits
Reclaiming Identity: The Potential of Autistic (Self-) representation in Life Writing and Literary Fiction for New Forms of Subjectivity. KU Leuven Abstract: Identiteit herwinnen: het potentieel van autisme(zelf-) representaties in life writing en literaire fictie voor nieuwe vormen van subjectiviteit Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Anneleen Masschelein • Leni Van Goidsenhoven
Reclaiming Landscape Structures in Iranian Urbanism - A Prospective Research on Iranian KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Bruno De Meulder • Viviana d'Auria • Azadeh Badiee
Reclame-effecten in de context van Interactieve Televisie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project werd nagegaan wat het effect is van de invoering van interactieve televisie op de effectiviteit van reclame. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Reclame in digitale spellen: attitudes, persuasieve impact, en modererende factoren Universiteit Antwerpen Abstract: Digitale spellen zijn het snelst groeiende reclamemedium. Dit maakt reclame in digitale spellen een zeer relevant onderzoekstopic. Dit project beoogt algemene attitudes van spelers ten aanzien van deze nieuwe en populaire reclamevorm na te gaan. Ten tweede, heeft het project als doel om te onderzoeken hoe de persuasieve impact van reclame in digital spellen wordt gemodereerd door emotionele en contextuele factoren zoals digitale gamebeleving. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Karolien Poels
Reclamewijsheid bij kinderen en jongeren ten aanzien van nieuwe reclamevormen Universiteit Gent Abstract: In dit project werd de reclamewijsheid bij kinderen en jongeren onderzocht ten aanzien van de nieuwe reclamevormen die in een digitaal tijdperk gebruikt worden om deze doelgroepen te bereiken. Naast het meten van de reclamewijsheid werd onderzocht welke beleidsmaatregelen getroffen kunnen worden om deze wijsheid te verhogen (cf. educatie, regulering, sensibilisering). Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Veroline Cauberghe
Recollecting Landscapes. Landschap in transformatie: Vlaanderen 1904-2004 Universiteit Gent Abstract: Botanicus Jean Massart maakte tussen 1904 en 1911 een reeks foto-opnamen van landschappen die hoofdzakelijk in Vlaanderen waren gelegen. Ze waren didactisch bedoeld en toonden de natuurlijke vegetatie en de samenhang tussen landbouw en geografie. Een herfotografieopdracht van een zestigtal van deze beelden werd in 1980 door Georges Charlier uitgevoerd. Beide reeksen maakten vijfentwintig jaar geleden deel uit van een tentoonstelling die vooral de verschraling van het landschap wilde aantonen. In 2003 kreeg Jan Kempenaers de opdracht om dezelfde landschappen te herfotograferen. Het onderzoeksproject over de landschapsfotografie van Jean Massart dat aan de Universiteit Gent in 2002 is gestart, vertrok vanuit een interdisciplinaire belangstelling voor de historische ontwikkeling van de hedendaagse verstedelijkte landschappen. Op de fotoreeksen van Massart, Charlier en Kempenaers wordt door de UGent vanuit verschillende disciplines samen onderzoek verricht over de verstedelijking en de beleving van het landschap dat de ontwikkelingen reveleert die het Vlaamse landschap heeft ondergaan op het vlak van land- en stedenbouw, biodiversiteit, infrastructuur, bedrijfsleven en wooncultuur. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Pieter Uyttenhove
Recombinante expressie van eetbare vaccins in de zaden en vruchten van transgene planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Recombinante expressie van eetbare vaccins in de zaden en vruchten van transgene planten. Organisaties: • Plantenfysiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez
Reconfigurable embedded systems for use in scalble multimedia systems (RESUME) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is het demonstreren van de haalbaarheid en de voordelen van het gebruik van herconfigureerbare hardware om een schaalbare dienstverleningskwaliteit te leveren aan multimediale draagbare apparaten. Alhoewel dit project focusseert op een demonstrator voor schaalbare videotoepassingen, is het onze bedoeling om een belangrijke bijdrage te leveren tot het generisch onderzoek in de verschillende domeinen die in dit project aan bod komen: (1) schaalbare videotoepassingen, (2) herconfigureerbare hardware, (3) ontwerp van ingebedde systemen, (4) Hardware/software co-ontwerp en ontwikkeling van de middleware-laag en (5) gegevensbeschrijving en onderhandelingsprotocollen. Zoals hierboven reeds werd aangegeven vormt de globale aanpak een fundamenteel aspect van dit project. We benadrukken dan ook de relaties tussen de vijf onderzoeksthemas die meespelen wanneer herconfigureerbare multimediale toepassingen en architecturen worden ontworpen en beheerd. Vandaar de voorgestelde samenwerking tussen de onderzoeksgroepen RUG/PARIS (Parallelle Informatiesystemen), RUG/MML (multimediasystemen en toepassingen), VUB/IRIS (compressietechnologie) en IMEC/DESICS (ontwerptechnologie voor geïntegreerde informatieen communicatiesystemen). Teneinde de geformuleerde doelstellingen te kunnen realiseren zullen een aantal specifieke aspecten onderzocht worden. Deze worden hieronder kort beschreven. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU • JOERI BARBARIEN • Tom CLERCKX • PETER SCHELKENS • Fabio VERDICCHIO • JAN CORNELIS
Reconfiguration, Replacement or Removal? Evaluating the Flemish Post-WarDetached Dwelling and its Part in Contemporary Spatial Planning and Architecture. (Aanpassen, vervangen, of verwijderen? Een evaluatie van de Vlaamse, naoorlogse vrijstaande woning en KU Leuven Abstract: Dit onderzoek heeft zich gericht op de typische overmaat van de naoorlogse, vrijstaande woning in Vlaanderen, en de uitgespreide woonwijken vanlage dichtheid die gevormd worden door deze huizen. De Vlaamse woning is gemiddeld veel groter dan in de meeste Europese buurlanden, en zeker de vele woonwijken bestaande uit vrijstaande woningen kennen een relatieflage dichtheid omdat ook de woningkavels betrekkelijk ruim zijn. Er wordt onderzocht of deze overmaat ruimte biedt voor aanpassing aan hedendaagse normen door middel van verdichting. De normen voor het wonen zijn opdit moment aan verandering onderhevig, omdat de bevolkingssamenstellinggeleidelijk verandert door bijvoorbeeld de vergrijzing en de toename van het aantal kleine huishoudens. Ook ontwikkelt zich nu langzaam een maatschappelijk bewustzijn over een aantal problemen dat met de woonvorm van het vrijstaande huis samenhangen, zoals de moeilijke verkeersafwikkeling en filevorming door afhankelijkheid van de auto, de betaalbaarheid Organisaties: • Architectuur en Maatschappij
Onderzoekers: • Michael Ryckewaert • Hildegarde Heynen • Marinus van de Weijer
Reconnection processes in relativistic plasma conditions KU Leuven Abstract: The dissertation will investigate, through the use of pure fluid modelsat first, but ultimately using coupled fluid-particle prescriptions, the details of plasma energy transfer and magnetic reconnection events in relativistic, magnetized plasmas. Concrete astrophysical applications will concentrate on double tearing and coalescence type driven reconnections in the striped wind zone of a pulsar magnetosphere. The research willadopt Newtonian as well as relativistic magnetohydrodynamic models to start with, and augment these with determinations of particle trajectories and acceleration through the MHD models. This can be done in local, upto global models of the equatorial zones of a pulsar magnetosphere, forparameters typical for e.g. the Crab pulsar. The simulations can serve to provide a plasma-theoretical basis for the flaring events seen in theCrab environment. Extending the models to account for reconnection driven acceleration at the termination shock zone of the (striped) pulsar Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Rony Keppens • Giovanni Lapenta • Bart Ripperda
Reconstructie en karakterisatie van vormen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vormreconstructie en vormkarakterisatie van een object zijn problemen die veelvuldig opduiken in ingenieurstoepassingen en in computer visie. Belangrijke instrumenten bij het oplossen van een reconstructie- of karakterisatieprobleem zijn momenten en Fourier descriptors. Beide hebben in deze context hun sporen reeds verdiend. Uit de literatuur over de reconstructie van vormen op basis van momenten, kan men zien dat, tot zeer recent, het oplossen van dit inverse probleem aangevat werd met in essentie 1-dimensionale technieken in een enkele complexe variabele, wat een aantal ernstige beperkingen oplegt aan én de vorm van het object én de dimensionaliteit van het probleem. Onze doelstelling bestaat erin enerzijds het 3-dimensionale probleem verder te onderzoeken, gebruik makende van echte multidimensionale technieken, en anderzijds de huidige restricties weg te werken, opgelegd aan de vorm van het te reconstrueren object. Met betrekking tot Fourier descriptors (FDs), wanneer gebruikt voor de karakterisatie van vormen, zijn er eveneens een heel aantal open problemen. Twee-dimensionale (2D) FDs worden sinds de jaren '70 gebruikt voor de karakterisatie van contours van 2D objecten. Tijdens de jaren '90 werden methoden ontwikkeld voor de berekening van 3D FDs voor de karakterisatie van het oppervlak van binaire objecten. De complexiteit van bestaande methoden laat echter te wensen over, in het bijzonder als het aantal hoekpunten van het polyhedrale object groot is (>5000). In het algemeen worden 3D FDs berekend door het polyhedron dat het object beschrijft, af te beelden op een boloppervlak, waarna dit wordt geexpandeerd in sferische harmonische functies. Deze afbeelding van de objectruimte (oppervlak) naar de parameterruimte (bol) is niet triviaal. Ons doel bestaat erin om een robuste methode te ontwikkelen die deze afbeelding implementeert op een efficiente wijze, zodanig dat de tijdscomplexiteit een lineaire functie is van het aantal hoekpunten. Organisaties: • Emerging computational techniques (ECT)
Onderzoekers: • Brigitte Verdonk • Dirk Van Dyck • Jan Sijbers • Annie Cuyt
Reconstructie en kwantificatie van SPECT-beelden Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel om iteratieve reconstructiealgoritmen te bestuderen voor SPECT, waarbij een volledige kwantitatieve beeldreconstructie wordt nagestreefd. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van lijstmode-gebaseerde reconstructietechnieken. Een modellering van het detectiesysteem en van diverse correctiefactoren (attenuatie, verstrooiing, ?) zal worden opgesteld. Validatie zal gebeuren aan de hand van software- en hardwarefantomen, alsook met behulp van klinische patiëntendata. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu
Reconstructie van bodemdiscontinuïteiten met multidimensionale frequentie-domein elektromagnetische sensoren Universiteit Gent Abstract: Het doel is om een combinatie van diepe theoretische inzichten in de fysica van frequentie-domein elektromagnetische signalen en de verwerking van data verkregen met een state-of-the-art bodemsensor te onderzoeken teneinde een betekenisvolle verbetering van de reconstructie van bodemdiscontinuïteiten in 3-D te bekomen. Toepassingen zijn het modelleren van de interface van lithologisch verschillende lagen en van begraven restanten van Wereldoorlog 1. Organisaties:
• Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Henri Verschelde • Marc Van Meirvenne • Hans Dierckx
Reconstructie van de biogeochemie van tropische aquatische ecosystemen aan de hand van elementen- en stabiele isotopentracers in zoetwaterbivalven. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Steven Bouillon
Reconstructie van de biologische respons op klimaatsverandering op basis van verrijzenisecologie: een ecoevolutionaire benadering. KU Leuven Abstract: Tijdens de vorige decennia heeft klimaatsopwarming een significant effect gehad op de soorten diversiteit en de structuur en werking van ecosystemen. Recente publicaties tonen aan dat inzichten in eco-evolutionaire dynamieken belangrijk zijn om biologische responsen op antropogene stress te begrijpen. Watervlooien (Daphnia) zijn uitzonderlijke model organismen omdat ze ecologisch zeer belangrijk zijn en zeer geschikt zijn voor evolutionair onderzoek. De aanwezigheid van gelaagde rusteibanken is eenvoordeel voor deze soort omdat het voor een archief van recente evolutionaire veranderingen zorgt. Door rusteieren te ontluiken en populaties te vergelijken van verschillende tijdsperiodes, zullen we de micro-evolutionaire responsen op temperatuursstijging door klimaatsopwarming reconstrueren. We werken met zes replicate ondiepe meren van Denemarken, Belgiëen Engeland. We kwantificeren micro-evolutionaire responsen in ecologisch relevante kenmerken en voeren competitie experimenten uit om de Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Aurora Geerts • Luisa Orsini
Reconstructie van de Holocene zeespiegelschommelingen in de Kaspische Zee aan de hand van geofysisch onderzoek en ondiepe boringen van de Iowstand Volga paleodelta Universiteit Gent Abstract: Studie van de Holocene zeespiegelschommelingen in de Kaspische Zee en hun impact op de lowstand delta architectuur en paleoecologische condities, en het bekomen van een gedetailleerde chronologie van de Holocene lowstands. Dit zal gebeuren dmv gedetailleerd seismisch en bathymetrisch onderzoek van de lowstand Volga paleodelta in de Centrale Kaspische Zee en de studie van ondiepe boorkernen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Reconstructie van de impact van historische landgebruikveranderingen opde dynamiek van twee riviersystemen in het noorden van Mississippi. KU Leuven Abstract: Onderzoeksproject rond reconstructie van de impact van historische landgebruikveranderingen op de dynamiek van twee riviersystemen in het noorden van Mississippi. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Gert Verstraeten
Reconstructie van de veranderingen in het zeespiegelniveau van de Caspische Zee doorheen het Holoceen, op basis van een stratigrafische studie van de Kura delta Universiteit Gent Abstract: Reconstructie van de veranderingen in het zeespiegelniveau van de Caspische Zee doroheen het Holoceen, op basis van een stratigrafische studie van de Kura delta, gebruik makend van relfectieseismische profielen en sedimentboringen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Reconstructie van klimaatswijzigingen aan de hand van gletsjerschommelingen in het Altai gebergte (Centraal Azie) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nog uit te voeren gedeelte van het programma : 1) finaliseren van het numeriek gletsjermodel (voorjaar 1999). 2) Derde jaar veldwerk : heropmeten van staken, strain network op Sofiyski Glacier en Small Aktru Glacier. Bijkomende ijsdiktemetingen op een fijner grid. Vervolledigen van geomorfologische kartering (zomer 1999). 3) Calibratie- en simulatie-experimenten (najaar 1999). 4) optioneel een vierde jaar veldwerk (zomer 2000), additionele aanpassingen aan het gletsjermodel, verfijnde simulatie-experimenten. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • HUGO DECLEIR
Reconstructie van Laatglaciale en Holocene klimaatsveranderingen in de zuidelijke hemisfeer aan de hand van een merentransect doorheen Zuid chili (CHILT). Vrije Universiteit Brussel Abstract: DOELSTELLINGEN Het project CHILT stelt zich tot doel om Laatglaciale en Holocene klimaatvariaties te reconstrueren die geregistreerd zijn in lacustriene sedimentaire paleoklimaat-archieven gelegen langsheen een N-S transect doorheen het zuidwestelijke deel van Zuid Amerika,
van het Chileense Merendistrict (39°S) in het noorden tot Patagonië (53°S) in het zuiden. Dit deel van Zuid Amerika is uitermate geschikt voor een studie van de ruimtelijke en temporele patronen in klimaatvariabiliteit in de zuidelijke hemisfeer. Het is immers de enige landmassa die zo ver zuidwaarts reikt, hetgeen toelaat continentale archieven uit de gematigde tot hoge zuidelijke breedtegraden rechtstreeks te vergelijken met deze uit Antarctica en de sub-Antarctische eilanden, maar ook met deze uit lagere breedtegraden. Het voorkomen van talrijke grote meren tussen ong. 40° en 55°S (i.e. min of meer samenvallend met de natuurlijke noordelijke en zuidelijke grenzen van het "Southern Polar Front") maakt van deze regio dan ook een echt sleutelgebied voor het voorgestelde onderzoek (b.v. Sugden et al., 2005; Sterken et al., 2008). Twee specifieke doelstellingen worden vooropgesteld: - Doelstelling 1: Een beter inzicht verkrijgen in de deglaciatiegeschiedenis van zuidelijk Zuid Amerika. Teneinde een recent ontwikkeld model voor de deglaciatie van de Patagonische ijskap (Hulton et al., 2002) verder te testen en te verbeteren zijn er bijkomende paleoklimaatreconstructies en geologische data aangaande de deglaciatiegeschiedenis van de betrokken regio nodig. Er blijft immers nog aanzienlijke onduidelijkheid over het preciese tijdstip en de snelheid en manier waarop de ijskap zich terugtrok (e.g. Lowell et al., 1995; McCulloch & Davies, 2001; Bentley, 1997). In het bijzonder voor het gebied ten noorden van 43°S wijst het model op een aanzienlijke instabiliteit van de ijskap. De modelresultaten worden echter niet volledig ondersteund door de bestaande empirische data, ondermeer omdat de gegevens uit de schaarse, maar continue mariene en lacustriene archieven niet in overeenstemming zijn met deze uit de discontinue, terrestrische archieven (De Batist et al., 2008). CHILT zal de wijze van terugtrekking van de Patagonische ijskap in de regio tussen 39 en 53°S beter documenteren, door middel van een reeks gedetailleerde reflectieseismische studies en een multiproxy-analyse van lange sedimentkernen uit meren die de ijsterugtrekking geregistreerd hebben. - Doelstelling 2: De temporele en ruimtelijke varibiliteit bestuderen van snelle klimaatschommelingen die zich hebben voorgedaan tijdens de Laatglaciaal-Holoceen transitie. Het internationale onderzoek heeft zich de voorbije jaren sterk toegespitst op de mogelijke relatie tussen de Antarctic Cold Reversal (ACR) en de Younger Dryas Cold Reversal (YDCR) tijdens de transitie van het Laatste Glaciaal Maximum (LGM) naar het Holoceen. De YDCR (~11.6-12.9 ka) is zeer goed gedocumenteerd in verschillende paleoklimaat-archieven in de noordelijke hemisfeer (bv. Stuiver et al., 1995) en wordt vaak verondersteld een globaal effect te hebben gehad (Barrows et al., 2007). De ACR (~12.5-14.5 ka) werd gedetecteerd in een aantal Antarctische ijsboringen als een koudepuls die de geleidelijke postglaciale opwarming tijdelijk onderbreekt, en die de YDCR uit het noordelijke hemisfeer duidelijk voorafgaat. Dit zou erop kunnen wijzen dat de YDCR veroorzaakt werd als respons op de ACR en dus helemaal geen globale, synchrone impact had. In Patagonië (55°S) werd een gletsjeruitbreiding gedocumenteerd rond 12.1-15.3 ka (McCulloch & Davies, 2001), ruwweg overeenstemmend met de ACR, maar verder naar het noorden (41°S) werd onlangs de "Huelmo-Mascardi cold/wet event" (~12.0-13.4 ka) gedetecteerd (Hajdas et al., 2003), die qua timing precies tussen de ACR en de YDCR in valt. Een multiproxy-analyse van meersedimenten van Lago Puyehue (~41°S) liet heel recent toe het bestaan en de timing van deze klimaatschommeling in deze regio te bevestigen (Bertrand et al., 2008; Boës & Fagel, 2008b). Deze bevindingen lijken de hypothese te ondersteunen van een propagatie van Antarctische klimaatsignalen naar het noorden toe over een transitiezone in de gematigde tot hoge zuidelijke breedtegraden. Er blijven echter nog aanzienlijke onzekerheden over de preciese ruimtelijke verspreiding, karakter en duur van deze Laatglaciale klimaatschommeling in zuidelijk Zuid Amerika (Sugden et al., 2005). Waarom komt ze b.v. niet tot uiting in de mariene (40°S, ODP site 1233; Lamy et al., 2004) archieven, of in vele van de terrestrische archieven (44°S, Bennett et al., 2000) uit dezelfde regio? Gaat het trouwens om een terugkeer van koudere of van nattere omstandigheden? Wat leert deze klimaatschommeling ons over de achterliggende processen waarmee verschillende klimaatsystemen elkaar kunnen beïnvloeden? CHILT zal trachten de onzekerheden omtrent deze Laatglaciale klimaatschommeling aanzienlijk te verminderen door drie goed gedateerde, hoge-resolutie temperatuur- en precipitatie-reconstructies te produceren voor de periode van ~9.0-16.0 ka, op basis van een kwantitatieve multiproxy-analyse van lange sedimentkernen uit meren langsheen een latitudinaal transect doorheen de regio (39-53°S). Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • EDWARD KEPPENS
Reconstructie van magnetische-resonantiebeelden op basis van grijswaarde-gebaseerde voorkennis. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit project is de ontwikkeling van nieuwe reconstructie- en segmentatietechnieken voor MRI-beelden die leiden tot verbeteringen in de inherente trade-off tussen beeldkwaliteit en acquisitietijd. Hiertoe wordt een nieuwe vorm van voorkennis, zijnde kennis over de grijswaarden in het te reconstrueren beeld, gemodelleerd in een iteratief reconstructieproces. De eerste vorm van grijswaarde-gebaseerde voorkennis die wordt onderzocht is de (partiële) discreetheid van de grijswaarden, naar analogie met het domein van de (partieel) discrete tomografie in CT. Vervolgens wordt histogram-gebaseerde voorkennis geïntroduceerd. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Hilde Segers
Reconstructie van medische tomografische beelden met sparsity priors Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is technieken te ontwikkelen voor het reconstrueren van medische beelden uit projectiedata. Hierbij concentreren we ons op sparsity priors gebaseerde statistische modellen. Als toepassingen behandelen we microgolftomografie en CT. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Reconstructie van signaalnetwerken in agressieve neuroblastoom subtypes Universiteit Gent Abstract: Dit project zal zich toespitsen op de studie van twee klinisch-genetische subgroepen van agressieve neuroblastomen. Volgende doelstellingen zullen worden nagestreefd: identificatie van MYCN gerreguleerde genen en de ontrafeling van MYCN gereguleerde signaaltransductiewegen, analyse van twee kandidaat positionele neuroblastoom tumorsuppressorgenen en de ontwikkeling van een krachtige diagnostisch-prognostische subset van genen voor klinische implementatie. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Reconstructie van Software Evolutie Processen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vandaag de dag wordt verandering gezien als de enige constante factor in de ontwikkeling van software systemen, een gedachte die wordt ondersteund door moderne software ontwikkelings processen zoals eXtreme programming. Succesvolle software systemen zijn dus deze die zich weten aan te passen aan de steeds wijzigende verwachtingen van hun gebruiksomgeving wat vergelijkbaar is met Darwin's survival of the fittest principe. Het probleem is echter dat weinig geweten is over hoe software systemen nu evolueren
doorheen de tijd. Wij willen reconstrueren hoe verschillende systemen geëvolueerd zijn door het vergelijken van verschillende versies van de broncode van een software systeem en de verschillen te analyseren. Organisaties: • Software Engineering • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Serge Demeyer • Filip Van Rysselberghe
Reconstructing coronal mass ejections and magnetic clouds by taking into account the magnetic field writhex. KU Leuven Abstract: We will start from existing magneto-hydrodynamic (MHD) simulations of coronal mass ejections and test magnetic cloud reconstruction codes, suchas force-free code, Grad-Shafranov, bent cylinders, etc...(first 6 months). We will then run simulations from existing MHD codes with differentinitiation mechanisms and further test reconstruction using 1 and 2 simulated spacecraft with different angular separations (from 7th month to Year 2, month 3, total 9 months). The main part of the dissertation willbe to device a new reconstruction method which can take into account the presence of writhe in magnetic field lines and which relaxes the assumption of invariance along the cloud axis of all existing reconstruction methods (from Year 2, month 4 to Year 3, month 9, total 18 months). Finally, we will test this new code with real spacecraft data from Wind, ACEand STEREO data (last 3 months). Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Stefaan Poedts • Nada Abdulhakim Mansour Al-Haddad
Reconstructing regional land cover changes and population pressure on the environment since the Neolithic for contrasting settings. KU Leuven Abstract: Since the introduction of agriculture, humans have impacted the environment with a range of intensities. Although recently progress has been made in reconstructing land cover changes during the Holocene, this has been based on simple model concepts lacking thorough field verification and with a low spatial resolution hampering their use for other purposes. Here, we intend to fine-tune land cover maps for different time periods by integrating existing palynological records from various regions through numerical pollen-landscape models. Furthermore, archaeological data on historical settlement patterns will further refine the precision of historic land use maps. Next, resulting land cover maps will be used to steer a geomorphic process model that simulates patterns and rates of erosion and sedimentation processes. Field data on Holocene sedimentation rates and patterns will be used to validate and refine the land cover maps. Hence, an iterative process whereby various proxies on historic Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Gert Verstraeten • Anton Van Rompaey • Hanne De Brue
Reconstructing the biogeochemistry in tropical aquatic ecosystems usingelemental and stable isotope tracers in freshwater bivalve shells KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Steven Bouillon • Zita Kelemen
Reconversie van de metalen draagstructuur van gebouwen uit 1860-1920. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling. De reconversie van historische panden is een belangrijk maar complex hedendaags facet van de bouwnijverheid. Toch wordt men in de praktijk nog steeds geconfronteerd met een gebrek aan informatie. Dit probleem stelt zich zeker voor de metalen draagstructuur van gebouwen daterend van 1860 tot 1920 omdat de productie van ijzer en staal een grote evolutie doormaakte in deze periode. Doelstelling. Opstellen van een referentiewerk voor de reconversie van bouwwerken met een metalen draagstructuur uit 1860-1920. Het bepalen van de innoverende rol van historische gebouwen op bouwtechnisch vlak. Het opzoeken, groeperen, aanvullen, verwerken en inzetbaar maken van informatie over de productieprocédés, materialen, bouwtechnieken en berekeningsmethoden van metalen draagstructuren van gebouwen in België uit de periode 1860-1920. Het afleiden, opstellen en uitschrijven van een methodologie voor de reconversie van metalen draagstructuren van gebouwen. Methodiek. Het verloop omvat drie fases: de informatievergaring, de toetsing dmv casestudys en de verwerking tot een methodisch referentiewerk voor reconversie. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VEREECKEN • INE WOUTERS
Recovery of rare earths from bauxite residue (red mud) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Koen Binnemans • Thomas Van Gerven • Yiannis Pontikes • Chenna Rao Borra
Recrutering van pancreatische stellaatcellen uit een lokaal progenitorcelcompartiment na experimentele accute panreatitis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Pancreatische stellaatcellen (PSC) werden in 1998 geïdentificeerd. Deze cellen spelen een hoofdrol in de pathogenese van chronische pancreatitis en in de spreiding van tumorale cellen in pancreaskanker. De rol van PSC tijdens acute pancreatitis en de daaropvolgende genezingsfase werd tot op heden niet bestudeerd. Preliminaire experimenten werden door ons (vakgroep celbiologie) uitgevoerd om de kinetiek van PSC te bestuderen in een diermodel van acute pancreatitis (het caerulaine model). Immunokleuringen voor desmine (een merker voor PSC) en Ki-67 (profileratiemerker) werden uitgevoerd op verschillende tijdstippen tussen 1 uur en 14 dagen na intraperitoneale toediening van caeruleine aan ratten en PSC werden geteld. De celkinetiek van PSC na deze caeruleine-geïnduceerde acute pancreatitis toonde 3 duidelijk te onderscheiden fasen (zie punt 7 §A;3). Uit de analyse van deze fasen blijkt: 1) dat, na een initiële, snelle en totale verdwijning van PSC, de eerste PSC die opnieuw verschijnen, gelokaliseerd zijn in het periductulair bindweefsel rond de pancreatische afvoergangen met recolonisatie van het parenchym op latere tijdstippen; 2) dat er sterke proliferatieve activiteit is in de epitheelcellen van de ductuli en in de periductulaire bindweefselcellen. Deze observaties leidt tot de hypothese dat er een lokaal periductulair progenitorcelcompartiment zou bestaan. Het doel van het voorgesteld project betreft het karakteriseren van dit compartiment. Immunokleuringen zullen uitgevoerd worden om merkers van mesenchymale progenitorcellen (Stro-1+, WGA+, Sca-1+, ...) te testen en om tellingen uit te voeren van de verschillende celpopulaties van dit compartiment. Voor deze kleuringen is een heel gevoelige methode noodzakelijk die ook drie- en viervoudige kleuringen toelaat. Immunofluorescentiemicroscopie m.b.v. een monochromator is hiervoor de beste optie. Een monochromator genereert licht met een beperkte bandbreedte (+/- 7,5 nm) en laat toe om de excitatie golflengte heel nauwkeurig te bepalen en de verschillende fluorochromen heel selectief te exciteren. Deze nieuwe techniek is superieurt.o.v. de oude techniek met excitatiefilters in filterblokken (banbreedte 30-40nm). De huidige aanvraag beoogt het verkrijgen van financiële middelen voor de aankoop ban een monochromantor en bijhorende hoge resolutie camera (41.500 EUR) alsook een werkingskrediet voor 2 jaar (2 x 16.000 EUR) Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Fysiologie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Hendrik REYNAERT • Leonardus VAN GRUNSVEN • Daniel URBAIN
Rectal cancer. KU Leuven Abstract: . Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Bart De Moor
Rectale kanker. KU Leuven Abstract: De standaardbehandeling voor patiënten met niet-gemetastaseerde rectalekanker bestaat uit neo-adjuvante radiochemotherapie (RCT) gevolgd door totale mesorectale excisie (TME). Deze ingrijpende chirurgische ingreep kan echter met belangrijke peri-operatieve morbiditeit gepaard gaan. Bovendien bereikt ongeveer 30% van de patiënten een volledige pathologischeremissen (pCR) na RCT. Deze patiënten hebben geen nood aan TME en zouden voor orgaansparende microchirurgie (transrectale endoscopische microchirurgie (TEM)) in aanmerking kunnen komen. Door middel van TEM kunnen ernstige bijwerkingen en ongemakken voorkomen worden. Op dit moment is hetechter onmogelijk om patiënten met een goede respons na RCT op een betrouwbare manier te identificeren. Voorliggend project is bijgevolg op de ontwikkeling van betrouwbare; niet-invasieve responsevaluatietechnieken gericht. Organisaties: • Labo Experimentele Radiotherapie
Onderzoekers: • Karin Haustermans • Xavier Sagaert
Recuperatie van grondstoffen uit afvalwater Universiteit Gent Abstract: Afvalwaterbehandeling kan evolueren van een zuivering naar een recuperatie van water, organische componenten en nutrienten. Een belangrijke, opkomende technologie hierbij zijn de (bio)elektrochemische systemen. op dit moment is de infrastructuur beschikbaar voor dit onderzoek verouderd/versleten of heeft onvoldoende capasiteiten. In dit projectvoorstel worden een aantal basis toestellen zoals pompen en potentiostaten aangevraagd Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Korneel Rabaey
Recursierelaties voor nabije buren van meervoudig orthogonale veeltermen KU Leuven Abstract: Multiple Orthogonal Polynomials (MOP) are a generalization of orthogonal polynomials. They appear in approximation theory, mostly in the theoryof Hermite-Pade approximation. They were introduced for the first time in analytic number theory, for proofs of irrationality and transcendenceof certain real numbers. They have natural applications in Random Matrix Theory, Potential Theory and Non-intersecting Brownian motions.
Themain focus of my research is to investigate MOP using the recurrence relation. An important question is the behavior of these polynomials as the degree tends to infinity. I am interested in the weak asymptotic behavior, asymptotic behavior of the zeros.
In order to find weak asymptotics, certain things must be said about the recurrence coefficients. In the case of classical orthogonal polynomials the recurrence relation can be written using a Jacobi matrix. Various elements of spectral theory ofJacobi matrices combined with some condition on the recurrence coeff Organisaties: • Afdeling Analyse
Onderzoekers: • Walter Van Assche • Maciej Haneczok
Recyclage anorganische chemicaliën uit de agro- en bio-industrie afvalstromen Interreg IVB Noordwest -Europa Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Filip Tack • Erik Meers • Jeroen Buysse
Recycled Woord Ecoblock Universiteit Gent Abstract: Analyse van de technisch/economische haalbaarheid van een bouwblok voor tuinconstructies die gemaakt wordt door het samenpersen van de residuele materiaalstroom van het houtschaafproces. De bouwblok is bestand tegen klimaatsinvloeden, eenvoudig in gebruik en kan geproduceerd worden aan een marktconforme kost (richtwaarde voor de verkoopsprijs aan professionelen = 50?/m² Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Joris Van Acker
Recycling of Rare Earths from Fluorescent Lights KU Leuven Abstract: The research will focus on the development of new recycling routes for fluorescent lights to allow the efficient retrieval of valuable rareearth elements. The selective dissolution and/or extraction of luminescent compounds will be the main focus of this research. Innovative technologies like the use of ioniq liquids and advanced sorbents will be investigated. The research will be carried out as part of the KU Leuven RARE3 research consortium which was created to develop new recycling solutions for rare-earths containing materials. Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Koen Binnemans • David Dupont
Redactie "Huisarts Nu". Universiteit Antwerpen Abstract: Redactie van het magazine "Huisarts Nu". Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Redactie tekst als voorbereiding van het eindrapport voor het tweede toekomstverkennend congres inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Universiteit Antwerpen Abstract: Redactie tekst als voorbereiding van het eindrapport voor het tweede toekomstverkennend congres inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Universiteit Antwerpen Abstract: Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Redelijke aanpassingen, evenredigheid en de rol van de rechter. KU Leuven Abstract: In dit project wordt een onderzoek gevoerd naar de redelijke aanpassingenplicht. Het concept van de redelijke aanpassingen heeft opgang gemaaktin de VS en is in ons rechtssysteem doorgedrongen dankziij een EuropeseRichtlijn. De plicht vereist van werkgevers en anderen op wie ze van toepassinge is, dat zij de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen die ervoormoeten zorgen dat personen met een handicap hun beperking kunnen overstijgen. Voorbeelden zijn: het verlagen van drempels, het aanpassen van uurroosters, het voorzien van tolken e.d.. Rechtbanken blijken moeite te hebben bij de invulling en toepassing van dit begrip omdat de wetgeving hieromtrent weinig houvast biedt. Daardoor
mislopen personen met een handicap vaak de bescherming waar zij recht op hebben. In dit onderzoek wordt getracht een werkbare definitie aan te bieden die het reeds bestaande concept de vereiste diepgang kan geven. In de eerste plaats zal de aandacht gaan naar de onderliggende gelijkheidsbeginselen. Daarnaast zal Organisaties: • Instituut voor Constitutioneel Recht
Onderzoekers: • André Alen • Stefan Sottiaux
Redelijke aanpassingen, evenredigheid en de rol van de rechter. KU Leuven Abstract: In dit project wordt een onderzoek gevoerd naar de redelijke aanpassingenplicht. Het concept van de redelijke aanpassingen heeft opgang gemaakt in de VS en is in ons rechtssysteem doorgedrongen dankzij een Europese Richtlijn. De plicht vereist van werkgevers en anderen op wie ze van toepassing is, dat zij de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen die ervoor moeten zorgen dat personen met een handicap hun beperking kunnen overstijgen. Voorbeelden zijn: het verlagen van drempels, het aanpassen van uurroosters, het voorzien van tolken e.d. Rechtbanken blijken moeite te hebben bij de invulling en toepassing van dit begrip omdat de wetgeving hieromtrent weinig houvast biedt. Daardoor mislopen personen met eenhandicap vaak de bescherming waar zij recht op hebben. In dit onderzoek wordt getracht een werkbare definitie aan te bieden die het reeds bestaande concept de vereiste diepgang kan geven. In deeerste plaats zal de aandacht gaan naar de onderliggende gelijkheidsbeginselen. Daarnaast zal re Organisaties: • Instituut voor Constitutioneel Recht
Onderzoekers: • André Alen • Stefan Sottiaux • Annelies D'Espallier
Redeneren met Incomplete RDF Databases in het Semantic Web Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project beogen we het probleem van het voorstellen van en redeneren met incomplete informatie voor RDF voor de semantic web vision aan te pakken. Het betreft een onverkende maar belangrijke vraagstuk voor zowel het onderzoek naar databases als naar het onderzoek van het semantic web. We beogen ons onderzoeksprogramma op te splitsen in drie autonome maar met elkaar gerelateerde modules met elk hun eigen uitkomsten. Ten eerste bestuderen we de semantiek van onvolledige RDF databases; ten tweede bestuderen we het probleem van query answering en de complexiteit hiervan en ten derde leggen we efficiënte mechanismen en methodes voor voor het verkrijgen van antwoorden van onvolledige RDF documenten. We menen dat we door het behandelen van deze kwesties een belangrijke/ substantiële bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van Tim Berners-Lee's semantic web vision. De verzochte fondsen zullen voornamelijk aangewend worden voor het bezoeken van gerenommeerde onderzoekscentra en/of het uitnodigen van gerennomeerde professoren met het oog op samenwerking. Ten slotte zullen de fondsen toegekend door het BOF 'Klein Project' het de promotor mogelijk maken om de internationale aantrekkingskracht en visibiliteit van de Universiteit Antwerpen, en van de ADREM-groep in het bijzonder, te versterken. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Álvaro Cortés Calabuig
Redeneren met Prioriteiten: een Bredere Kijk Universiteit Gent Abstract: Bij geprioriteerd redeneren gaat men uit van graden van plausibiliteit, specificiteit, urgentie, etc. om bepaalde logische problemen op te lossen. Diverse modellen voor zulke redeneervormen zijn reeds ontwikkeld in het verleden. In mijn project zal ik (i) deze modellen verder ontwikkelen en toepassen, en (ii) meer aandacht besteden aan de manier waarop prioriteiten tot stand komen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Redeneren met Prioriteiten: een Bredere Kijk Universiteit Gent Abstract: Bij geprioriteerd redeneren gaat men uit van graden van plausibiliteit, specificiteit, urgentie, etc. om bepaalde logische problemen op te lossen. Diverse modellen voor zulke redeneervormen zijn reeds ontwikkeld in het verleden. In mijn project zal ik (i) deze modellen verder ontwikkelen en toepassen, en (ii) meer aandacht besteden aan de manier waarop prioriteiten tot stand komen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Redeneren over conditionele kansen: Het Monty Hall dilemma. KU Leuven Abstract: In dit onderzoeksproject onderzoeken we hoe mensen redeneren over voorwaardelijke kansen. Het is geweten dat redeneerprocessen, en meer algemeen, de overtuigingen en intuïties van mensen over kansen, vaak in contrast zijn met de formele kanstheorie. Dit doctoraatsonderzoek heeft drie doelstellingen. Het eerste doel is om de onderzoeksevidentie in kaart te brengen van de verschillende verklaringen waarom mensen falen in het correct redeneren over voorwaardelijke kansen. Hiervoor zal een systematische literatuursynthese worden uitgevoerd. Het tweede doel is om tegemoet te komen aan bepaalde tekorten in het onderzoek naar redeneren over voorwaardelijke kansen. Het effect van cumulatieve feedback, van cognitieve ontwikkeling, en van tegenfeitelijke processen op het redeneren over voorwaardelijke kansen zal worden onderzocht. Verder leggen we de focus op de vraag hoe inzicht in voorwaardelijke kansen verbeterd kan worden, door middel van de ontwikkeling en evaluatie van een digitale leeromg Organisaties: • Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek
Onderzoekers: • Patrick Onghena • Wim Van Dooren • Lore Saenen
Redeneren over coroutines Universiteit Gent Abstract: Programmeertaalconcepten gebaseerd op coroutines en zijwaards doorgeven van informatie zijn alomtegenwoordig in moderne programmeertalen, waar ze vele programmeervoordelen bieden. Programma-analyses zijn echter slecht uitgerust om met hen om te gaan. Het gevolg is dat programmeurs zwakke en onbruikbare analyse-feedback krijgen en geen compileroptimalisaties. Om deze situatie recht te zetten ontwikkelt dit project redeneertechnieken specifiek voor programmeertaalconcepten gebaseerd op coroutines. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Tom Schrijvers
Redeneren over Coroutines. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Daniel De Schreye
Redeneren over kwantum informatie: een modaal-logisch perspectief op de fundamenten van de kwantum mechanica en de filosofische implicaties ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project staat het logisch redeneren over kwantum informatie centraal. Meer bepaald, stelt dit project een filosofische analyse voor van de kwalitatieve en semantische eigenschappen van kwantum informatie. Door kwantum informatie een ontologisch statuut te geven en er een semantisch betekenis aan toe te kennen, plaatst dit project zich tegenover de huidig heersende opvattingen over kwantum informatie als een louter kwantitatief meetbaar gegeven. We stellen voor om in dit project de notie van 'informatie' een invulling te geven binnen de context van de Modale logica. Dit project stelt tevens de terugkoppeling voor naar het onderzoek in de filosofie van de fysica. Meer bepaald, het analyseren van de ruimtelijke en temporele eigenschappen van kwantum informatie zal nieuwe filosofische implicaties opwerpen voor de gangbare interpretaties van de kwantum mechanica. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • SONIA SMETS • JEAN VAN BENDEGEM
Redeneren tussen theorieën. Een model voor een epistemologie met logische middelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1 PROBLEEMSTELLING EN SITUERING Eén van de gevolgen van de recente heropleving van de formele epistemologie (Fitelson, 2007), is dat men zich opnieuw is gaan afvragen hoe dit onderzoeksdomein zich tot de standaard kennisleer verhoudt en er uiteindelijk ook weer bij kan aansluiten. Deze vraag dringt zich niet in het minst op voor de formele epistemologie die gebruikmaakt van formeel-logische methoden (voornamelijk d.m.v. epistemische en doxastische logica's, zie Hintikka (1969)). Hoe men een brug tussen de formele en standaard epistemologie kan slaan, is evenwel niet onmiddellijk duidelijk. Volgens Hendrick's "Mainstream and Formal Epistemology" (Hendricks, 2006), moet men in de eerste plaats de structurele gelijkenissen tussen de formele en standaard epistemologie verduidelijken. Het erkennen van een kern van gemeenschappelijke problemen en methoden geeft ongetwijfeld aan waarom het zinvol is om de kloof tussen beide domeinen te dichten, maar het geeft niet aan hoe we hun onderlinge interactie precies kunnen vormgeven. Om hierin te slagen, is het noodzakelijk om formele en niet-formele theorieën op een precieze en systematische manier aan mekaar te linken. Dit aspect van de relatie tussen de formele en standaard kennisleer bleef tot nu toe onderbelicht. Het doel van het voorgestelde onderzoek is om hiervoor een algemeen methodologisch kader uit te werken. Doordat het de precieze relatie tussen formele en informele modellen van de belangrijkste epistemische concepten als onderwerp heeft, onderscheidt dit onderzoek zich duidelijk van de meer voor de hand liggende vraag hoe we logische methoden kunnen aanwenden om problemen uit de standaard epistemologie op te lossen. Het dieperliggende probleem waarop dit onderzoek zich toespitst, is de vraag waarom deze logische methoden, ondanks de vele gekende problemen (Dretske, 1970; Hocutt, 1972), relevant kunnen zijn. Wat hiervoor in de eerste plaats verduidelijkt moet worden, is hoe abstracte en schijnbaar sterk geïdealiseerde modellen voor kennis en overtuiging de meer gesofistikeerde analyses uit de standaard kennisleer kunnen vervolledigen en mogelijk zelfs kunnen corrigeren. Formeler uitgedrukt: kunnen theorieën waarvan de respectievelijke abstractieniveaus niet exact overeenkomen aan mekaar gerelateerd worden? [bemerk de analogie met het probleem van het kennis toekennen in een taal die niet de taal van het kennend subject is en de problemen die rijzen wanneer 'higher-level' theorieën aan 'lower-level' theorieën gerelateerd moeten worden] Door het vanuit dit perspectief te benaderen, verruimen we de oorspronkelijke zoektocht naar potentiële bruggen tussen formele en informele analyses tot een meta-reflectie over het doel en het functioneren van de bekende logische modellen van epistemische en doxastische toestanden. De kern van zo'n meta-reflectie is volgende vraag: hoe kan redeneren binnen een formeel systeem ons iets bijleren over het informele systeem waarop het gebaseerd is? Preciezer, welke informatie over de individuele thesen van een informele theorie kan men uit de (corresponderende) individuele thesen van de gerelateerde formele theorie bekomen? Om een al te enge benadering van deze vraagstelling uit te sluiten, wordt niet enkel de logische representatie van statische noties, maar ook van de dynamische processen die deze toestanden wijzigen in dit onderzoek betrokken. Een uitbreiding met deductieve en communicatieve processen dringt zich daarom op. Op het formele vlak heeft dit vooral betrekking op de epistemische logica's van de tweede generatie die meer aandacht hebben voor sociale, interactieve en dynamische aspecten van de cognitie (Baltag & Moss, 2004; van Ditmarsch et al., 2007). Met betrekking tot de standaard epistemologie, komt dit neer op de integratie van inzichten met betrekking tot 'rechtmatige beweringen' (het probleem van wat geldt als proper assertion, zie DeRose (2002); Douven (2006); Hawthorne (2004); Williamson (2000)) en de voorwaarden voor het bekomen van kennis door getuigenis (de problemen van testimony en trust, zie Coady (1973); Graham (1997); Fricker (2006)). Tenslotte, laat de integratie van het probleem van kennis-uitbreiding door deductief redeneren dit onderzoek ook aansluiten bij één van de meest centrale problemen in de kennisleer en de filosofie van de logica. Samengevat, is het doel van dit project de conceptuele analyse en de formele explicitering van de relatie tussen formele representaties van cognitieve toestanden en acties (die automatisch op een welbepaald abstractie-niveau functioneren) en informele, maar meestal erg genuanceerde inzichten in de interactie van kennis, overtuiging, deductief redeneren, assertion en trust (maar die niet noodzakelijk op een welbepaald of vast abstractie-niveau functioneren). Dit doel kan enkel bereikt worden door middel van een geïntegreerde aanpak. Concreet, omvat dit de uitwerking van (1) een algemene strategie voor het formuleren van 'bridge principles', (2) een generiek formaat en algemeen kader waarin de respectievelijke formele en niet-formele theorieën uitgedrukt, gesitueerd en indien nodig ook bijgestuurd en uitgebreid kunnen worden en (3) de toepassing van deze strategie voor elk van de genoemde epistemische concepten en fenomenen. Doordat de meeste problemen die uit deze initiële vraagstelling voortkomen, benaderd zullen worden vanuit de filosofie van de informatie (in het bijzonder de abstractie-methode), sluit dit project aan bij diverse onderzoekssporen die binnen het doctoraatsonderzoek uitgewerkt werden. De belangrijkste zijn: (i) het verband tussen het logisch pluralisme, de pluralistische interpretering van informatie-inhoud en de abstractie-methode en (ii) de verantwoording aan de hand van infomorfismen van een op adaptieve logica gebaseerd niet-
monotoon informatie-concept. 2 'BRUG PRINCIPES' De meest voor de hand liggende illustratie van de problematische relatie tussen formele en informele theorieën, is het verband tussen het theoretische concept van de logische gevolgrelatie en de praktische concepten van het redeneren en het afleiden. Dat het theoretisch concept constitutief of op zijn minst relevant zou moeten zijn voor de actuele praktijk van het (deductief) redeneren, is een wijdverbreide doch vage en meestal slechts impliciet aanwezige veronderstelling. Deze eerder naïeve visie wordt ongetwijfeld versterkt door de historische band tussen de logica, de studie van het redeneren en de argumentatietheorie, maar is daarom nog niet onbetwist. Zo werd bijvoorbeeld het meer pessimistische standpunt dat logica niet in het bijzonder relevant is voor het menselijk redeneren meermaals door Gilbert Harman verdedigd (Harman, 1986). Ook in Fitelson's recentere analyse van de relatie tussen confirmatie en logisch gevolg, vindt men een gelijkaardig standpunt terug (Fitelson, 2006). In het algemeen komt zo'n pessimistische visie neer op de ontkenning dat er niet-triviale 'brugprincipes' bestaan die de formele logische gevolgrelatie met de praktijk van het redeneren verbinden. Ook in de huidige context waar de relatie tussen formele en standaard kennisleer centraal staat, heeft deze pessimistische visie verstrekkende gevolgen. De reden hiervoor is dat de skeptische argumenten die tot dit pessimisme leiden veralgemeend kunnen worden en zo alle 'brug-principes' tussen logische systemen en hun canonieke toepassingsdomein verwerpen. Net zoals de naïeve visie, is ook dit veralgemeende pessimisme niet onbetwist. De argumenten waarop het steunt, beperken niettemin de manoeuvreer-ruimte bij het formuleren van adequate 'brugprincipes'. In het bijzonder tonen deze aan dat de meeste naïeve voorstellen (bv. indien A door ? geïmpliceerd wordt, dan moet wie van alle elementen van ? overtuigd is, ook A aan haar overtuigingen toevoegen) onhoudbaar zijn. Het impliceert het eveneens dat een traditioneel logisch revisionisme (het afzwakken van de onderliggende logica) deze voorstellen niet kan redden. De overtuigingskracht van zo'n veralgemeend pessimisme, is vooral aan de structuur van de bewuste argumenten te wijten. Voor het propositionele geval argumenteert men dat wanneer volgens een deductiestandaard L het zo is dat A door ? geïmpliceerd wordt, terwijl de redenering van ? naar A niet aanvaardbaar is, men de deductiestandaard L moet herzien. Analoog, argumenteert men dat wanneer volgens een epistemische logica L het zo is dat KB door KA geïmpliceerd wordt, hoewel het mogelijk is om A maar niet B te weten, de epistemische logica L aan herziening toe is (voor een doxastische logica is het argument gelijklopend). De cruciale eigenschap van zulke redeneringen, is dat de loutere veronderstelling dat logica constitutief is voor het redeneren volstaat om alle logische systemen (tenzij de lege of nul-logica) zonder meer te verwerpen. Hoewel epistemische en doxastische logica's zelf reeds naar cognitieve relaties verwijzen, zijn zij hier niet immuun voor. De mogelijkheid van een op logica gebaseerde formele epistemologie komt zo op de helling te staan. Eén van de beweringen die doorheen dit onderzoek hard dienen te worden gemaakt, is dat voldoende verfijnde 'brug-principes' het logisch-epistemologisch project wel veilig kunnen stellen. Het belangrijkste inzicht hierbij is dat voor dit doel aanvaardbare 'brug-principes' zelf geen deel kunnen uitmaken van het logisch systeem noch in de object-taal van dat systeem uitgedrukt kunnen worden. 3 ABSTRACTIE In tegenstelling tot de suggestie dat een logischformele kennisleer met adequate 'brug-principes' uitgebreid moet worden, is het meer gangbaar om doxastische en epistemische logica's te interpreteren als representaties van de kennis of overtuigingen van sterk geïdealiseerde agents of als rationaliteits-normen voor diezelfde agents. Zulke verwijzingen naar een geïdealiseerde rationaliteit volstaan echter niet om alle gangbare tegenwerpingen te weerleggen (zie Stalnaker (1991) voor een kritische evaluatie). Ook volstaan zulke manoeuvres niet om te ontkomen aan de 'slippery slope' van het steeds verder afzwakken van de onderliggende logica. De les die we uit dit falen kunnen trekken, is dat we niet via veronderstelde idealiseringen het onderwerp van onze theorieën moeten herzien, maar dat we deze theorieën aan hun respectievelijke abstractie-niveau moeten koppelen. Een kritische blik op Hendricks' voorstel dat formele epistemologie de structuur aanbrengt die nodig is om standaard epistemologische strategieën en methoden (b.v. het construeren van tegenvoorbeelden) te regimenteren, verduidelijkt waarom het belangrijk is om verschillen in abstractie-niveaus te herkennen. Het weerlegt namelijk de initieel plausibele suggestie dat formele structuren rechtstreeks gebruikt kunnen worden om de in de standaard epistemologie impliciet aanwezige informele structuren te preciseren en te vervolledigen. Het alternatief dat als onderdeel van dit onderzoek voorgesteld wordt, is dat formele structuren gebruikt worden om over minder expliciet uitgewerkte structuren te redeneren. In tegenstelling tot de eerste optie, veronderstelt deze tweede optie niet dat beide structuren of theorieën op hetzelfde abstractie-niveau functioneren. In deze context, draagt de abstractie-methode (Floridi & Sanders, 2004) waarop deze inzichten steunen twee dingen bij: het structureert de zoektocht naar geschikte 'brug-principes' en het geeft een verklaring voor het falen van de meer voor de hand liggende principes. De formele basis voor de idee dat 'brug-principes' geen deel uitmaken van een formele theorie, maar een link vormen die ons toelaat om met die theorie over een andere theorie te redeneren, steunt op Barwise en Seligman's werk over information flow (Barwise & Seligman, 1997). De kern hiervan is het feit dat één theorie informatie kan bevatten over een andere theorie en men bijgevolg de eerste kan gebruiken om over de tweede te redeneren. Als we bedenken dat de meest bekende problemen in de epistemische logica (cfr. de spanning tussen het behouden van elk syntactisch detail versus het streven naar semantische algemeenheid) te wijten zijn aan het feit dat onze intuïtieve structuren meer verfijnd zijn dan hun formele tegenhangers, dan lijkt deze voorstelling van de feiten heel wat accurater dan Hendricks' oorspronkelijke voorstel. Het verder binnen Barwise en Seligman's systeem preciseren van het inzicht dat 'brugprincipes' ons toelaten om 'tussen twee theorieën' te redeneren, heeft als voordeel dat het mede verklaart waarom adequate principes niet alleen relatief zwak, maar ook niet-monotoon zijn. Het in deze context toepassen van Barwise en Seligman's inzichten vormt een nieuw en onverwacht gebruik ervan. De geschetste formele strategie is niet de enige die een uitzicht biedt op adequate 'brug-principes'. Het is zelfs niet de meest plausibele, maar ze biedt wel een aantal unieke voordelen. Wat alle plausibele strategieën verbindt, is het verwerpen van een radicaal logisch revisionisme (enkel de lege logica is onvoorwaardelijk toepasbaar). Samen met de vaststelling dat monotone gevolgrelaties systematisch een te grote en/of te beperkte gevolgverzameling opleveren, is dit van bij het begin een centrale overweging geweest bij de ontwikkeling van adaptieve logica's (Batens, 1997, 2007). Het verschil tussen de adaptieve of niet-monotone aanpak en het huidige voorstel, is dat adaptieve logica's bekeken kunnen worden als logische systemen die zelf de 'brug-principes' bevatten die adequaat zijn voor een bepaald toepassingsdomein. Dit overstappen naar een ander soort logica (i.p.v. het louter afzwakken ervan) biedt ongetwijfeld een meer voor de hand liggende uitweg voor het geschetste probleem, maar sluit een benadering waarbij meer aandacht uitgaat naar abstractie-niveaus en systeem-externe 'brug-principes' niet uit. De voorgestelde aanpak geeft een preciezere analyse van het probleem en van de mogelijkheden om ze op te lossen. De adaptieve aanpak, daarentegen, biedt de mogelijkheid om exclusief te focussen op de exacte structuur van het nietmonotoon redeneren dat nodig is om tussen verschillende theorieën en abstractie-niveaus te redeneren. Beide strategieën zijn eerder complementair en dit uit zich ook in de formele details (in het bijzonder in het feit dat, net zoals 'brug-principes', de werking van adaptieve logica's niet door een verzameling axioma's exhaustief gekarakteriseerd kan worden). 4 BEOOGDE RESULTATEN EN MEERWAARDE Wat is nu precies de meerwaarde van de voorgestelde strategie om de interactie tussen formele en standaard epistemologie te bestuderen? Een antwoord op deze vraag kan gegeven worden vanuit het perspectief van dit onderzoek, maar ook vanuit de specifieke methode die voorgesteld wordt. Zoals vermeld, beperkt dit onderzoek zich niet tot epistemische en doxastische toestanden of tot de rol van het deductief redeneren bij de uitbreiding hiervan, maar heeft het als doel om 'brugprincipes' te formuleren die zowel statische als dynamische en zowel individuele als sociale en interactieve kennistheoretische concepten met mekaar in verband brengen. Naast de breedte van dit onderzoek, is het belangrijk dat de voorgestelde strategie oog heeft voor eigenschappen van de relatie tussen de formele en standaard epistemologie die door andere strategieën niet zo expliciet benaderd kunnen worden. In vergelijking met meer traditionele voorstellen, zoals Streumer's "For all propositions p1 , ..., pn and q, if the conjunction of p1 , ..., and pn entails q, then there is a reason against a person s both believing that p1 , ..., and that pn and believing the negation of q" (Streumer, 2007), heeft de huidige strategie alleszins meer dan minimale logische beperkingen te bieden. In vergelijking met de niet-monotone aanpakken waarbij 'brug-principes' deel uitmaken van het logisch systeem, laat de vooropgestelde strategie het toe om een aantal cruciale onderscheiden explicieter naar voor te brengen. De twee belangrijkste zijn: (i) het verschil tussen louter logische en epistemische of doxastische gevolgrelaties en (ii) het verschil tussen abstractie en idealisering. Het eerste onderscheid wordt reeds ten dele naar voor gebracht door niet-monotone of adaptieve inferenties te beschouwen als epistemische of doxastische gevolgrelaties en ze daarom als conditionele doxastische of epistemische operatoren te formaliseren. Het onderscheid tussen idealisering en abstractie heeft dan weer betrekking op de manier waarop we de door een model voorspelde epistemische eigenschappen interpreteren: dit kan als eigenschappen van de agents waarover we redeneren, maar kan ook als eigenschappen van het gebruikte formele kader zijn. Dit onderscheid is vooral van belang voor de interpretatie van de traditioneel ongewenste eigenschappen van formele systemen: in het eerste geval worden deze eigenschappen veelal als idealiseringen van de cognitieve vermogens van de relevante agents begrepen, in het tweede geval betreft het slechts abstracties (want adequate 'brug-principes' wijzen erop dat het bekomen model geen informatie verschaft met betrekking tot die eigenschappen dit schijnbaar geïdealiseerd zijn). Wanneer 'brug-principes' in het formele model opgenomen worden, zijn het dit soort nuances die verdwijnen. Tenslotte, telt deze aanpak nog twee meer algemene verdiensten. Zo biedt het een nieuw perspectief op de rol van het logisch
modelleren binnen de formele epistemologie en herinterpreteert het traditionele argumenten voor logisch revisionisme in termen van het verfijnen i.p.v. het verwerpen van modellen. Ook is dit een project dat niet blijft steken bij de evidente vraag hoe een epistemologie met logische modellen de inzichten van de standaard epistemologie kan incorporeren (van Benthem, 2006), maar biedt het vooral een meer accuraat perspectief op de praktijk van het logisch modelleren. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM • Patrick ALLO
Redesigning the leaving group in self-replicating systems KU Leuven Abstract: Geïnspireerd door de chemische vereenvoudiging van tRNA als leaving group en informatiedrager tijdens de eiwitsynthese, is het ontwikkelen van deze groepen gebaseerd op nucleobasen of andere zelfherkennende structuren een nieuwe manier om moleculaire genetica te creëren. Maar dit is niet enkel een poging om chemisch leven te maken, het is een project dat probeert om de complexe kinetica en thermodynamicaachter biochemische systemen te ontrafelen en tezelfdertijd een nieuwe, breed toepasbaar concept in de chemie te ontwikkelen. Het begrijpen en voorspellen van de vele chemische balansen in deze complexe systemen zal niet ten minste uitdagend zijn. Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Wim Dehaen • Piet Herdewyn • Henri-Philippe Mattelaer
Red Flags! Preventie, opsporing en de samenwerking in de strijd tegen grensoverschrijdende sociale fraude Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Criminologie, Strafrecht en Sociaalrecht
Onderzoekers: • Yves Jorens
REDI. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht
Onderzoekers: • Marco Ventura
Re-documentaire. Migranten, 25 jaar later Hogeschool Gent Abstract: Het project onderzoekt de specifieke beeldtaal van de fotografie, meer bepaald van de documentaire fotografie. Het doel is een onderzoek naar de evolutie van de heersende artistieke consensus binnen de communicatieve velden van de documentaire fotografie over een periode van 25 jaar. Het hedendaagse beeldmateriaal voor het vergelijkend onderzoek vindt aansluiting bij het fotografisch project Immigranten – Een poging tot benadering (1980), een documentaire studie over de toenmalige Gentse migrantengemeenschap. Dit onderwerp is in de loop van 2005-2006 opnieuw gefotografeerd (Re-documentaire) door de studenten fotografie die aan het project meewerkten. Dit levert voor het onderzoek een actueel beeld op van een deel van de migrantengemeenschap in Vlaanderen. Er werken een twintigtal studenten mee op vrijwillige basis, binnen hun keuzevak of aanverwante vakken, naast het AMSAB, het Masereelfonds, de Hogeschool Gent, het Fotomuseum Antwerpen en een aantal professoren van de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel mee. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie
Onderzoekers: • Godelieve Colruyt
Redoxflowbatterijen op basis van ionische vloeistoffen (IREBAT). KU Leuven Abstract: Een redoxflowbatterij slaat chemische energie op onder de vorm van opgeloste redoxkoppels. Elektriciteit wordt in een afzonderlijke vermogensmodule gegenereerd. Tijdens de ontlading vloeien twee elektrolyten vanuit twee afzonderlijke opslagtanks door de elektrolysecel voor de redoxreactie, waarbij ionen tussen de twee elektrolyten worden uitgewisseld doorheen een ionenwisselingsmembraan. Tijdens de oplaadstap wordt de redoxreactie omgekeerd. Voordelen van dit type van batterijen is de eenvoudige opschaalbaarheid (KHh tot 100den MWh), de hoge vermogensdichtheid en de snelle responstijd. Verschillende typen van redoxflowbatterijen zijn in deliteratuur beschreven: vanadium-vanadium, zinkbroom en zink-cerium zijn de meeste bekende vormen. De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van nieuwe redox flow batterijen op basis van vloeibare metaalzouten, in combinatie met anionenwisselingsmembranen. Vloeibare metaalzouten zijn ionische vloeistoffen waarbij het metaal een deel van het k Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Jan Fransaer • Koen Binnemans • Ivo Vankelecom
Redox status van de darm en effecten op darmgezondheid in jonge intra-uterien groeivertraagde biggen Universiteit Gent Abstract: De veranderingen in de oxidatieve en redox status van de darm in het vroege leven van intra-uterien groeivertraagde biggen vergeleken met biggen met normaal geboortegewicht zal bestudeerd worden in relatie tot darmgezondheid. Phenotypische metingen van het antioxidant systeem en darmepitheel barrière functie en regeneratiecapaciteit zullen uitgevoerd worden, alsook kwantitatieve expressie van genen betrokken bij oxidatieve stress.
Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Reduceren van de last van kinkhoest (pertussis) bij zeer jonge kinderen in verschillende epidemiologische settings door middel van vaccinatie tegen pertussis tijdens de zwangerschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Reducing greenhouse gas emissions from all land uses in forest rich countries. Assessment of options and trade-offs with co-benefits through land use change scenario modeling in Tshopo district, DR Co KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Bruno Verbist • Pieter Moonen
Reducing the energy consumption of sensor networks KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Wim Dehaene • Sofie Pollin • Marian Verhelst
Reducing the Error Motion of an Aerostatic Rotary Table to the NanometreLevel (Het reduceren van de rondloopfout van een luchtgelagerde rotatietafel tot op nanometerschaal) KU Leuven Abstract: Recente ontwikkelingen in de halfgeleiderindustrie, materiaalkunde en de maakindustrie verhogen steeds meer de vraag naar nauwkeurigere rotatiesystemen. Vermits de gestelde nauwkeurigheidseisen de specificaties van conventionele lagertechnologieën overtreffen, wordt veelal een oplossinggevonden door het gebruik van luchtlagers. De voordelen van luchtlagerszijn alom bekend: quasi-sleetvrij en wrijvingsloze werking, geen smering vereist, een schoneoplossing in een ruim temperatuurbereik en een hoge levensduur. Hoewel de lageroppervlakken in een luchtlager steeds gescheiden zijn van elkaar door een dunne luchtfilm, wordt de rondloopfoutbeperkt door productiefouten in de lageronderdelen, onbalans en omgevingsinvloeden.Het hoofddoel van dit proefschrift betreft het verbeteren van de rondloopnauwkeurigheid van een luchtgelagerde rotatietafel tot op nanometer-schaal (< 10 nm). Om dit doel te bereiken is een numeriek model ontwikkeld zodoende de invloed van verschillende onvolkomenheden tij Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Farid Al-Bender • Dominiek Reynaerts • Steven Cappa
Reducing the knee adduction moment through gait retraining in patients with knee osteoarthritis KU Leuven Abstract: Symptomatische knieartrose (KA ) is een van de meest voorkomende vormenvan KA . Het resulteert in een hoge prevalentie van pijn (Lawrence et al., 2008) en een verminderd bewegingsbereik . Dit wordt vaak gevolgd door verlies van mobiliteit, hetgeen leidt tot een verhoogde progressie vande ziekte (Wong et al., 2012).Verschillende studies hebben aangetoond dat een hoog extern knieadductiemoment (EKAM) tijdens het lopen nauw verwant lijkt te zijn aan de ontwikkeling en progressie van knieartrose (Felson en Radin, 1994; Sharma, Hurwitz et al., 1998; Miyazaki, Wadaet al., 2002) aangezien de EKAM de samendrukkende krachten op het mediale compartiment van de knie vertegenwoordigt (Pollo , Otis et al. . 2002). Hoewel de EKAM gewoonlijk twee pieken in de standfase vertoont, is slechts de algemene EKAM piek aantoonbaar gerelateerd aan de progressie van KA (Miyazaki , Wada et al. . 2002). Reductie van het EKAM lijkt daaromzeer nuttig bij de behandeling van deze patiënten.Externe loophulpmiddelen k Organisaties: • Inspanningsfysiologie
Onderzoekers: • Sabine Verschueren • Benedicte Vanwanseele • Tim Aderik Gerbrands
Reductie antibioticagebruik op veebedrijven (Red AB) Universiteit Gent Abstract: Analyse van varkens- en pluimveebedrijven, komende tot advisering op het gebied van bedrijfsvoering, preventieve en bioveiligheidsmaatregelen en gebruik van antimicrobiële middelen. Dit om te komen tot een verminderd en verantwoord antibioticumgebruik, kaderend in de problematiek rondom antimicrobiële resistentie. Veebedrijven worden in vier bedrijfsbezoeken begeleid, waarbij de begeleidend dierenarts/bedrijfsadviseurs nauw betrokken worden. Ontwikkeling ABcheck; webapplicatie voor berekening antibioticumgebruik op bedrijfsniveau. Uitvoerend dierenarts: Merel Postma
Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Jeroen Dewulf
Reductie- en symmetrieaspecten in de geometrische mechanica Universiteit Gent Abstract: De term Geometrische Mechanica refereert naar de toepassing van technieken en resultaten uit de differentiaalmeetkunde op de studie van klassieke mechanische systemen. Binnen de context van geometrische mechanica bestuderen we enkele aspecten van symmetrieen voor Lagrangiaanse en niet-holonome mechanische systemen. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Willy Sarlet • Frans Cantrijn
Reductie in steekproefgrootte door orde restricties Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de relatie te onderzoeken tussen het aantal opgelegde orde restricties op de parameters van een statistisch model en de mogelijke afname in steekproefgrootte. De doelstellingen zijn (1) het ontwikkelen van power tabellen voor orde gerestricteerde tests en (2) het ontwikkelen van gebruiksvriendelijke software zodat het testen van orde gerestricteerde hypothesen toegankelijk is voor toegepaste onderzoekers. Organisaties: • Vakgroep Data-analyse
Onderzoekers: • Yves Rosseel
Reductie van chemotherapie gerelateerde late termijn effecten via gerichte moleculaire combinatie therapieën bij hoge risico vormen van kinderkanker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Moleculaire Biologie v. Leukemie
Onderzoekers: • Kim De Keersmaecker
Reductie van de nitraat uitspoeling in de grondgebonden groenteteelt onder beschutting door beredeneerde watergift en bemesting. Universiteit Gent Abstract: Redung Reductie van de nitraat uitspoeling in de grondgebonden groenteteelt onder beschutting door beredeneerde watergift en bemesting. IWT Landbouw 120771 Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Stefaan De Neve
Reductie van een veeldeeltjesprobleem naar de tweedeeltjesruimte door variationele bepaling van de tweedeeltjesdichtheidsmatrix Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling en optimaliseren van semidefinite programming - codes specifiek toegepast of fysische problemen. Rigoureuze theoretische analyse van de N-representabiliteitsvoorwaarden van tweedeeltjesdichtheidsmatrices. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dimitri Van Neck
Reductie van Fusarium mycotoxinen in de productie- en afzetkolom van graan en maïs Hogeschool Gent Abstract: Mycotoxinen zijn secundaire schimmelmetabolieten (o.a. van Fusarium, Aspergillus en Penicillium species) die chemisch zeer stabiel zijn en de meeste bewerkings- en verwerkingsprocessen weerstaan. Ze kunnen zich op deze wijze gemakkelijk accumuleren in grondstoffen, veevoeders en levensmiddelen of zelfs via vlees of melk van dieren gevoederd met gecontamineerd veevoer, in de voedselketen terechtkomen. Van bepaalde mycotoxinen zijn kleine hoeveelheden als 1 ppb voldoende om toxische effecten bij mens en dier te veroorzaken.Fusarium-species zijn belangrijke mycotoxine-producerende schimmels. Ze produceren meer dan 130 secundaire metabolieten. Veruit de omvangrijkste groep zijn de trichotecenen die verder kunnen opgesplitst worden in 2 groepen (type A: zeer toxisch en moeilijk opspoorbaar en type B: minder toxisch en gemakkelijk opspoorbaar). Andere vaak voorkomende Fusarium mycotoxinen zijn fumonisinen en zearalenonen.Granen en maïs zijn gemiddeld vatbaar tot zeer vatbaar voor diverse Fusarium-soorten (F. graminearum, F. culmorum, F. monoliforme, e.a.). Het koele, vochtige klimaat van NWEuropa favoriseert daarenboven het optreden en verspreiding van diverse Fusarium-soorten bij granen en maïs. Een aantasting van Fusarium leidt niet alleen tot belangrijke economische schade door een verlaagde gewasopbrengst, oogstverliezen, bederf, e.a., maar brengt ook grote gezondheidsrisico's voor mens en dier met zich mee door mogelijke aanwezigheid van mycotoxinen. Het vervoederen van met Fusarium gecontamineerd voeder leidt tot een verminderde voederopname, tragere groei, optreden van verwerpen, problemen met het immuunstelsel en vruchtbaarheid, e.a. al snel tot een productievermindering van 10 tot 40 %.Gezien het grote belang van granen en maïs in Vlaanderen als grondstof voor zowel ruw- en krachtvoeder en het grote economische belang van de veeteelt enerzijds en de relatief grote kans tot contaminatieervan door Fusarium spp. anderzijds, is de kans reëel dat Fusarium mycotoxinen in de grondstoffen van veevoeder en in de voedselketen binnendringen. Het project wil dan ook een bijdrage leveren tot de identificatie, reductie en preventie van Fusarium mycotoxinen in de graan en maïs productie- en afzetketen door zich hierbij zowel te focuseren op de pre- als de post-harvest periode. Het wil op deze manier een bijdrage leveren tot de
ontwikkeling van een geïntegreerd controle- en beheersingssysteem voor Fusarium mycotoxinen. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Ruth DeVreese
Reductie van herbicide input in maïs door introductie van mechanische onkruidbestrijding Hogeschool Gent Abstract: De huidige productietechnieken van de land- en tuinbouw baart onze maatschappij zorgen. Vooral t.a.v. chemische middelen is de argwaan groot zodat er een maatschappelijke vraag is om de input aan chemische gewasbeschermingsmiddelen te beperkingen. Om aan deze maatschappelijke vraag te voldoen werkt de Vlaamse gemeenschap aan een meerjarenplan om op korte termijn tot een aanzienlijke reductie (50 %) van het gebruik van chemische gewasbestrijdingsmiddelen te komen. Vooral de structurele afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen wil men doorbreken. In deze optiek past ook de stimulering om de oppervlakte aan de biologische landbouw te vergroten tot 10 % van het totale land- en tuinbouwareaal. In maïs is de onkruidbestrijding het enige grote fytosanitair probleem. De introductie van mechanische onkruidbestrijding in de maïsteelt is dan ook de enige maatregel die genomen kan worden om te komen tot een effectieve vermindering van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de maïsteelt. Het project bestudeert de mogelijkheid van mechanische onkruidbestrijding in maïs. Hierbij worden 2 sporen gevolgd: (1) een volledige mechanische onkruidbestrijding en (2) de combinatie van mechanische en chemische onkruidbestrijding. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert
Reductie van het risico op schade van de nervus alveolaris inferior tijdens de bilaterale sagittale splijtingsosteotomie van de onderkaak. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Mond-Kaak-Aangezichtschirurgie BEPAT
Onderzoekers: • Jimoh Agbaje • Constantinus Politis
Reductie van ischemie-reperufusie schade tijdens niertransplantatie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Abdominale Transplantatie
Onderzoekers: • Jacques Pirenne • Ina Jochmans • Steffen Rex • Julie De Deken
Reductie van microbiële gegevensentropie via werkstroombeheer Universiteit Gent Abstract: In het hedendaagse bioinformaticalandschap worden web services and workflowssteeds meer gebruikt als interface voor het publiceren van gegevens enberekeningen. In dit spoor worden in dit project organisme-gerelateerde webservices en workflows ontwikkeld, gebaseerde op de data-integratie die wordtgerealiseerd in het kader van de StrainInfo bioportal. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Peter Dawyndt
Reductie van Salmonella-uitscheiding bij het varken: aangepaste voederstrategieën primordiaal voor de Vlaamse varkenshouderij Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen verschillende methoden onderzocht worden om de uitscheiding van Salmonella door het varken te reduceren. Hierbij wordt vooral aandacht geschonken aan geferementeerd brijvoeder, botanische stoffen en middellange ketenvetzuren. In eerste instantie worden de technieken in vitro getest worden en nadien in vivo, waarbij gespeende biggen zullen gebruikt worden. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Reductieve pyrolyse en geprogrammeerde oxidatiekoppeling met spectrale detectietechnieken om zwavelwijzigingen en verbrandingsgedrag van biodesulphurized fossiele brandstoffen te bestuderen. Universiteit Hasselt Abstract: De doelstellingen van deze projectstudie zijn als volgt: 1) Het uitbreiden van AP-TPO / MS apparatuur gebruik makend van de evaluatie van het verbrandingsgedrag van biodesulphurized kolen; 2) Het bestuderen van biologische zwavel functionaliteit veranderingen door AP-TPR pyrolyse apparatuur gekoppeld "on line" met MS en GC-MSspectroscopie in biodesulpurized kolen monsters, verkregen door nieuwe en meer effectieve micro-organismen. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jan YPERMAN
Reductieverschijnselen in de hedendaagse standaardtaal in Vlaanderen en Nederland. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van reductieverschijnselen in spontaan, d.w.z. niet-voorgelezen, Standaardnederlands. Reductie wordt onderzocht in mono-, bi- en trisyllabische woorden, meerbepaald in pronomina, suffixen en leenwoorden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van spraak die reeds verzameld, gedigitaliseerd en getranscribeerd is voor het Corpus Gesproken Nederlands en in het kader van het VNC-project Variatie in de uitspraak van het Standaardnederlands. Het spontane VNC-materiaal bestaat uit gesprekken met leerkrachten Nederlands. Uit het Corpus Gesproken Nederlands worden drie componenten geselecteerd: toespraken, mondelinge presentaties en lessen (van niet-neerlandici). Deze drie types spontane spraak zijn zeker vergelijkbaar: telkens gaat het om niet-uitgezonden taal die door één persoon voor een publiek wordt uitgesproken. Specifieke doelstelling van het project is na te gaan of we evidentie vinden voor de stelling dat de uitspraak van hoogopgeleide sprekers zonder taalkundige training verschilt van de uitspraak van leerkrachten Nederlands, die vaak als prototypische standaardtaalsprekers worden beschouwd. Het hier geschetste onderzoek sluit aan bij de hernieuwde belangstelling voor de standaardtaal in Vlaanderen en Nederland, waarbij variatiepatronen in het Standaardnederlands bestudeerd worden vanuit het perspectief van divergentie en convergentie. De studie ligt ook in het verlengde van internationaal onderzoek naar variatie in de standaardtaal, b.v. in het Duits (o.a. Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland) en het Frans (o.a. Frankrijk, Canada, België). Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Georges C De Schutter • Hanne Kloots
Reductionist Security. KU Leuven Abstract: The research will involve an analysis of reductionist security methods with the goal of determining whether general statements can be made about secure cryptographic protocols. In particular, indifferentiability will be looked at in both the symmetric and asymmetric settings, with an eye on exploring weak indifferentiability more thoroughly through an understanding of multi-stage games. Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Bart Preneel • Atul Luykx
Reduction of post harvest losses of Ethiopian mango KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Pieter Verboven • Mekdim Assefa Kerisima
Reduction of stochastic noise in physically-based rendering algorithms. KU Leuven Abstract: Reducing the stochastic noise in physically-based rendering algorithms by selecting the appropriate algorithm to calculate specific light paths, using state of the art noise filtering and by integrating the visual perception of humans. Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Philip Dutré • Niels Billen
Réécriture en ideologie in de manuscripten van de vlaamse 'excellente cronicke'-traditie. Universiteit Gent Abstract: De studie van de herschrijvingsprocessen in een Vlaamse kroniekentraditie (15de-16de eeuw) met aandacht voor de ideologische achtergronden in het licht van de kritische discoursanalyse. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Dumolyn
Réécriture en ideologie in de manuscripten van de Vlaamse 'Excellente Cronicke'-traditie Universiteit Gent Abstract: De studie van de herschrijvingsprocessen in een Vlaamse kroniekentraditie (15de-16de eeuw) met aandacht voor de ideologische achtergronden in het licht van de kritische discoursanalyse. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Dumolyn
Réécriture in de Excellente Cronike van Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is te onderzoeken hoe de verschillende handschriftversie van de belangrijkste vijftiende-eeuwse Vlaamse kroniekentraditie, de zogenaamde ?Excellente Cronike van Vlaanderen?, een proces van ?réécriture? vertonen die specifieke ideologische en narratieve strategiëen weerspiegelen die op hun beurt verbonden kunnen worden met socio-politieke en culturele constellaties in het laatmiddeleeuwse graafschap. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Dumolyn
Reestablishing smoothness for matrix manifold optimization via resolution of singularities KU Leuven Abstract: Optimalisatie is een onderzoeksgebied dat toepassingen bezit in zowat elk domein. Als voorbeeld beschouwen we het matrix geometrisch gemiddelde. Voor reele getallen is dit gemiddelde de nde machtswortel van het product van de n getallen. Voor matrices bestaat er echter geen eenvoudige uitdrukking voor het gemiddelde doordat ze niet commuteren (het product AB is niet noodzakelijk gelijk aan het product BA). Om dit probleem to omzeilen, beschouwen we de matrices als elementen op een gekromd oppervlak. We berekenen het matrix gemiddelde door een optimalisatieprobleem op dit oppervlak op te lossen. Hierbij trachten we traditionele optimalisatietechnieken te veralgemenen, rekening houdend met de bijkomende moeilijkheden die we ondervinden op deze gekromde oppervlakken, afkomstig van specifieke matrixstructuren. Een belangrijk aspect van het doctoraat is omde structuur van de matrixruimten maximaal uit te buiten en technieken te ontwerpen die kunnen omgaan met gaten in het gekromde oppervlak Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Johannes Nicaise • Raphaël Vandebril • Ben Jeuris
Reevaluatie van de wetenschappen in de tijd van Renaissance en Humanisme Universiteit Gent Abstract: Nog te dikwijls wordt de renaissance beschouwd als een periode waarin de wetenschappen gestagneerd hebben. Opzet van het project is een reëvaluatie op gebied van optica, kosmografie en astronomie. Het onderzoek zal zowel extern (kennisoverdracht en -verspreiding) als intern (de ontwikkelingen binnen de drie disciplines) gevoerd worden en wil de bijdrage van de Lage Landen tot de Europese Renaissance belichten. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Fernand Hallyn
Refactoren in talen met ondersteuning voor multi-dimensional separation of concerns. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel refactoring te bestuderen voor talen met ondersteuning voor "multi-dimensional separation of concerns" (MDSoC), waaronder aspectgeoriënteerde en contextgeoriënteerde talen. MDSoC talen bieden krachtige constructies om software op een betere manier op te delen in verschillende concerns, waardoor het makkelijker wordt om software te ontwikkelen en te onderhouden. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Dirk Janssens • Tim Molderez
REFCOM: Brazil and Italy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Manuel Aalbers
Referential formulation in Kuuku Malngkanchi discourse KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Jean-Christophe Verstraete • Clair Elanor Buckland Hill
Referentintroducerende structuren en existentiële werkwoorden Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een contrastieve syntactische en lexicale studie in taaltypologisch perspectief van de extentiële werkwoorden, die een referentintroducerende functie hebben in het discours, in het Spaans en het Frans respectievelijk. We stellen ons de vraag in welke mate er in deze Romaanse talen sprake is van een gemeenschappelijke tendens naar grammaticalisatie en/of lexicalisering van referentintroducerende structuren. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest
Reflectieve Ondersteuning voor herconfiguratie van Context-afhankelijke Softwareaanpassingen(RECOCO). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling Het ondersteunen van dynamische aanpasbaarheid van software in specifieke uitvoeringscontexten (b.v. in specifieke uitvoeringssporen, sessies of collaboraties tussen meerdere objecten) wordt steeds belangrijker voor hedendaagse gedistribueerde toepassingen. Context-georiënteerd programmeren (COP) [12] biedt taalconstructies voor het uitvoeren van dergelijke context-afhankelijke aanpassingen. Het is echter belangrijk dat tijdens deze context-afhankelijke aanpassingen de globale toestandsconsistentie [6] van het softwaresysteem ten alle tijde bewaard wordt. Alhoewel, context-afhankelijke aanpassingen inherent atomisch zijn wat betreft toevoegingen van programmacode[5], bestaat er geen automatisch mechanisme om de toestand van softwareprogramma's consistent te houden. Bijgevolg, moet de softwareontwikkelaar, zonder enige methode of richtlijn, hiervoor complexe applicatie-specifieke logica aan de programma's toevoegen. Dit project heeft twee aan elkaar verbonden doelstellingen: (i) de beschrijving van de fundamenten van COP zodat men systematisch kan redeneren over de consistentie van een een gedistribueerd systeem tijdens contextafhankelijke aanpassingen, en (ii) op basis van dit fundament, de creatie van een reflectieve architectuur
voor COP talen zodat consistentieconflicten op een gemakkelijke wijze opgelost kunnen worden door de softwareontwikkelaar. Organisaties: • Software Language Lab • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • YVES VANDRIESSCHE • PASCAL COSTANZA • THEO D'HONDT
Reflecting the positive diversities of European priorities for research and Measurement in end of life care. (PRISMA) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Bartholomeus Van Den Eynden • Paul Van Royen
Reflexiviteit en argumentstructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorwerp van dit project zijn bepaalde klassen van reflexieve constructies binnen enkele Romaanse talen (Catalaans, Frans en Spaans). Het methodologisch kader is gesitueerd in de formele taalkunde. De relatie van reflexiviteit met argumentstructuur, inaccusativiteit en aspect zal centraal staan in deze studie. Aanleiding hiervoor is het bestaan van enkele 'reflexieve klassen' die problematisch zijn voor de hypothese dat Romaanse reflexieve constructies inaccusatief zijndoordat de reflexieve markeerder een lexicaal argument (meer bepaald het extern argument) absorbeert. De absorptiehypothese voorspelt echter niet dat een reflexieve markeerder bij een reeds inaccusatieve constructie gevoegd kan worden (EI president ( es) va mor ir I'any passat (Cat) -De president is vorig jaar gestorven) en ook niet dat deze in een transitieve constructie kan voorkomen zonder dat ook maar één lexicaal argument geabsorbeerd wordt (Juan se ha bebido toda Ia cerveza (Sp) -Juan heeft al het bier opgedronken). In eerste instantie zal een grondige studie uitgevoerd worden van de argumentstructuur. Op basis van dit globaal beeld zal nagegaan worden of se in de probleemgevallen al dan niet geïdentificeerd moet worden als absorbeerder van een lexicaal argument. Aangezien binnen de absorptiehypothese vaak gesteld wordt dat se het extern argument absorbeert, zal in het kader van het argumentstructuur-onderzoek ook ruime aandacht besteed worden aan het fenomeen 'inaccusativiteit' en zijn relatie met reflexiviteit. Wanneer er daarentegen duidelijke aanwijzingen zijn dat se geen lexicaal argument opslorpt, dan zal de vraag worden gesteld naar de status van se op het gebied van de argumentstructuur: gaat het om een adjunct of om een ander type argument? Hier kan mogelijk de studie naar de rol van se in het markeren van aspect opheldering brengen. De vaak aangehaalde aspectuele telische rol van se (als niet-lexicale reflexieve datief) vereist echter een diepgaander onderzoek, aangezien se niet in alle telische constructies kan voorkomen. Bovendien kunnen constructies met de niet- lexicale reflexieve datief atelisch blijven. Er zal onderzocht worden of se in verband kan worden gebracht met een event argument. Ook de relatie tussen lexicale argumenten en event argumenten zal geanalyseerd worden. Het uiteindelijk doel van ons onderzoek is, in de context van de problematische absorptie-gevallen, een antwoord te krijgen op de vraag of se een lexicaal dan wel een constructioneel element is en wat de syntactische en semantische bijdrage is van se in een reflexieve constructie. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper • Liliane Tasmowski
Refractieve en diffractieve microlenzen: aanmaak en optische karakterisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de wereld van informatieverwerking wordt er vandaag verwacht dat de rol van optica en opto-electronica steeds belangrijker wordt vermits de performantie van bijvoorbeeld communicatiesystemen, verwerkingseenheden, sensoren en display technologieën continu evolueert. Het kleiner en sneller maken van deze fotonische technologieën vereist parallellisme en microminiaturisatie. Bijgevolg worden hoog kwalitatieve, hoge precisie en lage kost microlensarrays onmisbare componenten. Vanuit dit oogpunt werden er een grote verscheidenheid aan microlensfabricatietechnieken bedacht en getest. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE
Refractieve en diffractieve microlenzen: aanmaak en optische karakterisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de wereld van informatieverwerking wordt er vandaag verwacht dat de rol van optica en opto-electronica steeds belangrijker wordt vermits de performantie van bijvoorbeeld communicatiesystemen, verwerkingseenheden, sensoren en display technologieën continu evolueert. Het kleiner en sneller maken van deze fotonische technologieën vereist parallellisme en microminiaturisatie. Bijgevolg worden hoog kwalitatieve, hoge precisie en lage kost microlensarrays onmisbare componenten. Vanuit dit oogpunt werden er een grote verscheidenheid aan microlensfabricatietechnieken bedacht en getest. Elke van deze aanmaaktechnologieën is echter zeer specifiek. Het doel van dit postdoctoraal onderzoek is het in kaart brengen, vergelijken en evalueren van de verschillende microlens fabricagemethodes. Dit unieke onderzoek zal ons én andere gebruikers toelaten om de juiste aanmaakmethode te kiezen voor een bepaald lensontwerp. Daarnaast zullen we onze eigen in-huis technologie, Diepe lithografie met protonen, verder optimaliseren en aanwenden om naast sferische lenzen oook cilindrische en asferische microlenzen te fabriceren. Een theoretisch model zal ons toelaten het zwelgedrag op voorhand te voorspellen terwijl we met een real-time en in-sity monitoring de gewenste microlenzen kunnen aanmaken. Een volgende doelstelling van dit project is de verschillende karakterisatiemethodes en toestellen voor microlenzen met elkaar te vergelijken en twee daarvan uit te breiden naar het midden-infrarode golflengtegebied. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Reframing Fragile Heritage. Micro Strategies for social sustainable re-use of fragile heritage KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur Sint-Lucas
Onderzoekers: • Yves Schoonjans • Jeroen Nys
Reframing kinderarmoede in België. KU Leuven Abstract: Het doel van dit project is inzicht te verwerven in de denkkaders (of frames) die kinderarmoede in België als problematisch definiëren. Daarnaast is er aandacht voor counterframes die het tegenovergestelde doen: kinderarmoede in België als niet problematisch voorstellen (immers: er is armoede in ontwikkelingslanden waar kinderen echt sterven van honger). Degebruikte methode is een kwalitatief-interpreterende inhoudsanalyse vanonder meer nieuwsberichtgeving en blogs. Op basis van deze inzichten wordt er concreet communicatieadvies geformuleerd. Een belangrijk gegeven daarbij is dat door precies kinderen te nemen als insteek om het over het thema armoede te hebben, de verantwoordelijkheid voor het probleem mogelijk verschuift naar de ouders (de bad parents). Het kind staat immers symbool voor de zuivere onschuld en kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de situatie waarin het leeft. Een ander potentieel problematisch frame is de definiëring waarbij kinderarmoede als prioritair wor Organisaties: • OE Instituut voor Mediastudies
Onderzoekers: • Baldwin Van Gorp